Platform IO Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Circuleren
Doorstroom Ketenvorming
KCCpunt Vraagcreatie Vraagcreastie Circuleren Circuleren Infrastructuur Beroepskolom
Innovatie
Bedrijfs Clusters
KCC-teams Competenties
Methodisch innoveren
Anders leren
Integraal ontwerpen
Leren
Werken
Kenniscreatie
Methodisch innoveren
Natuurlijk leren
Creerend leerbedrijf
Leren
Instroom
Verkorte versie .20050220.19
Anders werken Werken
Productcreatie
Platform IO Samenvatting Door vervreemding van het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs en de steeds verdergaande verschoolsing komt kenniscirculatie en innovatie niet op gang. Er is spraken van marktfalen. Hospitalisering van partijen door intermediaire instituties houdt dit proces in stand. Dit gecombineerd met het enkele jaren geleden door EZ vastgestelde markfalen op het gebied van ICT-benutting maakt dat er sprake is van een ernstige situatie die verklarend is voor de versnelde teruggang van de positie van Nederland in de rangorde van Lissabon. Als antwoord hierop is onder de naam “Slimme Regio’s” afgelopen jaren een innovatieve aanpak ontwikkeld en beproefd om de kloof te dichten tussen de beroepskolom en het MKB. In deze aanpak staan de mensen centraal als drager van innovatie. Hun kennis en creatiepotentieel is de motor om te komen tot kennisproductiviteit. Met deze aanpak kan verdere verschoolsing van het beroepsonderwijs worden gestopt en de in- en doorstroom worden vergroot. Een nieuwe dynamische kennisinfrastructuur in de regio vormt hierbij de brug tussen beroepsonderwijs en het bedrijfsleven. De regionale overheid (Gemeente / Provincie) verleent hierbij een duurzame ondersteuning bij de instandhouding van kenniswegen en de maatschappelijke inbedding. Onder de naam Integraal Ontwerpen zijn afgelopen jaren voor de gehele beroepskolom (VMBO-MBO-HBO, 60% van het totaal aan studenten van OCW) nieuwe beroepscompetenties ontwikkeld die opleiden voor het bedrijf van morgen. Door deze competenties aan te vullen met de nieuwe leercompetenties “kenniscreatie- en kenniscirculatie” is de basis gelegd voor kennisproductiviteit naar Japans model. Kennis wordt geexternaliseerd en gemodelleerd voor hergebruik. Dit gebeurt in de praktijksituatie waarbij studenten en werknemers in teams samenwerken aan innovatieve projecten. Studenten brengen de nieuwe competenties in waarbij in het MKB-bedrijf de vernieuwingsprocessen op gang komen en aanpakkennis vanuit de bedrijven terugvloeit naar het onderwijs. Deze concurrent manier van kennisontwikkeling wordt aangeduid met methodisch innoveren en is drastisch sneller en goedkoper dan het huidige estafettemodel. De aanpak vraagt om extra ruimte en betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderwijs naar model van de jaren zeventig. Werden toen de werkplaatsmachines op scholen geïntroduceerd voor “maken” zo zijn dat nu de creatietools gevuld met aanpakkennis ter bevordering van “kennis over maken”. De formule is beproefd met tientallen scholen, bedrijven en drie branches. De totale investering bedraagt tien miljoen Euro en de besparingen zijn een veelvoud daarvan. De dieptestrategie is inmiddels voltooid en de breedte strategie staat voor de deur. Een 1e breedteproject is gepland voor de zomer van 2005 als experiment voor het opschalen van het aantal betrokken bedrijven en scholen van tientallen naar honderdtallen en voor transfer naar 3 regio’s. Organisaties met landelijke dekking waaronder MKB Nederland, Kenteq en de Open Universiteit ondersteunen met