Cijfers over Wonen 2003 Feiten over mensen, wensen, wonen
Woord vooraf
Voor u ligt de derde editie van Cijfers over Wonen. Indien de voorgaande reeks onder de titel Volkshuisvesting in Cijfers wordt meegeteld is dit reeds de 16de editie. De ondertitel luidt Feiten over mensen, wensen, wonen, een verwijzing naar de Nota mensen, wensen, wonen (MWW) die ook voor het kabinet Balkenende 1 de basis voor het woonbeleid in de komende jaren is.
In deze uitgave is veel nieuwe informatie ontleend aan de, dit jaar gereedgekomen, Kwalitatieve Woningregistratie (KWR), het tweede grote periodieke onderzoek van het DGWonen. Dit onderzoek geeft, met gebruikmaking van een steekproef van vijftienduizend adressen, een waardevol inzicht in de kwalitatieve toestand van de woningvoorraad en de woonomgeving.
Geleidelijk aan is in de laatste edities de nadruk verschoven van het volkshuisvestingsbeleid naar het woonbeleid. Voor de verzameling van de kwantitatieve informatie is een groot aantal bronnen geraadpleegd. Een van de belangrijkste bronnen is het periodiek uitgevoerde Woningbehoefteonderzoek, (WBO). Eenmaal per vier wordt dit onderzoek uitgevoerd met gebruikmaking van een netto steekproef van zestigduizend huishoudens. De meest recente informatie stamt uit 1998 of 2000. De WBO’s leveren informatie op over een groot aantal, met het wonen samenhangende thema’s, zoals onder andere: bezoek aan culturele voorzieningen, sociale contacten naar woonmilieu, gebruik en aanwezigheid van voorzieningen voor specifieke doelgroepen naar woonmilieu. Een deel van die informatie is terug te vinden in deze uitgave.
Evenals vorig jaar is ook nu weer een paragraaf opgenomen over de thema’s van VBTB (van Beleidsvoorbereiding tot Beleidsverantwoording), ontleend aan de Rijksbegroting 2003, alsmede een hoofdstuk over de stedelijke vernieuwing. Voor het hoofdstuk Verkenningen is de Nota MWW wederom de belangrijkste bron. Andere bronnen zijn de studies Bewoners Nieuwe Woningen, de Monitor Nieuwe Woningen, de Monitor Stedelijke Vernieuwing, de Politiemonitor, EnergieNed en de Nota Ruimte maken, Ruimte delen (Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening), alsmede publicaties van de instellingen als het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Planbureau, de Europese Commissie, het Sociaal Fonds voor de Volkshuisvesting, het Kadaster, de Nederlandse Vereniging van
Makelaars en de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën. Waardevolle informatie kwam tevens van de adviesbureaus ABF, Tauw en PRC Bouwcentrum. Getracht is om de presentatie van de informatie zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Daartoe is aan het begin van ieder hoofdstuk in een notendop een toelichting gegeven op de belangrijke beleidsaspecten die samenhangen met de informatie in het betreffende hoofdstuk. Voorts is door de herschikking van enkele onderwerpen de toegankelijkheid verbeterd. Bij een ieder die betrokken is bij, of belangstelling heeft voor het wonen, beveel ik Cijfers over Wonen 2003 van harte aan. De Directeur Strategie van het Directoraat Generaal Wonen,
Ir. C. Lever
Inhoud
Beleid en begroting
07
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
17
Verandering van de woningvoorraad Woningaanbod en woningtekort Nieuwbouw en bouwvergunningen Onttrekkingen
39
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking Voorzieningen en contacten Woonsatisfactie Veiligheid Kansarmoede Ruimte in en om de woning Verhuizingen
53
De sociale as Ouderen Studenten Woonwagenbewoners en dak- en thuislozen Gehandicapten Allochtonen
165
ISV-gemeenten
195
Wonen internationaal
207
Duurzaam bouwen Algemeen Energiegebruik en -besparing
219
Verkenningen Ontwikkeling bevolking Ontwikkeling wonen
237
Voor inhoudsopgave per tabel zie pagina 275 Sociale verhuurders Algemeen Financieel
105
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit Woonlasten Aandachtsgroep en scheefheid
119
07
Beleid en begroting
Begroting Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 2003
08
Beleid en begroting
Begroting 2003 In de op Prinsjesdag bij de Staten-Generaal ingediende ontwerpbegroting 2003 is door VROM nog geen gedetailleerde invulling geven aan de efficiency- en volumetaakstellingen uit het nieuwe regeerakkoord. Op basis van een zorgvuldige prioriteitsstelling zal de concrete invulling door middel van een zogeheten Nota van Wijziging in de begrotingsvoorstellen worden verwerkt. In samenhang hiermee is er tevens vooralsnog voor gekozen bij de beleidsartikelen 2 t/m 5 geen concrete ambities (in de vorm van streefwaarden) en prestaties op te nemen. Ook dit zal in de Nota van Wijziging worden ingevuld. Als gevolg van de beleidsmatige invulling van de taakstellingen zullen de in de navolgende overzichten opgenomen (apparaats)budgetten nog wijzigen.
15 16
beleidsartikelen strategische beleidsontwikkeling en monitoring betaalbaarheid van het wonen duurzame woningen en gebouwen aantrekkelijke fysieke woonomgeving sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving versterken ruimtelijke kwaliteit stedelijke gebieden verbeteren integrale milieukwaliteit op lokaal niveau versterken ruimtelijke kwaliteit landelijke gebieden versterken ruimtelijke kwaliteit in Europees verband verbeteren nationale milieukwaliteit tegengaan klimaatverandering en emissies beheersen milieurisico's van stoffen, afval en straling handhaving huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en Ministerie van Algemene Zaken niet-beleidsartikelen algemeen nominaal en onvoorzien
67.719 1.656.446 261.994 607.462 56.873 30.177 252.991 15.263 8.429 22.985 168.939 33.522 79.821 62.114 172.134 -11.182 _________ 3.485.687
totaal 2003
betaalbaarheid van het wonen duurzame woningen en gebouwen aantrekkelijke fysieke woonomgeving sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving versterken ruimtelijke kwaliteit stedelijke gebieden
Bron: Rijksbegroting 2003 Begrotingsopzet is anders dan vorige edities door nieuwe artikelsgewijze opzet VBTB Bedragen in euro’s x 1.000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Beleid en begroting
Met ingang van het begrotingsjaar 2002 is de begroting opgezet volgens het VBTBstramien (VBTB = van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording). Dit betekent dat in de begroting inzichtelijk wordt gemaakt wat de maatschappelijke effecten zijn die VROM en DGW op de verschillende beleidsterreinen nastreven, de prestaties die daarvoor geleverd moeten worden en de middelen (budgetten) die daarvoor nodig zijn. De begroting is niet langer meer een financieel document, maar een beleidsdocument geworden. De interne bedrijfsvoering van het ministerie kan hier niet los van worden gezien. Derhalve is in 2002 een belangrijke stap gezet om de interne jaarplancyclus en externe begrotingscyclus in termen van tijdstippen, vorm en inhoud beter op elkaar af te stemmen. De invoering van VBTB heeft ook gevolgen voor de opzet en inhoud van de jaarverantwoording. In het jaarverslag 2002 zal - als tegenhanger van de beleidsbegroting 2002 meer dan voorheen beleidsmatig verantwoording (moeten) worden afgelegd over de in dat jaar gerealiseerde maatschappelijke effecten en de daarvoor geleverde prestaties.
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14
09
Begroting VROM 1997-2002
1999 _________ 3.771.151
2000 _________ 3.688.722
2001 _________ 3.584.343
2002 _________ 3.403.485
2003 _________ 3.485.687
De thema’s van het w VBTB
Thema 1: Betaalbaarheid van het wonen a - Betaalbare woonkeuze huren b - Betaalbare woonkeuze kopen c - Versterking van de positie van de burgerbij huur en koop
Thema 4: Sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving a - Voldoende aanbod b - Aanbod van voldoende kwaliteit c - Voldoende keuzevrijheid voor de burger
11
Thema 2: Duurzame woningen en gebouwen a - Garanderen van de minimale kwaliteit van woningen en gebouwen b - Verbeteren van de kwaliteit van woningen en gebouwen en stimuleren van innovatie c - Bevorderen van de invloed van de burger op de kwaliteit bij totstandkoming van woningen en gebouwen d - Coördinatie bouwbeleid
Thema 3: Aantrekkelijke fysieke leefomgeving a - Herstructurering b - Nieuwbouw en verkoop huurwoningen
Uitgaven thema’s 2003 - 2007 (in E 1000) op basis van begroting t/m 2007
begroting totaal 4.000.000 3.750.000
Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4
3.500.000 3.250.000
2003 _________ 1.656.446 261.994 607.462 56.873
2004 _________ 1.674.419 252.993 602.217 46.212
3.000.000 2.750.000 2.500.000 1998
1999
2000
Bron: Rijksbegroting 1997 t/m 2003 Bedragen in euro’s x 1.000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
2002
2003
Bron: Rijksbegroting 2003 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2005 _________ 1.689.994 257.758 501.759 70.365
2006 _________ 1.711.562 257.405 484.540 57.485
2007 _________ 1.747.826 253.077 481.980 49.348
Beleid en begroting
Beleid en begroting
totaal
1998 _________ 3.302.052
10
Thema 1: Betaalbaarheid van het wonen
Beleid en begroting
w Ninki* voor categorieën huursubsidieontvangers Alleenstaanden t/m 64 jr 100,0% 102,1% Meerpersoons t/m 64 jr 100,0% 102,2% Alleenstaanden 65+ 100,0% 102,2% Meerpersoons 65+ 100,0% 102,6%
105,4% 106,2% 108,4% 107,9%
109,1% 109,6% 111,6% 111,3%
Netto w huurquote voor verschillende groepen huursubsidieontvangers 25,7% 18,2% 23,5% 19,6%
25,8% 18,3% 23,6% 19,6%
25,9% 18,4% 23,1% 19,3%
25,6% 18,2% 22,9% 19,1%
Index
Ninki voor categorieën huursubsidieontvangers (1997/1998 =100) 110 Alleenstaanden t/m 64 jr
13
2003 2004 2005 2006 2007 ________ ________ ________ ________ ________ 13.630 13.630 13.630 13.630 13.630 248.364 239.363 244.128 243.775 239.447 ________ ________ ________ ________ ________ 261.994 252.993 257.758 257.405 253.077
Apparaatsuitgaven Programma Totale uitgaven Verbijzondering programma Garanderen minimale kwaliteit van woningen en gebouwen Toegankelijkheid rijkshuisvesting Verbeteren kwaliteit woningen en gebouwen en stimuleren innovatie Regeling sanering loden leidingen Energiebesparing rijkshuisvesting Duurzaam bouwen rijkshuisvesting Innovatief bouwen Regeling Energiebesparing huishoudens lagere inkomens Programma energiebudgetten Energiepremieregeling (EPR) Coördinatie bouwbeleid Onverdeeld programma Budget BWS Onderzoek Volkshuisvestinginstellingen, experimenten en kennisoverdracht Communicatie-instrumenten
-
-
-
-
-
87.870 1.662 4.033 386 1.760
80.700 1.208 1.697 386 1.479
86.192 1.494 1.390
87.124 500 556
83.160 -
1.815 24.214 54.000 1.905 158.589 152.919 3.831
1.815 17.115 57.000 1.905 156.758 150.960 3.969
2.494 15.812 65.000 1.905 156.031 150.983 3.219
681 13.387 72.000 1.905 154.746 150.978 2.369
681 10.479 72.000 1.905 154.382 150.914 2.069
1.363 476
1.353 476
1.353 476
923 476
923 476
108 Meerpersoons t/m 64 jr
106
Index ontwikkeling budget duurzaam wonen en bouwen (2002 =100) 400
Alleenstaanden 65+ 104 Meerpersoons 65+ 102
Apparaatsuitgaven
350 300
Programma
250
Verbeteren kwaliteit woningen en gebouwen en stimuleren innovatie
200 100 1997/1998
1998/1999
1999/2000
2000/2001
150 Coördinatie bouwbeleid
100 50
Onverdeeld programma
0 2003 Bron: Rijksbegroting 2003 * Ninki: index van netto inkomen na w kale huurlasten Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2004
2005
Bron: Rijksbegroting 2003 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2006
2007
Uitgaven
Beleid en begroting
1997/1998 1998/1999 1999/2000 2000/2001 __________ __________ __________ __________ Percentage huishoudens met een laag netto inkomen na aftrek w woonlasten Alleenstaanden t/m 64 jr 2,8% 2,6% 2,8% Meerpersoons t/m 64 jr 7,0% 6,5% 5,7% Alleenstaanden 65+ 8,1% 7,8% 7,6% Meerpersoons 65+ 4,4% 4,6% 4,0% -
Alleenstaanden t/m 64 jr Meerpersoons t/m 64 jr Alleenstaanden 65+ Meerpersoons 65+
Thema 2: Budget duurzame woningen en gebouwen
12
Thema 3: Budget aantrekkelijke fysieke leefomgeving
Beleid en begroting
Totale uitgaven
2003 2004 2005 2006 2007 ________ ________ ________ ________ ________ Apparaatsuitgaven Programma
1.807 1.580 1.544 1.514 1.514 55.066 44.632 69.091 55.971 47.834 ________ ________ ________ ________ ________
Totale uitgaven Verbijzondering programma Herstructurering en nieuwbouw 597.962 Investeringen stedelijke vernieuwing 553.174 Stadsvernieuwing Planologische en woningbouwknelpunten VINEX 2.028 Stimulerings herstructurering woningvoorraad Stedelijke vernieuwing Lelystad 3.176 Innovatiebudget stedelijke vernieuwing 39.584 Grondzakeninstrumentarium Onverdeeld programma 1.508 Onderzoek 669 Volkshuisvestingsinstellingen, experimenten en kennisoverdracht 612 Communicatie-instrumenten 227
593.533 548.396 -
495.344 440.005 -
478.125 436.007 -
475.565 440.726 -
2.155
-
-
-
3.176 39.306 500 1.146 669
3.176 52.163 1.146 669
3.176 38.942 1.146 669
3.176 31.663 1.146 669
250 227
250 227
250 227
250 227
Verbijzondering programma Bevorderen vernieuwing beleid voor wonen en zorg Huisvesting gehandicapten Woonzorgstimuleringsregeling Bevorderen sociale kwaliteit in de woonomgeving Sociale verniewing Onverdeeld programma Onderzoek Kennisoverdracht, experimenten e.a Communicatie-instrumenten
56.873
46.212
70.635
57.485
49.348
46.775 22.092 24.683
33.387 21.415 11.972
25.075 17.785 7.290
16.788 16.788 -
13.500 13.500 -
7.770 7.770 521 340 45 136
10.724 10.724 521 340 45 136
43.495 43.495 521 340 45 136
38.662 38.662 521 340 45 136
33.813 33.813 521 340 45 136
Index budget sociale kwaliteit van wonen en woonomgeving (2002 = 100)
Index ontwikkeling van het budget (2002 = 100) 350
1000 Apparaatsuitgaven
300
Apparaatsuitgaven
900 800
250
Programma
Programma
700 600
200 Herstructurering en nieuwbouw
150
Bevorderen vernieuwing beleid voor wonen en zorg
500 400
100
Onverdeeld programma
50 Uitgaven
300
Bevorderen sociale kwaliteit in de woonomgeving
200 100 0
0 2003
2004
2005
2006
2007
Onverdeeld programma 2003
2004
2005
2006
2007 Uitgaven
Bron: Rijksbegroting 2003 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
15
Bron: Rijksbegroting 2003 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Beleid en begroting
2003 2004 2005 2006 2007 ________ ________ ________ ________ ________ 7.992 7.538 5.269 5.269 5.269 599.470 594.679 496.490 479.271 476.711 ________ ________ ________ ________ ________ 607.462 602.217 501.759 484.540 481.980
Apparaatsuitgaven Programma
Thema 4: Budget sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving
14
16
17
Beleid en begroting
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
18
19
De woningvoorraad De woningvoorraad
Op 1 januari 2001 stonden er in de Nederlandse woningvoorraad 6,65 miljoen woningen. Op een bevolking van bijna 16 miljoen inwoners betekent dit een gemiddelde woningbezetting van 2,4. In 1970 lag deze nog op 3,5. Er wordt steeds ruimer gebouwd. In 1985 lag de gemiddelde inhoud van een nieuwbouwwoning op 335 kubieke meter. In 2001 is deze gestegen tot 515. De woningbezetting ligt hier gemiddeld op 2,5 personen. Het percentage eengezinswoningen in de voorraad ligt op 71%. Naar bouwjaarklasse bezien is bijna de helft van de voorraad na 1970 gebouwd. De stijging van het eigen woningbezit houdt ook in 2001 aan. Op 1 januari 2001 bestond 53% van de woningvoorraad uit koopwoningen. Tien jaar geleden was het percentage koopwoningen nog 46. In deze periode is het totale aantal koopwoningen gestegen met ruim 825.000, terwijl het aantal huurwoningen licht is gedaald. De groei van het aantal koopwoningen wordt veroorzaakt door nieuwbouw en door omzetting van woningen van de huur- naar de koopsector. De provincie Zeeland kent het hoogste eigen woningbezit (65%). Noord- en Zuid-Holland het laagste (45%).
De Nederlandse woningvoorraad is in de periode 1990 - 1995 aanzienlijk verbeterd. In 1990 lagen de totale herstelkosten (dit zijn de kosten die moeten worden gemaakt om manifeste bouwtechnische gebreken op te heffen) op E 24,3 miljard. In 2000 zijn deze gedaald tot E 16,4 miljard. Omgerekend naar woning en eigendomscategorie liggen de herstelkosten het hoogst bij vooroorlogse eigen woningen (E 5.694,per woning in 2000). De gemiddelde herstelkosten zijn het laagst in de sociale huursector, vooral de woningen die na 1970 zijn gebouwd. Deze bedragen E 958,-.
vooroorlogs
1945-1969
1970 en later
20%
27%
53%
1+2 kamers
3 kamers
100%
10%
20% 100%
4 kamers
35%
5+ kamers
35%
Aantal zelfstandige woningen
47,8%
Huur
52,2%
Koop
100%
6.505.250 woningen
100%
68,4%
31,6%
eengezins
meergezins
aantal woningen (100%) __________ 2.126.000 2.567.000 3.072.000 3.787.000 4.480.000 4.957.000 5.384.000 5.802.000 6.116.000 6.191.900 6.276.000 6.357.600 6.440.500 6.522.400 6.589.700 6.649.000
koopwoningen __________ 28% 29% 34% 35% 41% 42% 43% 45% 48% 48% 49% 50% 51% 52% 52% 53%
eengezinswoningen __________ 71% 69% 67% 69% 68% 69% 69% 71% 71% 71% 71% 71% 71% 71% 71%
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Nederland Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
1991 _________ 227 237 169 376 84 663 392 1.007 1.334 151 823 429 _________ 5.892
1994 _________ 232 244 176 390 95 691 411 1.047 1.374 153 860 443 _________ 6.116
1998 _________ 241 256 188 414 113 730 435 1.094 1.432 160 913 464 _________ 6.441
2000 _________ 244 262 192 425 122 747 447 1.117 1.461 164 938 472 _________ 6.590
340 275 200 101
352 278 205 105
364 283 211 108
372 284 215 110
Bron: ABF Woningvoorraadbestand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
toename 2001 1991-2001 _________ _________ 245 7,8% 264 11,6% 193 14,1% 429 14,1% 127 51,2% 753 13,5% 453 15,4% 1.125 11,7% 1.472 10,3% 164 9,1% 949 15,3% 476 11,0% _________ 6.649 12,8% 373 285 216 111
9,9% 3,4% 8,1% 10,7%
Bron: ABF Woningvoorraadbestand Aantal woningen x 1.000, inclusief leegstand Gegevens 2001 per 31 december 2000; overige jaren per 1 januari van betreffende jaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
0% Gelderland
20%
Flevoland
10%
Overijssel
30%
Drenthe
20%
Groningen
40%
2001
30%
2000
50%
1999
40%
1998
60%
1997
50%
1996
70%
1995
60%
1994
21
toename 1991-2001
koopwoningen 80%
Friesland
31-05-1947 30-06-1956 01-01-1964 28-02-1971 01-01-1977 01-01-1982 01-01-1986 01-01-1990 01-01-1994 01-01-1995 01-01-1996 01-01-1997 01-01-1998 01-01-1999 01-01-2000 01-01-2001
Woningvoorraad
20
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
Kenmerken van de woningvoorraad
Woningvoorraad naar woningtype
22
w bezettingsgraad ___________________________________ 1970 3,51 1975 3,18 1980 2,97 1981 2,93 1982 2,88 1983 2,83 1984 2,78 1985 2,73 1986 2,70 1987 2,66 1988 2,63 1989 2,59 1990 2,56 1991 2,55 1992 2,54 1993 2,52 1994 2,51
w bezettingsgraad ___________________________________ 1995 2,49 1996 2,47 1997 2,45 1998 2,43 1999 2,41 2000 2,41 2001 2,40 2002 2,37 2003 2,36 2004 2,34 2005 2,33 2006 2,33 2007 2,32 2008 2,31 2009 2,31 2010 2,30
4,0
23
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
eengezins _____________ 73% 88% 89% 83% 85% 84% 70% 56% 52% 88% 85% 81%
meergezins _____________ 27% 12% 11% 17% 15% 17% 30% 44% 48% 12% 15% 19%
Nederland
71%
29%
totaal (100%) _____________ 244,8 264,1 193,3 428,5 126,6 753,2 452,6 1.125,1 1.471,6 164,4 949,1 475,8 _____________ 6.649,0
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
15% 27% 21% 48%
85% 73% 79% 52%
373,0 284,7 216,0 111,3
100% eengezins
reëel
3,5
80%
3,0
meergezins
prognose
2,5
60%
2,0 40%
1,5 1,0
20%
0,5
Bron: ABF Woningvoorraadbestand Aantal woningen inclusief leegstand Gemeten op 1 januari 2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Nederland
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
1980
Bron: CBS (1970 - 1999) en DGW/S (2000 - 2010) Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Groningen
0%
0,0
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
Gemiddelde woningbezetting
Nederland
21%
12%
18%
18%
17%
14%
totaal (100%) ________ 244,8 264,1 193,3 428,5 126,6 753,2 452,6 1.125,1 1.471,6 164,4 949,1 475,8 ________ 6.649,0
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
44% 34% 45% 36%
10% 14% 17% 12%
11% 15% 9% 22%
8% 8% 7% 6%
15% 18% 12% 13%
13% 11% 11% 11%
373,0 284,7 216,0 111,3
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
Woningvoorraad naar sector
24
1991 en tot 1945 ’45-’59 ’60-’70 ’71-’80 ’81-’90 later ________ ________ ________ ________ ________ ________ 28% 11% 18% 19% 13% 11% 25% 10% 17% 21% 14% 12% 17% 12% 19% 21% 17% 14% 20% 12% 18% 19% 16% 14% 0% 5% 5% 20% 35% 35% 19% 12% 19% 20% 17% 13% 21% 10% 17% 18% 19% 15% 30% 11% 15% 15% 17% 13% 24% 12% 18% 16% 17% 13% 22% 14% 18% 22% 12% 12% 14% 12% 20% 22% 18% 15% 16% 16% 20% 20% 17% 11%
Nederland
25
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
w sociale huur ___________ 37% 33% 30% 33% 35% 32% 33% 40% 40% 27% 32% 32%
w particuliere huur ___________ 12% 9% 11% 9% 7% 10% 10% 15% 14% 8% 9% 9%
koop ___________ 52% 58% 60% 58% 59% 58% 57% 45% 45% 65% 59% 59%
Nederland
35%
11%
53%
totaal (100%) ___________ 244,8 264,1 193,3 428,5 126,6 753,2 452,6 1.125,1 1.471,6 164,4 949,1 475,8 ___________ 6.649,0
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
56% 59% 39% 42%
26% 13% 26% 13%
19% 28% 35% 45%
373,0 284,7 216,0 111,3
100% tot 1945 1945-1959
koop 80% particuliere huur
1960-1970
60%
1971-1980
40%
1981-1990
20%
sociale huur
1991 en later
Bron: ABF Woningvoorraadbestand Aantal woningen inclusief leegstand Gemeten op 1 januari 2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: ABF Woningvoorraadbestand Aantal woningen inclusief leegstand Gemeten op 1 januari 2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
0%
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
Woningvoorraad naar bouwperiode
w huur ____________________________ w goed- w middelkoop duur w duur _______ _______ _______ Groningen 29,7% 14,7% 1,4% Friesland 28,5% 13,6% 2,1% Drenthe 24,2% 13,8% 2,4% Overijssel 25,8% 16,4% 1,5% Flevoland 11,3% 24,2% 5,6% Gelderland 22,5% 15,5% 3,0% Utrecht 23,6% 15,2% 6,8% N-Holland 34,4% 17,2% 5,5% Z-Holland 31,1% 18,2% 5,8% Zeeland 23,3% 10,5% 2,4% N-Brabant 22,0% 16,7% 3,7% Limburg 23,1% 16,9% 2,4% Nederland Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
27,1% 58,4% 54,6% 43,8% 40,2%
16,6% 16,8% 16,9% 15,5% 17,1%
Realisatie 1995-2001 netto uitbreidingsproductie
26
4,2% 7,5% 4,7% 6,0% 6,8%
w koop totaal ____________________________ w goed- w middelaantal koop duur w duur woningen _______ _______ _______ _______ 24,3% 14,0% 15,9% 239.685 19,9% 11,4% 24,5% 252.406 11,7% 18,4% 29,6% 187.241 13,3% 15,7% 27,3% 418.622 11,5% 24,9% 22,5% 748.717 6,0% 17,0% 36,0% 432.781 4,3% 14,0% 36,2% 1.107.474 5,9% 13,5% 23,5% 1.449.985 10,1% 13,7% 21,1% 153.146 29,6% 16,5% 17,8% 928.489 7,2% 16,7% 33,7% 469.080 7,4% 19,9% 30,3% 117.627 _________ 9,6% 15,4% 27,2% 6.505.253 2,2% 4,6% 10,4% 371.459 10,2% 5,8% 7,9% 286.855 17,2% 8,1% 9,4% 213.156 6,9% 13,9% 15,2% 99.795
100%
Aantallen volgens VINEX convenanten _________ kaderwetgebieden 295.000 overige stadsgewesten 165.000 overige gebieden 190.000 _________ Nederland 650.000
realisatie 1995 t/m 2000 _________ 154.000 105.000 178.000 _________ 437.000
realisatie 2001 _________ 26.000 12.000 20.000 _________ 58.000
27
totaal realisatie _________ 180.000 117.000 198.000 _________ 495.000
totaal realisatie 600.000
dure koop 500.000
80%
kaderwetgebieden
middeldure koop 400.000 60%
overige stadsgewesten
goedkope koop 300.000
40%
dure huur
20%
middeldure huur
overige gebieden
200.000 Nederland 100.000 goedkope huur 0
0% Amsterdam
Rotterdam
Den Haag
Bron: WBO 2000 Gemeten op 1 januari 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Utrecht
Bron: CBS Netto uitbreiding betekent nieuwbouw minus ontrekkingen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
Woningvoorraad naar w prijsklasse
1998 ________ 1.540 3.640 3.860 5.950 ________ 15.090
Noord Oost Zuid West totaal
w Herstelkosten naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse
28
1999 ________ 1.640 3.850 3.810 6.420 ________ 15.520
2000 ________ 1.570 3.680 3.930 6.510 ________ 15.690
2001 ________ 1.700 3.530 3.540 6.590 ________ 15.360
gemiddelde herstelkosten per woning ___________________________________ 1990 1995 2000 _______ _______ _______ sociale huur voor 1946 6.200 3.300 2.200 1946 - 1970 3.300 2.700 1.800 1971 en later 1.300 1.000 1.000 particuliere huur voor 1946 10.700 9.400 5.600 1946 - 1970 4.000 4.600 2.800 1971 en later 1.300 1.200 1.300 eigen woning voor 1946 9.200 7.800 5.700 1946 - 1970 3.500 4.300 3.000 1971 en later 1.600 1.600 1.500 Nederland
4.200
3.500
2.500
29
totale herstelkosten ___________________________________ 1990 1995 2000 _______ _______ _______ 1,1 3,2 1,2
0,9 2,8 1,0
0,6 1,8 1,0
5,5 1,0 0,3
3,9 0,9 0,3
2,0 0,5 0,3
7,3 2,9 1,8
6,5 3,3 2,2
4,9 2,5 2,7
24,3
21,9
16,4
Gemiddelde herstelkosten 2000 6000
18.000
tot 1945
West
16.000
5000
14.000
1946 - 1970
Zuid 4000
12.000
na 1970
Oost
10.000
3000
8.000
Noord 2000
6.000 4.000
1000 2.000 0
0 1998
1999
Bron: CBS Productiewaarde in € mln. van 2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
2001
Sociale huur
Particuliere huur
Bron: KWR 1989-1991 / 1994-1996 / 1999-2001 Alle bedragen prijspeil 1-1-2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Koopwoningen
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
De woningvoorraad Kenmerken van de woningvoorraad
Productiewaarde van de woningbouw
1990 _______________________ relatieve aantal herstelwoningen kosten _______ _______ sociale huur voor 1946 183 15,4% 1946 - 1970 977 8,0% 1971 en later 926 3,0% particuliere huur voor 1946 513 25,0% 1946 - 1970 258 9,4% 1971 en later 231 3,1% eigen woning voor 1946 799 14,9% 1946 - 1970 825 6,4% 1971 en later 1.100 2,7% _______ Nederland 5.814 8,5%
Woningvoorraad naar kwaliteitsklassen
30
1995 2000 _______________________ _______________________ relatieve relatieve aantal herstelaantal herstelwoningen kosten woningen kosten _______ _______ _______ _______ 280 1.026 1.024
7,5% 6,0% 2,2%
279 990 1.087
4,4% 3,6% 1,9%
411 202 260
19,2% 9,8% 2,5%
353 178 246
10,1% 5,3% 2,4%
830 779 1.381 _______ 6.192
11,0% 7,1% 2,3%
869 819 1.768 _______ 6.588
7,4% 4,7% 2,1%
6,3%
3,9%
1990 _______________________ relatief aantal t.o.v. de woningen voorraad _______ _______
31
1995 2000 _______________________ _______________________ relatief relatief aantal t.o.v. de aantal t.o.v. de woningen voorraad woningen voorraad _______ _______ _______ _______
uitstekend (relatieve herstelkosten 0% tot 1%) 607 10% 1.403
23%
2.012
30%
goed (relatieve herstelkosten: 1% tot 10%) 3.681 63% 3.627
58%
4.050
62%
matig (relatieve herstelkosten 10% tot 20%) 909 16% 791
13%
411
6%
6%
115 _______ 6.588
2%
slecht (relatieve herstelkosten 20% of meer) 617 11% 372 _______ _______ Totaal 5.814 100% 6.192
100%
100%
relatieve herstelkosten 2000 12%
100% tot 1945
10% 1946 - 1970 8% na 1970 6%
slecht
90% 80%
matig
70% 60%
goed
50% uitstekend
40% 4%
30% 20%
2%
10% 0%
0% Sociale huur
Particuliere huur
Koopwoningen
Bron: KWR 1989-1991 / 1994-1996 / 1999-2001 * Relatieve herstelkosten: herstelkosten woning gedeeld door de nieuwbouwwaarde woning Aantallen x 1.000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1990
1995
Aantallen woningen: voorraad in duizenden woningen Bron: KWR 1989-1991 / 1994-1996 / 1999-2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
Gemiddelde relatieve w herstelkosten* per woning naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse
Woningvoorraad in kwaliteitsklassen naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse, 2000
sociale huur voor 1946 1946 - 1970 1971 en later particuliere huur voor 1946 1946 - 1970 1971 en later eigen woning voor 1946 1946 - 1970 1971 en later totaal
uitstekend _______
goed _______
matig _______
slecht _______
Totaal _______
68 252 548
181 682 525
25 46 14
4 9 0
279 990 1.087
24 30 108
202 122 133
90 23 3
38 4 2
353 178 246
94 118 769 _______ 2.012
612 634 960 _______ 4.050
120 55 36 _______ 411
43 12 2 _______ 115
869 819 1.768 _______ 6.589
G4** _________ sociale huurwoningen voor 1946 3,3% 1946-1970 2,6% na 1970 1,4% particuliere huurwoningen voor 1946 7,2% 1946-1970 4,0% na 1970 1,4% koopwoningen voor 1946 4,6% 1946-1970 2,8% na 1970 1,0% totaal
G26 _________
Overige gemeenten _________
totaal _________
4,9% 3,7% 1,8%
6,5% 3,9% 2,0%
4,4% 3,6% 1,9%
10,8% 4,5% 1,9%
13,1% 6,1% 2,7%
10,1% 5,3% 2,4%
7,0% 3,9% 2,1%
8,1% 5,0% 2,2%
7,4% 4,7% 2,1%
3,8%
4,1%
3,9%
3,4%
aandeel voorraad slecht/matig 45%
14 G4
40%
12
35%
G26
10
30% 25%
8
20%
6
15%
Overige gemeenten
4
10% 2
5%
totaal
na 1970
1946-1970
koopwoningen voor 1946
na 1970
1946-1970
particuliere huurwoningen voor 1946
na 1970
1946-1970
eigen woning 1971+
eigen woning 1964 - 1970
eigen woning voor 1964
part. huur 1971+
part. huur 1964 - 1970
part. huur voor 1964
soc. huur 1971+
soc. huur 1964 - 1970
soc. huur voor 1964
Kwaliteitindeling, uitstekend: rel. herstelkosten 0% tot 1%; goed: 1% tot 10%; matig: 10% tot 20% en slecht: 20% of meer Aantal woningen x 1000 Bron: KWR Helpdesk per e-mail (
[email protected])
sociale huurwoningen voor 1946
0
0%
* Relatieve herstelkosten: herstelkosten woning gedeeld door nieuwbouwwaarde woning ** G4: vier grote steden Bron: KWR 1999-2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
33
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
aantal woningen
Gemiddelde relatieve w herstelkosten* per woning voor G4, G26 en overige gemeenten
32
Aanwezigheid voorzieningen meergezinswoningen naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse
34
eengezinswoningen ___________
meergezinswoningen ___________
totaal ___________
80 87 94
65 67 69
72 79 80
114 103 112
73 72 76
92 85 94
138 116 132
92 73 88
132 108 128
sociale huurwoningen voor 1946 1946-1970 na 1970 particuliere huurwoningen voor 1946 1946-1970 na 1970 koopwoningen voor 1946 1946-1970 na 1970
118
72
104
totaal
sociale huurwoningen voor 1946 1946-1970 na 1970 particuliere huurwoningen voor 1946 1946-1970 na 1970 koopwoningen voor 1946 1946-1970 na 1970 totaal
spreekinstallatie en deuropener ________________
35
huismeester ________________
lift ________________
43,3% 78,0% 87,5%
8,1% 26,0% 32,0%
6,6% 45,4% 65,5%
20,1% 79,8% 92,7%
2,6% 20,1% 42,3%
7,6% 53,5% 93,5%
24,9% 81,2% 93,8%
3,2% 14,7% 18,4%
11,2% 51,8% 86,0%
74,4%
22,3%
51,4%
aanwezigheid voorzieningen, 2000 160
100% eengezins
140 120
meergezins
90% 80% 70%
100
60%
80
50%
60
40% 30%
40
20%
Bron: KWR 1999-2001 Oppervlakte: gemiddelde gebruiksoppervlakte (GBO) in m2 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
totaal
na 1970
1946-1970
koopwoningen voor 1946
na 1970
1946-1970
particuliere huurwoningen voor 1946
na 1970
0% 1946-1970
10%
0 sociale huurwoningen voor 1946
20
spreekinstallatie en deuropener
huismeester
Bron: KWR 1999-2001 Aanwezigheid lift bij meergezinswoning met tenminste 4 bouwlagen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
lift
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
Gemiddelde oppervlakte per woningtype naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse
Voorzieningen woningen: sanitair natte cel
1 2 of meer totaal voorzieningen in badkamer alleen een douche bad of bad en douche geen van beide totaal
1990 _________ 67% 33% _________ 100%
1995 _________ 65% 35% _________ 100%
2000 _________ 54% 46% _________ 100%
1990 _________ 61% 36% 3% _________ 100%
1995 _________ 60% 38% 2% _________ 100%
2000 _________ 56% 44% 0% _________ 100%
w aandachtsgroep _______________ Oppervlakte per persoon* eengezins woning 102 meergezins woning 68 totaal 88
37
w nietaandachtsgroep _______________
totaal w huishoudens _______________
124 76 112
118 72 104
Gemiddelde relatieve herstelkosten voor 1946 van 1946 t/m 1970 1971 of later totaal
7,8% 4,3% 2,0% 4,2%
7,3% 4,1% 2,1% 3,8%
7,5% 4,2% 2,1% 3,9%
Voorzieningen individuele CV lift bij meergezinswoning** dubbel glas intercom bij meergezinswoning*** huismeester
70% 49% 64% 73% 22%
83% 53% 72% 75% 20%
79% 52% 70% 74% 21%
voorzieningen
voorzieningen in de badkamer 100%
100% geen van beide
90%
aandachtsgroep
90% 80%
80% bad of bad en douche
70%
niet-aandachtsgroep
70% 60%
60% alleen een douche
50%
totaal huishoudens
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10% 0%
0% 1990
1995
Bron: KWR 1989-1991 / 1994-1996 / 1999-2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
individuele CV
lift
dubbel glas
intercom bij meergezinswoning*
Bron: KWR 1999-2001 * Gemiddelde gebruiksoppervlakte per persoon (GBO) ** meergezinswoningen met tenminste 4 bouwlagen *** Intercom: spreekinstallatie en deuropener Helpdesk per e-mail (
[email protected])
huismeester
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
aantal toiletten
Kwaliteitsaspecten naar w aandachtsgroep/niet-aandachtsgroep
36
De woningvoorraad Verbetering van de woningvoorraad
Fysieke kwaliteit van G4, G26 en overige gemeenten
G26 __________
Overige gemeenten __________
totaal Nederland __________
30 41
52 39
42 41
83
85
84
93 93
97 97
95 95
100
100
100
82
66
64
68
82
74
78
78
38
32
33
34
G4* __________ Voorzieningen (A) privé parkeerplaats 9 (B) speelvoorziening binnen 100 m 51 (C) gemiddelde of meer dan gemiddelde hoeveelheid openbaar groen 76 Vervuiling en vandalisme (D) zeer weinig tot geen vervuiling 87 (E) zeer weinig tot geen graffiti 87 (F) zeer weinig tot geen beschadigingen door vandalisme 99 Veiligheid (G) voldoende openbare verlichting (H) openbaar gebied voldoende overzichtelijk (I) verkeersverordening is woonerf of 30 km-zone
38
120 G4 100 G26 80 overige gemeenten
60 40 20 0 A B C Voorzieningen
D E F Vervuiling en vandalisme
* G4 vier grote steden Bron: KWR 1999-2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
G
H Veiligheid
I
39
Verandering van de woningvoorraad
Woningaanbod en woningtekort Nieuwbouw en bouwvergunningen Onttrekkingen
40
van nieuwe woningen. Bij appartementen is sprake van een tegengesteld beeld: het gemiddelde gebruiksoppervlak van nieuwe appartementen is groter dan dat van appartementen in de voorraad. Het prijsverloop van nieuwe koopwoningen blijft ook in 2002 opmerkelijke fluctuaties vertonen. De huursector omvat een naar verhouding klein deel van de nieuwbouwproductie. Bovendien neemt dit aandeel in de loop van de tijd af. In tegenstelling tot de nieuwe koopwoningen zijn de meeste nieuwe corporatie-huurwoningen appartementen. Daarnaast is differentiatie in woningtypen bij nieuwe corporatiewoningen aanmerkelijk minder groot dan bij de nieuwe koopwoningen. Opvallend bij de bewoners van nieuwe corporatiewoningen is de oververtegenwoordiging van ouderen.
