Champignons kweken in de klas Inleiding Welkom bij het project champignons kweken in de klas. Paddenstoelen horen bij de herfst en zijn bijna overal te vinden. Paddenstoelen hebben iets mysterieus, alleen al op de manier waarop ze groeien en zich vermeerderen. Door zelf champignons te kweken in de klas is het mogelijk om de ontwikkeling en de groei van de paddenstoel te volgen. Het is fascinerend om te zien dat er uit zwarte aarde, kleine bolletjes en vervolgens grote champignons ontstaan. Het kweekpakket voor champignons vormt de basis van deze lesbrief. De gekweekte paddenstoelen zijn vervolgens te gebruiken bij de verschillende opdrachten. Aan een paddenstoel valt heel wat te ontdekken. De nadruk ligt op het waarnemen met alle zintuigen en zo te ontdekken wat paddenstoelen zijn, hoe ze groeien, vermeerderen, hoe ze gekweekt worden, hoe ze smaken en wat de belangrijkste werkzaamheden zijn van een paddenstoelenkweker. Veel plezier bij dit project Marjolein Staal NME-coördinator
Wat hoort bij dit project • deze lesbrief • champignonkweekbak met dekaarde en een laag met champignongmycelium geënte compost
Wat moet u zelf regelen • werkbladen kopiëren • materiaal voor de lessen • plantenspuit
Voor wie is dit project bedoeld Groep 7 van de basisschool.
Evaluatie In deze lesbrief treft u een evaluatieformulier aan. Wilt u dit formulier invullen en opsturen? U kunt dit ook digitaal doen: www.klyster.nl/evaluatie/champignons
Champignons kweken in de klas | 1 |
Het project ‘Natuur in de klas: champignons kweken’ is een initiatief van NME-Centrum De Klyster en samengesteld door Pyke Kroes en Marjolein Staal. De Klyster is het intergemeentelijk Centrum voor Natuur en Milieu-educatie van de gemeenten Dongeradeel, Dantumadeel en Kollumerland c.a. De lesbrief is bestemd voor de scholen uit de klysterregio die lid zijn van De Klyster. Derden mogen niet zonder voorafgaande toestemming gebruik maken van ons educatief materiaal. De lessuggesties zijn ondermeer gehaald uit de veldwerkkist Paddenstoelen / Poddestuollen die is ontwikkeld door Pyke Kroes en gereserveerd kan worden via www.klyster.nl Tevens zijn lessuggesties gehaald van Het Kleine Loo (2005) en het Lesproject paddenstoelen van Provinciale Groendomeinen Mechelen (2009)
Vragen Bel dan met NME Centrum De Klyster 0511-425555 en spreek de voicemail in. U wordt z.sp.m. teruggebeld. Of mail
[email protected]
Meer weten? www.klyster.nl kijk bij “links”
Referenties en nuttige info: • www.kinderpleinen.nl • www.paddenstoelen.startpagina.nl • Natuur aan de basis: tijdschrift voor natuur-,milieu- en technologieonderwijs (11e jaargang nummer 1&4)
Champignons kweken in de klas | 2 |
Verzorgingsinstructies Voorbereiding In het plastic kratje vind je: • dekaarde • een laag met champignonmycelium geënte compost Zet het kratje neer bij een temperatuur van 15-20 graden Celsius. Het kratje kan gewoon in het klaslokaal staan. Dus niet in het donker. Liefst niet in de vensterbank, daar wordt het snel te warm of te droog door de CV. Leg een plastic zak onder het krat, anders krijg je kringen. Het is leuk om een speciale champignontafel in te richten. (hierop zet je informatie, plaatjes, champignon producten zoals soep, saus, champignons in een pot).
Verzorging Je houdt de aarde vochtig met de plantenspuit. Als er flink wat wite knopjes op de aarde te voorschijn komen, geef dan wat meer water met een gietertje. De aarde moet vochtig zijn, maar niet te nat.
Oogsten De champignons uitdraaien, niet trekken, anders beschadigt de dekaarde laag. Na het oogsten de beschadigde plekken opvullen met vochtige aarde. Oogst de champignons niet te klein. Laat ook een paar champignons groeien zo groot groeien als ze kunnen. Eén á twee weken na de eerste oogst komt de tweede. Je krijgt maximaal 6 vluchten. (Een oogst heet in champignon taal een vlucht) Regelmatig, maar spaarzaam water geven. Na de derde vlucht komen er minder champignons en geef je ook minder water.
