DUITSLAND
Christiane F. verslaafd tienermeisje doorbreekt taboe Jeltje Zijlstra Christiane Vera Felscherinow was erbij toen David Bowie in 1976 op het podium van de Deutschlandhalle in Berlijn zijn optreden aftrapte met het nummer Station to Station, dat begint met het geluid van rijdende treinen en stationsfluitjes. Na het langdurige intro (meer dan een minuut) begint Bowie te zingen: „Here are we, one magical moment, such is the stuff”. Het is uit het leven gegrepen. Zíjn leven. Hij zingt over drugs, en het is overduidelijk dat hijzelf ook gebruikt - met name cocaïne. En hij is niet de enige, want het merendeel van zijn publiek is onder invloed. Na dit concert neemt Christiane haar eerste snuif. Maar in haar geval is het geen cocaïne. Zij snuift heroïne. Ze is dan dertien jaar oud. Op dat moment had ze er geen idee van hoe beroemd ze zou worden als Christiane F.: de drugverslaafde tiener die haar geld verdient met tippelen bij ‘Bahnhof Zoo’.
Gropiusstadt Christiane werd in 1962 in Hamburg geboren. Haar vader was het type dat met grote regelmaat naar de fles greep en nogal agressief kon zijn. De moeder van Christiane besloot na verloop van tijd dat deze situatie niet langer houdbaar was, pakte haar spullen en ging weg. Haar twee dochters, Christiane was de oudste, nam ze mee. Zo kwam het driekoppige gezin in Gropiusstadt terecht, een naoorlogse buurt in West-Berlijn met hoge flats. Daar groeide Christiane op. Haar moeder wilde haar dochters alles kunnen geven wat ze wilden, werkte veel en was vaak van huis. Gropiusstadt was een naoorlogse wijk die met de beste bedoelingen was gebouwd, maar toch veel sociale ellende herbergde. De oorspronkelijke architect, Walter Gropius (1883-1969) was grondlegger van het vooroorlogse Bauhaus, een kunstbeweging die erop was gericht producten te maken waarin alle verschillende vormen van kunst en ambacht waren opgenomen en elkaar versterkten. Gropius was bang dat de wijken die na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland uit de grond werden gestampt, een voedingsbodem voor fascisme zouden Christiane F. begin jaren tachtig. Ze was toen begin twintig. „Ook op mijn 23-ste zag ik er nog uit als 15,“ zegt ze zelf. Foto Klaus Meyer-Andersen.
137
DUITSLAND
worden. Daarom ontwierp hij zijn ideale wijk, aan de zuidkant van Berlijn, met veel groen, kleur en gemeenschappelijke voorzieningen. De woningcorporatie die het ontwerp van Gropius zou uitvoeren nam het originele plan alleen niet exact over. De flats werden anders gepositioneerd ten opzichte van elkaar, verhoogd met een aantal verdiepingen, en ze kregen minder Groeten uit Gropiusstadt, de naoorlogse gemeenschappelijke voorzieningen wijk in Berlijn waar Christiane opgroeide dan in het oorspronkelijke plan. en die een broeinest vormde voor sociale Gropius distantieerde zich ervan, problematiek. Boek en film openen ermee. ervan overtuigd dat het aangepaste ontwerp ongelukkige mensen zou voortbrengen. Zoiets is uiteraard moeilijk vast te stellen, maar zeker is dat de wijk met al zijn torenhoge flats voor opgroeiende kinderen niet echt geschikt was. De knoppen in de lift zaten te hoog, het groen was te ver van de flats, de omgeving te onvriendelijk, de lift te traag. In de portieken deden de buitenspelende kinderen hun behoefte. Dat is het beeld dat Christiane F. over haar vroege jeugd in de wijk schetst in haar biografische boek Wir Kinder vom Bahnhof Zoo.
heroïne. Heroïne is een drug die gemaakt wordt van morfine. Het zorgt voor een korte flash: een diep gevoel van geluk dat overgaat in een roes die enkele uren duurt. Heroïne kan worden gerookt, gesnoven, gespoten en zelfs gegeten of gedronken. Het is een drug waar de gebruiker vooral lichamelijk snel van afhankelijk wordt.
