CO2 Prestatieladder
Inhoud
Actieplan ‘Energiebesparing 2013’ 2013 Versie: 1.0 15-03-2013
blz.
1. Introductie
2
2. Inventarisatie
4
3. CO2 reductie Scope I
5
3.1 3.2 3.3
Stationaire verbrandingsgassen Eigen vervoer Lease auto’s
4. CO2 reductie Scope II 4.1 4.2 4.3
Elektriciteit Zakenreizen met vliegtuig,trein Samenvatting Scope I & II reductiedoelen.
5 6
6 6 7 7
5. Voortgang
7
6. Directieverklaring
7
1
CO2 Prestatieladder
1.
Actieplan ‘Energiebesparing 2013’ 2013 Versie: 1.0 15-03-2013
Introductie
Het terugdringen van de CO2-emissie emissie is van wezenlijk belang voor de beheersing van klimaatveranderingen, het zorgen voor een leefbare omgeving en de zorg voor een leefbaar milieu. Rexel Nederland B.V., verder Rexel genoemd, onderschrijft een ambitieus milieubeleid en wil met een eigen concreet programma bijdragen bijdra aan de reductie van haar CO2-emissie. emissie. Hiertoe is een reductieplan plan geformuleerd dat bij uitvoering, een significante CO2-emissiereductie emissiereductie kan bewerkstelligen bewerkstel in de periode t/m het jaar 2015.. Het reductieprogramma tot 2015 wordt per jaar in een actieplan omgezet om de beoogde reductiedoelstellingen te realiseren. Rexel heeft het jaar 2010 als referentiejaar genomen en als vertrekpunt voor het CO2-emissiebeleid, waartegen de voortgang van reducties wordt afgezet. Voor Voor een juist inzicht heeft Rexel een CO2emissie inventarisatie isatie uitgevoerd conform de CO2- prestatieladder. Gelijktijdig is ook een energiescan uitgevoerd, waarbij de energieverbruikers in kaart zijn gebracht. Rexel gaat tot en met 2015 op de volgende punten de CO2 uitstoot reduceren: 1. 2. 3. 4. 5.
verlaging kilometrage en brandstofverbruik; schoner lease- en eigen wagenpark; verlaging van het gasverbruik ten behoeve van verwarming van de panden; inzet van groene elektriciteit; verlaging verbruik elektriciteit;
Dit actieplan voor 2013 maakt samen met het reductieplan en voortgangsrapportage integraal onderdeel uit van het Energie Management Systeem (EMS) en de Carbon Footprint rapportage. De doelstellingen hebben effect op alle scopes en worden per halfjaar geëvalueerd, zodat tijdens de d realisatie kan worden bijgestuurd. Tijdens deze bijsturing dienen de consequenties consequenties voor het bedrijfsvoeringsysteem steem te worden nagegaan en vastgelegd. De constateringen, conclusies en maatregelen gelen worden volgens vaste procedures (Deming) vastgelegd (zie onderstaande derstaande afbeelding). Figuur 1 Deming cirkel
2
Actieplan ‘Energiebesparing 2013’ 2013 Versie: 1.0 15-03-2013
CO2 Prestatieladder
De werking van het Energie Management Systeem is als volgt: Per kwartaal worden op basis van meterstanden en/of facturen de energiestromen uit Scope I en Scope II gemeten, welke per half jaar,vastgelegd jaar,vastgelegd worden in een Carbon Footprint Analyse (CFA) Deze gegevens worden vergeleken met de gegevens van de jaarlijks te houden energie audit en de uitgangspositie zoals in het CFA beschreven, beschreven, beoordeeld en vastgelegd in een voortgangsrapportage. De reductiedoelstellingen, ductiedoelstellingen, het reductieplan en de voortgangsrapportage dienen tevens als input voor het actieplan, dat eventueel op basis van de gegevens uit de voortgangsrapportage, bijgesteld kan worden, waarmee de cirkel weer opnieuw rond gaat.
