1
Casey Whitaker
Eerste druk en uitgave in de Engelse taal: “Have you not read” © Faith View Books, August 2009 2e druk: December 2015 ISBN 13: 978-0-9797004-1-5 ISBN 10: 0-9797004-1-8 Faith View Books 4941 TR 616 Fredericksburg OH 44627 © Nederlandse vertaling en publicatie, februari 2016: www.hetherstel.nl Uitgever en druk: Boekenbent, Barneveld ISBN: 978-94-6203-996-4 Kopiëren is niet toegestaan, behalve na schriftelijke toestemming van de auteur en zonder het aanbrengen van wijzigingen in de tekst en met volledige vermelding van de herkomst.
2
3
En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. (Mattheüs 19:4-6)
4
5
Inhoud Voorwoord
7
Dankbetuiging Introductie Hoofdstuk 1 Waarom inzoomen op dit onderwerp Hoofdstuk 2 De waarschuwing Hoofdstuk 3 God spreekt in het Oude Testament Hoofdstuk 4 God spreekt in het Nieuwe Testament Hoofdstuk 5 Idealen Hoofdstuk 6 De vroege kerkvaders Hoofdstuk 7 Waar ging het onderwijs verkeerd Hoofdstuk 8 Veel gestelde vragen Hoofdstuk 9 Paulus verklaringen Hoofdstuk 10 Waarom vindt God het huwelijk zo belangrijk Hoofdstuk 11 Waar is de compassie Hoofdstuk 12 Verwarrende tijden in de gemeente Hoofdstuk 13 Is tucht niet liefdeloos Hoofdstuk 14 Redding door werken Hoofdstuk 15 Wet en genade Hoofdstuk 16 Is volgen en onderwijzen wettische Hoofdstuk 17 Maar ik ben al gered Hoofdstuk 18 Is het een nieuw testamentische gemeente Hoofdstuk 19 Enkele persoonlijke situaties Hoofdstuk 20 De volgende generatie onderwijzen Hoofdstuk 21 Wat moet ik doen Hoofdstuk 22 De prijs van discipelschap Hoofdstuk 23 Het loon van discipelschap Conclusie Hebt u niet gelezen Over de schrijver Over de vertaler Bronnen
6
9 11 21 25 27 33 47 53 61 65 93 101 107 115 117 129 137 151 153 159 161 167 175 183 185 189 193 195 197 199
7
Voorwoord Vijftig jaar geleden zou er geen noodzaak zijn geweest om dit boek te schrijven. De meerderheid van de christenen zou razend geworden zijn wanneer men zou verklaren dat het huwelijk geen permanente status heeft. Helaas heeft zich de laatste halve eeuw een ongekende omwenteling voorgedaan in de Amerikaanse en Europese gemeenschap, en ook binnen de christelijke gemeente. Overtuigingen die eens als rotsvast werden gezien, worden nu beschouwd als wettisch, fundamentalistisch en soms zelfs ketterij. Het huwelijk werd eens beschouwd als het fundament waarop een stabiel gezin gebouwd werd. Dat is echter niet langer het geval. De meeste gemeentes zijn in onze tijd pijnlijk stil geworden met betrekking tot het onderwerp huwelijk, echtscheiding en hertrouwen. Bijbelse principes worden genegeerd en zijn vervangen voor “goedkope” genade. Gezinnen worden kapot gemaakt en kinderen dragen de wonden van een echtscheiding met zich mee tot ver in hun volwassenheid. Uit naam van begrip en tolerantie hebben de moderne gemeentes hertrouwde voorgangers, oudsten en diakenen geaccepteerd. De “organisatie” die eens trots was op zichzelf door het zout en het licht te zijn, heeft nu een hoger statistisch aantal echtscheidingen dan de seculiere wereld. Wie moet er nu nog een levenslang verbond van het huwelijk verkondigen? De hertrouwde voorganger? De hertrouwde oudste? Verwoesting heerst alom en er schijnt geen geneesmiddel voor te zijn. De gemeente/kerk is op dit ogenblik in oorlog met zichzelf. Er zijn in dit land leiders die weten dat jonge mensen de bijbelse waarheid te horen moeten krijgen, maar zij geven toe dat het onderwijzen van deze waarheden destructieve gevolgen heeft voor de belijdende gemeente. Het verkondigen van de bijbelteksten over het huwelijk wordt nu in sommige religieuze omgevingen zelfs als satanisch beschouwd. In alle eerlijkheid, er zijn heden ten dage bijbelverzen die voorgangers of bijbelleraren in de meesten gemeentes niet kunnen of willen uitgedragen. Sommige, deels oprechte voorgangers zullen zeggen dat alleen God het “één-vlees verbond” kan beëindigen en bevestigen dat het zonde is om te hertrouwen, maar wanneer zij zich omdraaien naar hen die hertrouwd zijn, zullen zij tegen hen zeggen dat zij in dat huidige “huwelijk” moeten blijven. Dit brengt velen in verwarring.
8
Deze jammerlijke feiten hebben geleid tot het ontstaan van dit boek. Het is het resultaat van meer dan twee kwellende jaren van persoonlijke stress en intensief onderzoek door een man Gods, die uiteindelijk de kostprijs heeft ontdekt voor oprecht discipelschap. Het onderwerp echtscheiding en hertrouwen is de “olifant in de porseleinkast” die iedereen uit de weg wil gaan. Op de een of andere wijze is bijna elk gezin in Amerika (en West-Europa) beïnvloed door de leugens van satan. Velen staan het toe; de meesten negeren het onderwerp. Een paar dapperen proberen het op een bijbelse manier te presenteren. Om hun inspanningen worden zij echter Farizeeërs genoemd, of als oordelend en eigengerechtig bestempeld. En deze benamingen komen van “christelijke” personen. Ja, er zit een prijs aan het volgen van Jezus. Liefde en genade schijnen voor iedereen overvloedig te zijn, behalve voor hen die geloven dat de Bijbel meent wat Zij zegt. Misschien is op dit punt een waarschuwing op zijn plaats. Dit boek is gevaarlijk omdat het merendeel van wat er in staat Gods Woord is, iets wat in de huidige cultuur niet zo erg populair is. Wanneer u het leest dan zal het uw leven beïnvloeden. U kunt erdoor bevestigd worden in uw eigen overtuiging. Het kan u boos maken. Maar het zal niet mogelijk zijn dat u niet door de inhoud beïnvloed wordt. De keus is aan u. Michael Jacks
9
Dankbetuiging Ik dank de Godheid die mij gemaakt heeft om mij Zijn wonderbaarlijke en inspirerende woorden van Jezus, de profeten en de apostelen te geven. Zij zijn geen last, maar geven leven en zijn voedzaam. Jezus Christus kan harten en levens veranderen bij hen die zich volledig overgeven aan Zijn heerschappij. Ik draag dit kleine werk aan Hem op. Ik draag dit boek ook op aan alle kinderen die nog steeds pijn hebben door de scheiding van hun ouders en aan de volgende generatie die meer zal kunnen weten over de waarheid en een gezond respect zullen hebben voor Gods Woord in de generaties die komen gaan, wanneer de Heere dat wil. Mijn gezin en het gezin van mijn gemeente, die ik liefheb en waar ik mij wonderlijk gezegend bij voel. Ik dank jullie dat jullie niet hebben toegestaan dat emoties het zouden winnen van Gods Woord. Jullie begonnen zelf aan intensive Bijbelstudies zonder alles direct te geloven of direct vragen te stellen over alles wat ik gezegd had omdat ik jouw man, vriend, zoon, kleinzoon, broer of zwager ben. Mijn hele familie heeft mij op niet te verwoorden wijze aangemoedigd, inclusief mijn naaste broeders en zusters in Christus, waarvan velen door hun eigen persoonlijke strijd gegaan zijn vanwege hun eigen kijk op de betreffende bijbelgedeelten. Ik dank God dat jullie je realiseren welke verantwoordelijkheid ik als leraar heb en dat jullie nooit vergeten zijn om voor mij te bidden en mij aan te moedigen om dit boek te schrijven Ook draag ik dit boek op aan alle volwassenen die een echtscheiding mee gemaakt hebben en de kinderen uit echtscheidingen die nog steeds geloven dat een huwelijk tot de dood is. Jullie bemoedigingen om dit boek te schrijven zeggen mij meer dan duizend woorden. Ik weet dat velen van jullie het zat zijn en moe zijn om “andere boeken” te lezen die “hertrouwen” promoten. Ik hoop dat dit bevestigt waar jullie al in geloven. Ik heb jullie allemaal ten diepste lief. Casey Whitaker
10
11
Introductie “Want ben ik nu bezig mensen te overtuigen, of God? Of probeer ik mensen te behagen? Als ik immers nog mensen behaagde, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn.” (Galaten 1:10). De laatste jaren draag ik een enorme last met mij mee die ik niet langer kan negeren. Ik heb tijdens mijn hele bediening al geworsteld met het onderwerp over echtscheiding en hertrouwen en de pijn die ik heb gezien die echtscheiding voor alle betrokken partijen veroorzaakt. Ik heb mensen pastoraal begeleidt die na twintig, dertig, ja zelfs na veertig jaar nog steeds pijn ervaren door de scheiding van hun ouders. Wanneer ik Gods Woord bestudeer, dan lees ik enkele duidelijke teksten die veel christenen hebben genegeerd, waarbij 1 Korintiërs 6 en Galaten 5 voor mij zeer overtuigend zijn. Jarenlang was het mijn standpunt, met betrekking tot dit onderwerp, dat overspel de grond was tot echtscheiding en hertrouwen. Vele christenen zullen deze kijk hierop delen. Om de een of andere reden zat zelfs de acceptatie van overspel, als grond tot echtscheiding, bij mij geestelijk niet goed en vond ik geen vrede bij dit onderwerp. Toen de oudsten en ik het onderwerp over onze huwelijksstandpunten aan het herzien waren, geloof ik stellig dat de Heilige Geest mij de weg wees naar erg belangrijke “contextuele” informatie. Toen ik op een avond dit onderwerp bestudeerde en onderzoek deed naar de joodse verlovingsperiode, realiseerde ik mij plotseling wat de reden was dat alleen het bijbelboek Mattheüs de enige verzen in het Nieuwe testament weergeeft waarin de mogelijkheid van hertrouwen na een echtscheiding, wanneer de eerste partner nog in leven is, omschreven staat; Mattheüs schreef dit gedeelte gericht tot de joden en het joodse denken; voor hen die de joodse verlovingswetten van het huwelijk kenden (hierover later meer). Tijdens mijn studie ontdekte ik dat de mannen die het Nieuwe Testament gecanoniseerd hebben (bepaald hebben welke boeken er in het Nieuwe Testament gebruikt worden), het erover eens waren dat hertrouwen, wanneer de eerst partner nog leeft, overspel was. Ik bestudeerde ook een man uit de jaren rond 1500 met de naam Erasmus, die beschouwd werd als “de prins van het humanisme” en die voor een groot deel verantwoordelijk is voor het verwateren van Mattheüs 19: 9 en 1 Korintiërs 7:15. Toen ik dit in september 2005 ontdekte gebeurde datgene wat het Woord zegt namelijk: “De 12
waarheid maakte mij vrij”. Alle teksten die gaan over het huwelijk pasten uiteindelijk als puzzelstukjes in elkaar. Het was zo duidelijk: HUWELIJK = EEN VERBOND TUSSEN ÉÉN MAN EN ÉÉN VROUW, TOT DE DOOD! Ik voelde mij bevrijd en gelukkig, maar ook zwaarbelast en overtuigd in wat voor effect dit zou hebben op zo veel mensen. Ik vertelde niemand iets, ook niet aan mijn vrouw, over deze openbaring die ik gekregen had totdat ik meer studie hierover gedaan had. Dus begon ik aan een zeer intensieve studie. Onder veel aanmoedigen van nabije familieleden en vrienden in het hele land heb ik uiteindelijk mijn gedachten op papier gezet. Dit op papier zetten is voor mij een hele uitdaging, want ik voel mij comfortabeler in het spreken en uitbeelden dan in het schrijven over deze studie over het huwelijk. Ik heb geprobeerd om veel personen en hun uitspraken te beschermen die zij met mij in de gesprekken hebben gedeeld en die voor mij een grote rol hebben gespeeld in het kunnen begrijpen van dit onderwerp. Ik heb ervoor gekozen om de persoonlijke omstandigheden niet bij naam te noemen, evenmin als veel van de persoonlijke gesprekken die ik met mensen heb gehad. Ik heb mensen begeleid die bij mij kwamen met hun huwelijksproblemen en gesprekken met hen die mij vroegen om hen te hertrouwen. Sommigen hadden hulp nodig bij het huwelijk van hun kinderen. Hertrouwde mensen deelden soms met mij dat zij zich al jaren bewust zijn van het foutieve van hertrouwen, mede nadat ik hen hiermee confronteerde of wanneer zij zichzelf hierover blootgaven. De oprechte overtuigingen die mensen met mij in privé gedeeld hebben, hebben mij geholpen om de bijbelteksten over het huwelijk van de bladzijden in Gods Woord te zien oplichten. Ik wil nogmaals uitdrukken dat ik hun vertrouwen in het niet noemen van hun namen niet zal beschamen, maar ik zal niet verzuimen om enkele citaten weer te geven die ik van mensen gehoord heb en die dit onderwerp onderbouwen. Ik heb nooit verdeeldheid willen zaaien. Op een avond toen ik aan het studeren was, dacht ik bij mijzelf: “ik zal een onruststoker genoemd worden, iemand waarvan gezegd wordt dat hij verdeling brengt, een rebel”. Niemand wenst op deze wijze aangesproken te worden, in het bijzonder niet zij die het verst van de waarheid af staan. Ik ging verder door een blik te werpen op een aantal bijbelverzen die mij enorm veel rust en vrede gaven in een periode waarin ik wist dat er een storm op komst was.
13
“En het gebeurde, toen Achab Elia zag, dat Achab tegen hem zei: Bent u diegene die Israël in het ongeluk stort? Toen zei hij: Ík heb Israël niet in het ongeluk gestort, maar ú en het huis van uw vader, doordat u de geboden van de HEERE verliet en achter de Baäls aan gegaan bent.” (1 Koningen 18:17-18) Wie zijn het, die van de geboden van de Heere over het huwelijk en echtscheiding, maar ook andere eenvoudige leerstellingen, binnen de nieuw testamentische gemeente verwaarloosd hebben? Wij, als christenen, moeten deze geboden willen toepassen omdat wij hier de opdracht toe gekregen hebben. Wij moeten onszelf afvragen, “wie zijn het die zoveel onrust in onze gemeentes veroorzaken?” Zijn zij het niet die afstand genomen hebben van de Schift, die de onruststokers zijn, die verdeeldheid zaaien en niet zij die hun uiterste doen om Gods geboden toe te passen? Jezus wil geen verdeeldheid, maar Hij weet dat Zijn Woord dit zal veroorzaken. Wij mogen het Woord niet negeren, ondanks de mogelijkheid van het verlies van familie, het verlies van vrienden, het verlies aan populariteit, het verlies van comfort en zelfs het verlies van onze carrière. Hier volgen een aantal krachtige woorden van Jezus: “Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader, en tussen een dochter en haar moeder, en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn. Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard. En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden.” (Mattheüs 10:34-39). Ik denk dat wij in Judas opmerkzaam moeten zijn op: “Maar u, geliefden, herinnert u zich de woorden die voorzegd zijn door de apostelen van onze Heere Jezus Christus, dat zij u gezegd hebben dat er in de laatste tijd spotters zullen zijn, die naar hun eigen goddeloze begeerten wandelen. Zij zijn het die scheuringen veroorzaken, natuurlijke mensen, die de Geest niet hebben.” (Judas 17-19). Wie zijn het die mensen leren om hun goddeloze verlangens op te volgen? Velen zullen niet eens beseffen dat zij dat doen. Maar de waarde die men hecht aan het praktiseren van zonde zorgt er in onze gemeentes voor dat de 14
mensen zich vrij voelen in het achternalopen van hun goddeloze verlangens. Zijn wij net zoals de mensen in de dagen van Jesaja? “Tegen de zieners zeggen ze: Zeg ons niet de waarheid; vertel liever wat we graag horen...” (Jesaja 30:10 GNB) Gods Woord is weer met stof bedekt. Vandaag gebeurt hetzelfde als in de tijd van Josia: “Bij het horen van de tekst van het wetboek scheurde de koning zijn kleren. Hij beval de priester Chilkia, Achikam, de zoon van Safan, Achbor, de zoon van Micha, de hofschrijver Safan en zijn persoonlijke dienaar Asaja: ‘Ga ter wille van mij en heel het volk van Juda de HEER raadplegen over de inhoud van de boekrol die we gevonden hebben, want het kan niet anders of de HEER is in hevige woede ontstoken omdat onze voorouders zich niet hebben gehouden aan wat er in dit boek staat en niet hebben gedaan wat ons is voorgeschreven.’” (2 Koningen 22:11-13 NBV). Nogmaals, wij kunnen denken dat wij dat niet doen, maar wanneer er geen uitvoering gegeven wordt aan de Schift, zoals het uitvoeren van disciplinaire maartregelen, ook wel omschreven als tucht, wanneer er zichtbare zonde plaats vindt, dan is het enige wat men doet, het uitspreken van woorden. Het is te vergelijken met wanneer ik tegen mijn dochter zeg dat zij een ander kind niet mag slaan. Wanneer zij voor mijn ogen doorgaat met het slaan van het kind en ik haar gedrag negeer, dan hebben mijn woorden geen enkele betekenis en ben ik een roekeloze ouder. Verantwoordelijkheid is kritisch. Veel gemeentes raken geïrriteerd door schoolse systemen, het wets- en rechtssysteem, enz., door hun gebrek aan het nemen van verantwoordelijkheid. Ondertussen doen in het hele land ontelbare gemeentes, uit naam van de “liefde” hetzelfde ten behoeve van het publiek en om de gemeente “in stand te houden”. Ik hoop dat eenieder van ons, in nederigheid, de Bijbel vrij van stof wil maken en wij ons als mensen en als leiders willen bekeren van onze ongehoorzaamheid. Ik ben niet de enige voorganger die op deze wijze gelooft in het huwelijk. Velen in dit land geloven met mij hetzelfde. Sommigen durven hier vrijmoedig over te praten, maar anderen laten niemand iets weten over hun standpunt, omdat het hun “erfenis” pijn kan doen, of omdat zij zich zorgen maken omtrent de “kosten” die dat met zich mee brengt. Weer anderen hebben het vroege onderwijs hierin niet diepgaand bestudeerd en weten het daarom waarschijnlijk niet. Ik heb niets nieuws kunnen ontdekken. Ik ben aan 15
geen enkele zogenaamde “herstelbeweging” (restoration movement) of “denominatie” verbonden, maar ik probeer loyaal te zijn door de leer van het Nieuwe Testament na te volgen en niet de “tradities” en “geboden” van mensen. Ik geloof in de doop, de tafel van de Heere, en het “priesterschap van alle gelovigen”. Ik ben niet afgegaan op slechts een prediker of professor om mijn overtuiging over het huwelijk vorm te geven. De Man die ik het eerste en het meest raadpleegde was Jezus. Ik zag Zijn woorden in de Bijbel als erg duidelijk en helder oplichten. Toen ik het hele Nieuwe Testament over dit onderwerp had doorgelezen, sprak de Schrift eenvoudig en erg duidelijk. De omstandigheid waarin de meeste mensen zich bevinden is dat men zich realiseert dat bijna iedereen wel gerelateerd is aan, of bevriend is met iemand in een echtscheiding/hertrouw situatie en vindt men zich genoodzaakt om compromissen te sluiten met betrekking tot de waarheid. Of dat men denkt, “Hoe kan ik ooit financieel en seksueel overleven, zonder ge(her)trouwt te zijn?” Men vreest voor enorme eenzaamheid. Dan worden duidelijke aanwijzingen erg troebel. De geschiedenis van Adam en Eva in de hof van Eden toont aan hoe de heldere aanwijzing van God troebel werd doordat zij zich oriënteerden op hun eigen verlangens. Zij dachten dat zij ervoor konden kiezen om zonder consequenties God niet te gehoorzamen. Wij betalen hiervoor nog steeds de prijs. Let op hoe satan in Genesis 3:1 tegen Eva zei, “Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof?” Hij zorgde ervoor dat Eva de zuiverheid van Gods woorden in twijfel ging trekken en zij hapte toe. Wij moeten heel voorzichtig zijn dat wij de Schrift niet in twijfel gaan trekken zonder diepgaande studie ervan en in gebed toezeggen dat wij in alles Zijn wil willen doen. Wij mogen nooit toestaan dat emoties de boventoon gaan voeren boven het gezag van Gods Woord. De invloed van mijn aardse vader heeft een diepe betekenis gehad op mijn hele leven. Er was een bijzonder moment in het verleden toen ik wist dat mijn vader bereid was om God te gehoorzamen in plaats van Zijn Woord te verdraaien zodat hij zich beter zou kunnen voelen. Hij vertelde mij veel goede verhalen over zijn grootvader, die hij vereerde. Op een dag zij hij tegen mij dat zijn grootvader, volgens de wereldse normen, een “goed” mens was geweest, maar dat hij nooit gehoorzaam was geweest aan veel van de opdrachten die Jezus gegeven heeft, inclusief de geboden die betrekking hebben op het huwelijk. Mijn vader keek mij aan en zei, “Ik ben Jezus niet, maar ik denk niet dat mijn grootvader in de hemel is”. Mijn vader had gezegd 16
kunnen hebben dat hij dacht dat grootvader in de hemel was, maar hij wist dat hij niet wilde dat zijn zonen volgens die levensstijl zouden leven, daarbij de indruk wekkend dat er geen consequenties verbonden zouden zijn aan de zonde. Mijn vader wist dat wij ons leven moeten leven volgens Gods wijze en niet dat God zich moet aanpassen aan onze manier van leven, zelfs wanneer familieleden hierbij betrokken zijn. De gedachte dat een volgende generatie met betrekking tot het huwelijk en echtscheiding bijna geblinddoekt hun toekomst ingaat drukt zwaar op mij, omdat de gevestigde gemeentes en kerken weten dat zij de Schriften over dit onderwerp niet kunnen lezen en toepassen vanwege de omwenteling die dit teweeg zal brengen. Let hierbij meer op de woorden van Jezus en Paulus en de eerste uitspraken van die mannen die de Bijbel hebben samengesteld, dan op mijn commentaren en gedachten. Wees ook erg oplettend en voorzichtig ten aanzien van sommige leiders, of dat nu in de gemeente is of op christelijke scholen; velen kijken door de lens van hun privé of familieomstandigheden en beredeneren Gods Woord op de wijze die bij hun omstandigheden past. Gedurende de periode van mijn “professionele” bediening in vorige gemeentes kwam het onderwerp “echtscheiding, hertrouwen en overspel” altijd achter gesloten deuren ter sprake. Veel gemeenteleiders negeerden het en wilden geen gemeentelijke tucht hieromtrent praktiseren omdat de gemeente het hierin niet had onderwezen of in zijn geheel had toegepast. De meeste gemeentes die wij kennen zijn er niet op ingericht om tucht, zonder partijdigheid, toe te passen. Ondanks dat velen niet geloven dat ik om hen geef en velen zelfs een hekel aan mij hebben, kan ik het niet meer voor mijzelf houden. Omdat ik zo diep om God en Zijn kinderen geef kan ik niet meer datgene negeren wat Jezus gezegd heeft en wat de vroege gemeentes, tot 1500 jaar na Christus gedacht en gepraktiseerd hebben. In de eerste helft van de 20e eeuw kende de meerderheid van de christelijke gemeenten nog het “oude onderwijs” (niet de “nieuwe leer”) maar waren bijna nooit genoodzaakt om het toe te passen. Ik schaam mij niet voor het Woord van God. Ik ben blij dat ik dit onderwijs ken. * Er is in alle gevallen waar in het Engels het woord “Church” geschreven stond, als vertaling niet voor “kerk” gekozen, maar voor “gemeente”, omdat alleen dit woord (75 maal) voor komt in de HSV en het merendeel van andere gebruikte vertalingen.
17
Ik zou alleen kunnen wensen dat het 1950 was in plaats van de 21e eeuw, omdat het onderwijs over het huwelijk toen zo eenvoudig was in plaats van heden ten dage, waar het op “ketterij” lijkt. Tijdens onze studie doken wij diep in Gods Woord, op zoek naar de waarheid en alleen de waarheid, omdat wij wisten dat het bij veel mensen voor veel verdriet zou zorgen – mensen die wij van harte liefhebben. Toch ervoeren wij dat wij hen moesten waarschuwen voor het verwaterde en zelfs geheel ontbrekende onderwijs over dit onderwerp. Mijn vrouw en ik wisten dat het opkomen voor de bijbelteksten over het huwelijk, echtscheiding en hertrouwen een diepgaand effect zou hebben op heel veel mensen, zoals familieleden (ja, wij hebben familieleden die betrokken zijn bij hertrouwen), de gemeente, de gemeenschap en mogelijk zelfs over de hele wereld. Wij wisten dat het veel ging kosten. Wij beseften ook dat sommige personen die onze grootste bemoedigers waren, in een “hertrouw situatie” verkeerden en wij realiseerden ons dat wij hen opmerkzaam moesten maken op de noodzaak dat zij zich voor de Heere hiervan moesten bekeren. Wij ervoeren ook de noodzaak om jonge stellen hierover te informeren, om zodoende hun huwelijk te versterken en de kinderen/jong volwassenen zich meer bewust te laten worden wie zij zullen uitkiezen als hun partner voor het leven. Wij wisten dat dit ons niet erg geliefd zou maken. Wij wisten dat wij het niet alleen tegen “de wereld” moesten opnemen, maar tegen veel gemeentes die er voor gekozen hebben om de bijbelse fundamenten, in het bijzonder ten aanzien van bekering, te negeren om zodoende mensen door hun deuren naar binnen te krijgen. Wie wil er nu werkelijk de mens de noodzaak onderwijzen om, in plaats van een naarstig najagen van “geluk”, naarstig op zoek te gaan naar het najagen van heiliging. Wij hebben als ouders de opdracht om onze dochter “geboden” mee te geven die niet zo populair zijn. Wij moesten nee tegen haar zeggen toen zij aan ons vroeg of zij ’s avonds op haar fiets door de straat mocht rijden, zelfs toen zij begon te huilen en beloofde dat zij haar helm zou opzetten. Wij vertelden haar dat zij ons moest vertrouwen en dat wij van haar houden en doen wat voor haar het beste is ondanks dat zij het niet begreep. Wij houden zo veel van haar dat wij haar de opdrachten en lessen van Jezus leren. Wij hebben de wetenschap dat zij op een dag rekenschap moet afleggen aan de Heere en vragen daarom elke keer aan onszelf: “bereiden wij haar goed voor op die dag?”
18
Wij zouden bedroevende ouders zijn en niet volledig van haar houden wanneer wij haar niet zouden onderwijzen, voorleven en op bepaalde ogenblikken tuchtigen om haar op die wijze op weg te helpen naar het “Koninkrijk der hemelen”. Ik ben niet wettisch, geen Farizeeër of een valse profeet omdat ik haar restricties opleg of met haar de geboden van Jezus deel en haar af en toe straf. Ik doe alleen datgene wat de Bijbel zegt dat ik moet doen. Als vader moet ik voor mijn dochter haar grenzen bepalen, precies zoals onze hemelse Vader, Die van ons houdt, ons Zijn grenzen bepaalt. Ik vind het belangrijker dat mijn dochter heilig is dan dat zij werelds gelukkig is. Ik hoop dat zij een gelukkig leven heeft, maar niet wanneer dat ten koste gaat van heiliging. Uiteindelijk moet zij heiliging najagen om eeuwig gelukkig te kunnen zijn. Bereiden wij ons gezin, familie, vrienden en onszelf voor om de Heere Jezus Christus te ontmoeten. Gedurende de laatste jaren heb ik intensief verschillende gezichtspunten gelezen. Honderden manuscripten doorzocht en was ik betrokken bij veel gesprekken en begeleidingssituaties. Door deze ervaringen heeft, naar ik geloof, de Heilige Geest mij veel inzichten gegeven en dingen laten zien over het huwelijk, echtscheiding en de zonde van overspel door hertrouwen. Ik ben teruggegaan naar de Bijbel om er zeker van te zijn dat mijn overwegingen overeenkwamen met het Woord en dat het Woord hetgeen was dat sprak en niet mijn menselijk emoties en verlangens. Ik heb gebeden voor veel wijsheid en onderscheidingsvermogen met betrekking tot dit onderwerp, omdat ik besefte dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou zijn. Wanneer u dit leest dan kunt u, of erg boos worden zoals Herodias toen Johannes de Doper haar in Markus 6 confronteerde en haar huwelijk aan de kaak stelde, of u kunt uw kleding van u af scheuren zoals Josia deed toen men Gods Woord terugvond, begraven onder een dikke laag stof en zij zich realiseerden dat zij ver afgedwaald waren van Gods geboden. Aan de ander kant is het mogelijk dat u bevestigd wordt, dat u al die jaren Gods Woord op de juiste wijze hebt verspreid. Wat uw reactie ook zijn zal, ik hoop en bid dat u dit boek in zijn geheel leest. U kent het er mee eens of oneens zijn, maar het zal u veranderen. Wij hebben gescheiden mensen lief uit het diepst van ons hart en geven heel veel om hen, daarom zijn wij ervan overtuigd dat wij dit serieuze onderwerp dat voor ons ligt moeten bestuderen en onderzoeken. Ik ben ervan overtuigd dat sommige welwillende mensen onwetend zijn over deze leer, omdat de gemeente het de afgelopen 50 jaar niet onderwezen heeft. Zij hebben gezien 19
hoe andere belijdende christenen en leiders hertrouwd zijn terwijl hun eerste partner nog in leven is en daaruit de conclusie getrokken dat dit betekent dat zij dit ook kunnen doen. Dus wanneer u dit, wat ik vanuit mijn hart heb opgeschreven leest, dan bid ik dat u de juiste bedoeling ziet, met in uw gedachten het beeld van “de dag van de Heere”. Dit boek graaft diep in het huwelijk, echtscheiding en hertrouwen, maar het geeft ook een bijbelse onderbouwing met betrekking tot andere diepe waarheden zoals de wet en genade, gemeentelijke tucht, enz. De vragen en vaak voorkomende gedachten van verschillende personen hebben ertoe geleid om ook over deze leerstellingen een grondige Bijbelstudie te doen. Naar mijn beste weten is het onderwijs in dit boek een bijbels onderwijs. Ik ben mij er wel van bewust dat ik in de minderheid ben van voorgangers die leren dat het huwelijk permanent is wanneer een partner in leven is. Het enigste wat ik de lezer vraag is om al biddend de gedachten in dit boek te overwegen. Wanneer u als lezer tot dezelfde conclusie komt over dat wat de Bijbel zegt, dan zult u op juiste wijze naar God en op Zijn Woord reageren. Ik bid dat iedereen dieper Gods Woord gaat onderzoeken dan de interpretaties van voorgangers, oudsten, predikers en bijbelleraren, inclusief die van mij. De verantwoordelijkheid voor elke beslissing die genomen wordt ligt bij de lezer en niet bij mij, de vertaler, of de uitgever van dit boek. “Met elk nieuw bewijs van ontaarding, klinkt bij ons voor een tijdje een jammerklacht, waarna men er weer aan gewent raakt … Wanneer het gedrag verslechterd, dan stelt de gemeenschap de normen bij tot dat gedrag, zo dat, wat eens verwerpelijk leek, nu niet langer meer zo schijnt te zijn” Robert Bork – uit het boek “Slouching to Gomorrah”
20
21
Hoofdstuk 1 Waarom inzoomen op dit onderwerp? Voor ieder van ons geldt dat wij, op elk terrein van ons leven, heiliging behoren na te streven (Hebreeën 12:14). Wat er in onze gemeente gebeurde was dat ik het beleid ten aanzien van het huwelijk aan het herzien was. Op hetzelfde ogenblik deden de oudsten hun uiterst best om niet van hun voorkeuren blijk te geven wanneer het aankomt op gemeentelijke tucht, een plicht die weinig gemeentes praktiseren, (Mattheüs 18, Handelingen 5, 1 Korintiërs 5 en 6, 2 Thessalonicenzen 3:14, 1 Timotheüs 5:20-22 en Openbaring 3). Wij wilden op een bepaald terrein niet disciplinair optreden en andere “praktiserende/bewuste” zonden negeren. “Hertrouwen” wanneer de eerste partner nog leeft wordt in veel gemeentes gevierd en bevestigt zonder dat men erbij nadenkt wat Gods Woord hierover zegt. Laten wij als voorbeeld nemen dat een specifieke gemeente denkt dat een huwelijk van personen van hetzelfde geslacht verkeerd is en petities hiertegen heeft ondertekent, maar tegelijkertijd het onderwerp echtscheiding en “hertrouwen” negeert. Zij willen homoseksuelen tuchtigen in de hoop op bekering, maar niet hen die duidelijk ingaan tegen het huwelijksbeleid van Jezus. Jezus houdt van al deze mensen die in “zonde leven”, maar Hij verwacht een verandering (bekering) in iemands leven, gebaseerd op Lukas 13:3 en ander bijbelverzen. Wij, als leiders, weten dat God ons verantwoordelijk houdt voor de verkondiging en toepassing van de gehele raadgeving ten aanzien van de onschendbaarheid/heiligheid van het huwelijk en ander morele kwesties. Maar het is, wat dit onderwerp betreft, zo helder als wat dat wij ver zijn afgedwaald van de waarheid; een gebrek aan de waarheid van dit bijbels onderwijs dat de gemeentes in een netelige positie heeft gebracht. En het is erger dan de meesten van ons zich kunnen voorstellen. Er zijn zelfs rechtszaken in Amerika gaande vanwege de inconsistenties binnen de gemeente wanneer het aankomt op de liefdevolle tucht waartoe wij in het Nieuwe Testament worden opgeroepen. De beweging ter promotie van het huwelijk van gelijke geslachten is zich heel goed van bewust van deze dubbele moraal en zij hebben nog gelijk ook (Romeinen 2:1-3). Sommige mensen kenden de waarheid maar hertrouwen desalniettemin. Anderen kenden de waarheid niet. Er zijn er die gescheiden zijn en met iemand anders willen trouwen maar mogen zich niet beschikbaar stellen voor leiderschap. Wanneer men nee tegen hen zegt, dan geven zij terecht aan dat 22
er hertrouwde paren in de gemeente zitten die men toestaat om te blijven en zo begint de verdeeldheid. Sommige ouders hebben kinderen die te maken hebben met een hertrouw situatie en kunnen niet toestaan dat Gods Woord hierover geleerd en toegepast wordt omdat “jullie het over mijn kinderen hebben”. De oudsten en ikzelf hebben, meer dan de meesten van u zich kunnen voorstellen, geprobeerd om confronterend en handelend om te gaan met dit onderwerp, maar wij kunnen niet uitdrukken bij hoeveel vertrouwelijke situaties er een gebrek aan ondersteuning was. Wij hadden het plan opgevat om iets uit te werken dat iedere gemeente kon toepassen en wanneer noodzakelijk, ten uitvoer kon brengen op basis van gemeentelijke tucht. Wij hebben geprobeerd om consistent te zijn met betrekking tot “het praktiseren van zonde” wat een effect kan hebben op het hele lichaam van Christus. Wij hebben veel van de vertrouwelijk informatie en situaties van veel personen, die achter de schermen plaatsvonden, beschermd wanneer het aankwam op gemeentelijke tucht. Velen van hen zeggen dat zij vergeving hebben ontvangen, maar er zijn maar weinigen die de bereidheid hebben om te helpen om de volgende generatie te onderwijzen. Zij blokkeren de informatie of verdraaien deze achter de rug van de leiding om. Wij hebben honderden uren aan studie besteed voordat wij nieuw inzicht kregen in dit “oude, en niet “nieuwe” onderwijs. Wij hebben oude bibliotheken van de vroege gemeente van de eerste paar eeuwen onderzocht, oude kranten, oude boeken, Griekse woordenboeken en ga zo maar door, om een onderbouwing te kunnen vinden dat overspel een reden is om te kunnen echtscheiden en daarna te kunnen hertrouwen. Wij hebben echter nooit enige informatie kunnen vinden dat die visie onderbouwd. Ik geloof dat ik het in het verleden erg bij het verkeerde eind heb gehad in hoe ik omging met de menigte en zelf de Bijbel niet in de diepte heb onderzocht wanneer het aankwam op het onderwijs over echtscheiding en hertrouwen. Ik heb mij hiervan bekeerd en vergeving gevraagd aan God en aan anderen op wie dit betrekking had. Ik ken veel meningen van “oudere” predikers over dit onderwerp en het gaf mij nooit vrede. Velen van hen willen iedereen “hertrouwen” om wat voor reden dan ook, terwijl de eerste partner nog leeft. Ik heb pogingen gedaan om met sommigen van hen hierover in gesprek te komen, maar zodra zij zich realiseerden dat ik, op bijbelse gronden, zeer gedreven was over dit onderwerp, werden zij zeer onwillig om mij te woord te staan. Ik heb 23
gesproken met de Gemeente van Christus, Baptisten, Amish, Mennonieten Assemblees van God, zendelingen in verre landen, maar ook met schrijvers, predikers en andere geloofsmensen, in dit land en in het buitenland, die het erover eens zijn dat het huwelijk een verbond is tussen één man en één vrouw, tot de dood. Het is goed mogelijk dat u geen mensen hebt horen spreken over het “verbond” van het huwelijk. De reden daarvoor is deze: zij zijn niet uitgenodigd om op christelijke conferenties te spreken omdat zij niet “zoeker vriendelijk” zijn (Johannes de Doper of Noach zou voor zoiets ook niet gevraagd worden). Zij hebben geen enorme kerken gebouwd waar zij de menigte niet konden onderbrengen (Was Noach een succes?). Zij hebben ook geen boeken geschreven over zelfverheerlijking en het welvaartsevangelie. In plaats daarvan hebben zij het sterven aan zichzelf, bekering, berouw, heiliging en zichzelf radicaal geven verkondigd. Dat is wat het ware Evangelie in houdt. Wij moeten er constant naar streven om door de nauwe poort naar binnen te gaan, zoals Jezus dat verwoorde in Lukas 13:24. Wij moeten bereid zijn om de Heilige Geest ons te laten overtuigen van de onreine dingen die wij doen en die niet van God afkomstig zijn. Jezus zei dat de weg naar het eeuwige leven niet gemakkelijk is en dat weinigen hem zullen vinden. (Mattheüs 7:1314). In de gemeente van vandaag echter zeggen “belijdende christenen” dat de weg gemakkelijk is en dat bijna iedereen hem zal vinden. Dit gezegd hebbende, er is één groots onderwerp dat absoluut niet besproken, overdacht, laat staan toegepast wordt in de moderne gemeentes en christelijke colleges, namelijk echtscheiding en hertrouwen. Wij beseffen dat dit onderwerp de massa niet de megakerken in drijft, het zou een puinhoop veroorzaken in de PR van de bijbelscholen en de publieke giften en bijdragen zouden enorm afnemen. Van alle bewuste zonden die gepraktiseerd worden en die Paulus aanwijst dat zij in de gemeente plaats vinden, zoals in 1 Korintiërs 5, 1 Korintiërs 6:9-10 en Galaten 5:16-21, is de zonde waar veel mensen onwetend over zijn of waar zij voor kiezen om onwetend over te zijn vanwege de grote verdeeldheid die het veroorzaakt. De bijbelteksten over echtscheiding, hertrouwen en overspel, die geboden van Jezus zijn, kunnen niet gelezen en bestudeerd worden in de moderne gemeente zonder dat halve waarheden verkondigd worden. Men kan zelfs in huwelijksbegeleiding of pastoraat deze bijbelteksten, die de deur naar echtscheiding sluit, niet gebruiken omdat sommigen van hen die u begeleid waarschijnlijk gerelateerd zijn aan iemand die te maken heeft met een 24
hertrouwsituatie. En ouders zullen verbolgen zijn wanneer u passages als Markus 10:6-12, Lukas 16:18, Romeinen 7:3, 1 Korintiërs 7:3 en Hebreeën 13:4 aan hun kinderen voorleest. Ik heb dit zelf in veel gevallen meegemaakt.