Champignons kweken in de klas | 3 |
Achtergrondinformatie paddenstoelenteelt In Nederland zijn ongeveer 600 paddenstoelenkwekerijen die met elkaar 240 miljoen kilo champignons kweken met een waarde van 270 miljoen euro. Iets meer dan de helft van deze champignons wordt in blik of glas verpakt en gaat naar het buitenland. De rest van de champignons wordt, vers verpakt, in binnen- en buitenland verkocht.
Ontdekking In 1650 ontdekte een Franse meloenenkweker de teelt van eetbare paddenstoelen. Hij merkte dat op de afgewerkte grond van de meloenen spontaan champignons groeiden. Omstreeks 1900 werden in de mergelgrotten in Limburg champignons op grote schaal gekweekt. Dat kon daar omdat het in deze grotten altijd donker en vochtig is. Die champignons waren bruin, groot en sterk geschubd. Later werd een crèmekleurige champignon gekweekt. In 1927 werd tussen de crèmekleurige champignons een witte champignon aangetroffen.Van deze champignon komen de champignons zoals wij ze nu kennen.
De groei van paddenstoelen Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van zwammen. Zwammen zijn netwerken van draden die hun voedsel halen uit levende en dode planten en resten daarvan. Er is zelfs een soort die op een levende rups woont en dat diertje geleidelijk opeet. Ze groeien in een warme en heel vochtige omgeving. Als de temperatuur daalt (bij ons in de herfst) maken ze vruchten (paddenstoelen) om te zorgen dat de soort blijft bestaan. In de hoed van een paddenstoel zitten heel kleine sporen. Ze zijn zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien zitten. Als ze rijp zijn, vallen ze uit de hoed en worden ze met de wind meegenomen. Als een spore in een goede voedingsbodem terecht komt, gaat ze kiemen. De spore groeit uit tot een netwerk van draden. Dat netwerk wordt ook wel mycelium, schimmelpluis of zwamvlok genoemd. De draden voeden zich met niet-verteerde resten van bladeren, naalden, takjes en hout. Op sommige plekken in het mycelium komen dikkere draden waaruit kleine knoppen ontstaan die boven de aarde uitkomen. Binnen een paar dagen groeit zo’n knopje uit tot een paddenstoel. Paddenstoelen kunnen veel water opnemen. Daardoor groeien ze zo hard als het vochtig weer is en lijkt het alsof ze de grond uitschieten. De plant van de paddenstoel groeit onder de grond en heeft geen bladgroen. Het zonlicht heeft dus geen effect op de groei. Paddenstoelen worden gegeten door slakken, kevers, muizen, konijnen, eekhoorns, reeën en mensen. Champignons kweken in de klas | 4 |
Als ze niet worden opgegeten, vergaan ze en komen er weer waardevolle stoffen in de grond. Daarvan leven bomen, planten en struiken. Er bestaan heel veel verschillende soorten paddenstoelen in Nederland. Schimmel die bijvoorbeeld op brood of kaas verchijnt, is ook een zwam, maar eentje die geen grote paddenstoelen maakt.
Speciale compost Champignons zijn nogal kieskeurig wat betreft hun voedingsbodem. Ze groeien het best op speciaal gemaakte compost, die vroeger door elke kweker afzonderlijk werd gemaakt. Tegenwoordig wordt de compost in grote hoeveelheden in een fabriek gemaakt en naar de kwekers gebracht.Vrijwel alle paddenstoelenkwekers zijn lid van de CNC, de Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging. Dit is een organisatie die de belangen behartigt van de paddenstoelenkwekers. Met elkaar hebben ze milieuvriendelijke compostfabrieken opgericht. De compost wordt in langwerpige hopen gemaakt van paardenmest, kippenmest en stro. Die worden twee weken lang met water begoten zodat ze goed doordrenkt zijn. Daardoor gaat het mengsel broeien en wordt de temperatuur 60 tot 80 graden Celsius. Na twee à drie weken wordt de compost in gesloten tunnels gepasteuriseerd. Hierbij worden de ziektekiemen en de bacteriën gedood. In een laboratorium laat men de sporen van de champignon op graankorrels groeien. Uit de sporen groeien schimmeldraden, het mycelium, dat de graankorrel van binnenuit ‘opeet’. Als de graankorrels bijna zijn ‘opgegeten’, worden ze door de compost gemengd zodat het mycelium daar verder kan gaan groeien. Na twee weken is het mycelium door de compost gegroeid. De compost wordt dan in gesloten vrachtwagens naar de kwekers gebracht. Het composteren en pasteuriseren en de myceliumgroei vinden plaats in grote, gesloten hallen op een milieuvriendelijke, stankvrije manier.
