Dossier Scoliose Inhoud Chirurgische aspecten van de scoliose-kyfose correctie: een aangepaste behandeling als “Rett middel”, door Dr. Jan Sijs, orthopedisch chirurg p. 2 Verpleegtechnische en psychosociale aspecten van de scoliose-kyfose correctie, door Ronald Vermeulen, verpleegkundige orthopedie p. 5
© BRSV vzw – Lil 26, 2450 Meerhout – 050 55 02 68 –
[email protected] – RPR Turnhout 0 435 817 931
Chirurgische aspecten van de scoliose-kyfose correctie: een aangepaste behandeling als "Rett middel" Dr. Jan Sijs, orthopedisch chirurg Inleiding Voor de meesten is een heelkundige ingreep en een daaraan gekoppelde hospitalisatie een grote sprong in het onbekende. Vandaar de noodzaak van een goede informatie en communicatie tussen alle betrokken partijen. Onze patiënt, diens ouders, de artsen, de verpleegkundigen, de kinesitherapeuten, de sociaal werker en andere hulpverleners zijn unieke schakels in het proces. Geen of slechte informatie geeft vaak aanleiding tot angst, onzekerheid, desillusies en zelfs wantrouwen. Dit artikel doet geen voorspellingen, maar schetst een patroon waarbinnen het beeld na zulke ingreep kan evolueren. Op die manier verdwijnen misschien een deel van de angsten en onzekerheden. Want angst is een slechte raadgever. Het is goed om weten dat de mogelijke verschijnselen die besproken worden geen certitudes zijn. Elke patiënt is uniek en reageert verschillend op invloeden van buitenaf. Moeder natuur laat zich niet voorspellen. Dit maakt dat sommige verschijnselen gelijktijdig, afwisselend, in min of meerdere mate of in het beste geval helemaal niet voorkomen. Het bijzondere aan de zorgen voor een Rett patiëntje is de moeilijke communicatie met de patiënt zelf. Maar dit hoeft niet noodzakelijk een probleem te zijn. Het klopt dat men soms moeilijker situaties kan inschatten en objectiveren. Maar de kennis van verschillende denkpistes is een hulp voor zowel de professionele hulpverlener als voor de mensen die betrokken zijn in de mantelzorg. De hulpverlener en de ouders tasten samen systematisch de mogelijkheden af. Dit geeft rust en vertrouwen aan de omgeving van het meisje en vice versa. Wat is een scoliose? Scoliose of "scheefgroei" van de wervelzuil is een groeistoornis waarbij de wervelzuil een curve vormt in plaats van een rechte lijn. Bij jongeren gaat het steeds om een ontwikkelingsstoornis, wat betekent dat scoliose veroorzaakt wordt door de groei. Door verschil in activiteit van de groeischijven (kraakbeenachtige schijven bij de uiteinden van beenderen, waar de groei plaatsheeft) aan de linkerzijde en aan de rechterzijde van de wervelzuil zal één kant sneller groeien dan de andere, waardoor logischerwijze een curve ontstaat. Naast deze asymmetrie van de wervels zullen de
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scochirurg.htm[12/04/2012 21:43:44]
verschillende wervels ook een rotatiebeweging (draaibeweging om hun as) maken ten opzichte van elkaar, waardoor de wervelzuil aan de ene zijde meer verheven voorkomt dan aan de andere zijde. Onder andere bij het Rett syndroom kan een scoliose gepaard gaan met een overmatig vooroverbuigen van de wervelzuil ter hoogte van de borstkas, waardoor dan een zogenaamde "kyfose" (een achterwaartse kromming) ontstaat. Wat zijn de tekenen van scoliose? Hoogstand van één schouder ten opzichte van de andere. Eén schouderblad staat hoger en is meer prominent dan het andere. Wanneer de armen loshangen naast het lichaam is er aan één zijde meer ruimte tussen de arm en de romp in vergelijking met de andere zijde. Het hoofd is niet gecentreerd boven het bekken. Bij maximaal vooroverbuigen lijkt de achterzijde van het ribrooster aan één zijde hoger te liggen dan aan de andere zijde. In het geval van een kyfose is er een veralgemeende afronding van de