Chapeau
Woonkringen
wonen met ruggensteun
Leidraad Woonkringen Leidraad bij het tot stand brengen en inrichten van projecten voor zelfstandig wonen met begeleiding
Stichting Chapeau Woonkringen Statutair gevestigd te ‘s-Hertogenbosch.
Bestuur Drs. L.J.M. (Leo) Hulsebos, voorzitter Mr. F.K. (Frits) Jacobs, vicevoorzitter Drs. J.M. (Joep) Munnichs, secretaris H.G.J.M. (Hein) van der Sanden, penningmeester G.H. (Bep) Geurtsen - van Doorn, bestuurslid
Comité van Aanbeveling Mevr. Drs. Brigite van Haaften - Harkema, gedeputeerde Noord-Brabant Prof. Dr. Ab Klink, hoogleraar en voormalig minister van VWS Drs. Ton Nelissen, o.m. voorzitter Kamer van Koophandel NL Prof. Dr. Jim van Os, hoogleraar psychiatrische epidemiologie
Adresgegevens Europalaan 28 D 5232 BC ‘s-Hertogenbosch Tel. 073 68 98 716 Internet Email
www.chapeau-woonkringen.nl
[email protected]
Inschrijvingsnummer KvK: 5278 1267 Bankrelatie: Triodos Bank, rekening nummer 25 47 01 183
Stichting Chapeau Woonkringen heeft de ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling). Giften aan een anbi-instelling zijn fiscaal aftrekbaar.
Tekst: Jos van Oyen Stichting Chapeau Woonkringen, augustus 2013, achtste editie
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding Wat is een woonkring Wie is de stichting Chapeau Woonkringen Voor wie is de Chapeau Woonkring bestemd Vereniging Het Wooninitiatief 2. Hoe werkt een Woonkring Betrokkenheid ouders en familieleden Projecten 3. Hoe ontstaat een Woonkring Het initiatief De rol van bewoners, ouders en betrokkenen De begeleidingsrol van de zorgaanbieder De rol van de behandelaar De rol van de gemeente De rol van de huiseigenaar De rol van de lokale stichting Chapeau Woonkringen Omgaan met omwonenden 4. De faciliteiten van een Woonkring Individuele woningen Gemeenschappelijke ruimte Buitenruimten 5. De financiering van de zorg Veranderingen in de wijze van financiering De wmo als financierings- en sturingsconcept 6. Bouwprocedures De woningen De algemene ruimten 7. De zorgaanbieder 8. De toelatingsprocedure 9. Contractuele verhoudingen Bijlage Model Raamovereenkomst zorgverlening Bijlage Model Zorg/Huurovereenkomst Bijlage Model Individueel Zorgcontract Bijlage Model Gedragscode Bijlage Model Klachtenregeling
LEIDRAAD WOONKRINGEN
5 5 6 7 8 10 10 11 12 12 13 15 16 17 17 18 18 21 21 21 22 23 23 23 25 25 25 26 27 29 31 47 54 61 66
3
Bijlage Model Toelatingscriteria- en procedure Bijlage Zorgvisie Woonkring Uden De kern van de visie Uitgangspunten, visie en indicatoren De relatie met het beleid van Chapeau Woonkringen
4
69 72 72 72 75
1. Inleiding Wat is een woonkring Een Woonkring is een groepje zelfstandige woningen, voorzien van extra faciliteiten voor gezamenlijke activiteiten en voor het bieden van ruggensteun aan de bewoners door professionele zorgverleners. Het gaat dus steeds om mensen met een beperking, die zelfstandig kunnen wonen, maar daarbij op de een of andere manier zorg en begeleiding nodig hebben, die hen niet als zuiver ambulante begeleiding geboden kan worden. Hun behoefte aan dagelijkse begeleiding (of medische behandeling) is niet zo zwaar, dat zij hierdoor aangewezen zijn op wonen in een instelling. De Woonkring kan op een willekeurige plaats in een woonwijk staan. ‘Chapeau Woonkringen’ is de naam die door de initiatiefnemers gegeven is aan hun plan voor het realiseren van zelfstandige huisvesting voor mensen met een kwetsbaarheid voor een psychose, zoals mensen met schizofrenie. Ook voor mensen die om een andere reden hulp of begeleiding nodig hebben om in zelfstandigheid te kunnen wonen en leven, kan een Woonkring een geschikte oplossing zijn. Elke (jong)volwassene, waar ook ter wereld, kent de wens om zijn of haar leven in zelfstandigheid en vrijheid zelf in te richten. Soms verloopt de overgang naar volwassenheid niet soepel en is het moeilijk om de stap te zetten naar volledige zelfstandigheid. Hoe graag ze dat ook willen, soms lukt het sommige jongvolwassenen niet om de drempel over te komen, waardoor ze het voortaan zonder hulp kunnen stellen. En vanzelfsprekend kan het zelfde ook gelden voor mensen van een wat meer gevorderde leeftijd. Veel mensen die kwetsbaar zijn voor een psychose, zijn toch in staat zelfstandig hun leven in te richten met de hulp van de juiste medicatie en wanneer ze er van verzekerd kunnen zijn dat de juiste ondersteuning dichtbij is, zodat zij daar een beroep op kunnen doen of die hen juist actief ondersteunt. Voor die mensen is de Chapeau Woonkring bedacht. De Chapeau Woonkring geeft deze mensen de mogelijkheid hun eigen leven zelfstandig en in vrijheid in te richten. En zorgt er ook voor, dat ze daarbij gebruik kunnen maken van steun aan elkaar, en bovendien van
LEIDRAAD WOONKRINGEN
5
steun van professionele hulpverleners, op de dagen dat het hen minder goed afgaat. Daarbij helpt het heel erg, als de huisvesting zo wordt ingericht dat de bewoners gemakkelijk gezamenlijke activiteiten kunnen ontwikkelen en een plek hebben om elkaar te ontmoeten. Professionele hulpverleners ondersteunen hen daarbij. En voor het overige geldt: zoals ieder ander, leven in vrijheid en zelfstandigheid. Dat van de bewoners gevraagd wordt dat zij de steun van professionele hulpverleners ook daadwerkelijk aanvaarden en er zich naar voegen, is hierbij vanzelfsprekend. Wie is de stichting Chapeau Woonkringen De Stichting Chapeau Woonkringen is ontstaan in Uden, uit een initiatief van leden van de vereniging Ypsilon, een vereniging van familieleden en betrokkenen van mensen met schizofrenie of een psychose. Van het bestuur van Chapeau Woonkringen wordt één lid benoemd op voordracht van Ypsilon. Chapeau ontwikkelt initiatieven voor het realiseren van woningen, die speciaal geschikt zijn voor de beschreven doelgroep. Chapeau Woonkringen is gerelateerd aan andere organisaties, op aanverwante werkterreinen, zoals Trialoog en Vereniging Het Wooninitiatief. Trialoog en Het Wooninitiatief krijgen steun van de Provincie Noord-Brabant. Mede naar aanleiding van enkele voorbeelden in het land (Almere, Lelystad, Breda, ‘s-Hertogenbosch) zochten de initiatiefnemers naar mogelijkheden om in Uden een vergelijkbare woonvorm tot stand te brengen. Van eerdere initiatieven hadden zij gezien dat, wanneer het woonproject eenmaal tot stand gekomen was, het daar meestal bij bleef. Alle tijdens het proces opgedane kennis en ervaring kwam daardoor niet of maar heel beperkt ter beschikking van nieuwe initiatieven. Al vanaf het begin van de oprichting van de stichting Chapeau Woonkringen is het de vooropgezette bedoeling geweest om de zaken zo in te richten, dat de gedurende het proces opgedane ervaring beschikbaar zou komen voor nieuwe initiatieven op andere plaatsen. Deze leidraad is daarvan een uiting.
6
INLEIDING
Comité van Aanbeveling De stichting Chapeau Woonkringen wordt ondersteund door een Comité van Aanbeveling, dat de doelstellingen en activiteiten van harte ondersteunt. Het comité bestaat uit de volgende personen:
•
•
•
Mevrouw Drs. Brigite van Haaften - Harkema Lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, belast met de portefeuille Cultuur & Samenleving Prof. Dr. Ab Klink Hoogleraar Zorg, arbeid en politieke sturing, en o.m. oud-minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Drs. Ton Nelissen O.m. voorzitter van de Raad van Bestuur Kamer van Koophandel en voorzitter van de Raad van Toezicht van Reinier van Arkel
Anbi-status De stichting Chapeau Woonkringen heeft de zogenoemde Anbi-status (Algemeen nut beogende instelling). De anbi-status, die door de belastingdienst wordt toegekend, brengt mee dat giften aan Chapeau Woonkringen fiscaal aftrekbaar zijn. Meer informatie daarover is te vinden op www.belastingdienst.nl/giften. Voor wie is de Chapeau Woonkring bestemd Doelgroep mensen kwetsbaar voor een psychose De Chapeau Woonkring is bestemd voor bewoning door mensen, kwetsbaar voor een psychose, zoals mensen met schizofrenie of een daaraan verwante aandoening. Een dergelijke kwetsbaarheid komt voor in allerhande vormen, van 'licht' tot ernstig. Mensen die deze kwetsbaarheid in een ernstige vorm hebben, zijn meestal aangewezen op verpleging in een instelling ('intramurale' verpleging: intramuraal = binnen de muren van een instelling, extramuraal is buiten de muren van een instelling). Mensen die de kwetsbaarheid of ziekte in een lichte vorm hebben, wonen dikwijls zelfstandig, hebben een gewone baan en worden door hun omgeving vaak niet eens herkend als iemand die begeleiding of zorg nodig heeft.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
7
Tussen deze twee uitersten in, zitten de mensen die, mede dankzij de hulp van moderne geneesmiddelen, wél zelfstandig kunnen wonen, maar daar wel steun bij nodig hebben. Voor die mensen is de Chapeau Woonkring bestemd. Veel van deze mensen zijn lang bij hun ouders blijven wonen. De ouders en andere familieleden zijn doorgaans degenen in hun omgeving die hen het beste kennen en die begrip hebben leren opbrengen voor de moeilijkheden waarvoor hun kind of familielid zich elke dag gesteld ziet. De ene persoon krijgt suikerziekte, de andere kan lijden onder een psychische aandoening. Een psychische ziekte zelf discrimineert niet: man of vrouw, rijk of arm, hoog intelligent of met een minder hoog IQ, blank of zwart – iedereen kan de pech hebben het te krijgen. Chapeau Woonkringen probeert door het bieden van goede zorg maar ook door goede huisvesting en gewoon menselijk contact voor deze groep in de bres te springen. Meer dan 1 op de 100 mensen heeft een verhoogde kwetsbaarheid voor een psychose en dus kent iedereen in eigen kring wel iemand die het is overkomen. Toch wordt er weinig over gepraat, met misverstanden en vooroordelen tot gevolg. Deze mensen moeten dagelijks de strijd voeren tegen hun ziekte. Zij verdienen onze steun en begrip. Andere doelgroepen Ook voor andere doelgroepen die in beginsel zelfstandig kunnen wonen, maar voor wie het wenselijk is dat zij dagelijkse professionele begeleiding in hun omgeving hebben en eventueel gezamenlijke activiteiten ontwikkelen, kan de Woonkring een uitkomst zijn. De werkwijze en structuur die gehanteerd worden bij de Chapeau Woonkringen, zijn breed toepasbaar. Vereniging Het Wooninitiatief Chapeau Woonkringen was eind 2012 een van de oprichters van de Vereniging Het Wooninitiatief. Deze vereniging richt zich op de professionele ondersteuning van wooninitiatieven voor mensen met een beperking, ongeacht de aard van de achterliggende problematiek.