expertise en innovatievouchers vanuit hun landelijke netwerken. Het project beoogt een etalagefunctie te vervullen om nieuwe inzichten rond governance te ontdekken en ontwikkelen. De aanpak is in 2004 geëtaleerd aan het innovatieplatform (Geelhoed / Grosfeld) en verwerkt in de rapporten Leijnse en Wijffels. De aanpak sluit volledig aan op de visie van W. Zegveld als het gaat om de ambities van Lissabon en het sturen op kennisproductiviteit op basis van creatiecompetenties. OCW heeft een programmadirecteur leren&werken benoemd. Het KIVINIRIA (J. Dekker) stelt haar netwerk van dertigduizend ingenieurs open voor opscholing van ingenieurs tot kenniswerkers. Het klimaat voor vernieuwingsprojecten is de heer Brinkhorst ingezet onder de vlag “Sociale Innovatie” onder regie van F. van Vught van het innovatieplatform. Het motto is kansrijke projecten de ruimte geven; van praten naar doen. Naast de vele nuttige initiatieven op verschillende fronten meent het platform IO op grond van een tiental hoofdkenmerken meerwaarde toe te kunnen voegen vanuit haar specifieke systeemaanpak. Deze aanpak heeft een tiental hoofdkenmerken. © 2005 Platform IO
1
Versie: 6 mei 2005
Platform IO Hoofdkenmerken van slimme regio’s. Het onderliggende operatieplan is te verkrijgen via “artikelen” op www.integraalontwerpen.nl. Tien hoofdkenmerken: voor toelichting zie de hoofdstukken 1 t/m 10 van het operatieplan. 1. Een gecombineerde aanpak van twee marktfalen; stagnatie in ICT-benutting en stagnatie in de beroepsontwikkeling en kenniscirculatie tussen scholen en bedrijven. 2. Een systeeminnovatie in de regio op micro- en mesoniveau en onder nationale regie vanuit de doelenketen: de top van Lissabon, verhogen kennisproductiviteit (Zegveld, www.smo.nl), stimuleren van kenniscreatie-competenties en creatietools en tenslotte het actief bevorderen van gedragsverandering van mensen en organisaties. 3. De nieuwe kenniswegen en bruggen in de regio zijn integraal ontwikkeld naar model van de weg- en waterwegen van de deltawerken. De methode is gebaseerd op het integraal ontwerpen en beproeven van bouwstenen in pilots met scholen, bedrijven en regionale overheden vanuit een bottom-up aanpak. De bouwstenen integreren leren en werken in de regio en zijn versnellers van sociale innovatie als proces. 4. Het opzetten van een netwerk georiënteerde nieuwe kennisinfrastructuur met borging van de doorlopende leerlijnen, clustering van bedrijven en support van regionale overheden. 5. Methodisch innoveren wordt ingezet als aanpak om te komen tot kenniscreërende en lerende organisaties door kennis te externaliseren, te combineren en te delen in teams. 6. Sociale innovaties worden actief gestimuleerd door vraagcreatie en supportcreatie vanuit procesacademies in de regio’s gericht op zij-instroom, opscholen en helpdeskfuncties. 7. Inhoudelijke expertise wordt gebundeld in een MKB-beroepsinnovatie-academie voor hergebruik en de monitoring, borging en versnelling van processen. Generiek toepasbare aanpakkennis wordt vanuit een cafetariamodel via netwerken ter beschikking gesteld. 8. Informatiemodellen en woordenboeken worden landelijk geborgd als basis voor samenwerking tussen branches en de stimulering van integratieve software voor bedrijven. 9. Draagvlak is geborgd bij zowel de bedrijfs- als onderwijsbranches, MKB Nederland en bij de beroepsorganisatie KIVI NIRIA met een ingenieursnet van 30.000 leden. 10. Status; een afgeronde dieptestrategie is basis voor het creëren van een 1e breedteproject, een 1e golf van sociale innovaties in de regio ZHZ-Rotterdam met links naar de regio’s Utrecht, Zwolle en Eindhoven en zo mogelijk bij nieuwe geïnteresseerde regio’s. Platform IO W. Troost, voorzitter, J. Hak, vice voorzitter, P.J. de Bont, H.H. Eekels, M.J. Hoefeijzers, G.M. van der Wal, F. Speelman, secretaris Raad van advies T.A.M. Lohman, R.M. Cuperus, RTO consortium J. Hylkema, A. Stuij,