Cellen met bedden Op een champignonbedrijf staan rechthoekige gebouwen die verdeeld zijn in cellen. Een cel is een donkere, rechthoekige ruimte met een grote buitendeur. Er staan stapelbedden in van vijf etages. Elk bed is een lange metalen bak. Daarop wordt een laag compost met dekaarde gespreid waarin de champignons worden gekweekt. Een champignonkweker heeft meerdere cellen waar champignons in verschillende stadia gekweekt worden, zodat hij niet alles tegelijk hoeft te oogsten. Op een paddenstoelenbedrijf wordt de natuur, die er ongeveer een jaar over doet om paddenstoelen te maken, in drie weken nagebootst. De compost wordt met een machine in een laag van 30 cm op de bedden gelegd.Vroeger was dit heel zwaar werk omdat alles met de hand moest gebeuren. Nu trekt een machine de compost op een doek de bedden in. De compost wordt aangedrukt tot een dikte van 18 cm. Met een speciale douche wordt water gegeven. De temperatuur in de cel is dan 14 à 15 graden Celsius. Doordat de compost gaat broeien, stijgt de temperatuur naar 25 graden Celsius. Het mycelium gaat dan heel hard groeien. Als het mycelium flink gegroeid is, wordt het met een frees goed met de compost gemengd. Daarna gaat een laag dekaarde over de compost heen. Dat gebeurt om vocht vast te houden en het mycelium Champignons kweken in de klas | 5 |
de kans te geven om knoppen te vormen. Na twee weken brengt de teler de temperatuur in de cel terug naar 18 graden Celsius. Na deze ‘herfstschok’ gaat het mycelium knoppen maken. Al snel groeien daaruit champignons. Binnen een week staat het bed er vol mee.
Eerste vlucht Het plukken moet voorzichtig gebeuren om beschadigingen te voorkomen. De champignons worden met een draaiende beweging van het bed afgehaald. Het voetje wordt eraf gesneden en de champignon wordt in een bakje gelegd. De eerste oogst heet ‘eerste vlucht’. Na een week kan voor de tweede keer geoogst worden. In totaal komen er drie, hooguit vier vluchten van een bed. Champignons die vers worden verkocht, worden met de hand geplukt, gesorteerd en verpakt. Bij het sorteren wordt gelet op vorm, stevigheid, kleur, grootte en beschadigingen. Ook wordt gekeken of de hoed gesloten is en of de champignons schoon zijn. Champignons die in potten of blikken gaan, worden machinaal geoogst. Een machine rijdt over het bed en snijdt alle champignons in één keer af. De uitgewerkte compost wordt doodgestoomd. Daarna gaat de compost naar aspergetelers of naar vollegrondsgroentetelers die hun land ermee bemesten.
Andere eetbare paddenstoelen Behalve champignons worden in Nederland ook steeds meer oesterzwammen, kastanjechampignons, reuzenchampignons en shii-take gekweekt en gegeten. Ze bevatten vitamine C, veel eiwit, kalium en calcium.Verder hebben ze bijzondere geur- en smaakstoffen die wij erg lekker vinden. Oesterzwammen hebben een korte steel en een grote, ingedeukte hoed. De lamellen aan de onderkant van de hoed zijn goed te zien. In het wild groeien oesterzwammen op boomstammen. Ze groeien in groepjes van tien paddenstoelen bij elkaar die samen een kilo wegen. In ons land worden ze gekweekt op balen stro die in plastic verpakt zijn. In de pakken zit het oesterzwammenbroed. De kweker maakt in de pakken stro sneden op de plekken waaruit hij de oesterzwammen wil laten komen.Van een pak komen twee vluchten, twee oogsten dus. Oesterzwammen groeien langzamer dan champignons. Het uitgewerkte stro gaat naar veehouders. Het plastic dat om het stro zit, wordt apart ingezameld en afgevoerd. De shii-take komt oorspronkelijk uit Japan. Hij heeft een ronde bruine platte hoed en een witte steel. Hij groeit op afval van eikenhout en wordt geteeld om zijn geneeskrachtige werking. Het eten van shii-take verlaagt hoge bloeddruk en vermindert het cholesterolgehalte in het bloed.