41
Bewoonde woningvoorraad per 1-1-1998 6,36 mln woningen
Bewoonde woningvoorraad per 1-1-2000 6,51 mln woningen
1994-1997
1998-2000
+ Nieuwbouw 356.800
+ Nieuwbouw 170.000
+ Produktie anderszins 19.800
+ Produktie anderszins 9.000
- Onttrekkingen 53.300
- Onttrekkingen 27.000 - Adm. Corr. 3.000
+ Urgente starters 128.300 + Urgente doorstromers 224.600
= Urgente vraag 352.900
Bron: WBO
Woningtekort 1994 137.000
Woningtekort 1998 84.700
+ Urgente doorstromers 224.600 + Urgente woningverlaters 43.600
= Aanbod 268.200
Verandering van de woningvoorraad
Bewoonde woningvoorraad per 1-1-1994 6,04 mln woningen
Verandering van de woningvoorraad
Voor de periode van 1995 - 2005 zijn door middel van convenanten afspraken gemaakt over de uitvoering van het VINEXverstedelijkingsbeleid. Hiervan vormen de afspraken over de woningbouw een belangrijk onderdeel. De woningbouwproductie is de laatste twee jaren behoorlijk gedaald. Het perspectief op een spoedige opleving van de bouwproductie is klein, gelet op het aantal afgegeven bouwvergunningen. Voor de daling is een aantal oorzaken te noemen, zonder dat daarbij gesteld kan worden dat een bepaalde oorzaak daarin een dominante rol speelt. Tussen de vier landsdelen zijn er grote verschillen voor wat betreft het aandeel van de diverse woningtypen. In de noordelijke provincies is de ‘twee-onder-een-kapper’ het dominante woningtype onder de verkochte woningen. In het westen wordt bijna de helft van de nieuwe koopwoningen in rij gebouwd. In het landsdeel Zuid valt het relatief grote aandeel appartementen op. Voor alle onderscheiden woningtypen blijkt dat de verkoopprijs per m2 gebruiksoppervlak voor in 2000 verkochte nieuwe woningen hoger is dan voor woningen die in dat jaar zijn verkocht in de voorraad. Bovendien is het gebruiksoppervlak van vrijstaande woningen en twee-onder-eenkap woningen in de voorraad groter dan dat
Ontwikkeling woningvoorraad, 2000
aanbod ____________ 11.740 14.800 13.634 12.357 9.435 10.661 9.603 11.801 7.092 8.395 10.293 10.754 9.073 11.299
1999 I 1999 II 1999 III 1999 IV 2000 I 2000 II 2000 III 2000 IV 2001 I 2001 II 2001 III 2001 IV 2002 I 2002 II
Statistisch woningtekort
42
verkoop ____________ 13.310 12.092 12.783 11.585 10.892 9.916 9.489 10.814 7.743 8.230 8.182 9.506 8.186 7.185
opgeleverd ____________
12.246 8.786 12.357 7.959 10.288
1990 _________ absoluut _________ 3.000 0 2.000 6.000 3.000 17.000 14.000 33.000 24.000 1.000 17.000 6.000 _________ 126.000
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Nederland
43
1994 _________ absoluut _________ 1.000 3.000 2.000 8.000 4.000 15.000 15.000 30.000 29.000 2.000 17.000 11.000 _________ 137.000
1998 _______________________________ absoluut % woningvoorraad _________ _________ 1.000 0,4% 1.000 0,4% 0 0,0% 3.000 0,7% 2.000 1,8% 9.000 1,2% 10.000 2,3% 29.000 2,7% 10.000 0,7% 2.000 1,2% 18.000 2,0% 2.000 0,4% _________ 85.000 1,3%
statistisch woningtekort 1998 3,0%
17.500 aanbod 15.000
2,5% verkoop
12.500
2,0%
10.000 1,5% 7.500
Bron: Monitor Nieuwe Woningen 02/1 Aantal woningen per kwartaal Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO Woningtekort bepaald op basis van urgent woningzoekenden en woningverlaters Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
N-Holland
Utrecht
N-Brabant
Flevoland
Nederland
Gelderland
Zeeland
Z-Holland
Overijssel
Limburg
Groningen
Drenthe
2002 II
2002 I
2001 IV
2001 III
2001 II
2001 I
2000 IV
2000 III
2000 II
2000 I
1999 IV
0,0% 1999 III
0 1999 II
0,5%
1999 I
2.500
Friesland
1,0%
5.000
Verandering van de woningvoorraad Woningaanbod en woningtekort
Verandering van de woningvoorraad Woningaanbod en woningtekort
Aangeboden en verkochte nieuwbouwwoningen
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Nederland Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
Voltooide nieuwbouwwoningen naar sector en prijsklasse
44
1996 _______ 2.900 3.100 3.000 7.000 4.100 10.300 7.700 10.900 19.100 1.800 14.000 5.100 _______ 88.900
1997 _______ 3.045 3.591 3.152 7.188 5.619 10.921 6.899 12.424 17.121 1.855 14.320 6.180 _______ 92.315
1998 _______ 2.807 3.317 2.101 6.502 5.369 9.196 5.768 14.995 19.424 2.044 14.868 4.125 _______ 90.516
1999 _______ 2.368 3.074 2.613 5.959 3.933 8.693 6.524 11.676 16.268 1.635 11.735 4.147 _______ 78.625
2000 _______ 1.769 2.503 2.043 4.307 4.565 7.360 6.485 10.096 14.584 1.845 11.441 3.652 _______ 70.650
2001 _______ 2.171 2.701 1.974 5.002 4.651 6.468 7.026 11.153 16.965 1.343 9.558 3.946 _______ 72.958
per 1.000 inw. _______ 3,8 4,3 4,2 4,6 14,1 3,3 6,3 4,4 5,0 3,6 4,0 3,5 _______ 4,4
2.100 3.500 2.800 800
3.085 2.790 1.900 335
6.442 3.115 1.862 460
3.470 1.711 2.562 1.289
1.734 2.421 1.846 896
1.961 2.140 1.654 3.167
2,7 4,8 2,8 12,4
w w w w w
goedkope huur middeldure huur goedkope koop middeldure koop dure huur en koop
totaal
1995 ______ 23.758 2.984 8.689 4.998 53.407 ______ 93.836
1996 ______ 23.142 5.736 6.453 11.701 41.902 ______ 88.934
1997 ______ 16.184 7.782 7.166 18.270 42.913 ______ 92.315
1998 ______ 11.798 7.619 6.651 16.452 47.996 ______ 90.516
45
1999 ______ 10.877 5.192 4.635 13.669 44.252 ______ 78.625
2000 ______ 7.226 5.735 3.983 10.865 42.839 ______ 70.648
2001 100%
16
18.000 16.000
14
14.000
12
12.000
10
10.000
aantal voltooide nieuwbouwwoningen per 1000 inw.
dure huur en koop 80% middeldure koop
60%
8
8.000
Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
0
Flevoland
0
Overijssel
2
Drenthe
2.000
Friesland
4
Groningen
4.000
per 1000 inw.
6.000
goedkope koop
40%
6
middeldure huur
20%
0% 1997
1998
Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1999
2000
goedkope huur
Verandering van de woningvoorraad Nieuwbouw en woonvergunningen
Verandering van de woningvoorraad Nieuwbouw en woonvergunningen
Voltooide nieuwbouwwoningen
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Voltooide nieuwbouwwoningen en afgifte bouwvergunningen naar prijsklasse en opdrachtgever, 2000
46
voltooide nieuwbouwwoningen
afgifte bouwvergunningen
___________________________________ andere overheid en bouwers particuliere w woningvoor opdrachtcorporaties de markt* gevers _______ _______ _______ 24.440 43.552 15.697 25.936 45.445 15.988 28.143 49.584 16.109 31.002 43.426 14.506 25.160 52.682 14.473 20.390 57.184 12.942 17.660 48.979 11.986 14.563 43.837 12.250 13.725 48.933 10.300
___________________________________ andere overheid en bouwers particuliere w woningvoor opdrachtcorporaties de markt* gevers _______ _______ _______ 25.989 46.717 16.828 32.589 57.763 17.412 36.120 46.482 15.803 24.062 62.314 15.743 23.014 64.377 14.110 19.326 54.166 14.181 15.658 54.904 13.639 14.696 51.041 12.826 11.452 40.764 10.110
overheid en w corporaties _______ voltooide nieuwbouwwoningen w goedkope huur 5.686 w goedkope koop 1.082 w middeldure huur 3.619 w middeldure koop 1.391 w dure huur- en koop 2.785 _______ totaal 14.563 afgifte bouwvergunningen w goedkope huur 5.001 w goedkope koop 695 w middeldure huur 4.105 w middeldure koop 1.402 w dure huur- en koop 3.493 _______ totaal 14.696
bouwers voor de markt* _______
andere particuliere opdrachtgevers _______
totaal _______
943 2.728 1.597 8.879 29.690 _______ 43.837
597 173 522 595 10.364 _______ 12.251
7.226 3.983 5.738 10.865 42.839 _______ 70.651
864 1.997 1.581 10.656 35.943 _______ 51.041
381 68 530 566 11.281 _______ 12.826
6.246 2.760 6.216 12.624 50.717 _______ 78.563
totaal voltooide nieuwbouwwoningen
100.000
dure huur en koop 80% middeldure koop
80.000 totaal afgifte bouwvergunningen
60.000
60%
middeldure huur
40% 40.000
Bron: CBS *Bouwers voor de markt inclusief institutionele beleggers Helpdesk per e-mail (
[email protected])
0%
goedkope huur
Bron: CBS *Bouwers voor de markt inclusief institutionele beleggers Helpdesk per e-mail (
[email protected])
andere particuliere opdrachtgevers
goedkope koop
bouwers voor de markt
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
0
20%
overheid en corporaties
20.000
1993
voltooide nieuwbouwwoningen
voltooide nieuwbouwwoningen 100%
120.000
47
Verandering van de woningvoorraad Nieuwbouw en woonvergunningen
Verandering van de woningvoorraad Nieuwbouw en woonvergunningen
Voltooide nieuwbouwwoningen en afgifte bouwvergunningen naar opdrachtgever
m3 per woning _____ 335 344 358 367 383 403 403 407 416 422 414 433 438 452 484 488 515
w bezettingsgraad _____ 2,2 2,4 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,4 2,4 2,4 2,5 2,4 2,4 2,4 2,5 2,5 2,5
3,0
600
bouwtype _______________________ eengezins meergezins _______ _______ Groningen 1.655 516 Friesland 2.359 342 Drenthe 1.641 333 Overijssel 4.402 600 Flevoland 3.902 749 Gelderland 5.268 1.200 Utrecht 5.407 1.619 N-Holland 7.742 3.411 Z-Holland 10.259 6.706 Zeeland 1.235 108 N-Brabant 7.223 2.335 Limburg 3.224 722 _______ _______ Nederland 54.317 18.641
aantal kamers _____________________________________________ 1 2 3 4 5 6+ ______ ______ ______ ______ ______ ______ 1 103 327 972 735 33 12 485 1.612 447 145 2 170 218 1.214 300 70 34 271 504 3.072 906 215 61 875 3.182 502 31 1 241 1.797 3.509 766 154 79 279 1.522 4.486 481 179 79 446 3.420 5.600 1.433 175 11 298 4.718 8.905 2.647 386 1 10 221 731 351 29 47 183 2.974 4.940 1.184 230 23 32 892 2.186 669 144 ______ ______ ______ ______ ______ ______ 278 2.106 17.953 40.409 10.421 1.791
100% meergezins
bezettingsgraad
Bron: CBS en BNW Betreft bruto-inhoud van woningen waarvoor bouwvergunning is verleend Helpdesk per e-mail (
[email protected])
60%
40%
20%
Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Nederland
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
0%
Drenthe
1,0
eengezins
Friesland
100
3 m per bewoner
80%
Groningen
1,4
2000
200
1997
1,8
1994
300
1991
2,2
1988
400
3 m per woning
aantal personen
2,6
500
1985
oppervlakte
1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
m3 per bewoner _____ 150 147 146 148 152 162 161 167 171 173 169 180 182 188 194 195 206
Voltooide nieuwbouwwoningen naar aantal kamers en bouwtype, 2001
48
49
Verandering van de woningvoorraad Nieuwbouw en woonvergunningen
Verandering van de woningvoorraad Nieuwbouw en woonvergunningen
Ontwikkelingen in inhoud en woningbezetting van nieuwbouwwoningen
2001 I _______ 83 106 110 171 55 202 57 237 312 92 376 155 _______ 1.956
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal
2001 II _______ 139 136 119 297 50 193 58 116 164 94 350 144 _______ 1.860
Onttrekkingen aan de woningvoorraad
50
2001 III _______ 165 214 176 211 58 255 52 182 199 121 405 206 _______ 2.244
2001 IV _______ 223 411 179 573 91 501 160 389 331 138 799 445 _______ 4.240
2001 _______ 610 867 584 1.252 254 1.151 327 924 1.006 445 1.930 950 _______ 10.300
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Nederland Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
51
1995 _______ 899 686 340 663 36 1.570 510 1.836 4.630 525 1.494 502 _______ 13.691
1996 _______ 903 440 326 1.076 17 1.265 444 1.593 3.061 492 1.450 446 _______ 11.513
1997 _______ 591 535 262 836 289 1.002 997 1.233 4.605 393 1.306 478 _______ 12.527
1998 _______ 1.097 376 469 691 95 956 415 2.573 4.454 537 1.028 407 _______ 13.098
1999 _______ 1.525 792 433 913 10 1.111 473 3.011 3.412 383 1.251 1.040 _______ 14.354
2000 _______ 908 387 403 766 36 1.005 349 3.166 4.341 779 1.049 339 _______ 13.528
2001 _______ 2.103 572 762 962 385 1.062 819 2.639 3.888 273 1.379 711 _______ 15.555
825 1.843 1.118 271
980 1.869
240 1.723 1.514 760
1.993 2.124 340 39
1.769 1.756 301 84
1.929 1.496 1.125 117
1.404 978 1.509 480
183
Gereedgekomen woningen uit particulier opdrachtgeverschap 5.000
2.000
1995
2001 IV 4.000
1.500
2001
2001 III 2001 II
3.000
2001 I
2.000
1.000
500
1.000
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Limburg
Noord-Brabant
Zeeland
Zuid-Holland
Noord-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Groningen
0
0
Bron: CBS Onttrekkingen door verbouw, buitengebruikstelling en vernietiging Cijfers 1996 gemeente Den Haag opgenomen in cijfers 1997 gemeente Den Haag. Cijfers voor Nederland en Zuid-Holland in 1996 exclusief gemeente Den Haag en in 1997 inclusief cijfers gemeente Den Haag 1996. Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Verandering van de woningvoorraad Onttrekkingen
Verandering van de woningvoorraad Nieuwbouw en woonvergunningen
Particulier opdrachtgeverschap naar provincie, 2001
Onttrekkingen aan de woningvoorraad naar bouwperiode
Verandering van de woningvoorraad Onttrekkingen
bouwperiode voor 1801 1801-1850 1851-1875 1876-1900 1901-1925 1926-1950 1951-1975 1976 en later totaal
1994 ______ 34 74 27 1.570 5.733 3.213 4.667 243 ______ 15.561
1995 ______ 47 40 45 1.499 4.403 2.846 4.491 320 ______ 13.691
1996 ______ 62 45 26 1.580 3.164 2.953 3.336 347 ______ 11.513
1997 ______ 37 26 32 1.149 3.895 2.782 4.182 424 ______ 12.527
1998 ______ 59 28 45 1.894 3.663 3.118 4.073 218 ______ 13.098
52
1999 ______ 41 21 37 1.495 3.188 2.531 6.751 290 ______ 14.354
2000 ______ 33 30 30 1.437 3.039 2.462 6.046 451 ______ 13.528
2000 voor 1900 1901-1925 1926-1950 1951-1975 1976 en later
Bron: CBS Onttrekkingen door verbouw, onbewoonbaarverklaring, buitengebruikstelling, afbraak, brand en andere rampen Cijfers 1996 exclusief gemeente Den Haag; cijfers 1996 gemeente Den Haag opgenomen in cijfers 1997 Een marginaal aantal woningen is buiten deze tabel gelaten door het ontbreken van de bouwperiode Helpdesk per e-mail (
[email protected])
53
Wonen: bewoners en woninggebruik
Bevolking Voorzieningen en contacten Woonsatisfactie Veiligheid Kansarmoede Ruimte in en om de woning Verhuizingen
54
Bevolking en huisvesting 2000 (WBO)
bevolking 15.848.000 inwoners
huishoudens 6.824.000 huishoudens
De trend op de woningmarkt lijkt anno 2002 te veranderen. De zwakke economische ontwikkeling, de achterblijvende bouwproductie en de stagnerende doorstroming in de huursector zijn veelvuldig in het nieuws. De gevolgen voor de woningmarkt worden weinig rooskleurig beschreven. Als gekeken wordt naar de trends is er weliswaar een trendverschuiving waarneembaar, maar geen trendbreuk. De prijsvorming in de koopsector is stabiel. De woonwensen zijn als vanouds: er is een grote vraag naar eengezins huizen in de koopsector waarvoor de bewoners bereid zijn flink te investeren. De bewoners verwachtten een goede kwaliteit van de woning en een schone maar bovenal veilige woonomgeving. Door het hogere prijsniveau worden de luxere woningen betrokken door bewoners met een goed inkomen. Het zijn dikwijls mensen van middelbare leeftijd in hun actieve loopbaan en het zijn vaker huishoudens in de groeifase met jonge kinderen dan huishoudens in de empty-nest fase. Dit is geen regel van Meden en Perzen, want er is ook een groep ouderen met een goed pensioen die zich op woongebied veel kan permitteren. De keerzijde wordt gevormd door bewoners die minder bij kas zijn en woningen zoeken die goedkoop zijn. De goedkope voorraad is
geconcentreerd in stedelijke gebieden. Goedkopere woningen zijn ook kwalitatief minder en staan dikwijls in een onveiliger woonomgeving.
hoofdbewoner 99% van de huishoudens
inwonend 1% van de huishoudens
bewoonde andere ruimte o.a. woonwagens en woonschepen 1% van de huishoudens wooneenheid 3% van de huishoudens
woning 95% van de huishoudens
huurwoningen 48%
Bron: WBO
koopwoningen 52%
Wonen: bewoners en woninggebruik
De bewoners en het gebruik van de woning
55
bevolkingsomvang __________ 5.104.000 5.858.000 6.831.000 7.832.000 8.834.000 10.027.000 11.417.000 12.958.000 13.599.000 14.091.000 14.209.000 14.286.000 14.340.000 14.395.000 14.454.000 14.529.000
1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1975 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986
Bevolking naar leeftijd
56
bevolkingsomvang __________ 14.615.000 14.715.000 14.805.000 14.893.000 15.010.000 15.128.000 15.239.000 15.342.000 15.424.000 15.494.000 15.567.000 15.650.000 15.760.000 15.848.000 15.989.000 16.100.000
1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
57
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2005 2010 ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ t.e.m. 14 jaar 18,4% 18,4% 18,4% 18,5% 18,6% 18,6% 18,6% 18,6% 18,0% 15-24 jaar 12,9% 12,5% 12,2% 12,0% 11,9% 11,8% 11,9% 12,0% 12,3% 25-34 jaar 16,9% 16,8% 16,5% 16,1% 15,7% 15,2% 14,8% 13,5% 12,3% 35-44 jaar 15,4% 15,6% 15,7% 15,8% 15,9% 16,0% 16,1% 16,0% 15,0% 45-54 jaar 13,6% 13,8% 14,1% 14,2% 14,4% 14,5% 14,3% 14,1% 14,7% 55-64 jaar 9,5% 9,5% 9,6% 9,8% 10,0% 10,1% 10,7% 11,8% 12,8% 65-74 jaar 7,6% 7,6% 7,6% 7,6% 7,5% 7,5% 7,5% 7,6% 8,2% 75 jaar e.o. 5,7% 5,8% 5,9% 6,0% 6,0% 6,1% 6,1% 6,3% 6,6% Aant. inwoners in miljoenen
15,5
15,6
15,7
15,8
15,8
16,0
16,1
16,4
16,9
demografische druk*
0,60
0,61
0,61
0,61
0,61
0,61
0,62
0,63
0,64
bevolking in miljoen inwoners 100%
16,5
45+
90%
16,0
80% 15,5
25 - 44
70% 60%
15,0
t/m 24
50% 14,5
40%
14,0
30% 20%
13,5
10% 0%
Bron: CBS Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1985
1984
1983
1982
1981
1980
13,0
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2005
2010
Bron: CBS Gemeten op 1 januari * Demografische druk is de verhouding tussen het niet-actieve deel (0-19 en 65+ jaar) op het actieve deel van de bevolking (20-64 jaar). Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Bevolkingsomvang
75 en totale 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 ouder bevolking _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ __________ Groningen 16,9% 13,9% 14,9% 15,1% 14,1% 10,7% 7,6% 6,9% 570.300 Friesland 19,0% 12,4% 13,7% 15,1% 14,1% 11,2% 7,8% 6,6% 636.779 Drenthe 18,6% 10,8% 12,9% 15,7% 14,9% 11,6% 8,7% 6,8% 478.900 Overijssel 19,5% 12,6% 14,8% 15,3% 13,6% 10,5% 7,7% 6,0% 1.093.876 Flevoland 23,5% 12,9% 15,7% 17,9% 13,7% 7,7% 5,0% 3,6% 341.523 Gelderland 19,0% 12,0% 14,2% 15,9% 14,4% 10,8% 7,7% 6,0% 1.948.813 Utrecht 19,1% 12,3% 16,3% 16,3% 13,8% 9,8% 6,7% 5,7% 1.139.587 N-Holland 17,9% 11,0% 16,0% 16,8% 14,4% 10,5% 7,1% 6,3% 2.557.353 Z-Holland 18,6% 12,2% 15,3% 15,9% 14,0% 10,3% 7,3% 6,5% 3.423.241 Zeeland 18,4% 11,0% 13,0% 14,7% 14,6% 11,8% 8,5% 7,9% 376.959 N-Brabant 18,6% 11,7% 14,5% 16,3% 14,6% 11,1% 7,8% 5,4% 2.390.107 Limburg 17,1% 11,0% 12,8% 16,5% 15,5% 12,0% 8,8% 6,2% 1.142.855 __________ Nederland 18,6% 11,9% 14,8% 16,1% 14,3% 10,7% 7,5% 6,1% 16.100.293 Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
16,1% 17,4% 17,2% 15,8%
11,3% 13,3% 12,2% 14,8%
20,9% 17,5% 17,5% 23,3%
18,0% 15,3% 15,7% 15,5%
13,2% 12,4% 13,2% 10,9%
Aantal w huishoudens
58
8,6% 9,3% 9,4% 8,0%
5,9% 7,4% 6,9% 5,9%
5,9% 7,4% 8,0% 5,6%
1982 ______ 214 203 147 344 24 589 327 906 1.170 127 691 369 ______ 5.111
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Nederland
59
1986 ______ 226 216 155 357 61 643 371 980 1.263 134 757 402 ______ 5.565
1990 ______ 237 229 167 379 78 695 413 1.042 1.333 135 822 431 ______ 5.961
1994 ______ 252 243 178 410 95 745 447 1.110 1.432 147 895 453 ______ 6.407
1998 ______ 259 257 194 436 109 775 463 1.150 1.467 153 957 478 ______ 6.698
2000 ______ 261 261 192 436 120 788 481 1.171 1.512 156 963 484 ______ 6.824
734.316 598.568 458.635 260.545 toename huishoudens (x 1000) 2000 t.o.v. 1998 50
Nederland 0-14 jr
40 15-24 jr 30 25-34 jr 20 35-44 jr 10 45-54 jr 0
Bron: CBS Gemeten op 1 januari 2002 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO Aantal huishoudens x 1.000 Flevoland: voor 1 januari 1986 ZIJP Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
75 jr en ouder
Friesland
65-74 jr
-10
Groningen
55-64 jr
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Bevolking naar leeftijd en provincie, 2002
w Huishoudens naar grootte
1 2 3 4 5 of meer totaal (100%)
1978 ______ 18% 30% 17% 21% 14%
1982 ______ 22% 30% 16% 21% 11%
1986 ______ 28% 30% 15% 19% 8%
1990 ______ 29% 32% 14% 17% 8%
1994 ______ 31% 33% 14% 15% 7%
1998 ______ 33% 34% 13% 14% 6%
2000 ______ 34% 33% 13% 14% 7%
4.692
5.111
5.565
5.961
6.407
6.699
6.824
100%
1978 ______ w eenpersoonshuishouden 18% w niet gezinshuishouden 3% (echt)paar 26% (echt)paar met kinderen 48% een-oudergezin 5% totaal (100%)
4.692
61
1982 ______ 22% 2% 26% 43% 7%
1986 ______ 28% 1% 26% 38% 7%
1990 ______ 29% 1% 28% 35% 7%
1994 ______ 31% 0% 30% 33% 6%
1998 ______ 33% 1% 31% 30% 5%
2000 ______ 34% 1% 30% 31% 4%
5.111
5.565
5.961
6.407
6.699
6.824
60% 5 of meer
80%
50%
eenpersoonshuishouden
40%
(echt)paar
30%
(echt)paar met kinderen
4 60%
3
40%
2
20%
1
20%
een-oudergezin
10% niet gezinshuishouden
0%
0% 1978
1982
1986
1990
Bron: WBO Gemeten op 1 januari Totaal x 1000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1994
1998
2000
1978
1982
1986
1990
Bron: WBO (Echt)paar: gehuwd of met vaste partner Gemeten op 1 januari Totaal x 1000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1994
1998
2000
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
aantal personen
w Huishoudens naar samenstelling
60
18 - 24
25 - 34
35 - 44
45 - 54
55 - 64
65 en ouder
totaal
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
zelfstandige woning
71%
94%
98%
98%
98%
95%
95%
wooneenheid
23%
4%
1%
1%
1%
3%
3%
w bewoonde andere ruimten
1%
1%
1%
1%
1%
2%
1%
inwoning
5%
1%
0%
0%
0%
0%
1%
328.800 1.369.900 1.434.800
939.200
totaal (100%)
w Eenpersoonshuishoudens
62
902.000 1.424.800 6.824.400
63
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
1982 _____ 28% 21% 16% 18% 8% 20% 25% 27% 24% 20% 17% 17%
1986 _____ 32% 25% 21% 23% 18% 26% 31% 34% 30% 24% 21% 22%
1990 _____ 35% 26% 20% 25% 22% 26% 32% 37% 32% 25% 23% 24%
1994 _____ 39% 29% 24% 27% 22% 28% 34% 38% 34% 27% 25% 25%
1998 _____ 39% 32% 29% 29% 19% 30% 32% 40% 35% 27% 29% 29%
2000 _____ 39% 31% 27% 29% 26% 30% 36% 40% 37% 29% 28% 29%
Nederland
22%
23%
29%
31%
33%
34%
eenpersoonshuishoudens 2000 45% zelfstandige woning
40% 35%
wooneenheid bewoonde andere ruimten inwoning
30% 25% 20% 15% 10%
18 tot 24 jr
65 jr en ouder
5%
Bron: WBO 2000 Gemeten op 1 januari 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO Aantal eenpersoonshuishoudens als percentage van alle huishoudens Flevoland: voor 1 januari 1986 ZIJP Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
N-Holland
Z-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
0%
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
w Huishoudens naar huisvestingsvorm, 2000
Bevolking naar w woonmilieu
526.210 huishoudens
55% alleenstaanden 23% huishoudens zonder kinderen 21% huishoudens met kinderen
Stedelijk buiten-centrum 2.652.650 huishoudens
Groen stedelijk 514.310 huishoudens
centrum stedelijk ________ w aandachtsgroep 41% 55-plussers 31% alleenstaanden 51% aantal woningen 458.458
stedelijk buitencentrum ________ 38% 33% 37% 2.515.999
groen stedelijk ________ 34% 38% 34% 486.318
65
centrum dorps ________ 32% 36% 24% 2.301.277
landelijk ________ 32% 38% 22% 743.200
totaal ________ 35% 35% 31% 6.505.250
39% alleenstaanden 27% huishoudens zonder kinderen 34% huishoudens met kinderen
36% alleenstaanden 32% huishoudens zonder kinderen 32% huishoudens met kinderen
60% aandachtsgroep Centrum dorps 2.363.140 huishoudens
25% alleenstaanden
50% 55-plussers
33% huishoudens zonder kinderen 42% huishoudens met kinderen
40% alleenstaanden 30% 20%
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
landelijk
centrum dorps
0% groen stedelijk
42% huishoudens met kinderen
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
10%
35% huishoudens zonder kinderen stedelijk buitencentrum
768.060 huishoudens
23% alleenstaanden
centrum stedelijk
Landelijk
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Centrum stedelijk
Bewonerskenmerken naar w woonmilieu, 2000
64
Immigratie en emigratie
66
voor ’45 ’45-’59 ’60-’69 ’70-’79 ’80-’89 vanaf ’90 totaal _________ _________ _________ _________ _________ _________ _________ w aandachtsgroep 37% 47% 39% 32% 33% 26% 35% 55-plussers
31%
42%
45%
38%
27%
29%
35%
alleenstaanden
30%
39%
32%
29%
32%
27%
31%
aantal woningen 1.319.010
785.144
989.496 1.345.857 1.112.733
953.013 6.505.253
EU-landen Turkije Overig Europa
1997 1998 1999 2000 2001 ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ immi- emi- immi- emi- immi- emi- immi- emi- immi- emigratie gratie gratie gratie gratie gratie gratie gratie gratie gratie _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ 24,6 29,7 35,7 30,0 34,9 30,1 35,8 32,9 35,4 35,0 6,9 1,9 6,3 1,5 5,4 1,3 5,8 1,2 6,4 0,9 17,9 3,7 9,8 3,8 12,0 3,8 16,9 4,1 15,8 4,1
Nederlandse Antillen Suriname Overig Amerika
5,9 3,5 11,2
3,3 1,4 9,4
10,5 4,6 11,2
3,8 1,2 8,4
11,6 3,1 10,7
3,9 0,9 8,2
13,1 3,4 11,1
3,7 0,8 8,2
10,9 3,4 11,2
4,1 0,8 7,6
Azië
22,8
6,7
25,4
6,2
22,6
5,4
25,1
5,4
26,0
5,4
Marokko Overig Afrika
4,8 10,3
1,1 3,1
5,4 11,1
0,8 3,0
4,7 10,9
0,7 2,7
4,4 13,8
0,7 2,4
5,2 15,9
0,7 2,6
1,7
1,9
2,0
1,8
2,0
2,0
2,1
2,0
2,3
2,0
-
-
0,5
-
1,1
-
1,2
-
1,0
-
Oceanië Asielzoekerscentra Gegevens onbekend Totaal
50%
67
0,3 0,4 ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ 109,9 62,2 122,9 60,5 119,1 59,0 132,9 61,2 133,4 63,3
150 aandachtsgroep
45% 40%
55-plussers
35% 30%
alleenstaanden
emigratie 100
immigratie
50
25% 20%
0
15% 10%
-50
5% 0%
-100 voor 1945
1945-1959
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
vanaf 1990
1997
1998
1999
Bron: CBS Aantal x 1.000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
2001
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Wonen: bewoners en woninggebruik Bevolking
Bewonerskenmerken naar bouwperiode, 2000
centrumstedelijk _________ vereniging 36% café 24% museum 9% kerk 15%
stedelijk buitencentrum _________ 36% 12% 4% 18%
groenstedelijk _________ 41% 9% 4% 21%
centrumdorps _________ 45% 9% 3% 27%
Sociale contacten naar w woonmilieu, 2000
68
landelijk _________ 48% 8% 2% 30%
totaal _________ 49% 56% 58% 56%
centrumstedelijk _________
stedelijk buitengroencentrum stedelijk _________ _________
69
centrumdorps _________
landelijk _________
totaal _________
wekelijks familiecontact
79%
82%
83%
88%
86%
84%
wekelijks contact met vrienden
79%
76%
75%
76%
74%
76%
vaak contact naaste buren*
14%
15%
15%
16%
17%
15%
vaak contact met buurtbewoners*
7%
7%
7%
8%
8%
7%
mensen kennen elkaar nauwelijks*
7%
5%
6%
2%
2%
4%
100%
60% centrumstedelijk
wekelijks familiecontact 80%
stedelijk buiten-centrum
40%
wekelijks contact met vrienden
60%
groen-stedelijk
vaak contact naaste buren
40% 20%
centrum-dorps 20%
vaak contact met buurtbewoners
0%
mensen kennen elkaar nauwelijks
Bron: WBO 2000 Aandeel dat tenminste één keer per maand (verenigingen één keer per week) een culturele voorziening bezoekt Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 2000 * repondent hebben geantwoord: ‘helemaal meer eens’ Helpdesk per e-mail (
[email protected])
totaal
kerk
landelijk
museum
centrumdorps
café
groenstedelijk
vereniging
stedelijk buitencentrum
0%
centrumstedelijk
landelijk
Wonen: bewoners en woninggebruik Voorzieningen en contacten
Wonen: bewoners en woninggebruik Voorzieningen en contacten
Bezoek aan culturele voorzieningen naar w woonmilieu, 2000
centrumstedelijk _________ crèche gebruik 4% niet-aanwezig 8% basisschool gebruik 9% niet-aanwezig 6% speelvoorzieningen gebruik 6% niet-aanwezig 17% voorzieningen voor jongeren gebruik 2% niet-aanwezig 24% medische voorzieningen gebruik 73% niet-aanwezig 4%
stedelijk buitengroencentrum stedelijk _________ _________
Waardering algemene voorzieningen naar w woonmilieu, 2000
70
centrumdorps _________
landelijk _________
totaal _________
5% 5%
5% 9%
6% 10%
5% 20%
5% 9%
14% 2%
13% 4%
17% 5%
16% 8%
15% 4%
9% 7%
9% 13%
10% 12%
9% 16%
9% 11%
6% 11%
4% 15%
7% 17%
6% 20%
6% 15%
77% 4%
77% 5%
83% 7%
67% 24%
78% 7%
centrumstedelijk _________
stedelijk buitengroencentrum stedelijk _________ _________
71
centrumdorps _________
landelijk _________
totaal _________
winkels voldoende onvoldoende niet-aanwezig
87% 10% 3%
86% 10% 4%
82% 12% 6%
81% 11% 8%
52% 20% 28%
80% 12% 8%
groen voldoende onvoldoende niet-aanwezig
65% 30% 5%
82% 16% 2%
83% 15% 2%
85% 11% 3%
85% 9% 7%
82% 14% 3%
ontbreken voorzieningen volgens huishoudens
waardering winkels naar woonmilieu 100%
30% crèche basisschool
voldoende 80%
onvoldoende
20% speelvoorzieningen
60%
nietaanwezig
40% voorzieningen voor jongeren
10%
20% medische voorzieningen 0%
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
totaal
landelijk
centrumdorps
groenstedelijk
stedelijk buitencentrum
centrumstedelijk
totaal
landelijk
centrumdorps
groenstedelijk
stedelijk buitencentrum
centrumstedelijk
0%
Wonen: bewoners en woninggebruik Voorzieningen en contacten
Wonen: bewoners en woninggebruik Voorzieningen en contacten
Gebruik en aanwezigheid voorzieningen voor specifieke doelgroepen naarw woonmilieu, 2000
stedelijk centrum buitenstedelijk centrum ________ ________ buurtgroen 5,3% 2,3% haltes openbaar vervoer 2,4% 2,6% medische voorzieningen 4,4% 4,1% creche 8,1% 5,3% speelgelegenheid 17,2% 7,1% parkeergelegenheid 4,2% 1,7% winkels 2,7% 4,2% aantal woningen 458.459 2.515.999
Ontbrekende voorzieningen naar bouwperiode, 2000
72
groen centrum stedelijk dorps ________ ________ 2,0% 3,3% 3,9% 9,0% 5,4% 6,8% 9,4% 9,6% 12,8% 11,7% 2,9% 3,7% 6,0% 8,5% 486.318 2.301.277
landelijk ________ 6,6% 16,2% 23,5% 19,8% 15,8% 9,9% 27,7% 743.201
totaal ________ 3,4% 6,5% 7,4% 9,0% 10,9% 3,6% 8,5% 650.254
bouwperiode van de buurt (overwegend) voor ’45 ’45-’59 _______ _______ buurtgroen 6,8% 3,5%
’70-’79 _______ 2,1%
’80-’89 vanaf ’90 _______ _______ 2,3% 3,2%
totaal _______ 3,4%
haltes openbaar vervoer
8,4%
6,4%
5,3%
5,2%
5,5%
8,0%
6,5%
medische voorzieningen
9,5%
8,1%
6,2%
6,2%
6,0%
8,3%
7,4%
crèche 12,5% speelgelegenheid 17,3%
9,9% 12,9%
7,0% 9,4%
6,9% 7,9%
7,4% 8,0%
10,0% 9,5%
9,0% 10,9%
7,5%
3,6%
2,6%
2,4%
1,9%
3,0%
3,6%
11,5%
9,8%
5,8%
6,9%
6,7%
10,2%
8,5%
aantal woningen 1.319.010
785.144
parkeergelegenheid winkels
30%
’60-’69 _______ 2,0%
73
989.496 1.345.857 1.112.732
953.013 6.505.252
20% centrum stedelijk
25% 20%
stedelijk buitencentrum
15%
groen stedelijk
10%
centrum dorps
voor 1945
18% 16%
vanaf 1990
14% 12%
totaal
10% 8%
landelijk
5%
6% 4% 2%
Bron: WBO 2000 De cijfers hebben betrekking op afwezigheid van voorzieningen voorzover dat als probleem wordt ervaren Helpdesk per e-mail (
[email protected])
winkels
parkeergelegenheid
speelgelegenheid
crèche
medische voorzieningen
haltes openbaar vervoer
buurtgroen
winkels
parkeergelegenheid
speelgelegenheid
crèche
medische voorzieningen
haltes openbaar vervoer
0% buurtgroen
0%
Bron: WBO 2000 De cijfers hebben betrekking op afwezigheid van voorzieningen voorzover dat als probleem wordt ervaren Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen: bewoners en woninggebruik Voorzieningen en contacten
Wonen: bewoners en woninggebruik Voorzieningen en contacten
Ontbrekende voorzieningen naar w woonmilieu, 2000
centrumstedelijk _________ mee eens 68% neutraal 15% mee oneens 17%
stedelijk buitencentrum _________ 67% 17% 16%
groenstedelijk _________ 72% 13% 15%
centrumdorps _________ 77% 12% 11%
landelijk _________ 78% 10% 12%
Tevredenheid met woning en bevolkingssamenstelling naar w woonmilieu
74
totaal _________ 72% 14% 13%
centrumstedelijk __________ bevolkingssamenstelling 1998 17,7% 1999 14,0% 2000 13,5% woning 1998 1999 2000
36,3% 32,8% 37,9%
75
stedelijk buitencentrum __________
groenstedelijk __________
centrumdorps __________
landelijk __________
14,2% 12,4% 14,8%
15,7% 13,2% 15,5%
17,0% 16,6% 19,2%
21,1% 18,4% 20,0%
35,1% 33,6% 33,6%
44,0% 39,3% 41,7%
42,5% 42,9% 45,3%
44,5% 46,8% 46,8%
bevolkingssamenstelling 25%
80% centrumstedelijk
1998 20%
60% stedelijk buiten-centrum 40%
1999
15%
2000
groen-stedelijk 10% centrum-dorps
20%
5% landelijk
0%
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 2000 percentages hebben betrekking op het antwoord ‘helemaal tevreden met’ Helpdesk per e-mail (
[email protected])
landelijk
centrumdorps
groenstedelijk
mee oneens
stedelijk buitencentrum
neutraal
centrumstedelijk
0% mee eens
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in de buurt, 2000
centrum stedelijk ________ zeer tevreden 37,9% tevreden 47,7% niet (on)tevreden 8,4% ontevreden 3,9% zeer ontevreden 2,2% ________ totaal 100,0%
stedelijk buitencentrum ________ 33,6% 48,4% 10,8% 5,3% 1,8% ________ 100,0%
groen stedelijk ________ 41,7% 45,8% 8,3% 2,9% 1,3% ________ 100,0%
centrum dorps ________ 45,3% 45,3% 6,9% 2,0% 0,5% ________ 100,0%
Tevredenheid met de woning naar bouwperiode, 2000
76
landelijk ________ 46,8% 45,7% 5,5% 1,8% 0,3% ________ 100,0%
totaal ________ 40,2% 46,7% 8,5% 3,5% 1,2% ________ 100,0%
zeer tevreden tevreden niet (on)tevreden ontevreden zeer ontevreden totaal
77
voor ’45 ’45-’59 ’60-’69 ’70-’79 ’80-’89 vanaf ’90 totaal _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ 41,4% 32,6% 32,3% 39,7% 39,1% 54,8% 40,2% 44,9% 48,3% 52,0% 48,2% 48,0% 39,1% 46,7% 7,7% 11,5% 10,8% 8,3% 9,0% 4,3% 8,5% 4,4% 5,0% 3,7% 3,0% 3,2% 1,7% 3,5% 1,6% 2,8% 1,3% 0,8% 0,7% 0,2% 1,2% _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
zeer tevreden 100%
50%
zeer ontevreden
90% 80%
40%
ontevreden
70% 60%
30%
niet (on)tevreden
50% tevreden
40%
20%
30% zeer tevreden
20%
10%
10% 0%
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
landelijk
centrum dorps
groen stedelijk
stedelijk buiten-centrum
centrum stedelijk
0%
voor 1945
1945 1959
1960 1969
1970 1979
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1980 1989
vanaf 1990
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Tevredenheid met de woning naar w woonmilieu, 2000
eigendomsklasse ___________________________ eigenaar huurder ________ ________ zeer tevreden 52,9% 26,2% tevreden 42,1% 51,8% niet (on)tevreden 4,0% 13,3% ontevreden 0,9% 6,4% zeer ontevreden 0,1% 2,3% ________ ________ totaal 100,0% 100,0%
Tevredenheid met de woonomgeving naar w woonmilieu, 2000
78
woningtype ___________________________________ eengezinswoningmeergezinswoning ________ ________ 45,6% 28,4% 45,2% 50,0% 6,4% 12,9% 2,2% 6,3% 0,6% 2,4% ________ ________ 100,0% 100,0%
centrum stedelijk ________ helemaal eens 31,7% mee eens 52,4% niet eens/oneens 8,6% mee oneens 5,5% helemaal oneens 1,8% ________ totaal 100,0%
stedelijk buitencentrum ________ 25,4% 53,7% 10,1% 8,4% 2,5% ________ 100,0%
groen stedelijk ________ 31,7% 51,6% 9,4% 5,5% 1,9% ________ 100,0%
centrum dorps ________ 36,3% 52,8% 6,2% 3,9% 0,9% ________ 100,0%
landelijk ________ 40,9% 50,8% 4,8% 2,7% 0,8% ________ 100,0%
79
totaal ________ 31,9% 52,8% 8,0% 5,7% 1,6% ________ 100,0%
helemaal eens eigenaar
50%
huurder zeer tevreden
40% tevreden niet (on)tevreden
30%
ontevreden/ zeer ontevreden
20%
10%
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
landelijk
centrum dorps
groen stedelijk
stedelijk buitencentrum
centrum stedelijk
0%
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Tevredenheid met de woning naar woningkenmerken, 2000
voor ’45 _______ helemaal eens 34,9% mee eens 50,1% niet eens/oneens 7,2% mee oneens 6,5% helemaal oneens 1,3% _______ totaal 100,0%
’45-’59 _______ 27,8% 52,2% 9,7% 7,8% 2,6% _______ 100,0%
’60-’69 _______ 28,6% 54,8% 8,8% 5,9% 2,0% _______ 100,0%
’70-’79 _______ 32,1% 54,1% 7,4% 5,1% 1,3% _______ 100,0%
Beleving sociale aspecten naar w woonmilieu, 2000
80
’80-’89 vanaf ’90 _______ _______ 28,6% 38,1% 56,1% 49,5% 8,5% 6,9% 5,1% 4,3% 1,7% 1,3% _______ _______ 100,0% 100,0%
totaal _______ 31,9% 52,8% 8,0% 5,7% 1,6% _______ 100,0%
centrumstedelijk _________
stedelijk buitencentrum _________
groenstedelijk _________
centrumdorps _________
81
landelijk _________
totaal _________
In deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om mee eens 75% 72% 75% 84% neutraal 20% 19% 18% 12% mee oneens 5% 9% 7% 4%
88% 9% 3%
78% 15% 6%
Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid mee eens 26% 27% 25% 18% neutraal 24% 22% 21% 18% mee oneens 50% 51% 54% 64%
13% 15% 72%
21% 20% 59%
totaal 80%
100%
In deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om
helemaal oneens
90% 80%
mee oneens
70% 60%
60%
niet eens/oneens 40%
50%
Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid
mee eens
40% 30%
helemaal eens
20%
20%
10% 1960 1969
1970 1979
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1980 1989
vanaf 1990
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
mee oneens
1945 1959
neutraal
voor 1945
mee eens
0%
0%
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Tevredenheid met de woonomgeving naar bouwperiode, 2000
w woonmilieu angst voor beroving/ lastigvallen verkeersonveilig last van vandalisme verkeerslawaai burenoverlast overlast stank, lawaai etc. aantal woningen
centrum stedelijk ________
stedelijk buitencentrum ________
groen stedelijk ________
centrum dorps ________
landelijk ________
totaal ________
11,5% 54,4% 33,6% 32,9% 16,0%
11,5% 63,0% 26,2% 25,1% 18,0%
5,9% 60,6% 23,1% 28,6% 15,3%
4,5% 62,5% 12,9% 21,3% 10,9%
3,1% 59,7% 8,0% 23,9% 8,3%
7,6% 61,7% 19,7% 24,4% 14,0%
43,2% 36,1% 458.457 2.515.999
33,5% 25,6% 486.318 2.301.277
Aspecten van ontevredenheid* met de woonomgeving naar bouwperiode, 2000
82
23,4% 31,2% 743.201 6.505.252
bouwperiode van de buurt (overwegend) voor ’45 ’45-’59 ’60-’69 ’70-’79 ’80-’89 vanaf ’90 totaal _________ _________ _________ _________ _________ _________ _________ angst voor beroving/ lastigvallen 8,4% 10,2% 8,1% 6,6% 7,3% 5,8% 7,6% verkeersonveilig 48,3% 60,0% 66,4% 67,1% 65,0% 65,2% 61,7% last van vandalisme 21,0% 21,1% 20,0% 19,9% 21,2% 14,4% 19,7% verkeerslawaai 35,8% 25,8% 22,2% 20,8% 21,5% 18,5% 24,4% burenoverlast 15,1% 18,6% 14,3% 13,6% 14,3% 8,8% 14,0% overlast stank, lawaai etc. 37,2% 33,3% 29,5% 29,5% 31,8% 25,5% 31,2% aantal woningen 1.319.010 785.143 989.496 1.345.859 1.112.732 953.012 6.505.252
70%
70%
voor 1945
centrum stedelijk 60%
60% stedelijk buitencentrum
50%
vanaf 1990
50%
totaal
40%
40%
groen stedelijk 30%
30% centrum dorps
20%
20% landelijk
10%
Bron: WBO 2000 *Aandeel bewoners dat antwoordde ‘mee eens’ of ‘helemaal mee eens’ Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 2000 *Aandeel bewoners dat hier matig tot veel hinder van ondervindt Helpdesk per e-mail (
[email protected])
overlast stank, lawaai etc.
