CENTER OF EXPERTISE (CoE) SMART SUSTAINABLE CITIES November 2013
In opdracht van Hogeschool Utrecht
INHOUDSOPGAVE 5
Achtergrond
6
Thema 1 | Stedelijke gebieden energieneutraal Energieneutraliteit op gebiedsniveau, waarbij de stedelijke inrichting, gebouwen en hun functies integraal beschouwd worden
8
Thema 2 | Circulaire economie Businesscase en energieneutraal voor particuliere & sociale woningmarkt en voor publieke & private utiliteitsbouw
12
Thema 3 | Optimale ketens Energiegebruik versus (her)gebruik grondstoffen, materialen en bouwproducten
16
Thema 4 | Gezonde gebouwen Bewoner en werknemer in een gezonde stad
18
Thema 5 | Mobiele toekomst Duurzame mobiliteit in de stad in relatie tot wonen en werken
20
Thema 6 | Human Technology Wisselwerking tussen gebruiker en technologie
22
Deelnemende bedrijven
O.
ACHTERGROND De HU ontwikkelt een businessplan voor het Center of Expertise (CoE) Smart Sustainable Cities. Dit CoE’s wordt een vehicel voor de Hogeschool Utrecht om zich op een specifiek thema te profileren en samenwerking met het bedrijfsleven verder vorm te geven. Daarom wordt de agenda van een CoE in samenwerking met bedrijven ontwikkeld. Op vrijdag 1 november organiseerde de Hogeschool Utrecht (FNT) een bedrijvenmiddag waar 75 vertegenwoordigers van 23 (regionale) bedrijven en organisaties aan hebben deelgenomen. Zes thema’s voor het Centre of Expertise “Smart Sustainable Cities” werden uitgediept. De bedrijvenmiddag had als doel: - gedeelde toekomstvisie op subthema’s ontwikkelen; - onderzoeksvragen afstemmen; - verwachtingen ontdekken van wat het CoE specifiek gaat doen vanuit een visie op de rol van HBO onderzoek en onderwijs, gericht op het verbinden en vertalen van wetenschap met de praktijk. Dit verslag is een weergave van de thema bijeenkomsten. De opbrengst van deze dag wordt verwerkt in een concept businessplan. Met de tafelheren/dames maakt het secretariaat een afspraak om de eerste versie van het businessplan te bespreken. We houden u op de hoogte van de voortgang.
4
5
THEMA 1
THEMA 1
STEDELIJKE GEBIEDEN ENERGIENEUTRAAL
STEDELIJKE GEBIEDEN ENERGIENEUTRAAL
ENERGIENEUTRALITEIT OP GEBIEDSNIVEAU, WAARBIJ DE STEDELIJKE INRICHTING, GEBOUWEN EN HUN FUNCTIES INTEGRAAL BESCHOUWD WORDEN
Dromen van een energieneutrale stad Wat is jouw droom als het gaat om een energieneutrale stad? Die vraag kreeg een divers gezelschap voorgeschoteld van vertegenwoordigers van de Hogeschool Utrecht, onderzoeksinstituut TNO, het Utrecht Sustainability Institute, Coöperatie EnergieU, Utrecht Science Park, TKI-EnerGo, Ecofys Consultancy en advies- en ingenieursbureau Grontmij. De workshop had als doel te komen tot een afbakening van onderzoeks- en onderwijsvragen waar het Centre of Expertise mee aan de slag kan. Leefbaarheid “Ik droom van een mooie, stille, leefbare stad waarin energie op een duurzame manier wordt opgewekt en waarin energieneutraliteit als normaal wordt gezien.” Deze droom van ‘softe waarden’ vond aan tafel weerklank van de deelnemers die een meer ‘harde invulling’ van de droom hadden. Zij droomden van de ontwikkeling van techniek die nodig is om energieneutraliteit in een gebied te bereiken. “Techniek moet adaptief zijn. Ontwerpen moeten functioneel en flexibel zijn. Opschaalbaarheid van het proces, de techniek en daardoor ook betaalbaarheid, daar droom ik van”, viel op te tekenen. “Ik droom van een stad waarbij alle techniek die nodig is om energieneutraal te zijn, onder de grond wordt aangebracht, of aan de rand van de binnenstedelijke gebieden. Dat in de stad zelf geleefd kan worden, liefst zonder gemotoriseerd verkeer. Rust, stilte, leefbaarheid.” Weer de term leefbaarheid die benadrukt wordt. De deelnemers aan tafel dromen kenbaar over een combinatie van infrastructuur, techniek en leefbaarheid waarbij inwoners dit als ‘normaal’ moeten zien. Een ambitieuze droom, een mooie droom. Maar hoe die te verwezenlijken? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan?