wervelzuil ter hoogte van de borstkas, waarbij de schouders en de armen naar voren projecteren ten opzichte van de romp. Vormen van scoliose De oorzaken van scoliose zijn zeer talrijk. De twee belangrijkste vormen van scoliose zijn de ideopathische en de neuromusculaire scoliose. Een ideopathische scoliose ontstaat bij een normaal kind of jonge volwassene en kent meestal geen onderliggende oorzaak. Een neuromusculaire scoliose ontstaat in het kader van een andere aandoening die het zenuwstelsel of het spierstelsel aantast. De onevenwichtige belasting en groei van de wervelzuil zijn het gevolg van deze aandoeningen. Over het algemeen is de natuurlijke evolutie van een neuromusculaire curve veel sneller en nefaster dan van een ideopathische scoliose. Bij meisjes met het Rett syndroom is een scoliose steeds van het neuromusculaire type. Evolutie van scoliose bij het Rett syndroom Scoliose is Één van de orthopedische problemen waarmee Rett patiëntjes zeer dikwijls geconfronteerd worden. Andere orthopedische problemen zijn contracturen (dwangstand) van de onderste ledematen, ontwrichting van de heupen en abnormaliteiten van de voeten en enkels. Scoliose treedt op bij meer dan 80% van de Rett patiënten. De scoliose is een vrij klassieke vorm van neuromusculaire scoliose, waarbij de wervelzuil een "C-vorm" beschrijft (daar waar een ideopathische scoliose meestal een "S-vorm" beschrijft). Door de onevenwichtige spierontwikkeling en de inwerking van de zwaartekracht, is progressie van een dergelijke curve zeer waarschijnlijk. De evolutie is het snelst in het vierde stadium van het Rett syndroom. De scoliose kan dan leiden tot een belangrijk onevenwicht van de romp waardoor de gang onmogelijk wordt, of tot scheefstand van het bekken waardoor zelfs in zithouding het evenwicht zoek raakt. Scoliose is dus een van de redenen waardoor Rett patiënten rolstoelgebonden raken. Indien ook in zithouding de balans gestoord is, kan dit leiden tot de zogenaamde "doorligwonden" door overdruk op de huid aan de meest belaste zijde. Meestal trachten Rett patiëntjes met behulp van de armen een nieuwe balans te vinden, waardoor de functie van de handen gelimiteerd wordt. Bij verdere evolutie kan ook de functie van de longen en vervolgens van het hart in het gedrang komen. Dergelijke situaties dienen ten allen prijze vermeden te worden. Behandeling van scoliose Het ontstaan van scoliose bij Rett patiëntjes is onlosmakelijk verbonden met
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scochirurg.htm[12/04/2012 21:43:44]
progressieve verslechtering van zenuw- en spierfuncties. Voor een individu is het onmogelijk om het natuurlijk verloop van de scoliose te voorspellen, maar in het algemeen mogen we stellen dat scoliose zich in 80% van de gevallen zal voordoen. Alleszins is observatie door de ouders met halfjaarlijkse controle door een chirurg aangewezen. Een afwachtende houding kan aangenomen worden tot de hoek van Cobb 20° bedraagt. De hoek van Cobb is een radiografisch gegeven dat door de rugchirurg bepaald dient te worden. Aan de hand van röntgenopnamen van de volledige wervelzuil kan deze hoek opgevolgd worden in de tijd. Een verkromming van de wervelzuil van minder dan 20° dient als een variant van het normale te worden beschouwd en behoeft dus geen behandeling. Indien een curve van meer dan 20° wordt bereikt, start men over het algemeen met een korsetbehandeling. Hoewel het korset de progressie van de curve niet kan stoppen, kan het de evolutie toch vaak vertragen. Sporadisch slaagt men erin met een korset de curve te beperken en de zitbalans te behouden, waardoor een operatie overbodig wordt. Ondanks een adequate korsetbehandeling zal de hoek van Cobb mettertijd groter worden dan 40°. Dergelijke curven gaan meestal gepaard met