burenoverlast
verkeerslawaai
last van vandalisme
verkeersonveilig
angst voor beroving/ lastigvallen
overlast stank, lawaai etc.
burenoverlast
verkeerslawaai
last van vandalisme
verkeersonveilig
0% angst voor beroving/ lastigvallen
0%
10%
83
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Wonen: bewoners en woninggebruik Woonsatisfactie
Aspecten van ontevredenheid* met de woonomgeving naar w woonmilieu, 2000
centrumstedelijk __________ zeer tevreden 2% tevreden 9% neutraal 12% ontevreden 55% zeer ontevreden 22%
stedelijk buitencentrum __________ 2% 8% 9% 53% 26%
Beleving van onveiligheid
84
politiedistrict groenstedelijk __________ 2% 4% 7% 57% 31%
centrumdorps __________ 1% 3% 5% 57% 34%
landelijk __________ 1% 2% 5% 53% 39%
60%
85
Amsterdam- RotterdamAmstelland Rijnmond
Utrecht
Haaglanden Nederland
__________ __________ __________ __________ __________ onveiligheidsgevoelens 7,1% 9,9% 6,0% 7,4% 5,5% mijdt bepaalde plekken in woonplaats vanwege onveiligheid 17,3% 15,5% 11,0% 12,3% 10,4% doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege onveiligeid 22,5% 26,5% 12,8% 18,9% 16,7% laat waardevolle spullen thuis ter voorkoming van diefstal of beroving 23,3% 22,5% 15,1% 19,8% 15,5% rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden 13,4% 13,7% 9,9% 9,3% 9,1% staat kinderen niet toe ergens naar toe te gaan vanwege onveiligheid 32,9% 33,9% 29,0% 32,0% 26,3%
30%
50%
zeer tevreden
40%
tevreden
20%
30%
neutraal
15%
20%
ontevreden
10%
10%
zeer ontevreden
5%
0%
onveiligheids gevoelens
25%
mijden van bepaalde plekken doet ’s avonds en ’s nachts niet open laat waardevolle spullen thuis ter voorkoming van diefstal of beroving
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: Politiemonitor bevolking meting 2001 Percentage van de bevolking dat antwoordt: ‘komt vaak voor’ Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Nederland
Haaglanden
Utrecht
RotterdamRijnmond
AmsterdamAmstelland
landelijk
centrumdorps
groenstedelijk
stedelijk buitencentrum
centrumstedelijk
0%
Wonen: bewoners en woninggebruik Veiligheid
Wonen: bewoners en woninggebruik Veiligheid
Waardering veiligheid per w woonmilieu, 2000
Slachtoffer-ervaringen
Amsterdam- RotterdamAmstelland Rijnmond
bedreiging mishandeling inbraak in woning poging tot inbraak in woning beroving zonder geweld beroving met geweld diefstal uit auto autodiefstal fietsdiefstal
Haaglanden Nederland
Utrecht
__________ __________ __________ __________ __________ 9,0% 6,2% 7,6% 7,0% 5,6% 1,6% 0,8% 1,9% 1,3% 1,1% 3,0% 2,1% 2,7% 3,1% 2,1% 4,5% 5,5% 3,7% 4,9% 3,5% 7,3% 3,8% 3,9% 4,8% 3,5% 1,1% 0,6% 0,5% 0,6% 0,4% 18,1% 9,7% 10,2% 13,9% 6,9% 1,7% 1,0% 0,6% 1,1% 0,8% 16,0% 4,6% 8,0% 8,0% 5,5%
1993 ________ inbraakalarm 6,2% extra hang- en sluitwerk 67,6% licht laten banden bij afwezigheid 69,1% extra buitenverlichting 51,4%
87
1995 ________ 6,9% 71,8% 74,7% 64,2%
1997 ________ 7,7% 74,4% 75,1% 66,6%
1999 ________ 8,3% 74,2% 73,5% 68,6%
2001 ________ 8,1% 76,6% 74,1% 70,1%
100%
10%
1993
bedreiging 80%
8%
1995
mishandeling 6%
inbraak in woning
4% beroving zonder geweld
2%
1997
40%
1999
20%
2001
Bron: Politiemonitor bevolking meting 2001 Bedreiging, mishandeling en beroving: percentage mensen dat één of meer keer slachtoffer is geweest. Inbraak: in procenten van het totaal aantal woningen Diefstal van en uit auto’s en van fietsen: aantal voorvallen per 100 auto’s/fietsen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
extra buitenveerlichting
licht laten branden bij afwezigheid
extra hang- en sluitwerk
inbraakalarm
Nederland
Haaglanden
Utrecht
RotterdamRijnmond
0% AmsterdamAmstelland
0%
60%
Bron: Politiemonitor bevolking meting 2001 Inbraakalarm, extra hang- en sluitwerk en extra buitenverlichting: percentage van totaal aantal woningen, percentage ‘aanwezig’ Licht laten branden bij afwezigheid: percentage van totaal aantal woningen, percentage ‘wel eens’ Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen: bewoners en woninggebruik Veiligheid
Wonen: bewoners en woninggebruik Veiligheid
politiedistrict
Preventiemaatregelen
86
1990-1993 ______ 7,6% 6,1% 10,4% 9,5% 3,7%
1994-1997 ______ 6,5% 6,5% 6,4% 8,6% 3,3%
toename ______ -1,1% 0,4% -4,0% -0,8% -0,3%
overige gemeenten > 100.000 inwoners
5,7%
4,5%
gemeenten < 100.000 inwoners
5,2%
3,7%
-1,2% 0,0% -1,5%
Nederland
5,6%
4,2%
-1,4%
vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
w Kansarme huishoudens naar woonmilieutype
88
12%
89
centrum stedelijk ______ 6,6% 6,7% 6,7% 8,2% 1,9%
stedelijk buiten centrum ______ 6,6% 6,5% 6,5% 9,4% 3,5%
groen stedelijk ______ 4,2% 5,0% 4,4% 2,4% 5,0%
centrum dorps ______ -
landelijk wonen ______ -
overige gemeenten > 100.000 inw.
4,2%
4,6%
4,1%
-
-
gemeenten < 100.000 inwoners
3,4%
4,8%
4,2%
3,4%
2,4%
Nederland
4,9%
5,3%
4,3%
3,4%
2,4%
vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
10% 1990-1993
10% 1994-1997 8%
centrum stedelijk
9% 8% 7%
stedelijk buiten-centrum
6% 6%
5%
groen stedelijk
4% 4%
3% 2%
2%
1% 0%
Bron: WBO 1994 en 1998 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 1998 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Nederland
gemeenten < 100.000 inwoners
gemeenten > 100.000 inwoners
Utrecht
Den Haag
Rotterdam
Amsterdam
vier grote steden
gemeenten < 100.000 inwoners
gemeenten > 100.000 inwoners
Utrecht
Den Haag
Rotterdam
Amsterdam
vier grote steden
0%
Wonen: bewoners en woninggebruik Kansarmoede
Wonen: bewoners en woninggebruik Kansarmoede
w Kansarme huishoudens in Nederland
vooroorlogs ______ 5,1% 5,0% 6,8% 6,0% 1,6%
vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
90
vroeg-naoorlogs ______ 10,2% 14,0% 8,5% 11,8% 5,8%
recent ______ 7,0% 6,3% 5,2% 12,3% 4,0%
Ruimtegebruik in en om de woning
Bevolkingsdichtheid Nederland en omringende landen 2000
2,3%
4,9%
4,9%
gemeenten < 100.000 inwoners
3,8%
5,4%
3,3%
Kavelgrootte eengezinswoningen Nederland 2000 in bestaand stedelijk gebied
468 inw/km2 Nederland
151 m2 goedkope woningen
339 inw/km België
202 m2 middelduur
246 inw/km2 Verenigd Koninkrijk
382 m2 dure woningen
2
overige gemeenten > 100.000 inwoners
91
236 inw/km2 Duitsland
Nederland
4,4%
6,1%
3,6%
169 inw/km2 Luxemburg
in uitleggebieden
126 inw/km Denemarken
134 m2 goedkope woningen
109 inw/km2 Frankrijk
181 m2 middelduur
2
372 m2 dure woningen
Inhoud nieuwe woningen (gemiddeld) Nederland 2001
Aantal kamers nieuwe woningen (gemiddeld) Nederland 2001
378 m3 huurwoning
28% tot en met 3 kamers
539 m3 koopwoning
60% 4-5 kamers 3% 6 kamers of meer
14% vooroorlogs 12% vroeg-naoorlogs
10%
recent
8% 6% 4% 2%
Bron: WBO 1998 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Nederland
gemeenten < 100.000 inwoners
gemeenten > 100.000 inwoners
Utrecht
Den Haag
Rotterdam
Amsterdam
vier grote steden
0%
Bron: CBS, BNW, Tauw
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Wonen: bewoners en woninggebruik Kansarmoede
w Kansarme huishoudens naar bouwperiode
3.730.500 3.729.109
3.733.428
3.985.794
4.102.785
4.152.618
hectare
water
overig
natuurlijk terrein
recreatie
93
verkeer
bebouwde grond
bossen
agrarisch
1981 1983 1985 1989 1993 1996 __________ _________ __________ __________ __________ __________ landbouwgrond 65% 64% 64% 60% 58% 57% bossen 8% 8% 8% 8% 8% 8% bebouwde grond 8% 8% 8% 7% 8% 8% verkeer 3% 3% 4% 3% 3% 3% recreatie 2% 2% 2% 2% 2% 2% natuurlijk terrein 4% 4% 4% 4% 3% 3% overige gronden 1% 1% 1% 1% 1% 1% water 9% 9% 9% 15% 17% 18% totaal (100%)
Bodemgebruik 1996 naar provincie
92
_____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _________ 65% 2% 5% 3% 1% 2% 1% 21% 296.710 46% 2% 3% 2% 1% 5% 0% 42% 574.075 73% 11% 5% 3% 2% 4% 1% 1% 268.049 72% 10% 7% 4% 2% 3% 1% 2% 342.006 43% 7% 2% 2% 1% 2% 1% 41% 241.230 60% 18% 8% 4% 2% 4% 1% 3% 514.337 59% 12% 14% 4% 3% 1% 1% 5% 143.425 41% 3% 10% 3% 3% 4% 1% 35% 405.908 53% 2% 15% 4% 4% 4% 2% 17% 344.574 49% 1% 3% 3% 1% 3% 2% 38% 293.191 63% 13% 11% 4% 2% 2% 1% 3% 508.184 62% 13% 13% 4% 3% 2% 1% 2% 220.930 _________ 57% 8% 8% 3% 2% 3% 1% 18% 4.152.618
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland
100%
1996
water
landbouwgrond 80%
bossen en natuurlijk
bossen bebouwde grond
60% agrarisch
verkeer
40% recreatie en overig
Bron: CBS Totaal in hectaren Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
water
0%
Drenthe
overige gronden
bebouwd en verkeer
Friesland
natuurlijk terrein
20%
Groningen
recreatie
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Ontwikkeling in bodemgebruik voor wonen, werken en recreëren
Woningvoorraad naar woninggrootte
94
w goedkoop ____________
w middelduur ____________
w duur ____________
gemeentegrootte 0-30.000 inwoners 30.000-100.000 inwoners 100.000-200.000 inwoners > 200.000 inwoners
130 163 203 98
142 215 202 161
409 325 317 192
landsdeel west noord oost zuid
143 342 152 169
222 199 151 190
248 546 267 401
gemeentesoort w VINEX w niet-VINEX
151 163
163 231
288 437
Nederland
158
201
324
400
aantal kamers
95
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
1 of 2 ______ 11,5% 8,9% 7,7% 7,0% 5,0% 7,8% 9,9% 15,1% 13,1% 7,7% 7,1% 6,2%
3 ______ 18,3% 14,8% 13,1% 14,0% 15,7% 14,2% 17,9% 24,0% 22,8% 12,9% 12,9% 14,3%
4 ______ 35,7% 35,4% 38,1% 37,9% 43,7% 39,3% 37,1% 33,7% 36,7% 39,6% 35,1% 36,7%
5 ______ 23,5% 27,2% 27,1% 27,3% 26,8% 25,5% 22,5% 18,5% 18,4% 26,5% 28,7% 26,9%
6 en meer ______ 10,9% 13,7% 14,0% 13,9% 8,8% 13,3% 12,6% 8,7% 8,9% 13,2% 16,1% 15,9%
Nederland
10,2%
18,0%
36,5%
23,3%
12,0%
totaal (100%) __________ 244,8 264,1 193,3 428,5 126,6 753,2 452,6 1.125,1 1.471,6 164,4 949,1 475,8 __________ 6.649,0
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
26,8% 16,1% 19,6% 13,0%
37,0% 30,1% 30,2% 24,4%
26,7% 39,0% 31,1% 34,9%
6,7% 11,2% 11,0% 16,0%
3,0% 3,5% 8,2% 11,7%
373,0 284,7 216,0 111,3
Nederland
350 300
goedkoop
1 of 2
middelduur
3
duur
4
250 200 150
5
100
6 of meer
50 0 0-30.000 inwoners
30.000-100.000 inwoners
100.000-200.000 inwoners
> 200.000 inwoners
Bron: Tauw, Grondprijzen voor de woningbouw in Nederland 1990 - 2000 versie februari 2002 Kavelgrootte in vierkante meters Helpdesk per mail (
[email protected])
Bron: ABF Woningvoorraadbestand Gemeten op 1 januari 2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Kavelgrootte van eengezinswoningen naar soort regio, 1999
1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
tot en met 3 kamers ______ 41% 36% 34% 34% 32% 33% 32% 33% 34% 34% 38% 40% 38% 34% 33% 33%
Oppervlakte en inhoud van nieuwe woningen
96
4 of 5 kamers ______ 55% 59% 61% 62% 64% 62% 63% 62% 61% 61% 57% 54% 55% 58% 58% 56%
6 kamers of meer ______ 4% 5% 5% 4% 4% 5% 5% 4% 5% 5% 6% 6% 6% 7% 9% 11%
gemiddeld aantal kamers1
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
__________ __________ huur koop _____ _____ 3,3 4,3 3,2 4,3 3,3 4,2 3,1 4,2 3,1 4,2 3,1 4,2 3,1 4,3 3,0 4,2 3,1 4,3 3,2 4,3 3,3 4,4
97
oppervlakte woonkamer1 __________ __________ huur koop _____ _____ 30 39 30 39 30 39 30 40 30 40 30 39 30 40 31 40 31 40 30 43 31 43
inhoud woning2 __________ __________ huur koop _____ _____ 293 457 294 463 292 469 293 479 307 472 313 472 306 473 320 490 352 511 351 519 378 539
inhoud woning 2001
600 tot en met 3 kamers 4 of 5 kamers 6 kamers of meer
huur
550 500
koop
450 400 350 300 250 200 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Bron: BNW Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: 1 = BNW en 2 = CBS Oppervlakte in m2 en inhoud bruto in m3 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Aantal kamers in nieuwe woningen
Centrum stedelijk Buitencentrum stedelijk Groenstedelijk Centrumdorps Landelijk wonen Werkmilieu
G4* ______ 59,4 42,6 20,4 21,9 12,1
Verhuizingen in 1996-2000 naar vorige woning en huidige woning
98
G26** ______ 33,1 25,0 18,3 17,3 14,6 8,3
G30*** ______ 38,9 27,4 18,7 17,8 14,6 8,8
99
vorige woning van groep doorstromers ________________________________________________ goed- betaalgoed- betaalkope bare dure kope bare dure huur huur huur koop koop koop _____ _____ _____ _____ _____ _____ Huidige woning goedkope huur 182 30 12 42 19 9 betaalbare huur 132 48 16 42 14 7 dure huur 26 19 8 15 10 7 totaal huursector 340 97 36 99 43 23 goedkope koop betaalbare koop dure koop totaal koopsector Totaal
59 63 54 176 _____ 516
34 57 47 138 _____ 235
4 17 35 56 _____ 92
29 74 122 225 _____ 324
8 12 90 110 _____ 153
0 7 64 71 _____ 94
totaal doortotaal stromers starters _____ _____ 294 258 85 637
270 121 25 416
133 230 411 774 _____ 1.411
73 74 56 203 _____ 619
Woningdichtheid in woonmilieus (in woningen/ha) van (516.000) goedkope huurwoningen naar...
100
naar goedkope huur
Centrum stedelijk
90 80
naar betaalbare huur
70
Buitencentrum stedelijk
60 50
naar dure huur
Groenstedelijk
40 30
naar goedkope koop
Centrumdorps
naar betaalbare koop
20 10
Landelijk wonen
naar dure koop
0 G4
G26
G30
Werkmilieu
Bron: Monitor Stedelijke Vernieuwing: nulmeting september 2001 (Ministerie van VROM) * G4: de vier grootste steden in Nederland **G26: de overige grote steden in Nederland *** G30: de bovenstaande groepen steden samen, zie ook ISV-gemeenten Woningdichtheid is één van de indicatoren van het prestatieveld zorgvuldig ruimtegebruik Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 2000 Aantallen x 1.000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen: bewoners en woninggebruik Verhuizingen
Wonen: bewoners en woninggebruik Ruimte in en rond de woning
Woningdichtheid (woningen per hectare)
Percentage verhuizingen naar nieuwe koopwoningen binnen dezelfde w BoN-regio
Regionaal Orgaan Amsterdam Stadsregio Rotterdam Haaglanden Bestuursregio Utrecht Knooppunt Arnhem-Nijmegen Twente Stadsregio Eindhoven Totaal BoN-regio's
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal 2001 I 2001 II 2001 III 2001 IV 2002 I _________ _________ _________ _________ _________ 87,4% 76,3% 80,7% 73,5% 61,4% 84,7% 86,5% 85,4% 86,1% 78,4% 81,6% 85,2% 87,3% 87,7% 74,7% 82,7% 80,3% 82,7% 83,1% 47,1% 94,2% 95,0% 90,5% 90,2% 85,4% 94,6% 94,5% 89,4% 85,6% 90,2% 91,5% 91,4% 90,0% 86,6% 71,5% 85,7%
84,4%
85,7%
82,4%
69,0%
100%
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
1998 1999 2000 ________ ________ ________ saldo saldo saldo -1.299 -200 -80 -1.820 -1.448 -146 -471 -81 942 -118 -217 -473 8.487 6.081 6.658 -553 483 1.658 1.505 579 545 -2.629 -2.288 -6.016 -2.234 -3.904 -5.086 -1.259 -365 429 2.361 2.856 2.868 -1.970 -1.496 -1.299
2001 ______________________________ vestiging vertrek saldo 27.809 28.241 -432 26.603 26.528 75 18.437 18.092 345 34.131 34.360 -229 19.950 13.134 6.816 73.012 71.511 1.501 52.257 50.703 1.554 92.597 99.390 -6.793 137.310 141.548 -4.238 13.684 13.184 500 77.690 76.158 1.532 39.089 39.720 -631 ________ ________ 612.569 612.569
10.000 2000 I
80%
2001 I
1998
8.000 6.000
1999
4.000 60%
2002 I
2000
2.000 0
40%
2001
-2.000 -4.000
20%
-6.000 0%
Bron: Monitor Nieuwe Woningen 02/1 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
Nederland
Eindhoven
Twente
ArnhemNijmegen
Utrecht
Haaglanden
Rotterdam
Amsterdam
-8.000
Bron: CBS Betreft alleen verhuizingen tussen gemeenten. Saldo: vestiging in provincie X minus vertrek uit provincie X. Helpdesk per mail (
[email protected])
101
Wonen: bewoners en woninggebruik Verhuizingen
Wonen: bewoners en woninggebruik Verhuizingen
regio
Verhuisde personen tussen gemeenten / w binnenlandse migratie 2001
100
auto bestuurder _____ woon-werk verkeer 5,29 zakelijk verkeer 2,33 boodschappen* 1,88 onderwijs/cursus 0,26 visite/logeren 3,06 recreatie/ ontspanning** 1,68 overig 1,13 _____ Totaal 15,62
auto passagier _____ 0,67 0,25 1,09 0,18 2,91 1,88 1,1 _____ 8,08
Afgelegde afstand naar provincie en motief, 2001
102
trein _____ 0,86 0,18 0,18 0,49 0,51
bus, tram, metro _____ 0,39 0,04 0,17 0,39 0,18
fiets, bromfiets _____ 0,58 0,05 0,43 0,42 0,29
lopend _____ 0,04 0,01 0,13 0,05 0,06
overig _____ 0,2 0,17 0,05 0,11 0,1
totaal _____ 8,03 3,02 3,93 1,9 7,11
0,37 0,16 _____ 2,75
0,13 0,04 _____ 1,34
0,6 0,13 _____ 2,5
0,26 0,05 _____ 0,59
0,19 0,05 _____ 0,87
5,11 2,67 _____ 31,75
6
woon-werk zakelijk verkeer verkeer
boodschap.*
onderwijs/ cursus
103
recreatie/ visite/ ontspanlogeren ning**
overig
totaal
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
_____ 7,29 7,67 8,22 8,05 12,14 8,24 9,00 8,29 7,67 7,30 7,98 6,78
_____ 3,68 2,87 3,66 3,05 2,72 3,12 4,03 2,89 2,78 3,55 2,99 2,34
_____ 3,76 4,50 4,71 3,81 4,52 4,08 3,90 4,00 3,59 4,50 3,92 3,78
_____ 2,11 2,14 2,27 1,88 2,37 2,29 1,81 1,79 1,65 2,35 1,89 1,61
_____ 8,26 7,00 7,92 7,12 7,53 6,94 8,79 7,52 6,76 6,47 7,03 5,24
_____ 3,96 5,74 5,45 5,07 6,86 5,28 5,46 4,96 4,97 4,53 5,07 5,07
_____ 2,66 3,65 2,99 2,56 3,13 2,59 2,90 2,99 2,45 3,08 2,65 1,66
_____ 31,71 33,58 35,21 31,55 39,28 32,53 35,88 32,44 29,87 31,79 31,54 26,48
Nederland
8,03
3,02
3,93
1,90
7,11
5,11
2,67
31,75
50 totaal 2000
auto- bestuurder 5 auto- passagier
40
totaal 2001
4 trein
30
fiets of bromfiets
20
lopend
10
3 2
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
overig
recreatie/ ontspanning**
visite/ logeren
onderwijs/ cursus
diensten/ boodschappen*/ winkelen
zakelijk verkeer
woonwerk verkeer
Bron: CBS. * Onder boodschappen wordt verstaan: boodschappen, winkelen en diensten. Diensten zijn: gebruik van diensten voor medische verzorging (huisarts e.d.), overheidsdiensten, persoonlijke verzorging (kapper e.d.) en materiële verzorging (schoenmaker e.d.) en diensten van bank, postkantoor. ** Onder recreatie/ontspanning wordt verstaan: toeren, wandelen, sport en overige ontspanning. Gemiddeld aantal afgelegde km per persoon per dag, inclusief veelvuldige verplaatsingen. Helpdesk per e-mail (
[email protected])
0
Friesland
overig 0
Groningen
1
Bron: CBS. * Onder boodschappen wordt verstaan: boodschappen, winkelen en diensten. Diensten zijn: gebruik van diensten voor medische verzorging (huisarts e.d.), overheidsdiensten, persoonlijke verzorging (kapper e.d.) en materiële verzorging (schoenmaker e.d.) en diensten van bank, postkantoor. ** Onder recreatie/ontspanning wordt verstaan: toeren, wandelen, sport en overige ontspanning. Gemiddeld aantal afgelegde km per persoon per dag Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen: bewoners en woninggebruik Verhuizingen
Wonen: bewoners en woninggebruik Verhuizingen
Verplaatsingsmotieven, 2001
autobestuurder
autopassagier
0 - 2,5 2,5- 5 5 - 10 10 - 15 15 - 20 20 - 30 30 - 40 40 >
______ 18,8% 38,4% 51,2% 63,2% 70,5% 72,4% 73,3% 65,9%
______ 2,4% 4,3% 6,9% 7,5% 8,7% 7,8% 7,3% 8,6%
gem.