25
Hoofdstuk 2 De waarschuwing Paulus, die ons in alles onderwijst wat genade inhoud, waarschuwt ons ook duidelijk met de volgende woorden in 1 Korintiërs 6:9-10: “Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.” En in Galaten 5:16-21 zegt Paulus: “Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet. Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.” Uitgaande van deze bijbelteksten schijnt het zo te zijn dat God zich grotere zorgen maakt over overspel (hertrouwen wanneer de verbondspartner nog leeft), dan over echtscheiding op zich. Overspelers, zegt de Schrift, zijn degenen die het koninkrijk van God niet binnen zullen gaan, gescheidenen worden niet genoemd. Hoewel later, in dezelfde Korinthe brief, in hoofdstuk 7:11, beschreven en uitgelegd wordt dat ongehuwd blijven of zich met de verbondspartner verzoenen de twee opties zijn die de mens heeft wanneer zij gescheiden zijn, zoals Gods Woord het omschrijft. Deze bijbelteksten moeten er eigenlijk voor zorgen dat er een gezonde vrees en ontzag is wanneer iemand op zoek gaat naar een partner, of dat nu voor een eerste date is, of om mee te trouwen. Het huwelijk werkt voor het leven wanneer beide partijen bereid zijn God te zoeken, persoonlijk zowel als gezamenlijk. Wij moeten de volgende generatie leren dat een oprecht levende en persoonlijk relatie met God aanwezig is in het eventueel daten met een toekomstige partner of met de partner. Dit is belangrijker dan het op het eerste gezicht lijkt. Veel belangrijker dan ons banksaldo, de baan die wij hebben, onze familiaire afkomst, of welke andere factoren dan ook. De brief die hierna volgt is afkomstig van iemand die recentelijk gescheiden is: 26
“Van iemand scheiden (ruimte creëren) is een daad van geweld en een verraad volgens Gods Woord. Toegegeven, er kunnen soms gevaarlijke situaties zijn waarbij het beter is dat een van de twee, “vlucht” uit veiligheidsoverwegingen, maar veiligheid maakt het op geen enkele wijze noodzakelijk of rechtvaardigt het op geen enkele wijze om betrokken te raken bij iemand anders behalve de verbondspartner. Zij die de aanleiding zijn tot de scheiding moeten zich bekeren en vergeving vragen aan de Almachtige God en hun partner en gezin die zij pijn gedaan hebben, waarbij Gods genade het mogelijk maakt om dit te doen. Slachtoffers van een echtscheiding kunnen in vrede met hun partner blijven omgaan, in zover het voor hen mogelijk is en verder gaan in een leven van heiligheid en zuiverheid, in het belang van rechtvaardigheid, zich bewust zijnde van het feit dat hun partner elk moment in gevaar is om voor altijd verloren te gaan – inderdaad een nuchtere realiteit. God kent het hart en zal niet de spot met Zich laten drijven. Hij die het leven vindt zal het verliezen, maar hij die zijn leven verliest om Christus wil en om Gods Woord die zal het behouden. Het Evangelie van Jezus en Zijn leer is “godvruchtigheid”, wat heiligheid is in woord en daad, vanuit een pure en vurige liefde voor God en Zijn rechtvaardige geboden. Er is geen immuniteit in het ruw en met geweld behandeld worden door hen die, in bijbelse betekenis, onze beste vrienden zouden moeten zijn. Dit is al zo sinds het begin der tijden, met Jezus Zelf als ons voorbeeld; “Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen,” en “Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten...”. De dienaar staat niet boven zijn Meester.”
27
Hoofdstuk 3 God spreekt in het Oude Testament Genesis 2:21-25 “Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn. En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet.”
God heeft Adam gevormd uit stof. Denkt u dat Hij niet hetzelfde had kunnen doen met Eva? Waarom nam Hij een rib uit de man? Het was een heel symbolische gebeurtenis om het één-vlees zijn te laten zien.
God schiep de mens en daarna het algemene gebod van het huwelijk. Alleen God kan twee mensen tot één vlees maken. Jezus bevestigt dat in het Nieuwe Testament (Markus 10:6-9)
Let op het feit dat God het huwelijk ingesteld heeft tussen één man en één vrouw. Een andere vorm staat Hij niet toe. Hij had andere regelingen kunnen treffen maar Hij heeft dat niet gedaan. God zal nooit een andere vorm van het huwelijk goedkeuren.
Spreuken 2:17, “die de echtvriend van haar jeugd verlaat en het verbond van haar God vergeet;”
Het huwelijk is, of de mens zich dat nu beseft of niet en dat wil geloven of niet, een driehoek. God is getuige en Hij verbindt de twee samen (Markus 10:9). Het huwelijk is een verbond tussen God en twee mensen die een belofte afleggen tegenover God en elkaar. God voegt samen zodra Hij de beloftes, die naar elkaar (en al of niet in de gemeente ook naar God toe) gedaan zijn, gehoord heeft.
Maleachi 2:13-17 “In de tweede plaats doet u dit: het altaar van de HEERE bedekken met tranen, met geween en gekerm, omdat Hij Zich niet langer tot het graanoffer wendt en dat in welgevallen uit uw hand aanneemt. Dan zegt u: Waarom? Omdat de HEERE Getuige is tussen u en de vrouw van uw jeugd, tegen wie ú trouweloos handelt, terwijl zíj toch uw metgezellin en de vrouw van uw verbond is. Heeft Hij er niet maar één 28
gemaakt, hoewel Hij nog geest overhad? En waarom die ene? Hij zocht een goddelijk nageslacht. Daarom, wees op uw hoede met uw geest, en handel niet trouweloos tegen de vrouw van uw jeugd. Want de HEERE, de God van Israël, zegt dat Hij het wegsturen van de eigen vrouw haat, hoewel men het geweld bedekt met zijn gewaad, zegt de HEERE van de legermachten. Wees dus op uw hoede met uw geest en handel niet trouweloos. U vermoeit de HEERE met uw woorden, toch zegt u: Waarmee vermoeien wij Hem? Doordat u zegt: Iedereen die kwaad doet, is in de ogen van de HEERE goed, Híj is hun genegen. Of: Waar is de God van het oordeel?” Heeft Hij er niet maar één gemaakt, één man en één vrouw?
De Heere was getuige van uw huwelijk.
Maleachi herstelt dit belangrijke principe; Het maakt niet uit wanneer u haar verlaat, zij blijft uw vrouw door het verbond. Hij bevestigt dat God hen één heeft gemaakt.
Het doel van de band is een godvruchtig nageslacht. Dit bevestigt het ontwerp van een huwelijk tussen een man en een vrouw. Niet tussen twee mannen of twee vrouwen.
God heeft gescheidenen lief, maar Hij haat de echtscheiding.
Wij hebben God vermoeid omdat wij zeggen dat iedereen die zonde doet oké is en omdat, zoals wij vandaag de dag dat overal kunnen horen, “God zo vol is van genade dat Hij het niet erg vindt dat wij, nadat wij vergeving gevraagd hebben, doorgaan met onze zondige praktijken”. Geloven de meeste mensen dan niet dat het huwelijk een verbond is? De meeste predikers zeggen altijd dat het huwelijk een verbond is, maar wat wordt er dan bedoeld met “verbond”? Een verbond is een speciale overeenkomst tussen twee mensen waarin God een actieve partij is. Wanneer God betrokken is in een verbond, dan bepaald Hij de voorwaarden en condities. Sommigen zeggen dat het huwelijk alleen maar een overeenkomst is tussen twee partijen, maar niet met God. 29
Kijk naar wat Paulus zegt over een man-made overeenkomst; “Broeders, ik spreek op menselijke wijze: Zelfs een verbond van mensen dat rechtsgeldig is geworden, stelt niemand terzijde of voegt daar iets aan toe.” (Galaten 3:15). Deze onheroepbare overeenkomst is bindend, zelfs binnen een man-made verbond. Het huwelijk is een verbond waarbij God betrokken is, wat de band nog sterker maakt. Albert Barnes zegt in zijn commentaar op Galaten 3:15 het volgende: “Alhoewel het een menselijk verbond is, een binding of overeenkomst tussen een man en een vrouw, kan zelfs in een dergelijk geval niemand er iets aan toevoegen of er iets van weglaten. Het argument hier is dat een dergelijk verbond of overeenkomst minder belangrijk moet zijn dan een belofte van God. Zelfs die kunnen niet nietig verklaard worden. Hoeveel minder kan er daarom met een verbond omgegaan worden dat door God gemaakt is, alsof het een dwaasheid is. Het woord “verbond” is in het Grieks, “diatheke”, en wordt door Strong o.a. omschreven als: testament, beschikking, verdrag, wilsbeschikking. De meest voorkomende klassieke omschrijving is “wilsbeschikking” of testament”, alhoewel in de Septuagint en in het Nieuwe testament het woord dat hiervoor gebruikt wordt “verbond of overeenkomst” is. (Zie Barnes notes Handelingen 3:25). Hier is het woord op de juiste wijze gebruikt als verbond of overeenkomst; een gezamenlijke overeenkomst tussen een man en een man. De bedoeling hiervan was dat wanneer er een dergelijke overeenkomst was, dit op basis van het wederzijdse vertrouwen op een plechtige wijze werd beloofd en kon er geen verandering meer in de overeenkomst aangebracht worden. Het is bekrachtigd, het staat vast en is absoluut, net of het bevestigd is door een zegel of op een ander wijze. Niemand kan er iets aan veranderen, enz. Het staat vast. Niemand kan het veranderen. Er kunnen geen nieuwe condities aan worden toegevoegd; ook kan er geen weggelaten worden. Het verbindt de partijen om trouw alle verplichtingen na te komen. Dit wordt door de mens heel duidelijk begrepen; Paulus zegt dat hetzelfde ook moet gelden tegenover God. Is het Jezus niet die in Mattheüs 19:6 en Markus 10:9 zegt dat God (niet het land, de overheid of de voorganger) hen samenvoegt? Ons probleem is nu dat sommige mensen denken dat een huwelijk een contract is en geen verbond. Er zijn een aantal verschillen tussen de twee. De onschendbaarheid van het huwelijk wordt tenietgedaan wanneer wij ervan uit gaan dat het 30
alleen maar een stuk papier is, net als een hypothecaire akte. Om precies te zijn, het is in de huidige maatschappij gemakkelijker om een echtscheiding (snel scheiden via internet) voor elkaar te krijgen, dan om onder een hypotheek of lening uit te komen. Wie is mijn verbondsechtgenoot (-note) De verbondsechtgenoot of echtgenote (hierna te noemen: partner) is degene tegenover wie men de eerste keer de trouwbeloftes aflegt. U werd door God met elkaar verbonden of u nu getrouwd bent in een kerkgebouw of in een “niet traditionele” omgeving. God is overal (Handelingen 7:48, 17:24-25, 1 Korintiërs 6:19) en niet gelimiteerd tot een gebouw met een toren er op. Volgens de volgende bijbelteksten eindigt het verbond met een partner alleen met de dood. (Lukas 16:18, Romeinen 7:3, 1 Korintiërs 7:39). Soms ontdekt iemand dat de voor hem of haar eerste partner al eerder getrouwd geweest is, terwijl de eerste partner daarvan nog leeft. Wees dus waakzaam om zeker te zijn dat uw eerste partner ook uw ware verbondspartner is. Het verschil tussen een contract en een verbond. Contract: Het huwelijk als een tweezijdige overeenkomst, dat vrijwillig wordt gesloten, onderhouden en beëindigd door twee individuen.
Het vormt de basis voor het burgerlijk recht.
De oorsprong van dit model ligt in de middeleeuwen.
Het wordt in de Bijbel niet gevonden om het huwelijk te beschrijven.
Het geeft een zwakke basis voor het permanente van het huwelijk.
Het opent de deur voor een variatie van echtelijke verbindingsmogelijkheden zoals huwelijken van hetzelfde geslacht en polygamie.
Verbond: Het huwelijk als een onschendbare (geheiligde) verbinding tussen een man en een vrouw en God. Het is ingesteld door God en Hij is erbij betrokken.
Het is volgens een goddelijk gebod en God alleen kan de regels en voorwaarden voor deze bijzondere relatie bepalen. De mens heeft niet het gezag om geloftes te verbreken die God opgesteld heeft in de hemel. God alleen kan een huwelijk verbreken door de dood. “Laat de mens niet scheiden”. 31
De bron is de verbondstaal in de Bijbel.
Het huwelijk is een overtreffende weergave van een verbond; Het is een deel van Gods scheppingsorde.
Wist u? Dr. David W. Jones and Dr. Johannes K. Tarwater werkten in 2005 samen aan een enorme studie getiteld: Zijn bijbelse verbonden oplosbaar binnen de theologie van het huwelijk? Zij schrijven het volgende; wij hebben zowel elk voorbeeld van berith in het Oude Testament (267 voorbeelden), als diatheke en suntheke in het Nieuwe Testament (34 voorbeelden) onderzocht en waren niet in staat om ook maar één enkel voorbeeld te vinden van een ontbonden verbond waar God deel van uitmaakte. Net als de taal die gebruikt wordt om bijbelse verbonden te omschrijven, als de wijze waarop God omgaat met de schending van een verbond, geeft ons het bewijs van de afwezigheid van de mogelijkheid van ontbinding van een bijbelse verbond waar God deel van uit maakt. Pasquier Quesnel verwoorde vele jaren gelden het volgende: “De samenvoeging van een man en een vrouw door het huwelijk is meer intiem en onafscheidelijker dan tussen ouders en kinderen. Het wordt erg hoog geacht omdat hiermee het beeld wordt weergegeven van de band tussen Christus en Zijn gemeente. Het is een partnerschap tussen ziel en lichaam, tussen leven en geluk, tussen comfort en ondersteuning en ontwerpen en zich richten op. Wat een zondigheid is het daarom om verdeeldheid te zaaien in een gemeenschap die zo heilig en dierbaar is voor God!
32
33
Hoofdstuk 4 God spreekt in het Nieuwe Testament Mattheüs 5:27-32. (De Bergrede – destijds vanuit de gedachtegang van de joodse gemeenschap). Dit is het eerste opgetekende moment waar Jezus uit Zichzelf over echtscheiding sprak. Pas in een later stadium werd Jezus door de Farizeeërs hierover ondervraagd. “U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft. Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. Er is ook gezegd: Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een echtscheidingsbrief geven. Maar Ik zeg u dat wie zijn vrouw verstoot om een andere reden dan hoererij, maakt dat zij overspel pleegt; en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel.” (HSV). Wanneer wij kijken naar de context (5:21-44), dan bevestigde Jezus de normen van de Mozaïsche wet en verheerlijkte en leerde Hij de geest van de wet van het Oude Testament, zoals Jesaja dat profeteerde in Jesaja 42:21
Jezus leerde de menigte om zich niet alleen te focussen op de rechtvaardige daden aan de buitenkant (volgens de wet) maar ook op de geestelijk daden aan de binnenkant. De daden van binnen bepalen de daden aan de buitenkant. Uw intentie om kwaad te doen is net zo zondig als de daad zelf.
Wanneer wij veronderstellen dat echtscheiding en hertrouwen, terwijl de verbondspartner nog leeft, door God is toegestaan, dan moeten wij ook geloven dat wij nog steeds verplicht zijn om onze gaven op het altaar te leggen en dat wij onderworpen zijn aan de Joodse rechtbank, het Sanhedrin en zijn regelgeving.
Wanneer overspel een reden is tot echtscheiding en hertrouwen, dan ben ik er zeker van dat bijna ieder man en vrouw het recht heeft om ten minste één keer tijdens hun huwelijk te kunnen scheiden en te hertrouwen. Jezus noemde “begeren” namelijk overspel!
34
“maakt dat zij overspel pleegt;” – In dit vers, en in Mattheüs 19:9, kan de vrouw onterecht gescheiden en daardoor de “onschuldige” partij zijn. Toch zal een hertrouwen van deze “onschuldige” vrouw resulteren in een overspelige verbintenis. De man die met haar trouwt zal ook overspel plegen.
Wanneer men denkt dat Jezus Iemand is die iemand niet tot de hel veroordeeld, waarom zegt Hij dan tegen ons dat het beter is dat wij drastische maatregelen moeten treffen om niet te begeren? Ik ben van mening dat Hij niet bedoelde dat het eindresultaat letterlijk het uitrukken van een oog is, omdat wij zelfs met onze ogen dicht kunnen begeren. Het was Zijn bedoeling om ons wakker te schudden en te motiveren om serieus werk te maken van deze zonde en de realiteit van de hel niet te negeren.
Let op het “verstoten” en de “scheidbrief” in dezelfde context van het bijbelgedeelte. Meer details hierover volgen later.
Het was vrouwen in de joodse cultuur nooit toegestaan om te scheiden en te hertouwen. Let dus ook op het feit dat het alleen mannen was toegestaan om een scheiding te initiëren.
Sommige mensen denken dat de enige reden dat Jezus over echtscheiding sprak was omdat de Farizeeërs Hem erover ondervroegen. Dit is onwaar. Jezus haalde dit voor het eerst aan op de “berg”. Hij begon helemaal Zelf over dit onderwerp. Later, in Mattheüs 19:9 en Markus 10:2, probeerden de Farizeeërs hiermee een valstrik voor Jezus te spannen. Er zou zelfs de mogelijkheid geweest kunnen zijn dat Jezus gedood zou worden net als Johannes de Doper, wanneer Hij Herodes en Herodias geconfronteerd zou hebben met hun “zondige levensstijl”. (Markus 6:14-29). Misschien hebben zij via geruchten wel gehoord wat er op de berg gezegd was, maar dat zij Zijn bedoeling ervan niet hebben ingezien.
Over Johannes de Doper gesproken: “was hij wettisch en een Farizeeër omdat hij confronterend was in zondige situaties? Jezus zei dat er tot op dat moment niemand groter was dan Zijn neef, Johannes de Doper. (Mattheüs 11:11).
35
Wanneer Jezus in die tijd tevreden zou zijn geweest met het echtscheiding en hertrouw beleid, waarom legde Hij dit onderwerp dan op tafel?
Waarom brengen alle omringende verzen een verandering van denken “tussen de oude en de nieuwe manier”, terwijl heel veel gemeentes geloven dat echtscheiding en hertrouwen hetzelfde gebleven is, of dat er zelfs meer redenen zouden zijn die echtscheiding en hertrouwen (overspel) mogelijk te maken.
Jezus maakte duidelijk wat de geest was achter de wet van Mozes omdat, wanneer hij iets anders onderwezen zou hebben, Hij de minste in het Koninkrijk der hemelen zou zijn geweest. (Mattheüs 5:19). De Mozaïsche wet was volledig van kracht tot op de dag dat Jezus stierf aan het kruis. Jezus Christus ruimde de oude wet uit de weg (inclusief de mogelijkheid tot echtscheiding) en spijkerde deze aan het kruis. (Mattheüs 23:2-12, Romeinen 15:18, Galaten 4:4, Efeziërs 2:11-18, Colossenzen 2:14-17, Hebreeën 9:16-17). In Mattheüs 8:4 gaf Jezus de leproos nog de opdracht om dat te doen wat de wet van Mozes op dat moment voor schreef.
Markus 10:10-12 (Romeinse toehoorders): “En toen Hij opgestaan was, ging Hij vandaar naar het gebied van Judea, door het Overjordaanse; en de menigten kwamen opnieuw bij Hem samen, en zoals Hij gewoon was, onderwees Hij hen opnieuw. En de Farizeeën kwamen naar Hem toe en vroegen Hem, om Hem te verzoeken, of het een man geoorloofd is zijn vrouw te verstoten. Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Wat heeft Mozes u geboden? En zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een echtscheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten. En Jezus antwoordde hun: Vanwege de hardheid van uw hart heeft hij dat gebod voor u geschreven. Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. En thuis stelden Zijn discipelen Hem hierover opnieuw vragen. En Hij zei tegen hen: Wie zijn vrouw verstoot en met een andere trouwt, pleegt overspel tegen haar. En als een vrouw haar man verstoot en met een andere trouwt, pleegt zij ook overspel.” 36
Jezus zei: “Niet meer twee, maar één” “Niet meer” (ouketi; vanaf nu niet meer, zonder begrip van tijd). Zo lang zij ademhalen zullen zij niet de echtgenoot of echtgenote zijn van iemand anders, tot de dood van een van de twee. (Andere verzen waar het woord Ouketi in voorkomt zijn: Markus 14:25, Johannes 6:66 en Handelingen 8:39. Lees de verzen eens door en zie of er na de uitspraak “niet meer” nogmaals hetzelfde gebeurde.)
Jezus bekrachtigd het principe dat God Diegene is die de man en de vrouw samenvoegt. Waarom is het dat Jezus zegt dat God het is die een paar samenvoegt en waarom staan wij erop om te zeggen dat de overheid degene is die een eind kan maken aan het huwelijk en van één vlees weer twee kan maken?
Samengevoegd betekent in de context letterlijk: “met elkaar als door lijm verbonden”. Wanneer bijvoorbeeld een porseleinen vaas breekt, dan is het alleen mogelijk om de delen, wel met zichtbare beschadiging, van dezelfde vaas weer aan elkaar te lijmen. Deze relatie moet zelfs sterker zijn als de ouder/kind relatie. Dit gaat niet met stukken van een ander vaas.
“Als een vrouw haar man verstoot”. Dit was zeer zeker een nieuwe leer voor sommige van de toehoorders omdat de boodschap van Markus eigenlijk gericht was op de Romeinse cultuur waar vrouwen werden toegestaan om te scheiden. Het kwam slechts zelden voor dat een Joods vrouw kon scheiden, maar vrouwen van andere culturen hadden wel die mogelijkheid. Is het u weleens opgevallen dat er in de Bijbel nooit een uitzondering is geweest dat een vrouw kon scheiden en hertrouwen behalve wanneer de echtgenoot overleden was.
Jezus herintroduceert het permanente van het huwelijksverbond. Jezus blijft na het spreken over de scheiding doorgaan met de bewoording ”haar man” of “zijn vrouw”
Jezus gaf niet het antwoord dat “verwacht” werd! Is het u opgevallen dat, nadat de discipelen teruggekeerd waren naar huis, zij zo gechoqueerd waren door de zeer strikte normen van de onschendbaarheid van de instelling van het huwelijk, dat zij Hem hier nogmaals vragen over stelden? Wanneer het huwelijksbeleid dat Jezus leerde hetzelfde zou zijn geweest als de culturele norm uit die tijd dan zou niemand gechoqueerd geweest zijn. Jezus 37
verlangde iets dat totaal inging tegen de meerderheid van de religieuze leiders en de bevolking, en de discipelen beseften dat. Zo zal ook, in de huidige cultuur, het onderwijs in dit boek voor velen choquerend overkomen.
Wat Jezus in de Bijbel zegt in Mattheüs 19:10-11 geldt ook voor vandaag – “Niet allen vatten dit woord.” Wat velen zullen verklaren is dat “men dit kan gehoorzamen wanneer men dat wil, maar dat dit gebod geen verplichting is, maar een ideale situatie”. Wanneer dat zo is waarom bracht Jezus dit onderwerp over echtscheiding en hertrouwen dan überhaupt ter sprake en noemde hij het overspel nadat iemand hertrouwd is? Waarom zegt Jezus dan dat iedereen die van zijn of haar partner scheidt en hertrouwd, overspel pleegt?
Jezus nam de zeer enge weg en liet geen uitvluchtmogelijkheden omdat Hij wist dat anders sommige mensen onder hun huwelijk uit wilden komen. Hij was zich bewust van alle schade die in de toekomst aangericht zou worden door echtscheiding en hertrouwen. Wij kunnen dit vandaag de dag niet geloven, omdat wij zo ver zijn afgedwaald van het Woord. Maar denk eens terug aan de tijd, niet zo lang geleden, toen echtscheiden minimaal was. De gemeentes onderwezen toen de waarheid nog. Er waren maar weinigen die in 1920 dachten dat dit onderwijs heftig of te “hard” onderwijs was. De Amish en conservatieve Mennonieten hebben een echtscheidingspercentage van 3% vergeleken met de overgrote christelijke meerderheid waar het percentage meer dan 50% is. Waarom dit verschil? De ouders van de eerste groepen leren hun kinderen nog steeds dat het huwelijk tot de dood is en menen dat ook. Hun gemeentes leren dit ook nog en meent wat zij onderwijzen. En wanneer iemand ervoor kiest om te scheiden en te hertrouwen, dan passen zij gemeentelijke tucht toe zoals de Bijbel dat leert (1 Korintiërs 5:9-13).
Lukas 16:18 (Griekse toehoorders): “Ieder die zijn vrouw verstoot en met een andere trouwt, pleegt overspel en ieder die met een vrouw trouwt die door haar man verstoten is, pleegt ook overspel”.
Een erg duidelijk vers. 38
Lukas schrijft hier aan een Grieks/heidens publiek (waar wij ook onder vallen). Er zijn geen uitzonderingen voor een huwelijk na een echtscheiding.
Van wie scheidt de man? Van zijn vrouw.
Van wie scheidt de vrouw? Van haar man.
Dit vers kan als volgt in beeld gebracht worden: rechtszaal/echtscheiding + huwelijksplechtigheid/huwelijk = bed/overspel.
Het (echt)paar tekent de echtscheidingspapieren, één of beiden neemt/nemen deel aan een huwelijksceremonie met een andere persoon en dan noemt Jezus deze relatie overspel. De vraag die velen bezig houdt is: “Waarom noemt Jezus het overspel, wanneer iemand trouwt na een echtscheiding?” Het kan geen overspel genoemd worden wanneer er door God waarde wordt gehecht aan het tweede huwelijk. Overspel is het hebben van een seksuele relatie met iemand die niet uw eigen man of vrouw is. Zelfs na een echtscheiding, spreekt Jezus over de persoon als “zijn vrouw” of “haar man”. En Hij voegt daaraantoe dat zij overspel plegen ten opzichte van hem of haar wanneer zij hertrouwen. Het originele Griekse woord voor overspel is moi’cheuo; een werkwoord en staat in de tegenwoordig toekomende tijd, wat de voorzetting van de zonde betekent of aangeeft dat het een zogenaamd “real-time” gebeuren is. Het woord moi’cheuo (ww) wordt ook gebruikt in Johannes 8:4, waar de vrouw, die betrapt wordt in het plegen van overspel, bij Jezus gebracht wordt. Hij zei tegen haar: “ga heen en zondig niet meer”. Het wordt ook gebruikt in Openbaring 2:22 waar Jezus de gemeente van Thyatira confronteert met de zonde van overspel, met de boosaardige vrouw Izebel. Jezus zei dat zij zich moesten “bekeren van hun zondige praktijken”. Een letterlijke en consistente vertaling van het Nieuwe Testament door dr. Donald Nash vertaald de verzen als volgt: “Iedereen die van zijn vrouw scheidt en iemand anders trouwt praktiseert overspel, en hij die degene trouwt die gescheiden is van haar echtgenoot, praktiseert overspel.” (Lukas 16:18).