scheefstand van het bekken en ontwrichting van de heupen, waardoor de zitbalans verder gestoord raakt. In dergelijke gevallen dringt een chirurgische behandeling zich op. Chirurgische behandeling Het is de bedoeling van chirurgie, de curve te reduceren en te fixeren in een positie waarin de wervelzuil in balans is: de scheefstand van het bekken wordt gecorrigeerd, het hoofd en de wervelzuil worden gecentreerd over het bekken, en de hoogstand van de ribben wordt gedeeltelijk gecorrigeerd. Indien een overmatige kyfose aanwezig is, dient ook deze te worden gereduceerd om een gunstige balans te verkrijgen. Bij het uitvoeren van dergelijke manoeuvres wordt de wervelzuil aan enorme krachten onderworpen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van "osteosynthesemateriaal": schroeven, haken, draden en staven in roestvrij staal of titanium worden geïmplanteerd en gebruikt om de repositie van de wervels uit te voeren. De gemaakte constructie zal de wervelzuil in de gewenste positie houden. Het bot en de gewrichten aan de achterzijde van de wervelzuil worden zodanig bewerkt, dat de wervelzuil mettertijd één grote rigide structuur wordt die geen beweging meer toelaat. Het osteosynthesemateriaal verliest dus geleidelijk aan (na ongeveer een jaar) zijn functie, maar kan zonder enige schade ter plaatse achtergelaten worden. Onderaan wordt de constructie gefixeerd aan het heiligbeen (sacrum). Bij scheefstand van het bekken is het soms noodzakelijk om het geheel te fixeren ten opzichte van de bekkenvleugels. Bij een dergelijke fixatie wordt de gangbeweging echter onmogelijk. Hoewel het behoud van de gang bij Rett meisjes zeer uitzonderlijk is, tracht men fixatie van het bekken te beperken tot de gevallen van ernstige bekkenscheefstand. In het geval van een ernstige kyfose van de dorsale wervelzuil (wervelzuil ter hoogte van de borstkas) is de correctiemogelijkheid door de beschreven procedure onvoldoende. Daarom dient de ingreep te worden voorafgegaan door een voorbereidende ingreep, waarbij de wervels aan de voorzijde ten opzichte van elkaar worden losgemaakt om voldoende correctie aan de achterzijde toe te laten. Na een "scoliosefusie" bij een Rett patiëntje zijn gedurende 24 tot 72 uur intensieve zorgen vereist. Het Rett syndroom wordt gekenmerkt door ademhalingsstoornissen en soms aanvallen van epilepsie ten gevolge van een langdurige narcose.
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scochirurg.htm[12/04/2012 21:43:44]
Besluit De meeste Rett patiëntjes worden vroeg of laat geconfronteerd met een neuromusculaire scoliose. Omwille van het invaliderend effect van de scoliose en de nefaste gevolgen op lange termijn is een behandeling meestal noodzakelijk. Doorgaans vertraagt een korsetbehandeling de natuurlijke evolutie zonder deze te kunnen stoppen, en zal chirurgie de uiteindelijke oplossing moeten bieden. Progressieve achteruitgang van de longfunctie kan voorkomen worden en de zitbalans hersteld, zodat de armen meestal opnieuw gebruikt kunnen worden voor andere activiteiten van het dagelijks leven. Verzorging kan vergemakkelijkt worden en rugpijn is te voorkomen. Aan de noden en verwachtingen van elk Rett meisje en van de familie moet in de mate van het mogelijke beantwoord worden. Voldoende en juiste informatie is noodzakelijk alvorens over te gaan tot agressieve chirurgische therapie. Goede communicatie tussen familie, verpleging en chirurg is daarom onontbeerlijk. Tevens dienen een kinderneuroloog en een kinderorthopedist in de discussie te worden betrokken om de scoliose te situeren in het geheel van de aandoening, en eventueel aansluitend een orthopedische behandeling van de onderste ledematen in te stellen. Dergelijk overleg is noodzakelijk om realistische en aanvaardbare resultaten te boeken.
