CIM Les 6 Het FFS controlesysteem Ontwerpfasen (gewoon weten dat er goed over nagedacht is) Referentiemodel • algemene structuur • taken • relaties tussen taken bvb: ISO – OSI / NBS (Amerikaans, slechts 6 lagen ipv 7) 2) Architectuur • taken groeperen -> componenten • input + output per component 3) Implementatie • overgang input -> output 1)
+Fysische realisatie NBS – refenrentiemodel superbedrijfslaag (alle vestigingen samen) -> bedrijfslaag -> werkplaatslaag (enkel hieren zijn wij geïnteresseerd • toekennen van orders aan systemen • doorgeven nodige informatie (bvb over gereedschappen) -> machinelaag • coördineren van de concrete acties • beheer van de specifieke info (bvb: beheer van de palletposities, van machinegereedschappen, van snijtijd, ...) -> automatisatie module laag -> eigenlijke acties TAKEN 1) toewijzen van bewerkingen aan mahcines • als je een opdracht geeft aan een machine, dan moet die dat kunnen uitvoeren • er moet ongeveer een gelijk verdeelde bezettingsgraad zijn. – planning: maken van een volgordelijst van bewerkingen voor elke machine (deze lijst moet constant verander worden) – verzending: organiseren van uitvoering van de volgordelijst van bewerkingen 2) management laad-en losstations 3) programmabeheer (voor 1 bewerking is al gauw enkele MB code nodig, die code verschilt steeds lichtjes van machine tot machine) 4) gereedschappenbeheer 5) pallettenbeheer 6) informatiemanagement (was in het begin volledig vergeten) • verzamelen • verwerken
7)
afhandelen van storingen • uitzonderingen • defecten
Architectuur gecentraliseerd
1)
werkplaatslaag, systeemlaag 1 mainframe
machinelaag machinecontroleëenheden (pc, plc) (enkel om ISO naar machinetaal om te zetten, al de rest gebeurt door het mainframe) taakverdeling:
: • •
verzamelen info aansturen actuatoren
: •
alle andere taken
voordelen: – – –
consistentie van gegevens 1 computer (= geen communicatieproblemen) globale optimalisatie is mogelijk
nadelen: – – – – 2)
lage responstijd (de hoofdcomputer is met serieuze dingen bezig, en kan slechts na een bepaalde tijd aandacht besteden aan bvb een kapot boortje) uitvallen van het mainframe zorgt voor een groot probleem onaanpasbaar, want de software is weinig gestructureerd (de mensen die het vroeger bij u geïnstalleerd hebben werken er wschl niet meer oid) niet modulair
zuiver hiërarchisch -> master/slave principe ->controle-eenheid in niveaus geschakeld ->beslissingen: top -> down -> informatie: bottom -> up
voordelen: – – – –
implementatie per tak (bvb geen geld om alles in 1 keer te optimaliseren) modulair (in de praktijk blijkt dit niet het geval) uitbreidbaar complexiteit per eenheid beperkt
–
controlelussen interfereren niet snelle repsons nadelen: (vooral bij storingen) – beschikbare informatie is te algemeen – trage reactie op stroring – onvoorziene aanpassingen onmogelijk – veel communicatie – geschikte reactie op storing is moeilijk door het ontbreken van de nodige gegevens op hoger niveau –
3)
aangepast hiërarchisch -> coördinator + intelligente assistent -> bijkomende communicatie per niveau -> bevelen + informatie
voordelen tov 2) – robuuster door 2 communicatiesystemen per eenheid – minder communicatie (als kopie naar “chef” niet meegerekend wordt) – snellere respons nadelen tov 2) – veel complexer door dubbele communicatie – zeer verweven => – aanpasbaar? – uibreidbaar? – betrouwbaar? – modulair? Bij nader inzicht werkt dit systeem een stuk minder goed dat 2). 4)
heterarchisch -> lokale autonome controle-eenheden • lokaal belang: autonoom • meer dan lokaal belang: overleg De gegevens zijn lokaal aanwezig, maar met toegang voor vreemden.
De planning in dit systeem ontbreekt volledig, elke machine probeert zo veel mogelijk naar zich toe te trekken, maar toch werken ze wel allen 70 à 80% van de tijd, itt tot andere vormen.
voordelen: – – – –
zeer robuust: elke eenheid is autonoom modulair aanpasbaar implementatie per eenheid simpele structuur
nadelen: – – –
globale optimalisatie is uitgesloten verplicht real-time communicatie netwerkeisen
HeKS (heterarchisch controle systeem) SM
PTM
SM
SM
GM
PM
LM
OM
Eén stationsmanager per machine Vijf functiemodules SM (stationsmanager): • verwerft • bewerkingen • werkstukken • gereedschappen • programma's • verstrekt info <-> OM
<-> <-> <-> <->
onderhandelen met andere SM's PTM GM PM
PTM (pallet transport module) • opslag • transport van palletten • beheer GM (gereedschapsmodule) • opslag • transport van gereedschappen • beheer LM (laadmodule): doet hetzelfde als SM, maar dan voor laad- en losstation. OM (operatormodule): communicatie met de operator • info aan de operator • bevelen van de operator
HeKS – specifieke begrippen 1) Bewerkingsklassen (verzameling gelijkaardige bewerkingen, bvb: vlakken verschillende stukken, dingen die typisch allemaal op 1 machine kunnen gebeuren) • volledige klasse op 1 machine • elke machine: lijst met bewerkingsklassen 2) Wachtlijst voor bewerkingen • 1 lijst per SM • basis voor onderhandelingen over verwerven van bewerkingen 3) Werkstukdocument • procesplan • toestandsinformatie • historiek Reist parallel aan het werkstuk 4) Gereedschappenlijst • per NC – programma: lijst met gereedschapsklassen en bijhorende snijduur • reservatie van gereedschappen • afleveren van gereedschappen 5) Gereedschapschip • werkelijke afmetingen • identificatie • resterende levensduur • ... Aanpasbaar door SM – GM.
van