ChristenUnie wil vaart in de wind !
Puntenplan om te komen tot meer windenergie in Gelderland.
Inleiding De laatste decennia zijn we er ons steeds meer van bewust geworden dat de voorraden fossiele brandstoffen die onze planeet in zich bergt op zullen raken. De Statenfractie van de ChristenUnie vindt het belangrijk dat we ons verdiepen in alternatieven. Het beste is volgens ons om het gebruik van energie terug te dringen. Daarom is het ook belangrijk om initiatieven zoals de isolatiesubsidie, die mede door de ChristenUnie tot stand in gekomen, te blijven ondersteunen. Al jaren eerder werd een alternatief in het leven geroepen: kernenergie. Het grootste nadeel is het radioactieve afval dat nog duizenden jaren gevaarlijk blijft. Daarom werden, naast waterkracht, het zogenaamde witte steenkool, ook nieuwe alternatieven ontwikkeld, zoals het gebruik van zonne- en windenergie. Deze werden eerst alternatieve energiebronnen genoemd. Later werd deze term vervangen door de term “duurzame energie” en nog weer later “hernieuwbare energie”. Langzamerhand werden er meer afspraken tussen overheden gemaakt over het terugdringen van het fossiele energiegebruik en over het opwekken van duurzame energie. Ook in Gelderland was en is dat het geval. Al sinds ongeveer 2006 is één van de manieren om aan deze afspraken te kunnen voldoen het plaatsen van windmolens. De opgestelde hoeveelheid windenergie is op dit moment echter bij lange na niet genoeg om aan de afspraken te voldoen, zoals duidelijk blijkt uit onderstaande grafiek.
Ontwikkeling windenergie Gelderland 250
Vermogen (MW)
200
150
Doelvermogen
100
Opgesteld vermogen 50
0 2004
2006
2008
2010
2012
2014 Jaar
Bron: Stateninformatiesysteem Provincie Gelderland
2016
2018
2020
2022
De ChristenUnie-fractie vindt deze ontwikkeling uiterst zorgelijk en wil daarom proberen om met een puntenplan een impuls te geven aan de ontwikkeling van windenergie in onze provincie.
Visie ChristenUnie Uitgangspunt voor de ChristenUnie is altijd het met liefde en toewijding bewerken en bewaren van de aarde. In het verkiezingsprogramma van 2011 worden onze plannen als volgt verwoord: De ChristenUnie wil meer duurzaam opgewekte energie zoals windenergie, zonne-energie, warmte- en biogasinstallaties. De provincie neemt het initiatief als de uitvoering bij de doelstellingen achterblijft. Het streven is om dat zo lang mogelijk in partnerschap met de gemeenten te blijven doen, maar indien nodig wordt daar het instrumentarium uit de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) voor ingezet.(1) Daarnaast is voor ons de Gelderse doelstelling, zoals binnen IPO verband is afgesproken, leidend. We moeten ons aan gemaakte afspraken houden.
Probleeminventarisatie Eerst willen wij de oorzaak (of oorzaken) van het achterblijven van het opgestelde vermogen proberen te achterhalen. Nederland staat internationaal al eeuwen bekend om haar windmolens. Deze molens werden oorspronkelijk gebruikt om energie op te wekken voor malen, zagen en pompen.
Tegenwoordig worden veel molens hier niet meer op commerciële basis voor gebruikt, maar uit het oogpunt van landschappelijke en cultuurhistorische waarde toch niet gesloopt en meestal zelfs gerestaureerd. In de Gouden Eeuw was er echter ook weerstand tegen het oprichten van al deze molens, vooral in de zogenaamde droogmakerijen. Nu staan ze op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Dus wie weet wat er in de toekomst met windturbines gebeurt. In de begintijd van de moderne windmolens (windturbines) viel de weerstand nog wel mee. Mensen vonden het interessant en zagen er vooral de positieve kanten van. Vooral in de IJsselmeerpolders werden steeds meer molens geplaatst. Niet alleen het aantal maar ook het formaat groeide.