39
De Mace Bijbel uit 1729 spreekt de volgende waarschuwende woorden in dit vers: “Wie zijn vrouw verwerpt en iemand anders huwt, is een overspeler. En Hij die met haar huwt, die door haar man verstoten is, is een overspeler. (Lukas 16:18) De Johannes Wycliff vertaling uit 1395 laat de voortduring van de zonde zien in de oud Engelse taal. [Om de tekst beter voor zichzelf te laten spreken wordt het in het Engels weergegeven]: “Euery man that forsakith his wijf, and weddith an other, doith letcherie; and he that weddith the wijf forsakun of the hosebonde, doith auowtrie.” Wat moeten wij doen? Het negeren? Het verborgen houden en het nooit toepassen? Wat zouden de mensen denken van een brandweerman die weet dat er een huis in brand staat met een kind dat nog in het huis is en de situatie negeert? Zou hij als oordelend en hard omschreven worden wanneer hij tegen het kind zou zeggen dat het moet stoppen met spelen en uit het huis moet vluchten, omdat zij anders door het vuur zal verbranden? Nee, hij zal door de ouders en de gemeenschap als erg doordacht en meelevend worden omschreven. Maar op de een of andere wijze is het vandaag de dag zo dat wanneer de mens wordt gewaarschuwd door de gerichte woorden van Christus en Paulus dat er een eeuwig vuur is, deze woorden niet beschouwd worden als meelevend of vol van genade. Was Jezus vol compassie toen hij de woorden sprak over het huwelijk? Bent u bereid om de smalle weg te bewandelen voor het huwelijk wat, hoewel het misschien zwaarder is in dit leven, uiteindelijk leidt naar eeuwige beloning? Mannen wilt u dat ik uw vrouw trouw met een andere man, omdat zij zegt dat zij beter verdient en “God dit tegen haar gezegd heeft”, terwijl u nog steeds verzoening wilt? Dames, wilt u dat ik met een glimlach op mijn gezicht uw man trouw met een ander vrouw, terwijl u en uw kinderen pijn en verdriet hebben? Voorgangers, wilt u dat ik de verbondspartner van uw zoon of dochter na een scheiding huw met een andere persoon, terwijl uw zoon of dichter bidt om verzoening en uw kleinkinderen willen dat hun mam en paps weer bij elkaar komen?
40
Voorgangers, zou u uw (verbonds)vrouw trouwen met een andere man wanneer zij van u scheidt en al het papierwerk geregeld heeft? Wanneer u hier nee op zegt, waarom dan? U zult consistent moeten zijn in hoe u de Bijbel interpreteert, of niet soms? Wanneer u nee zegt, waarom helpt u dan zo veel mensen om overspel te plegen door mensen te hertrouwen wanneer hun eerst partner nog in leven is? Wilt u dat ik tegen u zeg; “God is liefde en vol van genade” en “ga zo door”? Dit is wat er de hele tijd gebeurd. De meeste voorgangers trouwen mensen die gescheiden zijn en stellen hierbij weinig of geen vragen. Zij hopen er alleen op dat u na uw huwelijksreis bij hen in de gemeente komt en misschien tegen u zullen zeggen: ”Wij kunnen samen groeien in de Heere.” Er staat echter in Zijn Woord dat een huwelijk na echtscheiding overspel is. Tegen voorgangers die mensen hertrouwen terwijl hun verbondspartner nog leeft: “Wat zou u ervan vinden wanneer een andere voorganger uw vrouw huwt met een andere man, nadat zij u verlaten heeft, omdat “zij met u niet gelukkig was” en u nog steeds bidt om verzoening? Ik spreek veel personen die gescheiden zijn maar wachten op verzoening met hun verbondspartner, omdat zij geloven wat Gods Woord hierover zegt. Desondanks gaan hun verbondspartners naar één van de, helaas vele, voorgangers die hen wel met iemand anders willen trouwen. Wij moeten als leiders consistent zijn. Sommige van de voorgangers kunnen niet onderwijzen dat het huwelijk permanent is omdat zij zelf in overspel leven door hun “hertrouwde” staat. Toch leren zij dat homoseksuelen, misschien zelfs met een legaal huwelijksdocument als die van henzelf, zich moeten bekeren van hun on-bijbelse relatie. Een brief van een gebroken echtgenote “Ik voelde van binnen, in mijn hart, precies wat Gods Woord zegt over het huwelijk en echtscheiding, maar had het nooit zodanig onderzocht dat ik het kon onderbouwen. De Heere heeft mij de overtuiging in het hart gelegd dat het huwelijk tot de dood is, maar het was niet totdat ik Gods Woord hierover echt bestudeerd had, dat die overtuiging voor mij vast kwam te staan. Mijn man is een jaar geleden bij mij weggegaan en heeft recentelijk een verzoek tot echtscheiding ingediend. Hij zegt dat hij christen is en dat God 41
hem toestemming heeft gegeven om de huwelijksbelofte te verbreken. Ik heb contact opgenomen met de voorganger van onze gemeente, van wie ik wist dat hij zelf gescheiden en hertrouwd was. Natuurlijk had hij mijn man verteld dat, wanneer hij het goed doordacht had, Gods genade hem zou bedekken. Uiteraard kon deze voorganger niet tegen mijn man zeggen om zijn huwelijksverbond niet te verbreken terwijl hij zelf zijn verbond verbroken had met zijn vrouw. Ik ben buiten mijzelf. Ik geloof niet in echtscheiding. Er is van mijn kant geen sprake van overspel of ontrouw. Ik geloof in één man en één vrouw voor het leven en weet zeker dat dit Gods plan is met het huwelijk. Ik sta versteld dat een christenman iemand die 20 jaar zijn vrouw is en zijn dierbare kinderen kan verlaten en net doen of hij niets verkeerd doet. Dit is rebellie tegen God en onvergevingsgezindheid in zijn duidelijkste vorm. Echtscheiding is een misdaad van haat tegen de partner waarover men geloftes afgelegd voor God om lief te hebben, te eren en te koesteren tot de dood “scheiding” brengt. Deze gelofte is bindend tot de dood en mijn man is zeker verblind door te denken dat God hem heeft ontheven van de geloftes die hij tegenover mij heeft afgelegd. Het laatste jaar is het zwaarste geweest in mijn leven. Ik hou mij staande door te bidden om verzoening. Alleen God kan het verharde hart van mijn man veranderen en hem overtuigen van zijn zonde van rebellie, onvergevingsgezindheid en verlating. Mijn eigen gemeente moet ervan overtuigd worden dat zij niet Gods Woord prediken, maar hun leden op de afglijdende weg leiden van zonde, die verkapt is als “compassie en genade.” Er is geen enkele openbaring geweest die zegt dat men kan hertrouwen wanneer de verbondspartner nog in leven is. Veel voorgangers hebben hier een verkeerde opvatting over of zijn niet bereid om dit onderwerp te bestuderen vanwege de kosten die het met zich mee brengt. Iedereen, inclusief ikzelf, kunnen zichzelf maar beter zorgen maken over de opwarming in de eeuwigheid dan over de opwarming van deze aarde, wat zo vaak in het nieuws ter sprake komt. Romeinen 7:2-3: “Want de gehuwde vrouw is door de wet gebonden aan de man zolang hij leeft. Als de man echter gestorven is, is zij ontslagen van de wet die haar aan de man bond. Daarom dan, als zij de vrouw van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden. Als haar man echter
42
gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij de vrouw van een andere man wordt.”
Paulus gebruikt, in de context van de uitleg over de overgang van de wet naar genade, het beeld van het huwelijk als voorbeeld (het meest krachtige voorbeeld wat hij hiervoor had kunnen gebruiken).
Dit is het algemene gebod over het huwelijk.
Het is een voortdurende zonde, geen eenmalige.
De dood, niet echtscheiding eindigt het één-vlees verbond.
Veel mensen willen wel vasthouden aan het genade aspect van wat Paulus ons leert, maar niet wat het zegt over het huwelijk.
Sommigen zullen zeggen dat dit met name een beeldvorming is en niet iets van grote betekenis.
Lees 1 Korintiërs 7:39 – Paulus wist precies wat Jezus had gezegd over het huwelijk.
1 Korintiërs 7:10-11: “Maar de gehuwden beveel ik-niet ik, maar de Heere-dat een vrouw niet zal scheiden van haar man, -en als zij toch gaat scheiden, moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen-en dat een man zijn vrouw niet zal verlaten…”.
Paulus onderwerpt zich aan het gebod van de Heere.
Wanneer een scheiding of echtscheiding toch gebeurt, dan zegt Paulus dat men ongetrouwd moet blijven of herenigen.
Hij beseft de verleiding die er zal zijn om iemand anders te vinden en hij weet dat Jezus gezegd heeft dat een huwelijk na een echtscheiding overspel is.
Er zullen veel minder echtscheidingen voorkomen wanneer een van de partners niet hertrouwd vanwege de geloftes die zijn afgelegd. Dit bewerkt twee dingen namelijk: ten eerste kan het een schuldgevoel bewerken bij de andere partner. Ik heb van veel hertrouwde partners gehoord dat zij zich opgelucht voelden (tenminste voor een poos) wanneer hun originele partner ook hertrouwde. Het gaf hen zelf een gerechtvaardigder “gevoel” van 43
hun eigen hertrouwen, of het maakte een eind aan het “schuldgevoel” waar zij mee leefden omdat zij hun originele partner eenzaam achter gelaten hadden. Ten tweede is het een voorbeeld voor de kinderen, zodat zij kunnen begrijpen hoe belangrijk geloftes zijn die men aflegt. Denk hierbij alleen maar aan hun toekomst als getrouwde mensen.
Wilt u dat de toekomstige echtgenote of echtgenoot van uw zoon of dochter vasthoudt aan de geloftes gedaan aan uw dochter of zoon? Wanneer u apart leeft, gescheiden, of hertrouwd bent, kunt u dan met een oprecht geweten tegen de partner van uw kind zeggen dat zij niet moeten scheiden en met een ander trouwen wanneer hij of zij “niet gelukkig” is? Onze kinderen letten op ons en ons voorbeeld van leven betekent alles voor hen
1 Korintiërs 7:39: “Een vrouw is door de wet gebonden, zolang haar man leeft. Als haar man echter ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Heere.”
Kan een Bijbelvers nog duidelijker zijn?
Wanneer wij dit vers ongehoorzaam zijn en denken dat de woorden “het spijt mij” betekent dat wij gewoon kunnen doorgaan met waar wij mee bezig waren, dan veranderen wij Gods Woord.
Efeziërs 5:3-8: “Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past, en evenmin oneerbaarheid, dwaze praat en lichtzinnige taal, die onbehoorlijk zijn; maar veelmeer past dankzegging. Want dit moet u weten, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. Wees dan hun metgezellen niet. 8 Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht.” Efeziërs 5:21-33: “Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods. Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere, want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook 44
Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam. Daarom, zoals de gemeente aan Christus onderdanig is, zo behoren ook de vrouwen in alles hun eigen mannen onderdanig te zijn. Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn. Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Heere de gemeente. Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente. Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.”
Het huwelijk is een afspiegeling van Christus (bruidegom) en de gemeente (bruid). Wanneer er een echtscheiding plaats vindt, dan lijkt het erop dat tenminste één persoon rebelleert, of niet kan vergeven. Beide, rebellie (doen wat ik wil in plaats van doen wat God wil) en onvergevingsgezindheid (de onwil om de minste te willen zijn na een belediging of wanneer onrecht is aangedaan) gaan in tegen Gods Woord. (Mattheüs 6:14-15)
Christus en Zijn verloofde, de bruid (gemeente) zijn één. Christus is altijd de onschuldige partij en wij zijn de ontrouwen, maar willen wij dat Hij van ons gaat scheiden? Jezus en Paulus houden hier constant rekening mee en hopen op verzoening (o.a. in genade aannemen) wanneer een scheiding gebeurt.
Paulus zegt in vers 28 dat een man van zijn eigen vlees houdt, wanneer hij zijn vrouw liefheeft. Waarom? Eén vlees!
Echtgenoten, zou u willen dat uw dochters door uw schoonzonen net zo behandeld worden als sommigen hun vrouw behandelen?
Echtgenotes, zou u willen dat uw schoondochters uw schoonzonen net zo behandelen zoals sommigen van jullie hun echtgenoten behandelen? 45
Wij kunnen allemaal leren van de voorgaande tekst in Efeziërs, zodat scheiding nooit gebeurt.
Hebreeën 13:4: “Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijks bed onbevlekt, want ontuchtplegers (pornos) en overspelers (moi’chos) zal God oordelen.” (HSV).
Let op de twee verschillende woorden die hier gebruikt worden, ontuchtplegers (pornos) en overspelers (moi’chos).
God zal uiteindelijk de uitvoering van dit vers toepassen bij de dood van ieder persoon, en in de eindtijd en niet wij. Maar wij hebben, als christenen, wel de opdracht om alles te onderwijzen wat Jezus geboden heeft. (Mattheüs 28:19).
46
47
Hoofdstuk 5 Idealen Geloven wij dat de Bijbel vol staat met idealen of is het de absolute Waarheid in ons leven? Er staan verzen in het Nieuwe Testament die u op juiste wijze moet scheiden en ontleden, hierbij rekening houdend met de cultuur en de context. Het huwelijk behoort hier niet toe. De meeste mensen weten dat het huwelijk tot de dood is. Zij zijn zich er van bewust welke pijn het bij alle betrokken partijen veroorzaakt wanneer er een scheiding is. Wanneer u niet gelooft dat de Bijbel de absolute waarheid van God is, dan heeft dat een effect op hoe u aankijkt tegen de bijbelteksten over het huwelijk en hoe u ze in uw leven toepast. Waarom moeten wij ons deze vraag stellen? Omdat, wanneer wij geloven dat de Bijbel vol staat met idealen in plaats dat het Gods Woord is, wij onszelf openstellen voor misleiding. Het fundament van de samenleving en van de gemeente zal hier enorm door beïnvloed worden en zielen zullen ten gronde gaan wanneer de mens Gods Woord alleen maar ziet als idealen; dat het een mooi verhaal is en dat het niet zo is dat men moet proberen om er naar te leven, of dat men er rekenschap over moet afleggen. Wij mogen niet doodslaan. Wanneer wij ervan uit gaan dat het gebod met betrekking tot doodslag alleen maar een ideaal is en er niet naar hoeven te leven, dan hebben wij een serieus probleem. Wanneer wij ervan uitgaan dat het gebod over stelen alleen maar een ideaal is, dan moeten wij niet verontwaardigd zijn wanneer iemand iets van ons steelt. Wanneer wij geloven dat het in praktijk brengen van geloof, doop, berouw, bekering en het avondmaal alleen maar als een ideaal wordt gezien, dan hebben wij onszelf alleen maar opengesteld om misleid te worden. Wanneer wij geloven dat een huwelijk tussen één man en één vrouw voor het leven alleen maar een ideaal is, waarom dan niet tolerant zijn ten opzichte van huwelijken binnen hetzelfde geslacht en polygamie, of andere voorschriften die niet door het Woord ondersteund worden. Wanneer iemand geld van u steelt, dan verwacht u dat hij verantwoordelijk gehouden wordt voor zijn daden. Maar misschien is “niet stelen” alleen maar een ideaal. Het levenslange huwelijk wordt in de gemeentes van vandaag onderwezen als een ideaal. Honderden jaren lang was het levenslange huwelijk geen optioneel ideaal, maar een gebod van Jezus. Het was iets wat de vroege christelijke leiders wisten en onderwezen. Gaan wij zoeken en kiezen welke bijbelteksten wij nemen om in ons leven toe te passen en welke alleen maar een ideale optie 48
zijn? Kiezen wij alleen maar de bijbelverzen met “genade” en zeggen wij alleen van de betreffende verzen dat zij de absolute waarheid zijn, maar dat de bijbelteksten over gehoorzaamheid, berouw en bekering alleen maar een ideaal zijn? Of gaan wij, in nederigheid, alles wat Jezus in het Nieuwe Testament (Verbond) geboden heeft in ons leven najagen en toepassen, omdat dit het door God geïnspireerde Woord is en wij beseffen dat wij daarvoor ter verantwoording geroepen worden op de dag van het oordeel? Niemand wil wetteloos gedrag. Ieder mens wil Gods Woord in zijn leven, of zij dat nu beseffen of niet. Gods Woord is goed! Ongehoorzaamheid aan het Woord mag dan in het begin de goede weg lijken te zijn, zonde is echter erg vasthoudend en heeft grote gevolgen. “Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. Wees niet wijs in je eigen ogen: vrees de HEERE en keer je af van het kwade. Het zal een medicijn zijn voor je navel en verfrissing voor je beenderen.” (Spreuken 3:5-8). Er wordt door “belijdende christenen” een subtiele manier van onderwijzen gebruikt die vergelijkbaar is met de sluwe manier die satan gebruikte in de Hof van Eden. Zij trekken de absolute waarheid van Gods Woord in twijfel door een bepaalde wijze van het stellen van een vraag. Genesis 3:1 zegt: “De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had; en hij zei tegen de vrouw: Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof?” Hoe weten wij of de bijbelteksten over het huwelijk waar zijn. Veel van de hedendaagse liberale bijbelleraren kijken, wanneer zij de origine van de Bijbel onderzoeken, overal maar niet in de Bijbel, terwijl de Bijbel zelf zegt dat haar oorsprong bij God ligt. In 2 Timotheüs 3:16 kunnen wij lezen dat heel de Schrift door God is ingegeven. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt voor “ingegeven” is “theo’pneustos”, wat “God-geademd” betekent. Uit 2 Petrus 1:21 kunnen wij opmaken dat elke schrijver werd gedreven door Gods Geest. God gebruikte de 40 auteurs van de Bijbel, eenieder met zijn eigen culturele achtergrond, persoonlijkheid en positie, om Zijn goddelijke Woord te verspreiden onder de mensen. De oorsprong van de Bijbel – Het Woord van God Het lijkt erop dat de vraag over de oorsprong van de Bijbel is gebaseerd op de vraag of de Waarheid is geïnspireerd door goddelijke inspiratie. In Lukas 49
24:27 en 44; Johannes 5:39 en Hebreeën 10:7 zegt Jezus dat alles wat over hem geschreven staat in het Oude Testament, werkelijkheid is geworden. Romeinen 3:2 en Hebreeën 5:12 refereert naar het Oude Testament als het Woord van God. In 1 Korintiërs 2:13 kunnen wij lezen: “Van die dingen spreken wij ook, niet met woorden die de menselijke wijsheid ons leert, maar met woorden die de Heilige Geest ons leert, om geestelijke dingen met geestelijke dingen te vergelijken.” Dit wordt bevestigd in 2 Timotheüs 3:16. In 1 Thessalonicenzen 2:13 refereert Paulus naar dat wat hij daarvoor geschreven had met de woorden... “het hebt aangenomen niet als een woord van mensen, maar, wat het inderdaad is, als een woord van God …” (NBG) Petrus spreekt in 2 Petrus 3:15-16 van de inspiratie in het schrijven van Paulus waar hij bevestigt dat “…Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, zoals ook in alle brieven...” Daarvoor schrijft Petrus in 2 Petrus 1:21, “want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.” En tot slot schrijft Johannes in Openbaring 22:18-19, verwijzend naar ditzelfde bijbelboek: “Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, …” De Bijbel moet of het werk zijn van goede mensen of engelen, slechte mensen of de duivel, of van God. In ieder geval is het niet geschreven door goede mensen want die zullen niet liegen door te zeggen “Aldus spreekt de Heere”; het is ook niet geschreven door slechte mensen want die zullen niet spreken over goede werken, zonde veroordelen en henzelf verwijzen naar de hel; Dus moet de Bijbel geschreven zijn door goddelijke inspiratie” (Charles Wesley, McDowell, Evidence That Demands a Verdict, 1990:178). De oorsprong van de Bijbel – De authenticiteit van de nieuw testamentische geschriften. Een primaire aanval op de goddelijke oorsprong van de Bijbel gaat over het feit dat, pas honderden jaren nadat de verschillende Bijbelboeken geschreven waren, bij de samenstelling van het Nieuwe Testament 50
overeenstemming (gecanoniseerd) werd bereikt door mensen. Het is echter zo dat de vroege christelijke gemeenteleiders hebben weergegeven dat de meeste van de nieuw testamentische Bijbelboeken bijna onmiddellijk als de Schriften werden geaccepteerd. In 2 Petrus 3:16 bijvoorbeeld, neemt de schrijver het voor waar aan dat de brieven van Paulus, op hetzelfde niveau als het Oude Testament, als geïnspireerde Schriften werden beschouwd. In 1 Timotheüs 5:18 voegt Paulus een oud testamentische tekst samen met een nieuw testamentische tekst en noemt dit de Schrift. De noodzaak om de nieuw testamentische bijbelboeken te canoniseren (samenstellen) is ontstaan doordat er in de vroege gemeente verschillende vormen van ketterij werden verspreid, te beginnen in het midden tot late tweede eeuw. Zoals bijvoorbeeld Marcion, die zijn eigen religie creëerde door alleen aan aantal van de brieven van Paulus te gebruiken en bepaalde delen van het evangelie van Lukas. Daaropvolgend introduceerden de gnostici, in het bijzonder in het Egyptische Alexandrië, nieuwe ‘geheimen” die werden toegevoegd aan de basis christelijke leer, inclusief zogenaamde nieuwe evangeliën. Voor de gemeenteleiders in het midden van de tweede eeuw golden echter de vier evangeliën als basisautoriteit in hun onderwijs. Rond 170 na Chr. haalde Ireneüs 23 van de 27 nieuw testamentische boeken aan, waarbij alleen Filemon, Jakobus, 2 Petrus en 3 Johannes niet geciteerd werden. Het Fragment van Muratori, dat werd geschreven in dezelfde periode, getuigen van een wijd verspreid gebruik van alle nieuw testamentische boeken behalve Hebreeën, Jakobus, 1 Petrus en 2 Petrus. Andere kerkvaders hadden al wel, in verschillende geschriften, de weggelaten boeken geciteerd, als verweer tegen de gnostische doctrines. De Codex Barococcio uit 206 na Christus bevat 64 van de 66 boeken van de huidige Bijbel. Ester en Openbaring werden weggelaten, maar deze waren op dat moment al tot geïnspireerde Schriftteksten uitgeroepen door Justinus de Martelaar, Ireneüs, Clemens, Tertullianus en de Muratorische Canon. In 230 na Christus stelde Origenes dat alle Christenen de vier Evangeliën, Handelingen, de brieven van Paulus, 1 Petrus, 1 Johannes en Openbaring als Schriftteksten erkenden. Idealen? In de vroege 4e eeuw werden alle boeken van het Nieuwe Testament door de voornaamste stromingen in de gemeentes gebruikt. In 367 na Christus liet Athanasius formeel zijn Paasbrief circuleren, die alle 27 boeken als gecanoniseerde werken vermeldde. Het Concilie van Hippo (393 na Christus) 51
en het derde Concilie van Carthago (397 na Christus) erkenden deze 27 eveneens als gecanoniseerde werken. Bovendien publiceerden de zeer invloedrijke kerkvaders Hiëronymus (340-420 na Christus) en Augustinus (354-430 na Christus) hun lijsten met de 27 boeken waaruit het Nieuwe Testament bestaat. Het is belangrijk te onthouden dat de canonisatie van het Nieuwe Testament niet het gevolg was van een verordening van een of andere officiële vertegenwoordiger van de gemeente (kerk) of enig ander georganiseerd orgaan. In plaats daarvan werd de canon bepaald door het ogenblikkelijke, gezaghebbende gebruik van deze boeken door de snel groeiende gemeentes in de eerste en tweede eeuw. De canonisatie van het Nieuwe Testament was slechts een formele erkenning van reeds erkende geschriften om deze te beschermen tegen de verschillende vormen van gnosticisme en godslastering, die geleidelijk de gemeente begonnen binnen te dringen. (Met dank aan http://www.allabouttruth.org/dutch/bijbel-oorsprong, voor het presenteren van deze heldere woorden over hoe wij de Bijbel in ons bezit hebben gekregen)
52
53
Hoofdstuk 6 De vroege “kerkvaders” Wat geloofden de vroege leiders onontbindbaarheid van het huwelijk?
over
echtscheiding
en
de
De mannen die formele erkenning gaven aan wat wij lezen in onze Bijbel hadden verschillen in opvattingen over veel leerstellige zaken, maar waren unaniem over het emotioneel beladen onderwerp van hertrouwen na een echtscheiding. Ze staan dichter bij de bijbelse leer dan wij ongeveer 1700 jaar later. Wanneer ik wil weten wat voor de eerste leiders van ons land de grondwet en hun interpretaties van dit document betekende, dan wil ik weten wat George Washington hierover gezegd heeft en niet wat de politici van vandaag hierover te zeggen hebben. Hierna volgen een aantal interpretaties, over echtscheiding en hertrouwen, door een aantal van de personen die meegeholpen hebben om de Bijbel samen te stellen en andere welbekende christelijke leiders uit de eerste twee eeuwen, voordat de waarheid in de gemeente op veel manieren verdorven werd en “humanistisch” begon te worden. Nogmaals dit zijn geen verwoordingen uit de Schrift, maar de aangehaalde teksten zijn commentaren om een indruk te geven van de consistentie van de leer over het huwelijksverbond, kort nadat de geïnspireerde schrijvers van de Bijbel met Jezus werden verenigd. Deze verklaringen werden gemaakt tussen 90 – 419 na Chr. (1) Hermas (90) “Ik draag u op” zei hij, “om uw kuisheid te bewaken en laat geen enkele gedachte aan de vrouw van een andere man in uw hart binnenkomen, of van ontucht, of van soortgelijke ongerechtigheden; door dit wel te doen begaat u een grote zonde. Wanneer u echter constant aan uw eigen vrouw denkt, dan zult u niet zondigen. Wanneer namelijk een andere gedachte in uw hart komt, dan zondigt u; en wanneer u op dezelfde wijze andere slechte gedachten hebt, dan doet u zonde. Want deze gedachte is een grote zonde voor een dienaar van God. Wanneer iemand deze slechte daad doet, dan bewerkt hij de dood in zichzelf. Let daarom op en wees verre van deze gedachte; want daar waar reinheid woont, daar kan ongerechtigheid geen ingang vinden in het hart van een rechtvaardige man.” Ik sprak tot hem en zei, “Sta mij toe dat ik u een paar vragen stel.” “Spreek” zei hij. 54
En ik zei tegen hem, “Wanneer iemand een vrouw heeft die op de Heere vertrouwd en wanneer hij merkt dat zij overspel pleegt, is de man zondig wanneer hij met haar samen blijft?” Hij zei tegen hem, “Zo lang hij onwetend is van haar zonde, begaat de man geen overtreding wanneer hij bij haar blijft. Maar wanneer de echtgenoot kennis heeft dat zijn vrouw afgedwaald is en de vrouw geen berouw heeft, maar door gaat in haar ontucht en de man met haar samen blijft, dan is hij ook schuldig aan het kwaad en deelgenoot aan het overspel.” En ik sprak tot hem, “Wat moet de echtgenoot dan doen mijnheer, wanneer de vrouw doorgaat met haar wrede praktijken?” En hij zei, “de echtgenoot moet haar verstoten en alleen blijven. Maar wanneer hij zijn vrouw verstoten heeft en een andere vrouw trouwt dan pleegt hij ook overspel.” En ik vroeg hem hierop, “Wat, wanneer de weggezonden vrouw berouw heeft en wenst terug te keren bij haar echtgenoot, mag zij dan niet door haar echtgenoot teruggenomen worden”? Hij zei tegen mij, “Zeker wel. Wanneer de echtgenoot haar niet terugneemt, dan zondigt hij en brengt een grote zonde over zichzelf; want hij moet de zondaar die zich bekeerd heeft terugnemen… De man en de vrouw moeten in een dergelijk geval gelijk behandeld worden.” (The Sheperd of Hermas 4:1-10) (2) Justinus de Martelaar (151) “Met betrekking tot kuisheid heeft Hij [Jezus] het volgende te zeggen: ‘Wanneer iemand met een verlangen naar een vrouw kijkt heeft hij in zijn hart, tegenover God, al overspel gepleegd.’ En ‘eenieder die trouwt met een vrouw die gescheiden is van een andere echtgenoot, pleegt overspel.’ Zoals onze Leraar zegt, net als zij die zondaren zijn wanneer zij een tweede huwelijkscontract aangaan, zelfs wanneer dit in overeenstemming is met de menselijke wetgeving, dan zijn ook zij zondaren die een verlangende lust hebben naar een vrouw. Hij verwerpt niet alleen diegene die werkelijk overspel pleegt, maar zelfs iemand die verlangt om dat te doen; niet alleen onze daden zijn bekend bij God, maar ook onze gedachten.” (3) Clemens van Alexandrië (208) “De Schrift adviseert het huwelijk en staat, zoals uitdrukkelijk vermeld in de wet, een opheffing van de band nooit toe: U zult niet van een vrouw scheiden, met uitzondering van immoraliteit. Het ziet het huwelijk van een echtgenote als overspel wanneer de echtgenoot van wie gescheiden is nog in leven is. Eenieder die een gescheiden vrouw tot vrouw neemt pleegt overspel. Er wordt gezegd; wanneer iemand van zijn vrouw scheidt, dan is hij de 55
aanleiding; dat houdt in, dan is hij veroorzaker van haar overspel. En niet alleen hij die van haar scheidt is hiervan de aanleiding, maar ook hij die haar tot vrouw neemt en haar de gelegenheid geeft om te zondigen; had hij haar niet tot vrouw genomen, dan kon zij teruggaan naar haar echtgenoot.” 4) Origenes (248) “Net zoals de vrouw die getrouwd schijnt te zijn met een man terwijl haar vorige echtgenoot nog leeft een overspeelster is, zo is ook de man waarvan het lijkt dat hij met haar, die gescheiden is, getrouwd is, is hij niet met haar getrouwd maar, volgens de verklaring van onze Redder, pleegt hij overspel met haar.” 5) Basilius de Grote (375) De man die zijn vrouw heeft verlaten en naar de andere gaat is zelf een overspeler omdat hij met haar overspel begaat; en de vrouw die met hem leeft is een overspelige vrouw, omdat zij de man van een andere vrouw bij zich heeft doen komen... De vrouw die met een overspeler leeft is de hele tijd een overspeelster. De vrouw die door haar echtgenoot verlaten is moet, naar mijn oordeel, blijven zoals zij is. De Heere zei, “Ik zeg u dat wie zijn vrouw verstoot om een andere reden dan hoererij, maakt dat zij overspel pleegt”; dus door haar een overspeelster te noemen na een nieuwe relatie, sluit Hij voor haar gemeenschap met een andere man uit. Want hoe kan een mens die schuldig is als veroorzaker van overspel en de vrouw, vrijuit gaan wanneer ze door de Heere als overspelige vrouw wordt aangemerkt voor het feit dat zij geslachtsgemeenschap met een andere man heeft? Een man die met de vrouw van een andere man, van wie zij is afgenomen trouwt, wordt schuldig bevonden aan overspel... 6) Ambrosius van Milaan (387) “Het is niemand toegestaan om een andere vrouw te bekennen dan zijn eigen echtgenote. Het huwelijksrecht is voor die reden gegeven opdat niemand in de valstrik van zonde van een vreemde vrouw valt. “Wanneer u aan een vrouw gebonden bent, zoek dan geen scheiding, want het is u niet geoorloofd om, wanneer uw vrouw nog leeft, een andere te huwen. Daarom, wanneer u uw echtgenote wegzendt, als zijnde uw recht zonder hiervoor veroordeeld te worden dat u iets verkeerds zou doen en wanneer het gepast is om zo te doen omdat geen menselijke wet dit verbiedt, dan verbiedt de goddelijke wet dit. Eenieder die een mens gehoorzaamd moet 56
verantwoording afleggen aan God. Hoor het Woord van de Heere, dat zelfs door hen die onze wetten samenstellen moet worden gehoorzaamd: “Wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.” (Commentaar op Lukas Hfd. 8:5). 7) Hiëronymus (396) “Vertel mij niets over het geweld van de verkrachter, over de overredingskracht van een moeder, over het gezag van een vader, over de invloed van relaties, over de intriges en de brutaliteit van bedienden, of over huishoudelijk (financiële) verliezen. Zo lang een echtgenoot leeft, of hij nu een overspeler is, een sodomiet of verslaafd aan van alles, of wanneer zij hem verlaat op basis van zijn criminele gedrag, dan blijft het haar echtgenoot en mag zij geen ander nemen. Daar waar sprake is van hoererij en verdenking van hoererij, dan is de vrouw van haar verplichting ontslagen. Omdat het altijd mogelijk is dat iemand de onschuldige lastert en vanwege een tweede huwelijksband in overtreding handelt met de eerste, is het geboden dat wanneer de eerste vrouw is heengezonden, geen tweede genomen mag worden zolang de eerste in leven is.” 8) Johannes Chrysostomus (347-407) “Let op hoe Hij overal Zijn boodschap verkondigd aan de mensen. “Dus, hij die zijn vrouw wegzendt,” zegt Hij, “maakt dat zij overspel pleegt en hij die de vrouw trouwt die weggezonden is, pleegt overspel.” Dat is de vorige, hoewel hij geen andere vrouw neemt, hij door die daad alleen al zich heeft schuldig gemaakt, ervoor gezorgd hebbende dat de eerste tot overspeelster gemaakt is; de laatstgenoemde is een overspeler geworden door haar te nemen die aan een ander toebehoort. Zeg dus niet tegen mij: “de ander heeft haar weggestuurd;” nee, want al is zij weggezonden, dan blijft zij de vrouw van hem die haar weggezonden heeft ... En niet alleen dit, maar ook op een andere manier heeft Hij licht geworpen op de verordening: in zoverre als zelfs voor hem Hij een uitzondering van toepassing laat zijn wanneer Hij zegt: “anders dan om hoererij”; omdat anders de hele aangelegenheid zich herhaald. Want wanneer hij opdracht gegeven zou hebben om haar in huis te laten zijn, terwijl zij zichzelf met velen verontreinigd, dan zou Hij de zaak weer afgedaan hebben met overspel. Maar let op hoe krachtig Hij spreekt; niet uit het oogpunt van de schepping, maar ook vanuit Zijn gebod. Want Hij zei niet dat Hij alleen één man en één vrouw gemaakt heeft, maar Hij gaf ook het gebod dat één man met één vrouw samengevoegd zal zijn. Wanneer het 57
Zijn wil geweest zou zijn om de ene weg te zenden en een ander te nemen, dan zou Hij, toen Hij één man geschapen heeft, meerdere vrouwen geschapen hebben. Echter in beide gevallen, door de schepping en de wetgeving heeft Hij laten zien dat één man altijd met één vrouw samen moet zijn en zich nooit van haar mag losmaken. 9) Augustinus (419) “Het kan niet voor recht gehouden worden dat wanneer een man zijn vrouw wegzendt vanwege hoererij en een ander huwt, hij geen overspel pleegt. Want er is ook sprake van overspel bij deze twee, na de verstoting van hun vorige echtgenotes vanwege hoererij, na het huwen van een ander. Deze vorm van overspel is zeker minder ernstig dan dat van mannen die hun vrouwen wegzenden om andere redenen en een andere vrouw nemen. Daarom, wanneer wij zeggen dat: “Eenieder die een door haar man weggezonden vrouw huwt, om een andere reden dan hoererij, overspel pleegt,” zonder twijfel de waarheid gesproken wordt. Wij spreken hierbij echter de man die de vanwege hoererij weggezonden vrouw huwt niet vrij van dit misdrijf. Wij twijfelen er geen moment aan dat beiden overspelers zijn. Wij noemen hem inderdaad een overspeler, hij die zijn vrouw weggezonden heeft om een andere reden dan hoererij en een andere gehuwd heeft, ook vrijwaren wij daarom de man die zijn vrouw weggezonden heeft, om reden van hoererij en een ander huwt, niet van de smet van deze zonde. Wij erkennen dat beiden overspelers zijn, hoewel de zonde van de een zwaarder weegt dan die van de ander. Niemand is zo onredelijk om te zeggen dat een man die een vrouw huwt die door haar man, vanwege hoererij, is weggezonden geen overspeler is, terwijl men volhoudt dat de man die de een weggezonden vrouw trouwt zonder de reden van hoererij, een overspeler is. Beide mannen zijn schuldig aan overspel. De vrouw zal niet de echtgenote zijn van een andere man tenzij zij niet meer de vrouw van de eerdere man is. Zij zal niet echter meer de vrouw van een eerdere man zijn wanneer deze man overleden is en niet vanwege overspel. Een echtgenoot of echtgenote is daarom, om reden van hoererij, bij de wet niet meer verbonden; de band van eerbaarheid blijft echter in stand. Dat is waarom een man schuldig is aan overspel wanneer hij een vrouw huwt die vanwege de bedoelde reden van hoererij is weggezonden. Het is zeker niet alleen de vruchtbaarheid, de vrucht waaruit nageslacht ontstaat, noch alleen kuisheid wat de band van trouw maakt, maar ook het sacramentele huwelijksverbond zoals deze voor gelovigen wordt aangeraden. In overeenstemming daarmee 58
wordt dit vreugdevol verwoord door de apostel: “Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft”. Het wezen van deze band is zonder twijfel deze dat de man en de vrouw die samengevoegd zijn in het huwelijk, onafscheidelijk moeten zijn zo lang zij leven...” ”Hebt de zegeningen van het huwelijk lief zoals: nageslacht, trouw en het huwelijksverbond. Nageslacht, niet uitsluitend wat geboren kan worden maar, wat wedergeboren kan worden, want het wordt geboren tot een oordeel, tenzij het wordt wedergeboren om te leven. Trouw, maar niet dusdanig zoals het onder ongelovigen voorkomt - naar het vlees ... Het huwelijksverbond, wat niet opgeheven kan worden door scheiding of overspel, hetgeen door de partners in kuisheid en harmonie bewaakt moet worden. (Met dank aan www.ccel.org) Thomas Campbell - een van de oprichters van de “restoration movement”- zegt in 1845: Toen onze weldadige Schepper de mens gevormd had naar Zijn eigen beeld, naar Zijn eigen gelijkenis, zei Hij, "Het is niet goed voor de mens alleen te zijn. Ik zal iemand maken met wie hij zijn leven kan delen en die hem kan helpen." Om dit te doen bracht Hij de mens in een diepe slaap, nam een van zijn ribben weg waar Hij de vrouw uit schiep en presenteerde haar aan de man, die haar dankbaar aanvaarde door te zeggen: “Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.” In overeenstemming met deze gebeurtenis was de huwelijksrelatie echter ontworpen voor de band tussen twee mensen, één mannelijk en één vrouwelijk, om echtelijke redenen. Het blijkt uit Genesis 4:19, dat Lamech, een afstammeling van de slechte Kaïn, de eerste was die deze goddelijke wet van onze geaardheid geweld aan deed. Door de tijden heen leren wij echter dat niet alleen polygamie een modeverschijnsel werd, maar ook echtscheidingen (zie Deuteronomium 24:1-4). Let hierbij ook op het antwoord van onze Heere, in Mattheüs 19:3-9, over dit onderwerp en gericht aan de Farizeeërs: “En de Farizeeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken en zeiden tegen Hem: Is het een man toegestaan zijn vrouw om allerlei redenen te verstoten? En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één 59
vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten? Hij zei tegen hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart u toegestaan uw vrouw te verstoten; maar van het begin af is het zo niet geweest. Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot anders dan om hoererij en met een ander trouwt, die pleegt overspel, en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel.” Dus regelt onze Heere hier de zaak van echtscheiding. Alhoewel, terwijl het praktiseren van polygamie was toegestaan, dat wil zeggen onder de vrijstelling binnen de Mozaïsche wet, was het een man niet toegestaan om, gedurende haar leven, de zuster van zijn vrouw te nemen. Zie hiervoor Leviticus 18. Er waren ook nog andere wetten die huwelijken binnen bepaalde vormen van bloedverwantschap niet toestonden en die om natuurlijke redenen nooit ingetrokken zijn (zie Leviticus 18:6-17). In navolging hierop moeten christenen derhalve een godvrezende eerbiedige gehoorzaamheid uitdragen; speciaal in de verplichtingen van de partijen in de huwelijksrelatie; want door een getrouw nakomen hiervan is niet alleen hun sociale geluk afhankelijk, zowel hun natuurlijke als hun geestelijke, maar ook dat van hun nageslacht. Want, zegt de psalmist in Psalm 37:25, 28, “Ik ben jong geweest, ik ben ook oud geworden, maar ik heb de rechtvaardige nooit verlaten gezien, of zijn nageslacht op zoek naar brood; ... maar het nageslacht van de goddelozen wordt uitgeroeid.” Wie anders zijn de rechtvaardigen dan zij die God liefhebben en gehoorzamen? En uiteraard hun relationele verplichtingen naar elkaar ten uitvoer brengen, en “hun kinderen opvoeden in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere.” Is dit echter wel mogelijk in een gezin waar de ouders niet in liefde met elkaar omgaan en elkaar niet met vriendelijkheid en respect behandelen? Natuurlijk is dat niet mogelijk. Daarom krijgen christelijke mannen de opdracht om hun vrouwen lief te hebben zoals Jezus Zijn lichaam, de gemeente, liefheeft en Zichzelf hiervoor gaf; zo moeten mannen hun vrouwen liefhebben als hun eigen lichaam. Ook moeten de christenvrouwen onderdanig zijn aan hun mannen, als aan de Heere: want de man is het hoofd van de vouw, zoals Christus het hoofd is van de gemeente. Daarom, zoals de gemeente onderdanig moet zijn aan Christus, laten ook de vrouwen, in alles, zo zijn ten opzichte van hun mannen (Efeziërs 5:22-28). Welnu, zoals gezinnen de gietvorm zijn van het menselijke karakter, de scheppende leerschool van de gemeenschap; is het daarom in perfecte overeenstemming met de goddelijke goedheid om zo bijzonder en uitgebreid mogelijk te zijn in het 60
geven van aanwijzingen aan de ouders hoe zich in alles voor dit doel zodanig hebben te gedragen. (Zie Deuteronomium 6:6-9 en 11:18-21; Psalm 88:1-8; Colossenzen 3:18-21; Titus 2:1-5; 1 Petrus 3:1-7). Boven dit alles, omdat de huwelijksband als fundament geldt voor de gemeenschap, moeten de leraren en oudsten in de gemeente erg specifiek zijn in het onder elkaar en binnen de gezinnen ten uitvoer brengen van geldende verplichtingen; waar deze worden genegeerd of overtreden, wanneer Schriftuurlijke vermaningen en aansporingen niet worden opgevolgd, dan moet de volhardende ongehoorzame formeel de toegang geweigerd worden; in het bijzonder daar waar de opdrachten van Christus daar speciaal toe oproepen, zoals in het geval van overspel, zoals omschreven in Mattheüs 19:9. Zie ook Mattheüs 5:31-32, samen met 1 Corinthiërs 5:11 en 13) “Doe de kwaaddoener uit uw midden weg.” Door zo te handelen verheerlijkt u God en wordt de christelijke uitstraling gespaard voor schande en blaam. (Met dank aan de Millennial Harbinger (May 1845): 204-205) R.A. Torrey (1856 – 1928) Een erg bekende christelijk schrijver en voorganger, R. A. Torrey was 19 jaar lang bestuurder van de Yale Universiteit en ook hoofdbestuurder van het Moody Bijbel Instituut. In zijn boek “Hoe te bidden” staat: “Ontrouw en immoraliteit zijn als een Siamese tweeling. Zij bestaan, groeien en worden samen vetter en vetter. Deze voortschrijdende immoraliteit zien wij overal. Kijk naar het gelegaliseerde overspel, wat wij echtscheiding noemen. Mannen trouwen de ene vrouw na de andere en worden nog steeds geaccepteerd in de welgestelde gemeenschap; vrouwen doen insgelijks. Er zijn, naar wordt aangenomen, duizenden, zogenaamde gerespecteerde Amerikaanse mannen, die met de vrouw van een andere man leven, en duizenden gerespecteerde vrouwen die met de man van een andere vrouw leven”. Conclusie over de opstelling van de vroege gemeente. Het is zeer duidelijk dat de allereerste gemeenteleiders, die leefden in een tijd die erg dicht bij de periode van het ontstaan van de geboden van Jezus was, geloofden dat, hoewel scheiding tot de mogelijkheid behoorde, in het bijzonder daar waar sprake was van seksuele immoraliteit (hoererij en ontucht), hertrouwen niet was toegestaan zo lang de eerste man of vrouw nog leefde, zelfs niet bij hoererij. Deze leer duurde tot de 16de eeuw.