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scochirurg.htm[12/04/2012 21:43:44]
Verpleegtechnische en psychosociale aspecten van de scoliose-kyfose correctie Ronald Vermeulen, verpleegkundige orthopedie De opname Elke opname is een emotioneel gebeuren. Het meisje wordt meestal vanuit haar vertrouwde omgeving weggehaald en krijgt meteen een hele hoop vreemde prikkels te verwerken. Dit geeft vaak aanleiding tot onrust. Het is dan ook van belang patiënt en familie zo snel mogelijk op hun gemak te stellen. En wat is rustgevender dan een warm welkom? Het lijkt simpel, maar het is het niet. Het is niet zo evident om op een afdeling waar nog 30 andere zieken verzorgd moeten worden, alle aandacht te focussen op die ene opname en de rest even te vergeten. Maar de meeste hulpverleners zijn het erover eens dat een rustige sfeer aan de opname een meerwaarde geeft. De opname verdient dus bijzondere aandacht: goed begonnen is half gewonnen. Informatie is ook hier weer van enorm belang, en dit in beide richtingen. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het meisje, wordt d.m.v. een formulier een "opnameprofiel" gemaakt: dat leert ons al iets over de voorgeschiedenis, de gewoontes, gedragingen en bijzonderheden van het meisje. Omdat dit nauwelijks te verwezenlijken is met de patiënte zelf, is hier een bijzondere rol weggelegd voor de ouders of de omgeving van het meisje. De voorbereiding Vermits het hier gaat om een vrij ernstige ingreep met een behoorlijke weerslag op het hele orgaanstelsel en de hemodynamiek (bloedcirculatie) van het meisje, is het noodzakelijk de nodige voorbereidselen te treffen. De samenstelling van het bloed met rode en witte bloedcellen, de bloedstolling, de bloedgroep en andere elementen worden gecontroleerd via een bloedafname. Een prik dus. Tegelijk bestelt men donorbloed. Want hoewel er tijdens een operatie accuraat aan bloedstelping wordt gedaan, blijft er toch een belangrijk bloedverlies. De duur van de operatie, en het feit dat deze plaatsvindt in een regio die sterk van bloedvaten is voorzien, vormt hier de bepalende factor. Van de ingreep weten we dat ze om technische redenen erg lang zal duren, en het meisje zich dus lange tijd in buiklig zal bevinden. Dat heeft een belangrijke weerslag op het maagdarmstelsel: maag en darmen vallen dan stil, waardoor hun inhoud voor problemen kan zorgen in de periode na de ingreep. Om die reden dient men op de vooravond van de operatiedag een lavement toe. Men brengt via de anus een
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scoverpl.html[12/04/2012 21:49:51]
vloeistof in de dikke darm, waardoor deze zich gaat ledigen. Als voorbereiding rest dan enkel nog het voorbereiden van de operatiestreek. Concreet betekent dit dat de verpleegkundige de rug reinigt met isobetadinezeep. Dit is een eerste stap in de procedure om de ingreep in een kiemvrij midden te laten plaatsvinden. In dit verband is het belangrijk dat de omgeving van het meisje mogelijke (jood)allergieën kan signaleren. Vanaf 24 uur (theoretisch 6 uur voor de ingreep) dient het meisje nuchter te blijven. Dit betekent zowel niet eten als niet drinken. De operatiedag Nu wordt het pas echt spannend. Het mag dan ook niet verbazen dat het meisje en haar omgeving bang het moment van de overplaatsing naar de operatiekamer afwachten. En wachten kan soms erg lang duren. De nodige aandacht en support zijn hier welkom. Afleiding is ook een goede heelmeester. Wanneer het meisje dan op de operatiekamer is beland, begint het lange, bange wachten voor de ouders. Het is goed om weten dat tussentijdse informatie over het verloop van de ingreep nauwelijks kans ziet om de betrokkenen te bereiken. Daarom hanteert men meestal het principe "geen nieuws, goed nieuws". Een magere troost wellicht. Na de ingreep Na de operatie verblijft het meisje enkele dagen op de dienst intensieve zorgen. Daar kan men de vitale functies beter controleren tot het moment waarop de toestand gestabiliseerd is. Dit varieert van een twee- tot viertal