Intussen gingen de ontwikkelingen steeds sneller, vooral in de ons omringende landen. Koploper Denemarken ontwikkelde steeds grotere windturbines. Tegen deze grotere en ook hogere windmolens kwam en komt langzamerhand steeds meer weerstand.
De grootste bezwaren zijn: -
Horizonvervuiling: hoge windturbines kunnen van kilometers afstand gezien worden. Geluidshinder: de turbines en de bladen produceren geluid, dat vooral ’s nachts als hinderlijk ervaren kan worden. Schaduwhinder: Vooral bij laagstaande zon, kan er hinder door slagschaduw van de wieken plaatsvinden. Fauna: Doordat de wieken snel draaien, kunnen vogels en vleermuizen er door worden geraakt en verongelukken.
Door al deze bezwaren ontstaat er snel een sfeer waarin windenergie als negatief wordt beoordeeld en dus ook afgewezen. Nieuwe initiatieven komen daardoor niet of heel moeizaam van de grond. Met het volgende puntenplan hopen we handvaten aan te reiken om de ontwikkeling van de windenergie in Gelderland te stimuleren.
Windenergie Puntenplan 1. Kennis bundelen Door de beschikbare kennis goed te ontsluiten en daardoor vooroordelen te ontkrachten komen initiatieven makkelijker van de grond.
2. Participeren en profiteren Laat de omwonenden van windmolens participeren en dus ook profiteren
3. Innovatieve windmolens Met ontwikkeling van alternatieve, innovatieve windenergie stimuleren kunnen bepaalde nadelen worden ondervangen
4. Creëer pilots van windenergie in het straatbeeld Door op kleinere schaal windenergie op te wekken die in het oog loopt, wordt getoond wat mogelijk is.
5. Pak de wind samen op! Een coöperatie is van mensen zelf en laat ze in hun eigen energie voorzien.
1.
Kennis bundelen
Over windenergie en windturbines bestaan veel vooroordelen. De belangrijkste zijn dat windmolens veel lawaai maken, dat ze niet rendabel zouden zijn op energiegebied, dat ze grote aantallen vogels doden en dat ze altijd slagschaduwen geven. Deze vooroordelen kunnen door tegenstanders van windmolens makkelijk worden gebruikt om de weerstand tegen de komst van molens aan te wakkeren. Veel van voornoemde vooroordelen zijn reeds uitgebreid onderzocht. Vooroordelen zijn het beste te bestrijden door het vergroten van kennis. De ChristenUnie stelt voor om de resultaten van genoemde onderzoeken breed ter beschikking te stellen, bijvoorbeeld op de provinciale website. Als er nog hiaten in de kennis op één van de terreinen is, moet er opdracht gegeven worden om deze op te vullen. Verder zou de provincie het vooronderzoek naar windmolenlocaties reeds kunnen uitvoeren, zodat gemeenten of initiatiefnemers meteen aan de slag kunnen. Volgens ons is de beschikbaarheid van deze kennis vooral van waarde in de eerste fase van een windenergieproject. Dan is objectieve feitelijke kennis van groot belang. Hierdoor krijgen de betrokkenen een goed beeld van wat er op hen afkomt en kunnen ze beter een mening vormen. We beseffen dat dit laatste een moeilijke opgave zal worden, omdat de meeste mensen hun mening over windenergie al lang klaar hebben. Er zal dus ook moeten worden nagedacht over de beste manier waarop de feiten over windenergie verspreid worden. Doel: Eind 2015 moeten er 5 vooronderzoeken voor windenergielocaties afgerond zijn
2. Participeren en profiteren