61
Hoofdstuk 7 Waar ging het onderwijs de verkeerde kant op? Erasmus, een rooms katholieke, Grieks-Latijnse geleerde en geboren uit ongehuwde ouders, presenteerde een nieuw en tot dan toe niet gehoorde leerstellige verklaring met betrekking tot huwelijk en echtscheiding. In de jaren rond 1500 begon Erasmus, ook wel genoemd “de Prins van het Humanisme”, met het verwateren van Mattheüs 19:9 en 1 Korintiërs 7:15. Dit wordt de “Erasmus visie” genoemd. Ook had hij een connectie met Koning Henry VIII, die de Roomse christelijke leer negeerde omdat hij wilde hertrouwen en de Church of England oprichtte. Erasmus stelde dat de hiervoor genoemde twee verzen aangaven dat het huwelijksverbond verbroken was en het daarom toegestaan was om te hertrouwen. Hij ontkende de goddelijke instelling en onverbrekelijkheid van het huwelijk en andere fundamentele christelijke principes. Hij was zich bewust van de woorden die wij in het Nieuwe Testament over het huwelijk kunnen vinden, maar dacht dat deze te “hard” waren. Hij ging ervan uit dat de interpretatie van de Schrift aan het individuele oordeel overgelaten moest worden en niet ondergeschikt moest zijn aan hermeneutiek. - Hermeneutiek is het proces om, met betrekking tot een speciaal onderwerp naar alle duidelijke bijbelverzen te kijken en daarna naar de minder duidelijke verzen, om uiteindelijk een samenhang te krijgen wanneer de bijbelse cultuur en alle bijbelverzen zijn overwogen - Het ultieme doel van Erasmus was dat van een humanist en niet van een theoloog. Maarten Luther, die eerst bevriend was met Erasmus, zei op een later moment in zijn leven over Erasmus “Hij geeft meer om het menselijke dan om het goddelijke”. Ook verbood Maarten Luther zijn familie om ook maar iets van Erasmus te lezen vanwege het vergif dat hij verspreide. De eieren waren echter al uitgebroed. (Een van de vele hulpbronnen is: https://nl.wikipedia.org/wiki/Desiderius_Erasmus) Het duurde in Amerika een lange tijd, een paar honderd jaar, voordat veel gemeentes deze nieuwe “Erasmus visie” op het huwelijk adopteerden. Veel van de eerste predikers en hun medechristenen geloofden nog steeds dat het huwelijk permanent was tot de dood. Zelfs in de eerste helft van de twintigste eeuw wist de gemeente dat het huwelijk iets was tussen één man en één vrouw tot de dood en dat hertrouwen overspel was. Ik heb zelfs heden veel ouderen in de gemeente gevraagd wat er in de eerste helft van de twintigste eeuw in de gemeente onderwezen werd over echtscheiding en hertrouwen. Hun antwoorden waren consistent met die van de eerste kerkvaders. 62
Wat gebeurde er dan in de Amerikaanse gemeentes? Volgens mijn opvattingen zijn er verschillende redenen waarom het onderwijs over echtscheiding en hertrouwen zo veranderd is:
Veel, niet allemaal, “belijdende christenen” hebben het toegestaan dat mannelijke/vrouwelijke leiders tegen ons zeggen wat goed en fout is en hebben er niet naar gestreefd om zelf Gods Woord te bestuderen, zoals de Bereanen dat deden in Handelingen 17:11.
Sommigen hertrouwden (terwijl de eerste partner nog leeft) vanwege het toepassen van de brede definitie van wat de zogenaamde uitzonderingsclausule wordt genoemd. Velen keken niet naar wat het hele Nieuwe Testament over dit onderwerp zegt, of de vroege christelijke historie en interpretatie van woorden.
Wij hebben het toegestaan dat de cultuur ons leert wat goed en slecht is en niet wat de Bijbel ons leert.
Er is een gebrek geweest aan onderwijs over het huwelijksverbond omdat echtscheiding een zeldzaamheid was.
Gebrek aan gemeentelijke tucht. Jonge mensen weten niet beter dan dat hertrouwen is toegestaan want het vond zonder vermaning voor hun ogen plaats. In de tweede helft van de twintigste eeuw negeerden “volwassen” christenen de nieuw testamentische opdracht in gemeentelijke tucht ten voordele van het stimuleren van bezoekersaantallen en om mensen niet voor het hoofd te stoten (die voor echtscheiding en hertrouwen zijn).
Misschien stonden bezoekersaantallen en projecten in menig denken op de eerste plaats en niet heiliging. Bezoekers van gemeentes die de mening van Jezus en Paulus over het huwelijk in stand hielden begonnen te vertrekken. Zij dachten te kunnen leven zonder de gemeente en begonnen zich, met betrekking tot het huwelijk en echtscheiding te conformeren aan de wereld.
De “God wil dat ik meer gelukkig dan heilig ben” beweging. God wil dat wij gelukkig zijn, maar niet ten koste van heiliging. Ik zie regelmatig mensen “christelijke” boeken lezen over gezondheid, rijkdom en een beter leven (het zogenaamde health en wealth evangelie), zonder het ware Boek, de Bijbel, Gods buitenste grenzen 63
te lezen, Zijn heiligheid en oprecht berouw dat leidt tot bekering en eeuwig geluk. Velen hebben hun ongehoorzaamheid gerechtvaardigd onder invloed het schrijven van deze hoofdzakelijk “christelijke” auteurs.
Velen zijn bang om iets te zeggen, omdat zij anders gebrandmerkt worden als wettisch of farizees en niet vol compassie zijn wanneer zij proberen om datgene te onderwijzen, en toe te passen wat Christus ons in de Grote Opdracht geleerd heeft, namelijk om “hen te leren alles wat Hij geboden heeft in acht te nemen.”
Sommige ouders leren hun kinderen thuis geen bijbelse principes, maar rekenen op de gemeente en de school dat die het voor hen doen.
Velen leven bij de gedachte van “goedkope genade” – vergeving zonder bekering. Ik kan sorry zeggen of het spijt mij en doorgaan met leven in zonde.
Sommigen onderwijzen vergeving, zonder het belang te benadrukken om te streven naar gehoorzaamheid. Bijvoorbeeld: Velen zeggen dat Jezus de vrouw, die betrapt werd op overspel, niet veroordeelde. De meesten in onze cultuur stoppen daar zonder het resterende deel van het vers te lezen. Jezus besloot Zijn gesprek met deze vrouw door te zeggen, “Ga heen en zondig niet meer”. En niet, “Ga heen en zondig nog meer”
Er staat veel druk op voorgangers om “succesvol” te zijn. Dit heeft tot gevolg dat veel “moeilijke” passages van het Evangelie verwateren of soms bewust worden overgeslagen om bezoeker vriendelijk te kunnen zijn en massa’s de gemeente binnen te kunnen krijgen, omdat dat hetgeen is wat de wereld als succes beschouwd. Leiders beseffen dat men het huwelijk niet als levenslang kan verkondigen zonder hen te beledigen die in “hertrouwde” positie zijn.
Mensen die de bijbelteksten over huwelijk en echtscheiding hebben gelezen hebben of een kind, familielid of vriend die betrokken is in overspel (hertrouw), wat resulteert dat zij hun kijk op de moraliteit hiervan hebben gewijzigd.
64
Het gevolg van deze nieuwe trend in sommige gemeentes: Uit een Barna onderzoek uit het jaar 2000 blijkt het volgende: 23% van de wedergeboren christenen is 2 of meer malen gescheiden. Van elke 100 nieuwe huwelijken eindigen er 51% in een echtscheiding. 33% van de wedergeboren christenen zijn van hun partner gescheiden, wat in aantal gelijk is aan de niet christelijke en heidense tegenhangers. 90% van alle echtscheidingen onder christenen vond plaats nadat zij christen geworden waren. Achter in de 19e eeuw, toen de meerderheid van de gemeentes geloofden dat het huwelijk permanent was zolang beide partners in leven waren, eindigde 1 op de 10 huwelijken in een echtscheiding en werd toen beschouwd als een epidemie. In 1920 scheidde 1 op de 7 paren: in 1960 was de echtscheidingsratio 1 op de 4, in 1974 scheidde 1 op de 3 echtparen en vandaag (2009) gelooft dat 1 op de 2 paren dat het huwelijk geen verbond is tussen God en hen. Een Hartford Seminar studie bevestigt dat voorgangers net zo vaak van hun partner scheiden als hun gemeenteleden en hebben het op twee na hoogste aantal echtscheidingen onder alle beroepen. (N.B. Wat hiervoor genoemd werd geldt in dezelfde mate voor West-Europa)
65
Hoofdstuk 8 Veel gestelde vragen Is er geen uitzondering voor overspel? Mattheüs 5:31-32 – Er staat in dit schriftgedeelte niets vermeld over hertrouwen toen Jezus dit onderwerp aan de orde bracht en een directe verklaring gaf over dit onderwerp. Jezus hield de man verantwoordelijk wanneer hij van haar gescheiden was voor elke andere reden behalve hoererij (porneia) - hier staat niet “overspel (moichao)”. Let hierbij op dat de vrouw onschuldig kan zijn, maar dat de man mede schuldig is wanneer zij met iemand anders hertrouwd en daardoor ook overspel pleegt. Dit schriftgedeelte, samen met Mattheüs 19:9 wijst er op geen enkele wijze op dat een vrouw een uitzonderingspositie heeft om na een echtscheiding toestemming te hebben om te kunnen hertrouwen. De eerste maal dat Jezus spreekt over het scheiden van een vrouw is in Markus 10:12 en daar worden geen schriftuurlijke redenen genoemd om te mogen scheiden. Mattheüs is geschreven met het oog op joodse toehoorders, waarbij in de joodse cultuur alleen mannen, volgens de Mozaïsche wet, het “recht” hadden om te scheiden en te hertrouwen tijdens de ondertrouw/verlovingsperiode. Overspel is nooit een reden geweest voor echtscheiding. In het Oude Testament was steniging de wettelijke opdracht bij en gevolg van overspel (Leviticus 20:10; Deuteronomium 22:23-24). Mattheüs 19:9 is geen uitzondering maar een verklaring voor de omstandigheid waarin hertrouwen was toegestaan bij hoererij/seksuele immoraliteit, gedurende de ondertrouw- of verlovingsperiode, onder de wet van Mozes. De toehoorders van Mattheüs waren joods; wanneer ik naar Mexico ga dan wil ik graag op een dusdanige manier kunnen spreken dat zij mij in dat land begrijpen, zodat de dingen die ik zeg voor hen begrijpelijk zijn op basis van hun cultuur en hun dagelijks leven. Markus geeft in hoofdstuk 10 hetzelfde gebeuren met de Farizeeërs weer, maar de toehoorders in dit schriftgedeelte zijn romeins georiënteerd, die geen ondertrouw periode toepasten, dus is het niet relevant om tegen die toehoorders iets over verlovingstijd te zeggen. (Mattheüs 1:18‑19, Mattheüs 5:32, Mattheüs 19:9, Johannes 8:41). In alle hiervoor genoemde schriftgedeeltes wordt gesproken over de ondertrouw- of verlovingsperiode. De joden aan wie Mattheüs zijn schrijven
66
richtte begrepen de ondertrouwperiode. Dus geloven wij dat Jezus geen uitzondering aangaf, maar een verduidelijking met betrekking tot overspel. Er zijn veel bijbelgeleerden die geloven dat Markus en 1 Korintiërs geschreven zijn voor het evangelie van Mattheüs. Wanneer dat het geval is, dan wisten de eerste generaties van christenen sowieso niets over de zogenaamde uitzonderingsregel bij hoererij, wat sommigen claimen in Mattheüs 19:9 gevonden te hebben.
Er zijn auteurs, waarvoor ik een diep respect heb en die geloven in het permanente van het huwelijk, maar denken dat de zogenoemde uitzondering verwijst naar prostitutie. Er is een andere kijk door Dr. Leslie McFall, die verbonden is aan de Universiteit van Cambridge die gelooft dat het Griekse woord “μη” (“en”) in Mattheüs 19:9 en vertaald als “behalve of anders dan”, in de eerste 1000 jaar na Christus, niet in de manuscripten voorkwam. Ook zijn er leraren die verklaren dat de onreinheidsuitzondering te maken heeft met een grove vorm van seksuele onreinheden. Wat de verklaringen ook mogen zijn, de schriftgedeelten binnen het nieuwe verbond maken het duidelijk dat wie een vrouw trouwt die gescheiden is van haar echtgenoot, of er nu van hoererij sprake is of niet, overspel pleegt.
De ondertrouw- of verlovingsperiode Wij hebben allemaal gehoord van de ondertrouw/verlovingsperiode omdat het onderdeel is van het kerstverhaal. Maria was Jozefs ondertrouwde vrouw. Wij begrijpen uit de Bijbel dat Maria en Jozef in deze periode nog geen gemeenschap met elkaar gehad hadden. (Jezus is geboren uit een maagd) Hoewel zij man en vrouw genoemd werden had hun huwelijk nog niet plaats gevonden. “De geboorte van Jezus Christus was nu als volgt. Terwijl Maria, Zijn moeder, met Jozef in ondertrouw was, bleek zij, nog voordat zij samengekomen waren, zwanger te zijn uit de Heilige Geest. Jozef, haar man, wilde haar onopgemerkt verlaten, omdat hij rechtvaardig was en haar niet in het openbaar te schande wilde maken. Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest; en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken [bevrijden] van hun zonden” (Mattheüs 1:18-21). 67
In de joodse cultuur was ondertrouw de periode tussen de verloving en de dag van het trouwen. Het was de volledige toewijding van het paar aan elkaar. Het huwelijk echter was nog niet voltrokken tot de huwelijksceremonie had plaats gevonden na de ondertrouw periode. Een vriend van de bruidegom werd aangewezen om tijdens de ondertrouwperiode over de bruid te waken, om ervan verzekert te kunnen zijn dat zij haar maagdelijkheid niet verloor tot op de dag van de huwelijksceremonie. Gedurende deze periode, waar de bruid en bruidegom van elkaar gescheiden waren, werd verondersteld dat zij volledige gehuwd waren en onreinheid was strafbaar met de doodstraf door steniging (Deuteronomium 22:20-21). De lange periode, in het geval van de maagd, had twee redenen. Het gaf de verzekering dat zij nog niet zwanger was door toedoen van een andere man en het bewees de toewijding aan elkaar. Gedurende deze periode kon de man een scheidingsbrief aan de bruid schrijven wanneer hij iets “oneerbaars” in haar vond. (Zie Deuteronomium 24:1-2) Hierna was zij ook vrij om met een andere man te trouwen. Wij geloven dat de ondertrouwperiode datgene is waar Jezus in Mattheüs 5:32 naar refereert toen Hij tegen de joodse toehoorders zei dat men niet kon echtscheiden, behalve om reden van “porneia”, wat hoererij betekent of in het hedendaagse taalgebruik “seks voor het huwelijk”. Het woord voor overspel is een totaal ander woord in het Grieks, namelijk “moichao”. U ziet dat door het gebruik van twee verschillende woorden, Jezus porneia/hoererij (seks voor het huwelijk, in de verloving/ondertrouw periode) scheidt van moichao/overspel (seks tijdens het huwelijk met een ander dan de eigen man of vrouw). In Johannes 8:41 dreef Jezus de spot met de Farizeeërs door te stellen dat zij geboren waren uit hoererij/porneia (en niet moichao/overspel). Een ander voorbeeld van iemand die als man en vrouw omschreven waren, tijdens de ondertrouw periode en voordat het huwelijk voltrokken was door het hebben van gemeenschap, zijn de twee dochters van Lot. Zijn dochters waren maagd en hadden nooit gemeenschap gehad met een man (Genesis 19:8), toch waren zijn dochters getrouwd met hun echtgenoten (Genesis 19:14) en Lot deze mannen omschreef als zijn schoonzonen. De reden dat de dochters van Lot maagd waren en toch echtgenoten hadden is omdat zij met deze mannen ondertrouwd waren, maar dat hun huwelijk nog niet “geconsumeerd” was. (Birkitt) 68
Het ATS Bijbels woordenboek geeft een goede uitleg over ondertrouw Ondertrouw is een verplichting van een man en een vrouw om in de toekomst met elkaar te trouwen. Ouders huwden hun dochters vaak uit (ondertrouwden) zonder dat zij hiervan wisten, soms zelfs terwijl ze nog erg jong waren zoals in sommige oosterse landen nog steeds gebruikelijk is. Soms wordt er een standaardcontract opgemaakt waarin de bruidegom zichzelf bindt om een bepaalde som, als onderdeel van het contract, aan de bruid te schenken. Het huwelijk werd niet voltrokken voordat de bruid tenminste twaalf jaar oud was; echter, de ondertrouw kon alleen verbroken worden door de dood van een van de twee (Mattheüs 1: 18-25; Lukas 1:27). God spreekt over het ondertrouwen van Zijn volk aan Hemzelf met banden van tedere genegenheid en beloofd plechtig dat al Zijn genadevolle woorden in hen vervuld zullen worden (Jeremia 2:2; 3:14) In de Joodse Studiebijbel, de Tanakh vertaling, uitgegeven door Oxford University Press (Editors are: Adele Berlin and March Zvi Brettler. Copyright is 2004, Jewish Publication Society), staat Jeremia 3:14 als volgt omschreven: “Keer terug, afkerige kinderen, spreekt de HEERE, want Ík heb u getrouwd. Ik zal u nemen, één uit een stad en twee uit een geslacht, en Ik zal u naar Sion brengen”. [De Nederlandse vertaling is uit de HSV Bijbel en komt exact met de Tanakh vertaling overeen] (Zie ook Hosea 2:19-20 en 2 Korintiërs 11:2). De film “de Nativity”, die uitgebracht is in december 2006 door New Line Cinema, doet een uitstekend werk in de beschrijving van de ondertrouw periode van Jozef en Maria. Wordt het huwelijksverbond verbroken door overspel en een echtscheidingscertificaat? In de eerste plaats is het zo dat wanneer het huwelijksverbond zou eindigen bij een echtscheiding, dan had Jezus het nooit overspel genoemd wanneer men voor de tweede keer getrouwd is na een echtscheiding. Hierbij moet nogmaals opgemerkt worden dat er zowel in Mattheüs 5:32 als in Mattheüs 19:9 als zogenaamde “uitzondering” niet “overspel” staat, maar “hoererij”! Ten tweede weten wij van vele huwelijken waar sprake is geweest van overspel of hoererij, vergeving heeft plaats gevonden.
69
Wanneer, zoals sommigen veronderstellen overspel het huwelijksverbond verbreekt, dan is het paar niet langer getrouwd. Dus, wanneer zij in de huwelijksband willen blijven, is het dan niet noodzakelijk dat zij aan elkaar opnieuw de huwelijksbeloftes afleggen? Wanneer overspel het huwelijksverbond verbreekt, waren Hosea en Gomer dan niet meer getrouwd na haar overspel en hoererij, toen beiden nog leefden? Het korte Bijbelboek Hosea geeft ons een inzicht hoe “overspel” geen recht geeft om te scheiden en te hertrouwen. God wil altijd bekering en herstel van de relatie met geestelijke overspelers. Wanneer wij christenen worden, dan zijn wij verenigd (ondertrouwd) met Christus. Christus vertegenwoordigd de echtgenoot en wij, de gemeente, vertegenwoordigen de ondertrouwde bruid (Efeziërs 5:28-32). Hij is altijd de onschuldige partij, maar wij willen wel dat Hij ons vergeeft. Dit is wat het huwelijk uitbeeldt. Wanneer wij de verbinding met Hem verliezen, dan wil Hij nog steeds dat wij bij Hem terugkomen. Hij wil niet dat wij in een overspelige situatie met de wereld blijven (Jakobus 4:4). Wanneer echtscheiding en hertrouwen plaats vindt, dan ruïneert dit het prachtige beeld van Christus en de gemeente in de wereld. Is er een uitzondering voor een ongelovige partner? Er zijn er die geloven dat wanneer een ongelovige partner van u scheidt omdat u een christen bent, u vrij bent om te hertrouwen. In 1 Korintiërs 7:15 betekent het Griekse woord doulo-oo: “gebonden zijn”, “slaaf maken van”. De christelijke partner is dan niet meer verantwoordelijk om de verplichtingen van een echtgenoot of echtgenote op zich te nemen, die is daarvan ontslagen. Het Griekse woord voor gebonden in Romeinen 7:1-3 en 1 Korintiërs 7:39 is deo, wat de wettelijke band van het huwelijk weergeeft. Het betekent: onder een gebod, opdracht of verplichting staan, ten opzichte van… Wij geloven dat Paulus wist dat een echtscheiding soms kon gebeuren, zoals wij dat kunnen zien in 1 Korintiërs 7:15. Vier verzen daarvoor namelijk zegt Paulus om ongehuwd te blijven of zich te herenigen, dus zou hij zichzelf tegenspreken wanneer hij nu een uitzondering zou maken. Zowel Jezus als Paulus hebben altijd hun zinnen gezet op vergeving en herstel van relaties. Hoe zit het met Deuteronomium 24:1-4? Laten wij in de eerste plaats, in Deuteronomium 22:13-30, kijken naar de wetten die golden voor het volk Israël en betrekking hebben op seksuele immoraliteit. 70
“Wanneer een man een vrouw neemt, bij haar komt, en vervolgens een afkeer van haar krijgt, en als hij haar dan allerlei dingen ten laste legt, haar een slechte naam bezorgt, en zegt: Deze vrouw heb ik tot vrouw genomen, maar toen ik tot haar naderde, ontdekte ik dat ze geen maagd meer was, dan moeten de vader van dit meisje en haar moeder het bewijs van de maagdelijkheid van het meisje meenemen en naar de oudsten van de stad brengen, naar de poort. De vader van het meisje moet dan tegen de oudsten zeggen: Ik heb mijn dochter aan deze man tot vrouw gegeven, maar hij heeft een afkeer van haar gekregen. En zie, hij heeft haar allerlei dingen ten laste gelegd door te zeggen: Ik heb ontdekt dat uw dochter geen maagd meer was. Maar dit is het bewijs van de maagdelijkheid van mijn dochter. Vervolgens moeten zij het kleed voor de oudsten van de stad uitspreiden. Dan moeten de oudsten van die stad die man meenemen en hem straffen. Ze moeten hem een boete van honderd zilverstukken opleggen en die aan de vader van het meisje geven, omdat hij een maagd uit Israël een slechte naam heeft bezorgd. Verder zal zij hem tot vrouw blijven; hij mag haar al zijn dagen niet wegsturen. Maar als dit woord waar is, als ontdekt wordt dat het meisje geen maagd meer was, dan moeten zij het meisje naar buiten brengen, naar de deur van het huis van haar vader, en de mannen van haar stad moeten haar met stenen stenigen totdat zij sterft, want zij heeft een schandelijke daad in Israël begaan door hoererij te bedrijven in het huis van haar vader. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen. Wanneer ergens een man aangetroffen wordt terwijl hij met een vrouw slaapt die met een andere man getrouwd is, dan moeten zij beiden sterven, de man die met de vrouw geslapen heeft, en de vrouw. Zo moet u het kwaad uit Israël wegdoen. Wanneer een meisje nog maagd is, maar wel in ondertrouw met een man, en een andere man treft haar binnen de stad aan en slaapt met haar, dan moet u hen beiden naar buiten brengen, naar de poort van die stad, en moet u hen met stenen stenigen totdat zij sterven; het meisje vanwege het feit dat zij binnen de stad niet om hulp geroepen heeft, en de man vanwege het feit dat hij de vrouw van zijn naaste vernederd heeft. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen. Maar als de man het ondertrouwde meisje in het open veld aantreft, en de man haar vastgrijpt en met haar slaapt, dan moet alleen de man die met haar geslapen heeft, sterven. Het meisje mag u niets doen, want het meisje heeft 71
geen zonde begaan die de dood verdient. Deze zaak komt immers overeen met het geval dat een man zijn naaste aanvalt en deze om het leven brengt. Hij trof haar namelijk aan in het open veld, en het ondertrouwde meisje riep, maar er was niemand die haar verloste. Wanneer een man een meisje aantreft, een maagd die niet in ondertrouw is, en hij grijpt haar en slaapt met haar, en zij worden ontdekt, dan moet de man die met haar geslapen heeft, aan de vader van het meisje vijftig zilverstukken geven, en zij zal hem tot vrouw zijn, omdat hij haar vernederd heeft. Hij mag haar al zijn dagen niet wegsturen. Een man mag de vrouw van zijn vader niet tot vrouw nemen, en hij mag het kleed van zijn vader niet openslaan. Deuteronomium 24:1-4 en Jeremia 3 gaan samen: “Wanneer een man een vrouw genomen heeft en met haar getrouwd is, en het gebeurt dat zij geen genade meer vindt in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft, en hij haar een echtscheidingsbrief schrijft, die in haar hand geeft en haar uit zijn huis wegstuurt, 2 en als zij dan uit zijn huis vertrekt, weggaat en de vrouw van een andere man wordt, 3 en die laatste man ook een afkeer van haar krijgt, haar een echtscheidingsbrief schrijft, die in haar hand geeft en haar uit zijn huis wegstuurt, of als die laatste man, die haar voor zichzelf tot vrouw genomen heeft, sterft, 4 dan mag haar eerste man, die haar heeft weggestuurd, haar niet terugnemen om hem tot vrouw te zijn, nu zij onrein geworden is; want dat is voor het aangezicht van de HEERE een gruwel. U mag geen zonde brengen over het land dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft.” (Deuteronomium 24:1-4). Kijk in oudere vertalingen naar wat God tegen Jeremia zegt. Let op dat God hier begint met “Men zegt” in de Statenvertaling en dit is vanuit de grondtekst een juiste weergave. Het lijkt erop dat God deze overeenkomst niet op prijs stelt, maar God werd vlees op aarde; Jezus sprak dat Mozes het toestond om deze concessie te doen. “Men zegt: Zo een man zijn huisvrouw verlaat, en zij gaat van hem, en wordt eens anderen mans, zal hij ook tot haar nog wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd worden? Gij nu hebt met veel boeleerders gehoereerd, keer nochtans weder tot Mij, spreekt de HEERE.” (Jeremia 3:1 STV) ** **[Let op het eind van dit vers in de STV, waarbij in veel andere Nederlandse vertalingen een vraagteken aan het eind staat, zelfs in de HSV. Deze hoort daar niet te staan en geeft een bevestiging weer, in plaats van een ontkenning wanneer er een vraagteken achter geplaatst wordt.]