Engelstalige poster van de film Christiane F., waarin de veertienjarige Natja Brunckhorst de titelrol speelt.
Uit een dagvaarding van de officier van Justitie bij de arrondissementsrechtbank te Berlijn van 27 juli 1977:
Heroïne In haar jonge tienerjaren ontvluchtte Christiane het naargeestige Gropiusstadt en was dagelijks te vinden in Haus der Mitte, een evangelisch jongerencentrum in het centrum van West-Berlijn. Ze hoorde bij een vaste groep jongeren die daar met grote regelmaat kwamen. Er werd alcohol gedronken en hash gerookt, en onder de groepsdruk die er heerste, deed Christiane al snel mee. Christiane wilde er graag bij horen en was, zoals veel tieners in de puberteit, erg nieuwsgierig. Ze begint met drugs te experimenteren. Al gauw probeert ze ook andere drugs uit, zoals valium en mandrax. Ze ontdekt dat de ene drug een andere uitwerking heeft dan de andere en begint ze gecombineerd te consumeren, voor het prettigste gevoel. Wat begon als plezierig gebruik, neemt al snel serieuzere vormen aan. Christiane weet slecht maat te houden. Vanaf dat punt verliest Christiane de controle over haar leven. Ze begint haar moeder voor te liegen, verwaarloost haar schoolwerk en gaat nu ook naar Sound, een discotheek waar veel harddrugs gebruikt worden, waaronder 138
De scholiere Christiane F. wordt ten laste gelegd als voor haar daden zelf verantwoordelijk jeugdig persoon in Berlijn na 20 mei 1976 bij voortduring opzettelijk stoffen resp. preparaten te hebben gekocht die onder de werking vallen van de Wet op de Verdovende Middelen. […] In haar verweer verklaarde verdachte sinds februari 1976 heroïnegebruikster te zijn. Bovendien had zij zich in de winter van 1976 door middel van prostitutie het geld voor heroïne verschaft. Men moet ervan uitgaan dat verdachte ook in de toekomst heroïne zal blijven gebruiken.
Flash Aanvankelijk weet Christiane de harddrugs nog te omzeilen, maar veel van haar vrienden die ze uit Sound kent, gebruiken met regelmaat heroïne. In Wir Kinder vom Bahnhof Zoo komt duidelijk naar voren dat ze de jongeren die heroïne gebruiken, zo relaxed vindt. Dat is typerend voor het effect van de drug. Heroïne zorgt ervoor dat de gebruiker versuft raakt: negatieve, maar ook positieve emoties worden verdoofd. Christiane vindt die relaxte houding heel boeiend en wil 139
DUITSLAND
dat ook zijn. En dus neemt Christiane bij het eerder genoemde concert van Bowie haar eerste snuif. Spuiten wil ze aanvankelijk niet, dat is in haar beleving nog een te grote stap. De naalden boezemen haar angst in. Van spuitende vrienden hoort ze dat de flash veel sterker is als je spuit en dat de beleving op een orgasme zou lijken. Dus na een korte periode waarin ze de heroïne uitsluitend snuift, begint zij heroïne te spuiten en rond haar veertiende is ze niet alleen emotioneel afhankelijk van de drug, maar ook lichamelijk verslaafd.
Christiane in haar Berlijnse appartement, mei 1985. Ik was op zoek naar verbondenheid. Om het leven te kunnen voelen, daagde ik dood uit, zegt ze
Heroïne is een dure drug, zeker voor tieners. Aanvankelijk kan Christiane de heroïne betalen met het geld dat ze op straat en in de discotheek bij elkaar leurt. Bovendien heeft ze een vaste vriend die altijd wel wat geld heeft: hij helpt haar vaak aan haar grammen en ze delen veel met elkaar. Als ze erachter komt dat hij voor geld en eigenlijk voor háár druggebruik aan het tippelen is, vindt ze dat heel schokkend. Door gewenning aan de drug heeft Christiane steeds meer heroïne nodig voor datzelfde prettige gevoel en al snel ontstaat er geldgebrek. Om toch aan geld te komen voor haar shots begint Christiane dan zelf ook op Bahnhof Zoo te tippelen.