heeft het brainstormen geleid? Een voorbeeld kan zijn door studenten een praktijkcase aan te bieden. Zo kunnen de studenten aan de slag met het ontwerpen van een energieneutrale wijk. Een specifieke vraagstelling kan zijn: Hoe maak ik de Utrechtse wijk Lombok energieneutraal in 2020? Hoe vermarkt je energieneutrale systemen? Of, zoek de extremen op, zoals: hoe renoveer je in 1 dag naar energieneutraal niveau? Voorkeur Om de meest waardevolle vragen en ideeën naar boven te krijgen geeft iedere aanwezige vervolgens zijn of haar voorkeuren aan. Met behulp van stickers kunnen deelnemers aangeven welke onderzoeks- en onderwijsvragen hun voorkeur hebben (groene stickertjes) en waar ze warm van worden, waar ze zelf aan mee willen werken (rode stickertjes). ‘Hoe bied je eindgebruikers sturingsinformatie zo aan dat deze van een data brij tot begrijpelijke, gedrag beïnvloedende en enthousiasmerende informatie wordt’, bleek de vraagstelling met de meeste voorkeur. Andere vragen met veel voorkeur zijn ‘hoe bepaal je de total value of ownership voor een wijk?’ en ‘hoe leid je (post)HBO-studenten zo op dat de installatiesector van zwakke schakel binnen de bouwkolom een vooruitstrevend, betrouwbaar en enthousiasmerend onderdeel wordt?’ De meeste deelnemers aan de sessie worden warm van de vraag: hoe maken we complexe vraagstukken behapbaar voor beslissers? Ook bijval krijgen de vragen ‘hoe sluiten we aan bij de levenscyclus van gebouwen?’ en ‘hoe ziet de minimale uitvoering van een energieneutrale stad er uit en hoe de maximale?’
Draagvlak Gedrag van gebruikers wordt genoemd als een belangrijke voorwaarde; hoe krijg je het voor elkaar dat gebruikers enthousiast worden van energieneutraal leven? Het antwoord is te vinden in de 3 G’s: Geld, Geluk en Gemak. En communicatie, wordt geopperd. Om mensen mee te krijgen is communicatie naar de eindgebruiker van essentieel belang, zowel per individu als per groep/gebied. Dit wordt als essentieel aangemerkt om de nodige stappen te kunnen maken om tot een energieneutrale gemeenschap te komen. Over de technische voorwaarden heerst bij de deelnemers aan tafel een redelijke mate van consensus: de techniek is er al of zal er binnen niet al te lange tijd wel komen. Het is zaak die te vermarkten, en meer draagvlak te creëren. Vragen waar kan het Centre of Expertise mee aan de slag? Tot welke onderzoeks- en onderwijsvragen
6
7
THEMA 2
THEMA 2
CIRCULAIRE ECONOMIE
CIRCULAIRE ECONOMIE
BUSINESSCASE EN ENERGIENEUTRAAL VOOR PARTICULIERE & SOCIALE WONINGMARKT EN VOOR PUBLIEKE & PRIVATE UTILITEITSBOUW Waarom een circulaire economie? In de workshopgroep over circulaire economie bespraken de deelenemers allereerst waarom circulaire economie van belang is; omdat het een oplossing kan bieden voor de eindigheid van grondstoffen. Dit brengt sociaal, maatschappelijk belang met zich mee: wanneer we niet ingrijpen in de huidige vorm van omgaan met grondstoffen, zullen deze opraken. Mensen kunnen dan niet op de huidige manier in huizen en steden blijven wonen. Dromen Een visie op circulaire economie, wat is het droombeeld van de workshopleden? Een gezamelijke droom is het hebben van een ‘radicale’ experimenteerruimte in Utrecht voor circulaire economie in de bouw, waarbij de bouw hiervan een vliegwiel is voor andere sectoren. Wat is nodig om deze droom te realiseren? De groep brainstormde over wat nodig is om bovenstaande droom te kunnen realiseren. Belangrijke onderdelen zijn; Ruimte: fysieke plaats zonder regelgeving, waar goede ideeën en concepten worden bedacht door middel van experimenteren. Grondstoffen: duurzaam en bvk gerecycled materiaal, welke geregistreerd moeten worden om te weten waar grondstoffen zijn en vrijkomen. Op