72
Er is over duizenden jaren veel gediscussieerd over deze verzen. Veel theologen gaan ervan uit dat deze verzen gaan over de ondertrouwperiode om te mensen te beschermen tegen steniging. Anderen geloven dat Deuteronomium 24:1-4 vandaag de dag toestemming geeft tot echtscheiding en hertrouwen en toont aan dat herstel van de relatie tussen huwelijkspartners niet is toegestaan omdat Mozes deze toestemming iet gegeven heeft. Wanneer dat het geval is dan heeft God de wet van Mozes gebroken omdat Hij Zelf, volgens Jeremia 3:14, Israël terug wilde na de echtscheidingsbrief. Wanneer dat het geval is dan moet iedere man die de maagdelijkheid van een vrouw ontnomen heeft met die persoon trouwen en is het hen, volgens Deuteronomium 22:19, nooit toegestaan om te scheiden, alle dagen van hun leven. Zo moeten ook zij die overspel plegen gestenigd worden. Onder het Nieuwe Verbond geldt echter niet dezelfde straf. U wordt niet gestenigd maar u moet zich bekeren van de zonde. Waarom kan men in het Nieuwe Verbond niet terugkeren naar de echtgenoot of echtgenote terwijl u nog steeds met hem of haar verbonden bent? Wat de volgende bijbelteksten: Jesaja 9:6, Mattheüs 1:23, Johannes 1:1, Johannes 1:14, Johannes 8:58, Johannes 10:30, Johannes 20:28-29, 1 Timotheüs 3:16, 1 Timotheüs 4:10, Titus 2:10, 2 Petrus 1:1, 1 Johannes 5:7, en Openbaring 22:13 willen verwoorden is: Jezus Christus, God in het vlees eindigde de grote echtscheiding en hertrouw controverse voor eens en voor altijd in de Bergrede en toen Hij, in Markus 10, de destijds toekomstige gemeenteleiders (12 apostelen) in een kamer verzameld had, en er geen mazen méér gevonden kunnen worden. Er zijn veel wetten in Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium waar wij niet aan gebonden zijn, zoals het stenigingen van rebellerende kinderen, het bezitten van slaven, het hebben van meerdere vrouwen, nooit vee van verschillend soort samenhouden, of zelfs het offeren van dieren voor de verzoening van onze zonden. Jezus herkende de Mozaïsche regels met betrekking tot echtscheiding, zoals wij kunnen lezen in Mattheüs 5:32, Mattheüs 19:4 en Markus 10:4. Herkennen betekent niet in toestemmen. Let op, want Jezus zei: “Mozes heeft u toegestaan” en niet geboden! Hierna toont Jezus, in Mattheüs 5:32, Zijn autoriteit met betrekking tot echtscheiding en hertrouwen door te zeggen: “Maar Ik zeg u ...
73
Ook waren er in de tijd van Jezus twee Joodse religieuze scholen die het over Deuteronomium 24:1-4 sterk met elkaar oneens waren. De school van Hillel was erg liberaal en ging ervan uit dat een man, om welke reden dan ook, van zijn vrouw kon scheiden. De conservatieve school van Shammai zei dat een man van zijn vrouw kon scheiden om reden van hoererij of bepaalde vormen van seksuele immoraliteit. Jezus, zoals wij allemaal weten, maakte in die tijd niet veel vrienden onder de Farizeeërs. Toen zij Jezus wilden testen en in de val wilden laten lopen over het echtscheidingsvraagstuk, was Jezus het met geen van beide stellingen eens en nam Hij het permanente van het huwelijk mee terug naar de Hof van Eden (Genesis 2:24), daar waar er toen nog geen wet was, geen rechtbanken waren, geen papierwerk en waar zij niet langer twee, maar één waren. Daarom noemde Hij het overspel wanneer iemand met een ander trouwt wanneer de echtgenoot/echtgenote nog leeft. Wanneer Jezus voor een van de twee scholen gekozen zou hebben, dan zou deze school dikke vrienden met Hem geworden zijn. Dit gebeurde niet en dat is zeker een van de reden waarom zij Jezus haatten en er ook bij ons zeker geen “uitzonderingen” gelden. De vraag die wij aan onszelf moeten stellen is deze: “Wie waren degenen die zochten naar mazen met betrekking tot het echtscheiding- en hertrouwvraagstuk?” Zijn wij vandaag de dag net als de Farizeeërs die op zoek zijn naar mazen in Gods Woord om toch te kunnen scheiden en hertrouwen? Is onze gerechtigheid net als die van de Farizeeërs (Mattheüs 5:20)? Christenen streven ernaar om de geboden en opdrachten van Jezus op te volgen uit liefde voor Hem; zij zoeken niet naar mazen zoals de Farizeeërs. Ik heb zelf naar mazen gezocht toen ik probeerde om hertrouwen in mijn vroegere gemeente te rechtvaardigen, maar heb er nooit één kunnen vinden, maar wel de heerlijke vrede van Gods prachtige Woord dat het huwelijk een permanent gebeuren is. Hoe zit het met Mattheüs 19:9? Markus 10 verteld hetzelfde, maar zonder de “uitzonderingsclausule” omdat hier sprake is van een ander publiek. Jezus had al een statement gemaakt in de Bergrede. Aan het begin van Mattheüs 19 stelden de Farizeeërs op een listige wijze een vraag aan Jezus over echtscheiden en hertrouwen: “Hoe zit dit dan? Waarom heeft Mozes dan …?” Net zoals sommige mensen tegenwoordig doen. Vertel mij, wie zijn de Farizeeërs? In Mattheüs 19:1-12 lezen wij het volgende: 74
“En het gebeurde, toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat Hij uit Galilea vertrok en over de Jordaan naar het gebied van Judea ging. En een grote menigte volgde Hem, en Hij genas hen daar. En de Farizeeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken en zeiden tegen Hem: Is het een man toegestaan zijn vrouw om allerlei redenen te verstoten? En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten? Hij zei tegen hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart u toegestaan uw vrouw te verstoten; maar van het begin af is het zo niet geweest. Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot anders dan om hoererij en met een ander trouwt, die pleegt overspel, en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel. Zijn discipelen zeiden tegen Hem: Als de zaak van de man met de vrouw er zo voor staat, is het beter niet te trouwen. Maar Hij zei tegen hen: Niet allen vatten dit woord, maar alleen zij aan wie het gegeven is. Want er zijn ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn; en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen. Wie dit vatten kan, laat die het vatten.”
Zij probeerden een uitvlucht te vinden.
In vers 7 erkenden zij “het gebod” en “verstoten”.
Let op het feit dat het in Mattheüs vrouwen niet toegestaan was om vanwege hoererij te scheiden. De eerste keer dat Jezus vrouwen betrekt in echtscheiding is in het evangelie van Markus, omdat zijn toehoorders een romeinse achtergrond hadden, die het toestonden dat vrouwen konden scheiden. Maar wanneer u Markus 10 leest dan staat daar niets over een uitzondering waardoor het mannen en vrouwen is toegestaan om te kunnen scheiden en te hertrouwen, zonder een overspeler of overspeelster genoemd te worden.
De discipelen vroegen Hem opnieuw. Zij hadden zojuist iets gehoord dat hen omverwierp van verbazing.
75
Wanneer echtscheiding hetzelfde zou blijven als in de tijd van Mozes, en Jezus zou onderwijzen dat het huwelijksverbond eindigt bij een echtscheiding, waarom reageerden de discipelen dan met: “Als de zaak van de man met de vrouw er zo voor staat, is het beter niet te trouwen.” Zij waren net zo verrast als de mens van tegenwoordig!
De onverbreekbaarheid van het huwelijk was net als in de Hof van Eden heringevoerd.
Jezus gedachten gingen uit naar eunuchen. Waarom eunuchen? Omdat onthouding nodig kan zijn ten behoeve van het Koninkrijk van God. Hierbij komt als vertaling en uitleg voor eunuch, “iemand die van nature niet geschikt is voor het huwelijk; om kinderen te krijgen; iemand die zich vrijwillig onthoudt van het huwelijk en ontmande”, beter tot zijn recht.
Allon Maxwell uit Australië zegt: “Markus en Mattheüs zeggen beiden dat wanneer God eenmaal heeft samengevoegd in een huwelijk, de mens dit niet mag scheiden. Dit betekent dat de “uitzondering” niet van toepassing kan zijn nádat God de twee heeft samengevoegd tot één. Omdat overspel een zonde is die plaats vindt nádat God heeft samengevoegd in een huwelijk, kan dit niet vallen binnen de “uitzondering”. Wanneer dat zo is dan moet de seksuele zonde die valt onder de “uitzondering” refereren naar iets dat plaatsvindt vóór het huwelijk, waarin door God is samengevoegd. Wij kennen in de Bijbel een ware gebeurtenis waardoor wij “de uitzondering” kunnen begrijpen. Het spreekt voor zich dat het enige evangelie dat spreekt over de “uitzondering” ook de enige is die het verhaal verteld van Jozef en Maria. Dit is het enigste voorbeeld in het Nieuwe Testament dat aangeeft wat Jezus bedoelt kan hebben met ”hoererij” of “ontucht” als reden tot echtscheiding. Het is deze gebeurtenis die ons uitleg geeft over een “rechtvaardig persoon” (Mattheüs 1:19) als tegenstelling tot een mens met een hard hart en die van zijn vrouw kon scheiden zonder schuldig te staan voor God. God zegt rechttoe, rechtaan, “IK HAAT DE ECHTSCHEIDING” (Maleachi 2:16) Wie van ons, behalve zij die “hard van hart” zijn, kiest ervoor om datgene te doen of te tolereren wat God haat?
76
Dit lijkt opnieuw een terrein te zijn waarin de gemeente zich beschamend maakt voor de woorden van Jezus, door er voor mensen niet meer van te getuigen.” In een samenvatting van Deuteronomium 24:1-4 en Mattheüs 19:9 maakt Dr. Leslie McFall een waardevolle opmerking. “Jezus verwierp in één zin de leer van de Farizeeërs omdat zij het onderwijs uit Genesis 2:24 omzeilden en voor minder gingen dan hetgeen Zijn Vader verwacht van de mens. Dit onderwijs, zo liet Hij doorschemeren, gaat voor het onderwijs van Mozes. Daarom moesten zij teruggaan naar datgene wat God als eerst leerde over het huwelijk door zich te focussen op Genesis 2:24 en Deuteronomium 24:1-4 - als sub-standaard, vernederend en beneden het niveau van bestaan, geïntroduceerd door de mens - volledig vergeten.” Hoe zit het met de Tyndale Bijbel uit 1525 die spreekt over echtbreuk als echtscheiding? [Hier is, ter vergelijking wat voor effect een woordspeling kan hebben, in het Nederlands de “vertaling” zoals in de NBG51 weergegeven.]
“Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk. (Mattheüs 19:9) “Maar Ik zeg u: Een ieder, die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk. (ook in Mattheüs 5:32) “I say therefore unto you, whosoever putteth away his wife (except it be for fornication) and marrieth another, breaketh wedlock. And whosoever marrieth her which is divorced, doth commit advoutry” (Mattheüs 19:9) (TYNDALE). Ter verduidelijking en om aan te tonen dat in de NBG51 de laatste zin ontbreekt heeft de vertaler het in de Tyndale versie laten staan. Hoewel de teksten niet geheel overeenkomen is daarom, ter vergelijking met de Tyndale vertaling, Mattheüs 5:32 ook toegevoegd. De NBG 51 en de GNB zijn de enige vertalingen die het woord “echtbreuk” toepassen, wat daardoor voor veel verwarring en misleiding heeft gezorgd en dit nog doet. In het Grieks staat hier echter “moichao” wat letterlijk betekent: “onwettige gemeenschap 77
hebben met de vrouw van een ander, overspel plegen met”, en is er van het letterlijk “breken van de echt” geen enkele sprake, hoewel sommigen dit wel veronderstellen. Ik dacht dat God Iemand was die scheidt (de echt breekt)? God gebruikt zowel in het Oude Testament (Verbond) als in het Nieuwe Testament (Verbond) de analogie van het huwelijk om Zijn relatie met Zijn volk in het Oude Testament te omschrijven en om in het Nieuwe Testament de relatie van Christus en de gemeente tot uitdrukking te brengen (Galaten 3 en Efeziërs 5). Laten wij eens kijken waar echtscheiding en scheiding plaats vond: “Men zegt: Zo een man zijn huisvrouw verlaat, en zij gaat van hem, en wordt eens anderen mans, zal hij ook tot haar nog wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd worden? Gij nu hebt met veel boeleerders gehoereerd, keer nochtans weder tot Mij, spreekt de HEERE” (Jeremia 3:1 STV, zie ook uitleg omtrent STV op pag. 64). “In de dagen van koning Josia zei de HEERE tegen mij: Hebt u gezien wat het afvallige Israël gedaan heeft? Zij ging elke hoge berg op en onder elke bladerrijke boom, en bedreef daar hoererij.” (Jeremia 3:6). “Ik zei, nadat zij al deze dingen gedaan had: Keer terug naar Mij, maar zij keerde niet terug. Dat zag haar trouweloze zuster Juda.” (Jeremia 3:7). “Maar Ik zag, toen Ik vanwege alles waarin het afvallige Israël overspel had gepleegd, haar weggestuurd had en haar een echtscheidingsbrief gegeven had, dat Juda, haar trouweloze zuster, niet bevreesd werd. Zij ging zelf ook hoererij bedrijven.” (Jeremia 3:8). “Ga deze woorden prediken tegen het noorden, en zeg: Keer terug, afvallig Israël, spreekt de HEERE, Mijn aangezicht is tegenover u niet betrokken, want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE, Ik handhaaf Mijn toorn niet voor eeuwig. Alleen, erken uw ongerechtigheid, want u bent tegen de HEERE, uw God, in opstand gekomen, en u hebt zich in alle richtingen verspreid op zoek naar de vreemden, onder elke bladerrijke boom, maar u hebt niet geluisterd naar Mijn stem, spreekt de HEERE” (Jeremia 3:12-13). “Keer terug, afkerige kinderen, spreekt de HEERE, want Ík heb u getrouwd. Ik zal u nemen, één uit een stad en twee uit een geslacht, en Ik zal u naar Sion brengen” (Jeremia 3:14). 78
De achtergrond van deze belangrijke analogie: God sloot een verbond met Abraham, dat hij de vader zou worden van vele naties en gezegend zou worden, vanwege zijn geloof. Na de beproeving van zijn geloof vanwege Izaäk, bevestigde God in Genesis 17 en Lukas 1:67-80 dat Hij Abraham en zijn nageslacht zou zegenen. God is in Exodus 19, via Mozes “geestelijk getrouwd/ondertrouwd” met de Israëlieten. Dit bleef zo ondanks de vele ontrouw die het volk over honderden jaren pleegde. Toen het huis van Israël zich in 900 voor Christus opsplitste in twee koninkrijken werd Israël het noordelijke koninkrijk (10 stammen) en Juda (2 stammen – Juda en Benjamin) het zuidelijke koninkrijk. Het hele huis Israël, inclusief Juda was nog steeds de afstammeling van hun voorvader Abraham en geestelijk met God getrouwd/ondertrouwd. Het joodse volk (Juda) was slechts 2/12e deel van de mensen waar God een verbond mee sloot. Wij zijn geneigd om te geloven dat het volk van Israël alleen die joden waren die afstammeling waren van Juda. Sommigen zeggen dat God van Israël scheidde om te hertrouwen met Juda. Dat is absoluut niet waar. Ook zijn er die beweren dat God zelf niet aan de norm van het ideale huwelijk met Zijn hele land kon voldoen. Het is erg gevaarlijk om dat soort dingen te beweren. De meeste mensen zijn niet bereid om de hele context van deze belangrijke illustratie te lezen. In Jeremia 3 gaf God, in geestelijk zin, een echtscheidingsbrief aan enkele van de verbondsmensen. Israël (10 stammen) was de ontvanger van de echtscheidingsbrief. Juda, hoewel het geestelijk ook hoererij bedreef kon niet door God uit de echt gescheiden worden, wel gescheiden in de zin van uit elkaar gaan voor een bepaalde periode vanwege Gods belofte dat de Messias gezonden zou worden vanuit de lijn van Juda. Dit wordt in Genesis 49:8-12 en Hebreeën 7:14 omschreven. De lijn van Juda, uit het huis van Jacob bracht de koningen voort. Zie ook Lukas 1 vers 33. Wordt Jezus niet de Leeuw van Juda genoemd? Stop hier alstublieft niet met lezen. God zei in Jeremia 3:14 ook tegen hen dat Hij beiden opriep om zich te bekeren en bij Hem terug te komen omdat hij hun Echtgenoot, Meester, Gehuwde, of zoals in sommige Hebreeuwse 79
studiebijbels het woord “uitgehuwelijkt” wordt gebruikt vanwege het verbond dat God sloot met Abraham en dit bevestigde door Mozes. Laten wij niet vergeten dat in het Israëlische systeem werd aangenomen dat de man, zelfs gedurende de ondertrouw periode, de echtgenoot was. God kwam het verbond dat Hij met Zijn volk sloot na, door de Leeuw van Juda (Jezus) te sturen om de mensen te helpen om gered te worden uit de slavernij van hun “zonden”. Zelfs, na het geven van de echtscheidingsbrief, blijft God zeggen dat Hij de Echtgenoot, Meester, Gehuwde of uitgehuwde voor hen is en dringt Hij er in liefde op aan, net zoals Hij dat vandaag de dag doet, dat hij herstel van de relatie wil wanneer wij onze ogen en oren hiervoor openen. God is een jaloers God (Deuteronomium 5:9-10) Die alleen op zoek is naar een berouwvolle “echtgenote”. Let op wat er staat in Jeremia 31:31-33: “Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden-Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn”. God gaat door in het nakomen van het “geestelijke huwelijksverbond”. Hij komt Zijn belofte na die Hij gemaakt heeft met Abraham, duizenden jaren geleden. Hij kwam naar beneden als Iemand die de mensheid liefheeft door Zichzelf op te offeren om iedereen de mogelijkheid te geven om door Zijn bloed vergeving te ontvangen. Ik wil hierover zeggen dat Hij de belofte van het huwelijk is nagekomen als een in ondertrouw zijnde Echtgenoot. God verlangt nog steeds berouw en bekering en kijkt ernaar uit dat heel het nagelacht van Abraham (eigenlijk Adam en Eva) hem zullen gehoorzamen. Hij heeft de mensen van de stammen van Juda en Benjamin lief, de tien noordelijke stammen, de mensen in America, in Europa, in Irak en het moslim geslacht, want wij komen allemaal voort uit Adam en Eva die door God gemaakt en samengevoegd zijn. Vanaf het moment dat Adam en Eva ongehoorzaam waren in de Hof wil Hij verzoening. 80
Het begon jaren geleden allemaal door gebrek aan geduld en gebrek aan gehoorzaamheid aan God. Het laat de vreselijke gevolgen zien van een verkeerde beslissing die duizenden jaren kan voortduren. Wij hebben allemaal de mogelijkheid om de zegeningen van een eeuwig leven en het zijn van de erfgenamen te ontvangen. Lees alstublieft Efeziërs 4:4-6. Mensen met verschillende achtergronden vormden de gemeente van de eerste eeuw, of ze nu van joodse of heidense afkomst waren. God schiep de joden en de heidenen en wij hebben de neiging om te vergeten dat zij samen één Lichaam kunnen vormen. “Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen” (Galaten 3:27-29). God wil altijd dat Zijn ondertrouwde bruid bij Hem terugkeert, wanneer wij achter andere “goden” aangelopen hebben. En omdat het huwelijk een beeld is van deze relatie moeten wij altijd bereid zijn om te vergeven en te verzoenen met onze partner wanneer oprechte berouw en bekering heeft plaatsgevonden. Wij moeten klaar staan wanneer de Bruidegom (Jezus) komt voor Zijn bruid (de gemeente). “Dan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien meisjes, die hun lampen namen en op weg gingen, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren wijs en vijf waren dwaas. Zij die dwaas waren, namen wel hun lampen maar geen olie met zich mee. De wijzen namen met hun lampen ook olie mee in hun kruikjes. Toen de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en vielen in slaap. En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet! Toen stonden al die meisjes op en maakten hun lampen in orde. De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf. Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten. Later kwamen ook de andere meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open! Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet. Wees 81
dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal” (Mattheüs 25: 1-13). Hebreeën 8:8-13 verwijst naar het verbond dat Hij sloot met de vaders. Het prachtige Bijbelboek Hosea laat ons zien hoe groot de liefde van God voor ons is. Hosea vertegenwoordigt God. Gomer vertegenwoordigt zijn vrouw en uiteindelijk alle kinderen van God die de wereldse dingen meer liefhebben dan God zelf. Gomer blijft doorgaan met overspel maar Hosea “koopt” haar terug en vergeeft haar vanwege haar berouw. Hoe zit het met het “verstoten” argument? Er zijn mensen die rederneren dat het woord “verstoten” (apoluo) verklaart waarom God dit overspel noemt na hertrouwen. Bij deze redernatie kan een persoon niet hertrouwen voordat het officiële echtscheidingsdocument is ontvangen. Doet men dat wel dan plegen zij overspel. Zij denken hierbij dat God meer belang hecht aan een stukje papier dan in het werkelijk fysieke van het van elkaar scheiden. Zij vergeten echter dat veel kenners van Gods Woord weten dat de woorden verstoten en scheiden wisselend maar met dezelfde betekenis gebruikt kunnen worden. Wij denken dat het geen verschil maakt omdat Jezus de echtscheidingsbrief, die opgesteld was om de “vrouw te beschermen”, erkende en Hij toch zegt dat iedereen die trouwt, nadat hij of zij gescheiden is, overspel pleegt (Mattheüs 5:32). Gelooft u dat wanneer iemand het stukje papier in handen heeft, Jezus de nieuwe hertrouwde verbintenis niet als overspel beschouwd? Jezus beschreef niet de wijze van “scheiding”; Hij gaf aan wat de reden was waarom gescheiden werd. Hij heeft nergens de noodzaak vermeld van het verkrijgen van een scheidingsdocument zodat de echtscheiding naar Zijn wil, door God geaccepteerd wordt. Om dit alles terug te brengen tot ons niveau, is dit dan wat God echt bedoeld in Maleachi 2? Probeert God te zeggen, “Ik haat het wanneer u uw echtgenoot/echtgenote geen stuk papier geeft”. Hoe zit het met de man die niet meer tevreden is met zijn vrouw omdat zij er niet meer zo knap uitziet zoals zij er eens uitzag? Moet hij haar dan maar een stuk papier geven? De meeste leraren die dit onderwijs geven om zonde te rechtvaardigen, zullen deze leer niet op prijs stellen wanneer hun echtgenotes zichzelf een beter uitziende echtgenoot wensen of claimen dat zij “uit elkaar gegroeid zijn”. Zij zullen het niet op prijs stellen wanneer een voorganger hun vrouwen zullen uithuwelijken aan een ander. Het is onvoorstelbaar om te bedenken dat God 82
het niet haat dat kinderen verdriet hebben, over de grote emotionele en financiële gevolgen die het heeft en het voorbeeld wat gegeven wordt aan de generaties die gaan komen, gedurende en na een werkelijke echtscheiding. “Verstoten” is het werkelijk uit elkaar gaan van een echtpaar. Het echtscheidingsdocument is het stukje papier dat dit feit in de wereld bevestigt. Ter illustratie: Ik trouw met mijn vrouw (ww) en ik heb het huwelijksdocument (znw). Ik slaag voor mijn examen (ww) en ik heb een diploma (znw). Ik verstoot mijn man (ww) en ik heb een echtscheidingsdocument (znw). Voor hen die dieper in de definities van woorden willen duiken het volgende: de volgende definities worden weergegeven in een aantal Griekse woordenboeken. apoluo ap-ol-oo’-o (Strong’s #630)
de vrijheid geven
laten gaan (niet langer vasthouden)
gebruikt bij echtscheiding, het huis uit sturen, verstoten. De vrouw van een Griek of een Romein kan van haar man scheiden
Harting woordenboek
laten gaan of heengaan; van zich laten
zijn vrouw laten gaan, dit is verstoten; haar man verstoten, dit is verlaten
in rechterlijke zin: vrijspreken, loslaten, ontslaan
van iets verlossen; ontslaan
uiteengaan; scheiden; weggaan
NAS Greek-English dictionary 630. απολυὼ̀̀̀apoluo; from 575 and 3089; to set free, release:
83
NAS-dismissed (1), divorce (3), divorced (2), divorces (5), freed (1), leaving (1), let … go (2), pardon (1), pardoned (1), release (20), released (8), releasing … to depart (1), send … away (9), sending … away (1), sending away (1), sends … away (1), sent … away (6), sent away (2), set free (1). De volgend omschrijving is in het Engels te vinden op: http://biblehub.com/greek/630.htm apoluó: to set free, release Original Word: ἀπολύω Part of Speech: Verb (werkwoord) Transliteration: apoluó Phonetic Spelling: (ap-ol-oo'-o) Short Definition: I release, let go, send away, divorce Definition: I release, let go, send away, divorce, am rid; mid: I depart Wat houdt “onderwerpen aan de staat” in? Jezus gaf zelf de opdracht om datgene aan Caesar te geven wat aan Caesar toebehoorde (Mattheüs 22:21). Paulus had speciaal dit onderwijs van Jezus, waarbij het handelde om geld, in gedachten in zijn passage in Romeinen 13. Dit bijbelgedeelte laat echter ook een tweede principe zien. Dat is het principe dat er omstandigheden zijn waarbij een gelovige een hogere macht dan de staat moet gehoorzamen, namelijk God Zelf. Petrus zegt in Handelingen 5:29: “Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen”. Paulus schrijft in Galaten 1:10 in vergelijkbare bewoording: “Want ben ik nu bezig mensen te overtuigen, of God? Of probeer ik mensen te behagen? Als ik immers nog mensen behaagde, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn”. Wanneer de morele wetten van God in conflict komen met die van de staat, dan hebben wij God te gehoorzamen ongeacht de gevolgen die dat met zich mee brengt. Abortus is legaal, maar is het Bijbels gezien juist? “Samenwonen” en “huwelijken binnen hetzelfde geslacht” zijn bijna overal legaal, maar is het Bijbels gezien juist? Bij “hertrouwen” is overspel toch een eenmalige zonde? George Barna die veel kerkelijke trends in Amerika rapporteert, heeft in 2004 een ontstellend rapport gemaakt met de uitslag dat “66% van de belijdende christenen zegt dat echtscheiding geen zonde is.” 84
Dat betekent dus dat deze mensen ook denken dat hertrouwen na een echtscheiding (overspel) geen zonde is, zelfs wanneer de Bijbel zegt dat dit wel zo is! In Markus 10:1-12; Lukas 16:16 en in Romeinen 7:3 is het Griekse zelfstandige naamwoord woord overspel, (moi’cheia) het hiervan afgeleide werkwoord “moi’cheuo” (overspel plegen); en staat in de tegenwoordig toekomende tijd, wat betekent dat het een voortdurende daad is. Sommigen geloven echter dat overspel een, op zichzelf staande, eenmalige gebeurtenis is. Wanneer dat waar is, moet men dan alle beloftes die men afgelegd heeft na dit overspel opnieuw afleggen? Wanneer het een eenmalige daad is moeten voorgangers, leiders, oudsten, gemeenteleden en gezinnen binnen de gemeente deze gebeurtenis als eenmalige zonde erkennen door deze mensen opnieuw te trouwen of hen toe te staan om in hun gemeente opnieuw te trouwen? Welke andere zonde wordt hierdoor gedaan? Laten wij eens de volgende vergelijkingen in overweging nemen:
Ik weet dat jij op het punt staat om een moord te plegen, dus hier is het geweer.
Ik weet dat jij op het punt staat om uit die winkel te stelen, dus ik kan voor de ontsnappingsauto zorgen.
Ik weet dat jij op het punt staat om overspel te plegen, dus laat mij jouw aanmoedigen door een dienst te houden of jouw huwelijk bij te wonen.
De mens ziet het misschien niet als overspel nadat de echtscheiding is geregeld, maar Jezus zei dat dit wel zo is en dat overspel zonde is. Wanneer het een eenmalige zonde zou zijn, wanneer en met welke onderbouwing heeft God deze zonde dan toegestaan? Hoe kan een voorganger op zondag zeggen dat een huwelijk een levenslange verbintenis is en op vrijdag mensen hertrouwen wiens eerste partner nog in leven is? De jongeren zijn slimmer en de ongehoorzaamheid binnen de hele gemeente speelt zich voor hun ogen af. En wij maar proclameren en petities onderteken om te zorgen voor heiliging van het huwelijk. De wereld ziet dit en het is geen wonder dat de voorstanders van huwelijken binnen hetzelfde geslacht uitroepen: “Hypocrieten”! Echtscheiding en 85
hertrouwen terwijl de eerste partners nog leven ondermijnen in zijn totaliteit de nog bestaande huwelijken. De mensen zien dat soms tweede huwelijken meer (werelds) geluk brengen, dus zullen sommigen zeggen. “Waarom kan ik niet scheiden en hertrouwen, want God wil toch dat ik gelukkig ben?” “Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” (Mattheüs 7:21-23). Voorgangers die erin toestemmen om mensen te hertrouwen na hun echtscheiding, bekrachtigen die daarmee hun overspel? Jezus, onze autoriteit, zegt dat het overspel is! Herinnert u zich het moment in Mattheüs 16 waar Petrus woorden in de mond van Jezus wilde leggen over wat er zou gebeuren ten aanzien van de dood van Jezus? “En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren!” (Mattheüs 16:22). “Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen” (Mattheüs 16:23). Petrus, een van de eerste leiders van de gemeente dacht dat hij het goed wist en met goed bedoelde intenties Jezus wilde helpen. Jezus corrigeerde hem echter en maakte aan Petrus duidelijk wie de uiteindelijke autoriteit bezat. Handelen wij als leiders net als Petrus en zien wij de dingen hoofdzakelijk alleen van uit onze eigen menselijke visie en niet vanuit Gods perspectief? Wanneer Jezus datgene gedaan zou hebben wat Petrus voor stelde, dan waren wij nu nog steeds zonder een Redder geweest. Proberen wij de woorden van Jezus te veranderen door te zeggen dat hertrouwen na echtscheiding geen overspel is? Velen proberen Gods wegen te veranderen in hun eigen wegen en leren daardoor niet om de mens naar Gods wegen te laten wandelen. De mens leren om naar Gods wegen te wandelen (de smalle weg) is niet populair en de kosten kunnen hoog zijn.