50,9%
6,1%
104
trein
bus, tram, metro
bromfiets
fiets
lopend
overig
totaal
______ 0,2% 0,6% 2,4% 5,4% 8,8% 11,6% 21,3%
______ 0,8% 3,2% 7,4% 8,4% 8,0% 6,4% 5,4% 2,2%
______ 1,7% 3,1% 3,7% 3,5% 0,9% 0,6% 0,1%
______ 56,9% 48,5% 28,5% 12,6% 4,2% 0,9% 0,3% -
______ 18,4% 0,9% 0,1% -
______ 1,0% 1,4% 1,5% 2,4% 2,3% 3,1% 2,1% 1,9%
______ 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
4,6%
4,9%
2,1%
25,9%
3,8%
1,8%
100%
gemiddelde woon-werk afstand naar hoofdvervoerswijze 21,2 20,8 46,1 14,9 7,0 4,0
0,9
19,3
16,8
(brom)fiets/ lopen 80% openbaar vervoer
60%
auto 40%
20%
totaal
40>
30-40
20-30
15-20
10-15
5-10
2,5-5
0%
Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
105
Sociale verhuurders
100%
0-2,5
Wonen: bewoners en woninggebruik Verhuizingen
Woon-werk verplaatsingen naar afgelegde afstand (in km), 2001
Algemeen Financieel
Betaalbaarheid woningvoorraad sociale huursector, 2001
106
Sociale verhuurders
goedkope woningvoorraad < E 298,59/mnd _____________ 46,9% 47,7% 42,4% 39,3% 31,4% 30,8% 32,7% 40,8% 34,3% 34,8% 31,1% 31,4%
betaalbare woningvoorraad E 298,59 tot E 458,32/mnd _____________ 51,4% 49,5% 56,3% 56,4% 61,9% 65,3% 57,5% 53,7% 56,3% 62,6% 65,1% 65,7%
dure voorraad E 458,32+/mnd _____________ 1,6% 2,8% 1,3% 4,3% 6,7% 3,9% 9,9% 5,5% 9,4% 2,6% 3,9% 2,9%
35,8%
58,3%
5,9%
100% dure voorraad E 458,32+/mnd
90% 80% 70%
betaalbare woningvoorraad E 298,59 458,32/mnd
60% 50% 40%
goedkope woningvoorraad E 298,59/mnd
30% 20% 10%
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Nederland
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
0%
Sociale verhuurders
Woningcorporaties vervullen nog steeds een spilfunctie bij de realisering van beleidsdoelstellingen inzake het wonen. Voor de huisvesting van kwetsbare groepen en voor het realiseren van investeringsdoelstellingen rondom stedelijke vernieuwing zijn ze onmisbaar. Het in omvang toenemende maatschappelijk gebonden vermogen waarover woningcorporaties kunnen beschikken geeft hen de middelen om de gewenste taken waar te maken. Met name na de bruteringsoperatie zijn woningcorporaties in toenemende mate verzelfstandigd. Hun sociale taken zijn echter onverminderd overeind blijven staan. Om die reden gaat het Rijk in een zogeheten “Rijksbeleidskader” scherper formuleren welke maatschappelijke prestaties van woningcorporaties worden verwacht. Deze dienen op lokaal niveau en in overleg met betrokken gemeenten worden geconcretiseerd in een prestatieplan en prestatiecontracten. Daarnaast zal in de Woonwet het werkdomein van woningcorporaties nader worden afgebakend.
totaal woonruimten _____________ Groningen 95.772 Friesland 81.840 Drenthe 48.363 Overijssel 126.472 Flevoland 88.969 Gelderland 224.463 Utrecht 178.470 Noord-Holland 448.499 Zuid-Holland 566.006 Zeeland 41.114 Noord-Brabant 296.605 Limburg 144.522 _____________ Nederland 2.341.095
107
Kerngegevens w sociale verhuurders
1999 _________
2000 _________
2001 _________
791
759
701
697
Sociale verhuurders Algemeen
voorraad woongelegenheden totaal* nieuwbouw aankoop van derden verkopen afbraak/samenvoeging
2.353.000 21.646 2.518 22.572 7.401
2.475.176 16.474 3.177 21.489 8.937
2.438.831 14.500 14.026 18.666 7.533
2.440.460 12.582 21.435 15.916 14.483
1999 _____________________ > 3 mnd. > 12 mnd. _____ _____ Groningen 0,8 0,7 Friesland 0,3 0,1 Drenthe 0,5 0,4 Overijssel 0,3 0,2 Flevoland 0,1 0,1 Gelderland 0,2 0,1 Utrecht 1,9 0,8 Noord-Holland 0,4 0,2 Zuid-Holland 0,5 0,4 Zeeland 1,5 0,4 Noord-Brabant 0,2 0,1 Limburg 0,4 0,1 Nederland
0,4
2000 _____________________ > 3 mnd. > 12 mnd. _____ _____ 0,5 0,4 0,3 0,1 0,6 0,3 0,2 0,2 0,1 0,1 0,2 0,1 0,3 0,4 0,4 0,2 0,5 0,5 0,8 0,3 0,2 0,1 0,4 0,2
0,2
0,3
2001 _____________________ > 3 mnd. > 12 mnd. _____ _____ 1,0 0,8 0,2 0,2 0,4 0,3 0,2 0,1 0,2 0,1 0,1 0,0 0,2 0,1 0,3 0,2 0,5 0,4 0,6 0,3 0,2 0,1 0,6 0,3
0,2
0,3
0,2
2,0
1.000 950
2.500.000
woongelegenheden totaal*
900 2.000.000
850
1.500.000
1999 1,5
2000
toegelaten instellingen 2001
800
1,0
750
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting * woningen, wooneenheden in verzorgingstehuizen, overige wooneenheden en woonwagens Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Cijfers gemeten op 1 januari Helpdesk per mail (
[email protected])
Nederland
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
0 N-Holland
2001
Utrecht
2000
Gelderland
1999
Flevoland
1998
Overijssel
600
0
Drenthe
650
0,5
Friesland
700 500.000
Groningen
1.000.000
corporaties
woningen
leegstand meer dan 3 maanden 3.000.000
109
Sociale verhuurders Algemeen
1998 _________ aantal w toegelaten instellingen
Leegstand van woongelegenheden bij w toegelaten instellingen in %
108
Verkochte huurwoningen van w toegelaten instellingen aan particulieren (zittende en niet-zittende huurders)
110
1998 1999 2000 2001 _________________ _________________ _________________ _________________ aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel aantal aandeel (promille) (promille) (promille) (promille) _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ Groningen 1.386 14,8 1.563 16,9 928 10,2 745 8,3 Friesland 1.633 18,0 1.274 14,2 923 10,5 766 8,8 Drenthe 745 12,5 718 12,2 463 8,0 503 8,7 Overijssel 1.614 11,1 1.097 7,6 913 6,3 859 6,0 Flevoland 1.206 27,2 621 14,2 835 19,0 984 22,5 Gelderland 1.376 5,7 1.826 7,5 1.357 5,6 1.041 4,3 Utrecht 601 4,0 1.333 8,9 912 6,1 519 3,5 N-Holland 1.301 2,9 1.338 3,0 1.488 3,3 1.371 3,0 Z-Holland 3.734 6,3 3.110 5,2 2.150 3,6 1.466 2,5 Zeeland 709 15,5 621 13,8 597 13,4 336 7,7 N-Brabant 1.959 6,6 1.756 5,9 1.252 4,2 1.088 3,6 Limburg 1.950 12,6 1.388 9,0 790 5,2 1.129 7,5 _______ _______ _______ _______ Nederland 18.214 7,7 16.645 7,0 12.608 5,3 10.807 4,6
1999 I 1999 II 1999 III 1999 IV 2000 I 2000 II 2000 III 2000 IV 2001 I 2001 II 2001 III 2001 IV
aandeel 2000 en 2001 in promille
eengezinswoningen
meergezinswoningen
_________________ geen zittende zittende huurder huurder ________ ________ 1.973 1.182 2.118 1.265 2.252 1.256 2.245 1.478 1.239 1.263 1.212 1.220 1.243 1.244 1.310 1.366 730 1.088 913 1.129 900 1.175 1.285 1.298
_________________ geen zittende zittende huurder huurder ________ ________ 128 458 283 427 280 531 244 451 177 455 197 471 154 442 103 405 68 326 77 412 91 498 180 637
eengez. en meergezinswoningen _________________ geen vier zittende zittende totaal kwartaalhuurder huurder som ________ ________ ________ ________ 2.101 1.640 3.741 2.401 1.692 4.093 2.532 1.787 4.319 2.489 1.929 4.418 16.571 1.416 1.718 3.134 1.409 1.691 3.100 1.397 1.686 3.083 1.413 1.771 3.184 12.501 798 1.414 2.212 990 1.541 2.531 991 1.673 2.664 1.465 1.935 3.400 10.807
verkochte eengezins- en meergezinswoningen
50
5.000 2000
40 2001 30
geen zittende huurder
4.500 4.000 3.500
zittende huurder
3.000 2.500
20
2.000 1.500
10
1.000 500
0
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
0
Bron: CBS Aandeel verkochte huurwoningen van het totale bezit op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1999 1999 1999 1999 2000 2000 2000 2000 2001 2001 2001 2001 IV III II I IV III II I IV III II I
Bron: DGW/S Helpdesk per e-mail (
[email protected])
111
Sociale verhuurders Algemeen
Sociale verhuurders Algemeen
Verkochte huurwoningen aan (toekomstige) bewoners door w corporaties
activa vaste activa immateriële vaste activa materiële vaste activa financiële vaste activa vlottende activa effecten liquide middelen overige vlottende activa totaal activa passiva eigen vermogen herwaarderingsreserve egalisatierekening voorzieningen onderhoud overige voorzieningen langlopende schulden kortlopende schulden totaal passiva
1998 __________ 76.743 320 68.238 8.185 4.767 324 2.829 1.614 __________ 81.510
7.202 648 2.284 3.845 435 60.424 6.672 __________ 81.510
112
1999 __________ 77.581 136 69.040 8.405 4.702 250 2.803 1.649 __________ 82.283
8.080 570 1.839 3.735 466 60.406 7.187 __________ 82.283
2000 __________ 78.289 90 70.305 7.894 4.557 335 2.502 1.720 __________ 82.847
8.743 603 1.429 3.577 555 59.786 8.154 __________ 82.847
2001 __________ 78.535 85 71.723 6.727 4.457 380 2.232 1.845 __________ 82.992
10.973 713 872 2.345 347 59.222 8.520 __________ 82.992
passiva 2001 eigen vermogen
Verlies- en winstrekening van de w toegelaten instellingen
113
1998 _______ 10.369 8.522 489 585 39 733 5.828
1999 _______ 10.718 8.822 493 499 46 858 6.244
2000 _______ 10.385 9.126 508 117 353 10 271 6.276
2001 _______ 11.207 9.439 569 320
1.049
1.124
1.207
1.239
174 39 840 2.134 1.591 4.541 502 285 5.062 267 733 405
226 36 920 2.237 1.700 4.474 455 210 4.886 253 705 327
68 35 986 2.332 1.649 4.109 535 159 4.776 27 1.102 539
273 36 1.103 2.378 1.882 4.296 436 214 4.599 347 935 270
595
631
590
1.012
1 bedrijfsopbrengsten huren vergoedingen overheidsbijdragen vrijval egalisatierekening verrekening DKPH-complexen overige bedrijfsopbrengsten 2 bedrijfslasten afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa overige waardeveranderingen materiële en immateriële activa erfpacht personele lasten lasten onderhoud overige bedrijfslasten 3 bedrijfsresultaat, 1-2 4 rentebaten, 5 overig 6 rentelasten 7 exploitatieresultaat, 3+4+5-6 8 buitengewone baten 9 buitengewone lasten
17 863 6.911
herwaarderingsreserve 10 jaarresultaat, 7+8-9 egalisatierekening voorzieningen onderhoud overige voorzieningen langlopende schulden kortlopende schulden
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Bedragen in miljoenen euro’s Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Bedrijfsresultaat is de som van de bedrijfsopbrengsten en bedrijfslasten Exploitatieresultaat is het resultaat van de gewone bedrijfsvoering Cijfers voorgaande editie zijn deels herzien Bedragen in miljoenen euro's, sociale verhuurders betreft woningcorporaties en gemeentelijke woningbedrijven Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Sociale verhuurders Financieel
Sociale verhuurders Financieel
Balans van de w sociale verhuurders
klein onderhoud
2000 _________________________ totaal per woning* __________ __________ 2.148.230 869
2001 _________________________ totaal per woning* __________ __________ 2.582.843 1.103
groot onderhoud excl. aangekocht bezit
381.966
154
296.937
127
verbetering excl. aangekocht bezit
299.248
121
382.642
163
25.982 __________ 2.855.425
10 __________ 1.154
16.951 __________ 3.279.374
7 __________ 1.401
groot onderhoud/verbetering aangekocht bezit Totaal
Investering in onderhoud en verbetering per provincie, 2001
114
groot onderhoud verbetering excl. aangekocht bezit excl. aangekocht bezit _______________________ _______________________ _______________________ totaal per woning* totaal per woning* totaal per woning* __________ ___________ __________ ___________ __________ ___________ Groningen 41.109 429 676 7 6.326 66 Friesland 35.146 429 4.122 50 3.441 42 Drenthe 26.148 540 9.971 206 1.299 27 Overijssel 54.511 431 8.593 68 13.888 110 Flevoland 46.615 524 2.563 29 120 1 Gelderland 539.457 2.403 13.536 60 18.871 84 Utrecht 80.062 449 1.896 10 5.690 32 N-Holland 1.283.293 2.861 182.996 408 273.214 609 Z-Holland 244.577 432 30.432 54 24.746 44 Zeeland 21.285 518 2.873 70 1.649 40 N-Brabant 145.561 491 25.526 86 20.701 70 Limburg 65.080 450 13.753 95 12.699 88 __________ __________ __________ Nederland 2.582.843 1.103 296.937 127 382.642 163
klein onderhoud
Investering in onderhoud en verbetering, 2001
bedragen per woning in euro’s 3.000 klein onderhoud
klein onderhoud
2.700 2.400
groot onderhoud excl. aangekocht bezit
groot onderhoud excl. aangekocht bezit
2.100 1.800
verbetering excl. aangekocht bezit
1.500
verbetering excl. aangekocht bezit
1.200 groot onderhoud/ verbetering aangekocht bezit
900 600 300 Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
0
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting * Bedrag gerelateerd aan het totale woningbezit en niet de investering per verbeterde woning Voor kolommen ‘totaal’ geldt bedragen x 1.000 euro Helpdesk per e-mail (
[email protected])
115
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Bedragen in euro’s Voor kolommen ‘totaal’ geldt bedragen x 1.000 * Bedrag gerelateerd aan het totale woningbezit en niet de investering per verbeterde woning Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Sociale verhuurders Financieel
Sociale verhuurders Financieel
Investering in onderhoud en verbetering
aantal toegelaten instellingen omvang woningbezit (x 1000) jaarresultaat (euro mrd) w eigen vermogen excl. herwaarderingsreserve (euro mrd) egalisatierekening (euro mrd) w voorzieningen (euro mrd) w weerstandsvermogen (euro mrd) balanstotaal (euro mrd) solvabiliteit excl. herwaarderingsreserve
Kerncijfers Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, 2001
116
1998 _______ 718 2.434 0,602
1999 _______ 669 2.438 0,631
2000 _______ 620 2.439 0,591
2001 _______ 579 2.440 1,012
7,219 2,284 4,280 13,323 81,510 8,9%
8,080 1,839 4,201 13,984 82,283 9,8%
8,743 1,429 4,133 14,214 82,847 10,6%
10,973 0,872 2,691 14,451 82,992 13,2%
117
1997 1998 1999 2000 2001 __________ __________ __________ __________ __________ 4 3 1 0 0 4 2 1 1 2
aantal verzoeken aantal toezeggingen Bedragen in euro's x 1.000: toegezegde steun uitbetaalde steun
117.156 5.331
68.246 85.843
-31.015 10.556
32.436 47.943
22.500 42.795
reservering ten behoeve van geldelijke steun (31/12)
54.101
44.379
128.529
103.195
86.358
voorziening ten behoeve van geldelijke steun (31/12)
284.639
267.432
225.861
210.354
190.359
29.365
16.586
9.330
11.469
14.647
saldo uitstaande renteloze leningen (31/12)
jaarresultaat (mrd euro) 1,2
350.000 1997
300.000
1,0
250.000 0,8
1998
200.000
0,6
1999
150.000
0,4 0,2
100.000
2000
50.000
2001
0
0
-50.000 1998
1999
2000
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Bedragen in miljarden euro’s Cijfers zijn exclusief gemeentelijke woningbedrijven Cijfers voorgaande editie zijn deels herzien Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
2002
toezeggingen
uitbetalingen
reserveringen
voorzieningen
saldo
Bron: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Toegezegde steun in 1999 is negatief doordat een voorlopige toekenning in 1999 is verlaagd Uitbetaalde steun kan betrekking hebben op verzoeken uit voorgaande jaren Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Sociale verhuurders Algemeen
Sociale verhuurders Financieel
Financiële kerngegevens w toegelaten instellingen
118
119
Sociale verhuurders Algemeen
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit Woonlasten Aandachtsgroep en scheefheid
Woonuitgaven eigenaar-bewoners en huurders
120
Eigenaar-bewoners
Huurders
Bruto hypotheek
Kale huur
Vaste woonuitgaven
+
Vaste woonuitgaven
+
Opstalverzekering OZB (eigenaardeel), erfpacht
Subsidiabele servicekosten
-
Het waarborgen van de betaalbaarheid van wonen is een van de kernopgaven van het woonbeleid. Het ministerie van VROM faciliteert, binnen maatschappelijke randvoorwaarden, een vrije, betaalbare woonkeuze voor alle burgers zowel in de huur- als de koopsector. Voor mensen die op grond van hun inkomen onvoldoende in staat zijn om zelf in hun vrije woonkeuze te voorzien, garandeert de overheid een betaalbare woning die voorziet in hun maatschappelijk gerechtvaardigde vraag. Meer concreet betekenen deze volzinnen dat gewerkt zal worden aan de betaalbare woonkeuze huren, bevordering eigen woningbezit en versterking van de positie van de burger. Instrumenten die de betaalbaarheid direct raken zijn het huurprijsbeleid, de huursubsidie, de koopsubsidie en de nationale hypotheekgarantie. Het huurprijsbeleid richt zich op normen met betrekking tot redelijke huurprijzen, gegeven de onvolledige marktwerking die eigen is aan de huurwoningmarkt. De redelijkheid van de huurprijzen wordt daarbij zowel beoordeeld voor huurders (bescherming tegen schaarstehuren) als voor verhuurders (een redelijke vergoeding voor het verhuurde). Het voornaamste doel van de
huursubsidie is om huishoudens met lagere inkomens te voorzien van goede en betaalbare huisvesting. De sinds 1 januari 2001 in werking is getreden koopsubsidie heeft als doel de keuzevrijheid tussen huren en kopen voor lagere inkomens te vergroten. De nationale hypotheekgarantie beoogt het eigen woningbezit te bevorderen. Lagere rentetarieven is één van de voordelen van nationale hypotheekgarantie.
=
Rijksbijdrage (premie koop) =
Basishuur
Bruto woonuitgaven -
IHS
Fiscaal effect =
= Netto vaste woonuitgaven
%
Netto huishoudinkomen
Netto koopquote
+
Heffingen OPL* Uitgaven nutsvoorzieningen
Netto vaste woonuitgaven
Netto huurquote
+
Bijkomende woonuitgaven
%
Netto huishoudinkomen
Heffingen OPL* Uitgaven nutsvoorzieningen
Bijkomende woonuitgaven
=
= Totale woonuitgaven % Netto woonquote eigenaar bewoners
Netto huishoudinkomen
Totale woonuitgaven
Totale woonuitgaven % Netto woonquote huurders
* Overige Publieke Lichamen, zoals onroerend zaak belasting, rioolrechten e.d.
Netto huishoudinkomen
Totale woonuitgaven
Woonlasten en betaalbaarheid
Woonlasten en betaalbaarheid
121
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
1996 ____ 268 265 282 276 320 290 299 272 285 286 290 293
1997 ____ 275 270 288 284 340 298 305 277 296 293 300 301
1998 ____ 284 279 297 293 343 309 321 289 309 304 311 310
1999 ____ 293 290 305 305 353 319 332 304 321 316 322 320
2000 ____ 303 295 309 314 382 339 356 314 334 344 342 335
2001 ____ 300 309 314 324 394 347 368 325 345 339 351 347
2002 ____ 306 317 321 335 408 360 386 339 357 347 365 357
Nederland
284
292
304
315
329
339
351
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
244 255 269 275
248 269 277 286
260 286 298 303
279 297 302 312
290 319 329 349
295 326 343 368
310 334 362 386
Euro’s
1995 ______ tot 136 2,9% 136 tot 182 9,5% 182 tot 227 18,9% 227 tot 272 21,8% 272 tot 318 20,4% 318 en meer 26,5% ______ totaal 100%
1996 ______ 2,2% 7,1% 16,6% 20,8% 21,4% 31,9% ______ 100%
1997 ______ 1,7% 5,5% 14,9% 19,8% 21,8% 36,4% ______ 100%
1998 ______ 1,2% 4,1% 12,3% 18,5% 21,7% 42,2% ______ 100%
1999 ______ 1,0% 3,3% 10,4% 17,0% 21,3% 47,0% ______ 100%
123
2000 ______ 1,3% 3,6% 8,9% 14,7% 18,6% 52,8% ______ 100%
2001 ______ 0,9% 2,8% 7,7% 13,1% 18,4% 57,1% ______ 100%
2002 ______ 0,7% 2,4% 6,4% 11,3% 17,0% 62,1% ______ 100%
2002
400 2001
tot 136
2002
136 tot 182
350 182 tot 227 227 tot 272 300 272 tot 318 318 en meer
Bron: CBS Huur per 1 juli in euro’s per maand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Nederland
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
250
Groningen
euro
Huurwoningvoorraad naar w kale huur
122
Bron: CBS Huur per 1 juli in euro’s per maand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Gemiddelde w kale huur
1995 _____
1996 _____
1997 _____
1998 _____
1999 _____
2000 _____
2001 _____
2002 _____
289 250
301 263
310 270
320 282
331 297
349 311
360 319
372 332
landsdeel Randstad 268 overig Nederland 275
280 286
289 295
305 301
315 315
-
-
-
gemiddelde huur
284
292
304
315
329
339
351
bouwtype eengezins meergezins
272
Gemiddelde w kale huur naar bouwperiode en aantal kamers
124
bouwperiode tot 1945 1945-1959 1960-1969 1970-1975 1976 en later kamers 1-3 4 5 6 7 en meer gemiddelde huur
400
1994 _____
1995 _____
1996 _____
1997 _____
1998 _____
1999 _____
2000 _____
2001 _____
2002 _____
190 206 248 307 304
201 217 260 319 316
211 228 272 330 327
222 238 280 337 335
234 249 292 345 344
242 260 302 357 357
290 277 313 363 368
299 287 322 371 379
311 298 332 382 394
218 248 262 291 301
229 260 275 304 313
241 276 287 316 323
246 285 296 323 331
257 296 308 334 341
270 311 319 347 353
272 322 335 381 408
283 331 344 390 420
300 343 357 402 420
259
272
284
292
304
315
329
339
351
500 eengezins
1994 400
350
meergezins
300
gemiddelde huur
2002 300
200 250
100
200
Bron: CBS Huur per 1 juli in euro’s per maand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1999
2000
2001
2002
Bron: CBS Huur per 1 juli in euro’s per maand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1976 en later
1998
1970-1975
1997
1960-1969
1996
1945-1959
1995
tot 1945
0 1994
125
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Gemiddelde w kale huur naar bouwtype en landsdeel
jaar ______ 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990
w zuivere huurverhoging ______ 7,2% 7,8% 8,4% 6,8% 3,6% 3,4% 2,4% 2,6% 3,3% 3,2% 3,3%
Verhoging van de w kale huur
126
jaar ______ 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
w zuivere huurverhoging ______ 5,9% 5,6% 5,4% 5,2% 4,7% 4,1% 3,7% 3,4% 3,0% 2,6% 2,7% 2,9%
tot 0% 0 tot 4% 4 tot 5% 5 tot 6% 6 tot 7% vanaf 7 % totaal
tot 0% 0% 0 tot 1% 1 tot 2% 2 tot 3% 3 tot 3,9% vanaf 3,9% totaal
1993 ______ 0,8% 6,2% 13,0% 60,4% 13,0% 6,6% ______ 100%
1994 ______ 0,9% 9,8% 22,5% 46,1% 14,6% 6,1% ______ 100%
1995 ______ 0,8% 26,6% 27,8% 28,7% 11,8% 4,4% ______ 100%
2000 ______ 0,8% 8,0% 1,6% 7,6% 49,4% 27,6% 4,9% ______ 100%
2001 ______ 0,9% 6,6% 0,9% 5,2% 52,7% 28,3% 5,5% ______ 100%
2002 ______ 0,7% 6,3% 0,7% 2,5% 50,0% 28,4% 11,5% ______ 100%
127
1996 ______ 1,2% 51,4% 19,8% 14,6% 10,1% 2,9% ______ 100%
1997 ______ 1,3% 60,5% 18,6% 11,7% 6,0% 1,9% ______ 100%
1998 ______ 1,0% 73,3% 13,2% 7,6% 3,4% 1,4% ______ 100%
1999 ______ 1,1% 80,1% 9,7% 5,6% 2,3% 1,2% ______ 100%
60%
10%
2001 50%
8%
2002 40% 6% 30% 4% 20% 2%
10%
0%
Bron: CBS Huurverhoging per 1 juli Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
1998
1995
1992
1989
1986
1983
1980
0% < 0%
0%
0 - 1%
1 - 2%
Bron: CBS Het betreft de zuivere huurstijging Huurverhoging per 1 juli Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2 - 3%
3 - 3,9%
> 3,9%
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Gemiddelde w zuivere huurverhoging
totaal gemiddelde verhoging
2,9%
2,5%
2,6%
3,2%
2,6%
_______ 0,7% 7,6% 1,2% 1,5% 46,2% 26,1% 16,7% _______ 100,0%
totaal
_______ 2,8% 22,5% 1,9% 2,0% 42,8% 12,3% 15,6% _______ 100,0%
beleggers
_______ 0,0% 5,3% 1,0% 3,0% 53,7% 24,5% 12,6% _______ 100,0%
w particuliere personen
_______ 1,7% 10,0% 0,3% 1,7% 61,8% 11,9% 12,6% _______ 100,0%
w niet-commerciele instellingen
_______ 0,0% 11,7% 0,9% 3,3% 61,0% 19,1% 4,1% _______ 100,0%
bedrijven
_______ 0,5% 4,0% 0,5% 2,6% 50,1% 31,7% 10,6% _______ 100,0%
overheid
w corporaties
tot 0% 0% 0 tot 1% 1 tot 2% 2 tot 3% 3 tot 3,9% vanaf 3,9 %
Prijs en kwaliteit van huurwoningen naar woningkenmerken en type verhuurder, 2002
128
_______ 0,7% 6,2% 0,7% 2,5% 50,0% 28,5% 11,5% _______ 100,0%
3,0%
129
w WWS-punten _______________
w kale huur _______________
w puntprijs _______________
141 106
372 332
2,65 3,11
bouwtype eengezins meergezins bouwjaar tot 1945 1945-1959 1960-1969 1970-1975 na 1975 type verhuurder w corporaties w beleggers w particuliere personen
103 108 121 136 132
311 298 332 392 394
2,94 2,78 2,78 2,87 3,00
120 136 38
338 499 352
2,82 3,37 3,36
Nederland
110
351
2,89
2,9%
500
100% vanaf 3,9%
kale huur 400
80%
WWS-punten
3 tot 3,9% 60%
2 tot 3%
300
40%
1 tot 2%
200
20%
0 tot 1%
100
0%
0% corporaties overheid
bedrijven
nietpartibeleggers commerciële culiere instellingen personen
Bron: CBS Huurverhogingen per 1 juli Helpdesk per e-mail (
[email protected])
0 corporaties
tot 0%
beleggers
particuliere personen
Bron: CBS Huur en puntprijs in euro’s per maand Gemeten op 1 juli 2002 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Nederland
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Verhoging van de w kale huur naar type verhuurder, 2002
Prijzen in euro’s per vierkante meter en kavelgrootte eengezinswoningen 1990-2000 in uitleggebieden en w BSG
130
w goedkoop w middelduur w duur _________________ _________________ _________________ kavelprijs m2-prijs kavelprijs m2-prijs kavelprijs m2-prijs ________ _______ ________ _______ ________ _______ gemeentegrootte 0-30.000 inwoners 30.000-100.000 inwoners 100.000-200.000 inwoners > 200.000 inwoners
14.121 12.022 12.777 10.440
108 74 63 106
22.515 22.532 24.165 23.859
159 105 119 148
46.711 44.089 36.999 39.088
114 136 117 204
landsdeel west noord oost zuid
12.363 13.743 11.987 12.975
86 40 79 77
17.110 13.590 13.056 21.783
77 68 86 115
40.774 47.679 36.618 46.207
165 88 137 115
gemeentesoort w VINEX w niet-VINEX
13.157 12.022
87 74
17.556 17.070
108 74
39.442 50.676
137 116
Nederland
12.511
79
17.282
86
42.162
130
prijzen per m2 ________________________________ w goed- w middelw duur koop duur _______ _______ _______ uitleggebieden [binnen w BSG] 1990 62 [58] 66 [84] 72 [96] 1991 59 [55] 69 [80] 69 [67] 1992 55 [53] 73 [74] 71 [76] 1993 55 [43] 73 [79] 76 [78] 1994 56 [57] 79 [74] 82 [88] 1995 60 [69] 71 [70] 93 [91] 1996 74 [51] 82 [79] 102 [99] 1997 67 [73] 86 [92] 109 [116] 1998 79 [68] 105 [83] 118 [114] 1999 79 [*] 83 [105] 128 [144] 2000 109 [68] 126 [113] 142 [183]
kavelgrootte ________________________________ w goed- w middelw duur koop duur _______ _______ _______ 155 [148] 156 [148] 162 [152] 162 [183] 162 [145] 159 [150] 149 [144] 159 [146] 133 [168] 159 [*] 134 [151]
172 [142] 183 [184] 195 [217] 196 [163] 185 [182] 182 [191] 197 [199] 190 [188] 179 [162] 200 [208] 181 [202]
339 [442] 332 [365] 355 [359] 343 [369] 324 [312] 315 [308] 341 [330] 326 [267] 328 [295] 318 [357] 372 [382]
prijzen per vierkante meter in uitleggebieden 160
60.000 goedkoop
duur
50.000 middelduur
130
middelduur
40.000 duur
goedkoop 100
30.000 20.000
70 10.000 0
40 0-30.000 inwoners
30.000100.000 inwoners
100.000200.000 inwoners
> 200.000 inwoners
Bron: Tauw, Grondprijzen voor de woningbouw in Nederland, 1990 - 2000 versie februari 2002 Bedragen in euro’s exclusief BTW Helpdesk per mail (
[email protected])
1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
Bron: Tauw, Grondprijzen voor de woningbouw in Nederland 1990 - 2000 versie februari 2002 Cijfers voorgaande edities zijn voor sommige jaartallen herzien * geen betrouwbare gegevens beschikbaar Helpdesk per mail (
[email protected])
131
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Grondprijzen van eengezinswoningen naar soort regio, 1999
Betrokken koopwoningen (nieuw en bestaand) naar prijssegment
1990-1994
1994-1998
1996-2000
_________________ _________________ _________________ _________________ w doortoew doortoew doortoew doortoestromers treders stromers treders stromers treders stromers treders _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ w goedkoop 10% 28% 7% 25% 18% 34% 17% 36% w middelduur 22% 39% 15% 32% 35% 38% 30% 36% w duur 68% 33% 78% 43% 47% 28% 53% 28% totaal (100%)
198.000 434.000
475.000 180.000
759.000 167.000
774.100 202.500
verkoopwaarde tot E 45.378 E 45.378 - E 68.067 E 68.607 - E 90.756 E 90.756 - E 113.445 E 113.445 - E 136.134 E 136.134 - E 158.823 E 158.823 - E 181.512 E 181.512 - E 226.890 meer dan E 226.890
totaal aantal woningen (100%)
133
1998 _________ 0,9% 3,2% 8,8% 15,1% 16,9% 16,0% 11,0% 12,9% 15,2% 100,0%
2000 _________ 0,4% 1,2% 3,1% 6,3% 9,7% 13,4% 14,0% 20,8% 31,1% 100,0%
3.232.065
3.327.300
totaal 60%
1.200.000 toetreders
1998 50%
1.000.000 doorstromers
2000
800.000
40%
600.000
30%
400.000
20%
200.000
10%
0
0% 1986-1990
1990-1994
1994-1998
1996-2000
Bron: WBO Gemeten op 1 januari De laatste twee periodes overlappen omdat zowel in 1998 als in 2000 een nieuw WBO is gehouden Helpdesk per e-mail (
[email protected])
tot E 113.445
E 113.445 - E 181.512
Bron: WBO 1998 en 2000 Prijspeil 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
meer dan E 181.512
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
1986-1990
Woningen van eigenaar-bewoners naar verkoopwaarde
132
eengezinswoningen ______________________________ 1999 2000 2001 _____ _____ _____ Groningen 93 107 132 Friesland 102 126 131 Drenthe 117 140 156 Overijssel 126 142 170 Flevoland 99 149 161 Gelderland 155 190 214 Utrecht 164 205 250 N-Holland 171 204 226 Z-Holland 151 186 215 Zeeland 92 109 120 N-Brabant 147 183 211 Limburg 130 158 171 Nederland
140
173
meergezinswoningen ______________________________ 1999 2000 2001 _____ _____ _____ 76 85 87 73 60 84 75 108 78 78 79 101 54 102 165 100 109 137 109 136 158 128 145 177 88 103 111 96 102 88 102 129 133 72 85 99
197
98
114
Gemiddelde verkoopprijzen van nieuwe koopwoningen, 2001
134
135
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
eengezinswoningen ________ 203,6 223,8 202,9 217,1 211,1 212,9 237,2 227,4 244,2 209,9 251,5 204,3
appartementen ________ 222,6 204,9 226,3 220,3 204,6 204,8 226,4 226,7 211,7 228,3 216,2 214,6
totaal ________ 206,2 219,7 206,0 218,0 210,3 210,2 234,7 227,2 233,7 215,6 240,5 207,8
Nederland
230,5
216,1
226,4
129
gemiddelde verkoopprijs totaal
gemiddelde verkoopprijzen eengezinswoningen per januari 250
300
1999
1999 200
2000
2000 200 2001
150
2001
100 100 50
Bron: Monitor Nieuwe Woningen 02/1 Prijs in euro’s x 1.000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
Bron: Kadata Prijs in euro’s x 1.000 per januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Groningen
0
0
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Gemiddelde verkoopprijzen van nieuwe en bestaande, vrij te aanvaarden woningen
w Minimum en w modaal jaarinkomen
136
huur koop totaal __________________________________________ ____________ ____________ w goedkoop w middelduur w duur enquêtejaar _______ _______ _______ _______ _______ 1984 24.000 29.700 21.400 36.200 111.200 1985 27.600 29.400 12.900 42.600 112.500 1986 24.500 20.400 9.300 43.300 97.500 1987 24.500 19.900 10.200 48.700 103.300 1988 17.100 23.900 10.700 58.400 110.100 1989 14.000 27.000 10.600 66.900 118.400 1990 11.200 26.300 8.200 65.500 111.200 1991 7.700 20.400 9.400 60.000 97.400 1992 5.800 16.000 7.200 53.900 82.900 1993 6.000 17.400 8.200 54.600 86.200 1994 5.000 16.200 7.100 55.400 83.700 1995 4.000 17.600 6.700 59.100 87.400 1996 4.600 18.000 6.500 64.700 93.800 1997 4.700 18.700 7.700 57.800 88.900 1998 4.700 14.600 6.600 66.400 92.300 1999 4.500 11.700 5.300 69.100 90.500 2000 3.900 10.300 3.400 61.000 78.600 2001 3.300 8.600 3.300 55.400 70.600
w minimum jaarinkomen ________________________________ bruto belastbaar netto _______ _______ _______ 11.634 9.658 8.571 11.635 9.837 8.695 11.672 9.888 8.697 11.689 9.872 8.717 11.689 9.873 8.825 11.896 12.788 9.107 12.278 13.326 9.379 12.634 13.533 10.031 12.722 13.452 10.197 12.722 13.644 10.252 12.722 13.035 10.575 12.901 13.213 10.876 13.127 13.449 11.110 13.479 12.965 11.521 13.884 13.319 11.860 14.272 13.631 12.160 15.130 15.909 13.585 15.802 16.618 14.166
1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
140.000
30.000
137
w modaal jaarinkomen ________________________________ bruto belastbaar netto _______ _______ _______ 18.151 14.229 11.517 18.151 14.523 11.738 18.605 14.929 11.937 18.745 15.038 12.069 19.011 15.405 12.548 19.562 20.091 13.266 20.208 20.976 13.701 20.391 21.017 14.156 21.531 21.846 14.841 22.235 22.971 15.776 22.235 23.060 16.031 22.689 23.385 16.548 23.143 23.843 16.936 24.050 23.625 17.587 24.504 24.235 17.864 25.412 24.808 18.260 26.500 26.840 19.545 28.000 28.351 20.516
bruto modaal inkomen
koop 120.000
25.000 dure huur
100.000
bruto minimum inkomen
20.000 middeldure huur
80.000
15.000
60.000
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1985
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
0 1986
0 1985
5.000
1984
20.000
1987
10.000
1986
goedkope huur
40.000
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Bedragen zijn afgeronde eurobedragen Minimum en modaal inkomen: inclusief vakantietoeslag Netto: alleenverdieners zonder kinderen, na aftrek procentuele premies, tariefgroep 3 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Woonlasten en betaalbaarheid Prijs en kwaliteit
Productie van nieuwe woningen
w w w w w
kale huur basishuur IHS netto huur netto huishoudinkomen w netto huurquote
1982 ______ 141 145 8 136 12.706 15,8%
1986 ______ 178 183 14 169 13.160 18,1%
w Woonlasten, inkomen en w individuele huursubsidie
138
1990 ______ 206 209 18 191 13.613 19,7%
1994 ______ 253 258 20 238
1998 ______ 309 317 31 286
16.018 21,1%
2000 ______ 325 331 29 302
16.971 24,1%
17.970 24,0%
w IHS ontvangend ___________________ 1994 1998 2000 _____ _____ _____
geen w IHS ontvangend ___________________ 1994 1998 2000 _____ _____ _____
w kale huur
255 299 318 basishuur 260 307 324 IHS 79 109 119 netto huur 182 198 205 netto huishoudinkomen 10.437 11.708 12.434 w netto huurquote 23,2% 23,3% 23,1%
252 257 0 257
w w w w
314 321 0 321
totaal ___________________ 1994 1998 2000 _____ _____ _____
336 341 0 341
18.151 19.150 20.488 20,3% 24,3% 24,3%
139
253 258 20 238
309 317 30 286
15.882 16.971 17.970 21,1% 24,1% 24,0%
huurquote 350
25%
20.000
1994
IHS 300 15.000
250
1998
netto huur 20%
200 10.000
2000
inkomen per jaar
150 15%
100
5.000
50 0
0 1982
1986
1990
1994
Bron: WBO Huur en IHS in euro’s per maand Gemeten op 1 januari Netto huishoudinkomen per jaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1998
2000
10% IHS ontvangend
geen IHS ontvangend
Bron: WBO Prijspeil 1 januari Huur en IHS in euro’s per maand Netto huishoudinkomen per jaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
325 331 29 302
totaal
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
w Woonlasten en inkomens van huurders
Toegekende w individuele huursubsidie
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
bedrag ___________ 731.040 770.518 807.275 835.409 843.577 857.644 893.493 997.862 1.106.316 1.330.029 1.530.600 1.540.583 1.551.400
voorraad aantal huurwoningen toekenningen _________ _________ Groningen 118.527 48.796 Friesland 110.647 42.070 Drenthe 77.857 27.100 Overijssel 180.508 66.102 Flevoland 315.252 102.711 Gelderland 195.530 55.628 Utrecht 623.343 163.510 N-Holland 805.396 243.825 Z-Holland 57.025 20.138 Zeeland 385.787 127.491 N-Brabant 193.632 73.142 Limburg 52.337 21.109 _________ _________ Nederland 3.115.841 991.622 Amsterdam 303.943 75.722 Rotterdam 140.543 41.554 Den Haag 205.315 73.483 Utrecht 60.913 19.813
141
aandeel in % _________ 41,2% 38,0% 34,8% 36,6% 32,6% 28,4% 26,2% 30,3% 35,3% 33,0% 37,8% 40,3% 31,8% 24,9% 29,6% 35,8% 32,5%
totaalbedrag in miljoen euro _______ 70,8 61,4 41,3 101,9 159,7 88,7 250,7 387,7 31,2 203,2 115,6 39,2 _______ 1.551,4 110,5 65,8 114,2 28,8
gemiddelde jaarlijkse subsidie _________ 1.450,94 1.459,47 1.523,99 1.541,56 1.554,85 1.594,52 1.533,24 1.590,07 1.549,31 1.593,84 1.580,49 1.857,03 _________ 1.564,51 1.459,29 1.583,48 1.554,10 1.453,59
300.000
1.700.000 bedrag 1.500.000
1.050.000
250.000 aantal
1.300.000
200.000
1.100.000
150.000
Bron: MD/HIS Verplichtingen, exclusief woonwagens Een subsidietijdvak loopt van juli in het jaar vóór het aangegeven jaar tot juli in het aangegeven jaar Voorbeeld: 2001 heeft betrekking op juli 2000 tot en met juni 2001 Bedragen in euro's x 1.000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
50.000
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
0
Drenthe
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
500.000 1992
850.000 1991
700.000
1990
900.000
100.000
Friesland
900.000
Groningen
950.000
bedrag x 1000 euro
1.000.000
1989
aantal
aantal toekenningen 2001 1.100.000
Bron: MD/HIS. Totaalbedrag in miljoenen euro’s Verplichtingen, exclusief woonwagens Een subsidietijdvak loopt van juli in het jaar vóór het aangegeven jaar tot juli in het aangegeven jaar Voorbeeld: 2001 heeft betrekking op juli 2000 tot en met juni 2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
aantal ___________ 918.000 949.000 953.000 960.000 920.000 905.000 909.000 922.300 978.500 1.030.700 1.047.200 1.030.814 991.622
1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Toegekende individuele huursubsidie, 2001
140
1995 ______ 3% 57% 40% ______ 100%
1996 ______ 2% 59% 39% ______ 100%
1997 ______ 1% 61% 38% ______ 100%
1998 ______ 4% 59% 37% ______ 100%
1999 ______ 4% 59% 37% ______ 100%
2000 ______ 4% 58% 38% ______ 100%
2001 ______ 4% 57% 39% ______ 100%
2001 18 - 22 jaar 23 - 64 jaar 65 jaar en ouder
w basishuur _____ 219 210 209 220 235 248 256 280 297 316 334 350 360 374 391 401 400 421
enquêtejaar 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 basishuur in euro
1994 ______ 18 - 22 jaar 4% 23 - 64 jaar 55% 65 jaar e.o. 41% ______ totaal 100%
Basishuur, netto huurquote en w individuele huursubsidie in nieuwe woningen
142
w IHSbedrag _____ 81 71 72 71 80 83 80 87 83 91 97 103 105 107 120 129 134 144
% w IHSontvangers _____ 34% 32% 31% 36% 38% 38% 42% 36% 34% 28% 28% 24% 30% 32% 28% 31% 31% 29%
450
w netto huurquote _____ 19% 18% 18% 18% 19% 20% 20% 20% 22% 23% 25% 25% 26% 26% 26% 24% 24% 23% 30% basishuur
400 25% 350
netto 20% huurquote
300 250
15% 200 150 100 5% 50 0
Bron: DGW/IBS Verplichtingen, exclusief woonwagens Een subsidietijdvak loopt van juli in het jaar vóór het aangegeven jaar tot juli in het aangegeven jaar Voorbeeld: 2000 loopt van 1 juli 1999 tot 1 juli 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Gemiddelde lopende prijzen Huur en IHS-bedrag in euro's per maand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
0%
huurquote
10%
143
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Ontvangers van w individuele huursubsidie naar leeftijd
w w w w w
met hypotheek _________________ bruto woonuitgaven 529 fiscaal effect -121 netto woonuitgaven 407 netto huishoudinkomen 29.859 netto koopquote 19,6%
zonder hypotheek _________________ 30 35 66 22.689 5,1%
Woonuitgaven van eigenaar bewoners en huurders
144
totaal _________________ 456 -98 357 28.816 17,5%
Woonuitgaven geïndexeerd w netto vaste woonuitgaven huur koop w totale woonuitgaven huur koop
145
1990 _______
1994 _______
1998 _______
2000 _______
100 100
125 144
150 179
159 188
100 100
124 134
144 163
148 175
450
30.000
netto 400 huishoud350 inkomen
25.000
300
netto 250 woonuitgaven 200
20.000 15.000
150
10.000
100 5.000
50 0
0 met hypotheek
zonder hypotheek