Milieubewust Paddenstoelenkwekers gaan op een milieubewuste manier te werk. De kwekers houden zich aan de afspraak met de overheid die is uitgewerkt in de richtlijnen van het MBT-programma. MBT betekent Champignons kweken in de klas | 6 |
Milieubewuste Teelt. Enkele telers telen volgens het Milieukeur. Ook zijn er telers die EKO telen. Bij de teelt van Milieukeur-paddenstoelen zijn extra strenge regels gesteld aan het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Eko-telers gebruiken helemaal geen chemische gewasbeschermingsmiddelen. De bedden waarin champignons worden geteeld, zijn van metaal en niet meer van hout. In de houten bedden nestelden zich allerlei schimmels en bacteriën die de paddenstoelen ziek konden maken.Voor het ontsmetten van deze bedden moesten agressieve middelen gebruikt worden. Met de metalen bedden is dat niet nodig. Alle bedrijven zijn aangesloten op de riolering. Het composteringsproces is een gesloten circuit, zodat er geen schadelijke stoffen en gassen in het milieu terecht komen. De gebruikte gewasbeschermingsmiddelen worden geregistreerd, waardoor er bewuster mee wordt omgegaan. Ook de ontsmettingsmiddelen die worden gebruikt, worden geregistreerd. In de cellen worden signaalplaten of vliegenlampen gebruikt zodat vroegtijdig maatregelen genomen kunnen worden tegen vliegen- of muggenplagen. De inlaatlucht wordt gefilterd waardoor allerlei ziektekiemen niet of moeilijk binnen kunnen komen.
Champignons kweken in de klas | 7 |
Lessuggesties Lessuggestie 1: Woordweb Materiaal:
bord, werkblad 1A t/m 1E
Werkvorm:
klassikaal en individueel
Tijdsduur:
15 minuten
Uitvoering:
Maak een woordweb rond het woord champignons. Laat de kinderen daarna werkblad 1A t/m 1D lezen en daarna werkblad 1E invullen. N.B. In werkblad 1A t/m 1D zijn paddenstoelen nog geschreven met de oude spelling.
Lessuggestie 2: Filmpjes op beeldbank Materialen:
digitaal schoolbord, filmpje op www.schooltv.nl/beeldbank: champignons en eetbare paddenstoelen
Werkvorm:
klassikaal
Tijdsduur:
5 minuten
Uitvoering:
Bekijk de filmpjes.
Lessuggestie 3: Champignons kweken in de klas Materialen:
kweekbak, dekaarde, een laag met champignon mycelium en werkblad 2
Werkvorm:
groepjes en kringgesprek
Uitvoering:
Zorg dat er 2 keer per week tijd is om met de kinderen in de bak met aarde te kijken. Laat de kinderen werkblad 2 iedere keer invullen.
Champignons kweken in de klas | 8 |
Lessuggestie 4: Champignons oogsten Materialen:
geoogste champignon, mesje, draad, liniaal en werkblad 3
Werkvorm:
groepjes en individueel
Tijdsduur:
30 minuten
Uitvoering:
Ieder kind krijgt een champignon. Laat de kinderen de champignon goed bekijken, liefst met een loep. Laat de kinderen werkblad 3 invullen.
Lessuggestie 5: Plaatjes of buisjes Materiaal:
ieder kind krijgt een geoogste champignon
Werkvorm:
individueel en kringgesprek
Tijdsduur:
5 minuten
Uitvoering:
Vertel onderstaande tekst. Hierin wordt het verschil tussen een plaatjes- en buisjeszwam uitgelegd. Zitten er onder de hoed streepjes (net als bij de champignon), dan is het een plaatjeszwam. Zitten er buisjes dan is het een buisjeszwam. Teken een voorbeeld op het bord. Ieder kind krijgt een champignon. Laat de kinderen de champignon goed bekijken en dwars doorsnijden. Kunnen ze het aantal plaatjes tellen?
Lessuggestie 6: Sporenfiguur Materialen:
ieder kind een geoogste champignon, wit papier, glas en werkblad 4
Werkvorm:
individueel en kringgesprek
Tijdsduur:
10 minuten
Uitvoering:
De kinderen vullen werkblad 4 in. De hoed van de champignon wordt op een papier gelegd met een glas erover. Wat zal er gebeuren? Als de hoed opgetild wordt, liggen de donkergekleurde Champignons kweken in de klas | 9 |
sporen verdeeld op het papier. Tenminste als de champignon rijp is. Bij een jonge champignon zijn de sporen nog licht roze en vallen ze er nog niet uit.Vergelijk het met de pitjes van een rijpe en een onrijpe appel. Die hebben ook een andere kleur. Waarom? Als een paddenstoel rijp is, laat het zijn sporen los in de hoop verder te kunnen groeien tot een zwamvlok (mycelium).
Lessuggestie 7: Champignonsoep Materialen:
werkblad 5, 1 doosje champignons, 25 gram boter, 1 liter bouillon, 30 gram bloem, zout, peper, koffieroom, water, 1 pan van 1,5 liter, litermaat, mes, houten lepel, warmtebron
Werkvorm:
in groepjes
Tijdsduur:
half uur
Uitvoering:
De kinderen maken in groepjes of klassikaal champignonsoep m.b.v. werkblad 5.