86
Maar God zal hén ondersteunen die er naar streven om Gods wil in hun leven en in de gemeente te doen. Wij verbazen ons dat het aantal echtscheidingen in gemeentes hoger is dan daarbuiten. Proberen wij God in te passen in onze manier van denken, onder de paraplu van “goedkope genade”? Wat is “goedkope genade”? “Goedkope genade is het preken van vergeving zonder te wijzen op de noodzaak van berouw en bekering”, zei Dietrich Bonhoeffer. Zoals Paulus het bij wijze van moderne termen uitsprak: “de kanker zal zich door het hele lichaam verspreiden” (1 Korintiërs 5:6-7). De gemeente die knipoogt naar het “doen van zonde” in de naam van “vrede” en “liefde” zal uiteindelijk geen gemeente zijn die een wegwijzer is om de mensen mee naar de hemel te leiden. Vandaag de dag is de meerderheid van de gemeentes/kerken totaal tegenovergesteld aan het onderwijs van de vroege gemeente, waarbij zij Jezus, Johannes de Doper, Paulus, Petrus, Judas, Johannes, Jakobus en de vroege gemeenteleiders brandmerkten als wettisch, farizeeërs of valse profeten omdat zij werkelijk de woorden meenden die in de tijd van de vroege gemeente werden onderwezen en toegepast. Veel mensen worden er negatief op aangesproken wanneer men achter de geboden van Jezus staat, maar hoe kan iemand een valse profeet zijn door de exacte woorden van Jezus en Paulus uit te spreken? Jezus was nooit verontwaardigd wanneer men de waarheid sprak, maar Hij was bezorgd over hun slechte gewoontes en hun gebrek aan voldoende compassie om mensen op weg te helpen uit hun zondig bestaan. Dus nogmaals, wanneer Jezus ons geleerd zou hebben dat het in orde is om een echtscheidingscertificaat te krijgen en om daarna te hertrouwen, dan had Hij dit niet overspel genoemd; OVERSPEL PLEGEN IS ZONDE. Wanneer wij er van uitgaan dat de eerste keer hertrouwen oké is dan is dat het ook de tweede, derde, vierde keer, enz. Het zou de enigste zonde zijn die men in voortduring doet, zonder de noodzaak van bekering. Nogmaals: overspel is een werkwoord in de tegenwoordig, toekomende tijd. “Jezus antwoordde hun en zei: Mijn onderricht is niet van Mij, maar van Hem Die Mij gezonden heeft. Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten of het uit God is, of dat Ik vanuit Mijzelf spreek. Wie vanuit 87
zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar Wie de eer zoekt van Hem Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig en geen ongerechtigheid is in Hem” (Johannes 7:16-18). Ik zou zeer angstig zijn wanneer ik het niet eens zou zijn met deze woorden van Jezus. Ik kan alleen maar herhalen wat Jezus zei. Herhaald u de woorden van Jezus wanneer u de Schrift over het huwelijk verwoord, of spreekt u vanuit uw eigen gezag? Hoe zit het met de vrouw bij de put die vijf echtgenotes gehad had? In de eerste plaats speelt deze gebeurtenis zich af aan het begin van de bediening van Jezus. Jezus had net een aantal leiders van de toekomstige gemeente uitgekozen (2 discipelen). Deze hele passage in Johannes 4 duidt erop dat Jezus een speciaal iemand was die door de Geest alles wist wat de vrouw ooit gedaan had. (Zij zei dat Hij een profeet moest zijn). Wanneer in die tijd een onbekend persoon een vrouw zou aanspreken over echtscheiding, dan zou men hem voor gek verklaren. Wij weten niet of de vrouw zes mannen gehad had die allemaal gestorven waren of dat zij, onder de Mozaïsche wet, waar dit “getolereerd” werd, vijfmaal met een scheidbrief gescheiden was. Waar het om gaat is dat zij met een man leefde waar zij niet mee gehuwd was en dat was zonde. Jezus maakt dit duidelijk aan haar. Het punt hier is dat Jezus aan de vrouw haar zonde openbaar maakte en haar de noodzaak van een Redder liet zien. Hij stemde niet in met haar meervoudige huwelijken, zoals Hij dat ook niet deed met haar huidige ”onwettige” relatie, wat de vorm daarvan ook was. Hij bevestigde haar zondige levenswijze en hoefde niet tegen haar te zeggen dat zij zich moest bekeren. Zij scheen al overtuigd te zijn, omdat zij snel van onderwerp veranderde. Jezus had nog niet veel creditwaardigheid en autoriteit opgebouwd in de ogen van de gemeenschap. Toen het woord zich verspreide dat Hij anders was en pas toen zijn toekomstige gemeenteleiders om Hem heen verzameld waren, sprak Hij over echtscheiding, hertrouwen en overspel in de belangrijkste preek die ooit verkondigd is, de Bergrede in Mattheüs 5:32. Hij verhoogde de standaards naar een veel hoger niveau. Tussen twee haakjes, is het u opgevallen dat Jezus hierna nooit toestemming gaf om te hertrouwen.
88
Hoe zit het met de vrouw die betrapt werd in overspel? De meeste lezers laten het laatste gedeelte van Johannes 8:11 weg. Jezus veroordeelde haar niet maar Hij zei: “Ga heen en zondig niet meer”. Hij zei niet “Ga heen en zondig iets meer”. Wanneer deze vrouw teruggegaan zou zijn naar haar oude levensstijl van overspel, dan zou Hij haar geoordeeld hebben. Jezus paste geen “goedkope genade” toe, zoals zo velen vandaag de dag doen. Hij had voor haar de compassie die zij nodig had door te zeggen “ga heen en zondig niet meer”. Laten wij daarbij niet vergeten dat volgens de Mozaïsche wet, deze vrouw en de man die hierbij betrokken was, gestenigd hadden moeten worden. Christus wist dat de intenties van de Farizeeërs niet goed waren. Wanneer dat wel zo geweest zou zijn, dan hadden zij ook de man gebracht, net zoals zij de vrouw bij Hem brachten. Jezus is de Waarheid en Hij wil dat wij deze Waarheid in de praktijk brengen en aan anderen op een zodanige wijze onderwijzen dat zij van hun zonden bevrijd worden. Hoe zit het dan met David en Bathseba? Er zijn veel dingen die de God in het Oude Testament “tolereerde” die nu niet meer getolereerd worden, net zoals er nu omstandigheden zijn waar genade wordt geschonken, daar waar in het Oude Testament de doodstraf voor gold. David betaalde een hele hoge prijs voor zijn zonde. Er was dan ook een “oog voor een oog” en een “tand voor een tand” mentaliteit. Polygamie werd in de oud testamentische tijd door God getolereerd, maar niet voorgeschreven. Jezus brengt in de nieuw testamentische tijd het huwelijk terug op het niveau zoals Zijn Vader het geboden heeft - één man en één vrouw – door God samengevoegd, tot de dood! Omdat God Degene is die de instelling van het huwelijk gecreëerd heeft en Hij de enige is die een huwelijk tot een één-vlees verbintenis kan maken, daarom heeft alleen Hij de macht om deze verbintenis te verbreken, op Zijn voorwaarden en niet die van ons. Hij koos ervoor om dit te doen door de dood. Overspel was in het Oude Testament strafbaar met de doodstraf. Wij moeten niet vergeten dat David koning was en koningen maken vaak gebruik van de macht die zij hebben om te doen wat zij willen. De gemiddelde persoon in die tijd kon niet zeggen “breng die vrouw bij mij”. Toch betaalde David een zeer hoge prijs voor zijn zonde nadat de echtgenoot van Bathseba door Davids toedoen gedood was. In het Nieuwe Testament verruimde Jezus de 89
mogelijkheid tot en door “bekering”. Het huwelijk van Hosea en Gomer is een voorbeeld van de genade die gekomen is door Christus – de verdraagzaamheid en liefde van de Heere, zelfs wanneer wij zondigen (Johannes 1:17). “Mannen, waarom doet u dit? Ook wij zijn mensen net zoals u, en wij verkondigen u juist dat u zich van deze zinloze dingen moet bekeren tot de levende God, Die de hemel, de aarde, de zee en alles wat erin is, gemaakt heeft. Hij heeft in de tijden die achter ons liggen al de heidenen hun eigen wegen laten gaan” (Handelingen 14:15-16) Handelingen 17:30 legt dit uitstekend uit: “God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren”. De perfecte wil van God kwam door Christus en de Heilige Geest naar de nieuw testamentische gemeente. Jezus heeft de opdrachten van Zijn koninkrijk gevestigd en heeft de overtuiging, de troost en de kracht van de Heilige Geest in onze harten geplant en ons de kracht gegeven om een heilig leven te leven. De volledige openbaring van God is naar de aarde gekomen en wij zijn hiervoor verantwoordelijk. Gods Geest leeft nu in de christen en wij zijn tempels van God. Zoals Stefanus zei in Handelingen: “De Allerhoogste woont niet in tempels die met handen gemaakt zijn”; Dit moet ons nog meer heiliging doen nastreven. Soms zegt iemand, “God en ik hadden een gesprek en Hij sprak tot mij en zei dat het goed is en dat mijn tweede huwelijk oké is.” God zal nooit iets tegen u zeggen wat tegengesteld is aan Zijn Woord. Jezus zei dat het overspel is en Paulus en de mannen die de Bijbel samenstelden waren het hier allemaal mee eens. Mijn vrouw stelt mij elke weer de vraag: Moeten wij dankbaarder zijn en meer bereidheid hebben om heiliging en verantwoordelijkheid na te streven voor het Kruis, of na het Kruis? “Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan” (Mattheüs 5:20). Zorgt seks voor een één-vlees relatie? “Eén lichaam” relaties, zoals omschreven in 1 Korintiërs 6:16 en door God verbonden huwelijken (“één-vlees”) zijn twee verschillende dingen. Jezus 90
noemt hertrouwen “overspel”, niet een door God verbonden huwelijk. Er is een zonde die ontucht genoemd wordt, dat is dat wat in 1 Korintiërs 6:16 bedoeld wordt; het is ongeoorloofde seks. Het is niet de relatie wat God in Genesis 2:24 samenvoegt, nog de relaties waar in de betreffende teksten in het evangelie over het huwelijk gesproken wordt. Wanneer u zichzelf “verbindt” met een hoer dan betekent dit dat u een relatie hebt met iemand die zichzelf verbonden heeft met vele anderen. Tenzij u een voorstander bent van sekshuwelijken, zal dan elke keer wanneer iemand seks heeft met een ander, hij of zij werkelijk met deze persoon moet trouwen en hun vorige echtgenoot of echtgenote moeten verlaten? Overspel zou dan niet bestaan, omdat elke nieuw sekspartner dan hun nieuwe echtgenoot of echtgenote zou zijn en zou er geen zonde begaan worden. De één-vlees relatie waar in 1 Korintiërs 6 over gesproken wordt is geen huwelijk. Hierna volgen er enkele bijbelse voorbeelden van personen die een seksuele relatie hadden met iemand anders dan hun vrouwen, wat er echter niet voor zorgde dat zij “gehuwd werden”:
Abimelech en Sarah in Genesis 20. Abimelech werd niet gestraft omdat de Heere tot hem kwam in een droom. Hij raakte haar niet aan. God weet wiens echtgenote van wie is.
Juda en Tamar – Genesis 38
Simson en Delila – Richteren 16
David en Bathseba – 2 Samuel 11 – Er zou geen sprake moeten zijn van overspel wanneer “seks een huwelijk maakt”. David zou dan geen berouw gehad hoeven te hebben.
Wanneer “seks een huwelijk maakt”, dan zou Jezus het na de echtscheiding en na de huwelijksceremonie geen overspel genoemd hebben, omdat wij er vrij zeker van kunnen zijn dat zij na de ceremonie een seksuele relatie zullen hebben.
Bevestigen veel gemeentes, door het vieren van hertrouwen na een echtscheiding terwijl de verbondspartner nog leeft, niet als een geaccepteerd gegeven? De Bijbel doet dit niet! Sommigen zeggen: “maar deze “hertrouwde mensen” brengen zoveel “goede vrucht voort”. (Vergelijk Mattheüs 7:17). Onthoudt echter dat “goede 91
vruchten”, waar de Bijbel over spreekt, niet hetzelfde is als “goede resultaten” Mattheüs 7:21-23). In feite waarschuwt Jezus kort ervoor, voor valse profeten (Mattheüs 7:15) en deze worden beschouwd als gelovigen. Ditzelfde onderwerp wordt ook aangehaald in de volgende teksten: Mattheüs 24:1113, 24; 2 Korintiërs 11:13-15 en 2 Petrus 2:1-3.
92
93
Hoofdstuk 9 De verklaringen van Paulus over het huwelijk in 1 Korintiërs 7 Het “moderne” denken heeft ertoe geleid dat er veel verwarring is over dit hoofdstuk in de brief aan de Korintiërs. Vroeger echter, toen algemeen aangenomen werd dat het huwelijk tot de dood is, was er nooit verwarring. Het huwelijk is tot de dood van een van de partners, anders zou men kunnen veronderstellen dat Paulus in dit hoofdstuk een gespleten persoonlijkheid had. Onderverdeel alstublieft deze tekstgedeeltes zoals Paulus opdracht hiertoe gaf aan Timotheüs. Hieronder vindt u een schema dat behulpzaam kan zijn bij het beantwoorden vragen, over wat Paulus weergeeft over het huwelijk.
Verzen 8-9
Categorie
Mannen
Vrouwen
partner overlijd
“ongehuwd”
ongehuwden
(weduwnaars)
(weduwen)
10-11
gehuwd, overweegt te scheiden
vrouw
man
12-16
gehuwd met nietchristelijke partner
iedere broeder die een ongelovige vrouw heeft
en als een vrouw een ongelovige man heeft
25-29
maagden of ondertrouwde maagden die nog niet gehuwd zijn. Weduwen.
als u (mannen) trouwt, zondigt u niet.
als een meisje, dat nog maagd is trouwt, zondigt zij niet.
“Wat nu de dingen betreft waarover u mij geschreven hebt: het is goed voor een mens om geen vrouw aan te raken. Maar laat vanwege allerlei vormen van hoererij iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. Onttrek u niet aan elkaar, 94
behalve dan met onderling goedvinden voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan vasten en bidden. Kom daarna weer bij elkaar, opdat de satan u niet zal verzoeken omdat u zich niet kunt onthouden. Dit zeg ik echter als tegemoetkoming, niet als bevel. Want ik zou wel willen dat alle mensen waren zoals ikzelf, maar ieder heeft zijn eigen genadegave van God, de één op deze wijze, de ander op die wijze.” (1 Korintiërs 7:1-7). Paulus spreekt tegen weduwen en weduwnaars “Maar ik zeg tegen de ongehuwden en de weduwen: Het is goed voor hen, als zij blijven zoals ik. Maar als zij zich niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen, want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.” (1 Korintiërs 7:8-9).
Deze uitleg heeft betrekking op personen van wie de partner is overleden. Er bestond geen Grieks woord voor een mannelijke of vrouwelijke weduwe en daarom gebruikt Paulus het woord “ongehuwden” (alleengaanden), net zoals hij dat was. Hoewel de Bijbel hier niet over spreekt, is het zeer aannemelijk dat Paulus gehuwd moet zijn geweest om dienst te kunnen doen in het Joodse Sanhedrin, waarvan vele onderzoekers denken dat hij lid geweest is. Wij denken dat hij een mannelijke weduwe was. De vroege “kenners” omschrijven Paulus als een apostel wiens vrouw al voor zijn bediening gestorven was.
Paulus spreekt over getrouwde paren “Maar de gehuwden beveel ik-niet ik, maar de Heere-dat een vrouw niet zal scheiden van haar man, -en als zij toch gaat scheiden, moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen-en dat een man zijn vrouw niet zal verlaten. Maar tegen de anderen zeg ík, niet de Heere: Als een broeder een ongelovige vrouw heeft en zij ermee instemt bij hem te wonen, moet hij haar niet verlaten. En als een vrouw een ongelovige man heeft en deze stemt ermee in bij haar te wonen, moet zij hem niet verlaten. Want de ongelovige man is geheiligd door zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd door haar man. Anders waren immers uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. Maar als de ongelovige scheiden wil, laat hij scheiden. De broeder of de zuster is in zulke gevallen niet gebonden. God heeft ons echter tot vrede geroepen. Want hoe weet u, vrouw, of u uw man zult behouden? Of hoe weet u, man, of u uw vrouw zult behouden? Maar zoals God aan ieder heeft toebedeeld, zoals de Heere ieder geroepen heeft, zó moet hij wandelen. En zo schrijf ik het in alle 95
gemeenten voor. Is iemand als besnedene geroepen, dan moet hij die besnijdenis niet ongedaan laten maken. Is iemand geroepen die onbesneden is, dan moet hij zich niet laten besnijden. Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar het in acht nemen van de geboden van God. Laat ieder blijven in de roeping waarin hij geroepen is. Bent u als slaaf geroepen, dan moet u zich daarover niet bekommeren. Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik. Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus. U bent duur gekocht; word dus geen slaven van mensen. Laat ieder voor het aangezicht van God blijven, broeders, in de staat waarin hij geroepen is.” (1 Korintiërs 7:10-24).
Het gedeelte van vers 12-22 gaat samen met de denkwijze van Paulus. Veel nieuw bekeerden waren vrouwen en velen van hen dachten erover om hun mannen te verlaten omdat zij niet gelijk gestemd waren. Paulus vertelde hen echter om in de toestand te blijven waarin zij waren. Hij beschrijft deze gedachtegang in de uitleg over de besnijdenis. Sommigen heidenen dachten dat zij besneden moesten worden en sommige joden dachten dat het merkteken van dit joodse ritueel ongedaan gemaakt moest worden. Paulus zei echter nee, blijf zoals je bent. Dan gaan zijn gedachten uit naar de slaven die bekeerd zijn. Deze gemeenschap kende een kasten systeem; wanneer uw vader een slaaf was, dan was u dat ook. Sommige van de slaven stelden de vraag of zij in opstand moesten komen omdat zij nu vrij waren in Christus? Paulus antwoord hierop is ook nee, blijf in die positie en blijf onderdanig. Wat er de laatste jaren gebeurd is iets wat bij de vroege christenen en in hun omgeving niet voorkwam en dat is dat men deze verzen gebruikt om zonde te rechtvaardigen. De doop maakt zonde niet heilig. Wanneer u in staat van zonde bent dan moet u zich bekeren. Het ongelijke span, toen het christendom naar de Korintiërs kwam, was niet ideaal, maar Paulus gebood hen om in die toestand te blijven zodat zij hun man konden overtuigen en ook hij gered kon worden. Wanneer een echtscheiding toch plaats vond, onthoud dan dat hij een paar verzen daarvoor zei dat men ongehuwd moest blijven of zich verzoenen, omdat hij altijd hoopte op een overtuiging door hun geweten en dat daardoor de relatie zich kan herstellen. Of de nieuw bekeerde een jood was die onder de wet stond, of een heiden die niet besneden 96
was, geen van de twee was zonde. Omdat men een slaaf was die bekeerd was tot Christus, betekende niet dat hij of zij mocht vluchten. Dus wanneer u in een staat van zonde bent, dan betekent dit niet dat, wanneer u zich bekeerd hebt, u in die zonde kunt blijven of dat u niet de consequenties hoeft te dragen van de zonden uit de tijd voor uw bekering. De doop maakt u niet rein van zonden. De doop alleen wast uw zonden niet weg, ook wordt niemand door geloof alleen gered. (Handelingen 2:38; 22:16; Jakobus 2:18; 2:24)
Wanneer iemand regelmatig een hoer bezoekt en zich tot Christus bekeerd kan hij of zij dan doorgaan met dit gedrag? Kan een praktiserende homoseksueel die zich tot Christus bekeerd doorgaan met het praktiseren van zijn seksuele gedrag? In onze cultuur is het mogelijk dat personen van hetzelfde geslacht met een huwelijksakte voor de burgerlijke wet getrouwd zijn, kunnen zij dan in die staat blijven ondanks dat zij, volgens Gods Woord, continu in zonde leven? Gaan de gemeentes nu ook deze afschuwelijke toestand op dezelfde wijze negeren zoals de predikers in de eerste helft van de 20 e eeuw verkondigden dat zij tegen hertrouwen waren wanneer de verbondspartner nog leeft, maar de gemeentelijke tucht hieromtrent in de wind sloegen? Zegt de gemeente nu, op basis van de “nieuwe leer”, dat men in die toestand moet blijven? Hoe zit het dan met het alleen belijden van zonde? Hoe zit het dan met de man die moorden pleegt? Hij bekeert zich door geloof tot Christus, heeft berouw en wordt op zondag in de gevangenis ondergedompeld en verlaat op maandag de gevangenis omdat hij een “nieuwe schepping” is, ondanks dat hij nog 20 jaar in de gevangenis moet doorbrengen? Hij kan zeer zeker vergeving ontvangen, maar er zijn consequenties verbonden aan zijn daden. Hoe zit het met de man die een auto gestolen heeft? Kan die man, nadat hij christen geworden is, deze auto houden omdat hij een “nieuwe schepping” is? Of de “belijdende christen” die wanneer hij een auto steelt, kan hij deze houden nadat hij spijt betuigd heeft? Gebaseerd op de duidelijke woorden van Jezus en van Paulus is, in het nieuw testamentische onderwijs, hertrouwen terwijl de verbondspartner nog leeft geen huwelijk maar overspel. Kunt u, wanneer u christen geworden bent, keer op keer overspel plegen en er elke keer zeggen dat het u spijt? Zijn de vrucht die wij voortbrengen in overeenstemming met onze bekering, net 97
zoals Johannes de Doper de Farizeeërs instrueerde die gedoopt wilden worden (Lukas 3:7-8), of zijn ook wij niet bereid om ons gedrag te veranderen?
Wanneer een man hertrouwd en christen wordt, dan kan hij deze “auto” niet houden omdat het bewijsstuk van de morele waarde (overspel) duidelijk weer geeft dat het om gestolen goed gaat dat aan een nog levende partner toebehoort.
Er zijn mensen die zeggen dat echtscheiding en hertrouwen de enige onvergeeflijke zonde schijnt te zijn. In feite is het een zonde die in veel gemeentes, of zij zich dat nu beseffen of niet, onderwezen wordt om te praktiseren zonder bekering, nadat men christen geworden is. Sommigen zeggen dat “vergeving vragen” hetgeen is wat men moet doen, zonder ernaar te streven om een einde aan de zonde te maken. Zei Judas niet dat hij spijt had (Mattheüs 27:3)? Petrus had ook berouw om dat hij Jezus driemaal verloochende, maar Petrus bekeerde zich van zijn daden en God vergaf hem vrijmoedig, Judas Iskariot deed dat niet, hij had geen berouw, maar hij had spijt en ging ermee naar de oudsten en de overpriesters, en niet naar Jezus zelf. Wij weten allemaal wat het gevolg hiervan was. Een “nieuwe schepping zijn in Christus” betekent dat ik de zonde haat en de nieuwe “ik” alles wil opruimen wat niet van God is en dat de “nieuwe ik” zich wil omkeren van alle zonde die in het verleden gedaan is en nog doe.
Sommigen zeggen dat God hun huwelijk niet erkent dat gesloten is voordat zij christen werden.
Betekent dit dat een echtpaar hun huwelijkse trouwbeloftes opnieuw moeten afleggen nadat zij christen geworden zijn, zodat zij niet in overspel leven? Betekent dit dat God de universele wet van het huwelijk niet heeft ingesteld? Betekent dit dat God geen rekening houdt met de zonden die wij gedaan hebben en de zondige leefsituaties waarin wij geleefd hebben, voordat wij Hem hebben aangenomen als onze Heer en Heiland. Waarom wordt het zonde genoemd? Omdat wij ongehoorzaam zijn geweest aan Zijn Woord. Wij moeten allemaal rekenschap afleggen op basis van Gods Woord. Wanneer God alleen huwelijken van gelovigen erkent, plegen dan alleen gelovigen overspel? 98
Erkennen al hun familieleden, vrienden en kinderen hun huwelijk, maar God niet? Waarom zenden wij zendelingen uit wanneer God de zonden van ongelovigen niet als zodanig erkent? God erkent het huwelijk van ongelovigen. Voorbeelden: Genesis 4:16-17; Genesis 20:1-18; 39:7; 41:45; 1 Koningen 16:31; Daniel 6:24; Mattheüs 14:1-4; 24;36-38; 27:19; Lukas 17:26-27. Paulus sprak tegen maagden en mannen die niet gebonden waren en maagden die door ondertrouw gebonden waren, niet tegen hen die gescheiden waren. “Wat betreft hen die nog maagd zijn, heb ik geen bevel van de Heere. Ik geef echter mijn mening als iemand die barmhartigheid van de Heere heeft gekregen om trouw te zijn. Ik denk dat dit goed is met het oog op de aanstaande nood, namelijk dat het voor een mens goed is om zo te zijn. Bent u aan een vrouw verbonden, zoek geen losmaking. Bent u vrij van een vrouw, zoek dan geen vrouw. Maar ook als u trouwt, zondigt u niet. Ook als een meisje dat nog maagd is, trouwt, zondigt zij niet. Zulke mensen echter zullen wel verdrukking hebben in het vlees en dat wil ik u besparen. (1 Korintiërs 7:2528).
Deze verzen zijn de laatste jaren voor velen zeer verwarrend geworden. Velen die hertrouwd en/of gescheiden zijn gebruiken deze teksten om hun positie te rechtvaardigen. Alle toehoorders die Paulus in de verzen 25-38 aanspreekt zijn, of joodse maagden (zij die toegezegd zijn om te trouwen of in ondertrouw te gaan) zoals Jozef en Maria, die toegezegd hadden om te trouwen en waarvan geacht werd dat zij man en vrouw waren, of maagden met een andere culturele achtergrond. Paulus bracht dit naar voren omdat er veel leiders waren die weigerden om hen te trouwen omdat zij door het huwelijk te veel afgeleid zouden worden. Zij dachten dat het zondig was omdat toewijding aan Christus hierdoor op de tweede plaats zou komen.
Ook dachten sommige maagden dat het hun niet toegestaan was om te trouwen. Er waren ook maagden die wettelijk al door ondertrouw gebonden waren net als Maria en Jozef voor de geboorte van Jezus. En sommigen dachten dat zij vrij moesten 99
worden van de band met de man of vrouw waar mee zij al ondertrouwd waren.
Een andere reden dat deze teksten niet ter rechtvaardiging gebruikt kunnen worden is dat Paulus, Jezus nooit zou tegenspreken. Wanneer Paulus gezegd zou hebben dat scheiden en hertrouwen geen zonde zou zijn, dan zou hij het, of niet met Jezus eens zijn, of overspel niet als zonde beschouwen. Nog een reden waarom Paulus zich in deze verzen echt zou tegenspreken is om de verzen 10-11.
Hij zegt hier om ongehuwd te blijven of te verzoenen en daarna, in vers 39 zegt hij dat de vrouw vrij is wanneer haar man sterft, niet wanneer er een scheiding heeft plaats gevonden.
“Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd beperkt is. Laten zij die vrouwen hebben voortaan zijn alsof ze die niet hebben, en zij die huilen, alsof zij niet huilen, en zij die blij zijn, alsof zij niet blij zijn, en zij die kopen, alsof zij niet bezitten, en zij die van deze wereld gebruikmaken, alsof zij die niet gebruiken. Immers, de gedaante van deze wereld gaat voorbij. En ik wil dat u zonder zorgen bent. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere, hoe hij de Heere zal behagen. Wie echter gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe hij zijn vrouw zal behagen. Er is onderscheid tussen de gehuwde vrouw en het meisje dat nog maagd is. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere om zowel naar lichaam als naar geest heilig te zijn. Zij echter die gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe zij haar man zal behagen. En dit zeg ik tot uw eigen voordeel, niet om een strik over u heen te werpen, maar om u te leiden tot eerbaar gedrag en blijvende toewijding aan de Heere, zonder afgeleid te worden. Maar als iemand denkt dat hij ongepast handelt ten opzichte van zijn aanstaande vrouw die nog maagd is, als de jaren van haar jeugd voorbij zijn en het op deze wijze behoort te gebeuren, laat hij doen wat hij wil, hij zondigt niet: laten zij trouwen. Maar wie in zijn hart vastbesloten is en er niet toe genoodzaakt wordt, maar macht heeft over zijn eigen wil en in zijn hart besloten heeft dat hij zijn eigen aanstaande vrouw die nog maagd is, zo zal houden, die handelt ook goed. Dus: ook wie ten huwelijk geeft, handelt goed, maar wie niet ten huwelijk geeft, handelt beter. Een vrouw is door de wet gebonden, zolang haar man leeft. Als haar man echter ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Heere. Maar zij is gelukkiger, 100
als zij zo blijft, naar mijn mening. En ik denk ook dat ik de Geest van God heb” (1 Korintiërs 7:29-40).
In vers 15 en vers 39 staat twee keer het woord “gebonden”, maar hebben in het Grieks op deze twee plaatsen twee verschillende betekenissen.
Het Griekse werkwoord voor gebonden in vers 15 (“Maar als de ongelovige scheiden wil, laat hij scheiden. De broeder of de zuster is in zulke gevallen niet gebonden”.) is “doulo-oo” en betekend “slaaf zijn van” en in het betreffende vers, ontslaaft zijn, vrij van elke huwelijkse plicht. Dit betekent echter niet dat het paar geen één-vlees meer is in Gods ogen. Wanneer het echtpaar scheidt dan hoort u als christen de vrede te handhaven tijdens het scheidingsproces. Het echtpaar zal niet hertrouwen, maar er naar streven om herenigt te worden, omdat Paulus hiervoor ook zegt dat de mogelijkheid bestaat om hem of haar terug te winnen. Er staat nergens in de Bijbel dat een, door echtscheiding vrije persoon, mag hertrouwen. Paulus gaat ervan uit dat een vreedzame omgang met elkaar in deze situatie verzoening kan bewerken.
Het Griekse woord voor “gebonden” in 1 Korintiërs 7 vers 27, 28, 39 en Romeinen 7:3 is “deo” en betekent: “vastmaken, binden, aan iemand gebonden zijn, een echtgenoot of echtgenote”.
101
Hoofdstuk 10 Waarom vindt God het huwelijk zo belangrijk? De symboliek van het huwelijk, wat vertegenwoordigd wordt door Christus en de gemeente, is een prachtige illustratie. Het helpt ons om een breder beeld te krijgen van Gods ontwerp van het huwelijk en wat Jezus - ter verduidelijking - bedoelde in Mattheus 19:9. In het Oude Testament was er het geestelijke huwelijksverbond van God de Vader met het Huis van Israël (Juda en Israël), wat zelfs door scheiding en echtscheiding niet nietig verklaard wordt. Er zijn veel Israëlieten die christen geworden zijn (waren er niet duizenden joden die terugkeerden bij hun Meester, door na de opstanding gehoorzaam te zijn aan Jezus Christus) en God vergaf hen. Zowel Zacharias en Elizabet als Maria en Josef (alle joden) begrepen de geboorte van hun wonderbare baby’s (Lukas 1 en 2). Zelfs Simeon en Anna (joden) wisten dat Gods belofte vervuld was. In het Nieuwe Testament wordt de verloving/ondertrouw volgens de joodse traditie reeds als huwelijk tussen Jezus (God in het vlees) en de gemeente omschreven. Het huwelijk tussen Christus en de gemeente zal nooit eindigen. Het zal nooit bloot staan aan echtscheiding of welke scheiding van Christus dan ook. Dit ondanks het feit dat het huwelijk (geestelijk) nog niet geconsumeerd is. De gemeente bevindt zich nog in de ondertrouwperiode met Christus. Er zijn een aantal interessante Bijbelpassages die dit omschrijven. In 2 Korintiërs 11:2 staat dat wij de verloofde van Christus zijn, dus het huwelijk moet nog plaats vinden: “Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man om u als een reine maagd aan Christus voor te stellen”. In Efeziërs 5:22-33 is het menselijke huwelijk als illustratie gegeven van Christus en de gemeente. Velen hebben deze passage altijd gezien als zou Christus al met de gemeente getrouwd zijn. Echter in vers 27 kunnen wij vaststellen dat het huwelijk nog moet plaatsvinden, doordat het in de toekomende tijd is geplaatst: “en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet”. Het feit dat de gemeente nu nog niet volledig gehuwd is heeft enkele zeer belangrijke implicaties. Het geeft inzichten weer die velen nog nooit gezien hebben. De consumering van het huwelijk, in geestelijke zin, van Christus en de gemeente vindt plaats wanneer de hele gemeente in de hemel samenkomt, 102
aan het einde van de wereld. God geeft ons hiervan een glimp in Openbaring 19:7-9: “Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt. En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God”. (HSV) Er zijn enkele interessante punten met betrekking tot het huwelijk van Christus en de gemeente. Eerst moet er de dood van satan zijn, dan de zonde en ook de dood van ons ík, zodat wij kunnen trouwen met Christus – echtscheiding is niet voldoende. Dood is het enige wat een huwelijk kan eindigen en de persoon vrij kan maken om met een ander te trouwen. Dit is een waarheid in een menselijk huwelijk net als in geestelijke zin met Christus. In Romeinen 7, waar Paulus verklaart dat de dood een mens bevrijd van het eerste huwelijk, zodat zij vrij zijn om met een ander te trouwen, zegt hij in vers 4 ook: “Zo, mijn broeders, bent u ook door het lichaam van Christus gedood met betrekking tot de wet, opdat u aan een Ander zou toebehoren, namelijk aan Hem Die uit de doden opgewekt is, opdat wij vrucht zouden dragen voor God” (HSV). Deze dood vindt geestelijk plaats zodat wij in ondertrouw kunnen gaan met Christus. Het huwelijk (ondertrouw) van Christus met de gemeente zal nooit, nooit eindigen. Er kan en zal nooit een echtscheiding zijn tussen Christus en de gemeente. Dit is haar eeuwige doel. Het menselijk huwelijk is een afspiegeling van Christus en de gemeente Een “voorbeeld” (τυπος ‘tupos in het Grieks) of archetype, wordt vaak omschreven als afspiegeling, schaduw of voorafschaduwing, gelijkenis, allegorie. Een allegorie is zoiets als een metafoor, een vorm van beeldspraak dus. Bij een metafoor echter wordt slechts één woord door een beeld vervangen en bij een allegorie zijn het meerdere zinnen of een hele tekst of figuur als een beeld, het afbeeldsel, naar een beeld of voorbeeld gemaakt, en vandaar: bij wijze van voorbeeld, ten voorbeeld, in de betekenis van zaken, van personen, die iets hebben waardoor anderen een zekere gelijkheid met hen vertonen. (Horst) 103
Efeziërs 5:22-33 is een dergelijke voorafschaduwing of afspiegeling, waarbij het huwelijk en de liefde tussen man en vrouw wordt afgebeeld als de liefde van Christus voor de gemeente. Voorbeelden van andere afspiegelingen of allegorieën Doop – Waarom is het zo belangrijk om onder water begraven te worden zoals Paulus dat omschrijft in Romeinen 6? Het is een afspiegeling van de dood, van de begrafenis en opstanding van Christus. Jezus gaf ons hiertoe de opdracht. Avondmaal – dit is een afspiegeling van het lichaam en het bloed van Jezus. Jezus gaf hier opdracht toe. Izaäk droeg, na zijn miraculeuze geboorte, zijn eigen hout en was, volgens Genesis 22, aan zijn vader Abraham gehoorzaam. De ram in de doornenstruik (een beeld van Christus die geofferd werd met de doornenkroon op Zijn hoofd) werd aangewezen door een engel om in plaats van Izaäk geofferd te worden. Dit gebeurde op de berg Moria. Het potentiële offer, namelijk Abrahams zoon, was een beeltenis van de miraculeuze geboorte van Jezus, het dragen van het kruis en Zijn gehoorzaamheid aan de Vader tot de dood aan het kruis. Het is heel aannemelijk dat dit grote offer plaats gevonden heeft op de berg Moria (Golgotha). De rots waar Mozes op sloeg en waar, in Exodus 17, water uit kwam is een allegorie van Jezus die met een speer doorstoken werd op Golgotha en er water uit Zijn zijde kwam (zie 1 Kor. 10:4). Herinnert u zich hoe Mozes de 2e keer bij de rots ongehoorzaam was in Numeri 20? Hij kreeg opdracht om tegen de rost te spreken, maar in plaats daarvan sloeg hij 2 maal op de rots met als straf dat hij het volk Kanaän niet mocht binnen leiden. Jozua was degene die het volk het beloofde land Kanaän binnen mocht brengen. Van wie was Jozua een afspiegeling? Jozua is in het Hebreeuws Joshua wat betekent: "Jehova brengt redding". Alleen door Jezus hebben wij de mogelijkheid om het echte, aan ons beloofde land binnen te gaan. Offerdieren in het Oude Testament – Dit was een voorafschaduwing van Christus die als lam geofferd werd om onze zonden weg te nemen. Dit was een oud testamentische verordening. De tempel was een fysiek gebouw dat gebouwd is door Salomo en het was de plaats waar God woonde. De “gewone” man mocht het Heilige der Heiligen niet binnen gaan. Alleen een priester mocht één keer per jaar in deze 104
speciale plek naar binnen. Jezus lichaam was die tempel (Johannes 2:19-22) en christenen behoren ook deze tempel te zijn (Handelingen 7:48; 1 Korintiërs 6:19-20). Christenen moeten priesters zijn (Hebreeën 4:14-16; Petrus 2:5) en hebben direct toegang tot het Heilige der Heiligen. Waarom? Omdat het gordijn gescheurd is (Mattheüs 27:51; Hebreeën 10:20). Het gordijn was een voorbeeld of schaduw van het vlees van Jezus wat tot zonde werd voor de mensheid en voor ons de weg opende naar het Heilige der Heiligen. Als afspiegeling kan het huwelijk niet verbroken worden, wat een voorbeeld of schaduw is. Daarom is het dat, wanneer Christus echtscheiding en daarna hertrouwen toegestaan zou hebben volgens de z.g. “”uitzonderingsclausule” in Mattheüs 19:9, dan zou Hij daardoor de afspiegeling vernietigd hebben. Het menselijk huwelijk zou dan geen voorbeeld meer geweest zijn van het huwelijk tussen Christus en de gemeente. Wanneer Jezus verklaard zou hebben dat echtscheiding een mens vrij maakt van een menselijk huwelijk en daarna hertrouwen toestaat, dan is dat niet het beeld van het eeuwige doel van de gemeente, waarbij er geen scheiding van Christus is en nooit zal zijn. Elke andere verklaring en uitleg van de “uitzonderingsclausule”, behalve dat het refereert naar ontucht met iemand anders tijdens de ondertrouw periode, staat niet in lijn met het huwelijk van Christus en de gemeente. Elke andere interpretatie verandert het huwelijk als het ware beeld van Christus en de gemeente. Jezus wilde dat de gemeente stralend voor Hem zou staan; volmaakt, zonder vlek of rimpel. Zij moest heilig en zuiver zijn. (Efeziërs 5:27). Lijkt dit niet op erg veel een verlovingstijd of ondertrouw periode? Een huwelijk wat alleen door de dood kan eindigen is de illustratie van de absolute eeuwige zekerheid die aan de gemeente gegeven kan worden. In de hemel zal er geen dood meer zijn, daarom kan er nooit een echtscheiding, nietigverklaring of einde zijn van Christus en de gemeente. Wanneer God echtscheiding en daarna hertrouw met iemand anders zou toestaan, dan zou het huwelijk niet langer de afspiegeling zijn van de eeuwige zekerheid van de gemeente met Christus. Het huwelijk van God met Israël (inclusief Juda en Israël) onder het Oude Verbond, nam het leven van Jezus. Het huwelijk van Christus (God in het vlees: Jesaja 9:6; Mattheüs 1:23; Johannes 1:1; 1:14; 8:58; 10:30; 20:28-29; 1 105
Timotheüs 3:16; 4:10; Titus 2:1; 2 Petrus 1:1; 1 Johannes 5:7; Openbaring 22:13) en de gemeente onder het Nieuwe Verbond laat het permante zien van het huwelijk tot de dood. Echtscheiding beëindigt het huwelijk niet. Alleen de dood kan het huwelijksverbond beëindigen en iemand vrijzetten om met een ander te trouwen. (Horst, Whitaker).