Tippelzone Bahnhof Zoo, officieel Station Zoologischer Garten in Berlijn, is in de jaren zeventig berucht vanwege de drugsscene. En daarom komt Christiane F. er ook. Ze ontmoet er andere gebruikers en kan er gemakkelijk aan haar shots komen, want er lopen veel dealers rond. Over Bahnhof Zoo zijn dan ook verschillende films en liedjes geschreven, door onder andere U2 en Nina Hagen. De drugsoverlast was groot en in de omgeving van dit station, met name op de nabijgelegen Jebenstrasse, hingen niet alleen veel verslaafden rond maar werd ook veel getippeld. Het station was een vaste plek voor Christiane. Ze kwam er dagelijks. Eerst is ze erg huiverig om te tippelen, maar als de nood hoog genoeg is, gaat ze overstag. De stap zetten naar het jezelf prostitueren is groot, en dus gaat het geleidelijk. In het begin neemt ze samen met haar vaste vriend en met vriendinnen klanten aan. Als ‘hulpje’ doet ze wat verleidings- en handwerk, verder wil ze aanvankelijk niet gaan. Omdat ze er nog relatief goed uitziet nog niet zo mager als veel andere gebruikers - en omdat haar gezicht ‘nieuw’ is, komt ze daar de eerste keren mee weg. Ze kan bepaalde handelingen nog weigeren. Maar als haar behoefte aan geld groeit en haar morele bezwaren langzaam vervagen, begint ze meer met klanten te doen. En uiteindelijk gaat ze ook alleen met klanten mee.
140
met haar tweede boek. Foto Klaus Meyer-Andersen.
Verslag van een junkie In de jaren tachtig was de overlast op Bahnhof Zoo uit de hand aan het lopen en daarom was de politie er met regelmaat te vinden om druggebruikers en tippelaars op te pakken. Vooral nieuwe gezichten pikten ze eruit, in de hoop dat deze nieuwelingen in het circuit nog op het rechte pad te brengen waren. Bekende junks lieten ze over het algemeen eerder met rust; op hen werd niet zo gejaagd als op de nieuwelingen. Zo werd Christiane F. een aantal keer opgepakt. In een proces wegens pedofilie moet ze getuigen tegen een van haar klanten. Ze was op dat moment vijftien jaar en de klant had haar betaald met heroïne. Tijdens de zaak kwam ze in contact met de journalisten Kai Hermann en Horst Rieck van het blad Stern. Zij maakten een afspraak met Christiane voor een interview. Ze weet zich in 2012 te herinneren: „Al bij de eerste ontmoeting zei ik tegen Horst dat ik hele dagboeken had volgeschreven met mijn verhalen. Dat bracht hem op het idee van een boek.” Dat ene interview van een paar uur liep uit op een lange reeks ontmoetingen die enkele maanden duurde, en uit deze gesprekken stelden de journalisten het boek Wir Kinder vom Bahnhof Zoo samen, dat in 1978 verscheen. Het is een rauw boek over het harde leven in de heroïnescene in Berlijn. Christiane vertelt in het boek over de voortdurende zoektocht naar drugs, die haar hele leven beheerst. Ze vertelt in detail over de eerste keer dat ze een naald in haar arm laat zetten door een voor haar totaal onbekende junk, van wie ze de spuitset mocht lenen. Ook allerlei andere details somt ze op in het boek. Bijvoorbeeld over hoe vervuild een appartement van een junk kon zijn, met vloerkleden die doortrokken waren van bloed, want daar spoten ze het restje bloed in dat 141
DUITSLAND