Woudrichemseweg 38, 4286 LB Almkerk, tel. 0183-403794. (voormalig directeur ASM Lithografie, High-Tech) (voorzitter GMV-FME, machinebranche) (voormalig voorzitter UNETO-VNI, installaties) (voormalig directeur Croon Electrotechniek) (College van Bestuur ROC Davinci College, MBO-lijn) (Directeur Hogeschool Windesheim, HBO-lijn) (lectoraat IO, Hogeschool van Utrecht) (directeur Ingenieursbureau TLO, adviseur Platform IO) (programmamanager A+O fonds van FME-CWM, adviseur) (directeur IHC Holland, RTO Rijnmond met KMR, R. van der Moolen) (directeur Bakker Sliedrecht Electrotechniek, RTO Drechtsteden en voorzitter van de onderwijscommissie van UNETO-VNI) (directeur Merewade College, VMBO-lijn )
W. Langens, Breedtestrategie C. Hoogendijk, G. Visser van Erp (beleidsmedewerkers beroepskolom MKB Nederland) J.W.A. van Dijk (gedeputeerde ZH, portefeuille Economie en Kennisinfrastructuur) J. Eijkelenboom , (directeur Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap) A.J. Udink ten Cate, (directeur Onderwijs Open Universiteit) M. Houtman, (directeur Leerpark Drechtsteden, linkinig-pin naar KMR-Rijnmond) © 2005 Platform IO
2
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Deze modellenreeks is te beschouwen als een script dat beschrijft hoe het ontwikkelen van een slim regioconcept heeft plaatsgevonden en in welk stadium deze bottom-up beweging zich nu bevindt. Het doel van een slimme regio is het vergroten van het concurrentievermogen in de regio op basis van kennisproductiviteit. In een dieptestrategie zijn integratie concepten ontwikkeld om te komen tot een betere kenniscirculatie en samenwerking tussen het MKB en het beroepsonderwijs. Geïnvesteerd is circa 10 miljoen Euro waarvan 50% door overheden en 50 % door branches. Voor de uitwerking van de concepten wordt verwezen naar hoofdstukken van het operatieplan slimme regio’s (www.integraalontwerpen.nl). Het voorstel is om voor de zomer 2005 een 1e breedtepilot te starten met een etalagefunctie voor governance en sociale innovatie.
© 2005 Platform IO
3
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
De ontwikkeling van het concept “Slimme Regio’s” is gestart vanuit de visitatiecommissie in 1995 bij de Hogescholen Techniek onder de naam Integraal Ontwerpen. Vanuit interviews bij 30 innovatieve bedrijven is een beeld van een kennisbedrijf ontwikkeld met de daarbij behorende nieuwe werkterreinen. Dit heeft geresulteerd in een lector, een masteropleiding en een HBO-Interfaculteit Integraal Ontwerpen. Een zelfde proces is doorlopen met MBO’s en VMBO’s en bedrijven. De deelnemende branches zijn de machinebouw, installatietechniek en scheepsbouw. Vervolgens is Integraal Ontwerpen verrijkt met de nieuwe leercompetenties waardoor de toepasbaarheid drastisch toenam. Tenslotte is een circulatieconcept geoperationaliseerd om KennisCreatie en Kenniscirculatie (KCC) in samenwerking tussen MKB en het beroepsonderwijs te bevorderen. De aanpak van “slimme regio’s” is holistisch naar model van de Deltawerken. Het netwerk van waterstromen mag niet worden verzwakt door een schakel. Kennisstromen gedragen zich niet veel anders en vragen om een soortgelijke aanpak.