Van de meeste windmolens die op dit moment in Gelderland staan komt de winst voor het grootste deel ten goede aan de exploitant. Een klein deel gaat naar de eigenaar van de grond. De omwonenden van de windmolen ervaren meestal alleen de lasten van de windmolen. In een enkel geval is het mogelijk om windmolenaandelen te kopen, om zo te kunnen meeprofiteren van iedere opgewekte kW. De ChristenUnie wil voorstellen om het model dat in Denemarken met succes wordt toegepast te volgen. Hierbij worden bij verordening voorwaarden gesteld aan de vergunning om een windmolens te mogen plaatsen. Enkele van deze voorwaarden zijn:
Lokaal mede-eigenaarschap: Hierin krijgt ieder huishouden dat binnen een straal van 4,5 km van een nieuw te bouwen windmolen woont, de mogelijkheid om aandelen in deze molen te kopen tot een maximum van 25%. Hierbij krijgen diegenen die dichterbij wonen voorrang. Als nog niet alle aandelen zijn verkocht, worden diegenen in de nabije omgeving wonen in de gelegenheid gesteld om aandelen te kopen. De ChristenUnie is een voorstander van een provinciale bijdrage bij de aankoop van aandelen. Gebiedsfonds: Dit fonds wordt gevuld met opbrengsten vanuit de windenergieprojecten in een bepaalde gemeente of regio. Vanuit dit fonds kunnen gemeenschappelijke voorzieningen zoals zwembaden, gymzalen en scholen worden onderhouden of verbeterd. Verder wordt het ook directer aan bijvoorbeeld woningisolatie besteed.
Verder zou in dit kader ook het coöperatiemodel gestimuleerd moeten worden met behulp van revolverende starters leningen. (zie ook punt 5) Doel: Eind 2015 moeten er minstens twee windmolenparken volgens het Deense model worden opgezet.
3. Innovatieve windmolens Op dit moment zijn de meeste windmolens die elektriciteit opwekken nog grotendeels gelijk aan de oorspronkelijke windmolens. Het enige verschil is het aantal bladen, tegenwoordig meestal drie en de draairichting, tegenwoordig meestal rechtsom. Een nadeel van deze zogenaamde horizontale-as opstelling is dat de bladen goed zichtbaar bewegen. Verder is de hoogte van de molen en de grootte van de wieken bepalend voor de opbrengst. Daarom zijn hoge en grote molens het gunstigst voor de elektrische opbrengst. Omdat het opgewekte vermogen in het kwadraat afhangt van de lengte van de wieken, zijn kleine windmolens moeilijker rendabel te maken. Genoemde nadelen zorgen er voor dat er ook naar alternatieve vormen van de molen gezocht moet worden. Dit zou een verticale-as molen kunnen zijn, maar ook alternatieve rotorvormen zouden interessant kunnen zijn.
De ChristenUnie wil dat de Provincie revolverende middelen inzet om innovatie op dit gebied te bevorderen. Het zou ook zinvol zijn om onderzoek te laten doen naar geschiktheid en het rendement van kleinere windmolens Er zijn ook al bedrijven die dergelijke molens op de markt brengen. (2) In Gelderland worden de locaties voor windmolens vooral gezocht in de zogenaamde zoekzones. Dat zijn gebieden die windrijk zijn en ook aan diverse eisen voldoen. (Zie voor het overzicht bijlage 1). Een overzicht van de zoekzones in Gelderland is te vinden op de website van de Provincie.( 3) Op enkele van deze locaties staan al windturbines, maar in veel zoekzones is op voorhand al weerstand ontstaan. Om meer mogelijkheden te krijgen om windmoleninitiatieven te kunnen ontplooien, wil de ChristenUnie dat ook op een innovatieve manier naar windmolenlocaties wordt gekeken. Zo zou het mogelijk gemaakt wordt om ook buiten de zoekzones windmolens te gaan plaatsen. Hierbij kan wat ons betreft gedacht worden aan molens langs infrastructuur zoals rijkswegen en spoorwegen.