8
INLEIDING
De met Chapeau Woonkringen opgedane ervaringen worden daarmee beschikbaar gemaakt ook voor andere doelgroepen dan de doelgroep mensen met schizofrenie. Voor nadere informatie zie www.hetwooninitiatief.nl
LEIDRAAD WOONKRINGEN
9
2. Hoe werkt een Woonkring De Stichting Chapeau Woonkringen ontplooit initiatieven om woonprojecten tot stand te brengen. Voor dit doel treedt Chapeau Woonkringen in overleg met gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders, om met hen te zoeken naar geschikte locaties voor het vestigen van een Woonkring. Dat kan in bestaande bebouwing zijn, of op een plek in een bestaande woonwijk, waar iets nieuws moet komen, bijvoorbeeld omdat een oud schooltje buiten gebruik wordt gesteld. Voor het bouwen (of geschikt maken) van de woningen is een woningcorporatie doorgaans de meest aangewezen partij. In de woonvoorziening worden gedeelten ingericht voor gemeenschappelijk gebruik door de bewoners en voor het verlenen van hulp en begeleiding. Chapeau Woonkringen huurt de woningen en de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten, op basis van een langlopend contract, bijvoorbeeld 20 jaar, met de mogelijkheid van verlenging. Voor het leveren van de benodigde hulp en begeleiding sluit Chapeau Woonkringen een contract met een zorgaanbieder. Alleen mensen die een individueel zorgcontract sluiten met deze zorgaanbieder, komen in aanmerking voor een woning, die door Chapeau Woonkringen middels een Zorg/Huurovereenkomst ter beschikking wordt gesteld. De selectie van personen die in aanmerking komen voor een woning in een Chapeau Woonkring gebeurt door onafhankelijke deskundigen, in overleg met Chapeau en de zorgaanbieder, op basis van een protocol. In dit protocol is vastgelegd aan welke kenmerken een kandidaat bewoner mag en moet (blijven) voldoen en volgens welke procedure de selectie plaatsvindt. Betrokkenheid ouders en familieleden In de omgeving van 'onze' bewoners zijn de ouders en andere familieleden doorgaans degenen die hen het beste kennen en die begrip hebben leren opbrengen voor de moeilijkheden waarvoor hun kind of familielid zich elke dag gesteld ziet. Zij zijn degenen die hen door dik en dun bijstaan en op wie zij een beroep kunnen blijven doen. En als de woonkring in staat is een goede oplossing te bieden voor het dagelijks leven, worden de verhoudingen tussen de bewoner en de naast 10
HOE WERKT EEN WOONKRING
betrokkenen ontlast van de dagelijkse zorgen en kunnen zij op een betere manier veel voor elkaar blijven betekenen. Vanuit die erkenning is het initiatief voor de Chapeau Woonkringen ontstaan. Het is vanzelfsprekend, dat de instelling die de dagelijkse zorg levert, die uitgangspunten ook ten volle moet erkennen. De door de bewoner aangewezen 'Kringouders' (dat kunnen de ouders zijn, of andere familieleden of nauwe relaties van de bewoner) worden dan ook actief betrokken bij het reilen en zeilen van de Woonkring. Projecten Woonkring Uden In Uden, in het plan Velmolen-Oost, is door de woningcorporatie Area een appartementencomplex gebouwd, bestaande uit 28 appartementen. Area Wonen heeft het Chapeau-initiatief vanaf het begin actief gesteund. Het mag worden beschouwd als een voorbeeldproject voor de toekomst. Van de 28 appartementen zijn er 16 bestemd voor de Chapeau Woonkring Uden. Eén daarvan is ingedeeld en ingericht als gemeenschappelijke ruimte, de andere 15 zijn individueel verhuurd aan mensen uit de doelgroep. De overige 12 woningen in het complex worden verhuurd aan individuele gegadigden, van buiten de kring van de doelgroep van Chapeau (reguliere huurders). Het projct in Uden is het eerste project van stichting Chapeau Woonkringen. Voor de realisatie is door de Provincie Noord-Brabant een subsidie ter beschikking gesteld van € 80.000,- in het kader van de regeling Kleinschalige Woonvormen. De bouw van de woningen is gestart in april 2011 en de oplevering was in mei 2012. Voor dit project is ASVZ, gevestigd in Sliedrecht, aangetrokken als zorgaanbieder die de begeleiding levert. ASVZ verzorgt ook de begeleiding in een enigszins vergelijkbaar project, de ‘Terp’ in Breda. Nieuwe projecten Voortdurend wordt gewerkt aan nieuwe projecten. Dit zijn vaak processen van lange adem. Niettemin verwacht Chapeau Woonkringen in 2014 tenminste twee nieuwe woonvoorzieningen te kunnen openen.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
11
3. Hoe ontstaat een Woonkring Het initiatief Het initiatief voor het ontstaan van een Woonkring komt voort uit een behoefte en het maakt niet uit op welke plaats die behoefte zich manifesteert: dat kan zijn vanuit een groep ouders of andere betrokkenen, maar kan net zo goed vanuit een ggz-instelling of een gemeente. Ook voor woningcorporaties ligt hier een werkterrein waarop zij hun maatschappelijke functie tot uiting kunnen brengen. Het initiatief kan ook ontstaan vanuit een groep personen die daarmee voor hun eigen situatie een verbetering zoeken. De aard van de ziekte schizofrenie brengt met zich mee, dat een dergelijk initiatief niet gemakkelijk door mensen met deze ziekte zelf zal worden geïnitieerd, maar voor andere groepen is dat zeker wel voorstelbaar. Wil een Woonkring kunnen slagen, dan moet rekening gehouden worden met de belangen van de verschillende partijen die er bij betrokken zijn (de ‘stakeholders’): de toekomstige bewoners en hun entourage, de zorgaanbieder die de begeleiding gaat leveren, de toekomstig eigenaar van de woningen en de gemeente. Ook de belangen van omwonenden moeten in een vroeg stadium worden erkend. Voor de acceptatie van de komst van de Woonkring in ‘hun’ buurt, is dat van zeer wezenlijk belang. De rol van de gemeente is in alle gevallen van belang vanwege het feit dat de gemeente verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeenten krijgen die verantwoordelijkheid vanaf 2014 voor alle nieuwe cliënten en vanaf 2015 voor álle cliënten die een beroep doen voor bekostiging van begeleiding of andere vormen van ondersteuning op grond van de Wmo. Daarnaast kunnen in voorkomende gevallen nog andere rollen voor de gemeente zijn weggelegd, bijvoorbeeld voor de medewerking aan het verlenen van een bouwvergunning of het wijzigen van een bestemmingsplan. Om al die verschillende belangen met elkaar te verenigen, moet iemand het initiatief nemen. Dat kan een van de genoemde stakeholders zijn, of kan een onafhankelijke derde zijn, die zich bekommert om de belangen 12
HOE ONTSTAAT EEN WOONKRING
van de toekomstige bewoners. De ‘moederstichting’ Chapeau Woonkringen is zo’n onafhankelijke derde, die als initiatiefnemer fungeert, die vervolgens probeert het project te realiseren en toekomstbestendig in te richten en zich tenslotte weer terugtrekt, om de belangen daarvan op enige afstand toch te blijven bewaken. Voor elke Woonkring wordt een afzonderlijke ‘werkstichting’ opgericht, die na de realisatie aan de Woonkring verbonden blijft. De moederstichting blijft aan de lokale werkstichting verbonden, via een plaats in het bestuur daarvan. Chapeau Woonkringen verwelkomt initiatieven van anderen en stelt haar ervaring en know-how daaraan ter beschikking. De ‘moederstichting’ Chapeau Woonkringen fungeert als katalysator voor het proces. De (overkoepelende) stichting Chapeau Woonkringen onderscheidt twee belangrijke fasen: die van het initiatief tot en met de realisatie, en die van de bewoning. In de praktijk betekent dit, dat de coördinerende rol die Chapeau Woonkringen op zich genomen heeft tussen alle verschillende stakeholders in, voor het initiatief en de realisatie van het project, na realisatie daarvan wordt overgedragen aan de afzonderlijke werkstichting, die zich verder gaat bezighouden met de belangenbehartiging tijdens de bewoningsfase. Doordat de moederstichting deel blijft uitmaken van het bestuur van de lokale werkstichting, draagt zij wel bij aan de continuïteit. Daarnaast is van belang dat de besturen van de werkstichtingen benoemd (en in voorkomen geval ook ontslagen) worden door de moederstichting. Chapeau Woonkringen kan er daardoor voor zorgen dat steeds voorzien kan worden in een adequaat bestuur. De rol van bewoners, ouders en betrokkenen Bewoners, ouders en andere betrokkenen bevinden zich vaak in een afhankelijke rol, of zij ervaren een grote mate van afhankelijkheid van ‘instanties’, welke dat ook mogen zijn. Die afhankelijkheid is vaak heel verklaarbaar en hoeft zeker niet bij voorbaat verweten te worden aan die instanties. Veel mensen die met een beperking moeten leven, van welke aard dan ook, hebben een periode moeten doormaken van grote pijn en verdriet, waarin zij ook vaak hun zelfstandigheid geheel of gedeeltelijk
LEIDRAAD WOONKRINGEN
13
moesten opgeven. Ook de mensen in hun directe omgeving hebben die pijn en dat verdriet ervaren en hebben met hen meegeleefd. Het leven in een instelling kan mensen erg afhankelijk maken, zij worden er mee ‘gehospitaliseerd’ of ‘geïnstitutionaliseerd’ en het kan erg moeilijk zijn om daarvan weer los te komen. Wanneer mensen echter hun zelfstandigheid hervinden, en zelfstandig kunnen wonen, dan worden daarmee de voorwaarden geschapen om weer (meer) aan de samenleving mee te kunnen doen. Er is ook een andere vorm van afhankelijkheid, namelijk de afhankelijkheid van ouders of andere betrokkenen. Heel veel mensen met een beperking wonen (weer) bij hun ouders of andere familieleden, die hen de zorg en begeleiding bieden die zij nodig hebben. Dat levert vaak een grote belasting op, zowel voor degene die de zorg en begeleiding ontvangt, als voor degene die die levert. En ondanks alle goede wil en alle goede bedoelingen kost het alle betrokkenen veel van hun persoonlijke vrijheid en zelfstandigheid. De onderlinge afhankelijkheid werkt daarmee zeer bezwarend. En zelfs degenen die steeds klaarstonden om zorg en begeleiding te leveren, zijn daarvan in zekere zin afhankelijk geworden: zij kunnen dit dan moeilijk loslaten, ook al weten zij rationeel dat degene die van hen afhankelijk was, zijn of haar eigen vrijheid moet vinden, binnen en vanuit de geborgenheid van de nieuwe leefomgeving. Naast deze overwegingen speelt bij de ouder wordende persoon die met een beperking moet leven vaak nog de zorg dat ook de ouders op een leeftijd gaan komen dat zij niet meer in staat zullen zijn alle nodige zorg en begeleiding te leveren. En dit is een zorg die die betreffende ouders beter kennen dan wie ook. De (toekomstige) bewoners en hun ouders of andere betrokkenen die initiatieven willen nemen voor het tot stand brengen van een Woonkring, kunnen daarvoor een beroep doen op een van de bestaande ouderinitiatieven, zoals de vereniging Ypsilon of andere verenigingen van belanghebbenden in de zorg. Bij zelfstandige initiatieven, die vanuit Chapeau Woonkringen of vanuit andere verenigingen van belanghebbenden in de zorg uitgaan, zal meestal nog niet bekend zijn voor welke personen de woonvorm precies 14
HOE ONTSTAAT EEN WOONKRING
bestemd is. Zij opereren vanuit de wetenschap en erkenning vanuit hun eigen kring, dat er een tekort is aan het type voorziening en werken daaraan in het algemene belang van de doelgroep, zonder aanzien des persoons. De begeleidingsrol van de zorgaanbieder De meeste zorgaanbieders staan met beide benen in de moderne maatschappij en erkennen de belangen van hun cliënten, met name het belang om te kunnen meedoen aan de samenleving en te leven in een zo groot mogelijke zelfstandigheid. Hun medewerkers zijn niet voor niets ‘de zorg’ ingegaan; het belang van de cliënt, de patiënt, stond daarbij voorop, en ook de eigen wens om langs die weg iets te kunnen betekenen voor je medemens en voor jezelf. De meeste zorgaanbieders zijn ingericht als instituten, met grote eigen gebouwen en terreinen, waar zij de zorg en begeleiding leveren aan hun cliënten / patiënten. De zorgaanbieder biedt ‘geïnstitutionaliseerde’ zorg en heeft haar organisatie daarop ingesteld. Dat brengt ook vaak mee dat het denken daarop ingesteld is geraakt, waardoor het moeilijker wordt om in te zien dat het belang van de cliënt er mee gediend kan zijn om zich juist los te maken van de instelling en te gaan wonen in een omgeving en op een manier die veel meer zelfstandigheid biedt. Niettemin: in het algemeen zien zorgaanbieders heel goed de wenselijkheid van die grotere zelfstandigheid. Er is al enkele decennia een proces van ‘extramuralisatie’ aan de gang (‘extra’ is buiten - de muren van de instelling) en daarin is ook al erg veel bereikt. De Nederlandse overheid streeft voor de geestelijke gezondheidszorg een verdere ‘beddenreductie’ na van 25 tot 30%. Om die reductie te kunnen bereiken, moet de organisatie van de zorgverlening worden aangepast. Vanuit hun traditionele aanbod gerichte rol is het voor zorgaanbieders gemakkelijker te organiseren en is het het meest voor de hand liggend, dat zij daarbij uitgaan van hun instellingsrol, dus zich vooral bezig houden met die cliënten waaraan zij de meeste begeleiding moeten leveren.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
15
Dit heeft geleid tot het ontstaan van ‘socio-woningen’, semi-zelfstandige woningen die meestal aan de rand van het instellingsterrein zijn gesitueerd, en tot allerhande vormen van beschermd of begeleid wonen, via woonvoorzieningen in woonwijken. De meeste voorbeelden daarvan zijn te vinden op het gebied van de verstandelijk gehandicaptenzorg. De ‘lichtere’ vormen van zorg en begeleiding blijken voor zorgaanbieders het moeilijkst te organiseren te zijn. Ambulante woonbegeleiding leidt erg vaak tot mislukkingen en niet in de laatste plaats omdat de zorgaanbieder te weinig directe invloed kan uitoefenen op de zorgontvangers. Eén van de dingen die de Woonkring probeert te bereiken is een directe versterking van die invloed. De voorziening in zelfstandige woonruimte met begeleiding bevindt zich aan de rand van het verzorgingsspectrum dat zorgaanbieders doorgaans voor zichzelf zien. Toch ligt dit direct in het verlengde van hun primaire taken. Een logisch vervolg van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen zou dan ook zijn, dat zij zich meer op dit terrein gaan begeven. Initiatieven zoals Chapeau Woonkringen kunnen hen helpen de daarvoor benodigde woonvoorzieningen te realiseren. De rol van de behandelaar Een Chapeau Woonkring heeft er belang bij dat alle bewoners van die Woonkring hun begeleiding betrekken van de zelfde zorgaanbieder: alleen langs die weg kunnen de budgetten van de bewoners gezamenlijk gebruikt worden voor het verkrijgen van begeleiding over een groot aantal uren van elke dag. De behandelaar van de bewoner hoeft niet verbonden te zijn aan de zelfde zorgaanbieder als die de begeleiding levert. Het is wel zaak, dat de gekozen behandelaar (vaak een psychiater of orthopedagoog) het begeleidingsplan afstemt met het begeleidingsteam van de Woonkring. Daarnaast moeten goede afspraken worden gemaakt voor de noodopvang, voor het geval buiten de normale werkuren van de begeleiding, spoedhulp moet worden ingeroepen.
16
HOE ONTSTAAT EEN WOONKRING
De rol van de gemeente De gemeenten krijgen met de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) veel nieuwe taken, die eerst door andere partijen op andere niveaus werden uitgeoefend. Overal zijn gemeenten bezig zich op hun nieuwe rol voor te bereiden. De vroegere taken van de gemeente om aan mensen met een beperking bepaalde voorzieningen te verstrekken, op grond van de wvg (wet voorzieningen gehandicapten) worden in de Wmo vervangen door de zogenoemde ‘compensatieplicht’. Artikel 4 van de Wmo verplicht het College van burgemeester en wethouders om burgers met een beperking te compenseren op de volgende vier domeinen: • • • •
een huishouden kunnen voeren zich kunnen verplaatsen in en om het huis zich lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel medemensen kunnen ontmoeten en op basis hiervan sociale verbanden kunnen aangaan.
In de wet staat niet hoe de ondersteuning er uit moet zien. Wat telt is het resultaat: zelfredzaamheid en participatie. Deze verandering in werkwijze wordt ‘de kanteling’ genoemd. Hij is veel meer gericht op het bereiken van een resultaat, dan op de wijze hoe dat resultaat moet worden bereikt, bijvoorbeeld door de terbeschikkingstelling van aangewezen hulpmiddelen. Het denken in resultaten biedt ruimte aan de ontwikkeling en innovatie van (nieuwe vormen van) hulp en ondersteuning. Meer hierover is beschreven in hoofdstuk 5. De rol van de huiseigenaar Om een Woonkring te kunnen vestigen, zijn vanzelfsprekend woningen nodig. Normaal gesproken zullen de initiatiefnemers van een Woonkring niet zelf over de faciliteiten beschikken om de woningen zelf te realiseren, maar wordt aan een woningeigenaar gevraagd een aantal woningen voor dit doel ter beschikking te stellen. Woningcorporaties zullen het werkingsgebied en het doel van een Woonkring in het algemeen zien als passend bij hun doelstelling in brede zin.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
17
Veel van de bewoners van een Woonkring zijn voor hun inkomen doorgaans aangewezen op een uitkering. Dat impliceert, dat zij geen hoge huurprijs kunnen betalen. De huurprijs zal steeds moeten liggen beneden de maximumgrens voor het toekennen van huurtoeslag. Naast de eigen woning voor elke bewoner van de Woonkring is behoefte aan een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte, waar de bewoners kunnen samenkomen en van waaruit de zorgaanbieder de individuele en collectieve begeleiding kan aansturen en invulling kan geven aan de dagbestedingprogramma’s. Ook die ruimten moeten betaald worden. Daarvoor kan een beroep gedaan worden op de gemeente, die gevraagd kan worden in het kader van de Wmo de huur en bijkomende faciliteiten van deze ruimten te betalen. De rol van de lokale stichting Chapeau Woonkringen Waar de moederstichting Chapeau Woonkringen vooral de structurerende taak heeft om een initiatief van de grond te krijgen, is het de taak van de lokale werkstichting om vervolgens continuïteit tot stand te brengen in de dagelijkse gang van zaken rondom de bewoning. De lokale stichting kan dat specifiek doen door als verbindende partner te fungeren tussen de Woonkring, in casu de bewoners en hun naastbetrokkenen, hun buren, de in de Woonkring werkzame zorgaanbieder, en de gemeente. De Wet maatschappelijke ondersteuning heeft vooral als oogmerk het stimuleren van participatie en zelfredzaamheid van alle burgers. De Wmo gaat in eerste instantie uit van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de burger. Voor zover die individuele burger daar niet zelf toe in staat is, kan hij zich laten bijstaan door mensen of instellingen die hem helpen. Daar ligt precies de rol van Chapeau Woonkringen: faciliterend zijn voor de bewoner, met volledig respecteren van diens eigenheid en zelfstandigheid. Omgaan met omwonenden Het komt nogal eens voor, dat een initiatief voor een bijzondere woonvorm op veel bezwaren stuit van omwonenden. Vooral als het gaat om een bewonersgroep die een aandoening heeft die men niet kent en waarvoor men angst heeft, kunnen de emoties hoog oplopen. 18
HOE ONTSTAAT EEN WOONKRING
Bij het eerste project van Chapeau Woonkringen, bestemd voor mensen met schizofrenie, was dit het geval. De onbekendheid met de ziekte is groot, het erop rustend stigma eveneens. Het bleek moeilijk uit te leggen dat de ziekte in vele gradaties voorkomt en dat het nu juist niet de ‘zwaardere’ categorie was, die in het complex zou komen wonen, zodat de angst voor de eigen veiligheid en die van de kinderen ongegrond was. De mensen waarom het gaat, wonen doorgaans nu ook in de zelfde gemeente, bij hun ouders of onder begeleiding, zonder dat dit problemen oplevert. De gemoederen bedaarden pas, nadat op diverse informatieavonden meer uitleg was gegeven, mede aan de hand van voorbeelden, zoals met de vertoning van de uitzending over zelfstandig wonen met schizofrenie in het programma ‘De Wereld Draait Door’, van 4 april 2011. Daarin worden in slechts tien minuten tijd zowel het fenomeen schizofrenie, als de werking van een Woonkring perfect uitgelegd. Het grootste probleem dat omwonenden zeiden te hebben was dat zij door het bericht overvallen waren, terwijl zij tegelijk de indruk hadden dat het project al heel lang was voorbereid, maar voor hen stilgehouden. Zij vreesden nu voor waardedaling van hun huizen en hadden het gevoel dat hen informatie was onthouden, die zij destijds bij de keuze voor aankoop van hun woning of het besluit om er te gaan huren hadden moeten kennen. Nu in de afgelopen periode bovendien nog de woningmarkt sterk is gaan dalen, voelen zij zich in de val gelokt. Dat dit alles met de toekomstige bewoners allemaal niets te maken heeft, waren zij overigens best bereid om in te zien. Nadat de gang van zaken goed was uitgelegd en zij een beter beeld kregen van wat zij in de toekomst in werkelijkheid te verwachten hebben, waren de meeste bewoners tevreden gesteld en traden zij de komst van de bewoners met welwillendheid tegemoet. Duidelijk is wel, dat het van het grootste belang is om de omwonenden zo tijdig mogelijk te informeren. Lastig daarbij is, dat het meestal wat langere tijd duurt voordat er zodanige zekerheid over het al dan niet doorgaan van een project is verkregen, dat daarmee naar buiten getreden kan worden. Voordat de diverse toezeggingen met de nodige hardheid zijn verkregen, kunnen gemakkelijk vele maanden en soms
LEIDRAAD WOONKRINGEN
19
jaren verstrijken. Dat mensen achteraf zullen zeggen, dat zij liever op een vroeger tijdstip waren geïnformeerd, is dan niet te vermijden. Wanneer eenmaal naar buiten getreden kan worden, is het ook wenselijk om de omwonenden als indirect belanghebbenden goed en volledig te informeren. Zowel tijdens de gehele bouwvoorbereiding als na het ingaan van de bewoning is er behoefte van tijd tot tijd geïnformeerd te worden.