© 2005 Platform IO
4
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Slimmer werken betreft vooral betere benutting van creatievermogen van de mens in een slim bedrijf. Dit bedrijf kenmerkt zich door vraagsturing, betere benutting van ICT, hergebruik van kennis en het leveren van kennis als toegevoegde waarde. Dit vraagt om slimme beroepscompetenties rond nieuwe werkterreinen. Life Cycle Engineering (LCE) omvat het herinrichten van processen waarbij in het ontwerp rekening wordt gehouden met alle fasen over de levenscyclus. Life Cycle Management (LCM) betreft het externaliseren en integreren van kennis over de levenscyclus voor projectbeheer. Knowledge Based Engineering (KBE) legt de basis voor kennishergebruik door kennisregels vast te leggen in productconfiguratoren. Invoering hiervan in de bedrijven leidt tot drastische voordelen. Onderwijsinstellingen blijven achter bij het oppakken van kenniskunde als hoeksteen voor innovatie. Dit vraagt om een nationaal inhaalprogramma in het bijzonder te richten op het HBO zoals aangegeven door Stichting Toekomstbeeld der Techniek, publicatie SST 62, gesupport door het KIVI-NIRIA en het bedrijfsleven.
© 2005 Platform IO
5
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
De bruggenhoofden VMBO, MBO en HBO symboliseren de oude kennisinfrastructuur, eilanden met een eigen cultuur en eigen doelen. Het MKB-bedrijf wordt gesymboliseerd door drie hoofdfuncties; uitvoeren, ontwikkelen en beleid. De ontwikkel- en beleidsfunctie zijn beperkt ontwikkeld doordat de kenniswegen die vanuit de universitaire wereld via het beroepsonderwijs naar het bedrijfsleven loopt geblokkeerd is door schotten. Kenniscirculatie tussen scholen onderling en tussen scholen en bedrijven komt hierdoor niet op gang. Het werken aan een nieuwe kennisinfrastructuur in de regio rond doorlopende leerlijnen en innovatieve circulatieconcepten is de inzet van Slimme Regio’s. Samenwerken aan bruggen en binding. Circulatiebevordering valt nu tussen wal en schip. Er is sprake van marktfalen. Hier ligt een nieuwe taak voor de regionale overheid. Gemeente en Provincie kunnen duurzame ondersteuning verlenen bij de instandhouding van kenniswegen en de inbedding daarvan in de maatschappij. Het economisch en sociaal belang is groot. Het beroepsonderwijs maakt in volume 60% deel uit van alle door OCW gepacificeerde studenten. Investeren in deze doelgroep is van essentieel belang voor de regionale economie en voor doorstroom naar het WO.
© 2005 Platform IO
6
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Na de introductie in de jaren 70 van maakmachines in het onderwijs is verschoolsing opgetreden versterkt door avoisering (algemeen vormend onderwijs) ten koste van de beroepscomponent. Scholen en bedrijven zijn hierdoor met betrekking tot de inhoud en talentontwikkeling achterop geraakt en van elkaar vervreemd. Doordat de niveaudaling parallel is opgetreden bij scholen en bedrijven is er een beperkt besef van de ernst van de situatie. Een kentering is mogelijk door een gezamenlijke aanpak. Dit vereist de onderkenning van de sleutelrol van de mens in het innoveren. De aandacht moet verschuiven naar creatiecompetenties en naar “kennis over maken”. Door creatietools op school te plaatsen en te vullen met aanpakkennis van innovatieve bedrijven kunnen creatiecompetenties worden ontwikkeld. Innovatie krijgt vervolgens vorm krijgen doordat studenten en werknemers samen aan innovatieve bedrijfsprestaties werken. Hierdoor wordt het MKB geïnfecteerd met nieuwe competenties en vloeit aanpakkennis terug naar het onderwijs. Deze aanpak van kennisontwikkeling is drastisch sneller en goedkoper dan het huidige estafettemodel. Op nationaal- en sectorniveau vraagt dit om sturing op kennisproductiviteit met de mens als hoeksteen.