Lessuggestie 8: Schimmels kweken Materialen:
werkblad 6, 3 boterhammen, 3 afgesloten plastic zakjes
Werkvorm:
klassikaal
Tijdsduur:
iedere dag 5 minuten
Uitvoering:
De paddenstoel is eigenlijk de vrucht van een schimmel. Om na te gaan hoe schimmels ontstaan gaan de kinderen schimmels kweken in plastic zakjes. De kinderen vullen iedere dag, indien nodig, werkblad 6 in.
Champignons kweken in de klas | 10 |
Lessuggestie 9: Knutselen Materialen:
rode/witte breiwol en een beetje wit vilt, draad, naald, dik karton, stift, schaar, lijm en werkblad 7
Tijdsduur:
45 minuten
Werkvorm:
individueel
Uitvoering:
Deze paddenstoel is een combinatie van handwerken en knutselen. De hoed is gemaakt van een pompoen en de stam bestaat uit een WC- rolletje omwikkeld met vilt. De kinderen volgen de werkwijze op werkblad 7.
Lessuggestie 10: Waanzinnig om te weten Materialen:
werkblad 8
Werkvorm:
groepjes of individueel
Tijdsduur:
30 minuten
Uitvoering:
De leerlingen kunnen uit werkblad 8 een opdracht kiezen die ze nader willen onderzoeken. Internet kan hierbij een goed hulpmiddel zijn.
Champignons kweken in de klas | 11 |
Lessuggestje 11: Ferhaal Materialen:
wurkblêd 9
Wurkfoarm: klassikaal of yndividueel Tiid:
15 minuten
Utfiering:
De bern lêze it ferhaal op wurkblêd 9. Of de learkrêft lêst it ferhaal foar yn ‘e klasse.
Lessuggestie 12: De kringloop Materialen:
werkblad 10
Werkvorm:
individueel
Tijdsduur:
10 minuten
Uitvoering:
De leerlingen maken werkblad 10 en maken kennis met de paddenstoel als onderdeel van de kringloop als opruimer en afvaleter.
Antwoord:
Champignons kweken in de klas | 12 |
Nodig: Kweekbak, dekaarde, een laag met champignon mycelium, viltstift, mesje, plantenspuit, vergrootglas en liniaal
..
In de kweekbak vind je: Dekaarde Een laag met champignonmycelium geënte compost Zet het kratje neer bij een temperatuur van 15-20 graden Celsius. Het kratje kan gewoon in het klaslokaal staan. Dus niet in het donker. Liefst niet in de vensterbank, daar wordt het snel te warm of te droog door de CV. Leg een plastic zak onder het krat, anders krijg je kringen. Je houdt de aarde vochtig met de plantenspuit. Als er flink wat witte knopjes op de aarde te voorschijn komen, geef dan wat meer water met een gietertje. De aarde moet vochtig zijn, maar niet te nat. 1.
Ga met je groepje rond de kweekbak zitten. Schrijf eens op wat je ziet .............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. .............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
2.
3.
Neem de vilstift en zet op de bovenkant van een piepklein paddenstoeltje voorzichtig een stip. Meet de grootte met de liniaal. Noteer hieronder elke dag de groei 1e meeting: datum ……………… .
de hoed is … … … … … … … … … . . . mm
2e meeting: datum ……………… .
de hoed is … … … … … … … … … . . . mm
3e meeting: datum ……………… .
de hoed is … … … … … … … … … . . . mm
4e meeting: datum ……………… .
de hoed is … … … … … … … … … . . . mm
5e meeting: datum ……………… .
de hoed is … … … … … … … … … . . . mm
6e meeting: datum ……………… .
de hoed is … … … … … … … … … . . . mm
Maak elke keer als je meet ook een tekening van de champignon in één van de vakjes hieronder
Deze paddenstoel is een combinatie van handwerken en knutselen. De hoed is gemaakt van een pompoen en de stam bestaat uit een WC- rolletje omwikkeld met vilt.
.. ..
Nodig : Rode/ witte breiwol en een beetje wit vilt Draad en naald om pompoen te maken Dik karton Stift,schaar en lijm
Werkwijze hoed: 1.
Knip twee cirkels met een doorsnee van 15 cm uit karton met in het midden een gat met een doorsnee van 3cm.
2.
Leg de twee rondjes met de gaten erin op elkaar
3.
Knip een dubbele lange rode draad en rijg deze door de maasnaald, omwikkel de rondjes. Hou met de linkerduim het uiteinde van de draden vast, zodat deze niet los schiet. Ga de eerste paar slagen over het uiteinde zodat deze vast komt te zitten.