106
107
Hoofdstuk 11 Waar is de compassie? “De HEERE, de God van hun vaderen, zond hun vroeg en laat waarschuwende woorden door de hand van Zijn boden, want Hij wilde Zijn volk en Zijn woning sparen. Maar zij spotten met de boden van God, verachtten Zijn woorden en maakten Zijn profeten belachelijk, tot de grimmigheid van de HEERE tegen Zijn volk zo hoog opsteeg dat er geen genezing meer mogelijk was. (2 Kronieken 36:15-16 HSV) Compassie is de waarheid spreken en mensen helpen om een overgang te maken van het duister naar het licht wanneer zij dat toestaan, niet tegenstaande de culturele praktijken waarmee wij omgeven worden of mee te maken krijgen, zelfs in onze gemeentes. Compassie betekent niet iemands zonden legaal verklaren. Wanneer een arts wist dat zijn patiënt een ziekte heeft die fatale gevolgen kan hebben en hij de patiënt nooit de waarheid heeft verteld over de ernst van zijn ziekte, beschouwd u hem dan als iemand met compassie? Wanneer hij weet heeft van een behandeling tegen deze fatale ziekte maar deze informatie niet deelt met de patiënt omdat hij niet wil dat de patiënt opgewonden raakt en hij of zij al hun plannen en verlangens moeten aanpassen, beschouwd u deze arts dan als iemand met compassie? Nee. In geestelijke zin is er in het leven van iedereen van ons de ziekte van de zonde die wij elke dag ter dood moeten brengen door de Heilige Geest. Wanneer wij bijbelse waarheden achter houden of waarheden in de wind slaan die mensen kunnen helpen om deze strijd te winnen, of wanneer wij Gods Woord verdraaien omdat wij niet willen dat mensen van streek raken of gekwetst worden, dan is dat geen compassie hebben, maar misbruik. Enkele van de meest compassievolle mensen die ik ken vertellen altijd de waarheid dat uit Gods Woord komt, of het nu populair is of niet. De Mens met de meeste compassie die ooit op aarde rondgelopen heeft is Jezus. Hij waarschuwde, en waarschuwt door Zijn Woord de mensen dat zij zich moesten en moeten bekeren (zij moesten/moeten zich omkeren van hun zondige daden) anders zullen zijn naar de plek van de eeuwige straf gaan. “als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.” (Lukas 13:5) In de gemeentes is er een promotie gaande van het gedachtegoed van het niet bestaan van de hel. Dit gedachtegoed is totaal tegengesteld aan de verkondiging door Jezus. 108
Is Jezus nog steeds vol compassie nadat Hij het volgende verhaal verteld heeft? Jezus zei: “Nu was er een zeker rijk mens, die gekleed ging in purper en zeer fijn linnen en die elke dag vrolijk en overdadig leefde. En er was een zekere bedelaar, van wie de naam Lazarus was, die voor zijn poort neergelegd was, en die onder de zweren zat. En hij verlangde ernaar verzadigd te worden met de kruimeltjes die van de tafel van de rijke man vielen; maar ook de honden kwamen en likten zijn zweren. Het gebeurde nu dat de bedelaar stierf en door de engelen in de schoot van Abraham gedragen werd. En ook de rijke man stierf en werd begraven. En toen hij in de hel zijn ogen opsloeg, waar hij in pijn verkeerde, zag hij Abraham van ver en Lazarus in zijn schoot. En hij riep en zei: Vader Abraham, ontferm u over mij en stuur Lazarus naar mij toe en laat hem de top van zijn vinger in het water dopen en mijn tong verkoelen, want ik lijd vreselijk pijn in deze vlam. Abraham echter zei: Kind, herinner u dat u het goede deel ontvangen hebt in uw leven en Lazarus evenzo het kwade. En nu wordt hij vertroost en u lijdt pijn. En bovendien is er tussen ons en u een grote kloof aangebracht, zodat zij die van hier naar u zouden willen gaan, dat niet kunnen en ook zij niet die vandaar naar ons zouden willen gaan. En hij zei: Ik vraag u dan, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb vijf broers. Laat hij dan tegenover hen getuigenis afleggen, opdat ook zij niet komen in deze plaats van pijniging. Abraham zei tegen hem: Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren. Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.” (Lukas 16:19-31). Ja, Hij waarschuwt ons allemaal dat de tijd om gered te worden is aangebroken. Het Woord (de Waarheid) is als een zwaard (Efeziërs 6) en toch vol van compassie om ons te helpen om te vechten tegen satanische legers. Het waarschuwt ons om onze wegen in overeenstemming te brengen met Gods wegen en wanneer er geen aanwijzingen zijn dat wij dat doen, dan betalen wij de prijs hiervoor in de eeuwigheid. Dat is wat Jezus tegen mij zegt. Het staat in Zijn Woord. “Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, 109
van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.” (Hebreeën 4:12-13). Jeremia, door God geïnspireerd, zegt: “Is niet Mijn woord zó, als het vuur, spreekt de HEERE, of als een hamer die een rots verplettert?” (Jeremia 23:29) Veel mensen hebben het gevoel dat dit bijbelse onderwijs over huwelijk en echtscheiding niet compassievol is. Wij moeten beginnen door aan gescheiden paren, die de waarheid kennen en hertrouwd zijn of het verlangen hebben om te hertrouwen, te vragen waar hun compassie is voor de kinderen en de jonge stellen waar zij een voorbeeld voor zouden moeten zijn. Tegenwoordig is het zo dat de meeste mensen doorgaan met hun leven zonder dat hen de waarheid is verteld. Deze waarheden hadden hen in hun huwelijken en gezinnen kunnen helpen, wanneer veel hertrouwde mensen en de “moderne gemeentes” hadden toegestaan dat verkondigd zou zijn geweest hoe het was in de tijd van de eerste christenen en de tijd van de mannen die onze Bijbel hebben samengesteld. Waar is de compassie voor de partners die geloven dat het huwelijk tot de dood is zoals wij destijds beloofd hebben en wachten op hun partners om bij hen terug te komen? Waar is de compassie voor de kinderen die verlangen dat hun ouders weer bij elkaar komen? Waar is de compassie voor de voorgangers, de predikers, de leraren die een verantwoording moeten afleggen aan de Heere in hun poging om de Waarheid te prediken, te onderwijzen en het hele raadsbesluit van God moeten toepassen? Waar is de genade? God inspireerde Paulus door te zeggen: “Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven, terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus. Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken. Spreek over deze dingen, bemoedig en wijs met alle gezag terecht. Laat niemand u verachten.” (Titus 2:11-15). 110
God inspireerde Paulus ook door te zeggen: “Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn?” (Romeinen 6:1-3) God inspireerde Judas door te zeggen: “Want er zijn sommige mensen binnengeslopen, die tot dit oordeel al lang tevoren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God veranderen in losbandigheid, en die de enige Heerser, God en onze Heere Jezus Christus, verloochenen.” (Judas 4). Gods genade maakt een onrechtvaardige niet rechtvaardig! Voor welke zonde kunnen wij sorry zeggen en niet proberen dit te stoppen en niet verder in praktijk te brengen? Of voor welke zonde kunnen wij zeggen “het spijt mij”, waardoor Gods Woord verandert? Bijvoorbeeld: U zult niet doodslaan. Ik pleeg een moord. Ik kan vergeving ontvangen wanneer ik berouw heb, maar Gods woord is er nog steeds, zwart op wit. Wanneer ik hertrouw na een echtscheiding en zeg ”het spijt mij”, dan wordt hierdoor Gods Woord niet verandert waar staat dat de man die zijn vrouw verlaat en met een andere trouwt overspel pleegt (in staat van overspel is). Het verandert ook niet dat een vrouw aan haar man gebonden is totdat hij overleden is (Lukas 16:18; 1 Korintiërs 7:39; Romeinen7:3). “Want als wij willens en wetens zondigen, nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over, 27 maar slechts een verschrikkelijke verwachting van oordeel en verzengend vuur, dat de tegenstanders zal verslinden. Als iemand de wet van Mozes tenietgedaan heeft, moet hij sterven zonder barmhartigheid, op het woord van twee of drie getuigen. Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft? Wij kennen immers Hem Die gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En verder: De Heere zal Zijn volk oordelen. Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God.” (Hebreeën 10:26-31). De mens probeert al jaren dit te doen. Dit is wat Jeremia ook vandaag de dag tegen ons hierover zegt; tegen ”onderwijzende gelovigen van God: ”Zie, u vertrouwt op bedrieglijke woorden die niet van nut zijn. Stelen, doodslaan, 111
overspel plegen, valse eden afleggen, reukoffers brengen aan de Baäl, andere goden achternagaan, die u niet gekend hebt, en dan voor Mijn aangezicht komen staan in dit huis waarover Mijn Naam is uitgeroepen, en zeggen: Wij zijn gered-om al deze gruweldaden te doen?” (Jeremia 7:8-10) Wanneer genade betekent dat mensen zich comfortabel voelen in hun zonde, dan is dat geen compassie maar misbruik! Hoe zit het met vergeving? Sommigen die in deze situatie het hardst roepen om vergeving zijn degenen die hun echtgenoot(ote) niet konden vergeven. De wereld ziet hoe christelijke huwelijken in rap tempo uit elkaar vallen; laat dit gegeven niet aan de wereld zien dat er een enorm gebrek is aan vergevingsgezindheid in onze huwelijksrelaties? Leert dat onze kinderen daardoor niet dat wij niet hoeven te vergeven? Verklaarden wij tijdens onze huwelijksceremonie niet ”in goede en in slechte tijden”? Ik ontken het feit niet dat er in een huwelijk situaties zijn als geweld, misbruik, alcoholmisbruik, ja zelfs incest, waar hulp geweigerd wordt en kinderen beschadigd worden. In dit soort omstandigheden moet men uit elkaar gaan, hulp, gebed en ondersteuning zoeken, maar niet zo ver gaan als een echtscheiding. Wat is het doel eigenlijk van een echtscheiding? Heeft het niet tot doel dat door middel van de “scheidbrief”, naar wereldse normen, de weg naar een mogelijk hertrouwen open ligt? Wanneer de mens werkelijk berouw heeft, waarom kunnen deze bijbelteksten dan niet gelezen en toegepast worden, mede ten behoeve van de volgende generatie, voordat hun potentiele echtscheiding plaats vindt? Hoe zit het met “hen die in Christus Jezus zijn, niet veroordeeld zullen worden”? “Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest”. (Romeinen 8:1 HSV). Velen gebruiken het eerst deel van deze tekst om hun zonde te rechtvaardigen zonder het tweede gedeelte - die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest – te lezen, laat staan toe te passen.
112
Wij zijn Jezus niet! “Houd in alle omstandigheden het huwelijk in ere en bewaar de huwelijkstrouw ongeschonden. Wie in ontucht leven en wie overspel plegen, zullen door God veroordeeld worden.” (Hebreeën 13:4). Wanneer wij ons baseren op bovenstaand Bijbelvers dan kunnen wij zien dat uiteindelijk God Degene is die de mens schuldig of niet-schuldig oordeelt, maar wij zijn verantwoordelijk om de mens, in alles wat Jezus geboden heeft, te onderwijzen en toe te passen, in liefdevolle overtuiging tegenover hen die deze geboden terzijde schuiven, of hun zonden goed praten en daardoor ook nog eens volgende generaties hiermee besmetten. Het is toch niet aan ons om te oordelen? Ook hierin kan men nogal in de war raken. Ik kan over het huwelijk ook zeggen dat “niet te oordelen” alleen maar een ideaal is. Maar het is geen ideaal. Wij moeten de hele Schrift over het onderwerp “oordelen”, naslaan om tot Bijbels onderwijs over dit onderwerp te kunnen komen. Een plaatselijk rechter kan iemand schuldig of niet-schuldig verklaren. Er zijn velen in de gemeentes die op ieder moment “een oordeel vellen” – en niet met een rechtvaardig oordeel komen zoals Jezus ons dat zegt te doen. Wilt u dat wij, als gemeenteleiders, iemand oordelen wanneer uw man of vrouw een verhouding heeft met iemand anders, of wilt u dat wij dit negeren? Hoe zit het met uw kind die achter uw rug allerlei zondige praktijken uitoefent waar wij kennis van hebben? Wilt u dat wij dit negeren omdat verwacht wordt dat wij niet oordelen? De mensen die anderen beschuldigen of “oordelen” zijn dezelfde die een mening van “onschuldig zijn” hebben over hen die van de zonde een praktijk maken. Zij “oordelen” namelijk ook! Dezelfde mensen die zeggen dat men niet mag oordelen, die oordelen zelf hen die stoutmoedig de bijbelse principes onderwijzen over het huwelijk, echtscheiding en hertrouwen, en noemen hen valse profeten, wettisch en liefdeloos. Men moet toch een oordeel vellen om zoiets te kunnen zeggen, of niets soms. Het enige wat deze onderwijzers/leraren (profeten) gedaan hebben is de woorden herhalen van Jezus en Paulus over het huwelijk. Om nog exacter te zijn: dit alles is Gods oordeel wat verwoord wordt! In Mattheüs 7:1-5 zegt Jezus niet dat wij nooit mogen oordelen. Hij wilde dat men de splinter verwijderd. Hij zegt dat wij niet mogen oordelen voordat wij 113
de balk uit ons eigen oog verwijderd hebben; voordat ons eigen leven op orde is. Mattheüs 18:15-17 – Er moet een bepaalde vorm van oordeel zijn om een gemeentelijke tucht te kunnen bewerken, iets wat een opdracht voor ons is. Johannes 7:24 – Hier zegt Jezus dat wij moeten oordelen met een rechtvaardig oordeel. Hij bedoeld hiermee dat dit gedaan moet worden met een liefdevol hart en oprechte bedoelingen. 1 Korintiërs 5:12-13 - Hier zegt Paulus iets over de misstanden in de gemeente doordat zij een praktiserende zondaar zijn gang lieten gaan. Hij zegt tegen ons dat wij hen die in de gemeente zijn moeten oordelen. Openbaring 2:18-21 – Jezus had tegen de gemeente in Thyatira dat zij “zondige praktijken” tolereerden. Zij moesten zich bekeren anders zouden hun kinderen gedood worden. Er zal toch een of ander oordeel geveld moeten worden om dit aan de gemeente duidelijk te maken. Wist u dat echtscheiding onder christenen een ongehoorzaamheid is aan Gods gebod om een gelovige niet voor de rechtbank te dagen. 1 Korintiërs 6:1 “Als één van jullie ruzie heeft met een andere gelovige, hoe durven jullie dan naar een ongelovige rechter te gaan? Waarom gaan jullie niet naar iemand uit de gemeente?”
114
115
Hoofdstuk 12 Verwarrende tijden in de gemeente. Liefde en elkaar accepteren wordt, misschien onbedoeld, verkeerd gebruikt om de menigte te bereiken en zonde goed te praten. Als liefhebbende ouders moeten wij meermaals “restricties” en “geboden” aan onze kinderen opleggen omdat wij van hen houden. Als bijvoorbeeld mijn kind op het punt staat om een hete kachel aan te raken, dan waarschuw ik haar omdat ik van haar hou. Ik ben dan toch niet wettisch wanneer ik dat doe? Zij zal dan niet denken dat ik vol van genade, liefde of acceptatie ben, maar wanneer ik haar in alles haar gang laat gaan, dan ben ik niet vol van liefde voor haar. God heeft ons meer lief dan ik in staat ben om aan iemand te omschrijven. Jezus echter heeft, voordat Hij opgevaren is naar de hemel, de toekomstige gemeenteleiders geleerd om alles wat hij onderwezen heeft aan de mensen te onderwijzen en te gehoorzamen. Eén van die geboden die Jezus leerde kunnen wij vinden in Mattheüs 5:32, Lukas 16:18 en Markus 10:11-12. Onderwijzen betekent communiceren en op zijn tijd tuchtigen, net als ouders ten opzichte van hun kinderen. Wanneer wij veronderstellen dat genade een licentie tot zondigen inhoud dan hebben wij een verstoord beeld van Gods Woord. Wanneer gehoorzaamheid aan Gods Woord onbelangrijk is, zelfs nadat wij zijn gaan geloven, bekeerd zijn, berouw hebben getoond en gedoopt zijn, waarom predikte Jezus dan in het evangelie van Mattheüs en Openbaring, en Paulus in brieven over gemeentelijke tucht en werd er niet getolereerd dat mannen en vrouw moedwillig zondigden? Wanneer wij leren dat iemand “gered” is en geen heiliging hoeft na te streven, dan hebben wij totaal afstand genomen van het nieuw testamentische onderwijs. Wanneer mensen samenkomen en zich “gemeente” noemen maar deze woorden van God niet onderwijzen, zijn zij dan een “gemeente van Christus”? In de vroege gemeente dachten veel mensen dat zij “gered” waren wanneer zij “Christus aangenomen” hadden en een “deel van de gemeente” waren, maar toenmalige leiders van de gemeentes, zoals Petrus, Paulus, Jakobus, Judas en anderen, ondernamen hiertegen actie omdat deze praktiserende “geredde” mensen, geen heiliging nastreefden. Herinnert u zich Ananias en Saffira (Handelingen 5)? Wie kan hierbij de vraag stellen: “waar was de liefde, acceptatie en genade voor deze mensen”? Zij waren in de gemeente. God is zo vol van genade en geeft zo veel om de mens; Hij weet dat wanneer er geen einde gemaakt wordt aan het “goed 116
praten van zonde” de kanker het hele lichaam zal beïnvloeden. Deze mensen waren niet oprecht en hadden geen berouw. De zonde van oneerlijkheid zal de rest van het lichaam beïnvloeden. De kinderen kunnen het zien en de ongelovige gemeenschap ziet het en vraagt zich af: “Waarom zullen wij ons zorgen maken, zij doen niet anders als wij.” Petrus had het gedrag van deze mensen kunnen negeren wanneer hij zich zorgen gemaakt zou hebben over zijn populariteit of aandacht, maar hij deed dat niet. Het Woord zegt: “en er kwam grote vrees over heel de gemeente en over allen die dit hoorden.” In veel gemeentes wordt dit tegenwoordig niet meer verkondigt. Er zijn er niet veel meer die Gods geboden vrezen en respecteren. De wereld “buiten” ziet praktiserende christenen dezelfde zonden in praktijk brengen als zij. Dit moet bij hen toch de gedachte oproepen: “zolang ik goed doe en een “goed persoon” ben, dan heb ik het niet nodig om mij te bekeren en berouw te hebben en zal God ook bij mij wel een oogje “dichtknijpen” voor mijn “zondige praktijken” Hoewel wij veel fantastische garanties mogen hebben in ons geloof, is het toch mogelijk dat wij van ons geloof afvallen. In tegenstelling met het tegenwoordige onderwijs waarschuwt Gods Woord ons op vele plaatsen tegen het afvallen van ons geloof. Jezus maakt dit erg duidelijk in de gelijkenis van de zaaier in Mattheüs 13. Kijk maar eens naar vers 20-21: “Maar bij wie op de steenachtige grond gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en dat meteen met vreugde ontvangt. Hij heeft echter geen wortel in zichzelf, maar hij is iemand van het ogenblik; en als er verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelt hij meteen.” (HSV)
117
Hoofdstuk 13 Is tucht niet liefdeloos? Vanwege het enorme misverstand, misvatting, verwaarlozing, verkeerde toepassing en misbruik van tucht in de gemeente willen wij diep op dit onderwerp ingaan. Wanneer tucht liefdeloos is, dan is God liefdeloos (Hebreeën 12:6-8). Corrigerende gemeentelijke tucht refereert naar een actie die ondernomen wordt door een lid of een groep om reinheid, zuiverheid en liefde te bewerken en te handhaven in de betreffende gemeenschap. In Mattheüs 18:15-21 geeft Jezus een stappenplan weer met betrekking tot corrigerende tucht. Eerst benaderd een lid de andere broeder of zuster. Wanneer de betreffende broeder of zuster niet op de oproep ingaat dan neemt hij een andere getuige mee. Mocht, tot slot de betreffende broeder of zuster zich niet willen bekeren dan moet hem, haar of hen de toegang tot de gemeente ontzegd worden. Elke hiervoor genoemde stap is gemeentelijke tucht. Het uitsluiten van een lid is een ultieme stap wanneer de betreffende persoon zich niet wil omkeren van zijn daad of gedrag. Het moet gedaan worden tot herstel van de broeder of zuster en om de zuiverheid van het “lichaam” in stand te houden. 1. Waarom falen gemeentes in het uitoefenen van corrigerende tucht? Over de hele wereld falen gemeentes in het uitoefenen van hun verantwoordelijkheden met betrekking tot gemeentelijke discipline, ook wel “gemeentelijke tucht” genoemd. Deze gemeentes negeren de duidelijke instructies die hierover in Gods Woord worden omschreven. Er zijn nogal wat redenen waarom zij deze opdracht negeren. a. Sommigen zijn apathisch – Zij weiden hun schapen niet en zijn daardoor onkundig van de “gewoontezonden” die in het leven van één of meerder leden binnendringen. In feite zijn sommige gemeentes zo laks op het terrein van het weiden van hun schapen dat zij niet eens weten wie wel of geen lid is van de “gemeenschap”. Schapen lopen in en uit als door een draaideur. De herders van deze kuddes moeten ontnuchterd worden in het feit dat zij verantwoording over hun kudde moeten afleggen tegenover God (Handelingen 20:8-31; 1 Petrus 5:1-4).
118
b. Sommigen denken dat het “liefdeloos” is – Zij geloven dat de gemeente algehele “liefde” is en daarom nooit een broeder of zuster mogen “oordelen”. Zij denken dat zij te allen tijde een liefdevolle arm om ieder lid moeten slaan en dat God hen, te zijner tijd, wel op andere gedachten zal brengen. Deze wijze van denken ontkracht de bijbelse definitie van liefde. Goddelijke liefde staat niet toe dat een weerspannige broeder of zuster in zijn of haar zonde blijft. God staat dit niet toe en zo zal ook de gemeente dit niet toe moeten laten (1 Korintiërs 5:12-13; Galaten 6:1; 1 Johannes :6-9). c.
Sommigen geloven dat het “hart” is – Het is een wrede daad om iemand met zijn of haar zonde te confronteren. Zegt de Bijbel niet: “Hij die zonder zonde is werpe de eerste steen…”? Zegt dit ons niet dat wij anderen niet mogen confronteren met hun zonden? Zelfs in de hiervoor genoemde passage is dat niet het geval, want Jezus zelf zegt hier opvolgend tegen de vrouw die betrapt was op overspel, “ga heen en zondig niet meer”. Het is geen gemakkelijke opgave om iemand te confronteren met zijn of haar zonde en de Bijbel roept ons dan ook op dat, wanneer wij iemand benaderen over zijn of haar zonde, wij dat doen in liefde, om te helpen en niet om hem of haar pijn te doen (Mattheüs 7:3-5; Mattheüs 18:15; Galaten 6:1).
d. Sommigen zijn er uit angst niet toe in staat - Wat zullen de andere leden wel niet denken van zo’n actie? Wanneer het iemand niet past dan kan hij de gemeente weleens verlaten of onrust zaaien. Waarom de boot op de rots laten lopen? Deze denkwijze is onjuist en compromitterend ten opzichte van Gods Woord. Het is in feite zo dat gebrek aan tucht meer kwaad dan goed doet aan de gemeente. Christus zelf wijst de gemeente van Thyatira terecht omdat zij niet tuchtigden zoals zij het behoorden te doen (Openbaring 2:20-21). De apostel Paulus spreekt deze handelswijze tegen door de gemeente in Korinthe erop te wijzen dat een kleine zonde uiteindelijk de hele gemeente zal infecteren (1 Korintiërs 5:6-8) e. Sommigen falen in het tuchtigen door ongeloof – Zij denken dat zij het beter weten dan God hoe zij met bepaalde zaak moeten omgaan. Zij denken dat iemand de toegang tot de gemeente ontzeggen en te tuchtigen, wanneer iemand gezondigd heeft, niet de goede oplossing is. Zij weten een betere, “liefdevollere” en “zachtaardigere” manier om het probleem op te lossen. Toch zegt 119
Spreuken 3:5-6 tegen ons dat wij in alles op God moeten vertrouwen. Zijn wegen zijn niet onze wegen en Zijn gedachten zijn niet onze gedachten. Hij is Degene die het beste weet hoe wij met Zijn kinderen kunnen omgaan. Daarom is het onze verantwoordelijkheid om in Hem te geloven en op Hem te vertrouwen, zelfs in omstandigheden die voor ons zo moeilijk lijken te zijn. f.
Sommigen tuchtigen achter gesloten deuren – Sommige gemeentes doen een poging om afgedwaalde leden te tuchtigen, maar delen dit niet in de gemeente. Zij vinden dat de “leiders” deze zaken moeten behandelen en dat de gemeente niet volwassen genoeg is om met dit soort zaken om te gaan. Aangelegenheden als deze zal hen alleen maar overstuur en verward maken. Jammer genoeg mist de gemeente veel zegeningen door aan deze denkwijze vast te blijven houden. Er kwam grote vrees over de gemeente in Jeruzalem en zij leerden een belangrijke les door het tuchtigen van Ananias en Saffira (Handelingen 5:1-11). God wil gemeentelijke tucht niet alleen gebruiken om afgedwaalde gelovigen te redden, maar ook om de gemeente te zuiveren.
2. Tucht gedefinieerd en onderbouwd A. Definitie van gemeentelijke tucht a. (Strong; παιδεια pai’deia) de hele leiding en opvoeding van kinderen (wat betreft de oefening van verstand en moraal, voor welk doel nu eens bevelen en waarschuwingen gebruikt worden, dan berisping en straf). Het omvat ook de oefening van en de zorg voor het lichaam. 2) alles wat ook in volwassenen de ziel opbouwt, vooral door het corrigeren van fouten en beheersen van de hartstochten. 2a) onderwijs dat tot doel heeft de deugd te doen toenemen. 2b) straf, bestraffing. b. Gemeentelijke tucht wordt gedefinieerd als: “Het uitoefenen van gezag en kracht wat de Heere Jezus Christus, in en door Zijn Woord, aan de gemeente heeft gegeven, voor zijn continuering, groei, behoud van zuiverheid, orde en heiliging naar Zijn verordening” (Johannes Owen)
120
c. Met gemeentelijke tucht bedoelen wij het ondernemen van actie door een lid of gemeenschap om de liefde en zuiverheid van de gemeenschap in stand te houden. Gemeentelijke tucht is iets wat constant plaats vindt in de gemeente. Het uitsluiten van een lid is eigenlijk een ultieme stap. B. bijbelse achtergrond en onderbouwing a. oud testamentische voorbeelden: i. Exodus 32:19-35: De Israëlieten werden getuchtigd vanwege hun afgodendienst. ii. Leviticus 10:1-3: Aarons zonen, Nadab en Abihu, werden gedood vanwege het offeren van een “vuur dat God hun niet geboden” had. iii. Numeri 16:1-35: Korach werd bestraft vanwege rebellie tegen Mozes. iv. 1 Korintiërs 10:1-13: Deze dingen zijn hun overkomen als waarschuwing voor ons. b. nieuw testamentische omschrijvingen: i.
Jezus gaf Zelf richtlijnen tot gemeentelijke tucht (Mattheüs 18:1520). Hij vermaande Zelf een gemeente die de gemeentelijke tucht niet toepaste (Openbaring 2:20-21).
ii.
De apostel Paulus gaf in diverse gevallen instructie tot het uitvoeren van gemeentelijke tucht (Romeinen 16:17; 1 Korintiërs 5:4-11; 1 Timotheüs 1:19-20; 5:19-20; Titus 3:10).