dagen, soms slechts één nacht. De eerste week is de meest verzorgingsintensieve periode. Diverse lichamelijke functies en behoeften verdienen een speciale aandacht. Omdat communicatie met het meisje – zeker voor "vreemde" zorgverleners – niet zo evident is, dient men extra voorzichtig te zijn bij het interpreteren van de verschillende verschijnselen die zich voordoen. Hieronder proberen we een algemeen, niet bindend beeld te geven van de verschillende aspecten en hun valkuilen. De bloedcirculatie Het bloedverlies tijdens de ingreep betekent een belangrijke belasting voor het lichaam van het meisje. Daarom wordt het zo goed mogelijk gecompenseerd met een infuusvloeistof, eigen bloed of donorbloed. Dit laatste wordt, zeker in het geval van zulke jonge patiënten, tot een minimum beperkt. Voor teruggave van eigen bloed kennen wij het cell-saver systeem. Dit is een gesloten wonddrainagesysteem dat ons toelaat het bloed, dat via een buisje uit de wonde draineert, te recupereren. Maar ondanks deze inspanningen blijft er toch nog een belangrijk tekort. Dit wil zeggen dat het lichaam van het meisje zelf dit bloedverlies moet compenseren. Hiervoor heeft het natuurlijk een zekere recuperatietijd nodig. We hoeven ons dus niet erg ongerust te maken indien het meisje er de eerste weken wat "pips" uitziet. Om het geheel in goede banen te leiden heeft het meisje overigens de eerste dagen of week van haar verblijf een catheter in een bloedvat zitten, waarlangs vocht en medicatie worden toegediend. Het maagdarmstelsel Zoals eerder vermeld, zal het maagdarmstelsel omwille van de buiklig en de duur
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scoverpl.html[12/04/2012 21:49:51]
van de ingreep meestal geheel of gedeeltelijk stilvallen. Dit betekent dat alles wat in het maagdarmkanaal zit of komt op geen enkele manier wordt geëvacueerd. De spijsvertering doet nauwelijks wat ze moet doen. Voeding of drank die in de maag zou terechtkomen, zou er stagneren bij gebrek aan mobiliteit van maag en darmen, wat aanleiding geeft tot misselijkheid en braken. Om die reden houdt men het meisje nuchter tot er weer voldoende peristaltiek (darmmobiliteit) is. Zelfs zonder inname van voedsel of drank is het mogelijk dat de aanwezige verteringssappen voor overlast zorgen. In dit geval krijgt het meisje een sonde tot in de maag om de inhoud ervan te evacueren. Het maagdarmstelsel zal in de loop van de eerste week zijn activiteiten hervatten, al kunnen zich nog darmkrampen voordoen. Naarmate de toestand beter wordt, mag het meisje beginnen drinken. Daarna kan men progressief de voeding opvoeren tot een maag- en darmsparend dieet. Mochten de darmen na een week nog geen beweging vertonen, dan kan men de natuur een handje toesteken met het geven van een klein lavementje (om de darm te prikkelen). Men moet zich voor ogen houden dat constipatie een veel voorkomend fenomeen is bij Rett patiëntjes. Meestal raakt het ongemak, soms na herhaaldelijke lavementjes, op deze manier opgelost. Het bijzondere in deze materie is dat het bij een Rett meisje niet altijd even makkelijk is om de signalen van ongemak, die zij aangeeft, te herkennen. Ze kan zelf moeilijk aangeven of het hier gaat over bijvoorbeeld operatiepijn of over darmkrampen. De benadering daarentegen is totaal verschillend. Hiervoor verwijzen we naar de bespreking van het aspect pijnstilling, verderop in dit artikel. Ook hier blijkt de inbreng van de ouder, het familielid of de begeleider van onschatbare waarde. Ze kunnen de hulpverleners helpen omdat ze de individuele reactie en het gedrag van het meisje erg goed kennen. Die betrokkenheid zorgt dan ook vaak voor het onderlinge vertrouwen. Het urinewegenstelsel Om dezelfde reden als hierboven beschreven, zal ook de blaas enige hinder van de ingreep ondervinden, analoog met deze bij het maagdarmstelsel. Daarom krijgt het meisje een blaassonde (verblijfssonde), die de blaas continu ledigt. Op die manier krijgt men ook een duidelijk beeld van de waterhuishouding (in en uit) van de patiënt.