terugkwam na het zetten van een shot. Over de jeuk die als bijeffect optreedt bij het gebruik van heroïne en waardoor gebruikers zichzelf vaak tot bloedens toe openkrabben. En ze vertelt veel over de onderlinge relaties tussen de gebruikers. Het lastige van het leven in zo’n drugsscene is dat gebruikers enerzijds erg afhankelijk van elkaar zijn: ze helpen elkaar aan klanten, sluiten dealtjes met verkopers, lenen elkaar spuitsets, sluiten vriendschappen. Christiane beschrijft zelfs een periode waarin ze bij een klant inwoont, omdat ze nergens anders plek heeft en hij niet in geld betaalt, maar in grammen heroïne. Anderzijds leeft iedere gebruiker alleen; het leven zoals Christiane dat beschrijft is een voltijds gevecht voor je eigen grammen. Als er te veel tijd zit tussen het vorige en het volgende shot, krijgt de gebruiker last van ontwenningsverschijnselen, oftewel (cold) turkey: zweten, pijn, onrust en steeds heviger trillen waardoor het lastiger wordt om een nieuw shot te zetten. Ook vertelt Christiane in het boek over de geelzucht die ze oploopt, en de aderverstopping die optreedt bij veelvuldig spuiten, waardoor telkens naar ‘nieuwe’ aders gezocht moet worden. In het boek is Christiane F. de hoofdverteller, maar haar verhaal wordt aangevuld met dat van onder anderen haar moeder en een hulpverlener.
Christiane F. en haar toenmalige vriend Detlef in de film Wir kinder vom Bahnhof Zoo, gespeeld door Natja Brunckhorst en Thomas Haustein. 142
Het boek werd een doorslaand succes. Begin jaren tachtig was het in Duitsland het bestverkochte boek en op veel scholen werd het opgenomen in de verplichte leeslijsten omdat men kinderen zo wilde waarschuwen voor de gevaren van drugs. Het boek werd in minstens vijftien talen gepubliceerd en is wereldwijd meer dan drie miljoen keer over de toonbank gegaan. De Nederlandse titel luidt Verslag van een junkie. In 1981 werd het verfilmd, onder dezelfde titel als het boek: Wir Kinder vom Bahnhof Zoo. Ook David Bowie deed mee. Hij trad op tijdens een speciaal voor de speelfilm georganiseerd concert in New York. De film werd onder andere op het World Film Festival in Montreal bekroond als populairste film.
Kinderprostitutie Met de populariteit van het boek en de film werd zichtbaar gemaakt wat de helden van de popscene, zoals David Bowie, dagelijks deden. En niet alleen zulke helden, maar ook ‘gewone’ mensen, zoals het tienermeisje Christiane F. Jongeren hebben vaak de neiging om gedrag van dergelijke helden, of in het oog springende figuren, te kopiëren. Drugs kwamen steeds meer in beeld en om het cru te zeggen: het werd bijna ‘gewoon’ om naar drugs te grijpen. In de jaren zeventig en tachtig was bijna sprake van een drugsepidemie in de vooral Westerse - wereld: de drugsproblematiek onder de jeugd, met sociale misstanden als kinderprostitutie en zwerfkinderen die daarvan het gevolg waren, is gigantisch. In New York alleen al vielen midden jaren zeventig naar schatting 650 aan heroïne gerelateerde dodelijke slachtoffers per jaar. Het boek van Christiane zorgde voor wereldwijde aandacht voor deze problematiek. Kai Hermann (1938), een van de auteurs van het boek, zegt in 2014 dat het hem niet zozeer ging om jonge mensen te waarschuwen tegen drugs. „Ik wilde het fenomeen beschrijven en verklaren. We waren erg