Bron: WBO 2000 Prijspeil 1 januari 2000 Inkomen in euro’s per jaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
totaal
w netto huurquote w netto koopquote
19,7% 12,4%
21,1% 15,1%
24,1% 17,5%
24,0% 17,5%
w netto woonquote huur w netto woonquote koop
28,3% 20,5%
30,1% 22,9%
33,2% 25,5%
33,7% 25,5%
200
40%
180
35%
160
30%
140
25%
120
20%
100
15%
80
10%
60
5% 0%
40 1990
1994
1998
Bron: WBO Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
totale woonuitgaven huurders totale woonuitgaven eigenaar-bewoners
netto woonquote
35.000
index totale woonuitgaven 1999 = 100
Woonuitgaven als percentage van het inkomen
netto woonquote huur netto woonquote koop
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Opbouw van de maandelijkse w woonlasten van eigenaar-bewoners
Ontwikkeling koopprijzen en afgesloten hypotheken van nieuwe koopwoningen
225.000
kwartaal 1999 I 1999 II 1999 III 1999 IV 2000 I 2000 II 2000 III 2000 IV 2001 I 2001 II 2001 III 2001 IV
Totaal aantal woninghypotheken x 1000 ________ 137 176 183 170 114 125 125 147 100 120 124 137
Aantal oversluitingen en tweede hypotheken x 1000 ________ 76 105 108 85 58 58 60 66 47 56 57 56
Aantal transacties x 1000 ________ 61 71 75 85 56 67 65 81 53 64 67 81
200 koopprijs
200.000 afsluitbedrag hypotheek
175.000
aantal oversluitingen en tweede hypotheken
180 160 140 120
150.000
aantal transacties
100 125.000
80 60
100.000
40 75.000
20
Betreft hypotheken op woonhuizen ten laste van particulieren Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000 IV
2001 III
2001 II
2001 I
2000 IV
2000 III
2000 II
2000 I
1999 IV
1999 III
1999 II
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Gemiddelde lopende prijzen in euro’s Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1999 I
0
50.000 1984
euro
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
afsluitbedrag hypotheek __________ 63.000 64.000 61.000 62.000 66.000 66.000 69.000 71.000 72.000 78.000 84.000 87.000 93.000 103.000 108.000 124.000 142.000 170.000
147
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
koopprijs __________ 70.300 71.200 70.300 71.700 76.200 82.100 86.200 91.200 96.200 100.300 107.500 109.800 113.000 128.900 134.800 149.700 162.900 195.200
enquêtejaar 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Aantal afgesloten hypotheken op woningen: transacties en oversluitingen
146
Woonhuizen ______________________ aantal gemid. hypotheken waarde __________ __________ 303.297 69.565 384.236 70.920 349.994 73.970 470.178 79.989 537.075 89.946 577.242 103.995 665.205 117.304 510.039 136.450 480.540 151.097
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Combinatie woonhuis/bedrijfspand ______________________ aantal gemid. hypotheken waarde __________ __________ 11.548 155.871 13.160 149.772 9.889 179.796 11.193 199.500 11.830 218.935 11.676 272.782 12.153 320.908 10.393 359.761 10.336 359.327
Gemiddelde hypotheekbedrag naar gebied
148
Bouwgrond ______________________ aantal gemid. hypotheken waarde _____________________ 18.425 114.898 20.978 105.730 14.067 114.523 15.865 129.404 14.298 141.628 11.948 177.184 14.314 204.834 12.132 239.120 8.273 268.343
NoordNederland __________ 58.641 62.224 62.330 66.763 75.037 84.492 93.799 106.825 118.716
Jaar 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
OostNederland __________ 66.168 68.253 69.793 75.765 86.385 99.525 111.574 126.898 139.335
WestNederland __________ 73.661 74.946 78.371 84.775 95.403 110.494 125.347 145.024 159.469
149
ZuidNederland __________ 67.236 67.772 71.229 77.529 86.131 99.611 111.308 128.959 143.424
Nederland __________ 69.573 70.926 73.975 79.991 89.952 103.992 117.317 136.446 151.099
Gemiddelde hypotheekbedragen
Waarde 400.000
180.000 Woonhuizen
350.000 300.000
Combinatie woonhuis/ bedrijfspand
250.000
Noord-Nederland
160.000 140.000
Oost-Nederland
120.000 West-Nederland
100.000
200.000
Bouwgrond
150.000
80.000
Zuid-Nederland
60.000
100.000
Nederland
40.000
50.000
20.000
0
0 1993
1994
1995
1996
1997
Bron: CBS Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1998
1999
2000
2001
1993
1994
1995
1996
1997
Bron: CBS bedragen zijn in euro’s Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1998
1999
2000
2001
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Aantal hypotheken en waarde door particulieren afgesloten
soort hypotheek w lineaire hypotheek w annuïteitenhypotheek w groeihypotheek w op levensverzekering w spaarhypotheek w aflossingsvrij andere hypotheek totaal gemeentegarantie wel niet totaal
Ontwikkelingen in de koop- en huurprijzen
150
aantal __________
aandeel __________
171.526 369.537 280.165 416.996 903.134 673.418 119.423 __________ 2.934.199
5,8% 12,6% 9,5% 14,2% 30,8% 23,0% 4,1% __________ 100,0%
975.833 1.958.366 __________ 2.934.199
33,3% 66,7% __________ 100,0%
huurindex koopindex _________________________________ 1965 100 100 1966 108 100 1967 112 103 1968 120 106 1969 128 103 1970 134 105 1971 145 111 1972 157 119 1973 171 136 1974 184 160 1975 200 170 1976 219 217 1977 235 301 1978 255 325 1979 272 322 1980 292 281 1981 316 253 1982 344 226
151
huurindex koopindex _________________________________ 1983 371 233 1984 386 230 1985 400 230 1986 411 241 1987 424 252 1988 436 265 1989 454 282 1990 474 289 1991 505 298 1992 536 321 1993 568 350 1994 600 377 1995 627 400 1996 653 433 1997 679 473 1998 705 515 1999 733 615 2000 765 710
1000 lineaire hypotheek
huurindex 800
annuïteitenhypotheek
koopindex
groeihypotheek
600
op levensverzekering
400
spaarhypotheek
200
aflossingsvrij
Bron: WBO 2000 Totaal aantal hypotheken dat is uitgegeven Gemeten op 1 januari 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: DGW/S Indexcijfers (1965=100) Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
1995
1990
1985
1980
1975
1970
andere hypotheek
1965
0
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Hypotheken
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
gemiddelde koopprijs _______________________ 141 163 181 184 180 225 237 245 204 142 231 187
gemiddelde huurprijs _______________________ 300 309 314 324 394 347 368 325 345 339 351 347
Nederland
212
339
totale gezinsconsumptie __________________________ stijgings-% prijsindex __________ __________ 7,0% 100,0 2,3% 122,3 2,4% 128,0 4,1% 133,2 3,7% 138,1 2,2% 141,1 2,6% 144,7 1,9% 147,5 2,0% 150,5 2,3% 154,0 1,9% 157,0 2,2% 160,5 2,5% 164,5 4,5% 172,0
1980 1985 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
153
bouwkosten _______________ prijsindex __________ 100 98 112 115 121 125 128 133 138 143 148 158 166 176
hypotheekrente _______________ __________ 10,1% 7,8% 8,8% 9,3% 8,8% 7,5% 7,3% 7,1% 6,3% 5,8% 5,6% 5,1% 5,9% 5,9%
180
250 N-Holland
N-Brabant
225
Utrecht
Gelderland
160 Z-Holland
200 Drenthe
Overijssel
175
prijsindex bouwkosten
150
Limburg Flevoland
140 130
Friesland
150
prijsindex gezinsconsumptie
170
120 Groningen
125
Zeeland 110
Bron: NVM en CBS Gemiddelde kale huurprijs per 1 juli in euro's per maand Koopprijs in euro's x 1.000 De gemiddelde koopprijs heeft betrekking op verkopen waarbij een NVM-makelaar heeft bemiddeld Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
2000
1999
1998
1997
1996
350 375 400 gemiddelde huurprijs in euro’s
1995
325
1994
300
1993
275
1992
250
1991
100
100
1990
gemiddelde koopprijs (x 1.000) in euro’s
w Inflatie, bouwkosten en hypotheekrente
152
Bron: CBS. Indexcijfers (1980=100), gezinsconsumptie alle huishoudens Prijsindex bouwkosten nieuwe woningen voor 1995 heeft betrekking op nieuwe woningen in de sociale sector. Met ingang van 1995 is de index gebaseerd op alle categorieën nieuwe woningen Bouwkosten zijn exclusief grondkosten en exclusief btw Hypotheekrente: gemiddelde maandrente van alle nieuw ingeschreven gewone hypotheken op onroerende goederen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Woonlasten en betaalbaarheid Woonlasten
Verkoopprijs bestaande koopwoningen totaal, 2001
72,2 % Huurders
46,5 % IHS-ontvangers
36,6 % Huurders
w Aandachtsgroep
50,1 % alleenstaande
8,2 % IHS-ontvangers
w Niet-aandachtsgroep
2.282.080 huishoudens 36,4 %
4.342.290 huishoudens 63,6 %
+
37,1 % 65-plussers
49,6 % Huurders
Profielschets w aandachtsgroep en niet-aandachtsgroep, 2000
154
24,0 % alleenstaande
w aandachtsgroep ________ % IHS-ontvangers 46,5% % huurwoningen 72,2% % alleenstaanden 50,1% % 65-plussers 37,1% (netto) huurquote 29,7% (netto) koopquote 27,1% gemiddeld inkomen per jaar in euro’s 11.389,00 % hypotheek in koopwoning 65,9%
w nietaandachtsgroep ________ 8,2% 36,6% 24,0% 11,6% 18,2% 15,2% 30.040,00 90,2%
totaal aantal huishoudens ________ 28,5% 49,6% 33,5% 20,9% 24,0% 17,5% 23.641,00 85,3%
11,6 % 65-plussers
28,5 % IHS-ontvangers 80% aandachtsgroep
70% Totaal aantal huishoudens 6.824.370 huishoudens 100 %
60%
nietaandachtsgroep
50% 40% 30%
33,5 % alleenstaande
20,9 % 65-plussers
20% 10% 0% % IHSontvangers
Bron: WBO 2000
% huurwoningen
% alleenstaanden
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
% 65plussers
155
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
Positie van de w aandachtsgroep, 2000
w aandachtsgroep overige huishoudens totaal huishoudens
Huisvesting van de w aandachtsgroep en de overige huishoudens in zelfstandige woningen, 1 janauri 2000
156
1982 _______ 19,8% 11,7%
1986 _______ 21,0% 13,8%
1990 _______ 23,7% 15,0%
1994 _______ 25,7% 16,2%
1998 _______ 29,4% 18,4%
2000 _______ 29,7% 18,2%
15,8%
18,1%
19,7%
21,1%
24,1%
24,0%
w aandachtsgroep __________ huur w w w koop w w w
goedkoop middelduur duur
1.033.134 482.618 87.525
goedkoop middelduur duur
156.538 176.276 343.802 __________ 2.279.893
totaal
waarvan met w IHS __________
overige huishoudens __________
__________
44,0% 63,4% 35,4%
726.992 596.896 183.620
1.760.126 1.079.514 271.145
466.250 825.274 1.426.327 __________ 4.225.359
622.788 1.001.550 1.770.129 __________ 6.505.252
huur 35%
totaal
koop
1.500.000 aandachtsgroep
30%
aandachtsgroep
1.250.000 totaal huishoudens
25%
overige huishoudens
1.000.000
20% overige huishoudens
15%
750.000 500.000
10%
250.000
5%
0
0% 1982
1986
1990
1994
Bron: WBO Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1998
2000
tot 339
340 - 455
456 en meer
tot 124.790
Bron: WBO 2000 Aantal huishoudens exclusief onzelfstandig wonenden Prijsgrenzen in euro’s Gemeten op 1 januari 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
124.790 176.975
176.974 en meer
157
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
Netto w huurquote van de w aandachtsgroep
w huur ______________________________ w goed- w middel- w duur koop duur ______ ______ ______ Groningen 47,2% 20,2% 1,8% Friesland 45,7% 18,5% 0,3% Drenthe 39,9% 17,8% 3,3% Overijssel 45,2% 21,1% 2,2% Flevoland 19,7% 48,3% 2,5% Gelderland 39,5% 30,1% 3,4% Utrecht 45,3% 18,1% 6,4% N-Holland 51,4% 17,7% 4,9% Z-Holland 49,2% 23,9% 5,4% Zeeland 45,2% 12,9% 2,3% N-Brabant 38,8% 23,0% 3,2% Limburg 19,7% 48,3% 2,5%
w Goedkope huurwoningenvoorraad en de w aandachtsgroep, 2000
158
w koop ______________________________ w goed- w middelw duur koop duur ______ ______ ______ 14,1% 6,0% 10,8% 15,5% 5,3% 14,7% 8,4% 9,7% 20,9% 9,4% 7,5% 14,6% 10,8% 9,9% 8,9% 5,3% 9,4% 22,4% 5,3% 8,2% 16,7% 4,9% 6,5% 14,7% 5,9% 6,4% 9,2% 19,2% 7,5% 13,0% 5,4% 9,6% 20,1% 10,8% 9,9% 8,9%
totaal ______
______ 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
Nederland
45,3%
21,2%
3,8%
6,9%
7,7%
15,1%
100%
Nederland
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
75,0% 66,8% 63,9% 66,4%
14,9% 24,1% 17,6% 16,0%
4,7% 4,3% 3,7% 5,7%
1,2% 1,0% 9,6% 4,9%
1,2% 1,1% 2,4% 4,0%
2,9% 2,7% 2,9% 3,0%
100% 100% 100% 100%
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
w goedkope huur _____________________________ aantal % van de voorraad __________ __________ 71.083 29,7% 71.821 28,5% 45.295 24,2% 107.831 25,8% 13.335 11,3% 168.300 22,5% 102.127 23,6% 381.140 34,4% 450.825 31,1% 35.624 23,3% 204.427 22,0% 108.318 23,1% __________ 1.760.126 27,1% 216.934 156.504 93.457 40.089
w aandachtsgroep _____________________________ aantal % van alle huishoudens __________ __________ 115.023 44,1% 99.695 38,1% 68.256 35,5% 164.597 37,8% 33.476 27,9% 279.916 35,5% 152.617 31,7% 452.787 38,7% 542.647 35,9% 52.828 33,9% 345.568 35,9% 174.668 36,1% __________ 2.482.078 36,4%
58,4% 54,6% 43,8% 40,2%
185.215 145.211 97.121 56.195
45,4% 47,9% 42,5% 44,0%
50%
80% goedkope koop 60%
middeldure koop dure koop
% goedkope huur
45% 40%
% aandachtsgroep
35% 30% 25%
40% goedkope huur
20% 15%
20%
middeldure huur dure huur
10% 5%
Bron: WBO 2000 Gemeten op 1 januari 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: WBO 2000 Aandachtsgroep inclusief onzelfstandig wonenden Gemeten op 1 januari 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Flevoland
Utrecht
Zeeland
Gelderland
Drenthe
Z-Holland
N-Brabant
Limburg
Nederland
Utrecht
Overijssel
Den Haag
Friesland
Rotterdam
N-Holland
Amsterdam
Groningen
0%
0%
159
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
Verdeling van de w aandachtsgroep naar sector en prijsklasse
1990 _________
1994 _________
1998 _________
2000 _________
162.000 41%
106.000 29%
110.553 30%
87.525 32%
7%
5%
5%
5%
738.000 40%
666.388 39%
726.992 41%
20%
17%
17%
dure scheefheid aantal huishoudens % van de w dure voorraad % van de huishoudens in aandachtsgroep
goedkope scheefheid aantal huishoudens 728.000 % van de w goedkope voorraad 38% % van de huishoudens in niet-aandachtsgroep 22%
Achtergelaten woningen bij w doorstroming naar nieuwe woningen
160
enquêtejaar ___________ 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
toetreders ________ 32% 30% 28% 25% 23% 19% 17% 16% 18% 16% 14% 15% 13% 12% 13% 12% 10% 11%
w goedkope huur ________ 31% 29% 23% 25% 27% 28% 31% 28% 27% 26% 24% 23% 24% 23% 22% 21% 21% 18%
w middeldure huur ________ 16% 17% 18% 20% 19% 19% 20% 17% 17% 16% 15% 17% 18% 18% 17% 15% 17% 16%
w dure huur ________ 13% 14% 15% 14% 13% 13% 11% 10% 9% 11% 12% 10% 11% 10% 8% 9% 9% 8%
koop ________ 8% 10% 16% 17% 19% 21% 21% 29% 29% 30% 35% 35% 33% 37% 40% 43% 44% 48%
totaal (100%) ________ 111.200 112.500 97.500 103.300 110.100 118.400 111.200 97.400 82.900 86.200 83.700 87.400 93.800 88.900 92.300 90.500 78.600 70.700
100%
800.000
koop
goedkope scheefheid
700.000
80% 600.000
dure huur dure scheefheid
500.000
60%
middeldure huur
400.000 40%
300.000
goedkope huur
200.000
20%
100.000
toetreders
0
Bron: WBO Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
2000
1986
1998
1985
1994
1984
0% 1990
161
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
w Dure en w goedkope scheefheid
w Doorstroming uit bestaande naar nieuwe huurwoningen
huidige huur ________ 230 225 225 230 245 250 255 275 295 310 325 345 355 370 390 395 390 410
huidige huur 400 vorige huur
enquêtejaar ___________ 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
koopprijs in euro
vorige huur ________ 170 180 200 190 190 190 200 200 210 230 245 265 285 300 315 320 330 335
500
huurprijs oude woning ________ 210 230 230 240 235 245 245 250 255 285 300 300 325 340 345 365 370 390
aantal w doorstromers ________ 21.700 26.600 24.900 28.800 32.600 34.200 33.700 26.800 23.400 24.000 24.000 25.600 30.700 24.400 26.600 26.600 23.400 18.900
koopprijs nieuwe woning ________ 66.700 68.100 64.900 66.300 69.900 75.800 79.000 80.800 85.300 91.200 95.300 93.500 101.200 111.600 114.800 129.000 143.200 171.500
500
190.000
koopprijs nieuwe woning
170.000 150.000
huurprijs oude 300 woning
130.000
300
90.000
200
70.000 100
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Gemiddelde lopende prijzen Huur: basishuur in euro’s per maand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Gemiddelde lopende prijzen Huur: basishuur in euro’s per maand Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
100 1984
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
50.000
huur in euro
110.000
1984
huurprijs
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
aantal w doorstromers ________ 44.900 40.600 30.200 31.700 31.600 37.700 35.600 26.900 20.600 22.000 18.500 18.100 20.000 20.500 17.500 14.100 12.500 10.500
163
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
enquêtejaar ___________ 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
w Doorstroming uit bestaande huurwoningen naar nieuwe koopwoningen
162
enquêtejaar ___________ 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
164
verkoop prijs oude woning ________ 63.500 59.000 59.000 64.000 65.800 70.300 71.200 77.600 83.900 90.300 91.200 99.400 98.900 117.100 124.100 146.300 153.300 189.000
aantal w doorstromers ________ 5.600 8.600 11.200 12.000 16.500 21.300 20.200 22.900 19.600 20.800 23.500 24.800 25.000 26.700 31.800 35.000 30.800 30.700
koopprijs nieuwe woning ________ 89.800 87.100 87.100 89.400 93.900 98.900 105.300 110.700 120.300 122.500 127.500 133.000 134.800 150.700 157.700 173.400 185.100 219.400
40.000 aantal doorstromers
35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Gemiddelde lopende prijzen in euro’s Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
0 1984
Woonlasten en betaalbaarheid Aandachtsgroep en scheefheid
w Doorstroming uit bestaande naar nieuwe koopwoningen
165
De sociale as Ouderen Studenten Woonwagenbewoners, dak- en thuislozen Gehandicapten Allochtonen
166
De sociale as
167
De sociale as
Mensen met een zorgvraag, waaronder veel ouderen, hebben weer andere wensen. Een aantal heeft specifieke woningen of voorzieningen in en om de woning nodig door lichamelijk of verstandelijke handicaps of ouderdom. Ook is een beperkte groep intramuraal gehuisvest. Tenslotte is er de groep mensen die extra begeleiding nodig hebben bij het wonen. Het betreft (ex)-psychiatrische patiënten die door de toenemende extramuralisering meer en meer begeleid zelfstandig wonen. Ook de huisvesting van (ex-) dak- en thuislozen vraagt voorzieningen met extra begeleiding.
Gehandicapten
Allochtonen**
55+ = 24% bevolking 65+ = 14% bevolking
561.100 lichamelijk 295.100 verstandelijk*
2.775.305 inwoners (1-1-2000)
ontwikkeling aandeel 65+ 1970: 10% 2000: 14% 2030: 22%
lichamelijk gehandicapt 416.000 zelfst. wonend 145.100 wonend in tehuis
in 4 grote steden 808.050 inwoners = 40% bevolking
55+ woonachtig in ouderenwoning 384.053
verstandelijk gehandicapt 217.400 zelfst. wonend 77.700 wonend in tehuis
overige gemeenten >100.000 inw. 576.578 inwoners = 20% bevolking
69% geheel zelfstandige ouderenwoning 11% aanleunwoning 8% serviceflat 12% overig (o.a. woonzorgcomplex)
in gemeenten < 100.000 inw. 1.390.677 = 13% bevolking
Bron: CBS/WBO * Vestandelijk gehandicapten inclusief dementiepatiënten ** Allochtonen: personen in het buitenland geboren en personen in Nederland geboren en waarvan tenminste 1 ouder in het buitenland is geboren
De sociale as
Dit hoofdstuk over de sociale as gaat in op groepen die een specifieke woonvraag hebben. Deze vraag gaat veelal gepaard met extra voorzieningen, begeleiding of zorg. Door hun lage inkomen kunnen zij slechts lage woonlasten opbrengen. Niet iedereen heeft dezelfde woonbehoefte. In de verschillende levensfasen ontstaan andere wensen ten aanzien van de woning. Jongeren hebben behoefte aan goedkope huisvesting, eventueel als onzelfstandige woonruimte. Ieder jaar is het voor studenten als zij gaan studeren weer een probleem om een betaalbare kamer te krijgen. Maar ook werkende jongeren lopen tegen het probleem van betaalbare woonruimte op. Gezinnen met kinderen vragen een eengezinswoning. Wanneer het een kostwinner met een zeer laag inkomen betreft is de beschikbaarheid van kwalitatief goede, doch betaalbare huisvesting essentieel. Tot deze categorie behoren veel eenoudergezinnen. Allochtonen kunnen vanuit hun culturele achtergrond andere eisen aan de woning en woonomgeving stellen dan autochtone bewoners. Woonwagenbewoners vormen weer een andere categorie met specifieke wensen. Zij zijn veelal zeer gehecht aan hun wijze van huisvesting en hebben geen behoefte aan een gewone woning.
Ouderen
168
enquêtejaar ___________ 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
aantal _________ 17.200 15.600 18.000 19.100 25.300 25.500 23.700 19.800 19.800 21.000 20.400 22.500 26.700 24.000 20.800 19.500 18.300
aandeel _________ 15% 16% 17% 17% 21% 23% 24% 24% 23% 25% 23% 24% 30% 26% 23% 25% 26%
30.000
35%
25.000
30%
Aantal ouderen in w ouderenwoningen, 2000
55-64 jaar _________
65-74 jaar _________
ouder dan 74 jaar _________
totaal _________
geheel zelfstandige w ouderenwoning aanleunwoning serviceflat woonzorgcomplex overig
78,6% 1,0% 6,8% 3,6 10,0%
77,0% 7,7% 5,3% 2,5% 7,5%
60,8% 15,3% 10,8% 5,5% 7,6%
68,9% 10,7% 8,3% 4,2% 7,9%
totaal (100%)
49.267
138.279
196.507
384.053
geheel zelfstandige ouderenwoning
aantal
25%
20.000
169
aandeel aanleunwoning
20% serviceflat
15.000 15%
woonzorgcomplex
10.000
10%
Bron: BNW Enquêtejaar is een jaar later dan het bouwjaar Ouderen: 55 jaar en ouder Helpdesk per e-mail (
[email protected])
overig
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
0% 1987
0 1986
5%
1985
5.000
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
De sociale as Ouderen
De sociale as Ouderen
Aantal ouderen in nieuwe woningen
enquêtejaar ___________ 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
aantal _________ 2.200 2.800 2.500 2.300 2.400 2.100 1.900 1.200 1.800 1.800 1.600 1.500 1.400 1.100
aandeel _________ 13% 20% 22% 30% 41% 35% 39% 30% 37% 38% 35% 32% 37% 35%
3.000
45% 40%
2.000
30% 25%
1.500
huisvesting in 2001 aantal ouderen 65+ zelfstandig wonend intramuraal wonend w.v. in verzorgingstehuis w.v. in verpleegtehuis prognose intramuraal gehuisvest 2010 55-64 jaar 65-74 jaar 75+ 2020 55-64 jaar 65-74 jaar 75+ 2030 55-64 jaar 65-74 jaar 75+
171
absoluut ____________ 2.174.501
percentage ____________ 100,0%
2.040.759 133.742 103.475 30.267
93,8% 6,2% 4,8% 1,4%
11.200 16.433 105.204
0,5% 1,2% 9,4%
10.105 21.907 96.776
0,4% 1,2% 7,3%
10.175 23.682 124.240
0,4% 1,1% 7,0%
10% aantal
2.500 35%
Intramuraal en zelfstandig wonende ouderen
170
2010
9% 8%
aandeel
2020
7% 6%
2030
5% 20%
1.000
15%
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
Bron: BNW Helpdesk per e-mail (
[email protected])
3%
10%
2%
5%
1%
0%
0%
500 0
4%
55-64 jaar
65-74 jaar
Bronnen: CBS, SCP Helpdesk per e-mail (
[email protected])
75+
De sociale as Ouderen
De sociale as Ouderen
Aantal w ouderenwoningen in de w goedkope huursector, nieuwbouw
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Nederland
w verzorgingstehuizen __________ 63 62 41 93 12 188 86 199 243 43 221 101 __________ 1.352
capaciteit __________ 4.926 4.604 3.378 7.836 1.076 13.935 6.916 17.917 23.444 3.434 16.492 8.463 __________ 112.421
bewoners __________ 4.460 4.341 3.166 7.132 1.008 13.205 6.249 16.269 21.581 3.298 15.489 7.915 __________ 104.113
41 39 37 13
4.290 4.130 4.125 1.465
3.957 3.765 3.839 1.360
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
Dienstverlening van w verzorgingstehuizen aan zelfstandig wonende ouderen
172
aantal ouderen dat 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 gebruik maakt van: _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ kortdurende opname 18.667 20.869 24.098 24.052 26.672 28.102 27.530 dagverzorging/-opvang 13.522 15.939 16.474 15.026 17.415 20.754 20.900 nachtverzorging/-opvang 461 553 296 562 1.702 1.568 1.599 maaltijdverstrekkingen 49.969 48.432 51.652 50.002 54.621 57.532 58.805 voetverzorging 13.727 16.427 12.795 bewegen voor ouderen 16.811 18.025 13.740 aangesloten op alarmsysteem 60.900 59.389 62.504 64.595 66.089 66.961 67.467
80.000
30.000 capaciteit bewoners
aangesloten op alarmsysteem
70.000 60.000
maaltijdverstrekkingen
20.000
50.000 kortdurende opname
40.000 30.000
10.000
nachtverzorging/ nachtopvang
20.000 10.000 0
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
Gelderland
Flevoland
Overijssel
Drenthe
Friesland
Groningen
0
Bron: CBS. Gemeten op 1 januari 2000, capaciteit gemeten op 1 januari 1999 Capaciteit is inclusief verzorgingsplaatsen, ziekenbedden en bedden in niet-erkende verpleegafdelingen Bewoners kunnen jonger zijn dan 65 jaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
Bron: CBS. Gemeten op 1 januari Maaltijdverstrekkingen: gemiddelde aantal verstrekte maaltijden per dag Aangesloten op alarmsysteem: aantal aangesloten woningen (inclusief tot het verzorgingstehuis behorende woningen) Helpdesk per e-mail (
[email protected])
173
De sociale as Ouderen
De sociale as Ouderen
w Verzorgingstehuizen, capaciteit en bewoners per provincie
1982 ______ 43% 41% 38% 33% 31% 29%
54-57 jaar 58-61 jaar 62-65 jaar 66-69 jaar 70-73 jaar 74-77 jaar
1986 ______ 47% 44% 40% 37% 31% 28%
1990 ______ 52% 47% 40% 37% 34% 32%
w Netto huurquote van oudere huishoudens, 2000
174
1994 ______ 55% 50% 47% 40% 35% 30%
1998 ______ 59% 53% 48% 42% 36% 31%
2000 ______ 61% 55% 50% 41% 37% 32%
65%
tot 12% 12-15% 16-19% 20-23% 24% en meer
175
75 jaar 55 jaar tot 55 alle huis55-64 jaar 65-74 jaar en ouder en ouder jaar houdens _________ _________ _________ _________ _________ _________ 13% 8% 5% 9% 15% 12% 14% 10% 8% 11% 21% 17% 16% 16% 15% 16% 19% 18% 19% 19% 21% 20% 15% 17% 37% 47% 50% 45% 30% 36%
100% 54-57 jaar
60% 55%
58-61 jaar
24% en meer 80% 20-23%
50% 45% 40%
62-65 jaar
60%
16-19%
66-69 jaar
40%
12-15%
70-73 jaar
20%
tot 12%
35% 30% 25% 74-77 jaar 20%
0% 1982
1986
1990
Bron: WBO Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1994
1998
2000
< 55 jaar
55-64
Bron: WBO Helpdesk per e-mail (
[email protected])
65-74
75 >
De sociale as Ouderen
De sociale as Ouderen
Ontwikkeling eigen woningbezit bij ouderen
w w w w w
netto vaste woonuitgaven bijkomende woonuitgaven totale woonuitgaven netto inkomen inflatie
1986 ______ 100 100 100 100 100
1990 ______ 115 84 103 104 103
1994 ______ 140 103 126 118 112
1998 ______ 182 111 155 137 123
176
2000 ______ 185 122 161 146 125
Aantal toegankelijke woningen in de woningvoorraad, 2000
intern toegankelijk* ______ extern toegankelijk** ja nee totaal
ja ______ 22% 14% 36%
nee ______ 52% 12% 64%
177
totaal ______ 74% 26% 100%
toegankelijkheid woningen 200 180
netto vaste woonuitgaven
zowel intern als extern toegankelijk
160
totale woonuitgaven
alleen intern toegankelijk
netto inkomen
alleen extern toegankelijk
inflatie
noch intern, noch extern toegankelijk
140 120 100 bijkomende woonuitgaven
80 60 1986
1990
1994
Bron: WBO Indexcijfers (1986 = 100) Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1998
2000
Bron: KWR 1994-1996 / 1999-2001 * interne toegankelijkheid: primaire vertrekken op dezelfde bouwlaag ** externe toegankelijkheid: woning bereikbaar zonder trappen lopen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
De sociale as Ouderen
De sociale as Ouderen
Ontwikkelingen in de woonuitgaven van huurders van 65 jaar en ouder
Leefsituatie van studenten
178
voorziet zelf in dagelijkse levensbehoeften _______
heeft hulp bij persoonlijke verzorging _______
Leeftijd 55-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar en ouder
89,2% 91,9% 72,3%
7,1% 9,6% 18,8%
Totaal 55 jaar en ouder
81,1%
14,2%
179
thuiswonend ____________ 265.785 243.530 247.226 250.516 260.155 255.659
1996 1997 1998 1999 2000 2001
uitwonend ____________ 260.901 251.240 242.537 239.983 232.778 246.129
totaal ____________ 526.686 494.770 489.763 490.499 492.933 501.788
600.000
100% 55-64 jaar
uitwonend 500.000
80%
65-74 jaar
thuiswonend 400.000
60%
75 jaar en ouder
300.000
40% 200.000 20%
100.000 0
0% voorziet zelf in dagelijkse levensbehoeften
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
heeft hulp bij persoonlijke verzorging
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Bron: Informatie Beheer Groep Studenten zijn inschreven studenten in WO en HBO per 1 september van elk jaar Helpdesk per e-mail (
[email protected])
De sociale as Studenten
De sociale as Ouderen
Ouderen en hulpbehoevenden naar leeftijd
1990 ___________ Zelfstandige wooneenheid 81.300 Onzelfstandige wooneenheid 146.690 BAR 32.200 Kamer bij hospita 76.640 ___________
totaal
338.820
Woonwagenstandplaatsen, eigendomsverhoudingen en standplaatsdichtheid*, 2001
180
1994 ___________ 80.179 156.656 37.875 67.813 ___________
1998 ___________ 112.414 78.367 70.474 47.276 ___________
index 1998 (1990=100) ___________ 138 53 219 62 ___________
344.517
310.529
92
eigenaarbewoners
gemeente eigenaar en verhuurder
gemeente eigenaar, t.i.** verhuurder
t.i. eigenaar en verhuurder
derden
181
totaal aantal standplaatsen
standplaatsdichtheid
_________ _________ _________ _________ _________ _________ _________ provincie Groningen 51 Friesland 12 Drenthe 1 Overijssel 16 Gelderland 39 Flevoland 0 Utrecht 6 Noord-Holland 34 Zuid-Holland 103 Zeeland 8 Noord-Brabant 23 Limburg 74 Nederland 367
142 7 429 220 860 45 232 857 952 151 1.003 948 5.846
5 20 1 100 214 0 66 103 316 0 256 111 1.192
17 89 37 269 284 12 169 165 234 0 380 198 1.854
3 0 0 0 0 0 177 3 15 96 65 0 359
218 128 468 605 1.397 57 650 1.162 1.620 255 1.727 1.331 9.618
0,39 0,21 1,06 0,57 0,73 0,19 0,59 0,46 0,48 0,69 0,74 1,17 0,61
standplaats-dichtheid 1,4
400.000 Kamer bij hospita
350.000
1,2
300.000
BAR
250.000
Onzelfstandige wooneenheid
200.000
1 0,8 0,6
150.000
Zelfstandige wooneenheid
100.000
0,4 0,2
50.000 0
Bron: WBO, Laagland'advies Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: Ministerie van VROM (DGW) *standplaatsdichtheid: aantal standplaatsen per 1000 inwoners ** t.i. staat voor w toegelaten instelling gemeten per 31 december 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
Drenthe
N-Brabant
Gelderland
Zeeland
Nederland
Utrecht
Overijssel
Z-Holland
N-Holland
Groningen
1998
Friesland
1994
Flevoland
0 1990
De sociale as Woonwagenbewoners, dak- en thuislozen
De sociale as Studenten
Ontwikkeling van de markt voor onzelfstandige woonruimte 1990 -1998
leeftijdklasse < 18 jaar 18 - 21 jaar 21 - 31 jaar 31 - 41 jaar 41 - 51 jaar 51 - 61 jaar > 61 jaar totaal
182
1999 ________________ aantal bewoners % ______ ______
2000 ________________ aantal bewoners % ______ ______
2001 ________________ aantal bewoners % ______ ______
223 6,2 112 3,1 573 16,0 706 19,8 758 21,2 508 14,2 691 19,4 ______ ______ 3.571 100,0
120 2,5 234 5,0 805 17,1 974 20,7 968 20,5 763 16,2 848 18,0 ______ ______ 4.712 100,0
60 1,2 235 4,7 685 13,6 996 19,8 1.077 21,4 961 19,1 1.020 20,3 ______ ______ 5.034 100,0
Gebruik van informele zorg en particuliere hulp door zelfstandig wonende huishoudens in procenten
183
informele zorg*
particuliere zorg**
________________________
________________________
1991 leeftijd ______ 6-54 jaar 8% 55-64 jaar 6% 65-74 jaar 9% 75+ jaar 21% type huishouden alleenwonend 11% samenwonend 8% lichamelijke beperkingen geen beperkingen 6% lichte beperkingen 9% matige beperkingen 16% ernstige beperkingen 33%
1995 ______ 8% 7% 13% 23%
1999 ______ 8% 7% 8% 22%
1991 ______ 6% 6% 10% 23%
1995 ______ 6% 7% 12% 21%
1999 ______ 6% 7% 9% 18%
12% 8%
11% 8%
12% 7%
9% 8%
9% 7%
6% 11% 21% 40%
6% 10% 17% 34%
6% 12% 14% 13%
6% 11% 11% 15%
6% 9% 11% 15%
8,9%
9,5%
9,2%
8,2%
8,3%
7,5%
tot. huishoudens (x 1000) 6.164
6.469
6.745
6.164
6.469
6.745
gebruik van informele zorg 1999
gebruik van particuliere zorg 1999
alle huishoudens
1200 1999
geen beperkingen
2000
lichte beperkingen
2001
matige beperkingen
1000 800 600 ernstige beperkingen 400 200 0 < 18 jaar
18 - 21
21 - 31
31 - 41
Bron: Federatie opvang Helpdesk per e-mail (
[email protected])
41 - 51
51 - 61
> 61 jaar
Bron: SCP Rapportage Gehandicapten 2002 en CBS * Informele zorg is hulp door familie, vrienden of buren bij lichamelijke verzorging of huishoudelijke activiteiten **particulier zorg is hulp van instellingen die buiten de reguliere thuiszorg vallen (bijvoorbeeld werkster) Helpdesk per e-mail (
[email protected])
De sociale as Gehandicapten
De sociale as Woonwagenbewoners, dak- en thuislozen
Bewoners van de thuislozenzorg naar leeftijd
leeftijd 6-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75+ jaar type huishouden alleenwonend samenwonend lichamelijke beperkingen geen beperkingen lichte beperkingen matige beperkingen ernstige beperkingen alle huishoudens totaal huishoudens (x 1000)
Persoonsgebonden budget voor verpleging en verzorging en verstandelijk gehandicapten
184
1991 _________
1995 _________
1999 _________
3% 2% 9% 27%
2% 5% 11% 30%
3% 5% 9% 31%
9% 4%
11% 4%
13% 4%
2% 5% 15% 42%
2% 7% 17% 43%
2% 6% 17% 47%
5,3%
5,9%
6,7%
6.164
6.469
6.745
verstandelijk gehandicapten _____________ 1.400 1.500 3.101 3.641 6.195 9.164
1996 1997 1998 1999 2000 2001
verpleging en verzorging _____________ 4.000 6.045 7.184 9.408 16.282 26.753
gebruik van thuiszorg, 1999 50%
30.000 verstandelijk gehandicapten
45% 25.000
40% 35%
verpleging en verzorging
20.000
30% 25%
15.000
20% 10.000
15% 10%
5.000
5% 0
0% geen beperkingen
lichte beperkingen
matige beperkingen
ernstige beperkingen
Bron: SCP Rapportage Gehandicapten 2002 en CBS thuiszorg is zorg door thuiszorginstellingen, exclusief kraamzorg, diëtetiek en jeugdgezondheidszorg Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1996
1997
1998
1999
Bron: SCP Rapportage gehandicapten 2002 Cijfers betreft aantal budgethouders Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
2001
185
De sociale as Gehandicapten
De sociale as Gehandicapten
Gebruik van thuiszorg door zelfstandig wonende huishoudens in procenten
Aantal nieuw toegekende WVG voorzieningen op het gebied van wonen
woningaanpassingen roerende woonvoorzieningen 6.100 overige woonvoorzieningen 9.400 verhuizing en inrichting 11.600 _______ totaal 51.500 totaal exclusief verhuizing/inrichting 39.900
1996 _______ 46.500
1997 _______ 58.400
1998 _______ 63.200
1999 _______ 64.400
2000 _______ 66.800
13.300
16.000
16.500
19.400
21.500
12.500 12.900 _______ 85.200
13.600 16.300 _______ 104.400
14.300 17.300 _______ 111.200
17.700 16.900 _______ 118.300
16.000 16.000 _______ 120.300
72.300
88.100
94.700
101.400
104.300
140.000
alle intramurale voorzieningen gezinsvervangend tehuis (GVT) voor verstandelijk gehandicapten totaal
1981 _______
1985 _______
1990 _______
1995 _______
2000 _______
28.970
30.295
31.171
33.282
35.588
8.204 _______ 37.174
11.296 _______ 41.591
13.320 _______ 44.491
15.982 _______ 49.264
17.661 _______ 53.249
40.000 verhuizing en inrichting
120.000 overige woonvoorzieningen
100.000 80.000
roerende woonvoorzieningen
60.000
woningaanpassingen
alle intramurale voorzieningen
35.000 30.000
gezinsvervangend tehuis (GVT voor verstandelijk gehandicapten
25.000 20.000
40.000
15.000 10.000
20.000
5.000
0
0 1995
1996
1997
1998
1999
2000
Bron: SCP Rapportage Gehandicapten 2002 Cijfers afgerond op honderdtallen, de som der delen kan daardoor marginaal afwijken van het totaal Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1981
1985
1990
Bron: SCP Rapportage Gehandicpaten 2002 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1995
2000
187
De sociale as Gehandicapten
De sociale as Gehandicapten
1995 _______ 24.400
Capaciteit intramurale en semimurale voorzieningen voor verstandelijk gehandicapten
186
lichamelijk gehandicapten-sector grote woonvormen GVT's* voor mensen met lichamelijke beperkingen fokuswoningen/ adl-clusterwoningen** zintuigelijk gehandicapten-sector instellingen voor mensen met visuele beperkingen instellingen voor mensen met communicatieve en/of auditieve beperkingen GVT's* voor mensen met communicatieve en/of auditieve beperkingen totaal
188
1990 _______
1997 _______
1998 _______
1999 _______
2000 _______
801
764
744
752
770
967
1.974
2.112
2.189
2.290
468
847
859
859
860
572
560
560
560
560
856
874
874
894
904
168 _______ 3.832
213 _______ 5.232
215 _______ 5.364
217 _______ 5.471
219 _______ 5.603
Bevolking naar nationaliteit, 2002
nationaliteit Nederlandse niet-Nederlandse waaronder: Europa Turkse Griekse Italiaanse Joegoslavische Bosnische Kroatische Portugese Spaanse overig Europa totaal Europa
189
15.414.892 690.393
100.309 6.015 18.599 6.645 3.006 1.632 10.585 17.449 183.050 _________ 347.290
Amerika Surinaamse overig Amerika
8.491 30.144 _________ 38.635
totaal Amerika Azië Afrika Oceanië staatloos en onbekend
61.903 131.415 4.150 106.999
6.000 GVT's voor mensen met communicatieve en/of auditieve beperkingen
5.000
Nederlands niet-Nederlands
inst. voor mensen met communicatieve en/of auditieve beperkingen
4.000 3.000
inst. voor mensen met visuele beperking
2.000
fokuswoningen/adl-clusterwoningen
1.000 GVT's voor mensen met lichamelijke beperking 0 1997
1998
1999
2000
grote woonvormen
Bron: SCP Rapportage Gehandicpaten 2002 * GVT betekent: gezin vervangend tehuis ** fokus/clusterwoningen zijn woongroepen met zelfstandige woningen waar minimale begeleiding wordt aangeboden Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: CBS Staatloos is inclusief de personen die hun Nederlandse nationaliteit hebben verloren door zich zonder verlof te begeven in vreemde krijgs- of staatsdienst Gemeten op 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
De sociale as Allochtonen
De sociale as Gehandicapten
Capaciteit woonvoorzieningen voor mensen met lichamelijke of zintuiglijke beperkingen
4 grote steden overige gemeenten > 100.000 inwoners gemeenten < 100.000 inwoners Nederland
Woningtypen naar herkomst bewoners, 2000
190
index 2002 (1992=100) ______ ______ 42,1% 122
1992 ______ 34,6%
1995 ______ 37,1%
1996 ______ 37,7%
1998 ______ 40,8%
2000 ______ 40,4%
18,0%
19,4%
19,7%
19,7%
19,9%
21,1%
117
11,7%
12,4%
12,6%
12,7%
12,7%
13,3%
113
15,6%
16,7%
16,9%
17,5%
17,5%
18,4%
118
50%
autochtonen ______ eengezinswoning 68% flat e.d. 27% overig woonverblijf 4% inwonend 1% aantal huishoudens 5.716.230
w allochtonen ______ 49% 46% 4% 1% 1.108.138
191
w doelgroep minderhedenbeleid ______ 52% 39% 7% 1% 2.482.077
totaal ______ 65% 30% 4% 1% 6.824.368
70% 4 grote steden
40% overige gemeenten > 100.000 inwoners 30%
60%
eengezinswoning
50%
flat e.d.
