CCV Leerkring Jeugd en Veiligheid ‘Sociale Media en Jeugdgroepen’, 30 september 2014 Sociale media en (aanpak) jeugdgroepen Arnoud Grootenboer, coördinator Social Media/Politie Eenheid Rotterdam (06) 29434320 Solange Jacobsen, projectleider Jeugd en Online Veiligheid/Bureau Jeugd & Media (06) 53361800 Inhoud verdieping Digitale jongerencultuur Impact politiële jeugdtaak Aan de slag met een casus met inzichten uit project Noord Holland Volwassenen gáán online, Jeugd ís online! Vanaf het moment dat kinderen naar de brugklas gaan, hebben zij een smartphone. Inmiddels net zo vanzelfsprekend als de keuze voor een schooltas en agenda. Op de eerste schooldag worden meteen telefoonnummers uitgewisseld en een WhatsApp-groep aangemaakt. Handig om met elkaar af te spreken. En effectiever dan een telefoonsneeuwbal; met 1 berichtje in de groep weet iedereen direct dat het eerste uur uitvalt. Bovendien hebben steeds meer scholen een app waarmee je toegang hebt tot jouw rooster, de wijzigingen, cijfers en huiswerk. Maar ook kinderen in groep 7 en groep 8 hebben al smartphones. En een kwart van alle acht-jarigen ook. Bovendien is er in de helft van de Nederlandse huishoudens een tablet aanwezig. Kortom: jongeren kunnen altijd en overal online. En doen dat ook. Zonder na te denken… ze doen gewoon de dingen die ze doen, zonder erbij stil te staan dat ze daarvoor online gaan. Online contact is voor jongeren net zo ‘echt en hecht’ als offline contact De grootste valkuil is om te denken dat een tiener niets zit te doen als deze hangend op de bank met zijn/haar mobiel bezig is. Hij/zij is in verbinding met zijn groep! Sociale interactie aan het voeren; samen lachen, samen verbazen, steun aan het vinden en steun geven als iemand die nodig heeft. En om elkaar te helpen met huiswerk, hoef je niet bij elkaar te zijn. Daar kun je WhatsApp, Facetime of Skype voor gebruiken. “Zoals de ouden schreven, twitteren de jongen…” Wat ze online doen is eigenlijk niet heel veel anders dan hun ouders vroeger deden. Ze zijn zich aan het ontwikkelen, de wereld en hun eigen ik aan het ontdekken en daarin zijn sociale contacten enorm belangrijk. Door zich te spiegelen aan leeftijdsgenoten, leren ze zichzelf te kennen en bouwen ze zelfvertrouwen op. Ze toetsen hun identiteit en doen dat fysiek op het schoolplein, maar óók online. In de kern draait het om contact; bestaande vriendschappen worden versterkt, nieuwe vriendschappen worden gesloten. 24/7 groepsdynamiek De aantrekkingskracht van sociale media zit voor een groot deel in het aangesloten willen zijn en blijven bij de groep. Als je op school buiten de groep staat, voelt dat heel vervelend. Dat is online niet anders; niet mogen deelnemen aan het WhatsApp-gesprek is buitengesloten worden. En niet online kunnen betekent dat je dingen mist die anderen wel met elkaar delen. De groepsdynamiek is door de komst van sociale media en smartphones niet meer beperkt tot schooltijd. Hij is er continu… 24/7!