20
HOE ONTSTAAT EEN WOONKRING
4. De faciliteiten van een Woonkring Het doel van een Woonkring ligt volkomen in lijn met het doel van de Wmo: mensen in staat stellen tot zelfverwerkelijking en deelname aan de maatschappij. De twee hoofdkenmerken zijn zelfredzaamheid en participatie. Dat vraagt nogal wat van mensen. Van gemeenten wordt daarbij ook gevraagd om een actieve rol op zich te nemen, namelijk door goed na te gaan wat de behoeften van de individuele burger zijn en actief te zoeken naar de oplossingen die daaraan het beste beantwoorden. Individuele woningen De kern van de Woonkring is: zelfstandig wonen met ruggensteun. Vanuit die zelfstandige positie worden de bewoners in staat gesteld aan de maatschappij deel te nemen. Zelfs al is het misschien wel nodig om hen elke dag opnieuw heel actief dat steuntje in de rug te geven, daarmee wordt wel een basisvoorwaarde vervuld. De zelfredzaamheid die er bij de betrokkene wél is, wordt langs die weg ook gestimuleerd. In veel (intramurale) instellingen hebben de bewoners geen eigen woning. Soms hebben ze alleen een (kleine) kamer, soms moeten zij een woning met meerderen delen. Dat levert vaak spanningen op, die het herstelproces in de weg zitten. Daardoor komen ook andere aspecten niet aan bod en slaagt de zelfredzaamheid en participatie niet of minder. Het hebben van een eigen woning is voor elk van de bewoners essentieel. Voor heel veel mensen met een psychische aandoening is het onderhouden van een vaste relatie een zo zware opgave, dat samenlevende stellen bij hen niet zo frequent voorkomen. Als dat wel kan functioneren, dan is het vanzelfsprekend dat dit in de Woonkring mogelijk moet zijn. Gemeenschappelijke ruimte In de Woonkring moet een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte aanwezig zijn. Deze heeft het karakter van een huiskamer voor alle bewoners.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
21
De ruimte staat onder beheer van de zorgaanbieder die in de Woonkring de begeleiding uitvoert. De ruimte is o.a. beschikbaar voor het uitvoeren van dagbestedingprogramma’s. In de gemeenschappelijke ruimte hoort een keuken aanwezig te zijn, die geschikt is om daarin samen met de bewoners dagelijks een warme maaltijd te bereiden. Daarnaast moet er ruimte zijn om TV te kijken, te zitten, gezamenlijk te eten, spelletjes te doen en dergelijke. Buitenruimten Voor de bewoners moet er gelegenheid zijn om te kunnen roken. Mensen die met spanningen te maken hebben, hebben daar vaak een grote behoefte aan. Het is daarom nodig dat aan de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte een enigszins beschutte buitenruimte aanwezig is, waar gerookt kan worden zonder de atmosfeer in de gezamenlijke huiskamer te zeer te verpesten. De bewoners zijn vanzelfsprekend vrij om in hun eigen woning te roken als zij dat willen, als zij maar net als ieder ander mens zo voorzichtig zijn dat zij niet in bed roken. Daarnaast zullen de bewoners bij mooi weer de behoefte hebben om buiten te kunnen zijn, maar dan toch graag min of meer in de beschutting van het eigen woongebouw. Een binnentuin, als die er is, biedt daarvoor goede mogelijkheden. Is die mogelijkheid er niet, dan kan wellicht de aan de buitenzijde liggende tuin of het bij het gebouw liggende plantsoen zodanig worden ingericht dat dit uitnodigt tot een verblijf buitenshuis. In voorkomende gevallen kan dat wellicht nu juist ook de mogelijkheid openen tot een nader contact met buurtbewoners.
22
DE FACILITEITEN VAN EEN WOONKRING
5. De financiering van de zorg Veranderingen in de wijze van financiering Tot voor enkele jaren werden de meeste kosten van zorg, die boven de gewone verstrekkingen via de zorgverzekering voor een patiënt noodzakelijk waren, gefinancierd via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De volledige kosten kwamen, voor mensen die intramuraal werden verpleegd, uit die éne pot. Enkele jaren geleden kwam hier verandering in: de patiënt moest de kosten van huisvesting zelf gaan betalen, al dan niet uit de uitkering die hij ontving. Bij de zorgaanbieders werd dit op de AWBZ-vergoedingen in mindering gebracht met de zogenoemde ‘normatieve huisvestingscomponent’. Men noemde dit ‘scheiden van wonen en zorg’. Voor diegenen die buiten een instelling wonen, betekent dit dat zij voor hun woning een huur betalen aan een verhuurder, en de begeleiding en behandeling in die woning ontvangen. In de toekenningen van zorg wordt onderscheid gemaakt tussen ‘begeleiding’ en ‘behandeling’. De ‘begeleiding’ wordt per 2014, respectievelijk 2015, overgedragen naar de Wmo (“transitie”) en komt daarmee onder de regie van de gemeente. De ‘behandeling’ blijft vooralsnog onder de AWBZ vallen. Doordat wonen en zorg gescheiden zijn, kunnen de behandelaar en begeleider gemakkelijk van verschillende instellingen zijn. De wmo als financierings- en sturingsconcept Met de introductie van de Wmo wordt gelijktijdig een vernieuwend concept bij gemeenten ingevoerd: de ‘Compensatieplicht’. De Wmo legt gemeenten de taak op om burgers te ondersteunen bij hun deelname aan de samenleving. De verandering komt in het kort hierop neer dat, wanneer mensen een beroep doen op de overheid, voor ondersteuning bij beperkingen die zij in het dagelijks leven ondervinden, de nadruk niet meer komt te liggen bij het doen van ‘verstrekkingen’ (zoals een rollator, een scootmobiel of een traplift), maar op het aanbieden van de meest passende ondersteuning die nodig is om die burger in staat te stellen deel te nemen aan de LEIDRAAD WOONKRINGEN
23
samenleving. Meer hierover is opgemerkt in hoofdstuk 3 onder ‘De rol van de gemeente’. De overgang naar de nieuwe werkwijze voor gemeenten wordt aangeduid met de term ‘Kanteling’. De overheid, in het bijzonder met hulp van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft al sinds 2007 projecten opgezet om gemeenten bij te staan bij de overgang naar de nieuwe werkwijze. De stichting Chapeau Woonkringen en de lokale Woonkring treden op als partnerorganisatie, die op een gespecialiseerd terrein de verbinding kan vormen tussen de gemeente en de uiteindelijk betrokkenen, de bewoners, waar het hun collectieve belangen betreft.
24
DE FINANCIERING VAN DE ZORG
6. Bouwprocedures De woningen Een Chapeau Woonkring geldt niet als een instelling. Dat betekent, dat in beginsel de Woonkring in zijn geheel past binnen de bestemming ‘wonen’ van een bestemmingsplan. Ook de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten vervullen geen andere functie dan wonen: het is een gemeenschappelijke huiskamer, behorend bij meerdere woningen. Dat in die ruimten bovendien begeleiders aanwezig zijn die aan de daar aanwezige bewoners ambulante hulp of hulp bij hun dagbesteding geven, doet daaraan niets af. Bouwgrond voor woningen is in het algemeen duur. Het feit dat het hier gaat om een woonbestemming, hoeft een gemeente er vanzelfsprekend niet van te weerhouden om, als zij een gebouw of grond ter beschikking wil stellen om daarin een Chapeau Woonkring te vestigen, daarvoor slechts de prijs voor maatschappelijke doeleinden in rekening te brengen. Wanneer voor het vestigen van een woonkring nog gebouwd of verbouwd moet worden, dan gelden de normale vereisten voor het verkrijgen van een bouwvergunning, ook als het gebruik binnen de geldende bestemming valt. De algemene ruimten Wanneer de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten geen andere functie vervullen dan die van gemeenschappelijke huiskamer voor de Woonkring, dan valt dit gewoon onder de bestemming ‘wonen’ van het bestemmingsplan en is er geen noodzaak om dit alleen voor die functie aan te passen.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
25
7. De zorgaanbieder Een belangrijk aspect van de Woonkring is dat deze de bewoners ondersteunt in hun zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving. Met het wooninitiatief steunt Chapeau Woonkringen hen tevens in hun relatie met de woningeigenaar, de gemeente en met de zorgaanbieder. In de verhouding tussen de bewoner en de zorgaanbieder zit een zekere ambivalentie. De bewoner is afnemer van begeleidingsdiensten, die geleverd worden door de zorgaanbieder. In die relatie is hij dus opdrachtgever en klant. Tegelijkertijd is hij ook verplicht om zich te voegen naar de redelijke richtlijnen van zijn begeleiders. Beide partijen moeten hiermee in hun dagelijks handelen rekening houden en de ruimte laten voor een goede vervulling van beide rollen. Of dit succesvol verloopt, hangt van beide partijen af. Het is vanzelfsprekend van het grootste belang dat de zorgaanbieder de visie van de Woonkring onderschrijft. Mochten er toch vragen zijn die de bewoner en de zorgaanbieder niet onderling kunnen oplossen, dan kan het bestuur van de lokale Woonkring gevraagd worden te bemiddelen. Daarmee moet in beginsel altijd een oplossing kunnen worden gevonden. In de overeenkomsten is erin voorzien dat daarnaast tenminste éénmaal per jaar in een vergadering met bewoners en met kringouders de gang van zaken in de Woonkring wordt geëvalueerd. Aan de hand daarvan kunnen eventueel bijstellingen in de werkwijze worden afgesproken. Eén maal in de vijf jaar heeft deze vergadering nog een extra bijzonderheid: dan wordt namelijk besproken of het contract met de zorgaanbieder (opnieuw) zal worden verlengd met een volgende periode van vijf jaar.
26
DE ZORGINSTELLING
8. De toelatingsprocedure Om te kunnen worden toegelaten tot een Chapeau Woonkring, geldt een aantal voorwaarden, waaraan de bewoner moet voldoen of waarmee hij of zij moet instemmen. De toelating wordt beoordeeld door een door Chapeau Woonkringen ingestelde Toelatingscommissie. In die commissie hebben zitting een Chapeau bestuurslid, een vertegenwoordiger van de voor het project gekozen zorgaanbieder en een onafhankelijk lid met kennis van de psychiatrie en/of psychiatrische behandeling. Daarnaast wordt de kandidaat beoordeeld door een onafhankelijk deskundige, om te kunnen vaststellen of hij/zij in staat zal zijn om - met begeleiding - zelfstandig te wonen. Het blijft belangrijk om te onderscheiden dat een Chapeau Woonkring een ouderinitiatief is. Gaandeweg ontwikkelen degenen die het initiatief nemen voor een woonkring natuurlijk wel een hoeveelheid kennis omtrent de eisen die aan een kandidaat moeten worden gesteld, maar zij moeten ervoor waken, niet op de stoel van de hulpverlener of van de arts te gaan zitten. Het is van het grootste belang, dat de keuze voor toelating van kandidaat bewoners in de grootst mogelijke onafhankelijkheid tot stand komt. Vooral bij initiatieven, waarvan de initiatiefnemers hopen dat hun eigen kind er een plaats kan vinden, kan het moeilijk zijn die onafhankelijkheid en objectiviteit te handhaven. Het is ook belangrijk, dat de toelatingscommissie geen verantwoordelijkheden of aansprakelijkheden naar zich toetrekt, die niet bij een dergelijk ouderinitiatief thuishoren. Zo kan de vraag aan de orde worden gesteld of een extern psychiatrisch onderzoek van een kandidaat bewoner nog nodig is, wanneer de Toelatingscommissie de kandidaat geschikt acht en tevens zelf over voldoende inzicht en (medische) deskundigheid beschikt om tot een definitief oordeel te komen. De taak van de toelatingscommissie is de beoordeling van de geschiktheid voor toelating van de kandidaat als bewoner in de woonkring. Deze beoordeling geschiedt op basis van de toelatingscriteria en volgens de toelatingsprocedure. Deze criteria zijn overwegend van niet-medische aard.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
27
Een psychiatrisch onderzoek is bestemd voor de beoordeling van de geschiktheid van de kandidaat om - met begeleiding - zelfstandig te wonen. Het betreft hier dus twee te onderscheiden functionele activiteiten. De samenstelling van de toelatingscommissie is erop gericht, de verschillende belangen correct te vertegenwoordigen: één deelnemer namens Chapeau, één deelnemer namens de zorgaanbieder en één deelnemer, onafhankelijk van deze beide partijen en met als kwalificatie ‘kennis van de psychiatrie en/of psychiatrische behandeling’. De toelatingscommissie is op te vatten als een orgaan van de stichting Chapeau Woonkringen en vertegenwoordigt als zodanig belangen van deze stichting. Dit betekent, dat een lid van de commissie niet tegelijkertijd als onafhankelijke externe deskundige kan optreden voor de beoordeling van de toelating. De stichting Chapeau Woonkringen heeft belangen, zoals het financiële belang om leegstand in de woningen te voorkomen, die potentieel strijdig zijn met andere belangen, zoals het belang van een zorgvuldige afweging van de geschiktheid van elke kandidaat. Elke schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. Een goede governance eist daarom dat de beide functies gescheiden worden uitgevoerd, door verschillende partijen. Chapeau is geen zorgaanbieder. Dat betekent dat Chapeau niet zelf gerechtigd is tot inzage in medische dossiers, ter beoordeling van de toelating van een kandidaat huurder. De medische dossiers zijn niet bestemd voor de toelatingscommissie, maar voor de externe medisch beoordelaar, die daarover de toelatingscommissie adviseert. De toelatingscommissie van Chapeau Woonkringen blijft zelf dan ook geheel buiten de psychiatrische beoordeling.
28
DE TOELATINGSPROCEDURE
9. Contractuele verhoudingen De diverse contractuele verhoudingen waarmee Chapeau Woonkringen de relatie met de verschillende belanghebbende partijen heeft vormgegeven, worden weergegeven door het onderstaande diagram. Modelcontracten zijn in de bijlagen opgenomen. Deze zijn voorzien van toelichtingen op belangrijke artikelen.