© 2005 Platform IO
7
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Het integreren van leren, werken, circuleren en zelfsturing op de werkplek vormt de hoeksteen van de kenniseconomie en legt de basis voor de ontwikkeling tot kenniswerker. In het industrieel tijdperk zijn deze mensintrinsieke functies van elkaar gescheiden en onderdrukt ten bate van de massaproductie. Herstel van de integraliteit vergt een sociale innovatie en vraagt om een nieuwe invulling van werken en leren. Zo zal het werken kantelen van taakdifferentiatie en productspecialisatie naar het denken in systemen en gehelen waarbij ICT helpt de complexiteit te beheersen. Het nieuwe werken vraagt om nieuwe leervormen met focus op zelfsturen, kenniscreatie en kenniscirculatie. De combinatie leidt tot kennisproductiviteit en versterkt de arbeidsproductiviteit. Voor scholen en bedrijven betekent dit een cultuuromslag en een noodzakelijke redesign van de organisatie. Het innovatieplatform spreekt van sociale innovatie. Het starten van opscholing tot kenniswerkers staat voor de deur en zal worden uitgevoerd door competente onderwijsinstellingen. Voor uitwerking van het paradigma zie bijlage 1.
© 2005 Platform IO
8
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Een open en op netwerken gebaseerde kennisinfrastructuur vormt de nieuwe brugfunctie tussen beroepsonderwijs en het bedrijfsleven. De regionale overheid speelt hierin een faciliterende rol als het gaat om de kenniswegen naar model van de civiele infrastructuur. Leren en werken komt weer bij elkaar door actieve bevordering van een drietal integrerende functies; creëren, methodisch innoveren en circuleren. Creatiebevordering leidt tot aantrekkelijk onderwijs en vergroting van de instroom. Methodisch innoveren combineert de nieuwe leercompetenties met de nieuwe werkcompetenties als basis voor innovatie. Een KCCaanspreekpunt coördineert de bedrijfs- en schoolgrens overschrijdende taken. Een procesgerichte innovatieacademie verzorgt tenslotte de coachfunctie in het proces van sociale innovatie. Het maken van synergie tussen een open kennisinfrastructuur en stedelijke vernieuwing fungeert in de Drechtsteden als versneller. Multi-disciplinaire ontmoetingscentra zoals leerparken bevorderen de creativiteit en daarmee de werkgelegenheid in de steden aanzienlijk zo blijkt uit de praktijk in de USA (www.stadbv.nl).
© 2005 Platform IO
9
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Om competentie-ontwikkeling op gang te krijgen wordt het slimme leerbedrijf ingezet in het onderwijs en het bedrijfsleven. Dit digitale bedrijf is de kapstok voor aanpakkennis uit bedrijven en het creëert een virtuele praktijkruimte voor het uitvoeren van innovatieve prestaties. Zo raken de studenten goed voorbereid op innovatieve prestaties in de echte bedrijven. Voor bedrijven is het leerbedrijf een referentiemodel om stapsgewijs te vernieuwen in samenwerking met scholen. De bedrijfsfunctie integraal ondernemen maakt de ondernemer bewust met welke verbeterinnovaties het snelst gescoord kan worden en wat dit betekent voor de bedrijfsvoering. De verbeteringen vinden plaats volgens methodisch innoveren waarbij de mens zijn kenniscompetenties ontwikkelt en waarbij het bedrijf zich vernieuwt. Competenties worden uitgeruild tegen aanpakkennis. De aanpakkennis wordt in de vorm van leidraden en best-practices in creatietools ontsloten voor het onderwijs. Deze concurrent aanpak is drastisch goedkoper en sneller dan de klassieke methode van kennisontwikkeling.
© 2005 Platform IO
10
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Creatietools bevatten aanpakkennis uit de praktijk, nodig om bepaalde leeropdrachten succesvol te kunnen uitvoeren. Deze aanpakkennis wordt ontleend aan Best-Practices van innovatieve bedrijven. Studenten werken in teams aan projecten met een doorlooptijd van circa zes weken. Alle stappen van het productcreatieproces worden doorlopen van “klant tot sloop”. Leerlingen en studenten ontwikkelen creatiecompetenties en krijgen gevoel voor ondernemen. Tijdens het project ontstaan de leervragen die op maat worden beantwoord door coaches. Resultaten worden gepresenteerd en mede beoordeeld door ouders. Leerprocessen krijgen betekenis en het leerrendement en de motivatie neemt drastisch toe. De creatietools zijn ingebed in een e-learning omgeving ter vergroting van het leerrendement. In het VMBO op het Merewade college is een bestpractisch gerealiseerd. De docenten coachen studenten die zes weken werken aan het maken van een hondekar. In het creërend leerbedrijf vindt de student generieke aanpakkennis voor de creatie van de kar. Vanuit het project ontstaan leervragen die op maat door de AVO-docenten in de rol van coach worden aangereikt. De organisatie van de school is gekanteld en de instroom neemt toe. Zie www.integraalontwerpen.nl onder RTO.