Een profielfoto is belangrijker dan we denken Onderdeel van het vormen van een eigen identiteit is jezelf profileren. Dat doe je door goed na te denken over hoe je jezelf presenteert. Ook online. Daarom besteden jongeren veel aandacht aan hun online profiel. Het gaat om de beste foto, de leukste teksten, het juiste filmpje en de hipste muziek. Dat ze zelf controle hebben over hoe ze zich presenteren, geeft een zeker gevoel. En als je veel positieve reacties terugkrijgt, groeit daardoor ook het zelfvertrouwen. Negatieve reacties zijn er natuurlijk ook. Die zijn aanleiding om je aan te passen. Ook als je niet bij de populaire kinderen van de klas hoort, heb je met een goed profiel de kans om je positief te onderscheiden. Verschuivende grenzen en het puberbrein Internet ontremt en anonimiseert. Je durft online meer dan offline. Liever te zijn (Kusjes en liefdesverklaringen vliegen over en weer), maar ook gemener te zijn (roddelen, schelden, bedreigen). Door het ontbreken van non verbale signalen en het verkeerd interpreteren van tekst ontstaat makkelijk een ruzie. Die wordt uiteraard online ‘uitgevochten’, maar komt ook regelmatig tot ontlading op het schoolplein. Online zijn grenzen niet heel duidelijk en pubers, gevoelig voor sociale acceptatie en korte termijn beloning, verleggen deze ook nog eens zonder de gevolgen van hun handelen te kunnen overzien. Ze geven onbewust zomaar persoonlijke informatie prijs, maken ruzie of geven zich letterlijk bloot (sexting, webcam-seks). Ze staan er echter niet (altijd) bij stil (en soms boeit het hen ook niet) wie er toegang tot die informatie heeft en wat er mee gedaan kan worden. Verschil met criminele jongeren? Het gedrag van criminele jongeren is in de basis niet anders dan ‘gewone’ jongeren: ze zijn online en gebruiken sociale media om met elkaar in contact te zijn, nieuwe contacten te vinden en te onderhouden. Ook bij hen draait het voor een groot deel om jezelf profileren en ‘complimentjes’ te ontvangen. Status opbouwen (zelfvertrouwen), je verbinden aan een groep en daarmee aansluiting blijven houden. En ook zijn ze niet altijd even ‘mediawijs’. Je zult dus online veel informatie kunnen vinden van wat ze doen en met wie ze verbonden zijn. Maar: iemand die crimineel gedrag vertoont en onder de radar wil blijven, zal dat online ook doen. Hij/zij zal zich dan meer dan gemiddeld bewust zijn van de mate van (gebrek aan) anonimiteit van verschillende platformen en voorzichtiger zijn met hetgeen hij/zijn online deelt. Wanneer reputatie voor het individu of de groep niet van belang is, kan het zelfs zijn dat je online helemaal geen informatie zult vinden. Voorbereidende afspraken voor criminele activiteiten zul je niet snel vinden op openbare platformen. Dat zal men eerder via meer besloten communicatie doen, zoals WhatsApp. Kennis van straattaal, dialect en/of codetaal is noodzakelijk om inhoud te lezen en te duiden.
Impact van digitale jeugdcultuur op de politie De portefeuillehouder Jeugd stelde vier jaar geleden uitgangspunt vast voor de doorontwikkeling van de politiële jeugdtaak: “Het is voor de politie van cruciaal belang aanwezig te zijn in de virtuele wereld: het is de enige laagdrempelige mogelijkheid om ècht en intensief in contact te zijn met jongeren, te signaleren wat er speelt en er voor hen te zijn als zij de politie nodig hebben.” Digitale wijkagent op Habbo Hotel Destijds waren 1,4 miljoen spelers wekelijks op Habbo Hotel te vinden. Over het algemeen kinderen, maar ook volwassenen met andere intenties. De aanwezigheid van de politie in die wereld werd door kinderen als heel normaal ervaren. Doordat zij online makkelijker over moeilijke onderwerpen durven te praten, leverde de aanwezigheid op Habbo méér contact en zorgelijke signalen op dan surveilleren op straat. Na succesvolle pilot opende zelfs een virtueel politiebureau. www.vraaghetdepolitie.nl Samen met jongeren werd een platform ontwikkeld waar jongeren antwoord op vragen kunnen krijgen. Inmiddels met 60.000 unieke bezoekers niet meer weg te denken. Twee keer per week kunnen jongeren chatten met agenten. Ook dit werkt drempelverlagend. In privéchats durven jongeren hun probleem bij agenten neer te leggen en om hulp te vragen. Twitterende jeugdagenten en online interventie Jouw doelgroep is niet alleen maar op straat aanwezig. Die is ook online. Het is enorm waardevol om die verbinding zowel online als offline te realiseren. Dat levert dezelfde voordelen als hierboven vermeld. En daarnaast biedt het nieuwe manieren om kerntaak uit te voeren. Je kunt online interveniëren. Bijvoorbeeld door aandacht vragen en informatie aanreiken. Of jongeren gericht aan te spreken op onacceptabel/onwenselijk gedrag. Anders kijken om te kunnen zien… De beschikbaarheid en het gebruik van sociale media biedt kansen maar ook beperkingen. Om te zien wat jij er in je werk bij kunt, moet je anders gaan kijken. Niet vanuit een vast kader, maar open en nieuwsgierig. Zie je een tabel of Lucky Luke en de Daltons? Bijbehorende inzicht: “Niet alles is wat het lijkt en om uiteindelijk informatie te duiden en te wegen heb je context nodig.”