geschrokken van de drugsscene die we in Berlijn hadden aangetroffen. Hoe was die ontstaan? De kinderen wisten niet wat ze deden. Sommigen om ons heen wilden dat we het boek een pedagogische invalshoek gaven, maar dat hebben we niet gedaan. We hebben een journalistiek product gemaakt over een actueel en urgent onderwerp.” Volgens Kai streefde ook Christiane F. niet in de eerste plaats een nobel doel na met het boek. „Voor haar had het hele schrijfproces, dat wel een jaar duurde, een therapeutische werking. Ze kon eindelijk alles vertellen. Op school en thuis vond ze daar geen gehoor voor. In de conservatieve omgeving waarin ze verkeerde begreep men haar niet. Ze was ook onder behandeling van een psychiater.” Kai Hermann meent dat het boek en de film mensen bewust heeft gemaakt van de gevaren die aan druggebruik kleven. Hij zag nadien ook veel minder vage figuren op straat in Berlijn. Maar hij beaamt ook dat het verhaal van Christiane F. een aanzuigende werking heeft gehad. „Ons is verweten dat we druggebruik te positief hebben benaderd. Maar drugs zijn ook verleidelijk, tot je er niet meer buiten kunt. Aan de andere kant weet je nooit wat de gevolgen zijn als je een nieuw verschijnsel naar buiten brengt. Maar dat betekent niet dat je dat als journalist niet moet doen,” aldus de schrijver.
Cultheldin Ook voor volwassen waren boek en film een eye opener. Meer ouders gingen kritisch naar het gedrag van hun kind kijken en leraren gingen onder schooltijd meer aandacht besteden aan de gevaren van druggebruik. Christiane F. werd 143
DUITSLAND
een hype en groeide uit tot een cultheldin: jonge tienermeisjes gingen zich gedragen en kleden als Christiane F. De Christiane F.-fans kwamen naar Bahnhof Zoo om daar, net als hun heldin, rond te hangen. Bahnhof Zoo werd, mede onder invloed van de film en het boek, een toeristische attractie. De hulpverleners die zich gespecialiseerd hadden in de zorg voor de jeugd, maakten zich begin jaren tachtig grote zorgen om de cultstatus van het station en van Christiane F. Christiane had gevoel voor mode. Jonge meiden kopieerden haar kledingstijl en haardracht. Wat daarbij niet meehielp is dat de actrice die Christiane speelde in de film erg mooi was en ‘cool’ oogde. Uitgeverij Stern van het boek gaf tweehonderdduizend mark uit om kopieergedrag door tieners tegen te gaan, met onder meer een ‘begeleidend boek voor leerkrachten en ouders’, dat in een oplage van zestigduizend exemplaren gratis werd verspreid. Verslavingsdeskundige Ingrid Krassenburg van Kliniek Mistral in Den Haag, een kliniek voor jongeren met een ‘dubbele diagnose’ (verslaving met een andere psychische aandoening), zegt hierover: „Natuurlijk heeft de film aantrekkingskracht gehad. Maar om verslaafd te worden moet er veel meer aan de hand zijn. Verslaving ontstaat onder meer doordat iemand problemen heeft waar hij of zij niet mee om kan of wil gaan. Het is in die zin een coping strategy. Inmiddels is bekend dat verslaving op te vatten is als een ziekte, waar je aanleg voor kunt hebben. Het verhaal van Christiane F. heeft er dus wellicht voor gezorgd dat meer jongeren zijn gaan experimenteren met drugs, maar verslaafd zal ze niemand gemaakt hebben. Mensen raken niet zomaar verslaafd.”