lokaal niveau samen aan businesscase werken: om zo geïsoleerde businesscase te voorkomen. Mensen: om de droom te realiseren moeten de juiste personen worden ingezet. Deze personen moeten kennis hebben op gebied van functionaliteit van vrijgekomen materiaal, maar moeten ook kunnen denken vanuit andere branches waar grondstoffen vandaag kunnen komen. Ze hebben kennis van verduurzamen en het toekomstbestendig maken van woningen en gebouwen, en kunnen behoeftegestuurd denken en werken (service design). Een voorbeeld hiervan is het hebben van kennis over componenten in gebouwen, stel dat een badkamer een langere levensduur heeft dan de rest van het huis, hoe speel je hier op een duurzame manier op in? Onderwijs: het onderwijs zou meer kunnen inspelen op het bouw-/sloopproces van de toekomst. Onderzoek: om goed uit te kunnen voeren is onderzoek rondom erfpachtconstructies nodig. Vanuit dit onderzoek kan worden gezocht naar nieuwe producten en businessmodellen. Ruimte in de wetgeving: daar hoort massa nog bij. Hier kan het CoE iets betekenen Nieuwe denkpatronen: binnen dit onderwerp wordt veel gedacht in verouderde denkpatronen. Bij het signaleren en doorbreken van deze denkpatronen kan het CoE van betekenis zijn.
8
Gebruiker De (eind)gebruiker is ontzettend hard nodig om de droom te realiseren. Het is wenselijk om deze te betrekken en rekening te houden met wensen en drijfveren. Systeemverandering van onderwijs Het huidige onderwijs op onder andere Hogescholen sluit nog niet volledig aan op wat we nu en in de toekomst nodig hebben. Hierbij kan worden gedacht aan een accreditatieprogramma, met als doel onderwijs en accreditatie op een rij te krijgen. Verschillende onderwijsniveaus moeten meer integraal opereren. Zo kan wetenschappelijk onderwijs ingaan op vraagstukken die nog nieuw zijn, welke we nog niet kennen. HBO onderwijs kan met kennis van het WO onderzoeken op welke (praktische) manier deze in te vullen is. Vervolgens kan het MBO hiermee aan de slag en concreet uitvoeren. Randvoorwaarden voor (gezamenlijke) ontwikkeling en investering De workshopgroep heeft de volgende randvoorwaarden opgesteld: - Lange termijn, commitment, investeringsbereidheid en flexibiliteit om onderwijsprogramma’s aan te passen. - Accreditatiemethode moet onderdeel van experimenteerruimte zijn. Dit is de driver achter de hogeschool. - Utrecht economic board: zitten in principe met genoemde partijen om tafel. Zijn a.h.w. smeerolie/regievoerder/kunnen dingen in de spotlight zetten. Maar doen niks als de omgeving niets doet. Hebben een opdrachtgever nodig. Sociale betrokkenheid en circulariteit Door op lokaal niveau in te gaan op sociale betrokkenheid en circulariteit ontstaat commitment. Wanneer het Center rekening houdt met lokale netwerkorganisaties bereikt men elkaar makkelijker op lokaal niveau. Daarnaast worden kosten bespaart door in sociale cirkels te investeren waar mensen elkaar waarde brengen voordat deze in daadwerkelijk ‘geldelijk’ worden gemaakt. In de bewustwording moet je met verschillende argumenten komen, mensen zijn misschien niet geïnteresseerd om gezamenlijk als woonblok een project aan te gaan. Het is aan de CoE om dit te onderzoeken, om drijfveren van mensen naar boven te halen waardoor je ze wél bij elkaar kan krijgen en samenwerking aan kan gaan. Ten slotte: buurtniveau leeft We hebben het tot nu toe gehad over professionele bouw, maar op buurtniveau gaat het om het doe-het-zelven. Als we als economie overeind willen blijven, zullen we nu moeten innoveren
9
THEMA 2
THEMA 2
CIRCULAIRE ECONOMIE
CIRCULAIRE ECONOMIE
en investeren in het onderwijs over circulaire economie. Zo wordt er in Indonesië al een les ‘greenification’ gegeven.