4.
Wikkel zo gelijkmatig mogelijk. Als de draad op is, begint je weer met een nieuwe.
5. 6.
Houd aan de onderkant van een cirkel 5 cm open (hier omwikkel je niet). Als je één laag rood hebt gewikkeld, wikkel dan op bepaalde plaatsen met wit, zie afbeelding.
7.
Hierna omwikkel je weer een laag met rood en daarna wikkel je weer met wit op bepaalde plaatsen, herhaal dit totdat het gat helemaal gevuld is.
8.
Neem een schaar met goede, scherpe punten. Steek de onderste punt tussen de twee rondjes (de wol op die plaats iets opzij schuiven).
9.
Hou je duim stevig op het gat en knip alle wol op de kant door, zorg er voor dat de onderste schaarpunt tussen de 2 rondjes blijft.
10.
Tijdens het ronddraaien je duim steeds voorzichtig verplaatsen, alle draadjes zitten nu los.
11.
Als alle windingen doorgeknipt zijn, neem je een stevige dubbele draad en trekt die tussen de 2 rondjes door.
12.
De draad stevig aantrekken en vastzetten met een knoop. De draadeinden niet afknippen, deze gebruik je later voor het vast zetten.
13.
Trek de 2 rondjes van elkaar en de pompoen schiet er vanzelf tussenuit.
14.
Schud de bal goed uit en knip eventuele uitsteeksels af. Door de pompoen boven stoom te houden wordt ze nog zachter en pluiziger.
Werkwijze stam: 1.
Knip een WC-rolletje door de helft.
2.
Knip een strook wit vilt op maat, zodat het hele rolletje wordt bedekt en plak deze vast.
3.
Knip uit licht bruin vilt een deur van 4 bij 5 cm en rond de bovenkant af, plak de deur op de stam
4.
Knip uit licht bruin vilt een schoorsteen van 4 bij 5 cm, rol de strook op en plak deze vast op de hoed van de paddenstoel
5.
Teken met zwarte stift een raampje naast de deur.
6.
Bevestig de hoed met lijm op de stam van de paddenstoel
1. Hoe komt de paddenstoel aan zijn naam? a. Vroeger, heel lang geleden vonden mensen paddenstoelen maar enge dingen. Daarom dachten ze dat heksen en tovenaars het als stoel gebruikten. b. Vroeger dachten dat padden er ’s nachts erop gingen zitten. Daarom bedachten ze de naam ‘paddenstoelen’. c. De naam paddenstoel is bedacht door de kabouters.
2. Giftig of eetbaar? Vliegenzwammen zijn giftig, champignons niet. Hoe heet de giftigste paddenstoel? Maak een overzicht van eetbare en van giftige paddenstoelen.
3. De vliegenzwam Hoe groeit de vliegenzwam en hoe ziet hij eruit? Aan welke kinderliedjes doet deze paddenstoel denken? Wat is het duivelsei, wat zijn de witte stippen? Waar zitten de sporen? De vliegenzwam is de paddenstoel van de kabouters. Waarom zou dat zijn? Waarom denk je dat de Noormannen vroeger vliegenzwammen aten?
4. Paddenstoelenzoekkaart De kinderen van groep 1 en 2 willen ook graag paddenstoelen zoeken dichtbij school, maak een zoekkaart met 5 paddenstoelen die daar voorkomen. Teken met potlood de paddenstoelen of zoek plaatjes op internet.
5. Het raadsel van de heksenkringen De oorzaak van de paddenstoelen die in cirkels groeien is veel ingewikkelder dan tot nu toe werd aangenomen. Kun jij wijs worden uit de volgende gruwelijke geschiedenis en zeggen wat de juiste oorzaken zijn? a. Deze cirkels ontstonden na rondedansen van heksen. Waren er veel heksen dan was de cirkel groot! b. Op deze plek had de staart van de draak de grond geraakt om de ingang naar de onderwereld aan te geven. c. Op deze plek liggen de draden van de zwamvlok en aan de uiteinden daarvan groeien in een cirkel de vruchtlichamen en dat zijn de paddenstoelen. d. Op deze plek had een geit aan een touw in een weiland gegraasd. De geit wil altijd het gras langs de buitenste cirkel grazen waardoor net op de grens de paddenstoelen ontstaan. e. Op deze plek had een koe zijn uitwerpselen in een cirkel gedeponeerd, waarop de paddenstoelen groeien.
