Uitwerking compensatieberekening Consumptief krediet (met hypothecaire zekerheid in tweede rang) (2H/CK) Cliënt: Voorbeeld Beoordeling Consumptief krediet (CK) Afgesloten in het jaar : 2006 Verstrekt krediet : €15.000,00 Dit krediet wordt beoordeeld volgens de VFN-norm voor consumptieve kredieten, zoals die van toepassing was op het moment van kredietverlening1. De berekening wordt vervolgens gedaan op basis van het inkomen in het jaar van kredietverlening en het jaar 2010. In de berekening zijn de volgende gegevens betrokken: de door u aangeleverde informatie en de inkomensgegevens volgens de ABS-formulieren van de belastingdienst2. 1. 1.1
Overkreditering o.b.v. netto maandinkomen. Berekening maximale leencapaciteit
De leencapaciteit volgens de VFN-norm wordt als volgt berekend: leencapaciteit = (1) netto maandinkomen – (2) leefnorm – (3) vaste lasten. De maximale lening die mag worden verstrekt = leencapaciteit x 50 Het bedrag dat meer is verstrekt dan de maximale lening is overkreditering. Het netto maandinkomen (1) wordt met een omrekenmodule omgerekend van het bruto jaarinkomen op grond van de ABS-formulieren naar het netto maandinkomen. Een beschrijving van deze zogenaamde bruto-nettoconverter is te vinden op de website www.dsbcompensatie.nl. De leefnorm = de basisnorm (jaarlijks vastgesteld door het NIBUD en afhankelijk van gezinssamenstelling) + wegingsfactor x (netto maandinkomen – basisnorm – woonnorm) Vaste lasten (3) zijn financieringslasten van naastlopende leningen, woonlasten en uitzonderlijke lasten 3. 1
Voor de normen zie www.dsbcompensatie.nl. Uitdraaien uit het Aanslagen Belastingen Systeem, Vaststelling Vastgesteld en Resultaten Presentatie (ook: ABS-formulier). Deze geven het fiscaal jaarinkomen. 3 Zie annex D Akkoord op Hoofdlijnen. 2
1
1.2
Berekening leencapaciteit jaar van afsluiten en 2010
(1-a) Berekening bruto jaarinkomen vanuit het fiscaal jaarloon Eerst wordt het fiscaal jaarloon uit tegenwoordige dienstbetrekking en/of WW uitkering omgerekend naar een bruto jaarinkomen. Het fiscaal jaarloon wordt overgenomen van het ABS formulier van de Belastingdienst en wordt getoond in de bijlage Overkreditering in de brief met de uitkomst van de berekening overkreditering. Het fiscaal jaarloon uit tegenwoordige dienstbetrekking bedraagt: jaar van kredietverlening Contractant 1 € 23.500,00 Contractant 2 € 0,00
jaar 2010 € 22.187,00 € 0,00
Het fiscaal jaarloon wordt vervolgens gedeeld door 12 om tot een fiscaal maandloon te komen. Op basis van het fiscaal maandloon en de van toepassing zijnde premies WW/Zfw bedraagt het bruto jaarinkomen: jaar van jaar 2010 kredietverlening Contractant 1 € 22.446,00 € 20.726,00 Contractant 2 € 0,00 € 0,00 (1-b) Inkomen uit andere bronnen Eventueel inkomen uit andere bronnen dan inkomen uit dienstverband worden in de berekening van de overkreditering meegenomen. Het kan gaan om volgende bronnen van inkomen: - AOW uitkering of andere pensioenen of uitkeringen - winst uit onderneming vóór ondernemersaftrek - resultaat overige werkzaamheden Het inkomen uit andere bronnen wordt rechtstreeks overgenomen van het ABS-formulier en getoond in de bijlage Overkreditering bij de brief met de uitkomst van de berekening overkreditering. Contractant 1 Inkomensbestanddelen in Box-I + + + + =A
loon uit dienstverband pensioenen/lijfrente/uitkeringen winst voor ondernemersaftrek belastbare winst resultaat overige werkzaamheden Totaal bruto jaarinkomen