economische innovatie, technische innovatie moeten allemaal gelijk opgaan. Netwerkfunctie: partijen aan elkaar verbinden
Thema’s / vraagstukken Deze inventarisatie vertaalt zich naar een aantal thema’s/vraagstukken voor een Center of Expertise. Technologische innovatie: ontwikkelen, experimenteerruimte creëren (fysiek, juridsch, technologisch etc.) als intrinsiek onderdeel van innovatie. Andere testmethodes voor de producten van de toekomst.
Ondersteunen realisatie kringlopen, evt. samen met /of door private partijen. Start met bouwsector als vliegwiel voor andere sectoren. Grondstoffen: hoe zorg je ervoor dat een grondstoffencyclus oneindig wordt? Lokale economie: hoe kan deze beter floreren? Betrekken doe-het-zelf en daarbij buurteconomie versterken
Onderzoek en onderwijs: Als HBO centrum, zit je tussen wetenschap en uitvoering. Hoe zien de werknemers van de toekomst eruit? Het gaat onder andere om werknemers die goed zijn met demontage en interdisciplinair denken + mensen die weten over componenten en in de functie van gebouwen kunnen nadenken. Hoe sluiten opleidingen in wetenschap, HBO en MBO op elkaar aan zodat werknemers in de keten elkaar begrijpen. Businessmodellen en opdrachtgevers organiseren. Showcases kunnen hierbij helpen. Nieuw denken: Onderzoeken/stimuleren omslag van ‘oud naar nieuw denken’ omtrent opdrachtgeverschap, onderwijs, financiering, etc. Service design denken. Denken vanuit de gebruiker. Wetgeving en jurisprudentie: ruimte creëren in de wetgeving; eigendomsrecht, erfpacht, vastgoedrecht, huurrecht, etc. Bewustwording/draagvlak creëren. Diverse lagen in de samenleving, politiek. E.g. van alles wat wij weggooien, komen alleen gebouwen in de krant. Hoe kom je van innovatie naar vanzelfsprekendheid? Informatievoorziening: wat voor informatie hebben verschillende partijen nodig. Van individueel naar keten-denken; ketensamenwerking ondersteunen Samenwerking met andere sectoren/’cirkels’ ondersteunen. E.g. sociale circulariteit,
10
11
THEMA 3
THEMA 3
OPTIMALE KETENS
OPTIMALE KETENS
ENERGIEGEBRUIK VERSUS (HER)GEBRUIK GRONDSTOFFEN, MATERIALEN EN BOUWPRODUCTEN Droombeelden Het samengestelde droombeeld gaat over een integrale kijk op alle niveaus naar (keten) vraagstukken in de stad. En hoe de mens wordt verleid tot goede zelfstandige keuzes, minder gedwongen door regels maar geholpen met heldere en eenvoudige tools om de ‘goede’ keuzes te maken. Het gaat over een brede opvatting van duurzaamheid: er wordt gebouwd met zo min mogelijk milieubelasting. De gebruikers zijn in staat om integrale afwegingen te maken op het gebied van energie, besparen, de milieubelasting verminderen etc. Gedrag en bewustzijn in ketensamenwerking is een uitgemaakte zaak. Er wordt maatwerk geleverd waardoor optimale oplossingen komen en dat vereist basiskennis en hulpmiddelen. Er wordt in de ketens gezamenlijk geïnnoveerd. We weten hoe dit in een continue open proces wordt gedaan. Er wordt een collectief bewustzijn gecreërd. Nu werken groepen vaak afgezonderd van elkaar, netwerken kunnen zich sterker verbinden. De partners in een keten nemen samen verantwoordelijkheid in deze keten; om samen kansen te pakken die er zijn. Water is een onderschat thema en moet geoptimaliseerd worden. Hoe zit het gebouw als systeem in elkaar, en hoe ervaren mensen een gebouw?; Men moet bijv. de vrijheid hebben om raam open te zetten. Psychologische thema’s