© 2005 Platform IO
11
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Methodisch Innoveren is te leren. De elementen zijn kenniscreatie, Integraal Ontwerpen en innovatiecreatie. Kenniscreatie beoogt het expliciteren van kennis en vraagt om een systeemkundige aanpak. Integraal Ontwerpen voegt hieraan de ontwerpkunde toe. Deze is gericht op alle aspecten over de levenscyclus van het totale systeem. Door het ontwikkelde product vervolgens te borgen en zelf toe te passen in de praktijk is pas sprake van innovatie. De innovatieprocessen worden uitgevoerd in teams waarbinnen kennis wordt ontsloten, gecombineerd en gedeeld. Al ontdekkende weg wordt een visie ontwikkeld om van daaruit meer coachend de gestelde doelen samen te realiseren. Aldus ontstaat de lerende organisatie. Deze aanpak is met succes beproefd in bedrijven en scholen en is een belangrijk vehikel in het proces van sociale innovaties. Mensen willen wel veranderen maar weten niet waar en hoe te starten. Herontwerpen is nieuw en valt te leren, het is een competentie. Leidraden en best-practices kunnen de slaagkans vergroten. Voor uitwerking van methodisch innoveren zie bijlage 2.
© 2005 Platform IO
12
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Methodisch Innoveren is toegepast bij het herontwerpen binnen scholen en bedrijven. De methode beschermt projectleiders die te snel en te partieel aan de gang gaan en behoedt hen voor onnodige teleurstelling. In het VMBO-onderwijs (Merewade College) is een volledig herontwerp gerealiseerd op basis van nieuwe competenties en met inzet van creatietools en vraagsturing vanuit de studenten. Studenten en ouders raken gemotiveerd en de instroom neemt toe. In de machinebouw is Methodisch Innoveren toegepast bij een tiental bedrijven (www.integraalontwerpen.nl onder GMV). De grootste winsten worden behaald door het toepassen van de leercompetenties kenniscreatie en kenniscirculatie. Het betreft onder andere het externaliseren van ontwerpkennis in de offertefase van het productcreatieproces. Door deze kennis te modelleren en in een ICT-tool te stoppen kunnen offertes voor klanten factoren sneller en foutloos worden gegenereerd. In de opdrachtfase kan vervolgens routinewerk worden geautomatiseerd waardoor bijvoorbeeld een verlichtingsinstallaties in eenderde van de tijd kan worden getekend door intelligente programma’s. Door reductie van ontwerpvarianten nemen maak- en installatiekosten af.
© 2005 Platform IO
13
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
De innovatiescan is een stuurmiddel voor de ondernemer om Methodisch Innoveren te laten landen in zijn organisatie. De uitvoering van een scan geschiedt door studenten en bedrijfsmedewerkers in teams. Zij starten met het modelleren van de bestaande situatie van het bedrijf en brengen mogelijke verbeterinnovaties in kaart. Vervolgens wordt een kansrijk verbeterscenario gekozen en als pilot uitgevoerd. De effecten voor de organisatie en de kosten en baten worden zichtbaar gemaakt. Er wordt afgesloten met een invoer- en scholingsplan. De scan schept voor de ondernemer een frame en coachfunctie voor methodisch innoveren.