Linksboven is de verhuurder aangeduid. De lokale Woonkring sluit met de verhuurder een hoofdhuurcontract, tevens samenwerkingsovereenkomst, voor alle woningen. De meeste verhuurders zullen hun standaard algemene huurvoorwaarden onderdeel willen maken van die overeenkomst en daar is doorgaans geen bezwaar tegen. Tussen de lokale Woonkring en de zorgaanbieder wordt een Raamovereenkomst Zorgverlening gesloten, waarin de afspraken worden geregeld die tussen hen gelden, maar die tevens betrekking hebben op de wijze waarop de zorg en begeleiding worden verleend aan de uiteindelijke cliënt, de bewoner. De cliënt/bewoner ontvangt ook een exemplaar van die overeenkomst, zodat hij precies weet wat de afspraken zijn, die tussen deze twee contractpartijen zijn gemaakt. De lokale Chapeau Woonkring sluit met elke Cliënt/Bewoner een afzonderlijke Zorg/Huurovereenkomst. Centraal in die overeenkomst staat dat de Cliënt/Bewoner aanvaardt, dat hij/zij de woning alleen maar
LEIDRAAD WOONKRINGEN
29
kan huren als hij aanvaardt dat hij begeleiding nodig heeft om zelfstandig te kunnen wonen. Die aanvaarding is cruciaal en geldt ook als absolute voorwaarde, waarvan niet kan worden afgeweken. Het is onmogelijk om in de Woonkring de nodige zorg en begeleiding aan te bieden over voldoende uren van de dag, als niet de uren van de diverse bewoners gezamenlijk gebruikt mogen worden daarvoor. Wanneer een bewoner niet meer aan de gestelde eisen voldoet, bijvoorbeeld omdat hij of zij geen hulp meer nodig heeft of die niet meer aanvaardt, dan eindigt de huurovereenkomst. Ook wanneer de ziekte mocht verergeren en de betreffende bewoner moet worden opgenomen en dit langer dan een redelijke ovebruggingsperiode duurt, eindigt het huurcontract. Een beroep op normale huurbescherming wordt, vanwege het bijzondere karakter van de bewoning en de contractsverhouding, uitgesloten . Het is dankzij de bijzondere status die de stichting Chapeau Woonkringen inneemt, als belangenbehartiger van mensen met een bepaalde aandoening, dat zij dergelijke eisen kan stellen aan de bewoner: de woningcorporatie die de woningen uiteindelijk ter beschikking stelt, kan dergelijke eisen normaliter niet stellen. Tussen de Cliënt/Bewoner en de in de Woonkring werkzame zorgaanbieder wordt een Individueel Zorgcontract gesloten, waarin de nadere individuele afspraken worden vastgelegd waaraan zij zich tegenover elkaar te houden hebben. In de diverse overeenkomsten is uitdrukkelijk een rol ingeruimd voor de ouders of andere naastbetrokkenen van de Cliënt/Bewoner, die door deze zijn aangewezen als belangenbehartiger. Deze personen worden ‘Kringouder’ genoemd, maar het kan natuurlijk ook best een neef of nicht zijn, of een broer of zus of goede bekende van de bewoner, met wie hij/ zij een nauwe band heeft. Belangrijke zaken worden van tijd tot tijd besproken in de Kringraad, waarin bewoners en kringouders vertegenwoordigd zijn.
30
CONTRACTUELE VERHOUDINGEN
A.
Bijlage Model Raamovereenkomst zorgverlening
Het model voor de Raamovereenkomst zorgverlening heeft de volgende inhoud: De ondergetekenden: 1. Stichting Chapeau Woonkring
, statutair gevestigd te en kantoor houdende te aan de , vertegenwoordigd door haar bestuur, hierna te noemen: 'Chapeau', 2. De stichting , ten deze vertegenwoordigd door , hierna te noemen: 'Zorgverlener' Tezamen hierna ook aangeduid als 'Partijen', In aanmerking nemende: • Chapeau is een initiatief van ouders en andere naasten van mensen met schizofrenie en treedt op als belangenbehartiger van mensen met deze of een daarmee verwante aandoening, in het bijzonder door hen in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te wonen in een beschutte omgeving en hen op basis van langdurigheid te voorzien van de voor hen noodzakelijke begeleiding en/of zorg; •
Chapeau heeft in verband met het voorgaande het initiatief genomen tot het inrichten van (gedeelten van) een wooncomplex, gelegen aan de <straat> te , specifiek voor bewoning door mensen met schizofrenie of verwante aandoeningen (hierna de 'Woonkring');
•
Voor dit doel heeft Chapeau met te een overeenkomst gesloten voor de huur door Chapeau van een aantal woningen in het voornoemde wooncomplex, met het doel deze woningen op haar beurt, binnen het kader van een overeenkomst tot verlening van begeleiding en/of zorg, aan personen ter beschikking te stellen die behoren tot de bedoelde doelgroep;
•
Chapeau heeft de Zorgverlener aangezocht als zorgaanbieder met de bedoeling dat de Zorgverlener, vanaf de oplevering van de Woonkring, op basis van een door de Zorgverlener met elke bewoner te sluiten Individueel Zorgcontract, de levering ter plaatse op zich
LEIDRAAD WOONKRINGEN
31
neemt, van de zorg- en dienstverlening aan de Bewoners, op basis van met hen individueel door Chapeau te sluiten Zorg/ Huurovereenkomsten; •
Chapeau heeft tot doel om zo goed mogelijk het wonen van de Bewoners langdurig veilig te stellen. Chapeau streeft naar continuïteit van het wonen door de Bewoners en de mogelijkheid daartoe zo mogelijk levenslang te waarborgen.
•
Partijen beogen met het complex een voor de Bewoners geschikt woonklimaat te scheppen en daarbij te bereiken dat zij binnen hun mogelijkheden zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen in de Woonkring en in staat worden gesteld de eigen mogelijkheden te benutten;
•
Chapeau is huurder van de gehele Woonkring met de daarbij behorende voorzieningen en treedt ten opzichte van de Bewoners mede op als verhuurder van de individuele woning binnen het kader van een met elke Bewoner individueel gesloten Zorg/ Huurovereenkomst. Voor de uitvoering van de uit deze Zorg/ Huurovereenkomst voortvloeiende dienstverlening kan de individuele Bewoner aanspraak maken op de in deze Raamovereenkomst Zorgverlening tussen Chapeau en de Zorgverlener gemaakte afspraken.
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: 1. Definities In deze overeenkomst gelden de volgende betekenissen: Cliënt
De Bewoner met wie door Chapeau een Zorg/ Huurovereenkomst is aangegaan. Daar waar aan de Cliënt gerefereerd wordt als ‘hij’, ‘hem’ of ‘zijn’, maar deze van het vrouwelijk geslacht is, dient gelezen te worden ‘zij’ respectievelijk ‘haar’.
32
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
Zorgverlener
De door Chapeau aangewezen zorgaanbieder, waarmee Chapeau een 'Raamovereenkomst Zorgverlening' is aangegaan ten behoeve van de levering van begeleidings- en zorgdiensten aan de bewoners van de Woonkring.
Kringouder
Iedere ouder, familielid of andere naaste met wie Cliënt een zodanige relatie heeft dat deze hem en de Zorgverlener op grond van wederzijds vertrouwen kan bijstaan in de communicatie en begeleiding rondom zijn behandeling en bewoning in de Woonkring en met wie door Zorgverlener en Cliënt een afzonderlijke overeenkomst terzake van zijn belangenbehartiging is aangegaan.
Behandelaar
De persoon die – naast en boven de zorgdiensten die door de Zorgverlener in het kader van het Individueel Zorgcontract aan Cliënt worden geleverd – als eerste verantwoordelijk is voor de medische begeleiding van de Cliënt, voor de ziekte of aandoening waarvoor de Zorgindicatie in hoofdzaak geldt.
Behandelplan Het tussen de Cliënt, de Behandelaar en de Zorgverlener overeengekomen plan van medische behandeling van de Cliënt en de door de Zorgverlener aan de Cliënt te leveren zorg. Raamover–
Deze tussen Chapeau en de Zorgverlener op de datum
eenkomst
van ondertekening gesloten 'Raamovereenkomst
Zorgverlening Zorgverlening'.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
33
Individueel
De overeenkomst tussen Cliënt en de Zorgverlener, tot
Zorgcontract
het leveren van zorgdiensten aan de Cliënt en, in het kader van de Raamovereenkomst Zorgverlening, aan de overige bewoners van de Woonkring.
Begeleidings– De persoon of personen die door de Zorgverlener zijn team
aangesteld voor de uitvoering in de ruimten van de Woonkring van de in het Individueel Zorgcontract overeengekomen leveringen en diensten.
Zorgindicatie
Een door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) afgegeven besluit, dat bepaalt welke zorg in welke omvang aan Cliënt wordt vergoed op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (ABWZ) danwel op grond van andere regelingen.
Zorgkantoor
De door de Ziektekostenverzekeraar van Cliënt ingerichte afdeling die de administratieve en financiële afhandeling verzorgt van de op grond van de Zorgindicatie toegekende zorg.
Zorg in Natura De toegekende vergoeding op grond van de AWBZ, waarbij zorg en begeleiding door de Zorgaanbieder rechtstreeks aan de Cliënt wordt geleverd. De Zorgaanbieder ontvangt daarvoor rechtstreeks betaling van het Zorgkantoor. Persoons–
De toegekende vergoeding op grond van de AWBZ,
gebonden
waarbij de Cliënt het bij de AWBZ-indicatie vastgestelde
Budget (ook:
bedrag ontvangt en daarmee (eventueel aangevuld met
PGB)
een Eigen Bijdrage) de dienstverlening door de Zorgverlener betaalt.
34
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
Eigen
Het voor de Cliënt voor eigen rekening komende
Bijdrage
gedeelte van de kosten, voortvloeiende uit de Individuele Zorg/Huurovereenkomst.
Bewoners-
Een vergadering van de Woonkring, waarin alle
raad
bewoners zijn vertegenwoordigd.
Kringraad
Een vergadering van de Woonkring, waarin alle bewoners en Kringouders zijn vertegenwoordigd.
2. Ingangsdatum en looptijd Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van (circa) vijf jaren, ingaande op de datum van oplevering van het complex 'Woonkring Uden' en eindigend op 30 juni 2017. Deze overeenkomst wordt daarna, behoudens opzegging door één der partijen met inachtneming van een aan genoemde expiratiedatum voorafgaande opzegtermijn van zes kalendermaanden, verlengd met opeenvolgende perioden van telkens vijf jaren. Deze overeenkomst eindigt voorts bij toepassing van een van de in artikel 7 genoemde opzeggingsgronden. 3. Het wonen 3.1. Toelatingscriteria en - procedure voor de woningen Chapeau zal de tot de Woonkring behorende woningen uitsluitend verhuren aan mensen met schizofrenie en/of verwante aandoeningen. De toewijzing geschiedt in overleg met Zorgverlener, aan de hand van toelatingscriteria en een toelatingsprocedure (bijlage A). Verhuur geschiedt uitsluitend op basis van een Zorg/Huurovereenkomst. Het aanvaarden van zorg door de Cliënt is een voorwaarde voor het aangaan van de Zorg/Huurovereenkomst en het voortduren daarvan. 3.2. Huurrechten in geval van opschorting van feitelijke bewoning Voor het geval Cliënt, ten gevolge van zijn aandoening, langer dan één maand het feitelijk gebruik van zijn woning moet opschorten, dan blijft zonder opzegging door Cliënt van het Individueel Zorgcontract - de betreffende Zorg/Huurovereenkomst in stand voor maximaal één jaar te rekenen vanaf het begin van de feitelijke opschorting.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
35
Cliënt blijft gedurende het voortduren van de Zorg/Huurovereenkomst hoewel hij geen gebruik maakt van de woning - verplicht tot betaling van de huur (inclusief servicekosten en andere gebruikskosten). Indien de opschorting het gevolg was van complicaties die zich voordeden als gevolg van een aandoening waaraan Cliënt lijdt of leed, dan kan dit een grond opleveren voor beëindiging van de Zorg/ Huurovereenkomst, conform de aldaar opgenomen bepalingen. Indien na een opschorting als hier bedoeld, een hernieuwde voortzetting van de bewoning door Cliënt gewenst wordt geacht, dan wordt die mogelijkheid uitsluitend opengesteld indien Cliënt met succes een nieuwe toelatingsprocedure doorloopt, inhoudende dat de toelatingscommissie tot de vaststelling komt dat er, vanuit het oogpunt van behandeling en begeleiding, geen bezwaren zijn tegen het opnieuw betrekken van de woning. Voor het geval komt vast te staan dat Cliënt niet langer aan zijn financiële verplichtingen als vorenbedoeld kan voldoen (bijvoorbeeld door het beëindigen van de huurtoeslag, de Zorg in Natura of het PGB) óf dat Cliënt niet binnen genoemde termijn van een jaar, gelet op zijn gezondheidstoestand, terug kan komen in zijn woning, óf in het geval de toelatingscommissie van oordeel is, dat hij niet geschikt is om opnieuw te worden toegelaten, dan kan de Zorg/Huurovereenkomst worden opgezegd, conform de in die overeenkomst opgenomen bepalingen, zonder dat Cliënt met betrekking tot die beëindiging enige vergoeding kan eisen. 3.3. 1.
Algemene en voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten Zorgverlener zal de voor gemeenschappelijk gebruik en - voor zover aanwezig - de (overige) specifiek voor de levering van zorg of begeleiding bestemde ruimten uitsluitend gebruiken voor de begeleiding/activering van de Bewoners van de Woonkring.
2.
Het gebruik van de voor gemeenschappelijk gebruik door de Bewoners bestemde gedeelten is voorbehouden aan het door Zorgverlener aangestelde begeleidingsteam en aan de Bewoners en hun gasten. Zorgverlener is gerechtigd een dergelijk gebruik aan
36
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
gasten te ontzeggen, indien dat gebruik door het begeleidingsteam storend wordt geacht voor de medebewoners. 3.
Zorgverlener is verantwoordelijk voor de organisatie van de schoonmaak en het onderhoud van de algemene ruimten. De kosten van schoonmaak en onderhoud als hier bedoeld komen voor rekening van de Bewoners tezamen en worden door Chapeau geïnd via de servicekosten.
4.
Het door Zorgverlener aangestelde begeleidingsteam reguleert het gebruik van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten en de tot de Woonkring behorende buitenruimten. De inkoop van levensmiddelen geschiedt voor zover van toepassing onder leiding van het begeleidingsteam.
3..4
Inbouwpakket algemene ruimten, aanleg tuin, meerwerk woningen Partijen bepalen in onderling overleg de gewenste afbouw en inrichting (inclusief inventaris) van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde binnen- en buitenruimten .
1.
2.
De sub 1 bedoelde afbouw en inrichting (inclusief inventaris) komt voor rekening van Chapeau, met uitzondering van die zaken in de voor gemeenschappelijk gebruik en de specifiek voor de levering van begeleiding en/of zorg bestemde ruimten, voor zover die gebruikelijk voor rekening van Zorgverlener komen.
3.
Zorgverlener is gerechtigd de sub 1 bedoelde zaken ten behoeve van de verlening van begeleiding en/of zorg aan de Bewoners te gebruiken, zonder voor dit gebruik aan Chapeau enige vergoeding verschuldigd te zijn.
4.
Chapeau zal gedurende de looptijd van deze overeenkomst de sub 1 bedoelde zaken adequaat verzekeren tegen brand et cetera, op uitgebreide voorwaarden. De verzekeringspremie maakt onderdeel uit van de aan de Bewoners in rekening gebrachte servicekosten.
3.5. Huurrechten ingeval van verlies van indicatie 1. Een Bewoner wordt slechts toegelaten op grond van een CIZ indicatie. Zorgverlener zal naar vermogen meewerken aan het verkrijgen van de bedoelde indicatie of vernieuwing daarvan.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
37
2.
Voor het geval een Cliënt niet langer meer geïndiceerd is, kan dit leiden tot beëindiging van zijn Zorg/Huurovereenkomst. Indien in het overleg tussen Zorgverlener en Chapeau tot beëindiging wordt besloten, dan zal Zorgverlener, hangende deze beëindiging, de zorg en ondersteuning zo veel als verantwoord is verminderen en wordt de betalingsverplichting van de betreffende Bewoner teruggebracht tot betaling van alleen huur en servicekosten. Voor het geval het goed functioneren van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten dat verlangt is Zorgverlener gerechtigd aan Cliënt de toegang tot die ruimten (eventueel sterk) te beperken middels het stellen van duidelijke regels.
3.
In geval van verlies van de CIZ indicatie door Cliënt neemt Zorgverlener het initiatief tot bespreking van de woon/zorgsituatie van de Cliënt met diens Behandelaar. Bij definitief verlies van de indicatie na dit overleg, treedt Zorgverlener in overleg met Chapeau omtrent opzegging van de Zorg/Huurovereenkomst. Een besluit tot opzegging wordt door Chapeau genomen na het horen van deskundigen. In geval van opzegging zal Chapeau zich ervoor inspannen, voor de vertrekkende Cliënt geschikte alternatieve huisvesting te vinden.
4.
Voor het geval Zorgverlener van mening is dat de voortduring van de Zorg/Huurovereenkomst met een Cliënt de kwaliteit van de zorg binnen de Woonkring onverantwoord onder druk zet, kan Chapeau na overleg met Zorgverlener besluiten de termijn van opzegging te bekorten.