worden meegenomen. Vragen nav droombeeld De discussie gaat over mensen en bewustzijn. Hoe komen we naar materialen en energie in 2050? In 2050 zijn we in staat om samen bewuste goede keuzes te maken. Materialen zijn herbruikbaar. Beslissers hebben eenvoudige middelen om bewust te beslissen, waarbij milieu-impact een van de meegewogen beslisfactoren is. We sturen minder op het calculerend gedrag, maar zoeken verleiding. In het ideaalbeeld is veel aandacht voor de mens die zelf milieubewuste keuzes maakt. Voorheen was alle technologische kennis aanwezig, maar deze was verdeeld in eilandjes. Tegenwoordig leggen we al meer connecties. In 2050 zou het een totaal integraal beeld van disciplines moeten zijn. Hoe komen we naar een nieuwe standaard op basis waarvan mensen afwegingen maken en beslissingen nemen. Wat is hiervoor nodig? - integraal denken faciliteren, bewust met verschillende brillen naar een vraagstuk kunnen kijken. Studenten van verschillende disciplines moeten samenwerken - een regio/instelling overstijgend programma gericht op materiaal en techniek en op kennis en bewustzijn.
12
Wat kan rol van het CoE zijn om dit te overbruggen? - het verleiden adhv comfort (behaaglijkheid) en gezondheid (vocht en lucht) en faciliteren van mensen om integrale afwegingen te kunnen maken. Hulpmiddelen in de taal van de doelgroep, het begint een vraagmarkt te worden. Suggestie vorm: try-out projecten opzetten, waarin studenten kunnen experimenten tijdens het samenwerken met bedrijven, in de vorm van een studenten uitzendbureau. Activiteiten Verleiden Faciliteren Verbinden Kosten, Gezondheid, Comfort, Kennis, Tools, praktisch maken, Ontmoeting Energiebesparing, Milieu Beslismiddelen organiseren, manieren van samenwerken Prioritering Korte termijn • kennis ontsluiten en bundelen en kennis ontwikkelen over verleiden zelf. • Consument bewustwording genereren zodat er vraag ontstaat naar duurzaamheid • Studenten opleiden om kennis in de praktijk te brengen. Evt. op een soort uitzendbasis o.i.d. • Onderzoekers vertalen en verbinden kleine losse onderzoekjes, en hebben rol in door ontwikkelen en in het kiezen van levensvatbare projecten. Lange termijn • Studenten brengen transformatie binnen bedrijven en zijn holistisch aan het werk. • Learning community oprichten om assimilatie aan oude regime te voorkomen. Praktijkvoorbeelden - het vergroten van de groep geïnteresseerden voor energie-u → Project: 20 mbo studenten gaan cv installatie inregelen. - een avond organiseren waar energie adviseurs en bewoners met elkaar verbonden worden. - we moeten middelen ontwikkelen zodat mensen keuzes kunnen maken, dit kan door: 1. Studenten aan te leren welke keuzes en hulpmiddelen ze hebben zodat ze deze kennis meenemen naar het bedrijf waar ze gaan werken. 2. Kennis overdragen en vertalen naar de doelgroep, m.b.v. tools. Studenten kunnen bijdragen om deze instrumenten te ontwikkelen bijv: het vraagstuk: Hoe kan je mensen verleiden? Feedback vanuit de praktijk toepassen op de te ontwikkelen tools.
13
THEMA 3 OPTIMALE KETENS
Vragen/obstakels uit de praktijk - Hoe bereik je meer mensen? Hoe overtuig je ze om nieuwe dingen te proberen ondanks de tegenwerking? Concretiserend: ontmoetingscentrum met allerlei showcases zou fijn zijn - Wat zijn de drempels voor mensen waardoor ze tegen bepaalde ontwikkelingen zij ? Dit ligt op de belevingswereld van de consument.