Ook in het landelijk gebied zou het mogelijk moeten zijn om, wellicht wat kleinere, windmolens toe te staan bij agrarische bedrijven. Hiervoor moeten de eventueel aanwezige planologische blokkades wel worden weggenomen. Datzelfde geldt voor de bebouwde omgeving. Een voorbeeld waaruit blijkt dat het mogelijk is om een molen in de stad op te richten is te vinden in Schiedam, waar de in 2005 gebouwde Noletmolen electriciteit opwekt voor een destilleerderij.(7)
Verder zou ook onderzocht moeten worden wat de mogelijkheden zijn voor het opstellen van windmolens in bosrijke gebieden zoals de Veluwe en de Gelderse Vallei. Er zijn al studies beschikbaar die aantonen dat dit mogelijk moet zijn zonder onaanvaardbare schade aan flora en fauna. ( 4)
Doelen: 1) In 2014 wordt op grond van onderzoek 3 tot 5 innovatieve molentypes gekozen 2) Eind 2014 legt GS een voorstel (met financiële onderbouwing) aan PS voor, om in meerdere regio’s tot een pilot met één van deze molens te komen. 3) In 2015 zijn er minstens 10 windturbines bij agrarische bedrijven opgesteld
4. Creëer voorbeelden van windenergie in het straatbeeld Het spreekwoord “ onbekend maakt onbemind” gaat ook voor windenergie op. De ChristenUnie wil daarom dat er gezocht wordt naar mogelijkheden om zoveel mogelijk mensen met windenergie in aanraking te brengen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vervangen van lantaarns op kruisingen in het buitengebied door exemplaren die gevoed worden door windenergie.
Door deze initiatieven worden volgens ons ook andere vormen van windenergie sneller geaccepteerd. Doel: In 2015 staan in minstens 20 gemeentes windmolenlantaarns opgesteld
5. Pak de wind samen op! “ Samen sta je sterk” is een beproefd gezegde. Ook op dit gebied gaat dat op. De coöperatievorm is zeer geschikt voor het opwekken van windenergie. Het grote voordeel van deze vorm van schaalvergroting is dat het veel sneller rendabel gemaakt kan worden en dat de volledige opbrengst van de molen(s) ten goede komt aan de leden van de coöperatie en niet aan de projectontwikkelaar. Dit kan op persoonlijk niveau zoals “de Windvogel” (5) maar ook op gemeentelijk niveau zoals de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij AGEM, (6). Beide zijn goede voorbeelden van duurzame initiatieven, die de acceptatie van windenergie kunnen vergroten. De provincie zou volgens de ChristenUnie vooral een faciliterende en coördinerende rol moeten spelen. Doel: In 2015 zijn er in iedere regio één of meerdere duurzaamheids-coöperaties.
Bijlage 1: Definitie zoekzones “De zoekzones voor windenergie zijn gedefinieerd als die gebieden buiten: - de EHS (inclusief bedrijventerreinen, havens, snel-, spoor- en vaarwegen gelegen in de EHS), - Vogel- en Habitatrichtlijn gebieden, - wetlands, - NB-wetgebieden, - stiltegebieden, - de laagvliegroute “noord-zuid” (linkroute lr10), - weidevogel- en ganzengebieden van provinciaal belang, - waardevolle open gebieden en - bebouwd gebied waar (rekening houdend met (milieu)technische belemmeringen voor windenergie) ruimte gevonden kan worden voor minimaal 4 windturbines”.
“Ter voorkoming van visuele interferentie kunnen slechts locaties worden ontwikkeld voor windturbineparken, zijnde ruimtelijk samenhangende opstellingen, die op ten minste 4 km afstand zijn gelegen van windenergielocaties waarvoor finale planologische regeling heeft plaatsgevonden”.
Bronnen en links:
1) http://www.refdag.nl/polopoly_fs/programma_cu_gelderland_1_533859!menu/standard/file/Pro gramma%20CU%20Gelderland.pdf 2) www.windchallenge.com 3) http://www.gelderland.nl/Documenten/Kaarten_en_cijfers/Milieu_klimaat_en_water/windenergi e/zoekzones_windenergie.pdf 4) http://edepot.wur.nl/11824 5) www.windvogel.nl 6) http://www.agem.nu/over-agem/wie-is-agem/ 7) http://nl.wikipedia.org/wiki/Noletmolen