Aanvankelijk kwamen er afkickklinieken en instellingen die ook ruimte boden voor jongverslaafden, maar die jongeren, zaten (en zitten) gewoon tussen de volwassenen. Behandelmethodes waren specifiek gericht op volwassenen met vaak chronische problematiek en sloten dus niet of nauwelijks aan op de belevingswereld van jongeren. Sterker nog: zo werden de jongeren tijdens hun opname juist nog meer de wereld van verslaafden ingezogen. Ook tegenwoordig is er bij veel behandelcentra nog geen aparte afdeling voor jongeren. Pas eind jaren negentig, bijna twintig jaar nadat Christiane F. furore maakte, werden de eerste behandelklinieken voor uitsluitend jongere drugverslaafden in Nederland geopend: het Bauhuus voor Noord-Nederland en Kliniek Mistral voor WestNederland. Nederland loopt momenteel internationaal niet alleen voorop wat betreft drugsbeleid, maar ook wat betreft de behandeling van (jong)verslaafden.
Verslavingsdeskundige Ingrid Krassenburg van Kliniek Mistral in Den Haag. Volgens haar zijn jongeren door het boek
Voordat een behandeling van de verslaving wordt gestart, moet een gebruiker lichamelijk afkicken. Dat gebeurt meestal in een besloten afdeling. De behandeling van een jongere bij Mistral startte dus bij de detox-afdeling voor volwassenen. Pas in 2007 werd bij Kliniek Mistral een aparte detox-afdeling speciaal voor jongeren geopend. Ingrid Krassenburg van deze kliniek, vertelt dat dit in vele opzichten beter is voor de jongeren die binnenkomen:
en de film meer gaan experimenteren met drugs, maar is er meer nodig om verslaafd te raken.
Afkicken Vanaf het moment dat Christiane zelf in de gaten heeft dat ze verslaafd is, probeert ze een paar keer op eigen kracht af te kicken, maar zonder resultaat. Haar moeder zoekt contact met allerlei hulpinstellingen en afkickklinieken om haar dochter te helpen, maar het devies luidt telkens dat een verslaafde zich uit eigen vrije wil moet melden en pas dan geholpen kan worden. Verslaving is een 144
keuze, en om van de verslaving af te komen, moet de verslaafde dus ook zelfstandig het besluit nemen om te stoppen, zo is de redenering in de hulpverlening in die periode. Een andere drempel waar de moeder van Christiane tegenaan botst, is dat er nauwelijks aandacht is voor minderjarige verslaafden bij afkickklinieken en onder hulpverleners. En dat terwijl in Berlijn eind jaren zeventig steeds vaker jonge kinderen overlijden aan heroïne. Tegen de tijd dat de film uitkwam had Christiane bijvoorbeeld al drie goede vrienden aan de drug zien overlijden.
Stel je voor, dat je als veertienjarige voor de eerste keer komt afkicken en dat moet doen in een omgeving waar je naast draaideurpatiënten zit. Het is een slecht voorbeeld en bovendien zijn jongverslaafden nooit ‘zomaar’ verslaafd. Er spelen altijd andere problemen, waardoor de jongere geneigd is geweest naar de drugs te grijpen. Denk daarbij aan ADHD, autisme, depressies, problemen thuis of op school, misbruik of ander trauma’s. Als een jongere, die uiteindelijk toch nog heel kwetsbaar en beïnvloedbaar is, vervolgens moet afkicken op een plek waar hij of zij zich niet of nauwelijks veilig kan voelen en waar nauwelijks aansluiting is bij hun eigen leefwereld... Dan wordt succesvol afkicken echt moeilijk. Ze zitten in een andere levensfase, en zijn volop in ontwikkeling. 145
DUITSLAND
De behandelmethodes die bij Mistral gehanteerd worden, verschillen waarschijnlijk enorm van de methodes waar Christiane F. mee te maken heeft gehad toen zij probeerde af te kicken. In de jaren tachtig werden de behandelcentra voor verslaafden nog bevolkt door maatschappelijk werkers, die vooral de nadruk legden op het feit dat verslaving een keuze was. Vanaf de eeuwwisseling heeft er op dat vlak echter een grote wisseling van inzichten plaatsgevonden. Verslaving is geen keuze meer, maar een ziekte. En als een verslaafde na een eerste mislukte afkickpoging weer terugkomt om het nogmaals te proberen, dan wordt er met motiverende gesprekstechnieken geprobeerd hem of haar meer zelfvertrouwen te geven.