Werking EMS
Energie audit verslag Reductie Doelstellingen MT
Inventarisatie
CFA 2010
Reductieplan 2011 -2015
Actieplan (jaarlijks)
CFA (halfjaarlijks )
Voortgangs Rapportage (halfjaarlijks )
3
Actieplan ‘Energiebesparing 2013’ 2013 Versie: 1.0 15-03-2013
CO2 Prestatieladder
2. Inventarisatie Rexel heeft het jaar 2010 als referentiejaar en als vertrekpunt genomen voor het CO2emissiebeleid, waartegen de voortgang van reducties wordt afgezet. Gelijktijdig is ook een energiescan uitgevoerd, waarbij de energieverbruikers in kaart zijn gebracht. De uitkomsten geven aan dat de totale scope 1 (directe) en scope 2 (indirecte) CO2-emissie in 2010 5555 ton CO2 bedroeg. Op de eerste plaats komt het eigen wagenpark met 2066 ton,, daarna het elektriciteitsverbruik met 1875 ton als tweede en als laatste de stationaire verbrandingsapparatuur met 1464.9 ton. Samen en waren deze goed voor bijna 98 % van de totale CO2 -emissie. Figuur 2 CO2 emissies Rexel 2010
1%
1%
Stationaire Verbrandingapparatuur 26%
34%
Eigen Wagenpark Elektriciteit
37%
Prive auto's voor zakelijk verkeer Zakelijk vliegen
4
Actieplan ‘Energiebesparing 2013’ 2013 Versie: 1.0 15-03-2013
CO2 Prestatieladder
3.
CO2 REDUCTIE SCOPE 1
Rexel Nederland B.V. heeft als (bijgestelde doelstelling) om in 2015 haar uitstoot van CO2 met 40% te reduceren (was 25%) ten opzichte van het referentiejaar 2010. Voor de verschillende emissies zijn verschillende maatstaven vastgesteld om de op basis van de PDCA cyclus de reductie te kunnen monitoren. Voor de totale CO2 uitstoot is een aantal kengetallen van belang. Uiteraard is dat het personeelbestand, eelbestand, maar ook het totale oppervlak van de behuizing, en de economische omstandigheden. Om tot een goede normalisering te komen is het niet mogelijk om op basis van één criterium de complete CO2 -emissie te vergelijken. Daarom zijn voor de grootste CO2 bronnen uit scope 1 en 2 aparte normaliseringfactoren vastgesteld. De reductiedoelstelling is uitgesplitst in absolute aantallen en percentages per scope zoals in de CO2prestatieladder is weergegeven.
3.1
Stationaire verbrandingsgassen
Omdat de emissie eigenlijk alleen maar bestaat uit gasverbruik voor warmte, warmte, zal daar waar mogelijk huisvesting van oude, te grote en slecht geïsoleerde gebouwen getracht worden om deze om te ruilen voor nieuwe ‘op maat’ gemaakte, akte, energiezuinige gebouwen. Dit moet dan niet alleen resulteren in een e absolute vermindering van CO2 maar ook een relatieve vermindering t.o.v. m² en fte’s. Reductiedoelstelling in 2013 t.o.v. 2012 zullen op de volgende wijze bereikt worden:
Sluiting Almere : Verkoop ProTotaal: Sluiting Huizen: Sluiting Capelle: Sluiting Zoeterwoude: Sluiting Deventer Totaal
3.2
Besparing elektra ton CO2 125 43 20 40 16 106 350
Besparing verwarming ton CO2 7 71 6 6 10 38 138
Eigen vervoer:
Met het uitbesteden van de distributie aan gespecialiseerde vervoerders, zal de CO2 van directe emissies door Rexel Nederland B.V. afnemen, maar door schaalvergroting en een efficiëntere bedrijfsvoering kan door gebruik te maken van externe vervoerders op jaarbasis 500 ton CO2 uitstoot bespaard worden.
5
Actieplan ‘Energiebesparing 2013’ 2013 Versie: 1.0 15-03-2013
CO2 Prestatieladder
Reductiedoelstelling van 61% % in 2013 t.o.v. 2012 zal op de volgende wijze bereikt worden: Verdere uitbesteding distributie
Jaartal Lease auto’s gerealiseerd Lease auto’s (streef) Gemiddeld per auto Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1293
Eigen vervoer Eigen vervoer (streef) Reductie % t.o.v. ref.jaar
773
7,48
2011 1273 1270 7,35 2%
2012 1325 1250 7,23 3%
2013
2014
2015
1300 7,06 2%
1250 250 7,00 4 4%
1200 6,94 8%
426 450 29%
190 300 42%
75 90%
75 90% 90
75 90%
3.3 Leasewagen park: Algemene reductiedoelstelling voor lease park van % in 2013 te realiseren door: Uitsluiting bepaalde type auto’s (SUV) Alleen auto’s met energielabel A,B of C worden toegestaan. Stimuleren hybride/elektrische /elektrische auto’s Bij keuze benzine of diesel zuinigheid principe toepassen. Door een toename van het aantal leaseauto’s die echter wel zuiniger zijn geworden, is de beoogde reductie nog niet behaald. Daarnaast is een beleid voor het gebruik van elektrische elektrische auto’s vertraagd waardoor de hiermee ingecalculeerde emissie voordelen niet hebben plaatsgevonden
4.