40% gemeenten < 100.000 inwoners
20%
overig woonverblijf
30% 20%
10% 10% 0%
0% 1992
1995
1996
1998
2000
2002
Bron: CBS Allochtonen als percentage van het totaal aantal in Nederland woonachtige personen Index betreft de ontwikkeling van het aandeel allochtonen in de bevolking Helpdesk per e-mail (
[email protected])
autochtonen
allochtonen
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
doelgroep
De sociale as Allochtonen
De sociale as Allochtonen
w Allochtonen in Nederland
Kenmerken van woningen naar herkomst bewoners, 2000
aantal kamers een of twee kamers 9% drie kamers 19% vier kamers 34% vijf of meer kamers 37% bouwjaar voor 1945 21% 1945-1969 27% vanaf 1970 53% sector koop 56% huur 44% aantal huishoudens 5.716.230
w allochtonen ______
w doelgroep minderhedenbeleid ______
totaal ______
12% 24% 37% 27%
18% 28% 38% 16%
10% 20% 35% 36%
19% 31% 50%
18% 35% 48%
20% 27% 52%
34% 66% 1.108.138
15% 85% 2.482.077
52% 48% 6.824.368
40%
w autochtonen ____________ 37%
niet westerse w allochtonen* ____________ 57%
westerse w allochtonen** ____________ 36%
8% 29% 63% ____________ 100%
19% 38% 43% ____________ 100%
9% 27% 64% ____________ 100%
5.581.000
561.000
555.000
w aandachtsgroep waarvan: (sub)minima overige w aandachtsgroep w niet-aandachtsgroep Totaal Aantal huishoudens
193
100% een of twee kamers
niet-aandachtsgroep
90% 80%
30%
drie kamers vier kamers
20%
aandachtsgroep
70% 60%
(sub)minima
50% vijf of meer kamers
40% 30%
10%
20% 10%
0%
0% autochtonen
allochtonen
Bron: WBO 2000 Doelgroep is allochtonen die tot de doelgroep behoren Helpdesk per e-mail (
[email protected])
doelgroep
autochtonen
niet westerse allochtonen*
westerse allochtonen**
Bron: Nota Wonen: mensen, wensen, wonen * niet-westerse allochtonen: Marokko, Turkije, Antillen/Aruba, Suriname, Zuid-Europa (Portugal, Spanje, Italië, Griekenland), Afrika, Latijns Amerika, Azië inclusief Oost-Europa en Joegoslavië en exclusief Indonesië (voormalig Nederlands-Indië) en Japan. ** westerse allochtonen: Europa (exclusief Oost-Europa, Zuid-Europa en Joegoslavië), NoordAmerika, Australië, Japan en Indonesië (voormalig Nederlands-Indië). Helpdesk per e-mail (
[email protected])
De sociale as Allochtonen
De sociale as Allochtonen
autochtonen ______
w Aandachtsgroep en w allochtonen
192
% Nederlander __________________ alleenstaanden 84% echtpaar zonder kinderen 87% echtpaar met kinderen 83% eenoudergezinnen 65% overige 68% totaal huishoudens
% Niet-Nederlander __________________ 16% 13% 17% 35% 32%
84%
16%
Totaal (100%) __________________ 2.286.367 2.059.465 2.128.128 261.517 88.891 _________ 6.824.368
100% % Nederlander 80% % Niet-Nederlander 60%
40%
20%
Bron: WBO 2000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
overige
eenouder gezinnen
echtpaar met kinderen
echtpaar zonder kinderen
0% alleenstaanden
De sociale as Allochtonen
Gezins- en huisvestingssituatie van Nederlanders en niet-Nederlanders (huishoudens), 2000
194
195
ISV-gemeenten
196
De indicatoren van de Monitor Stedelijke Vernieuwing
De fysieke condities voor economische versterking (pv7)*
Beleid Stedelijke Vernieuwing
vijfjarig investeringsbudget is dat gemeenten een samenhangend Meerjaren Ontwikkelingsprogramma (MOP) opstellen waarin zij aangeven wat zij aan het einde van die periode willen bereiken in hun fysieke leefomgeving. Er zijn 30, zogenaamde rechtstreekse, gemeenten waarvoor het Ministerie van VROM als budgethouder optreedt. Deze gemeenten hebben hun MOP’s bij het ministerie ingediend. Zie pagina 189. Daarnaast zijn er zo’n 100 niet-rechtstreekse gemeenten die een Meerjaren Ontwikkelingsprogramma hebben ingediend bij de provincies en die via de provincies een Investeringsbudget hebben ontvangen. De tabellen in dit hoofdstuk hebben betrekking op de uitgangssituatie in deze G30 bij de aanvang van de eerste ISVperiode.
Versterking van betrokkenheid bij dagelijkse leefomgeving (pv12)
Het aanbod van gevarieerde woonmilieus (pv8)
Zorgvuldig ruimtegebruik (pv11)
De omgevingskwaliteit (pv9)
Duurzaamheid (pv10)
De steden in de Monitor stedelijke vernieuwing G4 - grote steden
G21 - middelgrote steden
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
Almelo Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Enschede Groningen
Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Den Bosch Leeuwarden Leiden Maastricht
De 5 aanleungemeenten Nijmegen Schiedam Tilburg Venlo Zwolle
Alkmaar Amersfoort Lelystad Emmen Zaanstad
Bron: Monitor Stedelijke vernieuwing: nulmeting september 2001 (Ministerie van VROM) * pv duidt preststatieveld aan Helpdesk per e-mail (
[email protected])
ISV-gemeenten
Per 1 januari 2000 is de Wet stedelijke vernieuwing in werking getreden, met daar als beleidsinstrument aan gekoppeld het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV). Dit beleid beoogt een revitalisering van de steden te bewerkstelligen, waarbij dit doel vooral wordt nagestreefd via maatregelen gericht op de fysieke leefomgeving. Het gaat daarbij om investeringen in de sfeer van wonen, ruimte, milieu, fysieke condities voor economische activiteiten en grootschalig groen. De beleidsuitvoering en -verantwoordelijkheid is, binnen de grenzen die het Beleidskader Stedelijke Vernieuwing stelt, gedecentraliseerd naar de gemeenten. De gemeenten krijgen beleidsmatige en financiële ruimte om een integrale aanpak te ontwikkelen en uit te voeren om de beleidsdoelen te realiseren. In deze sturingsfilosofie schrijft het rijk geen strak kader voor beleidskeuzes van gemeenten voor; de beleidsdoelstellingen, de aanpak en de inzet van middelen voor stedelijke vernieuwing worden juist zoveel mogelijk aan de gemeenten overgelaten. Het Rijk dicteert dan ook niet wat gemeenten moeten realiseren maar geeft aan op welke onderwerpen en vraagstukken gemeenten concrete ambities moeten formuleren. De voorwaarde voor de toekenning van een
197
Aandeel w sociale huurwoningen in de totale voorraad huurwoningen 2001
198
Emmen
199
Amsterdam
Venlo
Rotterdam
Haarlem
Den Haag
Breda
Arnhem
Dordrecht
Schiedam
Hengelo (Ov)
ISV-gemeenten
ISV-gemeenten
Aandeel koopsector in de woningvoorraad, 2001
Groningen
Tilburg
Nijmegen
Leiden
Gemiddeld
Den Haag
Maastricht
Amersfoort
Enschede
Alkmaar
Heerlen
Zwolle
Deventer
Deventer
Leiden
Leeuwarden
Utrecht
Utrecht
Eindhoven
Helmond
Venlo
’s-Hertogenbosch
Dordrecht
Lelystad
Zaanstad
Almelo
Haarlem
Heerlen
Zwolle
Maastricht
’s-Hertogenbosch
Enschede
Helmond
Schiedam
Leeuwarden
Arnhem
Alkmaar
Gemiddeld
Emmen
Zaanstad
Hengelo (Ov)
Eindhoven
Almelo
Nijmegen
Lelystad
Groningen
Tilburg
Amsterdam
Amersfoort
Rotterdam
Breda 0
10
20
Bron: VROM/DGW/SYSWOV Helpdesk per e-mail (
[email protected])
30
40
50
60
70
0
20
40
Bron: CBS Woningstatestiek Helpdesk per e-mail (
[email protected])
60
80
100
200
Onttrekkingen als percentage van de nieuwbouw, 1999-2001*
Haarlem
Zwolle
Heerlen
Tilburg
Alkmaar
Heerlen
Arnhem
’s-Hertogenbosch
Amsterdam
Leiden
Hengelo (Ov)
Enschede
Dordrecht
Maastricht
Tilburg
Zaanstad
Rotterdam
Utrecht
Den Haag
Helmond
’s-Hertogenbosch
Amersfoort
Leiden
Breda
Enschede
Eindhoven
Gemiddeld
Lelystad
Eindhoven
Arnhem
Breda
Almelo
Maastricht
Nijmegen
Venlo
Emmen
Amersfoort
Dordrecht
Leeuwarden
Hengelo (Ov)
Nijmegen
Deventer
Emmen
Gemiddeld
Groningen
Alkmaar
Zaanstad
Leeuwarden
Almelo
Schiedam
Deventer
Den Haag
Lelystad
Venlo
Zwolle
Rotterdam
Helmond
Amsterdam
Utrecht
Haarlem
Schiedam
Groningen 0
5
10
Bron: VROM/DGW/Vois Helpdesk per e-mail (
[email protected])
15
20
25
30
35
201
ISV-gemeenten
ISV-gemeenten
Nieuwbouw als promillage van de woningvoorraad, 2001
0
20
40
60
80
Bron: CBS/DGW/Vois *Betreft onttrekkingen gedurende drie jaar ten opzichte van nieuwbouw in die periode Helpdesk per e-mail (
[email protected])
100
202
Gemiddelde w WOZ-waarde woningen 2001 in E 1000
Amsterdam
Groningen
Haarlem
Leeuwarden
Amersfoort
Rotterdam
Zaanstad
Schiedam
Zwolle
Lelystad
Den Haag
Enschede
’s-Hertogenbosch
Almelo
Deventer
Den Haag
Utrecht
Heerlen
Leiden
Emmen
Gemiddeld
Dordrecht
Venlo
Hengelo (Ov)
Schiedam
Deventer
Alkmaar
Tilburg
Arnhem
Gemiddeld
Eindhoven
Arnhem
Rotterdam
Zaanstad
Maastricht
Alkmaar
Hengelo (Ov)
Zwolle
Breda
Venlo
Dordrecht
Nijmegen
Nijmegen
Helmond
Helmond
Maastricht
Emmen
Leiden
Tilburg
Amsterdam
Heerlen
Haarlem
Groningen
Eindhoven
Enschede
Utrecht
Lelystad
Breda
Almelo
’s-Hertogenbosch
Leeuwarden
Amersfoort 0
10
20
Bron: Ministerie van VROM (DGVH/BD) Helpdesk per e-mail (
[email protected])
30
40
50
60
203
ISV-gemeenten
ISV-gemeenten
Percentage w IHS-ontvangers (% huursector), 2001
0
20
40
60
Bron: CBS/MFIN Woonlasten Helpdesk per e-mail (
[email protected])
80
100
120
140
160
204
Aanleunwoningen per 1000 senioren (65+), 2001
Leiden
Venlo
Helmond
Haarlem
Utrecht
Arnhem
Amersfoort
Heerlen
Amsterdam
Rotterdam
Groningen
Helmond
Tilburg
Utrecht
205
ISV-gemeenten
ISV-gemeenten
Aandeel 65+ in de totale bevolking, 2001
Breda
’s-Hertogenbosch
Leiden
Alkmaar
Hengelo (Ov)
Zwolle
Nijmegen
Nijmegen
Lelystad
Arnhem
Amsterdam
Gemiddeld
Maastricht
Zaanstad
Gemiddeld
Enschede
Eindhoven
Dordrecht
Alkmaar
Almelo
Almelo
Deventer
’s-Hertogenbosch
Hengelo (Ov)
Amersfoort
Breda
Den Haag
Leeuwarden
Enschede
Venlo
Zaanstad
Rotterdam
Deventer
Emmen
Emmen
Eindhoven
Groningen
Den Haag
Schiedam
Schiedam
Tilburg
Haarlem
Leeuwarden
Maastricht
Zwolle
Heerlen
Dordrecht 0%
2
4
6
Bron: CBS/BEV Bevolkingsstatistiek Helpdesk per e-mail (
[email protected])
8
10
12
14
16
18
0
10
20
30
Bron: CBS/BEV Bevolkingsstatistiek Helpdesk per e-mail (
[email protected])
40
50
60
70
Ruimtelijke spreiding van probleemwijken, 1998
206
meervoudige (potentiële) geen sociale en sociale en/of problemen marktproblemen marktproblemen
totaal
ISV-gemeenten
_______________ _______________ _______________ _______________ Vier grote steden aantal wijken 94 8 146 248 aantal woningen 240.000 35.000 700.000 975.000 Overige rechtstreekse ISV-gemeenten aantal wijken 332 4 179 515 aantal woningen 770.000 15.000 550.000 1.335.000 Overige gemeenten aantal wijken 2.902 2 290 3.194 aantal woningen 3.915.000 5.000 375.000 4.295.000 _______________ _______________ _______________ _______________ Totaal aantal wijken 3.328 14 615 3.957 aantal woningen 4.925.000 55.000 1.625.000 6.605.000
spreiding woningen 100% overige gemeenten
90% 80% 70%
overige rechtstreekse ISV-gemeenten
60% 50% 40%
vier grote steden
30% 20% 10% 0% geen problemen
(potentële) sociale meervoudige sociale en marktproblemen en/of marktproblemen
Bron: Nota Wonen: mensen, wensen, wonen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
207
Wonen internationaal
Bevolking in Europa
208
aandeel 65 jaar en ouder _______________ 17,0% 14,7% 15,9% 16,7% 16,3% 15,8% 11,3% 17,1% 14,1% 12,5% 15,4% 15,2% 14,7% 17,3% 18,7%
gemiddelde huishoudgrootte _______________ 2,4 2,2 2,2 2,7 3,1 2,4 3,1 2,7 2,6 2,3 2,5 3,0 2,3 2,1 2,4
gemiddelde huishoudgrootte 4
3
2
1
Ierland
Spanje
Portugal
Italië
Griekenland
Luxemburg
Oostenrijk
Verenigd Koninkrijk
Frankrijk
België
Finland
Nederland
Duitsland
0 Denemarken
Het DGWonen beschikt over een uitgebreid netwerk van contacten, met name in Europa. Het netwerk is ontstaan sinds de voor het wonen verantwoordelijke bewindslieden in de EU-lidstaten jaarlijks bijeenkomen voor een informele gedachtewisseling. In dat kader is een reeks Europees-vergelijkende studies op onderdelen van het woonbeleid uitgevoerd, worden jaarlijkse voortgangsberichten verzameld over het woonbeleid in de lidstaten alsmede statistieken over wonen opgesteld. Een van de belangrijkste bronnen van statistische informatie is de uitgave “Housing Statistics in the EU” die in
nauwe samenwerking tussen de ministeries in de lidstaten wordt samengesteld. De laatste uitgave is van 2001 en is beschikbaar bij op de VROM-website www.minvrom.nl. De eerstvolgende uitgave wordt eind 2002 verwacht.
aandeel jonger dan 15 jaar _______________ 18,0% 18,4% 15,8% 15,6% 15,5% 19,0% 22,1% 14,7% 18,7% 18,5% 17,1% 16,9% 18,4% 18,5% 19,2%
Bron: Eurostat. Totale bevolking per 1-1-2001. Leeftijdsopbouw per 1-1-1999, België, Denemarken, Luxemburg: 2000, Griekenland, Spanje, Oostenrijk, Portugal, Finland, Ver.Koninkrijk: 1998 en Italië 1997. Leeftijdsopbouw Duitsland per april, Griekenland per juni en Portugal, Finland, Verenigd Koninkrijk per 31 december. Huishoudgrootte per 1-1-1999, Spanje, Nederland, Oostenrijk, Finland, Portugal, Verenigd Koninkrijk: 1998 en Griekenland, Italië, Luxemburg, Zweden: 1997 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen internationaal
Het DGWonen wint relevante beleidsinformatie over andere landen in, en stelt relevante Nederlandse know-how beschikbaar aan buitenlandse professioneel geïnteresseerden. Ook ziet het toe op de naleving van internationale - multilaterale en bilaterale - verplichtingen en afspraken aangaande het DG Wonen. Multilaterale contacten zijn er met de Europese Commissie en met Verenigde Naties, m.n. met de VN Commissie voor Menselijke Nederzettingen (Habitat) en de VN Economische Commissie voor Europa (ECE). Bilaterale contacten zijn er met een aantal Midden- en Oost-Europese landen en met Zuid-Afrika en ook Indonesië en China.
bevolking per 1-1-2001 _______________ België 10.262.000 Denemarken 5.349.000 Duitsland 82.193.000 Griekenland 10.565.000 Spanje 39.490.000 Frankrijk 59.521.000 Ierland 3.820.000 Italië 57.844.000 Luxemburg 441.000 Nederland 15.983.000 Oostenrijk 8.121.000 Portugal 10.023.000 Finland 5.181.000 Zweden 8.883.000 Verenigd Koninkrijk 59.832.000
Zweden
Internationaal
209
bevolking per 1-1-2001 ___________ België 10.262.000 Denemarken 5.349.000 Duitsland 82.193.000 Griekenland 10.565.000 Spanje 39.490.000 Frankrijk 59.521.000 Ierland 3.820.000 Italië 57.844.000 Luxemburg 441.000 Nederland 15.983.000 Oostenrijk 8.121.000 Portugal 10.023.000 Finland 5.181.000 Zweden 8.883.000 Verenigd Koninkrijk 59.832.000
Woningvoorraad naar bouwperiode in Europa
210
bevolking per 1-1-2020 ___________ 10.338.000 5.668.000 78.445.000 10.555.000 39.331.000 63.453.000 3.947.000 55.939.000 488.000 16.898.000 8.354.000 10.134.000 5.222.000 9.222.000 61.082.000
index 2000 = 100 __________ 100,7 106,0 95,4 99,9 99,6 106,6 103,3 96,7 110,7 105,7 102,9 101,1 100,8 103,8 102,1
groei aandeel 65+ periode 2000-2020 ________________ 19% 27% 35% 20% 19% 30% 33% 29% 22% 36% 33% 17% 50% 28% 22%
jaartal inventarisatie _____________ België 1995 Denemarken 1999 Duitsland 1998 Griekenland 1991 Spanje 1991 Frankrijk 1996 Ierland 2000 Luxemburg 1997 Nederland 1998 Oostenrijk 1998 Finland 1998 Zweden 1990 Verenigd Koninkrijk 1996
Prognose groei aandeel 65+ 2000-2020
211
voor 1919 1919-1945 1946-1970 1971-1980 _________ _________ _________ _________ 27% 23% 33% 11% 22% 21% 25% 17% 16% 13% 48% 11% 4% 8% 42% 30% 13% 9% 34% 26% 22% 13% 33% 32%* 13% 11% 21% 18% 17% 16% 25% 13% 8% 13% 32% 19% 20% 9% 30% 17% 2% 10% 32% 25% 11% 22% 36% 19% 23% 19% 36% 9%
na 1980 _________ 6% 15% 12% 17% 18% 37% 29% 28% 24% 31% 12% 13%
bouwperiode 100%
60%
na 1980
90% 50%
80% 1971-1980
70%
40%
60%
1946-1970
50%
30%
1919-1945
40% 20%
30% voor 1919
20%
10%
10% 0%
Bron: Europese Commissie Totale bevolking per 1-1-2001. Leeftijdsopbouw per 1-1-1999, België, Denemarken, Luxemburg: 2000, Griekenland, Spanje, Oostenrijk, Portugal, Finland, Verenigd Koninkrijk: 1998 en Italië 1997 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
België
Denemarken
Verenigd Koninkrijk
Luxemburg
Zweden
Oostenrijk
Duitsland
Ierland
Spanje
Nederland
Griekenland
Finland
Finland
Nederland
Duitsland
Oostenrijk
Ierland
Frankrijk
Zweden
Denemarken
Luxemburg
Verenigd Koninkrijk
Griekenland
België
Spanje
Portugal
0%
Bron: Europese Commissie, OTB Delft. Gegevens Italië niet beschikbaar, Portugal 69% tot 1980 en 31% na 1980; Frankrijk: voor 1915, 1915-1948, 1949-1974, 1975+; Duitsland voor 1919, 1919-1948, 1949-1978, 1979-1986, 1987+; Denemarken: voor 1920, 1920-1949, 1950-1969, 1970-1979, 1980+ * 32% betreft gehele periode 1971-1996 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen internationaal
Wonen internationaal
Bevolkingsprognose Europa
Nieuwbouw in Europa
212
woningvoorraad __________ België 3.748.000 Denemarken 2.475.600 Duitsland 37.041.000 Griekenland 4.657.000 Spanje 19.176.000 Frankrijk 28.696.000 Ierland 1.251.000 Italië 25.028.000 Luxemburg 146.400 Nederland 6.520.500 Oostenrijk 3.673.700 Portugal 4.743.300 Finland 2.449.000 Zweden 4.271.000 Verenigd Koninkrijk 20.396.000
aantal woningen per 1.000 inw. _____ 401 465 451 454 465 479 303 440 365 402 386 424 472 478 417
w bezettingsgraad _____ 2,50 2,10 2,20 2,20 2,20 2,60 3,10 2,30 2,70 2,40 2,50 2,90 2,30 2,10 2,40
aandeel eigen woningen _____ 74% 51% 41% 76% 81% 54% 79% 68% 70% 52% 56% 64% 60% 39% 69%
213
per 1.000 inwoners _____ 3,2 2,9 5,5 9,3 6,9 5,4 12,4 2,7 5,4 5,8 7,1 9,0 5,8 1,3 3,4
aantal woningen _________ België 32.600 Denemarken 15.500 Duitsland 472.800 Griekenland 97.400 Spanje 321.000 Frankrijk 317.500 Ierland 46.500 Italië 155.000 Luxemburg 2.300 Nederland 90.500 Oostenrijk 57.500 Portugal 89.200 Finland 30.000 Zweden 11.700 Verenigd Koninkrijk 169.300
aandeel eengezinswoningen _____ 66% 63% 44% 31% 59% 79% 45% 73% 41% 33% 43% -
aandeel sociale huur _____ 8% 22% 7% 0% 17% 13% 8% 17% 23% 3% 44% 16% 20%
aandeel eigen woningen 100%
Bron: Europese Commissie / OTB Delft Eigen woning Denemarken, ex-DDR, Spanje, Nederland 1999; Luxemburg 1997; Frankrijk 1996; Griekenland en Zweden 1990; overig 1998. Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Finland
Oostenrijk
Denemarken
Verenigd Koninkrijk
Nederland
Spanje
Zweden
Frankrijk
Ierland
België
Duitsland
aandeel sociale huur
Griekenland
Spanje
Ierland
Griekenland
België
Luxemburg
Verenigd Koninkrijk
0% Italië
0% Portugal
20%
Finland
20%
Oostenrijk
40%
Frankrijk
40%
Nederland
60%
Denemarken
60%
Duitsland
80%
Zweden
80%
aandeel overige sectoren
Portugal
100%
Bron: Europese Commissie / OTB Delft. Cijfers aantal woningen Italië 1996; Luxemburg 1997; Belgie, Griekenland, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Finland 1998; overig 1999. Cijfers eengezinswoningen Luxemburg 1997; Duitsland, Nederland en Finland 1998; overig 1999. Cijfers aandeel soc.huur België, Duitsland, ex-DDR, NL, Oostenrijk, Portugal en Finland 1998; overig 1999 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Wonen internationaal
Wonen internationaal
Woningvoorraad in Europa
geen bad/ geen warm douche water _____ _____ België 4% 5% Denemarken 3% 1% Duitsland 2% 6% Griekenland 6% Spanje 2% 4% Frankrijk 4% 2% Ierland 4% 5% Italië 2% 2% Luxemburg 2% 3% Nederland 1% 1% Oostenrijk 4% 3% Portugal 16% 22% Verenigd Koninkrijk 0% 0%
woning te klein _____ 14% 16% 11% 24% 22% 12% 12% 17% 9% 10% 16% 28% 19%
vocht/ lekkage of houtrot _____ 19% 12% 10% 22% 25% 21% 14% 11% 11% 17% 11% 42% 21%
Prijsindex, woonkostenindex in Europa
214
geluidsoverlast vandalisme _____ _____ 27% 19% 18% 11% 35% 10% 21% 5% 35% 20% 24% 23% 13% 16% 36% 19% 22% 11% 34% 20% 27% 8% 25% 22% 27% 27%
1990 _______________ woonprijs kosten _____ _____ België 156 176 Denemarken 177 192 Duitsland 129 133 Griekenland 499 501 Spanje 244 239 Frankrijk 183 208 Ierland 223 187 Italië 251 272 Luxemburg 155 187 Nederland 126 144 Oostenrijk 141 164 Portugal 485 563 Finland 343 179 Zweden 208 211 Verenigd Koninkrijk 189 305
215
1995 _______________ woonprijs kosten _____ _____ 176 219 196 225 151 162 1038 1119 314 354 204 231 145 177 166 213 688 229 225 254 296 223 310
1999* _______________ woonprijs kosten _____ _____ 182 228 213 249 158 1338 1290 325 376 215 243 152 199 174 238 762 244 258 289 -
woonkosten (index 1980=100) 30%
400
25%
woning te klein
20%
vandalisme
1990
350
1995
300 250
15%
1999
200 150
10%
100 5%
50
0%
Bron: Europese Commissie, Living conditions in Europe 2000 edition Geen douche/bad en geen warm water: 1995 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: Europese Commissie / OTB Delft Indexcijfers (1980 = 100) * Cijfers Spanje betreffen 1996, België 1997 en Nederland 1998 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Zweden
Finland
Oostenrijk
Nederland
Frankrijk
Spanje
Denemarken
België
Portugal
Griekenland
Spanje
Ver. Koninkrijk
Italië
Oostenrijk
Denemarken
België
Frankrijk
Ierland
Duitsland
Nederland
Luxemburg
0
Wonen internationaal
Wonen internationaal
Knelpunten huisvesting en woonomgeving in Europa, 1996
België Denemarken Duitsland Spanje Ierland Nederland Finland Zweden Verenigd Koninkrijk
1988 _______ 83 109 70 80 92 87 76 84
216
1990 _______ 100 100 100 100 100 100 100 100 100
1992 _______ 115 95 115 113 105 112 90 97 85
1994 _______ 132 108 136 113 111 131 69 90 95
1996 _______ 144 118 133 120 133 151 70 91 99
1998 _______ 150 134 137 127 190 181 91 107 120
index 1998 met 1990 = 100 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20
Bron: Nota Wonen: Mensen, wensen, wonen / European mortage Federation (EMF) Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Verenigd Koninkrijk
Zweden
Finland
Nederland
Ierland
Spanje
Duitsland
Denemarken
0 België
Wonen internationaal
Ontwikkeling koopprijsniveau in de EU
217
Duurzaam bouwen Algemeen Energiegebruik en -besparing
218
Duurzaam bouwen
219
Duurzaam bouwen
Centrale ambitie van het Beleidsprogramma Duurzaam Bouwen 2000-2004 is de verankering van duurzaam bouwen in beleid en praktijk per eind 2003. Tussentijdse evaluatie van het programma toont dat de doorwerking van duurzaam bouwen in de brede bouwpraktijk nadere aandacht vraagt. Het beleid moet hiervoor optimale randvoorwaarden scheppen. Dat vergt een goede combinatie van regelgeving, prestatieafspraken en stimuleringsmaatregelen, maar ook méér aansluiting op de belevingswereld van de burger en bovenal een helder en meetbaar geformuleerde beleidsinzet. Deze beleidsinzet is neergelegd in de beleidsbrief duurzaam bouwen van 16 april 2002. Uitgangspunt van het beleid is dat de rijksoverheid, door in overleg met betrokken partijen de minimum-kwaliteitsvereisten te bepalen en in regelgeving vast te leggen, een basis legt voor toepassing ervan in de brede bouwstroom. Daarnaast schept zij ruimte voor het realiseren van verdergaande ambities met betrekking tot de milieukwaliteit van de gebouwde omgeving en stimuleert zij hogere prestaties in de praktijk. Duurzaamheid wordt als kwaliteitsaspect ondergebracht in het reguliere kwaliteitsbeleid ten aanzien van het wonen.
Met betrekking tot de milieu- en gezondheidskwaliteit van woningen, gebouwen en andere bouwwerken onderscheidt de beleidsbrief drie thema’s: • energiebesparing en toepassing van hernieuwbare energie om de CO2uitstoot door de gebouwde omgeving te verminderen; • verantwoord materiaalgebruik in het belang van het milieu; • verbetering van het binnenklimaat met het oog op de gezondheid van bewoners en gebouwgebruikers. Het streven is op deze drie terreinen de inzet van het beleid concreter en beter meetbaar te maken. Daarnaast onderscheidt de brief twee belangrijke aangrijpingspunten voor het beleid. Ten eerste liggen op het niveau van buurten en wijken oplossingen op het vlak van stedenbouwkundig ontwerp of ruimtelijke inrichting. Ten tweede is een nadere oriëntatie op de vraagzijde van de markt nodig en een beter inspelen op de wensen van bewoner en gebouwgebruiker.