3.6. Buitenruimten De aanleg van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde buitenruimten, voor zover van toepassing, is voor rekening van Chapeau. Het onderhoud daarvan is voor rekening van de Bewoners. De Bewoners zullen in hun Zorg/Huurovereenkomst verplicht worden naar vermogen dat onderhoud zelf gezamenlijk te doen, eventueel met behulp van derden (bijvoorbeeld Kringouders). Mocht deze regeling niet haalbaar blijken, dan kunnen Zorgverlener en Chapeau samen besluiten dat
38
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
onderhoud uit te besteden; de kosten daarvan worden dan aan de Bewoners tezamen in rekening gebracht via de servicekosten. 4. Zorg- en dienstverlening 4.1. De zorg- en dienstverlening en de financiering daarvan 1. De zorg- en dienstverlening door Zorgverlener zal geschieden op basis van een door Zorgverlener op te stellen en door Chapeau goed te keuren Zorgconcept. Zorgverlener zal het Zorgconcept laten ondersteunen door het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). 2.
Het Zorgconcept wordt door Zorgverlener voor iedere Bewoner afzonderlijk uitgewerkt in een individueel Ondersteuningsplan. Zorgverlener zal deze baseren op gebruikelijke modellen met de daarbij behorende algemene en bijzondere voorwaarden echter met inachtneming van het bepaalde in het beleidsplan van Chapeau (hoofdstuk “zorgverlening, dagbesteding, zorgaanbieder” (bijlage B)), de overige bepalingen van deze overeenkomst en met het uitdrukkelijk overeengekomen oogmerk de in deze overeenkomst als zesde opgenomen overweging in vervulling te doen gaan. Uitsluitend Zorgverlener is vanaf de oplevering van het complex verantwoordelijk voor de zorg- en dienstverlening.
3.
De indicaties en de daaruit vloeiende PGB's casu quo bijdragen voor Zorg in Natura van de Bewoners bepalen de omvang van de te leveren zorg- en dienstverlening.
4.
Jaarlijks, voor het eind van elk kalenderjaar, maakt Zorgverlener voor het daaropvolgend jaar een begroting van de te ontvangen inkomsten uit de PGB's en vergoedingen voor Zorg in Natura van de Bewoners, en eventuele andere inkomsten zoals subsidies alsmede van alle uitgaven, welke voortvloeien uit de gesloten zorg- en dienstverleningsovereenkomsten, waaronder de overheadkosten van Zorgverlener, welke voor 10 jaar worden vastgesteld op een vast percentage van 20% van de hier bedoelde inkomsten uit PGB's en vergoedingen voor Zorg in Natura en waaronder de salariskosten van het personeel, welke tegen de kostprijs worden berekend.
5.
Jaarlijks, binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar, legt Zorgverlener aan Chapeau en aan de Kringraad rekening en
LEIDRAAD WOONKRINGEN
39
verantwoording af omtrent de voor rekening van de Bewoners gedane uitgaven, middels een staat van inkomsten en uitgaven over het voorafgaande jaar, in overeenstemming met de onder 4 bedoelde begrotingsmethodiek. Zorgverlener legt gelijktijdig daarmee middels een kwaliteitsjaarverslag verantwoording af omtrent het in de Woonkring gevoerde beleid en de uitvoering daarvan. 6.
De onder 4 bedoelde begroting wordt uiterlijk in de maand november en de onder 5 bedoelde staat van inkomsten en uitgaven van elk jaar wordt uiterlijk in de maand maart ter inzage en goedkeuring verstrekt aan Chapeau.
7.
Op grond van de onder 4 bedoelde begroting en voorts tussentijds, telkens wanneer dit nodig mocht zijn, wordt door Zorgverlener de zorg- en dienstverlening uitgewerkt en worden met name de bezetting en de kwaliteit daarvan bepaald. Deze uitwerking wordt ter inzage verstrekt aan Chapeau, telkens binnen een week na vaststelling.
8.
Het totaal van de toegekende PGB's en bijdragen voor Zorg in Natura vormt elk jaar het uitgangspunt bij de uitwerking van de ter beschikking te stellen zorg- en dienstverlening, zodanig dat het totaal, na aftrek van de voormelde overheadkosten, volledig en uitsluitend gebruikt wordt voor de zorg- en dienstverlening in de Woonkring.
4.2. Het begeleidingsteam 1. Het begeleidingsteam voor de Woonkring dient zoveel mogelijk een vast team te zijn, dat onder leiding van de door Zorgverlener te benoemen zogenoemde Woonkringmanager staat, die in dienst is van de Zorgverlener. Zorgverlener en Chapeau stellen samen het profiel op voor de te benoemen Woonkringmanager. Chapeau heeft het recht van advies bij de benoeming van de Woonkringmanager. Zorgverlener mag van een dergelijk advies slechts met redenen omkleed afwijken en moet deze schriftelijk bevestigen. 2.
Het selecteren en werven van de leden van het begeleidingsteam geschiedt door Zorgverlener aan de hand van een door Zorgverlener tezamen met Chapeau vast te stellen profiel.
40
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
3.
De uitvoering van de zorg- en dienstverleningsovereenkomsten berust bij het begeleidingsteam. Hierbij dient sprake te zijn van een open communicatie met Chapeau en waar nodig en mogelijk met de Kringouders.
4.3. Beleid en organisatie 1. De kwaliteit van de dienstverlening wordt door Zorgverlener en Chapeau bewaakt, waarbij waar nodig en mogelijk nauw overleg wordt gevoerd met Bewoners en Kringouders. 2.
Alle documenten betrekking hebbende op de Bewoners worden door Zorgverlener beheerd conform een door Zorgverlener vastgesteld en aan Chapeau bekend gegeven "beleid documentenbeheer”. Met name dient bij dat beheer de privacy te worden bewaakt.
3.
De voor een goede ondersteuning noodzakelijke functies, alsmede de stijl van leidinggeven worden bepaald en beschreven door de Woonkringmanager; hierin heeft Chapeau een adviserende stem.
4.4. De Behandelaar, noodplannen 1. Zorgverlener verzorgt de zorg- en dienstverlening aan de Bewoner. Eventuele behandeling van een Bewoner vindt plaats door diens Behandelaar, of op zijn aanwijzing door een derde. 2.
Voor het geval een Behandelaar niet tot de organisatie van Zorgverlener behoort, zal Zorgverlener met de organisatie waartoe de Behandelaar behoort (de "Derde") een regeling treffen, ten doel hebbend een naadloze en snelle aansluiting van de behandeling door de Derde op de zorg- en dienstverlening van Zorgverlener en vice versa. In deze regeling moet een noodplan zijn opgenomen, inhoudende hoe te handelen door Zorgverlener en de Derde in geval van een crisis.
3.
In geval van crisissituaties worden de Kringouders /familie onmiddellijk geïnformeerd.
4.5. Ondersteuningsplan 1. Zorgverlener dient zo spoedig mogelijk ervoor te zorgen, dat de afspraken over de uitwerking van het zorgarrangement worden neergelegd in het zogenaamde Individuele Ondersteuningsplan. Zorgverlener voert daartoe overleg met iedere Bewoner, zo mogelijk
LEIDRAAD WOONKRINGEN
41
met medewerking van de Kringouders. Het Individuele Ondersteuningsplan komt in goede samenspraak met de betreffende Behandelaar tot stand. In het Individuele Ondersteuningsplan zal onder andere worden bepaald welke ondersteuning en dagbesteding er zal zijn en worden de regels met betrekking tot het voorgeschreven medicijngebruik vastgesteld. 2.
Zo nodig worden in de ondersteuning van de Bewoners andere disciplines dan het begeleidingsteam betrokken. De behoefte eraan of de noodzaak ervan kan door ieder van de belanghebbenden worden aangegeven.
4.6. Persoonlijke begeleider 1. Aan elke bewoner wordt een persoonlijke begeleider toegewezen, die tot taak heeft het welzijn van die Bewoner te bevorderen, en die de ondersteuning, begeleiding en activering van de betreffende Bewoner regelt en coördineert. 2.
De aanstelling van deze persoonlijke begeleider geschiedt door de Woonkringmanager.
3.
De persoonlijke begeleider is tevens het primaire aanspreekpunt voor de Bewoner en zijn Kringouders.
4.
Zorgverlener beschikt over de voordeursleutels van alle woningen en is gerechtigd om wanneer dat naar de mening van Zorgverlener noodzakelijk is, de woningen te betreden, volgens een nader op te stellen protocol.
4.7. Veiligheid Zorgverlener dient de veiligheid van de Bewoners zo goed mogelijk te waarborgen. 4.8. Communicatie, bewonersbijeenkomsten 4.8.1. Bewonersraad Onder de verantwoordelijkheid van de Woonkringmanager komen de Bewoners (eventueel met Kringouders, indien zij dat wensen) periodiek in vergadering bijeen in de Bewonersraad. De organisatie daarvan berust bij de Woonkringmanager. In de Bewonersraad kunnen bewoners voor elke woning één stem uitbrengen. De Bewonersraad bepaalt zijn eigen reglement. Chapeau en
42
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
de Zorgverlener zijn verplicht tenminste een maal per kwartaal op verzoek vergaderingen van de Bewonersraad bij te wonen. De Woonkringmanager is verplicht een vergadering van de Bewonersraad bijeen te roepen voor het geval tenminste vijf Bewoners om een vergadering verzoeken, mits zij de te behandelen onderwerpen vermelden. 4.8.2. Kringraad De gezamenlijke belangen van de bewoners van de woonkring worden behandeld in de Kringraad. De organisatie daarvan berust bij de Woonkringmanager. Vergaderingen van de Kringraad vinden twee maal per jaar plaats, alsmede wanneer de meerderheid van een vergadering van de Bewonersraad daarom verzoekt, onder vermelding van de te behandelen onderwerpen. Vergaderingen van de Kringraad worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van Chapeau. Tenminste één maal per jaar, tegen het einde van het kalenderjaar, zal op de agenda voor de Kringraad het onderwerp worden opgenomen ‘Evaluatie van de zorgverlening zoals door de bewoners en kringouders ervaren’. 4.8.3. Communicatie met naastbetrokkenen Voor de omgang en communicatie met naastbetrokkenen geldt tussen Zorgverlener, Cliënten en naastbetrokkenen de modelregeling ‘Relatie ggz-instelling - naastbetrokkenen’. Zorgverlener en Chapeau verklaren zich naar het daarin bepaalde te gedragen en Zorgverlener neemt uitdrukkelijk op zich de in die regeling gegeven richtlijnen met betrekking tot bejegenen, informeren en voorzieningen over te nemen en uit te voeren. In het licht van het vorenstaande neemt Zorgverlener in het bijzonder op zich, de positie van Kringouders te erkennen en aan hun positie, in het belang van de Cliënt, in de dagelijkse begeleiding en zorg zo goed mogelijk inhoud te geven. 5. Standaardovereenkomsten 5.1. Zorg/Huurovereenkomst De relatie tussen Chapeau en de Cliënt wordt geregeld in de Zorg/ Huurovereenkomst, waarvan de inhoud bij Zorgverlener bekend is.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
43
Wijzigingen in de standaard tekst van de Zorg/Huurovereenkomst behoeven de goedkeuring van Zorgverlener, voor zover deze betrekking hebben op de levering van zorg en diensten door Zorgverlener. 5.2. Individueel Zorgcontract De relatie tussen Cliënt en Zorgverlener wordt geregeld in het tussen Cliënt, Chapeau en Zorgverlener gesloten Individueel Zorgcontract. Essentieel voor de toelating van de Cliënt tot de Zorg/Huurovereenkomst is de aanvaarding door de Cliënt van de door de Zorgverlener geleverde ondersteunende begeleiding, activering en/of huishoudelijke hulp. Het Individueel Zorgcontract wordt om die reden door Chapeau medeondertekend. De door Zorgverlener geleverde steunstructuur wordt bekostigd met behulp van de PGB's of overeenkomsten tot levering van Zorg in Natura van alle Bewoners tezamen. De indicatie van een individuele Bewoner vormt wél het vertrekpunt bij zijn begeleiding. Zorgverlener dient steeds te bekijken, wat individueel moet; wat van een PGB niet individueel behoeft te worden aangewend wordt collectief aangewend. 6. 1.
De positie van Chapeau Chapeau heeft de taak om middels advies en inbreng het functioneren van het complex als geheel te bevorderen, waartoe Zorgverlener de ruimte zal scheppen. Chapeau kan zich over elk onderwerp laten bijstaan door deskundigen van haar keuze. Chapeau is klankbord voor de Woonkringmanager en de Kringouders, houdt de vinger aan de pols en denkt en beslist mee over nieuwe ontwikkelingen.
2.
Chapeau zal op afstand functioneren en zich onthouden van bemoeienis met de dagelijkse gang van zaken, waaronder niet begrepen structurele zaken.
3.
Tenminste viermaal per jaar wordt tussen het bestuur van Chapeau en de Woonkringmanager overleg gevoerd en wederzijds verslag gedaan van de gang van zaken. Met deze communicatie en het periodiek overleg wordt beoogd de zorg en activering in de Woonkring en de integratie van de Bewoners in de maatschappij te helpen optimaliseren en blijft Chapeau goed op de hoogte van de gang van zaken. Bij problemen zal Chapeau haar specifieke kennis
44
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
en haar netwerk ter beschikking stellen. Voor het overige regulier overleg tussen Chapeau en Zorgverlener zal Chapeau zich laten vertegenwoordigen door niet meer dan twee personen. 7. Tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst Een Partij is bevoegd de onderhavige overeenkomst per direct bij aangetekende brief of per deurwaardersexploot te beëindigen, indien: 1.
de andere partij ondanks behoorlijke ingebrekestelling door de opzeggende Partij, toerekenbaar tekortschiet in haar verplichtingen uit hoofde van de onderhavige overeenkomst, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, een beëindiging met haar gevolgen niet rechtvaardigt;
2.
de andere partij failliet verklaard wordt, dan wel surseance van betaling aanvraagt, dan wel een besluit tot ontbinding neemt, dan wel onder curatele wordt gesteld;
3.
de opzeggende Partij bij het voortduren van de overeenkomst een gerechtvaardigd risico loopt van reputatieschade door de gedragingen van (één van) de andere Partij(en);
4.
de andere partij zich schuldig maakt aan regelmatige nalatigheid;
5.
bij niet prestateren door opzet en/of grove schuld.
8. 1.
Geschillenregeling Indien zich ten aanzien van deze overeenkomst en/of overeenkomsten die hier het gevolg van zijn, een geschil voordoet, verbinden partijen zich tot het voeren van bestuurlijk overleg tussen partijen. Een geschil wordt aanwezig geacht zodra één der partijen schriftelijk verklaart dat dit het geval is. Indien een der partijen daarom verzoekt, zal ten behoeve van dit bestuurlijk overleg door partijen een bemiddelaar worden aangewezen, die het overleg voorzit.
2.
Nadat overleg als in lid 1 bedoeld niet binnen vier weken na schriftelijke melding van het geschil tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing heeft geleid, en behoudens in het geval partijen uitdrukkelijk mochten besluiten tot het voeren van arbitrage dan wel het inwinnen van een bindend advies, is ieder van partijen gerechtigd het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
45
3.
Voor het geval partijen gezamenlijk van mening zijn, dat de werkzaamheden van Zorgverlener in de Woonkring niet voldoen aan de verwachtingen of de bevoegde rechter tot dat oordeel is gekomen of de uitspraak van eventuele arbiters in die zin luidt dan wel een bindend advies in die zin luidt, verplicht Zorgverlener zich op eerste verzoek van Chapeau mee te werken aan een in de plaats stelling van Zorgverlener door een door Chapeau aangewezen zorgaanbieder in deze overeenkomst, zonder dat Chapeau tot enige betaling aan Zorgverlener wegens de tussentijdse beëindiging verplicht is.
4.
De in lid 1 genoemde verplichting tot bestuurlijk overleg in geval van geschil laat onverlet het recht van partijen om zich in geval van omstandigheden die noodzaken tot spoedeisende maatregelen zich te wenden tot de voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank.
9. 1.
Wijzigingen in deze overeenkomst Wijzigingen in deze overeenkomst kunnen slechts schriftelijk worden aangegaan, middels een door alle Partijen ondertekende verklaring.
2.