Het is steeds de bedoeling een blaassonde zo snel mogelijk te verwijderen. Toch verdient dit een kanttekening. Gezien het meisje veelal niet zindelijk is (of het althans moeilijk kan aangeven), zou eventueel nat liggen in een luier een potentieel gevaar kunnen betekenen voor de operatiewonde. Deze kan tot net boven de bilnaad reiken. Vaak kiest men dan ook voor de minst slechte oplossing, en blijft de blaassonde een week extra behouden. De operatiewonde Wanneer ouders of familie voor de eerste maal de operatiewonde te zien krijgen, is het allicht even schrikken. Om een wervelzuilcorrectie uit te voeren, dienen verschillende niveaus van de wervelkolom te worden aangepakt. Hiervoor maakt de chirurg een incisie (een insnijding) van net onder de nek tot net boven de bilnaad, wat een bijzonder grote wonde veroorzaakt. Toch leert de ervaring ons dat de lengte van de wonde zelden een significante rol speelt met betrekking tot pijn. Het lijkt soms erger dan het in werkelijkheid is. Meestal wordt de wonde onderhuids gesloten en kleeft men de huid dicht met speciaal daartoe ontworpen kleefbandjes (steristrips). De eerste dagen vraagt de wonde wel enige zorg, maar nadien wordt ze zo snel mogelijk droog gelaten.
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scoverpl.html[12/04/2012 21:49:51]
Ook hier is de inbreng van de ouder of begeleider van belang i.v.m. allergieën voor verband- of ontsmettingsstoffen. Verpleegkundigen zijn op het vlak van wondzorg erg ervaren en goed gedocumenteerd, zodat ze doorgaans voor een goede oplossing kunnen zorgen. De pijn en pijnbestrijding Al onmiddellijk na de operatie start het team van anesthesisten een pijnbeleid op. De laatste jaren bestaat de tendens om pijnstilling, al dan niet via intraveneuze weg (via een ader in de arm), toe te dienen op commando van de patiënt zelf, dit met behulp van een gecomputeriseerd apparaat: de zgn. PCA-pomp ("patient controlled anaesthetic"). De anesthesist stelt vooraf de grenzen in waarbinnen de patiënt pijnstilling kan opvragen. Dat vereist uiteraard de medewerking van de patiënt zelf. Omdat deze in het geval van een Rett patiëntje vrijwel onmogelijk is, stelt men de pomp binnen bepaalde limieten in op continu i.p.v. op commando. Een bijzonder veilige en efficiënte pijnstilling. Pijnstilling is een bijzonder belangrijk onderdeel van de postoperatieve zorg. Toch moet pijnbestrijding steeds met de nodige voorzichtigheid en reserve aangepakt worden, vermits het gebruik van pijnstillers ook risico's bevat. Omwille van hun sterk pijnstillende werking worden dikwijls morfine of morfinederivaten toegediend. Deze producten veroorzaken of versterken echter vaak de immobiliteit van maag en darmen. Daarom mag pijnstilling geen doel op zich worden. Darmkrampen bestrijden met pijnstillers kan uitlopen op een vicieuze cirkel. Enige terughoudendheid is dus geboden. Het organisme van het meisje moet ook de kans krijgen om aan de nieuwe situatie te wennen. Pijn is bovendien een symptoom dat aangeeft dat het lichaam het ergens moeilijk mee