Duurzaam Bouwen: duurzaam ontwikkelen, beheren en onderhouden van de gehele gebouwde omgeving
Milieu en natuur
Ruimtelijke ontwikkeling
Duurzaam bouwen
Sociaal maatschappelijke ontwikkeling
Economische ontwikkeling
Bereidheid extra te betalen voor duurzaam wonen
koop
15%
28%
30%
16%
18%
sociale huur particuliere huur koopwoningen
20% totaal
niet bereid extra te betalen 76% 76% totaal
81%
71%
73%
55%
55%
67%
58%
221
1995 2000 __________________________ __________________________ aantal relatief t.o.v aantal relatief t.o.v woningen voorraad woningen voorraad ____________ ____________ ____________ ____________ 44.000 1,9% 23.000 1,0% 115.000 13,2% 64.000 8,3% 108.000 3,6% 78.000 2,3% __________ __________ 267.000 4,3% 166.000 2,5%
62%
24.700 20.100 12.300 10.500 10.400 41.800 43.900 33.600 35.600 31.300
2001 100%
2000 huur
sociale huur
koop
particuliere huur
80%
60%
koopwoningen
40%
20%
0% bereid extra te betalen
bereid extra te betalen (terugverdienen)
niet bereid extra te betalen
Bron: BNW Cijfers slaan op de bewoners van in dat jaar opgeleverde nieuwbouwwoningen die niet duurzaam gebouwd zijn Terugverdienen betekent dat bewoners de extra investeringen willen terugverdienen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: KWR 1999-2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Duurzaam bouwen Algemeen
Duurzaam bouwen Algemeen
huur
_________________________________ _________________________________ 1997 1998 1999 2000 2001 1997 1998 1999 2000 2001 _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ bereid extra te betalen 7% 8% 8% 14% 12% 17% 15% 17% 24% 18% bereid extra te betalen (terugverdienen) 17% 18% 11% 15%
Aanwezigheid van loden waterleidingen
220
w Duurzaam bouwen naar financieringswijze
aandeel
totaal
___________________________________ _________________________________ 1997 1998 1999 2000 2001 1997 1998 1999 2000 2001 _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ huurwoning 21% 23% 43% 40% 31% 6.400 5.800 9.200 7.100 4.800 koopwoning 28% 34% 51% 42% 44% 16.000 22.500 35.500 25.400 24.100 ______ ______ ______ ______ ______ totaal 25% 31% 49% 41% 41% 22.400 28.300 44.700 32.500 28.900
223
aandeel
totaal
_________________________________ _________________________________ 1997 1998 1999 2000 2001 1997 1998 1999 2000 2001 _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ _____ meergezinswoning eengezins rijwoning twee ondereen-kap vrijstaand overig totaal
18%
19%
41%
35%
31%
5.500
5.200 11.600
8.000
29%
33%
50%
42%
43%
7.400
9.500 14.900 10.900 10.400
27% 33% 26%
35% 42% 28%
52% 61% 50%
43% 50% 44%
41% 54% 45%
25%
31%
49%
41%
4.000 5.700 8.600 5.900 4.200 4.300 6.500 8.500 6.100 6.100 1.200 1.400 1.100 1.600 1.100 ______ ______ ______ ______ ______ 41% 22.400 28.300 44.700 32.500 28.900
aandeel
aandeel duurzaam gebouwde woningen 60%
70% 1997
1997 60%
50% 1998
50%
1998
1999
40%
1999
2000
30%
40% 30% 20%
2000
20% 2001
10%
2001 10%
0%
0% huurwoning
koopwoning
totaal
Bron: BNW Cijfers slaan op de in voorgaande jaar opgeleverde nieuwbouwwoningen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
meergezinswoning
eengezins rijwoning
7.100
twee ondereen-kap
vrijstaand
Bron: BNW Cijfers slaan op de in voorgaande jaar opgeleverde nieuwbouwwoningen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
overig
Duurzaam bouwen Algemeen
Duurzaam bouwen Algemeen
w Duurzaam bouwen naar woningtype
222
Elektriciteitsverbruik van kleinverbruikers (huishoudens) op jaarbasis
reiniging koeling verlichting verwarming en warmwater audio/video/comunicatie koken keukenapparatuur binnenhuisklimaat hobby persoonlijke verzorging overig totaal
aandeel totaal verbruik in KWh elektriciteitsverbruik _________________________ _______________________ 1999 2000 2000 _______ _______ ________ 739 784 22,0% 620 606 17,0% 569 559 15,7% 527 487 13,7% 515 521 14,6% 170 181,8 5,1% 122 124 3,5% 127 135 3,8% 36 41 1,2% 28 28 0,8% 100 100 2,8% _______ _______ ________ 3.553 3.568 100,0%
penetratie toestel _____________________ 1999 2000 ______ ______ elektrische boiler <20l 8,4% 8,0% elektrische boiler >20l 9,8% 9,7% elektrische geiser 1,0% 1,3% centrale verwarming (individueel) 78,3% 79,2% elektrische badkachel 10,6% 10,8% elektrische straalkachel 2,6% 2,7% elektrische ventilatorkachel 5,4% 5,2% convector (elektrische radiator) 5,0% 4,7% elektrische vloerverwarming 0,3% 0,2%
verbruik in KWh _____________________________ 1997 1998 2000 ______ ______ ______ 64,7 66,9 57,5 180,8 171,3 184,6 18,7 31,3 7,1 218 225,3 214,5 10,7 10,8 10,2 0,7 0,8 0,7 8,1 7,3 6,6 7,1 6,8 5,9 0,1 0,1 0,1 ______ ______ ______ totaal elektriciteitsverbruik verwarming en warmwater 508,9 520,6 487,2 totaal overig elekriciteitsverbruik kleinverbruikers
elektriciteitsverbruik kleinverbruikers in KWh
2.845,1
2.968,4
3080,8
penetratie toestel
800
100% 1999
700
1999 80%
600
2000
500
2000 60%
400 40%
300 200
20%
100 0
Bron: EnergieNed Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: EnergieNed Helpdesk per e-mail (
[email protected])
convector (electrische radiator)
electrische ventilatorkachel
electrische badkachel
centrale verwarming (individueel)
electrische geiser
electrische boiler >20l
electrische boiler <20l
overig
persoonlijke verzorging
hobby
binnenhuisklimaat
keukenapparatuur
koken
audio/video/ communicatie
verwarming/ warmwater
verlichting
koeling
reiniging
0%
225
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
toepassing
Penetratie en elektriciteitsverbruik verwarming en warm water per huishouden op jaarbasis
224
penetratie toestel _____________________ 1999 2000 ______ ______ centrale woonhuis ventilatie unit 37,4% 38,3% ventilatie douche 28,0% 29,2% ventilatie toilet 22,3% 23,3% ventilatie douche en toilet luchtreiniger afzuigkap 76,1% 75,5% raamventilator keuken 5,8% 6,6% raamventilator overige ruimten 3,5% 3,9% plafondventilator 18,9% 19,2% losstaande ventilator 44,1% 44,4% airconditioning 1,8% 1,2%
verbruik in KWh _____________________ 1997 1998 ______ ______ 81,7 88,6 2,0 2,9 1,3 2,3 1,1 1,2 11,4 11,7 0,6 0,6 0,4 0,4 1,9 2,1 5,3 5,6 6,5 9,7 ______ ______ 113,4 123,9
totaal elektriciteitsverbruik binnenhuisklimaat totaal overig elektriciteitsverbruik kleinverbruikers
3.241
Gasverbruik verwarming van de woning per huishouden op jaarbasis
226
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ individuele centrale verwarming vrijstaande woning 2/1 kap hoekwoning tussenwoning meergezinswoning gemiddeld lokale verwarming eengezins meergezins gemiddeld
2.460 1.870 1.695 1.390 1.180 1.640
2.545 1.985 1.835 1.465 1.125 1.720
2.545 1.940 1.745 1.455 1.095 1.690
2.615 2.045 1.830 1.530 1.100 1.785
2.475 1.880 1.740 1.430 1.050 1.640
2.415 1.780 1.675 1.355 985 1.545
2.390 1.785 1.685 1.370 1.035 1.565
2.375 1.765 1.720 1.380 1.015 1.580
1.385 1.115 1.305
1.515 1.125 1.390
1.460 1.025 1.315
1.480 1.050 1.355
1.420 945 1.270
1.435 850 1.215
1.415 850 1.200
1.465 990 1.315
3.365
individuele centrale verwarming
penetratie toestel 80%
3.000 1999
1993 2.500
60%
2000
2000 2.000
40%
1.500 1.000
20% 500
Bron: EnergieNed Gemiddelden voor 1997 en 1998 gecorrigeerd t.o.v. voorgaande edities Gasverbruik in m3 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
meergezins woning
tussenwoning
hoekwoning
twee ondereen-kap
ventilatie toilet
ventilatie douche
losstaande ventilator
plafondventilator
afzuigkap
centrale woonhuis ventilatie unit
Bron: EnergieNed Helpdesk per e-mail (
[email protected])
vrijstaande woning
0
0%
227
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Penetratie en elektriciteitsverbruik binnenhuisklimaat per huishouden op jaarbasis
Gemiddeld gasverbruik centrale verwarming per bouwperiode per huishouden op jaarbasis
voor 1945 1945-1965 1966-1975 1976-1981 1982-1985 1986-1990 1991-1995 1996 en later gemiddeld
1994 ______ 2.170 1.745 1.865 1.695 1.355 1.155 -
1995 ______ 2.025 1.715 1.890 1.680 1.280 1.185 -
1996 ______ 2.195 1.810 1.975 1.670 1.530 1.245 -
1997 ______ 2.035 1.660 1.875 1.655 1.380 1.170 1.155
1998 ______ 1.985 1.595 1.765 1.530 1.335 1.105 1.110
1999 ______ 2.035 1.625 1.790 1.510 1.310 1.150 1.065 980
2000 ______ 1.985 1.605 1.850 1.555 1.255 1.215 1.120 1.005
1.720
1.690
1.785
1.660
1.565
1.565
1.580
koken _______ 75 75 75 70 70 70 70 70 70 70 65 65 65 65 65 65 65 65 65
1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
warm water _______ 270 260 245 245 260 370 375 395 400 400 435 450 445 455 375 375 370 375 375
229
verwarming totaal gemiddeld _______ _______ 2.385 2.730 2.315 2.650 2.160 2.480 2.160 2.475 2.075 2.405 1.900 2.340 1.830 2.275 1.755 2.220 1.780 2.250 1.670 2.140 1.635 2.135 1.620 2.135 1.640 2.150 1.610 2.130 1.690 2.130 1.560 2.000 1.475 1.910 1.500 1.940 1.525 1.965
gemiddeld gasverbruik centrale verwarming 3.000
2.500 1998
verwarming 2.500
2.000
warm water
1999 2.000
1.500
2000
koken 1.500
1.000 1.000 500
500
0
Bron: EnergieNed Gasverbruik in m3 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1996 en later
1991-1995
1986-1990
1982-1985
1976-1981
1966-1975
1945 tot 1965
voor 1945
0 1982
1984
1986
1988
1990
1992
Bron: EnergieNed Gasverbruik in m3 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1994
1996
1998
2000
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
bouwjaar
Gemiddeld huishoudelijk gasverbruik per jaar
228
Aanwezigheid van soort warmwaterapparatuur in de woningvoorraad
bad- keukengeiser boiler
gasboiler
electr. boiler
combiketel
zonneboiler
eengezins meergezins
1% 10%
14% 29%
12% 5%
9% 2%
4% 1%
6% 12%
65% 44%
1% 0%
voor 1946 1946-1970 na 1970
1% 3% 6%
27% 33% 6%
13% 10% 8%
8% 5% 8%
3% 2% 3%
7% 10% 6%
53% 44% 71%
0% 0% 1%
sociale huur particuliere huur koop
6% 7% 2%
29% 34% 9%
7% 11% 12%
2% 4% 11%
1% 2% 5%
6% 14% 7%
53% 35% 68%
0% 0% 1%
totaal woningen
4%
19%
10%
7%
3%
8%
59%
1%
eengezins meergezins
Conventioneel ________________ 1995 2000 _______ _______ 35% 12% 38% 14%
231
totaal aant. woningen VR HR met CV ________________ ________________ ________________ 1995 2000 1995 2000 1995 2000 _______ _______ _______ _______ _______ _______ 44% 46% 21% 43% 3.680 4.110 54% 64% 8% 22% 840 1.080
voor 1946 1946-1970 na 1970
38% 42% 30%
15% 18% 8%
40% 41% 52%
44% 48% 52%
22% 17% 19%
41% 33% 40%
950 1.320 2.250
1.100 1.400 2.690
sociale huur particulier huur 430 koopwoning
37%
14% 43%
51% 22%
60% 46%
12% 54%
26% 11%
1.540 25%
1.680 450
33%
10%
43%
43%
25%
47%
totaal
35%
12%
46%
49%
19%
2.540 3.070 _______ _______ 38% 4.530 5.190
Aantal woningen 70%
6.000 eengezins
60%
HR 5.000
meergezins
50%
VR 4.000
totaal woningen
40%
Conventioneel 3.000
30% 2.000
20%
combiketel
keukengeiser
badgeiser
electrische boiler
keukenboiler
0 collectieve voorziening
0% gasboiler
1.000
zonneboiler
10%
Bron: KWR 1999-2001 Door gebruik van meerdere soorten apparatuur tellen de percentages op tot meer dan 100% Helpdesk per e-mail (
[email protected])
1995
Bron: KWR 1994-1996 / 1999-2001 VR: verbeterd rendement HR: hoog rendement Totaal aantal woningen x 1000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
collectieve keukenvoorziening geiser
Aanwezigheid van soort CV-ketel in de woningvoorraad
230
eengezins meergezins voor 1946 1946-1970 na 1970
Aanwezigheid isolatievoorzieningen naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse
232
individuele CV lokale verwarming blokverwarming ______________________ ______________________ ______________________ 1990 1995 2000 1990 1995 2000 1990 1995 2000 ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ 80% 83% 89% 18% 14% 9% 2% 3% 2% 40% 48% 55% 28% 24% 17% 31% 28% 28% 53% 61% 85%
63% 66% 85%
73% 70% 87%
45% 25% 2%
36% 24% 1%
25% 16% 2%
2% 14% 14%
1% 11% 15%
2% 14% 12%
sociale huur 61% particulier huur 46% koopwoning 82%
66% 51% 85%
71% 56% 89%
21% 40% 14%
19% 35% 10%
13% 27% 6%
18% 14% 4%
15% 14% 5%
15% 17% 5%
totaal woningen 68%
73%
79%
21%
17%
11%
11%
10%
10%
dubbel glas _____________ 1995 2000 ____ ____ sociale huurwoningen tot 1946 48% 58% 1946-1970 51% 61% na 1970 71% 79%
gesloten gevel _____________ 1995 2000 ____ ____
dak _____________ 1995 2000 ____ ____
233
begane grondvloer _____________ 1995 2000 ____ ____
30% 34% 77%
25% 34% 82%
29% 26% 80%
32% 38% 85%
9% 3% 48%
9% 6% 59%
particuliere huurwoningen tot 1946 19% 1946-1970 37% na 1970 68%
31% 50% 75%
6% 11% 66%
6% 15% 72%
15% 14% 78%
19% 29% 79%
2% 2% 43%
6% 4% 54%
koopwoningen tot 1946 1946-1970 na 1970
41% 49% 79%
57% 70% 86%
15% 13% 67%
23% 17% 81%
34% 29% 82%
47% 47% 90%
8% 5% 47%
15% 8% 64%
57%
70%
42%
50%
51%
63%
24%
34%
verdeling ruimteverwarming woningen totaal 100%
100% blokverwarming
90% 80%
lokale verwarming
70% 60%
individuele CV
80%
2000
70% 60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
0%
1995
90%
0% 1990
1995
Bron: KWR 1989-1991 / 1994-1996 / 1999-2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
dubbel glas
gesloten gevel
Bron: KWR 1994-1996 / 1999-2001 aanwezigheid in percentage van de voorraad Helpdesk per e-mail (
[email protected])
dak
begane grondvloer
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Soort ruimteverwarmingssysteem
Kwaliteitsaspecten naar leeftijd hoofdbewoner
> 75 jaar _________
totaal _________
toegankelijkheid woning w extern toegankelijk w intern toegankelijk
68% 35%
76% 27%
80% 44%
76% 64%
74% 37%
aanwezigheid voorzieningen individuele CV dubbel glas intercom bij meergezinswoning huismeester bij meergezinswoning
79% 71% 68% 18%
83% 70% 70% 14%
77% 69% 81% 24%
62% 65% 85% 38%
79% 70% 74% 21%
45
54
70
73
56,26
gemiddelde relatieve w herstelkosten
3,8%
4,0%
3,8%
4,3%
éénpersoons _________
235
tweepersoons _________
gezin _________
totaal _________
65% 63% 52% 74% 22%
82% 71% 58% 77% 21%
89% 75% 34% 66% 17%
79% 70% 51% 74% 21%
83
54
32
56
oppervlakte totale privé buitenruimte**
103
245
290
215
gemiddelde relatieve w herstelkosten
4,2%
4,1%
3,5%
3,9%
aanwezigheid voorzieningen individuele CV dubbel glas lift bij meergezinswoningen (>= 4 bouwlagen) intercom bij meer gezinswoningen huismeester bij meergezinswoningen gemiddelde woonoppervlakte*
3,9%
toegankelijkheid 100%
300 extern toegankelijk
90%
gemiddelde woonoppervlakte
250
80%
intern toegankelijk
70%
oppervlakte totale privé buitenruimte
200
60% 150
50% 40%
100
30% 20%
50
10% > 75 jaar
Bron: KWR 1999-2001 * gemiddelde gebruiksoppervlakte per persoon in m2 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
totaal
Bron: KWR 1999-2001 * gemiddelde gebruiksoppervlakte per persoon in m2 ** oppervlakte privé buitenruimte per woning Helpdesk per e-mail (
[email protected])
totaal
60-74 jaar
gezin
40-59 jaar
tweepersoons
< 40 jaar
éénpersoons
0
0%
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
< 40 jaar 40-59 jaar 60-74 jaar _________ _________ _________
gemiddelde woningoppervlak per persoon*
Kwaliteitsaspecten naar huishoudentype
234
236
237
Duurzaam bouwen Energiegebruik en -besparing
Verkenningen Ontwikkeling bevolking Ontwikkeling wonen
Ontgroening en vergrijzing van de bevolking
238
1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030
20-64 jaar ________ 5.513 6.067 6.989 8.044 9.165 9.839 10.286 10.262 10.063
65 jaar e.o. ________ 771 1.018 1.311 1.615 1.906 2.152 2.499 3.220 3.848
totaal ________ 10.026 11.416 12.958 14.091 14.893 15.864 16.865 17.492 17.919
Bij de voorbereiding van het beleid is het van belang om een beeld te hebben van toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen. Daartoe worden - globaal gesproken - twee soorten toekomstverkenningen gebruikt: scenario’s en prognoses. Prognoses geven een zo goed mogelijke inschatting van te verwachten ontwikkelingen, uitgaande van momenteel waarneembare trends. De CBS-bevolkingsprognose en de Primos-woningbehoefteraming zijn hier voorbeelden van.
20.000 65 jaar e.o.
18.000 16.000
Scenario’s geven niet zozeer een beeld van de meest waarschijnlijk geachte ontwikkeling, maar een bandbreedte van mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Scenario’s nemen een centrale plaats in bij de beleidsontwikkeling voor de langere termijn, zoals de afgelopen jaren in de Nota Mensen Wensen Wonen en in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Prognoses dienen vooral om de vinger aan de pols van de woningmarkt te houden.
20 - 64 jaar
14.000 12.000
0 19 jaar
10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 1950
1960
1970
1980
1990
Bron: CBS 2002 bevolking x 1000 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2000
2010
2020
2030
Verkenningen Ontwikkeling bevolking
0-19 jaar ________ 3.742 4.331 4.658 4.432 3.822 3.873 4.080 4.010 4.008
Verkenningen
239
Prognose aantal huishoudens
2 pers. 3 pers. 4 pers. 5/+ pers. totaal ___________________________________________________ 2.303.673 878.367 991.190 453.270 4.626.500 2.364.703 880.714 1.033.716 444.575 4.723.708 2.434.651 894.643 1.050.731 425.138 4.805.163 2.489.464 905.860 1.062.545 408.323 4.866.192 2.531.856 911.508 1.064.627 400.848 4.908.839 2.558.271 896.232 1.071.963 404.044 4.930.510
totaal aantal huish. _________ 7.151.863 7.454.126 7.732.662 7.972.215 8.169.294 8.296.769
9 5 of meer pers.
8 7
4 personen
6 3 personen
5
autochtonen ____________ 13.215.866 13.244.750 13.203.261 13.141.348 13.066.086 12.957.096
2005 2010 2015 2020 2025 2030
miljoen
miljoen
Verkenningen Ontwikkeling bevolking
meerpersoons huishoudens
allochtonen niet-westers* westers** totaal _______________________________________ 1.731.969 1.476.867 3.208.836 2.033.635 1.586.087 3.619.722 2.319.206 1.682.438 4.001.644 2.591.201 1.759.551 4.350.752 2.848.410 1.821.044 4.669.454 3.090.401 1.871.369 4.961.770
20 niet-westerse allochtonen
18 16 14
westerse allochtonen
12 10
4
2 personen
3
bevolking totaal ____________ 16.424.702 16.864.472 17.204.905 17.492.100 17.735.540 17.918.866
autochtonen
8 6
tot 1 pers. huishoudens
2 1
4 2
0
0 2005
2010
2015
2020
Bron: CBS 2002 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2025
2030
2005
2010
2015
2020
2025
2030
Bron: CBS 2002 * niet-westerse allochtonen: Marokko, Turkije, Antillen/Aruba, Suriname, Zuid-Europa (Portugal, Spanje, Italië, Griekenland), Afrika, Latijns Amerika, Azië inclusief Oost-Europa en Joegoslavië en exclusief Indonesië (voormalig Nederlands-Indië) en Japan. ** westerse allochtonen: Europa (exclusief Oost-Europa, Zuid-Europa en Joegoslavië), NoordAmerika, Australië, Japan en Indonesië (voormalig Nederlands-Indië). Helpdesk per e-mail (
[email protected])
241
Verkenningen Ontwikkeling bevolking
eenpersoons huishoudens totaal _________ 2005 2.525.363 2010 2.730.418 2015 2.927.499 2020 3.106.023 2025 3.260.455 2030 3.366.259
Prognose bevolkingsomvang naar herkomst bewoners 2005-2030
240
Percentage huishoudens dat behoort tot de w aandachtsgroep onder drie scenario’s
242
2000 2010 2020 2030 _______________ _______________ _______________ _______________ immiemi- immiemi- immiemi- immiemigratie gratie gratie gratie gratie gratie gratie gratie ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ EU-landen 22,2 15,2 24,8 17,8 25,0 19,0 25,0 19,7 Overig Europa 15,9 3,3 17,4 7,1 15,0 8,8 15,0 9,3 Totaal westers 47,0 24,6 51,1 32,1 49,0 35,5 49,0 36,7 Afrika 12,7 4,6 10,8 5,3 10,0 5,3 10,0 5,2 Marokko 5,0 1,5 5,0 1,6 5,0 1,8 5,0 1,8 Azie 19,4 5,0 22,0 6,9 23,0 8,4 23,0 9,4 Turkije 5,4 1,9 4,0 1,8 4,0 1,8 4,0 1,7 Indonesie 1,8 0,9 1,2 0,5 1,0 0,4 1,0 0,3 Latijns-Amerika 4,5 1,8 4,7 2,3 5,0 2,7 5,0 2,9 Ned. Antillen 10,7 2,7 5,0 3,2 5,0 3,2 5,0 3,1 Suriname 3,4 1,6 3,0 1,5 3,0 1,5 3,0 1,5 Overig buiten 7,2 5,2 7,8 6,7 8,0 7,3 8,0 7,5 Tot. niet-westers 61,0 19,0 54,5 22,6 55,0 24,7 55,0 25,5 ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ ______ Totaal 132,0 80,0 131,0 90,7 130,0 96,5 130,0 99,2
w Verdeeldheid ____________ 51% 44% 41% 39% 37% 35% 32% 26%
1986 1990 1994 1998 2000 2005 2010 2020
w Coördinatie ____________ 51% 44% 41% 39% 36% 31% 25% 17%
w Competitie ____________ 51% 44% 41% 39% 36% 29% 22% 14%
60%
150 immigratie 100
Verdeeldheid 50%
emigratie
Coördinatie
50
40%
0
30%
-50
20%
-100
10%
Competitie
-150
0% 2000
2010
Aantal personen x 1.000 Bron: CBS 2002 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2020
2030
1986
1990
1994
1998
2000
Bron: Nota Wonen: mensen, wensen, wonen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2005
2010
2020
243
Verkenningen Ontwikkeling bevolking
Verkenningen Ontwikkeling bevolking
Prognoses immigratie en emigratie 2000 tot 2030
Prognose woningvoorraad
244
2002 _______
2003 _______
2004 _______
2005 _______
2006 _______
2007 _______
Laag vergunningen gereedmeldingen productiewaarde
55 66 9.320
60 64 9.170
65 64 9.430
70 67 10.370
65 69 10.810
60 65 10.300
Midden vergunningen gereedmeldingen productiewaarde
55 66 9.320
60 64 9.170
70 65 9.550
75 71 11.060
73 73 11.660
68 71 11.400
Hoog vergunningen gereedmeldingen productiewaarde
55 66 9.320
60 64 9.170
75 65 9.880
80 74 11.780
85 77 12.760
80 79 13.220
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Nederland
245
2000 _________ 244 262 192 425 122 747 447 1.117 1.461 164 938 472 _________ 6.590
2001 _________ 245 264 193 429 127 753 453 1.125 1.472 164 949 476 _________ 6.649
2006 _________ 248 270 197 442 139 787 476 1.156 1.509 169 996 497 _________ 6.886
372 284 215 110
373 285 216 111
381 288 217 122
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
prognose toename 2000-2006 _________ 1,8% 3,0% 3,0% 3,9% 14,3% 5,3% 6,7% 3,5% 3,3% 3,2% 6,1% 5,2% 4,5% 2,6% 1,6% 0,8% 10,6%
prognose woningvoorraad
productiewaarde 1.600
14.000 hoog 13.000 midden 12.000 laag
2000
1.400 1.200
2001
1.000
2006
800
11.000
600
10.000
400 9.000
200
Bron: CBS/TNO Inro/SEO vergunnigen en gereedmeldingen x1000 won. produktiewaarde x 1 mln euro's Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: ABF Woningvoorraadbestanden DGW/S Aantal woningen x 1000 Gemeten per 1 januari Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Limburg
N-Brabant
Zeeland
Z-Holland
N-Holland
Utrecht
2007
Gelderland
2006
Flevoland
2005
Overijssel
2004
Drenthe
2003
Friesland
2002
Groningen
0
8.000
Verkenningen Ontwikkeling wonen
Verkenningen Ontwikkeling wonen
Woningbouw in drie scenario's
2000-2004 2005-2009
uitbreidingsbehoefte ____________ 329.000 270.000
Geprognosticeerd overschot en niet gehonoreerde vraag naar w woonmilieu bij trendmatige ontwikkeling
246
vervangings behoefte ____________ 145.000 220.000
totaal ____________ 474.000 490.000
per jaar ____________ 94.800 98.000
centrum stedelijk ________
buiten centrum ________
groen stedelijk ________
centrum dorps ________
landelijk wonen ________
37.811 43.276 36.443 44.997
32.961 38.189 63.136 70.511
23.689 21.691 40.902 41.688
29.425 35.192 71.017 77.466
16.907 18.348 53.378 68.318
potentieel overschot (woningen) huur 2000 10.982 huur 2010 18.389 koop 2000 564 koop 2010 1.396
108.756 203.857 9.136 32.505
8.603 13.733 4.628 28.183
40.499 85.710 2.911 16.527
10.009 19.210 1.783 7.200
niet gehonoreerde vraag (woningen) huur 2000 huur 2010 koop 2000 koop 2010
Potentieel overschot (links) & niet gehonoreerde vraag (rechts) Coördinatie 2000-2010 600.000 vervangingsbehoefte 500.000
huur 2000
centrum stedelijk
huur 2010
buiten centrum
uitbreidingsbehoefte 400.000 300.000
groen stedelijk
koop 2000
200.000 100.000
centrum dorps
koop 2010
Bron: Primosprognose 2001 Helpdesk per e-mail (
[email protected])
400.000
300.000
200.000
100.000
0
-100.000
-200.000
2005-2009
-300.000
2000-2004
-400.000
0
landelijk wonen
Bron: Nota Wonen: mensen, wensen, wonen. Uitgangspunt: geen aanpassing (transformatie) beleid en uitgaande van scenario Coördinatie NB: potentieel overschot en niet gehonoreerde vraag kan binnen 1 woonmilieu optreden, bijvoorbeeld wanneer het aanbod niet matcht naar prijsklasse Helpdesk per e-mail (
[email protected])
247
Verkenningen Ontwikkeling wonen
Verkenningen Ontwikkeling wonen
Nieuwbouwbehoefte
voorraad 2000 nieuwbouw onttrekkingen voorraad 2010 groei voorraad 2000-2010 gewenste groei 2000-2010
Verwachte ontwikkeling aandeel koopwoningen in de woningvoorraad naar w woonmilieu
248
centrum stedelijk ________ 474.000 53.000 -23.000 503.000
buiten centrum ________ 2.530.000 273.000 -97.000 2.706.000
groen stedelijk ________ 485.000 144.000 -14.000 615.000
centrum dorps ________ 2.357.000 271.000 -44.000 2.584.000
landelijk wonen ________ 758.000 79.000 -20.000 818.000
6,1%
7,0%
26,8%
9,6%
7,9%
14,5%
3,6%
22,9%
5,3%
20,3%
centrum stedelijk
buiten groen centrum stedelijk
centrum landelijk dorps wonen
totaal
________
________
________
________
________
________
37% 41% 4%
39% 44% 5%
51% 55% 4%
63% 65% 2%
72% 75% 3%
52% 56% 4%
aandeel koop in voorraad 2010 bij trend 42% gewenst 46% verschil 4%
47% 53% 6%
59% 61% 2%
67% 70% 3%
75% 78% 3%
58% 62% 4%
aandeel koop in voorraad 2000 gewenst verschil
Aandeel koopwoningen 30%
80% groei voorraad 2000-2010
25%
aandeel koop in 2010 bij trend
75% 70%
gewenste groei 2000-2010
20%
65%
aandeel koop gewenst in 2010
60% 55%
15%
50% 10%
45% 40%
5%
35%
Bron: Nota Wonen: mensen, wensen, wonen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
Bron: Nota Wonen: mensen, wensen, wonen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
totaal
landelijk wonen
landelijk wonen
centrum dorps
centrum dorps
groen stedelijk
groen stedelijk
buiten centrum
buiten centrum
centrum stedelijk
centrum stedelijk
30%
0%
249
Verkenningen Ontwikkeling wonen
Verkenningen Ontwikkeling wonen
Trendmatige ontwikkeling woningvoorraad naar w woonmilieu en gewenste groei
Verkenningen Ontwikkeling wonen
Ruimtebehoefte in Nederland tot 2030 (in hectares)
250
Laag scenario _____________
Hoog scenario _____________
39.000 32.000 35.000
85.000 54.000 60.000
144.000 333.000 -170.000
-* -475.000
90.000 25.000 375.000
-
Ruimtebehoefte wonen 2000-2030 (in aantal woningen) Laag scenario _____________ 2000-2010 376.000 2010-2020 375.000 2020-2030 198.000
Hoog scenario _____________ 680.000 633.000 560.000
Wonen en werken wonen werken Infrastructuur Recreatie, natuur & landschap en landbouw recreatie en sport natuur & landschap landbouw Water veiligheid extra open water ruimtelijke maatregelen
Ruimtebehoefte wonen 2000-2030 (aantal woningen) 800.000 laag scenario
700.000 600.000
hoog scenario
500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2000-2010
2010-2020
Bron: Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000/2020 * geen waarde betekent: niet in hoog scenario opgenomen Helpdesk per e-mail (
[email protected])
2020-2030
251
Begrippenlijst
252
253
Verklaring van begrippen met een pijltje (>)
Aandachtsgroepen volkshuisvestigingsbeleid In de verschillende Woning Behoefte Onderzoeken behoren de volgende huishoudens tot de aandachtsgroep: WBO 1998 WBO 1999 WBO 2000 Netto inkomen van éénpersoonshuishouden < E 12.522,07 < E 12.625,07 < E 12.926,38 Netto inkomen van meerpersoonshuishouden < E 17.075,30 < E 17.253,63 < E 17.627,09 Aflossingsvrije hypotheek Een hypotheekvorm waarbij over de schuld alleen rente wordt betaald en over de hele looptijd niet wordt afgelost. Na afloop van de hypotheek blijft de schuld staan. Allochtonen Personen in het buitenland geboren en personen in Nederland geboren en waarvan tenminste één ouder in het buitenland is geboren. Annuïteitenhypotheek Een hypotheekvorm waarbij ieder jaar (of iedere maand) voor rente en aflossing samen een gelijk bedrag wordt betaald. In het begin bestaat dit bedrag voor het grootste deel uit rente en na verloop van tijd vormt de aflossing het grootste deel. BAR Zie bewoonde andere ruimten Basishuur De basishuur wordt gehanteerd bij het vaststellen van de hoogste van de individuele huursubsidie. Deze huur is gelijk aan de bruto huur verminderd met de eventueel in dat bedrag opgenomen kosten voor water, verwarming, garage en andere diensten voor privégebruik. Subsidiabele servicekosten worden niet in mindering gebracht.
Beleggers (zie institutionele beleggers) Bewoonde andere ruimten Een woonverblijf dat niet aan de woningdefinitie voldoet zoals: woonruimte in een studentenhuis, woonruimte in een hotel, pension of kamerverhuurpand, een woonschip, woonwagen, caravan, zomerhuis, woonkeet, barak en dergelijke. Bezettingsgraad Het gemiddeld aantal personen per woning. Bijkomende woonuitgaven De som van de energie- en wateruitgaven en de uitgaven die huishoudens moeten doen voor heffingen en belastingen van de Openbaar Publieke Lichamen (OPL) (zie schema op bladzijde 121). Binnenlandse migratie Migratie van personen tussen gemeenten binnen Nederland. BoN (= Besturen op Niveau) gebieden Het betreft zeven gebieden rond grote steden die sinds 1 juli 1994 op grond van de “Kaderwet Bestuur in verandering” zijn onderscheiden. Zij zijn onder andere verantwoordelijk voor het volkshuisvestigingsbeleid. Bruto huur De brutohuur is het totale huurbedrag (inclusief bijkomende kosten) dat de huurder aan de verhuurder is verschuldigd. Bruto inhoud De bruto inhoud van een woning wordt bepaald door het product van de brutovloeroppervlakte en de bruto-hoogte conform NEN 2580.
254
Bruto inkomen Dit inkomen omvat het primair inkomen vermeerderd met de ontvangen overdrachten (hetzij rechtstreeks van de overheid, hetzij via de sociale verzekering, hetzij anderszins ontvangen). Bruto woonuitgaven De vaste woonuitgaven. Voor huurders is dit de bruto huur. Voor eigenaar-bewoners is dit de som van de bruto hypotheekuitgaven en bijkomende vaste uitgaven (opstalverzekering, OZB en erfpacht) minus een eventuele rijksbijdrage in de vorm van een premie. BSG Bestaand stedelijk gebied (de bebouwde kom van vóór 1971). Commerciële verhuurders Commerciële verhuurders zijn institutionele beleggers (zoals banken, pensioenfondsen, verzekerings- en beleggingsmaatschappijen) en particuliere personen die op commerciële basis woningen verhuren of laten verhuren. Samen vormen zij de particuliere huursector. Competitie scenario (Global Competition (GC)) Eén van de drie scenario’s die door het CPB zijn opgesteld en die veronderstellingen doen over de context waarbinnen Nederland de komende jaren zal opereren. In dit scenario ligt de nadruk op een goede werking van de wereldmarkt. Nederland is in staat om hierop in te spelen. Het kernwoord van het scenario is efficiëntie (zie ook verdeeldheid scenario (DE) en coördinatie scenario (EC)). Coördinatie scenario (European Coördination (EC)) Eén van de drie scenario’s die door het CPB zijn opgesteld en die veronderstellingen doen over de context waarbinnen Nederland de komende jaren zal opereren. In dit scenario ligt de nadruk op coördinatie in plaats van concurrentie. Het kernwoord van het scenario is gelijkheid (zie ook verdeeldheid scenario (DE) en competitie scenario (GC)).
255
Corporaties (zie woningbouwcorporaties) Doelgroep (zie aandachtsgroep) Doelgroep van het minderhedenbeleid Alle in ons land woonachtige personen die geboren zijn in Turkije, Marokko, Suriname, de Nederlandse Antillen, Aruba, Griekenland, Italië, voormalig Joegoslavië, Portugal, Spanje, Kaapverdië, en Tunesië, alsmede de in ons land woonachtige kinderen van genoemde personen. Daarnaast behoren de in ons land verblijvende Molukkers, vluchtelingen (statushouders), woonwagenbewoners en zigeuners tot de doelgroepen van het minderhedenbeleid. Doorstroming/Doorstromer Men spreekt van doorstromen indien een huishouden binnen Nederland verhuist. Voor en na de verhuizing is het huishouden de hoofdbewoner van een woning. DuBo Duurzaam bouwen. Duurzaam Bouwen Het duurzaam ontwikkelen, beheren en onderhouden van de gehele gebouwde omgeving. Dure scheefheid Dit betreft huishoudens behorend tot de doelgroep, gehuisvest in een dure huurwoning. Duur/dure voorraad (zie prijsgrenzen) Eenpersoonshuishouden Een zelfstandig huishouden dat door één persoon alleen wordt gevoerd.