jaar van kredietverlening € 22.446,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 22.446,00
jaar 2010 € 20.726,00 € 2.747,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 23.473,00
2
Contractant 2 Inkomensbestanddelen in Box-I + + + + =A
jaar van kredietverlening € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
jaar 2010
Jaar kredietverlening € 22.446,00 € 0,00
Jaar 2010
loon uit dienstverband Pensioenen/lijfrente/uitkeringen winst voor ondernemersaftrek belastbare winst resultaat overige werkzaamheden Totaal bruto jaarinkomen
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
(2) Netto maandinkomen Het totaal bruto jaarinkomen in uw geval bedraagt:
Naam contractant 1 Naam contractant 2
€ 23.473,00 € 0,00
In de berekening van het netto maandinkomen worden niet meegenomen incidentele inkomsten (zoals een eenmalige bonus, uitbetaling vakantiedagen, ontslagvergoeding), erfpachtcanon, partneralimentatie. In uw situatie zijn de volgende inkomensverminderingen van toepassing. jaar kredietverlening Contractant 1 Contractant 2 incidentele inkomsten, t.w.: € 0,00 € 0,00 erfpachtcanon € 0,00 € 0,00 partneralimentatie € 0,00 € 0,00 overig € 0,00 € 0,00 totale verminderingen € 0,00 € 0,00 jaar 2010 incidentele inkomsten, t.w.: erfpachtcanon partneralimentatie overig totale verminderingen
Contractant 1 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Contractant 2 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Rekening houdend met bovenstaande inkomensverminderingen is het bruto jaarinkomen omgerekend tot het volgende netto maandinkomen: jaar kredietverlening Jaar 2010 naam contractant 1 € 1410,00 € 1.493,00 naam contractant 2 € 0,00 € 0,00 totaal netto inkomen € 1.410,00 € 1.493,00
3
(3) Leefnorm De leefnorm = de bijstandsnorm (afhankelijk van gezinssamenstelling) vermenigvuldigd met een wegingsfactor verminderd met de norm woonlast. Voor het jaar van kredietverlening en het jaar 2010 worden dezelfde normbedragen gehanteerd; met uitzondering van het netto maandinkomen. Bepalende factoren voor de leefnorm gezinssamenstelling basisnorm* / bijstandsnorm wegingsfactor norm woonlast maximum norm *jaarlijks vastgesteld door het Nibud
Jaar kredietverlening Gezin met kinderen € 1.146,00 95% € 196,00 € n.v.t.
In het jaar van kredietverlening kende de VFN gedragscode de volgende methode om de leefnorm te bepalen:
(A) bijstandsnorm (B) wegingsfactor (C) norm woonlast leefnorm (A x B –C)
jaar kredietverlening jaar 2010 € 1.146,00 € 1.146,00 95% 95% € 196,00 € 196,00 € 893,00 € 893,00
(4) Vaste Lasten: Als er naastlopende kredieten zijn aangetoond, wordt in de berekening van de overkreditering standaard 2% van de kredietlimiet of de kredietsom als financieringslasten meegenomen. Woonlasten hebben betrekking op de lasten van het hypothecair krediet bij een eigen woning of op de huurlasten bij een huurwoning. De woonlasten worden omgerekend naar een maandbedrag. Als geen woonlasten zijn aangetoond is rekening gehouden met een forfaitair bedrag van € 350,00. jaar kredietverlening jaar 2010 + huur of bruto hypotheeklast € 700,00 € 700,00 - belastingvoordeel eigen woning* € 190,34 € 192,58 - naastlopende financieringslasten € 0,00 € 0,00 - afwijkend hoge bijzondere lasten € 0,00 € 0,00 = vaste lasten € 509,66 € 507,42 * Het belastingvoordeel eigen woning wordt berekend met behulp van het saldo tussen de inkomsten en kosten voor de eigen woning, zoals die blijken uit de gegevens van het ABS formulier van de Belastingdienst.