© 2005 Platform IO
14
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Het creëren van een doorlopende leerwegen en het circuleren van kennis zijn grensoverschrijdende activiteiten die vragen om een ketenaanpak. Het onderkennen van de verschillende circulatieloops is functioneel gebleken. De kennisloop op WO-HBO niveau richt zich op de beleidsfunctie van het MKB-bedrijf. De HBO-MBO loop richt zich op de innovatiefunctie en de VMBO-MBO loop richt zich dominant op het productcreatieproces. In iedere circulatieloop werken teams aan bedrijfsprestaties waarbij nieuwe competenties worden ingebracht in het bedrijf en aanpakkennis terugvloeit naar de scholen. Vanuit een regionale procesacademie worden processen gecoached en leervragen beantwoord. In de leerbedrijven wordt sector specifieke prestaties ontwikkeld. De daaraan verbonden ateliers richten zich op innovatieprojecten die op wens van het bedrijfsleven worden uitgevoerd en gecoached. Het Kenniscreatie- en Circulatie punt (KCCpunt) verzorgt de coördinatie en afstemming tussen de verschillende functies.
© 2005 Platform IO
15
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Het opgang brengen van een sociale innovatie vereist vraagcreatie. Dit is een gefaseerde aanpak om mensen stap voor stap te verleiden tot de uiteindelijke koop van iets nieuws. Door seminars en congressen wordt men zich bewust van de kansen die de kenniseconomie biedt. Vervolgens wordt door workshops verdere interesse gekweekt om pilots te starten. In de pilots ontdekken bedrijfsmedewerkers en studenten samen waarom en waar de vernieuwingsprocessen moeten worden gestart. Naast vraagcreatie zal ook supportcreatie vorm moeten krijgen. Hieronder valt de helpdeskfunctie, het inzetten en trainen van coaches en het mobiliseren van zij-instroom. Deze taken zijn ondergebracht in de procesacademie. Vraag- en supportcreatie versnellen het proces van sociale innovatie. Dit meer marketing gericht denken is een belangrijk onderdeel van de cultuurinnovatie. Indien geen bekendheid aan iets nieuws wordt gegeven zal het niet worden verkocht. Dit geld ook voor de producten als integraal ontwerpen, methodisch innoveren en sociale innovatie. Gerichte landelijke en regionale campagnes zijn nodig het belang ervan te laten leven zodat veranderbereidheid ontstaat.
© 2005 Platform IO
16
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Het “Slimme Regio ontwikkeltraject” kenmerkt zich door een bottom-up aanpak met ICT als enabler. Concepten op de niveaus 1, 2 en 3 aangaande creëren , innoveren en circuleren zijn inmiddels ontwikkeld en beproefd. De breedtestrategie staat voor de deur. Branches en overheid kunnen ruimte scheppen als het gaat om opschaling van het aantal scholen en bedrijven in de regio van tientallen naar honderdtallen. Wie gaat dit bekostigen en hoe zit het met governance? Wat is de rol van de collectieven en nationale overheden en hoe organiseren wie de landelijke coördinatie? Wie verzorgt het hergebruik en de verankering van de verworvenheden? Het 1e breedteproject creëert een etalagefunctie om op deze vragen een antwoord te vinden. De pilot start in 1 regio (ZHZ) en voorziet in een doorstart naar 3 regio’s onder (tijdelijke) regie van het platform Integraal Ontwerpen en Ondernemen en met support vanuit het innovatieplatform. Dit te zien als een experiment waarbij een start wordt gemaakt met het kantelen van een bottom-up projectaanpak naar een beweging binnen te ontwikkelen kaders.
© 2005 Platform IO
17
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Het pilotproject richt zich op het inrichten van 4 KCC-punten (KennisCreatie- en Circulatie) in Zuid-Holland-Zuid en beoogt schaalvergroting van 2 naar 10 VMBO’s en van 40 naar 400 bedrijven. Er ontstaan twee typen van KCC-punten in regio’s; VMBO-MBO punten die zich meer richten op instroombevordering en MBO-HBO punten die zich richten op innovatiebevordering van de bedrijven en kennisdoorstroom vanuit de TU’s. Met deze innovatieve circulatiestructuur worden bruggen geslagen tussen de beroepseilanden. Er ontstaat een nieuw functioneel schanierpunt binnen het MBO. Een meer productcreatie gerichte uitstroom en een meer innovatiegerichte uitstroom. Dit vindt zijn weg in de nieuwe leerwegen die vanuit het bedrijfsmodel zijn ontwikkeld. De ervaringen zullen worden gedeeld met 3 andere regio’s. Een landelijke beroepsacademie zorgt voor verankering en hergebruik van de verworvenheden, de kwaliteitsborging en de train de trainer functie. Meer samenwerking met het onderwijs gerichte Bètatechniek- platform lijkt wenselijk en synergetisch.