Project in Noord Holland Het Programmabureau Integrale Veiligheid (PIV) ondersteunt in het kader van de versterking van de regie op de aanpak van problematische (met name criminele) jeugdgroepen een aantal gemeenten in Noord Holland. In een van de deelprojecten wordt, met gemeenten vanuit casuïstiek, een richtlijn op inzet van sociale media bij aanpak van jeugdgroepen uitgewerkt. Een deel van de inzichten is tijdens de leerkring aan de orde geweest en worden hieronder beschreven. De sheets kunnen momenteel nog niet worden gedeeld omdat het project nog loopt. Wilt u deze later ontvangen? Mailt u uw gegevens dan naar
[email protected].
Informatie verzamelen Online is enorm veel informatie te vinden, maar het is belangrijk om scherp te zijn op de volgende inzichten: Een offline groep hoeft online niet dezelfde samenstelling te hebben Niet één groep is gelijk; er bestaat dus geen standaard manier om ze te vinden Offline kennis is bepalend voor online zoekresultaat (wie is wie?) Een groep zonder ‘straatcultuur’, zal zich online ook minder ‘straat’ profileren Hoe ‘mediawijzer’ de groep, des te lastiger is het informatie te vinden Start het online zoeken altijd vanuit een individu. Het vinden van een ‘haakje’ om meer informatie te vinden is soms een geluksfactor Niet alles is wat het lijkt; blijf kritisch op wat je ziet en nieuwsgierig naar wat je niet snapt Inzet sociale media bij aanpak jeugdgroepen niet alleen maar ‘informatie verzamelen’ Natuurlijk kun je met open bronnen de informatiepositie enorm versterken. Maar je kunt ook nadenken wat je nog meer met sociale media kunt. Het zijn immers communicatiemiddelen waar je gebruik van kunt maken. Denk bijvoorbeeld aan het informeren van de omgeving van de groep of het persoonlijke contact naar een jongere om hem/haar te motiveren. Social media lijkt dé oplossing, maar is het niet altijd De inzet van sociale media moet geen doel op zich zijn. De aanpak op de groep is de belangrijkste basis. Pas als je op de aanpak de doelen, activiteiten en gewenst resultaat hebt bepaald, ga je kijken òf en hoe de inzet van sociale media daaraan kan bijdragen. En vervolgens: wie is daarvoor de meest logische actiehouder? Je kunt bijvoorbeeld starten met te kijken welke communicatie en/of contactmomenten in het plan van aanpak op de groep zijn opgenomen? Van daaruit kun je bepalen of je hiervoor sociale media zou kunnen inzetten. Koppeling sociale media aan werkproces Aanpak Jeugdgroepen In iedere fase van het werkproces Aanpak Jeugdgroepen zitten mogelijkheden om sociale media in te zetten; van signaleren tot uitvoeren en evalueren. Ook daarvoor geldt: bepaal de activiteiten die je ook zonder sociale media zou willen doen en kijk dan waar sociale media kan bijdragen. Rol, Relatie en Doel bepaalt actiehouder en het medium Moet je nu Twitter inzetten? Instagram misschien? Of juist Facebook? De keuze voor het uiteindelijke medium is afhankelijk van de rol die je in de aanpak hebt, de relatie met de doelgroep en het doel dat je beoogt. Als een jeugdgroep WhatsApp intensief gebruikt (en dat doen ze ongetwijfeld), dan is een logische gedachte dat het mooi zou zijn om toegang te hebben tot die WhatsApp–groep. Dat gaat echter niet. WhatsApp is een besloten groep waar je niet zomaar bij kunt, behalve als de groep je toelaat. Vergelijkbaar met een groepje op het schoolplein; daar kun je als buitenstaander ook niet zomaar aan deelnemen. Zelfs de bondscoach zat niet in de WhatAppgroep van het Nederlands Elftal.
Een jongerenwerker staat dichter bij een jongere en zal WhatsApp kunnen inzetten om de jongere bijvoorbeeld te motiveren bij het lopen van stage. Een gemeente heeft zowel die rol als relatie niet met de jongere. Zij kunnen WhatsApp wel inzetten, maar dan voor een ander doel. Bijvoorbeeld een Buurtwhatsapp om de buurt te betrekken bij het melden van verdachte en/of overlastgevende situaties. BEHANDELEN VAN DE CASUS In drie groepen wordt van gedachten gewisseld over de volgende casus:
Overzicht van belangrijkste inzichten, conclusies en acties: 1. Niet te snel conclusies trekken op basis van de foto’s alleen. 2. Overleggen met jongerenwerker om beeld te krijgen hoe het écht met K. gaat. 3. Kijken wat je online nog meer kan vinden. Helder krijgen wanneer de foto’s gepost zijn. Misschien zijn ze wel van voordat hij vast zat. Of heeft hij ze niet zelf geplaatst. Of expres om richting de groep nog niet te laten zien dat hij zich van hen los wil maken. En stel dat je onderstaande foto’s óók in zijn timeline vindt, wat dan?