14
15
THEMA 4
THEMA 4
GEZONDE GEBOUWEN
GEZONDE GEBOUWEN
BEWONER EN WERKNEMER IN EEN GEZONDE STAD
Gezonde gebouwen Gebouwen zijn altijd gebouwd om de mens te beschermen. Ze brengen veiligheid en bescherming tegen (extreme) invloeden van buitenaf. Nog steeds wordt er gebouwd om ons te beschermen. Helaas wordt er te weinig gekeken naar de gezondheid, de kwaliteit van gebouwen zelf. Deze zijn van een laag niveau. Gebouwen kunnen niet gezond zijn door het slechte milieu, licht, lucht, geluid, gebruikte materialen – zowel van binnen als van buiten. In discussies rondom gezonde gebouwen wordt tegenwoordig het perspectief van een ecosysteem gekozen: waar zijn gebouwen van gemaakt en wat zijn de gevolgen hiervan? De prangende vraag is: hoe maken we de vertaalslag om bestaande gebouwen te transformeren naar gezonde gebouwen.
Rondom het thema gezonde gebouwen zijn de volgende subthema’s aan de orde: - Veranderde praktijk, nieuwe kennis over gebouwen voor beroepsbeoefenaars. - De waarde van vakmanschap - Complexe partnerships - De gebruiker centraal manier van denken en de gevolgen ervan voor het ontwerp en bouw proces. - Verdienmodellen - Technologie en gezonde gebouwen
Droombeeld Wanneer het gaat over gezonde gebouwen wordt gedroomd over gebouwen die in staat zijn alles te kunnen. Zo moet een gebouw; - volledig flexibel zijn, zowel van binnen als van buiten inclusief een aan te passen uitzicht. - rekening houden met alle zintuigen van de gebruikers. - voldoen aan wensen/ stemmingen van bewoners. Tegelijkertijd lokt het gebouw ‘goed’ of ‘gezond’ gedrag uit: mensen lopen als vanzelfsprekend trappen. - de mens centraal stellen: deze moet zich er gelukkig voelen, er graag komen. Het gebouw moet rust en harmonie geven. Nodig Om tot een droomgebouw als deze te komen, zal er meer ontworpen en gebouwd moeten worden vanuit de gebruiker. We zullen beter inzicht in sociaal-psychologische factoren moeten krijgen bij het inrichten van gebouwen. En beter begrip van wat een gebouw nu gezond of ziek maakt. Momenteel ligt het accent bij vernieuwing van huizen/ gebouwen op het proces: we willen het huis veranderen naar de behoeften van gebruiker, maar kijken niet naar hoe we het gebouw als geheel gezonder krijgen. Aannemers en renovatiespecialisten geven structuur aan de wensen van gebruikers en tegelijkertijd zouden zij in de gaten kunnen houden dat een gebouw ook gezond is. Voor studenten betekent dit dat zij een andere denkwijze aangeleerd moeten krijgen: van wat wil een klant naar ‘wat is goed voor een klant’. Dit betekent dat er een nieuwe manier van bouwen en ontwerpen moet worden opgezet: evaluerend bouwen en verbouwen. Het kan helpen een blauwdruk van deze manier van (her)bouw te maken waaraan kan worden getoetst.