4
1.3 Berekening maximale leencapaciteit Op basis van het netto maandinkomen, de leefnorm en de vaste lasten is de maximale leencapaciteit berekend: jaar kredietverlening jaar 2010 (A) totaal netto inkomen € 1.410,00 € 1.493,00 (B) leefnorm € 893,00 € 893,00 (C)vaste lasten € 509,66 € 507,42 maximale maandlast (A – B -C) € 7,34 € 92,58 Overkreditering: maximale maandlast laatst verleend krediet op 2% van de kredietlimiet Over Tekort overkreditering (tekort maal 50)
Jaar kredietverlening € 7,34 € 300,00
Jaar 2010 € 92,58 € 300,00
€ 0,00 € 292,66 € 14.633,00
€ 0,00 € 207,42 € 10.371,00
5
2.
Compensatie voor de overkreditering.
De compensatie voor overkreditering wordt berekend over twee periodes: (i) vanaf het moment van kredietverlening tot 31-12-2010 (het ‘verleden’) (ii) vanaf 01-01-2011 tot uiterlijk 31-12-20154 (de ‘toekomst’) Grondslag voor het ‘verleden’ is een gewogen gemiddelde van de overkreditering in het jaar van kredietverlening en de overkreditering op basis van het inkomen in 2010, waarbij de overkreditering in het jaar van kredietverlening dubbel wordt meegewogen. Echter niet hoger dan die in het jaar van kredietverlening. De gewogen gemiddelde overkreditering bedraagt, het totaal van tweemaal de overkreditering in het jaar van kredietverlening plus de overkreditering op basis van het inkomen in 2010, gedeeld door drie.
Grondslag voor de ‘toekomst’ is het laagste bedrag van de overkreditering in het jaar van kredietverlening en het bedrag van de overkreditering op basis van het inkomen in 2010. De overkreditering in het jaar van kredietverlening en in 2010 wordt berekend aan de hand van het inkomen zoals dat blijkt uit de ABS-formulieren. Na aftrek van de compensaties die zijn verleend op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen wordt over de eventuele overkreditering een compensatie in de vorm van een rentevergoeding berekend.
4
Of zoveel eerder als het krediet is/zal zijn afgelost. De berekening voor de toekomst vindt alleen plaats als er op 1-1-2011 nog sprake is van een lopende lening.
6
Het uitgangspunt voor de overkreditering in uw geval bedraagt: jaar van kredietverlening jaar 2010 uitgangspunt Verleden € 14.633,00 € 10.371,00 € 13.212,33 Toekomst € 14.633,00 € 10.371,00 € 10.371,00 Op beide grondslagen kunnen nog bedragen in mindering worden gebracht. Voor klanten die zich op basis van de WCAM-regeling hebben aangemeld voor de compensatieregeling gelden drempelbedragen die afhankelijk zijn van de kredietsoort. Drempel eerste hypotheek of combi-hypotheek tweede hypotheek consumptief krediet
€ 15.000,00 € 2.500,00 € 1.000,00
Op het uitgangspunt voor de overkreditering voor het verleden en op het uitgangspunt voor de overkreditering voor de toekomst wordt een aantal aftrekposten in mindering gebracht. De volgende aftrekposten worden op het uitgangspunt voor de overkreditering voor het verleden in mindering gebracht: +)
uitgangspunt
(-) (-) (-) (-) (=)
drempel aflossingen tot 31 december 2010 compensatie voor koopsomverzekeringen totaal in mindering te brengen in aanmerking te nemen overkreditering
€ 13.212,3312.502,00 € 1.000,00 € 556,00 € 2.222,00 € 3.778,00 € 9.434,33
De volgende aftrekposten worden op het uitgangspunt voor de overkreditering voor de toekomst in mindering gebracht: +) (-) (-) (-) (-) (-) (-) (-) (=)
grondslag drempel aflossingen tot 31 december 2010 compensatie voor koopsomverzekeringen rente over koopsomcompensatie compensatie voor beleggingsverzekeringen compensatiebedrag voor het verleden totaal in mindering te brengen in aanmerking te nemen overkreditering
€ 10.371,00 € 1000,00 € 556,00 € 2.222,00 € 1.111,00 € 0,00 € 4033,18 € 8.922,18 € 1.448,82
De compensatie overkreditering is een rentevergoeding over de “in aanmerking te nemen overkreditering”.
7
verleden toekomst totaal
in aanmerking te Rentepercentage aantal nemen overkreditering maanden € 9.434,33 9% € 1.448,82 9%
Compensatie 57 39
€ 4.033,18 € 423,78 € 4.456,96
8