4. Kijken of je met de gevonden Instagramfoto’s nog meer informatie kunt verkrijgen: Over K. Over de groep XYZ Bewegingen van K. Online identiteit(en) van groepsleden Andere online identiteiten van K. Onderlinge relaties Context foto’s Leider(s) Online netwerk Bewegingen Betrokkenheid bij groep XYZ Locaties Beeldmateriaal 5. Kijken of de foto’s met het geld en wapen wel uniek zijn; misschien zijn het bestaande foto’s die door hem van internet zijn geplukt. 6. Met jongerenwerker en politie verifiëren of de foto met het wapen in het huis van K. is. 7. Met K. in gesprek over wat er online te zien is. De jongerenwerker is daarvoor meest logische persoon. Niet alleen maar de zorgelijke foto’s bespreken. De rest is ook mooi aanknopingspunt voor gesprek. 8. Om een scherp beeld te krijgen van de echte situatie moet je binnen je aanpak met alle partners aan tafel; alle informatie bij elkaar brengen om goed te kunnen duiden en actie af te spreken. 9. Gesprek aangaan met de buurt; helder krijgen wat de jongeren doen en inschatting maken of er ook wat aan veiligheidsbeleving bij de buurtbewoners gedaan moet worden. 10. Vooraf goed nadenken hoe je als ketenpartners met elkaar wilt schakelen voor de groepsaanpak. Hoe informeer je elkaar? Hoe stem je af wie welke actie onderneemt?
Aanvullende ideeën voor inzet van sociale media 11. Je kunt interesse (voetbal) gebruiken om K. positief te beïnvloeden. Via sociale media kun je bijv. YT filmpjes delen van mooie/grappige voetbalmomenten. Link door te sturen van een KNVB dag waar iedereen een clinic kan volgen. 12. Organiseer een event en start een Facebookpagina met informatie om jongeren te bereiken. K. en andere voetballiefhebbers uit de groep kun je betrekken bij de organisatie. Laat ze nadenken hoe ze de dag tot een succes kunnen maken. Willen ze een beroemde voetballer uitnodigen. Why not…. Via sociale media kun je iedereen benaderen en vragen staat vrij. Daag ze uit om op een unieke manier dan onder de aandacht te komen. 13. WhatsApp actief inzetten om K. te motiveren, hart onder de riem te steken. Stel dat er voorbeelden zijn van ‘zo kan het ook’ dat met hem delen. Kan natuurlijk ook via Facebook of Instagram. Waar hij maar gebruik van maakt. 14. Het nieuws, Youtube, Twitter, Instagram etc. staan vol met voorbeelden die aan kunnen zetten tot reflectie. Kun je gebruiken in persoonlijk gesprek met hem. 15. Als buurtbewoners zich onveiliger voelen dan nodig, dan kun je op verschillende manieren kijken hoe je dit zou kunnen verbeteren. Waar hebben ze behoefte aan? (afhankelijk van type bewoner is een online enquête volgend op een buurtbijeenkomst misschien een idee). Mogelijke ideeën: Een buurtwhatsapp (http://www.buurtwhatsapp.nl/buurt/ede-west/) Een filmpje met uitleg over groepsdynamiek (waarom hangen jongeren?) en tips (hoe kun je reageren als je je onveilig voelt?) Een Facebookgroep waarin bewoners ervaringen kunnen delen en op de hoogte gehouden worden van de aanpak in hun wijk Bekend maken van het bestaan van de twitterende wijkagent in hun wijk Een gemeenteblog starten waarmee je buurtbewoners meeneemt in wat er gebeurt. Dit kun je ook organiseren door een koppeling aan de website en verspreiding van de link via Twitter en Facebook. Daarmee houd je als gemeente regie over wat je wilt communiceren over de aanpak. En ben je voorbereid op mogelijke onjuiste berichtgeving van media die voor onrust kunnen zorgen. 16. Sociale media kun je ook inzetten om als ketenpartners samen te werken binnen de aanpak: Met een Whatsapp-groep informeer je elkaar snel wanneer nodig. In een besloten Facebook of LinkedIn groep kun je meer informatie delen, vragen stellen/discussie voeren. Via Google Hangout of Skype kun je online vergaderen. Met Dropbox of Google Docs deel je (en/of werk je samen in) documenten. En er zijn er nog veel meer: http://mediaweb.nl/12-handige-tools-voor-online-samenwerking Maar ook hiervoor geldt: het is geen doel op zich… bepaal eerst hoe je samenwerkt in de aanpak en stel samen vast of de inzet van een online platform/dienst effectief kan zijn.