256
Eigen vermogen Kapitaal, wettelijke en statutaire reserves en overige reserves exclusief herwaarderingsreserve. Externe toegankelijkheid (voor ouderen) Een woning is extern toegankelijk indien het hoogteverschil dat zonder lift moet worden overbrugd om de woning van buitenaf te bereiken niet meer is dan 20 cm. Financiële kengetallen (zie eigen vermogen, solvabiliteit, voorzieningen) Financieringswijze De financieringswijze heeft betrekking op de objectsubsidie die van toepassing is. Objectsubsidie is subsidie die door de rijksoverheid wordt verstrekt aan de eigenaar van een te bouwen woningcomplex en die onafhankelijk is van de financiële positie van de eigenaar of de huurder. Tussen 1988 en 1995 werd onderscheid gemaakt tussen de volgende financieringssectoren: sociale huur, premiehuur, vrije sector met eenmalige bijdrage en ongesubsidieerde woningen. een relatief goedkope huurwoning, gebouwd in opdracht van en verhuurd door een woningcorporatie. sociale koop een relatief goedkope woning waarbij de hoogte van de objectsubsidie afhankelijk is van het belastbaar inkomen van de koper. premiehuur een gesubsidieerde huurwoning die wordt gebouwd in opdracht van een institutionele belegger waarbij de belegger een bepaald rendement wordt gegarandeerd. vrije sector een woning met een huur- of koop prijs boven de met eenmalige distributiegrens waarvoor een eenmalige subsidie wordt bijdrage gegeven. ongesubsidieerd een ongesubsidieerde woning.
257
Voor 1988 werd ook nog onderscheid gemaakt tussen de premie-A, B, C en D-koopwoning. De premie-A koopwoning is vergelijkbaar met de sociale (inkomens afhankelijke) koopwoning. Bij de premie-B-koopwoning hing de hoogte van de subsidie af van de stichtingskosten. Premie-C-woningen zijn in grote lijnen vervangen door de vrije sectorwoningen met een eenmalige bijdrage. Premie-D-koopwoningen waren koopwoningen in de stadsvernieuwingsgebieden met een eenmalige subsidie. Sinds de invoering van het Besluit Woninggebonden Subsidies in 1995 is nog slechts sprake van een indeling naar stichtingskosten (goedkoop, middelduur en duur), waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen huur en koop. In het WBO 2000 worden de volgende grenzen gehanteerd: goedkoop middelduur duur
stichtingskosten lager dan 124.789,56 euro of een maximale (kale) huurprijs van 339,43 euro per maand. stichtingskosten tussen 124.789,56 en 176.974,28 euro of een (kale) huurprijs tussen 339,43 en 454,69 euro per maand. stichtingskosten hoger dan 176.974,28 euro of (kale) huurprijs van tenminste 455,14 euro per maand.
sociale huur
Fiscaal effect Het saldo van rente-aftrek in verband met de hypotheek, het te betalen huurwaardeforfait en een eventuele bijdrage eigen woningbezit. Goedkope scheefheid Dit betreft huishoudens niet behorend tot de doelgroep, maar wel gehuisvest in een goedkope huurwoning. Goedkoop/goedkope voorraad (zie prijsgrenzen) Groeihypotheek Een hypotheekvorm waarbij het bedrag van rente en aflossing samen stijgt gedurende een
258
aantal jaren en vervolgens gelijk blijft. In het begin wordt weinig tot niets afgelost en er wordt te weinig rente betaald. Hierdoor neemt de restant schuld toe. Herstelkosten De kosten die moeten worden gemaakt om manifeste bouwtechnische gebreken op te heffen. De herstelkosten zijn exclusief de kosten van eventueel noodzakelijk funderingsherstel. Huishouden Elke alleenstaande en tevens elke groep van twee of meer personen die in huishoudelijk verband samenleven. Huurquote De woonuitgaven uitgedrukt in een percentage van het netto inkomen. Individuele huursubsidie (IHS) Rijkssubsidie die wordt verstrekt aan huurders, die in verhouding tot hun inkomen, te duur (moeten) wonen. Inflatie Gebaseerd op de CBS consumentenprijsindex (CPI). Deze index geeft de gemiddelde prijsverandering weer van goederen en diensten die huishoudens voor hun levensonderhoud aanschaffen. Institutionele beleggers Onder institutionele beleggers worden verstaan banken, verzekerings- en beleggingsmaatschappijen die op commerciële basis woningen verhuren of laten verhuren.
259
Kale huur De kale huur is de prijs die verschuldigd is voor het enkele gebruik van woonruimte. Dit komt neer op de basishuur verminderd met alle overige kosten (zie schema op bladzijde 129). Kansarmen/kansarme huishoudens Kansarme huishoudens zijn huishoudens (ook 65+) waarvan beide partners een inkomen hebben dat lager is dan 105% van het bijstandsniveau, werkloos zijn en ten hoogste een afgeronde beroepsopleiding hebben. Kwartiel Statistische maat die een kwart van de bevindingen omvat. De totale gegevens worden van laag tot hoog in vier delen verdeeld: de kwartielen. Het eerste kwartiel bevat de laagste 25% van de bevindingen Levensverzekeringhypotheek Een hypotheekvorm waarbij gedurende de hele looptijd van de hypotheek niet wordt afgelost. Over de schuld wordt alleen rente betaald. Daarnaast betaalt men premie voor een levensverzekering die aan het einde van de looptijd van de hypotheek tot uitkering komt en waaruit in principe de volledige schuld kan worden afgelost. Lineaire hypotheek Een hypotheekvorm waarbij ieder jaar (of iedere maand) een gelijk deel van de beginschuld wordt afgelost. De te betalen rente (over de restantschuld) daalt in de loop der jaren als gevolg van een dalende restantschuld. Middelduur/middeldure voorraad (zie prijsgrenzen)
Interne toegankelijkheid (voor ouderen) Een woning is intern toegankelijk indien de primaire ruimten (woonkamer, douche of badkamer en één slaapkamer) op dezelfde bouwlaag liggen.
Minimum jaarinkomen Inkomen waarop iedere werknemer van 15 tot en met 64 jaar, die in meer dan 1/3 van de gebruikelijke arbeidstijd in dienstbetrekking werkt, recht heeft.
260
Modaal jaarinkomen Inkomen van een modale werknemer. Een modale werknemer is een werknemer met twee kinderen beneden de 12 jaar en een looninkomen dat juist beneden de premieinkomengrens van de verplichte ziekenfondsverzekering ligt. MPS-gemeenten Grote en middelgrote gemeenten als groep onderscheiden in het door het Rijk tot 1994 jaarlijks uitgebrachte Meerjarenplan stadsvernieuwing (MPS). Netto huur De netto huur is de basishuur minus individuele huursubsidie (zie schema op bladzijde 121). Netto (vaste) huurquote De netto (vaste) woonuitgaven van huurders uitgedrukt in een percentage van het netto huishoudinkomen (zie schema op bladzijde 121). Netto huishoudinkomen De som van de bruto inkomsten van de leden van het huishouden uit arbeid, winst uit onderneming, ontvangen overdrachten en andere inkomsten, verminderd met betaalde overdrachten, de inhouding bij ambtenaren en loon- en inkomstenbelasting. Ontvangen overdrachten zijn uitkeringen van overheden en sociale verzekeringen en overige overdrachten als pensioen, lijfrente en alimentatie c.q. bijstandsverhaal. De andere inkomsten betreffen gratificaties, tantièmes en vaste winstdeling. Bij betaalde overdrachten gaat het om de premies voor sociale verzekeringen. Het netto huishoudinkomen is verder inclusief kinderbijslag en vakantietoeslag, werknemers- en werkgeversaandeel ziekenfondspremie en de tegemoetkoming van de werkgever in de ziektekosten (zoals de interimuitkering bij ambtenaren). Netto inkomen De som van inkomsten uit alle bronnen na aftrek van premies en belastingen.
261
Netto vaste koopquote De netto (vaste) woonuitgaven voor de eigen woning uitgedrukt in een percentage van het netto huishoudinkomen (zie schema op bladzijde 121). Netto (totale) woonquote De totale woonuitgaven (inclusief OPL-heffingen en uitgaven aan nutsbedrijven) uitgedrukt in een percentage van het netto huishoudinkomen (zie schema op bladzijde 121). Netto (vaste) woonuitgaven De woonuitgaven van huurders en eigenaar-bewoners zijn als volgt berekend. Bij huurders van een woning is de basishuur verminderd met eventuele huursubsidie en gedeeld door het netto jaarinkomen van het huishouden. Bij eigenaar-bewoners zijn bij de berekening van de woonuitgaven de volgende posten betrokken: (+) de bruto hypotheeklasten (rente, aflossing, levensverzekeringspremie), (+) erfpacht, (+) opstalverzekering, (+) het eigenaargedeelte onroerendgoedbelasting, (-) de rijksbijdrage eigen woningbezit en (+/-) effecten in de sfeer van de inkomstenbelasting en premieheffing volksverzekering ten gevolge van renteaftrek, erfpacht, huurwaardeforfait en rijksbijdrage eigen woningbezit. Het saldo van deze posten is vervolgens gedeeld door het netto jaarinkomen van het huishouden en uitgedrukt in procenten. Er is geen rekening gehouden met onderhoudskosten. De gemiddelde netto woonuitgaven in de tabellen hebben betrekking op het gemiddelde van de woonuitgavenverdeling (in tegenstelling tot het quotiënt van de gemiddelde huur respectievelijk woonuitgaven van eigenaar-bewoners en gemiddelde inkomen). Niet-gezinshuishouden Een meerpersoonshuishouden dat geen gezin vormt (bijvoorbeeld samenwonende vrienden of vriendinnen, broers of zusters, weduwnaar met kleinkind etc.). Niet-subsidiale servicekosten De servicekosten die niet worden meegenomen bij het vaststellen van de IHS, zoals kosten voor garage, energie en water.
262
263
Ninki Index van netto inkomen na kale huurlasten
basis verhuren of laten verhuren (zie ook commerciële verhuurders en institutionele beleggers).
Objectsubsidie (zie OPL-heffingen) Rijkssubsidie die wordt verstrekt bij nieuwbouw van woningen in de goedkope en middeldure stichtingskostenklasse (zie prijsgrenzen).
Productiewaarde In geld uitgedrukte deel van de bouwsom dat in het betreffende jaar is besteed.
Omslagheffing (zie OPL-heffingen) De heffing die de waterschappen opleggen aan de eigenaren van onroerende zaken om de kosten voor het kwantiteitsbeheer en de waterkering te dekken.
Prijsgrenzen/prijsklasse In de WBO’s 1998, 1999 en 2000 zijn de volgende prijsgrenzen gehanteerd:
goedkope huur OPL-heffingen De uitgaven die huishoudens moeten doen voor heffingen en belastingen van de Overige Publiekrechtelijke Lichamen, zoals OZB, reinigingsheffing, rioolrecht, verontreinigingsheffing en omslagheffing (zie ook deze afzonderlijke heffingen).
betaalbare huur
WBO 1998 t/m E 318,10
WBO 1999 t/m E 328,99
WBO 2000 t/m E 339,43
E 318,55 t/m E 425,65
E 329,44 t/m E 440,17
E 339,88 t/m E 454,69
dure huur Ouderenhuisvesting/Ouderenwoning Een zelfstandige woning bestemd of geschikt gemaakt voor ouderen. Voorbeelden zijn en bejaardenwoning (aangepast voor ouderen), een aanleunwoning (nabij een verzorgingstehuis), een serviceflat (met dienstverlening) of een woonzorgcomplex (met zorgverlening). OZB (zie OPL-heffingen) Onroerend Zaak Belasting wordt door de gemeente op basis van de WOZ-waarde van de woning vastgesteld. Deze bestaat uit een eigenaren- en gebruikersdeel. Particuliere huurwoningen Huurwoningen in beheer bij particuliere verhuurders. Particuliere verhuurders Dit zijn institutionele beleggers en particuliere personen die woningen op commerciële
goedkope koop betaalbare koop
dure koop
vanaf E 426,10 tot E 95.293,85
vanaf E 440,62 vanaf E 455,14 tot E 104369,45 tot E 124.789,56
E 95.293,85 E 104.369,45 E 124.789,56 tot E 136.134,06 tot E 147.478,57 tot E 176.974,28 vanaf E 136.134,06
vanaf E 147.478,57
vanaf E 176.974,28
Puntprijs De kale huur per WWS-punt (zie woningwaarderingsstelsel). Reinigingsheffing (zie OPL-heffingen) Verzamelbegrip voor de afvalstoffenheffing (gebaseerd op de Wet Milieubeheer) en het reinigingsrecht (gebaseerd op de Gemeentewet).
264
Rioolrecht (zie OPL-heffingen) Gemeentelijke heffing om de kosten van onderhoud aan en vervanging van het gemeentelijk rioleringssysteem te dekken. Scheefheid (zie dure en goedkope scheefheid) Sociale huurwoningen Huurwoningen in beheer bij sociale verhuurders. Sociale verhuurders Dit zijn woningcorporaties, categoriale stichtingen die zonder winstoogmerk zorg dragen voor de huisvesting van specifieke groepen (studenten, ouderen, enz.) en gemeentelijke woningbedrijven (zie ook woningcorporaties en gemeentelijke woningbedrijven). Solvabiliteit De mate waarin een instelling in staat is om bij liquidatie aan haar financiële verplichtingen te voldoen ofwel het eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal, uitgedrukt in procenten. Spaarhypotheek Een hypotheekvorm waarbij alleen rente over de schuld wordt betaald en waarbij over de hele looptijd niet wordt afgelost. Verder betaalt men premie. De premie omvat een spaarpremie waarmee het kapitaal dat nodig is voor aflossing van de schuld bijeen wordt gespaard en een overlijdensrisicoverzekering. Subsidiabele servicekosten Hierbij gaat het om de servicekosten die worden meegenomen bij de berekening van de IHS, zoals de schoonmaakkosten van gemeenschappelijke ruimten en de kosten van een huismeester.
265
Tehuis Alle woonvormen waarbij een persoon woonachtig is in een institutionele voorziening. Toegelaten instellingen Een toegelaten instelling is een privaatrechtelijke instelling die zich tot doel stelt uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam te zijn en die als zodanig door de Kroon is toegelaten (art. 70 woningwet). Totale woonuitgaven De som van de vaste woonuitgaven en de bijkomende woonuitgaven (zie schema op bladzijde 121). VBTB Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording. Verdeeldheid scenario (Devided Europa (DE)) Eén van de drie scenario’s die door het CPB zijn opgesteld en die veronderstellingen doen over de context waarbinnen Nederland de komende jaren zal gaan opereren. Het kernwoord van dit scenario is economische stagnatie. Zie ook Coördinatie scenario (EC) en Competitie scenario (GC). Verontreinigingsheffing (zie OPL-heffingen) De heffing die de waterschappen opleggen aan huishoudens om de kosten voor de zuivering van het oppervlaktewater te dekken. Verzorgingstehuis Een verzorgingstehuis (ofwel een bejaardenoord) is volgens de Wet op de Bejaardenoorden (per 1 januari 1997 vervangen door de Overgangswet Verzorgingstehuizen) een inrichting waarin aan tenminste vijf bejaarden huisvesting wordt geboden, gepaard aan gedeeltelijke of gehele verzorging. Psychiatrische inrichtingen en verpleeghuizen behoren hier niet toe. In een verzorgingstehuis wordt verzorging verschaft in het kader van de AWBZ.
266
267
VINEX-locatie In de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra aangewezen uitleggebied voor de periode 1995 tot 2005.
Woonmilieu In het Woning Behoefte Onderzoek van het ministerie van VROM wordt een onderscheidt gemaakt tussen vijf typen woonmilieus:
VINEX-taakstelling In de VINEX-convenanten vastgelegde aantallen te bouwen woningen op de VINEX-locaties in de periode 1995 tot 2005.
centrum stedelijk woonmilieu: (historische) binnensteden, City/ nieuwe stedelijke centra, centra van nieuwe steden essentie: grootschalige complexiteit voorbeelden: Nieuwmarkt Amsterdam, Kop van Zuid Rotterdam, Almere Centrum
Voorzieningen Het totaal van de reserveringen voor onderhoud en overige voorzieningen. Weerstandsvermogen Totaal van het eigen vermogen, egalisatierekening en voorzieningen minus de immateriële activa. Het weerstandsvermogen is net als het eigen vermogen een maatstaf voor de financiële positie van de woningbouwcorporatie. Deze maatstaf is echter minder gevoelig voor de vele variaties die corporaties toepassen in de waarderingsgrondslagen.
stedelijk buiten centrum woonmilieu: vooroorlogse etage, vooroorlogs grondgebonden, vooroorlogse herenhuizen, vooroorlogse tuindorpen, naoorlogse etage, naoorlogs grondgebonden essentie: de stadswijk voorbeelden: Berlagebuurt Amsterdam, Wittevrouwensingel Utrecht, Statenkwartier Den Haag, Betondorp Amsterdam, Nieuwedam Noord, Tongelre Eindhoven
Woningbouwcorporaties Privaatrechtelijke instellingen (stichtingen of verenigingen) die zich ten doel stellen uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam te zijn en als zodanig door de Kroon zijn toegelaten (toegelaten instellingen).
groen stedelijk woonmilieu: uitbreiding aan de stad, groeikernen, actuele uitleg essentie: huis met een tuin voorbeelden: Rijnsweert Utrecht, Nieuwegein, Prinsenland Rotterdam
Woningwaarderingstelsel (WWS) Met het woningwaarderingsstelsel kan de kwaliteit van de woning (o.a. grootte, voorzieningen) in punten worden uitgedrukt. Aan dit puntenaantal is een maximaal redelijke huurgrens gekoppeld, zodat kan worden vastgesteld of de huurprijs in redelijke verhouding staat tot de kwaliteit van een woning.
centrum dorps woonmilieu: historische kernen, nieuwe kernen essentie: kleinschalige complexiteit voorbeelden: Muiden, Houten-Rond
Woonlasten (zie schema op bladzijde 121)
landelijk woonmilieu: villawijken, wonen in het landschap, landgoederen essentie: Villa Verde voorbeelden: Loosdrechtse plassen, Amsteldijk.
268
269
Trefwoordenregister
Woonuitgaven (zie schema op bladzijde 121) Woon(uitgaven)quote De netto woonuitgavenquote wordt gebruikt om te bepalen welk deel van het jaarinkomen wordt besteed aan wonen. Hiervoor dient de verhouding tussen de netto woonuitgaven en het netto jaarinkomen van het huishouden te worden berekend (zie ook netto huurquote en netto koopquote). WOZ Waardering Onroerende Zaken WVG Wet voorzieningen gehandicapten. WWS (zie woningwaarderingstelsel) Zuivere huurverhoging Huurstijging die is gecorrigeerd voor met verbeteringen samenhangende huurverhoging. Naast de reguliere huurstijging per 1 juli is ook het effect van harmonisatie ineens in dit stijgingspercentage opgenomen.
270
271
Trefwoordenregister
Aandachtsgroep Aanpasbaar bouwen Allochtonen
37, 65, 66, 154, 155, 156, 157, 158, 159, 193, 243 177, 185 167, 189, 190, 191, 192, 193, 194, 241
Balans sociale verhuurders Begroting volkshuisvesting Bevolking Bewoonde andere ruimten (BAR) Bezettingsgraad Bijkomende woonuitgaven Binnenlandse migratie Bodemgebruik BoN-gebieden Bouwkosten Bouwvergunningen BSG Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting Corporaties Dak- en thuislozen Doorstroming Duurzaam bouwen
112 9, 10, 11, 13, 14, 15 55, 56, 57, 58, 64, 189, 209, 210, 239, 241 62, 180 22, 48, 212 121 100, 101 92, 93 100 153 46, 47, 50 131 116, 117 46, 47, 108, 109, 110, 111, 112, 128 181 99, 132, 161, 162, 163, 164 11, 13, 219, 220, 222, 223
Eenpersoonshuishouden Emigratie Elektriciteitsverbruik Externe toegankelijkheid
60, 61, 63 67, 242 224, 225, 226 177, 234
Financiële kerngegevens toegelaten instellingen
112, 113, 116
Gasverbruik Gehandicapten Gemeentegarantie Herstelkosten Herstructurering Huishoudens Huurprijs Huurstijging Hypotheek(rente) Immigratie Individuele huursubsidie Inflatie Inkomen Institutionele beleggers Interne toegankelijkheid Investeringen sociale verhuurders Isolatie Jaarresultaten sociale verhuurders Kale huur Kansarme huishoudens Kavelgrootte Kavelprijzen Koopprijs Kwaliteit woningvoorraad Leegstand Lichamelijke gehandicapten
227, 228, 229 167, 183, 184, 185, 186, 187, 188 150 29, 30, 33 11, 14 55, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 156, 209, 240, 243 121, 122, 123, 124, 125, 129, 143, 145, 151, 152 126, 127, 128 146, 147, 148, 149, 150, 153, 155
12, 138, 139, 140, 141, 142, 143, 154, 153, 137, 138, 139, 46, 47,
67, 155, 176, 153, 128, 177, 114,
242 157 215 176 129 234 115 233
112, 113 122, 123, 124, 125, 127, 128, 129, 138, 139 88, 89, 90 94, 131 130, 131 133, 134, 135, 146, 151, 152, 216 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 214 109 183, 184, 186
272
Netto huishoudinkomen Netto huurquote Netto koopquote Netto woonquote Niet gezinshuishouden Nieuwbouw Nieuwbouwbehoefte Onderhoud (sociale huurwoningen) Onttrekkingen Ouderen(woningen) OZB Particuliere huur Probleemwijken Productiewaarde Prijsklasse Puntprijs Ruimtegebruik Scheefheid Sociale huur Sociale verhuurders kerngegevens Studenten Type woonomgeving/ woonmilieu
138, 139 121, 138, 139, 143, 145, 155, 156, 175 121, 144, 145, 155 121, 145 61 41, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 96, 97, 100, 108, 135, 136, 161, 162, 163, 164, 200, 213 244, 246, 248 114, 115 51, 52, 108, 201 57, 58, 62, 167, 168, 169, 170, 171, 172, 173, 174, 175, 176, 177, 178, 182, 204, 205, 210, 239 121 25, 29, 30, 32, 33, 34, 35, 128, 129, 231, 232, 233 206 28 26, 45, 47, 94, 99, 107, 130, 131, 132, 136, 157, 158, 159, 161 129 91, 92, 93 160 25, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 107, 213 108 179, 180 64, 65, 68, 69, 70, 71, 72, 74, 75, 76, 79, 81, 82, 84, 89, 247, 248, 249
273
Veiligheid Verhuisketen (zie ook: doorstroming) Verkoop huurwoningen door corporaties Verkoopprijzen Verplaatsingsafstand Verplaatsingsmotieven Verstandelijk gehandicapten Verzorgingstehuizen VINEX Woningbezetting (zie bezettingsgraad) Woningdichtheid Woninggrootte Woningtekort Woningverbetering Woningvoorraad Woonwagenbewoners Woon-werkverkeer Woonlasten
82, 83, 84, 85, 86, 87 41, 99 110, 111 133, 134, 135, 146, 151, 152, 216 103, 104 102, 103 185, 186, 187 171, 172, 173 14, 27, 28, 94, 130, 244 22, 48, 212 98 48, 49, 95, 96, 97, 125 41, 43 114, 115, 185, 235 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 31, 32, 41, 51, 52, 95, 107, 123, 199, 200, 211, 212, 244, 245 181 102, 103, 104 12, 121, 138, 139, 143, 144, 145, 150, 175, 176, 183, 215
Woonmilieu (zie type woonomgeving) Woonomgevingtypologie/ woonmilieu (zie type woonomgeving) Woonsatisfactie woning 76, 77, 78, 214 Woonsatisfactie woonomgeving 36, 37, 72, 73, 79, 80, 82, 83, 212 Woonuitgaven 138, 139, 143, 144, 145, 146, 175, 176, 183, 213 WOZ-waarde 203 WVG 185, 186 WWS-punten 129 Zuivere huurverhoging: zie huurstijging
274
275
Inhoud per tabel
276
277
Inhoud per tabel
Beleid en begroting Inleiding DGW Begroting Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Begroting VROM 1998 - 2003 De thema’s van het VBTB Thema 1: betaalbaarheid van het wonen Thema 2: budget duurzame woningen en gebouwen Thema 3: budget aantrekkelijke fysieke leefomgeving Thema 4: budget sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving
07 08 09 10 11 12 13 14 15
De woningvoorraad Inleiding DGW Kenmerken van de woningvoorraad Kenmerken bewoonde woningvoorraad, 2000 Kenmerken van de woningvoorraad Woningvoorraad Gemiddelde woningbezetting Woningvoorraad naar woningtype Woningvoorraad naar bouwperiode Woningvoorraad naar sector Woningvoorraad naar prijsklasse Realisatie 1995-2001 netto uitbreidingsproductie Productiewaarde van de woningbouw Verbetering van de woningvoorraad Herstelkosten naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse Gemiddelde relatieve herstelkosten per woning naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse Woningvoorraad naar kwaliteitsklassen Woningvoorraad in kwaliteitsklassen naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse, 2000 Gemiddelde relatieve herstelkosten per woning voor G4, G26 en overige gemeenten Gemiddelde oppervlakte per woningtype naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Aanwezigheid voorzieningen meergezinswoningen naar eigendomscategorie en bouwjaarklasse Voorzieningen woningen: sanitair natte cel Kwaliteitsaspecten naar aandachtsgroep/ niet-aandachtsgroep Fysieke kwaliteit van G4, G26 en overige gemeenten Verandering van de woningvoorraad Inleiding DGW Ontwikkeling woningvoorraad, 2000 Woningaanbod en woningtekort Aangeboden en verkochte nieuwbouwwoningen Statistisch woningtekort Nieuwbouw en bouwvergunningen Voltooide nieuwbouwwoningen Voltooide nieuwbouwwoningen naar sector en prijsklasse Voltooide nieuwbouwwoningen en afgifte bouwvergunningen naar opdrachtgever Voltooide nieuwbouwwoningen en afgifte bouwvergunningen naar prijsklasse en opdrachtgever, 2000 Ontwikkelingen in inhoud en woningbezetting van nieuwbouwwoningen Voltooide nieuwbouwwoningen naar aantal kamers en bouwtype, 2001 Particulier opdrachtgeverschap naar provincie, 2001 Onttrekkingen Onttrekkingen aan de woningvoorraad Onttrekkingen aan de woningvoorraad naar bouwperiode
35 36 37 38
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
29 30 31 32 33 34
Wonen: de bewoners en het gebruik van de woning Inleiding DGW Bevolking en huisvesting, 2000 Bevolking Bevolkingsomvang Bevolking naar leeftijd
53 54 55 56 57
278
Bevolking naar leeftijd en provincie, 2002 Aantal huishoudens Huishoudens naar grootte Huishoudens naar samenstelling Huishoudens naar huisvestingsvorm, 2000 Eenpersoonshuishoudens Bevolking naar woonmilieu Bewonerskenmerken naar woonmilieu, 2000 Bewonerskenmerken naar bouwperiode, 2000 Immigratie en emigratie Voorzieningen en contacten Bezoek aan culturele voorzieningen naar woonmilieu, 2000 Sociale contacten naar woonmilieu, 2000 Gebruik en aanwezigheid voorzieningen voor specifieke doelgroepen naar woonmilieu, 2000 Waardering algemene voorzieningen naar woonmilieu, 2000 Ontbrekende voorzieningen naar woonmilieu, 2000 Ontbrekende voorzieningen naar bouwperiode, 2000 Woonsatisfactie Medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in de buurt, 2000 Tevredenheid met woning en bevolkingssamenstelling naar woonmilieu Tevredenheid met de woning naar woonmilieu, 2000 Tevredenheid met de woning naar bouwperiode, 2000 Tevredenheid met de woning naar woningkenmerken, 2000 Tevredenheid met de woonomgeving naar woonmilieu, 2000 Tevredenheid met de woonomgeving naar bouwperiode, 2000 Beleving sociale aspecten naar woonmilieu, 2000 Aspecten van ontevredenheid met de woonomgeving naar woonmilieu, 2000 Aspecten van ontevredenheid met de woonomgeving naar bouwperiode, 2000
58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83
279
Veiligheid Waardering veiligheid per woonmilieu, 2000 Beleving van onveiligheid Slachtoffer-ervaringen Preventiemaatregelen Kansarmoede Kansarme huishoudens in Nederland Kansarme huishoudens naar woonmilieu Kansarme huishoudens naar bouwperiode Ruimte in en rond de woning Ruimtegebruik in en om de woning Ontwikkeling in bodemgebruik voor wonen, werken en recreëren Bodemgebruik 1996 naar provincie Kavelgrootte van eengezinswoningen naar soort regio, 1999 Woningvoorraad naar woninggrootte Aantal kamers in nieuwe woningen Oppervlakte en inhoud van nieuwe woningen Woningdichtheid (woningen per hectare) Verhuizingen Verhuizingen in 1996-2000 naar vorige woning en huidige woning Percentage verhuizingen naar nieuwe koopwoningen binnen dezelfde BoN-regio Verhuisde personen tussen gemeenten / binnenlandse migratie, 2001 Verplaatsingsmotieven, 2001 Afgelegde afstand naar provincie en motief, 2001 Woon-werk verplaatsingen naar afgelegde afstand, 2001
99 100 101 102 103 104
Sociale verhuurders Inleiding DGW Betaalbaarheid woningvoorraad sociale huursector, 2001
105 106 107
84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98
280
Algemeen Kerngegevens sociale verhuurders Leegstand van woongelegenheden bij toegelaten instellingen in % Verkochte huurwoningen aan (toekomstige) bewoners door corporaties Verkochte huurwoningen van toegelaten instellingen aan particulieren (zittende en niet-zittende huurders) Financieel Balans van de toegelaten instellingen Verlies- en winstrekening van de toegelaten instellingen Investering in onderhoud en verbetering Investering in onderhoud en verbetering per provincie, 2001 Financiële kerngegevens toegelaten instellingen Kerncijfers Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, 2001 Woonlasten en betaalbaarheid Inleiding DGW Woonuitgaven eigenaar-bewoners en huurders Prijs en kwaliteit Gemiddelde kale huur Huurwoningvoorraad naar kale huur Gemiddelde kale huur naar bouwtype en landsdeel Gemiddelde kale huur naar bouwperiode en aantal kamers Gemiddelde zuivere huurverhoging Verhoging van de kale huur Verhoging van de kale huur naar type verhuurder, 2002 Prijs en kwaliteit van huurwoningen naar woningkenmerken en type verhuurder Grondprijzen van eengezinswoningen naar soort regio, 1999 Prijzen per vierkante meter en kavelgrootte eengezinswoningen 1990-2000 in uitleggebieden en BSG Betrokken koopwoningen (nieuw en bestaand) naar prijssegment
108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132
281
Woningen van eigenaar-bewoners naar verkoopwaarde Gemiddelde verkoopprijzen van nieuwe en bestaande, vrij te aanvaarden woningen Gemiddelde verkoopprijzen van nieuwe koopwoningen, 2001 Productie van nieuwe woningen Woonlasten Minimum en modaal jaarinkomen Woonlasten en inkomens van huurders Woonlasten, inkomen en individuele huursubsidie Toegekende individuele huursubsidie Toegekende individuele huursubsidie naar provincie, 2001 Ontvangers van individuele huursubsidie naar leeftijd Basishuur, netto huurquote en individuele huursubsidie in nieuwe woningen Opbouw van de maandelijkse woonlasten van eigenaar-bewoners Woonuitgaven van eigenaar-bewoners en huurders Ontwikkeling verkoopprijzen en afgesloten hypotheken van nieuwe koopwoningen Aantal afgesloten hypotheken op woningen: transacties en oversluitingen Aantal hypotheken en waarde door particulieren afgesloten Gemiddeld hypotheekbedrag naar gebied Hypotheken Ontwikkelingen in de koop- en huurprijzen Huur- en koopprijzen uitgesplitst naar provincie, 2001 Inflatie, bouwkosten en hypotheekrente Aandachtsgroep en scheefheid Positie van de aandachtsgroep 2000 Profielschets aandachtsgroep en niet-aandachtsgroep, 2000 Netto huurquote van de aandachtsgroep Huisvesting van de aandachtsgroep en de overige huishoudens in zelfstandige woningen, 1 januari 2000 Verdeling van de aandachtsgroep naar sector en prijsklasse Goedkope huurwoningenvoorraad en de aandachtsgroep, 2000
133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159
282
Dure en goedkope scheefheid Achtergelaten woningen bij doorstroming naar nieuwe woningen Doorstroming uit bestaande naar nieuwe huurwoningen Doorstroming uit bestaande huurwoningen naar nieuwe koopwoningen Doorstroming uit bestaande naar nieuwe koopwoningen
160 161 162 163 164
De sociale as Inleiding DGW De sociale as Ouderen Aantal ouderen in nieuwe woningen Aantal ouderen in ouderenwoningen, 2000 Aantal ouderenwoningen in de goedkope huursector, nieuwbouw Intramuraal en zelfstandig wonende ouderen Verzorgingstehuizen, capaciteit en bewoners per provincie Dienstverlening van verzorgingstehuizen aan zelfstandig wonende ouderen Ontwikkeling eigen woningbezit bij ouderen Netto huurquote van oudere huishoudens, 2000 Ontwikkelingen in de woonuitgaven van huurders van 65 jaar en ouder Aantal toegankelijke woningen in de woningvoorraad, 2000 Ouderen en hulpbehoevenden naar leeftijd Studenten Leefsituatie studenten Ontwikkeling markt voor onzelfstandige woonruimte 1990-1998 Woonwagenbewoners, dak- en thuislozen Woonwagenstandplaatsen, eigendomsverhoudingen en standplaatsdichtheid, landelijk en per provincie, 2001 Bewoners van thuislozenzorg naar leeftijd Gehandicapten Gebruik van informele zorg en particuliere hulp door zelfstandig wonende huishoudens in procenten
165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180
181 182
183
283
Gebruik van thuiszorg door zelfstandig wonende huishoudens in procenten Persoonsgebonden budget voor verpleging en verzorging verstandelijk gehandicapten Aantal nieuw toegekende WVG voorzieningen op het gebied van wonen Capaciteit intramurale en semimurale voorzieningen voor verstandelijk gehandicapten Capaciteit woonvoorzieningen voor mensen met lichamelijk of zintuiglijke beperkingen Allochtonen Bevolking naar nationaliteit, 2002 Allochtonen in Nederland Woningtypen naar herkomst bewoners, 2000 Kenmerken van woningen naar herkomst bewoners, 2000 Aandachtsgroep en allochtonen Gezins- en huisvestingssituatie van Nederlanders en niet-Nederlanders (huishoudens), 2000
184 185 186 187 188
ISV-gemeenten Inleiding DGW De indicatoren van de Monitor Stedelijke Vernieuwing Aandeel sociale huurwoningen in de totale voorraad huurwoningen, 2001 Aandeel koopsector in woningvoorraad, 2001 Nieuwbouw als promilage van de voorraad, 2001 Onttrekkingen als percentage van de nieuwbouw, 1999-2001 Percentage IHS-ontvangers (% huursector), 2001 Gemiddelde WOZ-waarde woningen, 2001 in _ 1000 Aandeel 65+ in de bevolking, 2001 Aanleunwoningen per 1000 senioren (65+), 2001 Ruimtelijke spreiding van probleemwijken, 1998
195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206
Wonen internationaal Inleiding DGW Bevolking in Europa Bevolkingsprognose Europa
207 208 209 210
189 190 191 192 193 194
284
Woningvoorraad naar bouwperiode in Europa Woningvoorraad in Europa Nieuwbouw in Europa Knelpunten huisvesting en woonomgeving in Europa, 1996 Prijsindex, woonkostenindex in Europa Ontwikkeling koopprijsniveau in de EU
211 212 213 214 215 216
Duurzaam bouwen Inleiding DGW Duurzaam Bouwen Algemeen Bereidheid extra te betalen voor duurzaam wonen Aanwezigheid loden waterleidingen Duurzaam bouwen naar financieringswijze Duurzaam bouwen naar woningtype Energieverbruik en -besparing Elektriciteitsverbruik van kleinverbruikers (huishoudens) op jaarbasis Penetratie en elektriciteitsverbruik verwarming en warm water per huishouden op jaarbasis Penetratie en elektriciteitsverbruik binnenhuisklimaat per huishouden op jaarbasis Gasverbruik verwarming van de woning per huishouden op jaarbasis Gemiddeld gasverbruik centrale verwarming per bouwperiode per huishouden op jaarbasis Gemiddeld huishoudelijk gasverbruik per jaar Aanwezigheid van soort warmwaterapparatuur in de woningbouw Aanwezigheid van soort CV-ketel in de woningbouw Soort ruimteverwarmingssysteem Aanwezigheid isolatievoorzieningen naar eigendomsverhouding en bouwjaarklasse Kwaliteitsaspecten naar leeftijd hoofdbewoner Kwaliteitsaspecten naar huishoudenstype
217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235
285
Verkenningen Inleiding DGW Ontwikkeling bevolking Ontgroening en vergrijzing van de bevolking Prognose aantal huishoudens Prognose bevolkingsomvang naar herkomst bewoners, 2005-2030 Prognoses immigratie en emigratie, 2000 tot 2030 Percentage huishoudens dat behoort tot de aandachtsgroep onder drie scenario’s Ontwikkeling wonen Woningbouw in drie scenario’s Prognose woningvoorraad Nieuwbouwbehoefte Geprognosticeerd overschot en niet gehonoreerde vraag naar woonmilieu bij trendmatige ontwikkeling Trendmatige ontwikkeling woningvoorraad naar woonmilieu en gewenste groei Verwachte ontwikkeling aandeel koopwoningen in de woningvoorraad naar woonmilieu Ruimtebehoefte in Nederland tot 2030 (in hectares)
237 238
Begrippenlijst
251
Trefwoordenregister
269
239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250
286
Colofon Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de daaronder ressorterende afdelingen, diensten en personen aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid uit welke hoofde dan ook voor het gebruik van de in de publicatie vermelde onderzoeksresultaten en het toepassen van de daarin beschreven gegevens, methodieken en constructies. Een ieder is en blijft derhalve te dien aanzien zelf aansprakelijk. Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt, bij: Distributiecentrum VROM, Postbus 2727, 3430 GC Nieuwegein, tel. 0900 8052 (E 0,18 p.m.) internet www.vrom.nl Februari 2003