16
17
THEMA 5
THEMA 5
MOBIELE TOEKOMST
MOBIELE TOEKOMST
DUURZAME MOBILITEIT IN DE STAD IN RELATIE TOT WONEN EN WERKEN
Mobiliteit is van toenemend belang voor onze maatschappij, het onderwijs en voor het bedrijfsleven. Het thema kan vanuit diverse invalhoeken worden benadert; technologische innovatie, virtuele dimensies of bewegingsmogelijkheden voor de reiziger. De themagroep Mobiele Toekomst concentreert zich op duurzame mobiliteit in de stad in relatie tot wonen en werken. Het centrale thema in de toekomstdroom bleek te zijn: ‘De kwaliteit van leven waarbij de mens centraal staat’. Hier konden de volgende 4 subthema’s aan worden gekoppeld: Digitale Mobiliteit In deze constructie hoeft er geen verschil te bestaan tussen digitale en fysieke aanwezigheid. ICT gebaseerde mobiliteitdiensten dragen bij aan het mogelijk maken van virtuele werkplekken waardoor daadwerkelijke ontmoeting niet nodig is. Verduurzaming en optimalisatie van vervoersstromen De infrastructuur van Nederland zou zodanig kunnen worden ingericht zoals het OV: flexibiliteit in vervoer en eigendom, men betaalt niet voor het bezit van een auto maar voor het gebruik ervan. De functie van gebouwen wijzigt doordat men de gebouwen deelt. Steden worden anders ingericht zodat de binnenstad een ontmoetingsplek wordt waar beleving centraal staat. De rand van de stad wordt praktische ingericht met supermarkten en winkels. Mensgerichtheid De beleving van de stad voor de mens staat centraal. Het leven van de mens kan worden vergemakkelijkt door mobiele en technologische diensten, ook bekend als “persuasive technology”, waarbij een cyclische stroom van aangesloten vervoersmiddelen in een handomdraai is gerealiseerd. Een horloge, dat men eraan herinnert dat ze wegens gezondheid overwegingen beter de fiets kunnen nemen dan de auto. Beleving van de reizen. Tijdens het reizen gaan werken en ontmoeten samen. De beleving van het reizen verandert naar een positieve beleving waarbij de reistijd efficiënt wordt benut in de vorm van werktijd of ontmoetingsplaats, “Geen zinloos reizen meer”!
18
Hoe dromen te behalen? De droombeelden zijn omgezet naar te verwezenlijken doelstellingen. Het centrale thema was: ‘Kwaliteit van het leven’. De mens staat hierin centraal, maar hoe verbinden we de mens aan het CoE? Dienen we de mens te verleiden tot hernieuwd gedrag of te faciliteren tot hernieuwd gedrag? Deze vraag vergt nader onderzoek. De groepsleden dichten het CoE de rol toe om de toekomst letterlijk vorm te geven. Dit kan het center door de optimalisatie van de samenhang tussen het onderwijs, het bedrijfsleven en onderzoek. Conclusie Een succesvol CoE organiseert: Multidisciplinariteit: Het samenbrengen en samenwerken met meerdere faculteiten, gewenste combinatie is psychologie en sociale wetenschappen, technische studies en marketing. Integrale aanpak: is vereist voor samenwerking tussen bedrijfsleven die bevordert ook de doorstroming van afgestudeerden naar een professionele loopbaan. Betrekken van politiek: de politiek heeft grote invloed op het CoE en de HU, deze dient op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen en werkzaamheden van het CoE. Kennis: In Nederland is veel kennis aanwezig, tot op heden wordt dat niet goed benut. Samenwerking in de vorm van kennisuitwisseling trajecten onder CoE’s en Universiteiten is gewenst. Service Design Thinking: Het denken vanuit de gebruiker. Nieuwe samenwerkingsverbanden in onderwijs: Sommige bedrijven hebben een stabiele samenwerkingsovereenkomst met universiteiten, het samenwerken met HBO is nieuw en dient verantwoord te worden en draagvlak te hebben. Als de universitaire technische kant gekoppeld kan worden aan praktische, maatschappelijke vraagstukken en gedragsvraagstukken dan is een samenwerking met het HBO van toegevoegde waarde. Nieuwe samenwerkingen buiten onderwijs: Van individueel naar keten-denken; ketensamenwerking ondersteunen Duurzaamheid: Dit zou in alle opleidingen en faculteiten ingebed moeten worden. En het CoE heeft een rol in het creëren van draagvlak in de samenelving. Diverse vraagstukken: Het CoE houdt zich bezig met het ontwikkelen van nieuwe business modellen, nieuwe denken ontwikkelen omtrent opdrachtgeverschap, onderwijs en investeringen, het faciliteren van gedragsveranderingen, het monitoren van de impact van haar activiteiten op de maatschappij en de stad en het verankeren van duurzaamheid in alle faculteiten, zodat de toekomstige professional al een duurzame mind set heeft.