Indien een wijziging in deze overeenkomst een uitwerking mocht hebben op de strekking van een aan deze overeenkomst gerelateerde andere overeenkomst, dan geldt die wijziging slechts na verkregen schriftelijke instemming van alle bij die andere overeenkomst betrokken partijen.
Getekend te , de
46
MODEL RAAMOVEREENKOMST ZORGVERLENING
B.
Bijlage Model Zorg/Huurovereenkomst
De bij de Zorg/Huurovereenkomst behorende algemene huurvoorwaarden zijn niet bijgevoegd. De verhuurder van de woningen zal daarvoor in het algemeen zijn eigen model willen hanteren. Om dit te kunnen vergelijken met wat algemeen gangbaar is aan algemene voorwaarden, kan het model huurcontract woningen van de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) worden geraadpleegd. Het model voor de Zorg/Huurovereenkomst van Chapeau Woonkringen heeft de volgende inhoud : De ondergetekenden: 1. De Stichting Chapeau Woonkring , statutair gevestigd te en kantoor houdende te aan de , ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter, de heer en haar secretaris, , hierna te noemen 'Chapeau', en 2.
De heer/mevrouw , geboren de te , Burgerservicenummer , hierna te noemen 'Cliënt',
hierna tezamen ook genoemd 'Partijen', In aanmerking nemende: • Chapeau is een initiatief van ouders en andere naasten van mensen met schizofrenie en/of daaraan verwante aandoeningen en treedt op als belangenbehartiger van mensen met deze of een daarmee verwante aandoening, in het bijzonder door hen in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te wonen in een beschutte omgeving en hen op basis van langdurigheid te voorzien van de voor hen noodzakelijke begeleiding en/of zorg; •
Chapeau heeft in verband met het voorgaande het initiatief genomen tot het inrichten van (gedeelten van) een wooncomplex, gelegen aan de <straat> te , specifiek voor bewoning door mensen met schizofrenie of verwante aandoeningen (hierna de 'Woonkring');
•
Voor dit doel heeft Chapeau met te een overeenkomst gesloten voor de huur door Chapeau van een aantal
LEIDRAAD WOONKRINGEN
47
woningen in het voornoemde wooncomplex, met het doel deze woningen op haar beurt, binnen het kader van een overeenkomst tot verlening van zorg en uitdrukkelijk van die overeenkomst afhankelijke en daarmee samenhangende huurrelatie, aan personen ter beschikking te stellen die behoren tot de bedoelde doelgroep waarbij partijen uitdrukkelijk vaststellen dat de in huur ter beschikking te stellen woonruimte niet kan muteren in een ‘kale’ huur van woonruimte, onafhankelijk en los van de te verlenen zorg; •
Cliënt erkent dat het in zijn belang is deze Zorg/Huurovereenkomst aan te gaan teneinde daarmee te bereiken dat hij binnen zijn mogelijkheden zo zelfstandig mogelijk kan wonen en in staat wordt gesteld de eigen mogelijkheden beter te benutten. Cliënt is zich ervan bewust dat het wonen in de Chapeau Woonkring Uden tevens beperkingen oplegt, zoals blijkt uit de tekst van deze en de hieraan gerelateerde overeenkomsten. Cliënt verklaart uitdrukkelijk de aan deze overeenkomsten verbonden zorg te aanvaarden en ermee in te stemmen dat de mogelijkheid tot huur van een woning in de Woonkring Uden van die aanvaarding afhankelijk is gesteld en afhankelijk blijft.
•
Cliënt heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven gebruik te willen maken van de mogelijkheden die een met Chapeau te sluiten Zorg/ Huurovereenkomst biedt en daartoe deze overeenkomst te willen aangaan;
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: 1. Definities Voor de definities van de in deze overeenkomst opgenomen termen wordt verwezen naar de definities als opgenomen in de Raamovereenkomst Zorgverlening, aan Partijen voldoende bekend, welke definities hier als woordelijk herhaald en ingelast worden beschouwd. 2. Samenhang met andere overeenkomsten of bepalingen 2.1. Individueel Zorgcontract Ten aanzien van de aspecten van de levering van individuele zorg of individuele diensten aan de Cliënt zijn op deze overeenkomst van toepassing de bepalingen van het tussen Cliënt, Chapeau en 48
MODEL ZORG/HUUROVEREENKOMST
Zorgverlener gesloten Individueel Zorgcontract en deze vormen (voor zover zij betrekking hebben op de levering van individuele zorg of individuele diensten aan de Cliënt), met deze overeenkomst een onverbrekelijk geheel. 2.2. Raamovereenkomst Zorgverlening Ten aanzien van de aspecten van de levering van zorg of diensten aan de Cliënt zijn op deze overeenkomst van toepassing de bepalingen van de tussen Chapeau en Zorgverlener gesloten Raamovereenkomst Zorgverlening en deze vormen (voor zover zij betrekking hebben op de levering van zorg of diensten aan de Cliënt), met deze overeenkomst een onverbrekelijk geheel. 2.3. Algemene Huurvoorwaarden Ten aanzien van de aspecten van huur en verhuur van woonruimte zijn op deze overeenkomst van toepassing de 'Algemene Huurvoorwaarden Woonkring Uden' (AHWU) en deze vormen met deze overeenkomst een onverbrekelijk geheel. 2.4. Volgorde in geval van strijdigheid In geval van strijdigheid tussen deze overeenkomst en de Algemene Huurvoorwaarden, de Raamovereenkomst Zorgverlening of het Individueel Zorgcontract, prevaleren de bepalingen uit het Individueel Zorgcontract, vervolgens die uit deze Zorg/Huurovereenkomst, daarna die uit de Raamovereenkomst Zorgverlening en tenslotte de Algemene Huurvoorwaarden. 3. a.
Looptijd en beëindiging Deze overeenkomst gaat in op en duurt voort voor onbepaalde tijd.
b.
De overeenkomst kan door elk der Partijen worden opgezegd, op grond van een van de hierna in artikel 6 genoemde opzeggingsgronden, mits met inachtneming van de aldaar genoemde opzeggingstermijn.
4. a.
Wonen met zorg De Woonkring is uitsluitend bestemd voor bewoning door mensen met een Zorgindicatie die (mede) is gebaseerd op de aandoening schizofrenie of een daaraan verwante aandoening. De verlening van
LEIDRAAD WOONKRINGEN
49
zorg wordt door beide partijen beschouwd als het hoofddoel van deze overeenkomst, waarvan het als ‘huur’ te kwalificeren onderdeel ‘gebruik en bewoning’ als in art. 6.1 omschreven een daaruit voortvloeiend en daarvan onlosmakelijk onderdeel is dat niet als losstaande huur van woonruimte wordt beschouwd. b.
Voor de levering van de op grond van de Zorgindicatie door Cliënt te ontvangen zorg is de Cliënt verplicht een Zorgcontract aan te gaan met de Zorgverlener. Dit Zorgcontract is gebaseerd op de 'Raamovereenkomst Zorgverlening', waarvan aan Cliënt een exemplaar ter beschikking is gesteld.
c.
Bij beëindiging van de Raamovereenkomst Zorgverlening met de Zorgverlener is Chapeau gerechtigd een vergelijkbare Raamovereenkomst Zorgverlening aan te gaan met een andere Zorgaanbieder die in staat is de zorg te verlenen waarvoor de Zorgindicatie van Cliënt is afgegeven. Cliënt is verplicht met deze andere Zorgaanbieder een Individueel Zorgcontract aan te gaan, dat het eerder voor hem geldende Zorgcontract vervangt op basis van in wezen gelijke condities, met ingang van de datum direct volgend op de datum van beëindiging van dit vorige Zorgcontract.
5. a.
Gebruik en bewoning, huurprijs en servicekosten Door het sluiten van deze overeenkomst verwerft Cliënt het uitsluitend recht van gebruik en bewoning van een afzonderlijke woning in de Woonkring, met huisnummer (hierna 'de Woning'), alsmede het recht van medegebruik van de tot de Woonkring behorende algemene en de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten. Cliënt verwerft dit recht onder uitdrukkelijke voorwaarde van aanvaarding van het primaire karakter van zorgverlening van deze overeenkomst en ziet te dien aanzien uitdrukkelijk af van enig beroep op de gewone (wettelijke) huurbescherming.
b.
De door Cliënt te betalen huurprijs voor de Woning bedraagt op de ingangsdatum € 000,00 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen telkens op de eerste werkdag van elke kalendermaand, zonder enig beroep op korting of schuldvergelijking, op de door Chapeau aangegeven bankrekening, staande ten name van SVUwonen. De
50
MODEL ZORG/HUUROVEREENKOMST
huurprijs is onderworpen aan een jaarlijkse prijsaanpassing, conform de door SVUwonen gehanteerde voorwaarden. c.
Naast de huurprijs is Cliënt aan Chapeau verschuldigd de maandelijkse betaling van een voorschotbedrag van € 000,00 wegens servicekosten, als omschreven in de afzonderlijke, aan deze overeenkomst gehechte opgave. De servicekosten worden jaarlijks afgerekend en waar nodig aangepast, zoals beschreven in de AHWU.
d.
Naast de huurprijs en de vergoeding voor servicekosten voor de aan hem ter beschikking gestelde afzonderlijke woning is Cliënt aan Chapeau een bijdrage verschuldigd in de huur en bijkomende kosten van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten en overige voorzieningen, als nader is bepaald in het Individueel Zorgcontract.
e.
De incasso van huur en servicekosten is in handen van SVUwonen. Bevrijdende betaling van de huurprijs en servicekosten voor de Woning kan uitsluitend geschieden naar de door SVUwonen daartoe aangewezen bankrekening. Cliënt geeft onherroepelijk volmacht aan SVUwonen om van zijn bank- of girorekening maandelijks de huur en servicekosten te voldoen.
f.
Cliënt geeft tevens onherroepelijk volmacht aan Chapeau om, voor zover van toepassing, van zijn bank- of girorekening maandelijks de overige overeengekomen zorgkosten (waaronder eventueel een bijdrage in de huur en servicekosten van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten) te voldoen. Indien de zorgkosten geheel of gedeeltelijk gedekt worden uit een PGB, geeft Cliënt voorts onherroepelijk volmacht aan Chapeau de zorgkosten rechtstreeks ten laste van het PGB aan Zorgverlener te voldoen. Chapeau is gerechtigd om voor de uitvoering van de hier bedoelde volmachten eventueel een derde naar haar keuze in te schakelen.
g.
Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst stelt Cliënt in handen van Chapeau een waarborgsom ter grootte van € 125,--, te voldoen uiterlijk bij ondertekening van deze overeenkomst.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
51
h.
Elk appartement is in beginsel bestemd voor bewoning door één persoon. Indien de Cliënt de woning wenst te gebruiken voor samenwonen, dan zal dit slechts kunnen geschieden na verkregen schriftelijke goedkeuring van Chapeau. Chapeau kan aan deze goedkeuring voorwaarden verbinden en zal deze goedkeuring slechts onthouden indien zich, mede op grond van het oordeel van de Behandelaar van Cliënt of van de Zorgverlener, tegen het verlenen daarvan gewichtige bezwaren verzetten die betrekking hebben op de behandeling van Cliënt of andere betrokkenen. Aan de eventuele goedkeuring zal in elk geval de voorwaarde worden verbonden dat beëindiging van de overeenkomst jegens Cliënt onherroepelijk tevens leidt tot beëindiging jegens de medebewoner, zonder dat deze enig beroep kan doen op overname van de overeenkomst.
6. a.
Opzeggingsgronden Deze overeenkomst kan door Cliënt te allen tijde worden opgezegd tegen het einde van een maand, mits met inachtneming van een opzegtermijn van één kalendermaand. De mogelijkheid tot opzegging van deze overeenkomst ontslaat de Cliënt niet van zijn verplichtingen de bepalingen van het Zorgcontract na te leven.
b.
Deze overeenkomst kan door Chapeau worden opgezegd indien de Zorgindicatie van Cliënt is vervallen, danwel deze zodanig is gewijzigd, dat Cliënt redelijkerwijs niet meer tot de doelgroep van Chapeau kan worden gerekend.
c.
Deze overeenkomst kan door Chapeau voorts worden opgezegd: 1.
Indien Cliënt het Zorgcontract met de Zorgverlener opzegt;
2.
Indien de Zorgverlener het Zorgcontract met de Cliënt opzegt op grond van gewichtige redenen.
7. Wijzigingen in regels en wetgeving Indien zich in de van overheidswege opgelegde regels of wetgeving wijzigingen voordoen, die de werking of strekking van deze overeenkomst beïnvloeden, dan gaan Partijen bij elkaar te rade om te komen tot de ten gevolge van die wijzigingen noodzakelijke aanpassingen in deze overeenkomst of in overeenkomsten die hier het gevolg van zijn. Partijen verplichten zich, met elkaar alsdan een nieuwe 52
MODEL ZORG/HUUROVEREENKOMST
of aangepaste overeenkomst aan te gaan, waarin die wijzigingen zijn verwerkt en die overigens zo goed mogelijk overeenkomt met de geest, het doel en de strekking van deze overeenkomst. 8. a.
Wijzigingen in deze overeenkomst Wijzigingen in deze overeenkomst kunnen slechts schriftelijk worden aangegaan, middels een door alle Partijen ondertekende verklaring.
b.
Indien een wijziging in deze overeenkomst een uitwerking mocht hebben op de strekking van een aan deze overeenkomst gerelateerde andere overeenkomst, dan geldt die wijziging slechts na verkregen schriftelijke instemming van alle bij die andere overeenkomst betrokken partijen.
9. a.
Geschillenregeling Indien zich ten aanzien van deze overeenkomst en/of overeenkomsten die hier het gevolg van zijn, een geschil voordoet, verbinden Partijen zich tot het voeren van overleg. Een geschil wordt aanwezig geacht zodra één der Partijen verklaart dat dit het geval is. Indien een der Partijen daarom verzoekt, zal ten behoeve van dit overleg door Partijen een bemiddelaar worden aangewezen, die het overleg voorzit.
b.
Nadat overleg als in lid 1 bedoeld niet binnen vier weken na schriftelijke melding van het geschil tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing heeft geleid, en behoudens in het geval Partijen uitdrukkelijk mochten besluiten tot het voeren van arbitrage dan wel het inwinnen van een bindend advies, is ieder van Partijen gerechtigd het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter.
c.
De in lid 1 genoemde verplichting tot bestuurlijk overleg in geval van geschil laat onverlet het recht van partijen om zich in geval de omstandigheden noodzaken tot spoedeisende maatregelen zich te wenden tot de voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank.
Aldus is overeengekomen en getekend, te , de Stichting Chapeau Woonkring Uden
LEIDRAAD WOONKRINGEN
Cliënt
53
C.
Bijlage Model Individueel Zorgcontract
Het model voor het Individueel Zorgcontract van Chapeau Woonkringen heeft de volgende inhoud : De ondergetekenden: 1. De Stichting Chapeau Woonkring Uden, statutair gevestigd te ‘sHertogenbosch en kantoor houdende te Veghel aan de Thorbeckelaan 9, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter, de heer L. Hulsebos en haar secretaris, de heer J. Munnichs, hierna te noemen 'Chapeau', en 2.
De stichting ASVZ, gevestigd te Sliedrecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer W.J. Kos, hierna te noemen 'Zorgverlener';
3.
De heer/mevrouw , geboren de te , Burgerservicenummer , hierna te noemen 'Cliënt',
hierna tezamen ook genoemd 'Partijen', In aanmerking nemende: •
Tussen Cliënt en Chapeau is een Zorg/Huurovereenkomst gesloten, waarin de voornaamste bepalingen zijn vastgelegd omtrent de levering van zorg- en woondiensten, waarop de Cliënt krachtens die overeenkomst aanspraak kan maken;
•
Voor een overzicht van de overwegingen die tot het sluiten van deze overeenkomst hebben geleid, wordt verwezen naar de overwegingen van de bedoelde Zorg/Huurovereenkomst; de betreffende overwegingen worden hier als woordelijk herhaald en ingelast beschouwd;
•
Chapeau heeft met Zorgverlener een overeenkomst (de Raamovereenkomst Zorgverlening) gesloten voor de verlening van individuele en collectieve zorg aan de bewoners van de Woonkring;
•
Cliënt heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven gebruik te willen maken van de mogelijkheden die een met Chapeau en Zorgverlener te sluiten Zorgcontract biedt en daartoe, binnen het kader van de tussen Cliënt
54
MODEL INDIVIDUEEL ZORGCONTRACT
en Chapeau gesloten Zorg/Huurovereenkomst, deze overeenkomst te willen aangaan;
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: 1. Definities Voor de definities van de in deze overeenkomst opgenomen termen wordt verwezen naar de definities als opgenomen in de Raamovereenkomst Zorgverlening, aan Partijen voldoende bekend, welke definities hier als woordelijk herhaald en ingelast worden beschouwd. 2. 1.