Christiane F. in 2013, rond het uitkomen van het tweede boek. Foto Marcel Mettelsiefen.
De verslaving wordt ook niet meer ‘los’ behandeld. In de jaren tachtig en negentig kreeg een verslaafde pas psychische hulpverlening ná de behandeling van de verslaving zelf. Eerst afkicken, zo was de overtuiging, de rest komt erna. Ingrid Krassenburg van Kliniek Mistral vertelt hierover: Zo neem je de verslaafde zijn houvast af. Een verslaafde is zover gekomen om allerlei redenen en een succesvolle behandeling van verslaving gaat dus hand in hand met de behandeling van die andere problemen in het leven van de cliënt. Een verslaving komt nooit alleen. 146
Bij Kliniek Mistral werken dus ook geen maatschappelijk werkers meer zoals in het Berlijn van de jaren zeventig en tachtig, maar psychologen, psychiaters en cognitief gedragstherapeuten. Het creëren van toekomstperspectief is een essentieel onderdeel van de therapie. Ook dit is een relatief nieuw aspect in de hulpverlening aan (drug)verslaafden.
Tweede leven In 2013 verscheen het tweede boek dat Christiane Felscherinow publiceerde: Mein Zweites Leben (in het Nederlands uitgebracht als Mijn tweede leven). Ook dit boek werd een groot succes. In tegenstelling tot het eerste boek had Christiane, zo vertelt ze in een interview aan Max Daly, met dit tweede boek de intentie jongeren van drugs af te houden. In haar tweede boek gaat het dan ook meer over de pijn die ze in haar leven gehad heeft. Ze is nooit helemaal clean geworden, ze is overgestapt van heroïne op methadon, hash en alcohol. Soms gebruikt ze een periode minder of niets, en dan is er weer een terugval. De wereld waarin ze leeft en geleefd heeft, zorgt daar ook voor. Eerst Bahnhof Zoo, later zat ze aan tafel met onder anderen Georges Simenon en Federico Fellini, en was ze in Amerika met muzikanten uit bands als Van Halen, AC/DC en David Bowie. Het is een leven in een omgeving waar verleiding en de mogelijkheid om aan drugs te komen, heel groot is. Christiane zegt zelf ook dat een mate van afhankelijkheid altijd zal blijven bestaan Cover van de Nederlandse in haar leven. Het is moeilijk te begrijpen voor vertaling van Mein Zweites iemand die het verslavingsgevoel niet kent, maar leben, het boek waarin een verslaving is misschien het gemakkelijkst te Christiane F. anno 2013 terug- vergelijken met een depressie, stelt Krassenburg kijkt op de periode van haar van Kliniek Mistral. Een persoon met aanleg vroege jeugd tot nu. Christiane: voor depressie houdt zijn leven lang kans op „In de film Christiane F. wordt terugvallen. Datzelfde geldt voor verslaving en het zinnetje ‘Ik heb het onder voor Christiane F. controle’ al snel de standaardreactie van al diegenen die er dieper in verstrikt waren dan ze zelf wilden toegeven.“
Het initiatief voor dit tweede boek is uitgegaan van Sonja Vukovic (1985), die Christiane F. benaderde voor een verhaal als afsluiting van 147
DUITSLAND
een journalistenopleiding. Ook hier werd een verhaal een boek, waar ze samen ruim twee jaar aan hebben gewerkt. Na publicatie trokken Christiane F. en haar levensverhaal weer veel aandacht: interviews, talkshows, artikelen in tijdschriften en dagbladen, ook al heeft Christiane gezegd geen ‘Promi’ meer te willen zijn. Sinds begin 2014 probeert ze zo veel mogelijk buiten de media te blijven. Ze kiest voor haar privacy. Ze weet dat ze waarschijnlijk niet lang meer te leven heeft: haar lichaam is kapot door al het druggebruik en de hepatitis C die ze lang geleden heeft opgelopen. Ze