CO2 REDUCTIE SCOPE 2
4.1 Elektriciteitsverbruik Omdat het elektriciteitsverbruik, iciteitsverbruik, waarvan ca. 64% 64% gebruikt wordt voor verlichting, zeer afhankelijk is van het oppervlak, zal gekeken moeten worden om de huisvesting oppervlakte in overeenstemming te brengen met het aantal werkzame fte’s en benodigde ruimte. Daarnaast zal door gebruik te maken van nieuwe e verlichtingstechnieken (bv. LED) een substantiële reductie gerealiseerd kunnen worden.
Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Streef ton CO2 per fte Berekende ton CO2 per fte Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1465 2.6
2011 1443 1325 2.3 2.4 6% 1.5%
2012 1251 1313 2.2 1.9 10% 15%
2013
2014
2015
1224 2.1
1139 2.0
1139 2.0
16%
22%
22%
Reductiedoelstellingen van 16% 6% in 2013 t.o.v. referentiejaar voor het elektriciteitsverbruik staan zullen worden bereikt door sluiting van de verschillende vestigingen zoals vermeld in 3.1
6
Actieplan ‘Energiebesparing 2013’ 2013 Versie: 1.0 15-03-2013
CO2 Prestatieladder
4.2 Zakenreizen akenreizen met vliegtuig/trein etc. en dienstreizen Beleid is erop gericht om deze zo veel mogelijk te beperken, echter omdat dit afhankelijk van verschillende omstandigheden is, wordt hier verder geen doelstelling anders dan dat het niveau van 2010 niet overschreden mag worden. (samen ca 150 ton CO2) - Om de bovengenoemde doelstelling te realiseren beleid formuleren formuleren en implementeren m.b.t. klantenreizen.
4.3 Samenvatting Scope cope I en II reductiedoelstellingen: Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Streef ton CO2 per fte Berekende ton CO2 per fte Streef % reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 5123
8.8
2011 4506 4550 7.6 7.5 11% 12%
2012 3955 3902 7 7.2 23% 23%
2013
2014
2015
3217 6.5
3072 6.5
3072 6.5
37%
40%
40%
Verdere actiepunten voor 2013 om de totale CO2 reductie te realiseren zijn: Verdere bewustwording, ewustwording, motivatie motivatie en draagvlak bij medewerkers realiseren (eco-dagen, warme truien dag, actie zonnepanelen) Nauwe samenwerking met leveranciers m.b.t. leverkalender Leverprestatie verbeteren door het voorkomen van naleveringen en tevens de frequentie van leveringen i.o.m. de klant te reduceren
5.
Voortgang
Omdat de meeste reductiedoelen, alsook het actieplan door de afdeling Facilitaire zaken uitgevoerd wordt, ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij Karina Stevense, Stevens , manager van deze afdeling. Op het ogenblik wordt nog onderzocht op welke manier vorm gegeven kan worden aan een soort ‘milieu opleiding’ voor de huismeesters. huismeesters. Daarnaast zal er op kwartaalbasis een bijeenkomst (videoconferencing?) met de huismeesters gaan plaatsvinden om de voortgang van het actieplan actie ’Energiebesparing’ te evalueren en daar waar nodig bij te stellen. Kwantitatieve voortgang wordt gerapporteerd in voortgangsrapportage.
6.
Directieverklaring
Hierbij verklaart de directie van Rexel Nederland B.V. dat zij het eens is en achter de doelstellingen staat zoals beschreven in dit rapport.
Gouda, 15 maart 2013 Rexel Nederland B.V.
M. van Brunschot Algemeen Directeur
7