Levering, aanvaarding en betaling van zorg Voorwaarde voor het aangaan van deze overeenkomst is dat tussen de Cliënt en de Behandelaar een plan van medische behandeling van de Cliënt is overeengekomen. Dit Behandelplan wordt, in de mate waarin dit nodig of gewenst is voor de levering van zorg en dienstverlening, door de Behandelaar ter kennis gebracht van de Zorgverlener.
2.
Met het sluiten van deze overeenkomst verplicht Zorgverlener zich, aan Cliënt de zorg en dienstverlening te leveren als vastgesteld in het Behandelplan.
3.
Met het sluiten van deze overeenkomst verplicht Cliënt zich, de zorg en dienstverlening als vastgesteld in het Behandelplan, te aanvaarden en zich te gedragen naar de in dat plan opgenomen richtlijnen.
4.
De Cliënt is verplicht de zorg en begeleiding waarvoor hij is geïndiceerd uitsluitend in te kopen bij Zorgverlener. Indien de Cliënt handelt in strijd met dit uitgangspunt, kan Zorgverlener aan Chapeau verzoeken de Zorg/Huurovereenkomst te beëindigen. Zorgverlener is niettemin gerechtigd aan Cliënt desverzocht de inkoop van huishoudelijke hulp of andere diensten elders toe te staan.
5.
Cliënt is verplicht de kosten van de zorg en begeleiding, waaronder de kosten van het medegebruik van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten, aan de Zorgverlener te betalen, op de wijze, de datum en de tijdstippen als tussen Cliënt en de Zorgverlener nader is overeengekomen. Cliënt en Zorgverlener
LEIDRAAD WOONKRINGEN
55
bepalen in onderling overleg of deze kosten betaald worden op basis van levering van Zorg in Natura, danwel op basis van een aan Cliënt toegekend Persoonsgebonden Budget, al dan niet aangevuld met een Eigen Bijdrage. 3. Huisregels Ten aanzien van de bewoning door Cliënt en andere bewoners van de Woonkring geldt een aantal huisregels, als opgenomen in de bijlage bij deze overeenkomst. Cliënt verklaart uitdrukkelijk, door ondertekening van deze overeenkomst, zich aan die huisregels te zullen houden. In overleg tussen de Kringraad, Chapeau en de Zorgaanbieder kunnen deze huisregels tussentijds worden gewijzigd. De gewijzigde huisregels mogen niet in strijd zijn met deze overeenkomst, de Individuele Zorgovereenkomst, de Raamovereenkomst Zorg, de Zorg/ Huurovereenkomst of de daarmee verbonden Algemene Huurvoorwaarden. 4. Opzeggingsgronden Deze overeenkomst kan door Cliënt uitsluitend worden opgezegd met gelijktijdige opzegging van de tussen Cliënt en Chapeau geldende Zorg/ Huurovereenkomst en met inachtneming van de in die overeenkomst geldende termijnen. Indien de Zorgindicatie van Cliënt is vervallen, danwel deze zodanig is gewijzigd, dat Cliënt redelijkerwijs niet meer tot de doelgroep van Chapeau kan worden gerekend, kan deze overeenkomst door Zorgverlener worden opgezegd, mits na overleg met Chapeau en met inachtneming van een opzegtermijn die niet korter zal zijn dan die is overeengekomen in de tussen Cliënt en Chapeau gesloten Zorg/ Huurovereenkomst,. Deze overeenkomst kan door Zorgverlener voorts worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand op grond van een of meer van de volgende gewichtige redenen:
1.
56
Indien Cliënt, ondanks regelmatige aansporing, weigerachtig blijft het Behandelplan op een voor Zorgverlener aanvaardbare wijze na te leven;
MODEL INDIVIDUEEL ZORGCONTRACT
2.
Indien Cliënt ernstig grensoverschrijdend gedrag vertoont, zoals agressie, intimidatie, diefstal, vernieling, of in geval van wanbetaling;
3.
Op grond van een van de andere gewichtige redenen als genoemd in de Raamovereenkomst Zorgverlening tussen Stichting Chapeau Woonkring Uden en Zorverlener.
5. 1.
Geschillenregeling Indien zich ten aanzien van deze overeenkomst een geschil voordoet, verbinden Partijen zich tot het voeren van overleg. Een geschil wordt aanwezig geacht zodra één der Partijen schriftelijk aan de andere Partij verklaart dat dit het geval is. Indien een der Partijen daarom verzoekt, zal ten behoeve van dit overleg door Partijen een bemiddelaar worden aangewezen, die het overleg voorzit.
2.
Nadat overleg als in lid 1 bedoeld niet binnen vier weken na schriftelijke melding van het geschil tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing heeft geleid, en behoudens in het geval Partijen uitdrukkelijk mochten besluiten tot het voeren van arbitrage dan wel het inwinnen van een bindend advies, is ieder van Partijen gerechtigd het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter.
3.
De in lid 1 genoemde verplichting tot het voeren van overleg ingeval van een geschil laat onverlet het recht van partijen om in geval de omstandigheden noodzaken tot spoedeisende maatregelen zich te wenden tot de voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank.
Aldus is overeengekomen en getekend, te , de Stichting Chapeau Woonkring ...
LEIDRAAD WOONKRINGEN
Zorgverlener
57
Huisregels De Huisregels zijn van toepassing op elk van de bewoners van de Woonkring Uden. Het doel van de Huisregels is bij te dragen aan het sociaal, prettig en veilig met elkaar kunnen wonen van alle bewoners van de Woonkring. Algemeen Samen met de Begeleiding ben je verantwoordelijk voor het schoonhouden van je woning. Veiligheid •
Als het brandalarm blijft afgaan, ga je direct naar de afgesproken verzamelplaats.
•
Je mag in bed niet roken.
•
In de woningen, de algemene ruimten en in de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten mogen geen kaarsen branden. Alleen op de bij de eigen woning behorende buitenruimte mag wierook aangestoken worden, en mits dit geen overlast veroorzaakt aan andere bewoners.
•
Je laat geen vuilniszakken of andere spullen op de gang / galerij staan.
Bezoek Bezoek ontvang je in principe in je eigen woning, wel moet het mogelijk zijn dat de algemene ruimten en de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten gezien mogen worden door bezoek, dit wel in overleg met de daar aanwezige bewoners. Melden •
Wanneer je 's avonds het gebouw verlaat meld je dit aan de Begeleiding. Na 23:30 uur is het niet nodig om opnieuw aan te melden.
•
Wanneer je ergens gaat logeren, geef je dit door aan de Begeleiding.
•
Logés in de eigen woning zijn toegestaan, voor maximaal 3 nachten per week en uitsluitend in overleg met de Begeleiding.
58
MODEL INDIVIDUEEL ZORGCONTRACT
Ruimten voor gemeenschappelijk gebruik •
De ruimten voor gemeenschappelijk gebruik zijn open van 08:00 uur tot 22:30 uur.
•
Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat vanuit de ruimten voor gemeenschappelijk gebruik dingen worden meegenomen naar de eigen woning, zoals een pak melk of glazen.
•
Of de TV aan of uit gaat en de keuze van het programma wordt door de aanwezige bewoners in onderling overleg bepaald.
•
Iedereen ruimt zijn eigen gebruikte servies op, zet dit bijvoorbeeld in de vaatwasser.
•
Alcoholgebruik is in de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten slechts toegestaan gedurende het weekeinde, dat wil zeggen van vrijdagavond tot en met zondagavond, en tijdens algemeen erkende feestdagen.
•
Alcoholgebruik is alleen toegestaan wanneer dit niet leidt tot overlast of gezondheidsproblemen met betrekking tot medicatiegebruik.
•
In de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten wordt niet gerookt. Roken is uitsluitend toegestaan in de eigen woning.
Gedrags- en omgevingsafspraken •
Bewoners mogen elkaar en omwonenden geen overlast bezorgen zoals geluidsoverlast.
•
We houden van een gezellige sfeer en gaan op een respectvolle manier met elkaar om.
•
Drugsgebruik en handel in drugs, medicijnen of andere volgens de wet verboden middelen zijn in de Woonkring en naaste omgeving niet toegestaan.
•
Je zorgt ervoor dat je je medicatie inneemt volgens de afspraken die zijn gemaakt met je Behandelaar.
Maaltijden De bewoners stellen 1 maal per week gezamenlijk een menulijst op. Iedere bewoner kan aangeven of hij/zij van de maaltijden gebruik wil maken en op welke dagen.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
59
Huisdieren Huisdieren kunnen in overleg met de bewoners van de Woonkring, je Kringouder en de Begeleiding aangeschaft worden. De bewoner moet in staat zijn zelfstandig zijn huisdier te verzorgen, ook financieel.
60
MODEL INDIVIDUEEL ZORGCONTRACT
D.
Bijlage Model Gedragscode
Gedragscode Chapeau Woonkringen Inleiding Het doel van de Stichting Chapeau Woonkringen is om aan de bewoners van de Woonkringen ruggensteun te bieden in het dagelijks leven, zodat zij, ondanks de beperkingen die zij ondervinden, in staat worden gesteld in zo groot mogelijke vrijheid en zelfstandigheid te leven. Met dit primaire doel voor ogen, worden professionele hulpverleners ingeschakeld. Daarnaast is er ook een belangrijke eigen verantwoordelijkheid van de bewoners, hun ouders, bezoekers en andere betrokkenen, om aan dit doel bij te dragen. Deze Gedragscode is er enerzijds op gericht, een aantal afspraken vast te leggen omtrent de omgang tussen bewoners, hulpverleners en andere betrokkenen onderling, anderzijds om enkele algemeen geldende voorwaarden duidelijk vast te stellen. Binnen de Woonkring geldt een aantal huisregels, door de bewoners zelf opgesteld, waaraan zij zich allemaal moeten houden. De huisregels mogen niet strijdig zijn met deze Gedragscode. 1.
Definities
In deze Gedragscode wordt verstaan onder:
Gedragscode
De in deze 'Gedragscode Chapeau Woonkringen' vastgelegde bepalingen
Chapeau
De Stichting Chapeau Woonkringen of een daaraan verbonden instelling
LEIDRAAD WOONKRINGEN
61
Bewoner
De persoon of personen die met Chapeau een overeenkomst heeft (hebben) gesloten op grond waarvan deze gerechtigd is (zijn) een woning in een Chapeau Woonkring te bewonen
Hulpverlener
Iedere persoon, behandelaar of instelling die op grond van een direct of indirect gesloten overeenkomst, hetzij met de Bewoner rechtstreeks, danwel met Chapeau, danwel met de in een Chapeau Woonkring werkzame zorgaanbieder, diensten verleent aan een of meer Bewoners van een Chapeau Woonkring
Bezoeker
Iedere persoon die, al dan niet op uitnodiging, de woning van een Bewoner of andere gedeelten van de Chapeau Woonkring bezoekt
2. Doel en uitgangspunten Chapeau neemt het op zich in het dagelijks handelen en bij het ontwikkelen van beleid ongewenst gedrag te voorkomen en te bestrijden. De Gedragscode maakt deel uit van het algemeen beleid van Chapeau en van de professionele houding van de medewerkers van Chapeau en de in de Woonkring werkzame zorgaanbieder. Deze Gedragscode is van toepassing op elke Bewoner, Hulpverlener en Bezoeker van een Chapeau Woonkring alsmede op de aan Chapeau verbonden personen. Chapeau draagt zorg voor de bekendmaking van de Gedragscode. In ieder geval ontvangen alle Bewoners en Hulpverleners een exemplaar. 3. Informatie en geheimhouding De Bewoner, de Bezoeker, de Hulpverlener en Chapeau zijn verplicht zorgvuldig om te gaan met alle informatie die hen bekend is of wordt met betrekking tot elkaars persoonlijke levenssfeer. Zij zijn, in het bijzonder met betrekking tot de medische gegevens en de behandeling van Bewoners, verplicht geheimhouding te betrachten tegenover eenieder, behoudens voor zover dit binnen het kader van hun normale beroepsuitoefening en de behandeling noodzakelijk of wenselijk is.
62
MODEL GEDRAGSCODE
4. Dagelijkse omgang Alle Bewoners, Hulpverleners en Chapeau respecteren elkaars privacy en zelfstandigheid. Zij gaan respectvol met elkaar om en onthouden zich van elke vorm van agressie, (seksuele) intimidatie en discriminatie. Seksuele intimidatie, agressie en discriminatie op grond van ras, leeftijd, levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, geslacht, nationaliteit, hetero of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat en handicap worden door Chapeau als vormen van ongewenst gedrag afgewezen. Onder seksuele intimidatie wordt verstaan elke ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, nonverbaal, of fysiek gedrag, dat als zodanig kan worden gekwalificeerd. Onder agressie wordt verstaan elk voorval waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen. Hieronder valt ook pesten. Onder discriminatie wordt verstaan elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt teniet gedaan of aangetast. 5. a.
Omgang tussen Hulpverleners en Bewoners, bejegening De Hulpverlener laat zich bij contacten met Bewoners leiden door gedragsregels zoals die gelden voor de beroepsgroep en door de eigen beroepscode.
b.
De Hulpverlener accepteert geen agressieve gedragingen van Bewoners en neemt zelf geen initiatief tot agressieve gedragingen jegens hen.
c.
De Hulpverlener accepteert geen seksuele gedragingen van Bewoners en neemt zelf geen initiatief tot seksuele gedragingen jegens hen.
d.
De Hulpverlener accepteert geen discriminerend gedrag van Bewoners en werkt niet mee aan en of neemt zelf geen initiatief tot discriminerend gedrag.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
63
6.
Werking naar Hulpverleners en Bewoners, Bezoekers en derden
a.
De Gedragscode wordt op een voor Hulpverleners en Bewoners, bezoekers en derden zichtbare plaats gelegd.
b.
Van Hulpverleners en Bewoners, bezoekers en derden wordt verwacht dat zij niet in strijd handelen met de in deze Gedragscode opgenomen bepalingen. In voorkomende gevallen kunnen zij op het bestaan en de inhoud van de Gedragscode gewezen worden
7. a. b.
Toezicht Gedragscode Het bestuur van de Stichting Chapeau Woonkringen is belast met het toezicht op de naleving van deze Gedragscode. Het bestuur van de Stichting Chapeau Woonkringen benoemt een vertrouwenspersoon die gedegen kennis heeft op een of meerdere terreinen waarop de Gedragscode van toepassing is.
8.
Klachten
a.
De Stichting Chapeau Woonkringen heeft tegelijk met het inwerking treden van deze Gedragscode een klachtencommissie ingesteld.
b.
De klachtencommissie is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de Stichting Chapeau Woonkringen en een onafhankelijk, extern deskundige op een van de terreinen die door de Gedragscode wordt bestreken. De klachtencommissie stelt een klachtenprocedure (werkwijze
c.
d.
64
etc.) op en maakt deze zo spoedig mogelijk bekend. De klachtenprocedure voldoet in ieder geval aan de beginselen van behoorlijk klachtrecht. De klachtencommissie draagt zorg voor een behoorlijke klachtregistratie.
MODEL GEDRAGSCODE
9. Evaluatie Zo vaak als nodig maar in ieder geval een keer per jaar wordt deze Gedragscode geëvalueerd. De rapportage aan de hand van deze evaluatie wordt opgenomen in het jaarverslag van de Stichting Chapeau Woonkringen en beschikbaar gesteld via haar website.
Aldus vastgesteld door het Bestuur van de Stichting Chapeau Woonkringen, op
LEIDRAAD WOONKRINGEN
65
E.
Bijlage Model Klachtenregeling
KLACHTENREGELING STICHTING CHAPEAU WOONKRINGEN 1. Inleiding en doel Stichting Chapeau Woonkringen stelt alles in het werk om een zo goed mogelijke zorg- en dienstverlening te realiseren. Toch kan het voorkomen dat een klant niet tevreden of onjuist behandeld is. In dit klachtenreglement wordt beschreven hoe een klacht kan worden ingediend en hoe de klachten in behandeling worden genomen. Gestreefd wordt een klacht binnen 6 weken af te handelen. 2. Definities 2.1. Wat is een klacht? Een klacht is een schriftelijke uiting van ongenoegen over de organisatie of de gedragingen van één of meerdere bestuursleden of medewerkers van Stichting Chapeau Woonkringen, die door de direct betrokkenen niet in onderling overleg kan worden opgelost. Een klacht kan betrekking hebben op: a. b. c. d.