© 2005 Platform IO
18
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
Het 1e breedteproject leidt tot een nieuw beroepsgericht netwerk waarbinnen de sociale innovatie plaats vindt. Kennis en ervaringen worden in de open netwerken gedeeld en vanuit een landelijke academie vindt monitoring, coaching en kwaliteitsborging plaats. De pilot past in de ambities voor 2005 van het innovatieplatform en sluit aan bij de rapporten Leijnse en Wijffels. De pilot biedt een etalagefunctie voor governance. De eerstvolgende stap is de erkenning van de rol van het platform IO in de beroepsontwikkeling. Vervolgens is financiële ruimte nodig voor het opereren van het platform (0,5 mio) en de opstart van de beroepsinnovatieacademie (1,5 mio) als vertrekbasis en motor van het 1e breedteproject. In de nieuwe kennisinfrastructuur zijn de nieuwe concepten en de benodigde faciliteiten organisatorisch verankerd in de vorm van een tienbouwstenenplan. De bouwstenen zijn beproefd en generiek van aard. Ze kunnen op maat worden toegesneden voor de specifieke wensen van een regio. In netwerken kan van elkaar worden geleerd en kennis en ervaring wordt gedeeld en hergebruikt onder het motto; kennisgroei door delen.
© 2005 Platform IO
19
Versie: 6 mei 2005
Platform IO IO-Open Mind
Tien bouwstenenplan voor slimme regio’s 1. Sturen op kennisproductiviteit 2. Open kennisinfrastructuur in de regio 3. Methodisch innoveren in organisaties 4. KennisCreatie en Circulatieteams 5 Creërende leerbedrijven, proceskennis
Nieuw paradigma
Integreren leren / werken en dynamisch kenniscirculeren
Kennisproductiviteit
6. Digitale markt en kennisplein 7. Pro-actieve vraagcreatie 8. Regionale proces-academies 9. Beroepsinnovatie-academie 10 Support van sectoren / collectieven
© 2005 Platform IO
22
Korte termijn acties: 1. Commitment innovatieplatform; vervolg op rapporten Leijnse/Wijffels 2. Erkenning rol plaform IO; anders werken / kennisproductiviteit 3. Commitment ministeries; EZ – OCW (voor 1e golfproject) 4. Instellen Commissie opvoering kennisproductiviteit 5. Inrichten platform IO: 0,5 mio Euro (initiatie, planvorming, bekendheid) 6. Initiatieplan 1e golf, opstart academie: 1,5 mio Euro 7. Afstemming met lopende initiatieven in regio’s (platform Beta-techniek)
© 2005 Platform IO
20
Versie: 6 mei 2005
Platform IO Bijlage 1; nieuwe paradigma
Leercompetenties toevoegen aan werken in MKB en beroepsonderwijs
Sturen op kennisproductiviteit door integratie van leren en werken
© 2005 Platform IO
21
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
© 2005 Platform IO
22
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
© 2005 Platform IO
23
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
© 2005 Platform IO
24
Versie: 6 mei 2005
Platform IO Bijlage 2; methodisch innoveren
Op weg naar de lerende organisatie in MKB en beroepsonderwijs
Sturen op innovatiegroei door kennisgroei door kennisdelen
© 2005 Platform IO
25
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
© 2005 Platform IO
26
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
© 2005 Platform IO
27
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
© 2005 Platform IO
28
Versie: 6 mei 2005
Platform IO
© 2005 Platform IO
29
Versie: 6 mei 2005