19
THEMA 6
THEMA 6
HUMAN TECHNOLOGY
HUMAN TECHNOLOGY
WISSELWERKING TUSSEN GEBRUIKER EN TECHNOLOGIE
Gebruiker & Technologie Wanneer we het hebben over de wisselwerking tussen gebruiker en technologie, zien we de gebruiker als onderdeel van-, en maker van de stad of samenleving. Techniek is daarbinnen een factor van steeds groter belang. Human technology gaat in wezen over het gedrag van mensen ten opzichte van de technologie en systemen. Men classificeert technology in twee verschillende aanpakken: de sturende aanpak, waarbij wordt vastgesteld hoe processen worden ingericht en waarin wordt verwacht dat gebruikers zich aan deze gemaakte aanpak houdt. En een waarbij ruimte wordt gegeven aan ontstaansprocessen, en waar gebruikers vrij zijn om zelf vorm en structuur aan te brengen.
nemen?’ ‘Hoe kun je verschillende – naast elkaar gebruikte - technieken samenvoegen zodat ze organisch worden?’ ‘Wat zijn relaties en interactie tussen de bedachte systeemlagen?’ Tot slot; de term Human Technology werd niet goed bevonden. De nadruk ligt bij deze benaming teveel op techniek: technology zou de lading niet dekken. De term HUMANOLOGY werd beter gevonden.
Een zwerm spreeuwen De deelnemers aan de werkgroep vinden een samenhang tussen deze twee aanpakken wenselijk. Een zwerm spreeuwen is een metafoor voor deze samenhangende aanpak: in het eerste opzicht ziet deze zwerm er uit als een samenhangend geheel, maar als je dichter bij kijkt, is het duidelijk dat er toch weinig centrale sturing in zit. Hiermee benadrukken de deelnemers dat niet alle kaders, structuren en hiërarchie vooraf uit te denken zijn. Vooraf kunnen duidelijke kaders en randvoorwaarden worden gesteld, maar er zal ruimte moeten zijn voor het autonoom denkpatroon vanuit de mens/gebruiker. Zo is, net als bij de zwerm spreeuwen, de eindbestemming vooraf bepaald, maar de route die deze vogels kiezen, is flexibel en staat niet vast. Uitgaande van deze theorie wordt er gevraagd welke aanpak beter werkt, moeten we mensen lokken, sturen of zelf laten doen? En op welke schaal wordt hiernaar gekeken, zijn huidige systemen niet teveel macro gericht waar juist micro trends om vernieuwing vragen? Methode Tijdens de workshop ontwikkelden de deelnemers een methode waarin relevante vraagstukken worden geplaatst.Je wordt gedwongen stil te staan bij de positie waar een vraagstuk in wordt geplaatst: gaat het vraagstuk en bijhorende aanpak over de mens, een gezin of moet een vraagstuk op stadsniveau/wereldniveau (machineniveau) worden aangepakt? Vervolgens wordt gekeken naar het ontstaansniveau van de vraagstelling. Wie bepaalt in hoeverre er iets wordt gemaakt, is er ruimte voor autonomie? Concrete vragen voor het CoE die tijdens de workshop naar boven kwamen; ‘Hoe beïnvloedt gedrag techniek en techniek gedrag?’ ‘Wat zijn user interfaces om consumenten te ondersteunen in beslissingen die ze straks moeten
20
21
DEELNEMENDE BEDRIJVEN
We kijken terug op een succesvolle middag waarin veel kennis is opgehaald. Deze kennis zal worden gebruikt als input voor het te schrijven businessplan. Dank voor uw deelname.
22
Ballast-Nedam BuroMW Sia Royal HaskoningDHV DIG EBU Ecofys Energie U Gemeente Utrecht Grontmij HU Movares Natuur en Milieufederatie Utrecht Planburo leefomgeving Provincie Utrecht QC Services/BJW Wonen Renovatie winkel Riddervis Slim Bouwen/Briqs foundation TNO TKI-EnerGO Uneto VNI USI Utrecht Science Park W/E Consultants Sustainable Building
23