heeft. Teveel pijnstilling maskeert deze natuurlijke signaalfunctie van het lichaam. En aangezien het meisje het zelf niet kan aangeven, vormen dergelijke signalen voor de hulpverleners of begeleiders een extra gelegenheid om het probleem ten gronde aan te pakken. Men merkt het, ook hier is overleg tussen ouder en hulpverlener van enorm belang. Met de juiste informatie zal men minder snel in paniek raken, en zal men meer begrip kunnen opbrengen voor de gereserveerde houding van artsen en verpleegkundigen t.o.v. pijnmedicatie. De mobilisatie De eerste vier tot zeven dagen krijgt het meisje bedrust, teneinde het lichaam de kans te geven zich te sterken. De weke delen rond de wervelkolom zijn tijdens de operatie zwaar op de proef gesteld. Het zijn ook die spieren en weefsels die een ondersteunende functie hebben tijdens het rechtkomen. Ze verdienen best een paar dagen rust. De wervelkolom is door de chirurg met schroeven en staafjes erg stabiel en in de juiste stand gefixeerd. Het lichaam daarentegen heeft nog een hele tijd nodig om zich aan te passen. Het donorbot, waarmee verschillende wervels met elkaar verbonden worden, moet trouwens nog ingroeien. Heel dit proces kan tot een jaar in beslag nemen. Toch is het geheel stevig genoeg om de patiënt toe te laten uit bed te komen. De staafjes en schroeven nemen trouwens zolang het hele werk voor hun rekening. Dit geeft de mogelijkheid, het meisje reeds na ongeveer één week in de zetel te laten zitten. Dat moet de eerste keer met de nodige voorzichtigheid. Want na een week bedrust heeft het lichaam (in het bijzonder de bloeddruk) zich aangepast aan de horizontale houding. Samen met de verlaagde hemoglobine (die de zuurstof in het bloed transporteert) geeft dit aanleiding tot duizelingen, misselijkheid en soms zelfs flauwvallen. Wanneer men het meisje terug in bed legt, klaart de toestand vrijwel onmiddellijk weer op. Mogelijk wordt er in de fysiotherapie gebruik gemaakt van de tiltingtafel, een horizontaal en verticaal beweegbare tafel, die men progressief rechter kan zetten.
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scoverpl.html[12/04/2012 21:49:51]
Wanneer het meisje na al die tijd terug overeind zit in een mooie verticale houding, is haar beleving van het rechtzitten goddelijk om zien. Haar kijkertjes draaien dan naar alle hoeken van de ziekenkamer. Men mag immers niet vergeten dat de perceptie van de omgeving vanuit een sterk gebogen houding helemaal anders is dan deze vanuit een rechte houding. Eens zover, is de weg naar een succesvolle revalidatie vrij. Tot slot We zijn er ons van bewust dat deze uiteenzetting nog steeds vragen van ouders of begeleiders onbeantwoord laat. We pretenderen dan ook niet volledig te zijn geweest. Een algemeen beeld was hoog genoeg gegrepen. Elke patiënte is trouwens zo uniek, dat zij zich niet in een kastje laat plaatsen. Niettemin hopen we een bijdrage te hebben geleverd tot een beter inzicht in de complexiteit van deze specifieke zorg.
file:///C|/xampp/htdocs/brsv/scoverpl.html[12/04/2012 21:49:51]