En dan noch in ferhaal yn it Frysk. Do witst no al aardich wat oer poddestuollen. Mar hast wolris fan in tsjernpaad heart? In tsjernpaad is in kring fan poddestuollen.Yn it Nederlânsk hjit it ‘heksenkring’ en yn it Ingelsk elfenkring. Eartiids tochten de minsken dat de heksen dêr byelkoar kamen. Dit ferhaal giet oer in famke Isabelle dy’t yn it jier 1834 yn in elfenkring stapte. En wat der doe barde ....... It famke Isabelle rint troch de strjitten fan Warwick. In hynstewein rattelt oer de dyk by har del. Isabelle ferfeelt har. Al har freondintsjes moatte thús helpe. At sy de hoeke omgiet, heart sy it timmerjen fan smid Barton ‘Kling, klang, bang!’ Wat in leven! Isabelle huppelt nei de wurkpleats fan Barton en sjocht nijsgjirrich troch de iepen doar nei binnen. Barton, de smid, slacht mei in grutte hammer op in stik izer. It swit rint him by de holle en de earms del. ‘Hoi Barton’, ropt Isabelle troch it lawaai hinne. Barton draait him om en laket. ‘Hoi Isabelle, moai datsto der bist. Hoe is ’t mei dy?’ Mmm, giet wol, ik ferfeel my in bytsje’, antwurdet Isabelle. ‘O, mar dan ha ik noch wol in putsje foar dy’, seit Barton en hy wiist nei in steapel hout. ‘Do meist wol wat hout helje foar it fjoer.Yn de bosk by de grutte iik lizze noch mear stamkes. Nim mar mei watsto hâlde kinst. Isabelle draaft de strjitte út nei de bosk. Nei in pear minuten is sy der al en rint it boskpaad del. It is lekker koel yn de bosk en rêstich. In fûgel begjint te fluitsjen en sa no en dan kreaket der wat. Mar fjirder is der gjin lûd. Isabelle is by de grutte iik en bûcht foaroer om it hout te pakken. Hé wat heart sy dêr? Sy giet rjocht op stean en harket nochris goed. Fjirderop heart sy muzyk. Gjin gewoane muzyk, nee, soks hat sy noch nea earder heart. Wa soe de muzyk meitsje? Nijsgjirrich rint sy fjirder yn de bosk it lûd temjitte. De muzyk wurd lûder en lûder, mar sy sjocht neat. Isabelle begjint te twifeljen. Fan har mem mei sy hjir net iens komme. Mar Isabelle wol witte wêr’t it lûd weikomt. En it liket wol at sy der hinne lutsen wurd. Sy rint tusken de beammen en de brannettels troch. De bosk wurd hieltyd tichter en tichter. Op guon plakken driuwt de dize foarby. ‘Au’ ropt Isabelle. Mei har hier is sy oan in tûke hingjen bleaun. Se skuort har los. Dan sjocht sy in pear meter foar har út in iepen plak yn ‘e bosk. Middenyn dat iepen plak steane in protte poddestuollen. En it frjemde is, dy steane yn in grutte kring. Isabelle rint der stadich hinne. De muzyk is no hiel hurd, mar der is neat te sjen. Dan bart it. Tsientallen lytse famkes mei wjukken en lange jurkjes sweve om Isabelle hinne. It binne elfkes. Isabelle wriuwt yn har eagen, dreamt sy of is it echt? It is echt! De elfkes dûnsje om har hinne en laitsje nei Isabelle. Sy dûnsje yn it midden fan de kring fan poddestuollen. Isabelle kin har fuotten net stil hâlde en begjint te dûnsjen en te dûnsjen. ‘Dit is leuk!’ ropt sy nei de elfkes en laket fan wille. Rûnom de elfenkring wurdt it tsjuster. It wurd nacht. En Isabelle? Isabelle dûnset noch altyd. It wurdt wer ljocht en de dei brekt oan. Isabelle dûnset en dûnset. Wiken, moannen, ja sels jierren geane foarby. Isabelle kin net mear ophâlde, sy moat dûnsje. Har fuotten dogge sear, har lichem is wurch, mar sy moat trochgean. Sy wol nei hûs mar de betsjoening fan de elfenkring hâld har yn it gefang.