Een gedraging of het nalaten daarvan van een bestuurslid, medewerker of vrijwilliger van Stichting Chapeau Woonkringen. Een activiteit of dienst van Stichting Chapeau Woonkringen. Een beslissing die gebaseerd is op een regel of procedure van Stichting Chapeau Woonkringen. Enige andere vorm van confrontatie met doen of laten van Stichting Chapeau Woonkringen.
2.2. Voor wie is deze klachtenregeling bedoeld? De klachtenregeling is bedoeld voor alle klanten, deelnemers aan de activiteiten en gebruikers van de diensten van Stichting Chapeau Woonkringen. De klachtenregeling kan eveneens gebruikt worden door ex-klanten, mits het een klacht betreft over een situatie die niet langer dan 6 maanden geleden heeft plaatsgevonden.
66
MODEL KLACHTENREGELING
2.3. Procedure in het kort Een klacht wordt na ontvangst en registratie voorgelegd aan het bestuur. Medewerkers waar de klacht over gaat (de beklaagden), worden op de hoogte gebracht van de ingediende klacht. Doel is de zaak snel op te lossen en verbeteringen door te voeren. Indien een klacht niet naar tevredenheid of te laat wordt opgelost, kan de klager zich richten tot de Klachtencommissie. Stichting Chapeau Woonkringen houdt zich aan de termijnen die in dit reglement worden genoemd. Wanneer een termijn wordt overschreden, wordt dit gemotiveerd meegedeeld aan de klager. Hierbij wordt tevens vermeld binnen welke termijn een uitspraak volgt. Betreft een klacht een van de bestuursleden zelf dan dient de klacht rechtstreeks aan de klachtencommissie te worden gericht die in beginsel dezelfde procedure zal hanteren als beschreven in onderliggende regeling. 3. Klacht indienen 3.1. Een klacht kan op twee manieren worden ingediend 1. Via het klachtenformulier op de website van Stichting Chapeau Woonkringen. 2. Via een klachtbrief per post of e-mail. 3.2. Regels indienen klacht 1. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. 2. Een klachtmelding kan meer dan één klacht bevatten. 3. De klachtmelding bevat tenminste de volgende gegevens: a. naam en adres van de klager; b. de datum van de gebeurtenis, handelen of nalaten waarop de klacht betrekking heeft; c. een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de klacht en de eventuele betrokkenen; d. de naam van de betrokken kring/afdeling/activiteit van Stichting Chapeau Woonkringen.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
67
3.3. Geheimhouding Met het indienen van de klacht aanvaardt de klager de inhoud van dit reglement. Iedereen die volgens dit reglement betrokken is bij een klacht en de behandeling daarvan, kent een geheimhoudingsplicht ten aanzien van (kennelijk) vertrouwelijke gegevens. 4. Afhandeling van de klacht 1. Ontvangstbevestiging: binnen 2 weken na ontvangst van de klacht, ontvangt de klager een schriftelijke ontvangstbevestiging met daarin een beschrijving van de behandelingsprocedure. Indien de klacht gericht is aan -of bedoeld voor- de Klachtencommissie wordt deze na registratie doorgestuurd naar deze commissie. 2. Klachtbehandeling: binnen zes weken na ontvangst van de klacht draagt het bestuur (de Klachtencommissie) zorg voor de behandeling en de afdoening van de klacht. 3. Schriftelijk bericht: het bestuur (de Klachtencommissie) geeft een gemotiveerd oordeel over de klacht, stelt de te nemen maatregelen vast en stelt de klager en de beklaagde hiervan schriftelijk op de hoogte. 4. De maximale afhandeltermijn bedraagt zodoende 6 weken. Indien de behandeling meer tijd vergt als vastgelegd in de termijnen, wordt de klager hierover voor het verstrijken van de termijn ingelicht door het bestuur (de Klachtencommissie) . 5. Klachtencommissie Indien de klager niet tevreden is over de interne afhandeling van de klacht, kan deze zich schriftelijk richten tot de Klachtencommissie waarbij stichting Chapeau Woonkringen is aangesloten. Deze zal de klacht verder in behandeling nemen. 6. Kosten Klager en beklaagde kunnen zich laten bijstaan door derden. De kosten hiervan komen in beginsel voor rekening van degene die zich laat bijstaan. Aan de klager of de beklaagde worden geen kosten in rekening gebracht t.b.v. de interne klachtenbehandeling of de behandeling door de Klachtencommissie. 68
MODEL KLACHTENREGELING
F.
Bijlage Model Toelatingscriteria- en procedure
Voor de Woonkring Uden is de volgende procedure en zijn de volgende criteria voor toelating van bewoners gehanteerd: In een Chapeau Woonkring ontvangen de bewoners begeleiding bij het wonen en hun dagelijks leven. Het is belangrijk dat hen een passende begeleiding kan worden aangeboden. Het is daarom ook van belang dat de bewoners van de Woonkring zo goed mogelijk bij elkaar passen. De dagelijkse begeleiding wordt verzorgd door een door Chapeau Woonkringen gecontracteerde zorgaanbieder. De kosten daarvan worden door de bewoners gezamenlijk gedragen. Om te kunnen worden toegelaten tot een Chapeau Woonkring, geldt een aantal voorwaarden, waaraan de bewoner moet voldoen of waarmee hij of zij moet instemmen. De toelating wordt beoordeeld door een door Chapeau Woonkringen ingestelde Toelatingscommissie. In die commissie hebben zitting een Chapeau bestuurslid, een vertegenwoordiger van de zorgaanbieder en een onafhankelijk lid met kennis van de psychiatrie en/of psychiatrische behandeling. De Toelatingscommissie is gebonden aan de ‘Wet Bescherming Persoonsgegevens’ en respecteert het medisch beroepsgeheim met betrekking tot informatie omtrent de kandidaat. Toelating is slechts mogelijk na goedkeuring door de Toelatingscommissie. De Toelatingscommissie laat zich bij de beoordeling van de toelating ondersteunen door een externe adviseur (bijvoorbeeld een psychiater), niet zijnde de eigen behandelaar van de kandidaat. Voor toelating gelden de volgende criteria en uitgangspunten: 1. De Woonkring is bestemd voor bewoning door mensen met het ziektebeeld schizofrenie. Het betreffende ziektebeeld moet formeel door een psychiater gediagnosticeerd zijn. Mensen met andere psychiatrische aandoeningen, die naar het oordeel van de externe deskundige zonder bezwaar in één en dezelfde woonvoorziening kunnen wonen, kunnen eveneens voor toelating in aanmerking komen, ter beoordeling van de Toelatingscommissie.
LEIDRAAD WOONKRINGEN
69
2. De Toelatingscommissie moet op basis van het advies van de behandelend psychiater, alsmede het advies van de externe deskundige, tot de overtuiging zijn gekomen dat de kandidaat in staat zal zijn tot - met begeleiding - zelfstandig wonen in de Chapeau Woonkring. 3. De kandidaat heeft ziekte-inzicht: hij of zij weet wat zijn of haar ziekte inhoudt en voor hem of haar betekent. De kandidaat moet de ziekte in zoverre accepteren, dat hij of zij de noodzaak tot het ontvangen van begeleiding inziet en deze ook aanvaardt. 4. De kandidaat staat open voor behandeling en heeft regelmatig contact met zijn of haar behandelaar. De kandidaat heeft een behandel- of begeleidingsplan, waarmee hij of zij heeft ingestemd. 5. De kandidaat tekent een schriftelijke akkoordverklaring voor het opvragen van zijn of haar dossier ten behoeve van de Toelatingscommissie en de externe deskundige. 6. De kandidaat moet zich bereid verklaren tot een beoordelingsgesprek met de externe deskundige en met de Toelatingscommissie. 7. De kandidaat is in principe medicatietrouw. De medicatie wordt, afhankelijk van het begeleidingscontract, door de kandidaat zelf ingenomen, danwel staat de kandidaat toe dat de medicatie door de leiding van de Woonkring wordt aangereikt en deze op het gebruik ervan toeziet. 8. De kandidaat stelt zich ontvankelijk op voor begeleiding door de vanwege de zorgaanbieder aangestelde medewerkers van de Woonkring. 9. De kandidaat dient geïndiceerd (via Wmo of CIZ) te zijn of te worden, voor het verkrijgen van een PGB of Zorg in natura (ZIN) en stelt de daaruit te ontvangen uitkering (mede) ter beschikking voor de begeleiding in de Woonkring. 10. De kandidaat dient naast de PGB of Zorg in natura voldoende inkomen (verdiensten uit werk of uitkering of anderszins) te hebben om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. 11. De kandidaat moet zich akkoord verklaren met rechtstreekse inhouding van huur, servicekosten en kosten voor begeleiding.
70
MODEL TOELATINGSCRITERIA- EN PROCEDURE
12. De kandidaat verklaart zich akkoord met de voor de Woonkring geldende huisregels. 13. De kandidaat maakt geen excessief gebruik van alcohol en maakt geen gebruik van drugs. 14. De kandidaat is niet regelmatig in contact (geweest) met justitie en vertoont geen structureel agressief of provocerend gedrag. 15. De kandidaat moet bereid zijn om de deelnemersvoorwaarden en het individueel begeleidingscontract te ondertekenen. 16. De kandidaat moet er mee akkoord gaan dat, voor zover nog niet aanwezig, hij/zij een belangenbehartiger benoemt, die hem/haar met raad en daad bijstaat op die punten, waar dit nodig is. ‘s-Hertogenbosch, september 2011
LEIDRAAD WOONKRINGEN
71
G.
Bijlage Zorgvisie Woonkring Uden
Tussen de Chapeau Woonkring Uden en de zorgaanbieder ASVZ, die de begeleiding uitvoert, is de hieronder vermelde ‘Zorgvisie’ vastgesteld: De kern van de visie De dienstverlening bestaat uit: •
begeleiding bij wonen;
•
begeleiding bij maatschappelijke participatie;
•
ondersteuning bij behandeling.
Centrale begrippen in de uitgangspunten zijn: •
autonomie van de cliënt;
•
nabijheid èn professionaliteit in begeleiding;
•
samenwerking met het sociale netwerk rond de cliënt;
•
samenwerking met dienstverleners.
Uitgangspunten, visie en indicatoren Bij de begeleiding op alle genoemde gebieden (wonen, participatie en ondersteuning van behandeling) wordt uitgegaan van de eigen kracht en autonomie van de cliënten. Visie Het accent bij de begeleiding ligt voornamelijk op het aanspreken en versterken van de aanwezige vermogens van cliënten. Minder op diens tekorten en kwalen. De begeleiding is vooral gericht op het creëren van voorwaarden voor het zelfstandig handelen en beslissen van de cliënt. Regelmatige contacten en het ontwikkelen van een vertrouwensrelatie zijn daarvoor belangrijk. Deze benadering kent natuurlijk zijn grenzen. Waar de cliënt niet in staat is om eigenstandig te beslissen en te handelen gaat begeleiding over in leiding. Dit is het meest duidelijk in crisissituaties en situaties die de competenties van de cliënt te boven gaan.
72
AANBIEDING ASVZ ZORGDIENSTEN
Indicatoren Over uitzonderlijke situaties wordt gerapporteerd aan het locale bestuur. Geaggregeerde rapportages van crises (jaarlijks) zijn beleidsmatig van belang als indicatie voor de mate waarin de begeleiding in staat is gebleken crises te voorkomen. Per cliënt wordt een begeleidingsplan opgesteld samen met naastbetrokkenen waarin tevens de vorderingen opgenomen worden. Begeleiding is gericht op een veilig leef- en woonklimaat Visie
Gezien de kwetsbaarheden van de bewoners is begeleiding gericht op een veilige sfeer waarin de bewoner zichzelf kan zijn, en worden er voldoende voorwaarden gecreëerd voor sociale veiligheid. De bewoners worden actief benaderd als zij zich te veel terugtrekken. Zij worden uitgenodigd om aan gemeenschappelijke activiteiten deel te nemen. Naasten worden actief betrokken bij het wel en wee van bewoners. Het ontwikkelen van een sociaal netwerk wordt actief nagestreefd. De relatie met de buurt wordt op natuurlijke wijze gestimuleerd, om te voorkomen dat de woonkring een sociaal eiland in de buurt vormt. De begeleiding houdt de vinger aan de pols bij de uitvoering van de behandeling ter voorkoming van terugval en crises. Deze ziet er op toe dat de cliënt meewerkt aan de behandeling, omdat de behandeling een belangrijke voorwaarde is voor de veiligheid van de bewoner en de deelname aan activiteiten. Er wordt actief samengewerkt met behandelaren en naasten. Indicatoren Jaarlijks wordt aan het locale bestuur in geaggregeerde vorm gerapporteerd over de deelname aan gemeenschappelijke activiteiten. Jaarlijks wordt aan het locale bestuur in geaggregeerde vorm gerapporteerd over incidenten in voortgang van de behandeling van cliënten
LEIDRAAD WOONKRINGEN
73
Begeleiding is gericht op optimale maatschappelijke participatie van de cliënt Visie Het zelfstandig wonen met ruggensteun is een belangrijke voorwaarde om beter deel te nemen aan de maatschappij. Dat geldt voor de arbeidsituaties, voor opleiding, voor vrijwilligerswerk en voor besteding van de vrije tijd. Deelname aan activiteiten binnen de woonkring is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Met externe organisaties worden contacten gelegd om dagbesteding en arbeid te organiseren. Instanties die deelname aan betaalde arbeid faciliteren worden, zo nodig, ingeschakeld. Het begeleidingsteam van de Chapeau Woonkring beschikt over een uitgebreid net van contacten die de maatschappelijke participatie van cliënten bevorderen. In elk individueel begeleidingsplan staat aangegeven aan welke maatschappelijke activiteiten en opleiding een cliënt deelneemt en in welke omvang. Ook staan de initiatieven voor nieuwe activiteiten beschreven. Jaarlijks worden in elk begeleidingsplan de resultaten van maatschappelijke participatie vermeld. Indicatoren Jaarlijks wordt aan het locale bestuur in geaggregeerde vorm verslag gedaan van de vorderingen op het terrein van maatschappelijke participatie, onderscheiden naar vrijetijdsbesteding (extern), vrijwilligerswerk, opleiding en arbeid. Begeleiding betekent een vertrouwensrelatie aangaan en professionaliteit standaarden hanteren Visie In deze benadering worden de volgende vereisten voor goede zorg geformuleerd: •
Vakmanschap, je vak kennen, reflectie, leren
•
Gevoel voor subtiliteit en kleine signalen
•
Praktische wijsheid om in verschillen-de situaties de juiste keuzes te maken
•
Liefdevolle trouw, niet verlaten wanneer het niet goed gaat of er terugval is.
74
AANBIEDING ASVZ ZORGDIENSTEN
In de praktijk betekent het dat naast de kwaliteiten in bejegening en omgang met bewoners, ook specifiek kennis en vaardigheden worden gevraagd: •
Kennis van het ziektebeeld en vaardigheden om met specifieke gedragingen om te gaan;
•
kennis over vormen van maatschappelijke dienstverlening;
•
interactievaardigheden;
•
omgang met leed en verlies;
•
kennis over arbeidsreïntegratie;
•
vaardigheid in activiteitenbegeleiding.
Er vindt supervisie en intervisie plaats. Indicatoren Jaarlijks wordt door de teamleider verslag gedaan aan het locale bestuur van de kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingen van het team inclusief een terugblik op de uitvoering van het scholingsplan, alsmede een plan voor het erop volgende jaar (voor het team alsook voor de teamleden afzonderlijk). De relatie met het beleid van Chapeau Woonkringen Het lokale bestuur staat op enige afstand van de uitvoering. Het bestuur stuurt indirect en hoofdzakelijk op resultaten. Naast financiële gegevens over inkomsten en besteding van de financiële middelen wil het bestuur zich in haar besluitvorming laten leiden door de resultaten die op de indicatoren worden behaald. Het bestuur bevordert de belangen van de woonkring actief en houdt zich steeds beschikbaar voor contacten met instanties rond de dienstverlening. ‘s-Hertogenbosch, 15 augustus 2013 Stichting Chapeau Woonkringen
LEIDRAAD WOONKRINGEN
75