kan leven van de royalty’s die ze ontvangt. Ze heeft haar verhaal gedaan, en daarmee de aandacht gevestigd op de gevaren van druggebruik. Ook dat geeft haar een kick. Bij het uitkomen van haar tweede boek heeft Christiane F. in Berlijn de Christiane F. Foundation opgericht. Deze stichting wil een platform zijn waarop over alle soorten verslavingen en oplossingen zonder vooringenomenheid kan worden gesproken. Wetenschappelijk onderzoek heeft daarbij een belangrijke inbreng. Christiane zelf maakt deel uit van de adviesraad, maar om redenen van gezondheid heeft ze de meeste van haar taken gedelegeerd, zo meldt de website www.christiane-f-foundation.org. In een tweede fase wil de stichting voormalig verslaafden trainen als schrijvers en adviseurs op het gebied van verslavingsproblematiek. Voor 2015 zijn ook een eigen tijdschrift en een app voorzien. Bedrijfsleider van de stichting is Jörg Schäffer, algemeen directeur van Levante Verlag, de uitgeverij van Christianes tweede boek. Ook schrijfster Sonja Vukovic speelt een rol in dit initiatief.
verschijnselen op. De verslaafde kan last krijgen van angstaanvallen of depressiviteit. Ook voor deze verslaafden geldt dat de problemen terug kunnen keren. Een ex-verslaafde heeft altijd het gevaar van een terugval. Game-verslaving is echter over het algemeen minder prijzig dan een drugsverslaving. De kans dat een game-verslaafde, net als Christiane F., in de wereld van de prostitutie terecht komt, is dus aanzienlijk kleiner. Over deze nieuwe vormen van verslaving zou een nieuwe Christiane F. een boek moeten schrijven. Een jongere die openhartig en eerlijk vertelt over zijn of haar game-verslaving en welke negatieve gevolgen dat heeft op het dagelijks leven. Als die publicatie dan, net als de boeken van Christiane, grote verkoopcijfers haalt en er een film over verschijnt, zodat de problematiek bekend wordt onder een groot publiek, kunnen verslavingsdeskundigen dan over een aantal jaren hopelijk zeggen dat game-verslaving (ook) aan het uitsterven is. Zeldzame Polaroidfoto van Christiane F. met bullmastiff Donna, gemaakt in 1984 in Berlijn door Anna Keel, beeldend kunstenaar en getrouwd met de Zwitserse uitgever Daniel Keel. Christiane
Gaming
onderhield een warme
Hoewel het tweede boek van Christiane F., volgens haar eigen zeggen, het doel heeft jongeren te waarschuwen voor drugs en hen ervan af te houden, is dat momenteel niet langer de grootste zorg van verslavingsdeskundigen. Heroïne is eigenlijk een uitstervend probleem. Het middel is ingehaald door cannabis. Zo’n 75 procent van de in Kliniek Mistral opgenomen jongeren zit er vanwege verslaving aan cannabis. Een toenemende zorg is ook de digitale wereld; sociale media, mobiele telefoons, tablets en vooral games. Bij Kliniek Mistral komen jongeren binnen die vastgeplakt zitten aan hun apparaten. Ze vergeten te eten, te slapen en hebben geen sociaal leven meer.
vriendschap met dit gefortuneerde ‘bohemien’ echtpaar. Hun huis was vaak een toevluchtsoord als ze in de problemen zat, zo schrijft zij in Mijn tweede leven. Uit: Anna Keel, Modelle, DuMont Keulen 1988. © Anna Keel.
Game-verslaving is een opkomend probleem. Hoewel er geen sprake is van een lichamelijke verslaving, levert game-verslaving wel alle andere symptomen van een verslaving op: obsessie, verwaarlozing van jezelf en van de directe omgeving. Ook levert het lichamelijke gevaren op door slaapgebrek. Wanneer een kind van de ene op de andere dag stopt met gamen, dan treden er afkick148
149