Oan ‘t op in dei, sân jier letter, de muzyk fan de elfkes opnij yn de hiele bosk te hearren is. Barton, de smid, is krekt hout oan ‘t heljen, as ek hy troch dy moaie klanken nei de elfenkring lutsen wurdt. At Barton ticht by de kring is, sjocht hy Issabelle, dy ‘t nei al dy jierren noch hieltyd dûnset. ‘Isabelle, do libbest noch’, raast hy. ‘Wat in gelok! Wat dochsto dêr? Wêrom komst net mei nei hûs? Dyn heit en mem en eltsenien yn it doarp hat fertriet!’ Barton stapt mei ien foet oer de poddestuollen hinne. ‘Nee, stop Barton! Kom net yn de kring! De muzyk sil dy betjoene en do moatst dûnsje, krekt as ik!’ Warskôget Isabelle. Barton bliuwt fan skrik mei ien foet yn de elfenkring stean. Der bart neat. Gelokkich. ‘Mar Isabelle, ik kin dy hjir net achterlitte? Ik helje dy derút!’ En op dat stuit grypt Barton de hân fan Isabelle en skuort har út de elfenkring.Ynienen hâld de muzyk op fan spyljen en binne de elfkes fuort. Allinnich de kring fan poddestuollen binne der noch. ‘Kom ik bring dy nei hûs’, seit Barton en tilt de wurge Issabelle op. ‘De betsjoening fan de tsjernpaad is no, nei sân jier, ferbrutsen. Do hoechst net mear te dûnsjen’.
En is dit in wier bard ferhaal, ja of nee? Om dat út te finen is der mar ien oplossing. Sels besykje. Ik ha al in kear yn in tsjernpaad stien. Dus, hasto lef en do sjochst in kear in tsjernpaad, dan stapst der gewoan yn. It ienige wat dy oerkomme kin is datsto sân jier dûnsje moast. En dûnsje is nei myn betinken it moaiste wat der is.
1. Wij eten champignons. Maar in de natuur hebben paddenstoelen een hele andere functie. Welke denk je? ………………………………. 2. Hoe verdwijnen alle mooie herfstbladen? In de herfst vallen de bladeren van de bomen. Dit wordt natuurlijk afval genoemd. In de herfst regent het vaak en veel, waardoor de afgevallen bladeren door en door nat worden. Al die natte bladeren op de bodem vormen een prima plek voor schimmels, bacteriën en bodemdieren zoals pissebedden, duizendpoten en regenwormen.Vandaar dat wij in de herfst vaak veel paddenstoelen zien verschijnen. Een paddenstoel is immers een schimmel. En schimmels eten bladeren, takjes, dode dieren en uitwerpselen. Het zijn enorme afvaleters. Samen met slakken, wormen en andere kleine dieren verteren ze miljoenen kilogrammen bladeren. Ze verteren de plantenresten en ‘poepen’ het daarna weer uit. De voedingsstoffen (mineralen) die in de plantenresten zaten, komen op die manier weer terug in de grond. Daar worden de voedingsstoffen weer opgenomen door de wortels van de boom. De boom kan weer groeien en er komen weer bladeren aan de boom. Maar ook deze bladeren vallen weer van de bomen. En weer is het de paddenstoel die het opruimt. Dit stopt nooit en wordt daarom een kringloop genoemd. De paddenstoel is dus een opruimer in de voedselkringloop van de natuur. Ze spelen een zeer belangrijke rol en kunnen absoluut niet gemist
worden!
Zet de dikgedrukte woorden uit de tekst in onderstaande tekening: Natuurlijke afval, bodem, schimmel, afvaleters, voedingsstoffen, wortels, bladeren aan de boom, kringloop.
Evaluatie De Klyster wil graag weten wat u en uw leerlingen van het project hebben gevonden. Tips, suggesties, verbeterpunten, alles is welkom, want hiermee kunnen we de kwaliteit verbeteren. Wilt u daarom dit formulier invullen? Naam school: Leerkracht: Groep: ........................ met ...... leerlingen 1.
Hoe beoordeelt u het geleverde materiaal? onvoldoende voldoende goed zeer goed
2.
Hoe beoordeelt u de verzorgingsinstructies? onvoldoende voldoende goed zeer goed
3.
Wat vindt u van de lesbrief? onvoldoende voldoende
goed
zeer goed
4.
Hoe beoordeelt u de rol van De Klyster in dit project? onvoldoende voldoende goed zeer goed
5.
Kunt u kort beschrijven wat de kinderen van het champignonproject hebben gevonden?
.............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . .............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.
Hebt u tips, suggesties, verbeterpunten?
............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . ............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . .............................................. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . 7.
Wat voor cijfer geeft u het totale project Champignons in de Klas? (kies uit een cijfer tussen 1 en 10)
..................................... Heeft u leuke verhalen of foto’s over dit project. Dan houden we ons aanbevolen!
[email protected] Of schrijf een korte recensie op de site! (www.klyster.nl/recensies) Hartelijk bedankt voor het invullen. U kunt dit formulier sturen naar: NME-Centrum De Klyster Doniawei 95 9104 GK DAMWALD U kunt het formulier ook digitaal invullen. U vindt dit formulier op onze site www.klyster.nl/evaluatie/champignons