3. Het doel van gemeentelijke tucht Bijbelse tucht is een uiting van liefde. Daardoor kan het nooit tegengesteld zijn aan liefde, bijvoorbeeld door ons af te vragen, “moeten wij liefde tonen of moeten wij gemeentelijke tucht toepassen”? een bijbelse tegenhanger van tucht is negeren, wat een uitdrukking van haat is. Dus het meest liefdeloze wat een gemeente kan doen is “NÍÉTS”. Het negeren van een afgedwaalde gelovige zal uiteindelijk ongetwijfeld zijn vertrek met zich meebrengen en misschien zelfs de teloorgang van de gemeente. “Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt. Als u bestraffing verdraagt, behandelt God u als kinderen. Want welk kind is er dat niet door zijn vader bestraft wordt? Maar als u zonder 121
bestraffing bent, waar allen deel aan hebben gekregen, bent u bastaarden en geen kinderen. En verder hadden wij onze aardse vaders als opvoeders, en wij hadden ontzag voor hen. Zullen wij ons dan niet veel meer onderwerpen aan de Vader van de geesten, en leven? Want zij hebben ons wel voor een korte tijd naar het hun goed dacht bestraft, maar Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid. En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid.” (Hebreeën 12:6-11). Bijbelse tucht houdt geen wreedheid in, of het aanzetten tot boosheid en toorn, nog het handelen vanuit persoonlijke irritatie. Het is ook niet bedoeld voor gemeenteleiders om de oppositie of andere inzichten de mond te snoeren. (Efeziërs 6:4; Colossenzen 3:19-21) 4. Het gevolg van gemeentelijke tucht Wanneer in een gemeente tucht gehanteerd wordt zoals het hoort, dan heeft dat het volgende tot gevolg: a. het waakt over de zuiverheid in de gemeente – Onze God is een heilig God die Zijn volk tot Zich geroepen heeft om heilig, smetteloos en zonder smet of rimpel of iets dergelijks te zijn (1 Korintiërs 5:6-7; Efeziërs 5:27; 1 Petrus 1:16). Het verwijderen van het kleinste beetje zuurdesem verzekert ons ervan dat de gemeente zuiver blijft zoals God wil dat zij zuiver is. Wanneer de gemeente geen stappen onderneemt om de zuiverheid te verzekeren, dan zal God zelf stappen ondernemen (1 Korintiërs 11:27-3). b. het tot voorbeeld is voor andere leden – Toen Ananias en Saffira vanwege hun leugen door God gedood werden, “ontstond er grote vrees bij allen die dit hoorden” (Handelingen5:5). Redding door genade is geen vrijbrief om te zondigen (Romeinen 6:1-2). Het is in feite zo dat een zondaar die vergeven is zelfs een grotere verantwoordelijkheid heeft om een heilig leven te leiden, door de kracht van de Heilige Geest (Romeinen 6:9-14). Wanneer één van de leden door God terecht gewezen wordt dan is dat voor anderen een ontnuchterende herinnering aan hun verantwoordelijkheden als kinderen van God (1 Petrus 1:15-16). Een oudste die terecht gewezen wordt dient ook als waarschuwing voor de rest van de gemeente (1 Timotheüs 5:19-20). 122
c. het waakt over het getuigenis en de reputatie van de gemeente De gemeente moet een licht zijn in een donkere wereld. Het moet een voorbeeld en getuige zijn van de Heere Jezus Christus, in een wereld die verloren is. Wanneer wij toestaan dat zonde binnendringt en er blijft, dan worden wij ineffectief en waardeloos in onze inspanningen. In feite hebben bepaalde radioen televisiebedieningen van het evangelie, door hun toedoen dit evangelie tot een bespotting gemaakt. Door dit soort gedragingen is er grote schande over de gemeente gekomen. Daarom moet de gemeente zijn getuigenis beschermen door adequaat en direct te handelen in dit soort omstandigheden. (Mattheüs 5:13-16; 1 Korintiërs 5:1,13; 1 Timotheüs 4:16). d. het de overtredende partij tot bekering en herstel brengt - Het doel van gemeentetucht is om het eigenzinnige lid terug te brengen naar een plaats van vruchtbaarheid voor God. Wanneer de overtredende partij uit de gemeente wordt verwijderd, verliest hij de bescherming en de zorg van het lichaam en het voorrecht van de gemeenschap en het avondmaal. Het is de hoop om hier een gevoel van verlies en pijn bij de persoon te bewerken, zodat hij berouw van zijn wegen zal hebben en kan worden hersteld. Zulk een persoon moet zich bekeren van de zonde(n) die tot zijn verwijdering leidde voordat herstel kan plaatsvinden. De vrucht van een veranderd hart moet duidelijk zichtbaar zijn. Hierna kan een oproep tot terugkeer worden gedaan. De gemeente behoord dan te vergeven en degene die berouw heeft en afziet van zijn zondige weg in hun midden terug op te nemen. (Spreuken 28:13; Mattheüs 7:16-20; Lukas 3:8; Lukas 17:3-4; Handelingen 26:20). 5. Aanleidingen tot gemeentelijke tucht Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over welke zonden voor gemeentelijke tucht in aanmerking komen. Zeker, er zijn terreinen die voor deze vraag open staan, terwijl andere omstandigheden duidelijk volgens de Schriften naar voren komen. Daarom zal de discussie in dit gedeelte worden beperkt tot die passages die in de Bijbel duidelijk en specifiek onderwijs hierover geven. Deze passages geven dié zonden weer die, wanneer zij begaan worden, kenmerkend zijn voor iemand die niet wederom geboren is of voor ongelovigen, terwijl zij “broeders of zusters” 123
genoemd worden. Er zijn indringende waarschuwingen gekoppeld voor hen die met hen omgaan en zij die in deze zonden blijven volharden. a. 1 Korintiërs 5:11-13: “Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten. Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u immers niet alleen hen die binnen zijn? Maar hen die buiten zijn, oordeelt God. En doe de kwaaddoener uit uw midden weg.” b. 1 Korintiërs 6:9-10: “Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.” c. Galaten 5:19-21: “Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.” d. Efeziërs 5:3-11: “Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past, en evenmin oneerbaarheid, dwaze praat en lichtzinnige taal, die onbehoorlijk zijn; maar veelmeer past dankzegging. Want dit moet u weten, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. Wees dan hun metgezellen niet. Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel 124
als kinderen van het licht -want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid- en beproef wat de Heere welbehaaglijk is. En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer.” e. Openbaring 21:8: “Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.” f.
Openbaring 22:15:
“Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet...” 6. Gemeentelijke tucht toepassen A. Stappen in gemeentelijke tucht a. Gods Woord Mattheüs 18:15-17 {De gemeentelijke tucht} “Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. Maar als hij niet naar u luistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn.” (HSV). b. De stappen houden het volgende in: * i.
Een op een herderlijke hulp.
ii.
Neem twee of drie getuigen mee en bevestig de waarschuwingen.
iii. Vertel het aan de gemeente. iv. Verwijdering uit de gemeente en de persoon overleveren aan satan. * Elke stap moet heel zorgvuldig en in gebed genomen worden. Elke gebeurtenis is uniek en er moet op zijn eigen unieke wijze mee omgegaan worden. Het doel is om bekering en herstel te bewerken. Het 125
is de verantwoordelijkheid van de gemeente om de persoon op te roepen om terug te keren naar zijn Verlosser. Neem, na berouw en bekering de betrokken persoon weer op in het midden van de gemeente. B. Reactie van de gemeente? De reactie van de gemeente is afhankelijk van de reactie van de getuchtigde persoon. a. Een persoon die getuchtigd is en de gemeente verlaat – Zo iemand moet worden behandeld als een buitenstaander of een ongelovige (Mattheüs 18:17). Deze persoon verliest alle voordelen van het onderdeel zijn van het lichaam. Zulk een persoon heeft geen echte gemeenschap met God en kan daarom niet van het voorrecht genieten om onderdeel te zijn van de gemeenschap van Gods volk (1 Johannes 1:6-7). Het enige contact dat met deze personen moet worden onderhouden is met het doel om hen tot bekering te bewegen. Wanneer deze persoon echter onrust en verdeeldheid zaait, dan moet er, ter bescherming van de kudde, helemaal geen contact meer met hen zijn (Romeinen 16:17; Titus 3:10-11). De overtredende partij moet zich bekeren en getuigen van zijn bekering, voorafgaand aan een herstel en opname in het lichaam (Lukas 3:8). b. Een persoon die is getuchtigd, maar de gemeente niet wil verlaten. – Dit is een "zogenaamde broeder" (in het vervolg ook zuster en zij bedoelend) — een persoon die zich niet wil bekeren van zijn zonden, maar toch de voorrechten van Gods volk wil behouden. Zo iemand is gevaarlijk omdat hij "zuurdesem" vertegenwoordigt. Deze persoon kan de hele gemeente infecteren indien hij niet gecontroleerd wordt. De Bijbel vertelt ons om het oude zuurdeeg te verwijderen, opdat u een nieuw deeg zult zijn. (1 Korintiërs 5:6-7). De Heere instrueert de gemeente op ernstige wijze tegen iemand die nog steeds in zonde leeft en op hetzelfde moment beweert een "broeder" te zijn. Hij moet de gemeente worden uitgezet. Met zo iemand mogen wij zelfs niet samen eten (1 Korintiërs 5:11-13). Hij moet ter bescherming en de zuiverheid van de gemeente en om haar getuigenis worden verwijderd. In feite draagt Paulus de gemeente op om zo iemand over te dragen aan satan, zodat zijn “vlees” kan worden vernietigd en zijn geest op de dag van de Heere wordt gered (1 Korintiërs 5:5; 1 Timotheüs 1:20). Het is de hoop dat God op een 126
zodanige wijze met de zondaar omgaat, zodat hij teneinde tot bekering komt. c.
Een persoon die onder tucht staat omdat deze onhandelbaar is - In sommige gevallen is het wellicht nodig dat een gemeente een bepaald gedrag van een broeder of een zuster afkeurt vanwege wanordelijk gedrag. Het doel hiervan is dat de overtredende partij misschien schaamte voelt en tot bezinning komt. Het is niet zodanig dat hij uit de gemeente moet worden gezet, zoals de zondigende broeder waarnaar wordt verwezen in 1 Korintiërs 5. De overtreding hier is niet zo ernstig en er hoeft daarom niet worden opgeroepen tot uitzetting uit de gemeente. Als de vermaning ineffectief blijkt te zijn, dan kan echter ultieme gemeentelijke tucht noodzakelijk zijn. (2 Thessalonicenzen 3:6-15).
d. Tucht tegen niet-leden - In sommige gevallen is het juist om tucht toe te passen op niet-leden. Een "zogenaamde broeder" die een samenkomst door zijn gedrag of onderwijs verstoort, kan worden aangemerkt "als niet welkom" ter bescherming van de gemeente. Zulk een persoon hoeft niet als "officieel" lid van de gemeente te worden aangemerkt om de toegang geweigerd te worden. De tucht is er hierop gericht om de kudde te beschermen. Valse leraren en het zaaien van verdeeldheid tussen de mensen moet worden vermeden (Romeinen 16:17-18; Titus 3:10-11). 7. Problemen die kortsluiting veroorzaken in de effecten van tucht a. Een gemeente faalt in het handhaven van tucht - De gemeente "ondergraaft" zichzelf en laat de getuchtigde terugkeren voordat volledig bekering, met een goede getuigenis, heeft plaatsgevonden (Handelingen 26:20). Ze begint zich af te vragen of zij het juiste hebben gedaan en of de disciplinaire maatregelen zijn volle uitwerking hebben gehad op de iemands leven. b. Gemeentes werken niet samen met zustergemeentes – Een lid die door de ene gemeente onder tucht is geplaatst wordt soms zonder problemen ontvangen in een andere gemeente, zonder een voorafgaande bekering van de betreffende persoon. Men verzuimt om te kijken naar de achtergronden van het nieuwe lid en ontdekt niet waarom hij of zij de voorgaande gemeente verliet. Het is raadzaam dat de ouderlingen brieven van aanbeveling vragen of ten 127
minste een telefoongesprek voeren met de voorgaande gemeente vóórdat men overgaat tot het aannemen van een persoon als lid. c.
De relaties binnen het lichaam zijn niet sterk genoeg om effect te kunnen hebben op het overtredende lid – Misschien was die persoon nooit volledig geïntegreerd of begeleid binnen het leven in de gemeente. In dergelijke gevallen zal uitwerking van de tucht niet zo krachtig zijn. De persoon zal geen groot verlies van gemeenschap ervaren, omdat ze vanaf het begin nooit een hechte broederschap met elkaar vormden.
d. Sommige leden zijn niet standvastig genoeg in handhaving van de tucht - Hoewel de gemeente als geheel stevig in zijn schoenen staat, weigeren bepaalde leden volledig achter de tucht te staan. Ze blijven gemeenschap houden met de gewraakte persoon en zorgen er daardoor voor dat de tucht niet zijn volle kracht krijgt. In gevallen als deze moeten de leden die in opstand tegen de tucht komen ook worden vermaand. Als zij niet meewerken, kan tegen hen ook tucht moeten worden toegepast. De leden van de gemeente moeten erin worden onderwezen dat tucht altijd ingegeven moet worden door liefde - voor hun Verlosser en voor het zondigende lid. Liefde en tucht moeten nooit in tegenstelling tot elkaar zijn. De gemeente zal hierin de “aanrakende liefde” van de hemelse Vader moeten leren en ervaren. Gemeentes die niet aan tucht doen lijken meer op christelijke clubs dan levende gemeenschappen. (Barrett) In veel van de hedendaagse gemeentes wordt het tegenovergestelde gedaan van wat de vader van de verloren zoon deed (Lukas 15). De hoogmoedige zoon ging weg en raakte verdwaald omdat hij zijn vader niet gehoorzaamde. Hij dacht dat hij het beter wist dan zijn vader en ging over de grenzen van zijn vader heen. Hij ging roekeloos geld uitgegeven aan de geneugten van de wereld totdat hij platzak was en in het slijk belandde met de varkens. Toen besefte Hij hoe hij het nodig had om zich te bekeren en de dingen te doen die zijn vader voor hem gewenst had om te doen. In Jezus Zijn verhaal kwam de verloren zoon, na de gebrokenheid van zijn ziel, terug naar huis. De vader liep de zoon tegemoet om voor hem, na bekering, een feestmaal klaar te maken! 128
Sommige mensen in hedendaagse gemeentes, zullen in de "naam van mededogen" proberen om de verloren zoon zich in zijn zonde beter te laten voelen, door hem meer geld te geven of zelfs door met hem de varkensstal in te gaan. Ze zouden boos zijn op de vader, die God vertegenwoordigd, en zeggen dat hij “wreed” en "wettisch" was door de jongen niet te helpen. De vader heeft nooit de zonde van de zoon en de zondige levensstijl van zijn zoon gelegaliseerd, wat tot gevolg had kunnen hebben dat zijn zoon voor eeuwig verloren zou gaan wanneer de vader dat wel gedaan zou hebben. Deze gelijkenis van de verloren zoon is om te illustreren dat onze hemelse Vader bij ons, op zonde en berouw, op dezelfde manier reageert.
129
Hoofdstuk 14 Redding door werken Vindt redding plaats door werken? Op geen enkele wijze! Efeziërs 2:8-10: “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.” Iedere keer wanneer u Paulus hoort spreken over werken, verwar dit dan alstublieft niet met christelijke gehoorzaamheid (de geboden van Christus). Paulus had voortdurend te maken met Joodse mensen die dachten dat ze hadden te voldoen aan de werken die de wet van Moses gebood. Paulus verklaarde stoutmoedig dat alleen door het bloed van Jezus en het aanvaarden van Christus door middel van berouw, de belijdenis van Jezus als onze heer en Heiland, de christelijke doop, een voortdurend geloof en het streven naar christelijke gehoorzaamheid, ieder van ons op een dag Jezus zal zien. Het is door Jezus Christus, en niet door de werken van de Joodse wet of de werken van "goede mensen" in de ogen van de wereld, dat wij de mogelijkheid hebben om Gods genade te ontvangen. Het is door geloof (Markus 16:16; Johannes 3:16; Hebreeën 11), belijden van zonde (Mattheüs 10:32; Handelingen 8:37; Romeinen 10:9), bekering en doop (Mattheüs 28:19; Johannes 3; Markus 16:16; Handelingen 2:38; Handelingen 22:16; Romeinen 6:1-3; Galaten 3:27; Colossenzen 2:12; 1 Peter 3:21), en werken uit het geloof (nastreven van heiligheid, streven naar gehoorzaamheid. Lees hierover in Jakobus). Paulus en Jakobus zijn één in deze leer, in tegenstelling tot wat veel mensen leren. Erasmus, die heeft geholpen bij te dragen aan de puinhoop waar wij in zitten, dacht dat het bijbelboek, geschreven door de halfbroer van Jezus, (Jakobus) niet over een apostolische geest beschikte omdat hij niet hield van de krachtige woorden die hierin staan (mede vanwege zijn Roomse achtergrond). Heel veel “belijdende christenen" denken hetzelfde. Wanneer gehoorzaamheid niet uitmaakt, waarom zijn er dan geboden van Jezus en
130
Paulus over de tucht in de gemeente? Petrus beoefende dit in de eerste gemeente. We kunnen onze redding niet verdienen. U kunt niet door gewoon een goed mens te zijn in de hemel eindigen. Het is door Christus dat ieder van ons de mogelijkheid heeft om gered te worden. Maar dit betekent niet dat we nu in ongehoorzaamheid kunnen leven. Het is door Gods genade dat er voor de mensheid een plan van redding beschikbaar is (Redding is onverdiend maar niet onvoorwaardelijk). Kunt u zich voorstellen hoe het zou zijn wanneer er voor ons geen redding beschikbaar zou zijn? Dan zouden we hopeloos gedoemd zijn om naar de hel te gaan, met geen enkele mogelijkheid van de verlossing. Omdat wij niet gered zijn door werken, betekent niet dat wij niet trouw moeten zijn en ernaar moeten streven om in ons dagelijks leven gehoorzaam te zijn aan God. Paulus, die ons vertelt over Gods geboden ten aanzien van het huwelijk, vertelt ons ook over de urgentie van gemeentelijke tucht. Paulus kende het gevaar wat er met de ziel zou gebeuren van hen die beweren christen te zijn, wanneer er geen bekering plaatsgevonden heeft, men zondigt naar het vlees en geen gehoorzaamheid praktiseert? Pauls wist hoe de kanker zich zou verspreiden in de gemeente terwijl velen zouden denken dat er niets aan de hand is. Jakobus vertelt ons ook hoe geloof en werken (christelijke gehoorzaamheid) samengaan. Wij moeten Christus aannemen door geloof, maar werken (gehoorzaamheid) bewijzen dat het echt is. Judaïsme? Een bestudering van Galaten Veel mensen denken dat de verzen in de Bijbel over gerechtvaardigd worden door het geloof, hen een vrijbrief geeft om te zondigen en vervolgens automatisch keer op keer geven vergeven te worden, zonder in het vervolg zelfs maar te proberen om zich te onthouden van de zonde. Dit is niet wat het zegt. Veel mensen in onze gemeentes interpreteren ten onrechte Galaten 5:16-21 als volgt: "Ziet, er is één God die, door geloof, de onrechtvaardige, hoereerder, afgodendienaar, overspelige, afgodendienaar, misbruiker van het zelf, en 131
dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en afpersers, degenen die de werken van het vlees doen, met inbegrip van hoererij, onreinheid, ontucht, afgoderij, hekserij, haat, geschillen, na-ijver, toorn, strijd, muiterijen, ketterijen, afgunst, moorden, dronkenschap, brasserijen, en dergelijke de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars, en alle leugenaars, door genade rechtvaardigt". Het volgende is echter wat de door God geïnspireerde Paulus tegen ons te zeggen heeft en dat is het ware evangelie: “Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet. Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woedeuitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.” (Galaten 5:16-21). Het is duidelijk dat de vleselijke manieren, die worden beschreven in deze passage, met Jezus moeten sterven om met Hem samen te kunnen zijn in de hemel. Hij vertelt ons om in de Geest te wandelen, dan zullen wij in staat zijn om deze zonden te overwinnen. Deze brief aan de Galaten, geschreven door Paulus, was tegen de Judeeërs, een gemeenschap van joodse christenen in de vroege gemeente die zich wilden houden aan de besnijdenis en de naleving van de Mozaïsche wet en dit wilden opleggen op de niet-joodse bekeerden als noodzaak om gered te kunnen worden, of waarvan op zijn minst werd beschouwd dat het nog steeds verplicht was voor joodse christenen. Sommige mensen zullen Galaten gebruiken om te proberen hun standpunt te rechtvaardigen en zeggen dat dit er één is die teruggaat naar de "wet", zonder te kijken naar de hele brief en de gedachtegang van Paulus. Sommige van deze mensen zullen benadrukken dat wij niet onder de wet zijn, maar toch teruggaan naar de wet wanneer het over huwelijksaangelegenheden gaat, zoals de Farizeeën dat deden bij Jezus, "maar waarom gebood Mozes?”
132
Paulus zegt tegen ons om iemand verantwoordelijk te houden om, door middel van gemeentelijke tucht, iemands ziel te beschermen en om als voorbeeld te gelden voor de gemeente. Galaten werd geschreven om de mensen te vertellen dat ze niet terug hoefden te gaan naar het "joodse wetssysteem" om hun rechtvaardiging te verdienen (vergeving van hun zonden). Als voorbeeld probeerden sommigen Titus te overtuigen dat hij besneden moest worden om zijn rechtvaardiging te verdienen. Anderen probeerden terug te keren naar de dierlijke offers, rein en onrein voedsel, het houden van speciale dagen, enz. Dat is waar Paulus tegenover de Galaten zo boos over was. Het is niet langer nodig om ons te houden aan de mozaïsche ceremoniële wet, burgerlijke wet en Joodse gebruiken om onze zaligheid te moeten verdienen. Jezus Christus vervangt al deze eisen. Zodra u Jezus aanvaard als uw Heer en Heiland en Hem de eer geeft voor wat alleen Hij kan bewerken, dan betekent gehoorzaamheid aan de geboden (niet de joodse wetten voor verlossing) van Christus alles voor u. Hier volgen twee belangrijke schriftgedeeltes die de tegenstellig van deze gedachten laten zien: 1 Korintiërs 7:18-19: “Is iemand als besnedene geroepen, dan moet hij die besnijdenis niet ongedaan laten maken. Is iemand geroepen die onbesneden is, dan moet hij zich niet laten besnijden. Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar het in acht nemen van de geboden van God”. Galaten 3:19: “Waartoe dient dan de wet? Zij is eraan toegevoegd omwille van de overtredingen, totdat het Nageslacht zou gekomen zijn aan Wie het beloofd was; en zij is door engelen in de hand van de middelaar beschikt”. Kijkend naar de hele Galaten brief dan hebben velen de neiging het laatste deel te vergeten (Galaten 5:16-21) waar Paulus de tegenstelling weergeeft van werken van het vlees en de vrucht van de Geest. Is Paulus in tegenspraak met zichzelf door te wijzen op deze zogenaamde ongehoorzame levensstijl? Nee. De context van deze hele brief heeft te maken met christelijke joden die probeerden Christus te aanvaarden plús de besnijdenis, en anderen hierin wilden onderwijzen.
133
Hij bevestigt in het volgende hoofdstuk voor ons de noodzaak om mensen te helpen te herstellen. “Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt. Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.” (Galaten 6:1-2). Wanneer u probeert om vandaag de dag in de gemeente mensen de weg te wijzen naar herstel zoals Paulus ons verteld om te doen, dan wordt men snel gewezen op het feit dat men niet mag oordelen. U wordt dan als wettisch en farizeeërs beschouwd. Sommigen zullen het tegen u uit willen schreeuwen dat wij "niet onder de wet maar onder genade" zijn. Was Paulus "wettisch" of "farizeeërs" omdat hij de mensen vertelde om hun manier van leven te veranderen? Heeft Paulus het nodig gehad om zich te bekeren van het "oordelen" van mensen? Ik heb zelfs gehoord dat wanneer Gód gewoon berouw zou hebben dat alles oké zou zijn. Ik denk dat wij degene zijn die zich moeten bekeren en moeten wandelen in Gods wegen en niet moeten meedoen met de heersende culturele praktijken, waarbij eigenlijk gedacht wordt dat God zich aan onze emoties, sociale omstandigheden en gevoelens moet aanpassen. "Deze woorden in Galaten zijn altijd al een probleem geweest bij de tegenstanders van de leer van de rechtvaardiging door het geloof, door iets daartegenover te stellen, namelijk dat als personen niet worden gerechtvaardigd door hun gehoorzaamheid aan de wet, zij dan kunnen leven zoals ze willen, de wet kunnen schenden en vrijelijk kunnen genieten van de zonde en daardoor Christus tot dienaar van de zonde maken alsof Hij Zich van Zijn plicht heeft onttrokken." De apostel Paulus verwerpt deze gevolgtrekking met de grootste mogelijke afschuw en afgrijzen door te zeggen: "God verhoede." Wanneer zondaars zijn gerechtvaardigd door Christus, in geloof, zonder gehoor te geven aan Gods morele wetten, dan betekent het dat Christus zondaars zou goedkeuren en hen eigenlijk, door Zijn bediening aanspoort om te zondigen. Het ontslaat een mens van de verplichting om Gods (morele) wet te gehoorzamen en leert dat een mens kan worden gered ondanks dat hij zich niet houdt aan de geboden van Christus. 134
Het idee is dat u gerechtvaardigd kunt worden door het geloof zonder de wet te gehoorzamen. U verwerpt dat openlijk en houd vol dat het niet noodzakelijk is hieraan te gehoorzamen. Wanneer nu zal dat blijken dat jullie zondaars zijn; dat uw levens niet heilig zijn; dat u vrij bent van de gezonde dwang van de wet en u zichzelf overgeeft om in zonde te leven, zal hieruit dan niet volgen dat Christus hier de oorzaak van is, dat Hij het leerde en dat het systeem dat Hij introduceerde er verantwoordelijk voor is? En is dan niet het evangelie daarom verantwoordelijk voor de invoering van een systeem dat bevrijdt van het houden van de wet en universele losbandigheid introduceert?” Paulus antwoordt dat deze conclusie vals is omdat Christus, door genade, de zonde in de gelovige vernietigt; en doordat zij vrijgesproken zijn van de vloek van de wet gerechtvaardigd worden en zij door Hem gered kunnen worden. Christus geeft hen die kracht en macht, door de Heilige Geest, om de zondige tendensen te kunnen vernietigen. Dientengevolge, nadat met de oude mens is afgerekend door de macht van de gekruisigde Christus, Christus in hen kan leven en zij zich kunnen wijden aan, en leven met God. Daarom als iemand zichzelf overgeeft om te zondigen nadat hij het evangelie heeft ontvangen, laat hij dan niet Christus beschuldigen, noch het evangelie, maar zichzelf, want hij heeft het werk van God in zichzelf vernietigt. Christus is niet de bediener van zonde; maar door zich van hem af te keren, maakt men zichzelf tot een zondaar. Als blijkt dat we zondaars zijn, of wanneer anderen, door onze wijze van leven ontdekken dat wij in zonde leven; wanneer ze zien dat wij een wetteloos leven leiden en merken dat wij allerlei soorten kwaad doen; wanneer men ziet dat het niet alleen toegestaan wordt en door het evangelie niet beter wordt, maar zich nog verergerd, en worden bevrijd van alle terughoudendheid ten aanzien van zonde, moet dat dan terug getraceerd naar Christus? “Is het een eerlijke en legitieme conclusie dat dit de tendens van het evangelie is? Is het ten laste van Hem en op het plan van de rechtvaardiging door Hem dat ongerechtigheid overheerst en dat de mens bevrijd is van de gezonde beperkingen door Gods wet? God verhoede. Het is niet zo. Dit is niet het juiste effect dat het evangelie van Christus beoogt en van de leer van de rechtvaardiging door geloof. Het systeem is niet gegeven om voor een dergelijke vrijheid in terughoudendheid te zorgen; en als er al een dergelijke 135
vrijheid bestaat, dan moet deze gezocht worden in iets anders dan het evangelie. Vandaar dat de leer van de rechtvaardiging door geloof op zich niet juist onderwezen en gepredikt kan worden, behalve dan door aansporing van de plicht tot het sterven aan de zonde; want hetzelfde geloof waarvan men afhankelijk is tot de vergeving van onze zonden door Christus, zijn wij afhankelijk om kracht en macht te ontvangen om de macht van de zonde te overwinnen. Als wij het laatste niet doen, zal Christus nooit het voorafgaande doen." (Anthony) Nogmaals, wanneer gehoorzaamheid niets uit maakt, waarom vertelt Jezus ons dan om "te onderwijzen alles wat Hij ons geboden heeft”. Wanneer gehoorzaamheid aan de geboden van Christus (zie bijvoorbeeld de Bergrede) niet belangrijk voor ons is, waarom is dan gemeentelijke tucht noodzakelijk? Waarom de uitdagende en aanbevelende woorden aan de gemeentes in Openbaring? Waarom dan deze woorden die in het evangelie en in de 1e brief van Johannes omschreven zijn? Johannes 14:23 – “Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.” 1 Johannes 1:5-6 – “En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.”
136
137
Hoofdstuk 15 Wet en genade Romeinen 6:14 zegt: “Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.” Paulus bedoelt hiermee dat ze niet onder de doodstraf staan voor zonde die opgelegd is door de wet. In plaats daarvan hebben zij, door Gods genade, gelegenheid gehad om zich te bekeren van hun zondige leven. Maar Paulus gaat verder door te stellen dat het niet de bedoeling is dat zij door deze genade in zonde blijven leven. (v.15). Door te blijven zondigen, zegt Paulus, leidt dit terug naar de dood (v. 16). Verder zegt Paulus dat gehoorzaamheid leidt tot gerechtigheid (v. 16). Hoewel hij verklaart dat de Romeinse gelovigen slaven waren van de zonde (v. 17), heeft hun gehoorzaamheid aan het onderwijs hen bevrijding gebracht van de zonde. Nu zijn zij slaven van gerechtigheid (v. 18). Per definitie wordt verwacht dat een slaaf voor zijn meester moet werken. Toen zonde hun meester was dienden de Romeinen het door zich over te geven aan de lusten van het vlees. Nu zij gered waren van de straf van hun wetsovertredingen verwachtte Paulus van hen dat zij hun nieuwe meester zouden gaan dienen, namelijk gerechtigheid. Deze meester vereist ook gehoorzaamheid aan de geboden van Christus, de wet van de gerechtigheid. Zou een gouverneur gratie verlenen aan een man die veroordeeld is voor moord, zodat hij kan blijven doorgaan met nog meer mensen te vermoorden? Gods barmhartige gratie - zijn genade - wordt rijkelijk over ons uitgestrooid omdat wij berouw hebben en een oprecht verlangen hebben om afstand te nemen van onze goddeloze wegen waar rechteloosheid heerst. Wanneer wij bereid zijn om vanaf hier rechtvaardig en gelukkig te leven zoals we vanaf het begin hadden moeten te leven, dan is de genadige en liefdevolle God bereidt om Zijn Zoon Jezus Christus aan ons te geven, die op Zijn beurt bereid was om zijn leven te geven om ons van een schone lei te voorzien van ons wetteloze gedrag en het leven dat wij geleefd hebben en ons door Zijn barmhartige genade een frisse en nieuw start te geven. “Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid. En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet. Ieder die in Hem blijft, zondigt niet; ieder die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend. Lieve kinderen, laat niemand u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, zoals Hij rechtvaardig is. Wie de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt 138
vanaf het begin. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.” (1 Johannes 3:4-8). De “overgang” van het Oude naar het Nieuwe Verbond Mattheüs 5:17-20 zegt: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen...” Lukas 16:16 zegt: “De Wet en de Profeten zijn er tot Johannes. Vanaf die tijd wordt het Koninkrijk van God verkondigd, en ieder doet het geweld aan.” Johannes 1:17 zegt: “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.” Zijn wij onder “de wet“ of onder “genade” Wayne Jackson, een theoloog uit Stockton, Californië heeft twee uitstekende artikelen over deze essentiële kwestie van de overgang van de twee verbonden gepresenteerd. Waarom houden sommige christenen vol dat zij ook vandaag nog “onder de wet“ zijn, "…U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade." (Romeinen 6:14). “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.” (Johannes 1:17). Wij moeten er, met alle respect, op wijzen dat de vraag hierboven een ernstig misverstand weerspiegeld van de aard van, zowel de wet, als genade. Het geeft een verkeerd beeld van de aard van het religieuze wetssysteem waar de mens vandaag de dag ontvankelijk voor is. Het is een tragedie van enorme omvang dat sommigen, terwijl zij zwaaien met de vlag "genade", beweren dat ze vrij zijn van de beperkingen van de wet en dus vrij zijn om hun eigen route langs de religieuze weg te bepalen. Men kan niet anders dan herinnerd te worden aan de aanklacht van Judas, tegen bepaalde personen die Gods "genade" misbruiken om hun eigen sensuele doelen (v. 4) te bereiken.
139
De termen "wet" en "genade" zijn in Johannes 1:17 gebruikt om de overheersende systemen van goddelijke, schriftelijke openbaring aan te geven - namelijk de twee verbonden. Het eerste verbond was bij monde van Mozes gegeven op de berg Sinaï en algemeen bekend als "de wet van Mozes." De tweede was een universeel verbond voor de mensheid die met Jezus Christus is gekomen en werd bevestigd door de dood van de Heere (Mattheüs 26:28). Jeremia refereert naar deze respectievelijke systemen als "het verbond" dat de HEERE (Jehova) gesloten heeft met de "aardsvaders" toen Hij hen uit de Egyptische slavernij had gebracht, en het "nieuwe verbond", dat later een wereldwijd bereik zou hebben (Jeremia 31:31-34). De schrijver van het boek Hebreeën verwijst naar deze wetten als de "eerste" en de "tweede" (Hebreeën 8:7), of het "oude" en het "nieuwe" (Hebreeën 8:13). In de genoemde tekst (Johannes 1:17) worden de twee verbonden respectievelijk aangeduid als "wet" en "genade." Er is een zeer logische verklaring voor deze benamingen. Het heeft te maken met de specifieke thematische kenmerken van deze systemen. De functie van het mozaïsche "wet" was als volgt: (a) om aan te tonen dat de schending van de goddelijke wet, de dader van God scheidt (Jesaja 59:1-2); (b) om te verklaren dat een geschreven wet nodig is om te kunnen definiëren wat zonde is (Romeinen 7:7); en (c) om aan te tonen dat bij een gepleegde overtreding, de heilige wet vereist dat een boete voor de overtreding moet worden betaald (Romeinen 3:26; 1 Korintiërs 10:5 e.v.). Aan de andere kant is het dominante ontwerp van het nieuwe verbond, het benadrukken van de verlossende missie van Christus als de enige remedie voor het probleem van de menselijke zonde (Mattheüs 26:28; 1 Korintiërs 15:3). Dit prachtige plan van redding is het resultaat van de hemelse genade (Efeziërs 2:8-9); niet door menselijke verdienste. Geen rijkere term dan die van de "genade" kan worden gebruikt als een synecdoche (een deel voor het geheel) voor de opsomming van Gods aangrijpende plan van verlossing. Het is daarom heel redelijk dat deze twee systemen moeten worden uiteengezet in een contrasterende vorm, zoals "wet" tegenover "genade." Het is een verbijsterend mysterie hoe iemand met zelfs de meest oppervlakkige kennis van de Gods Woord niet begrijpt dat er een overvloedige hoeveelheid genade was onder het vorige verbond. Noach had "genade" in de ogen van de HEERE gevonden lang voordat het Mozaïsche 140
systeem was geboren (Genesis 6:8), maar het was niet het moderne soort van “goedkope” genade dat gehoorzaamheid loochent (Genesis 6:22 e.v.; Hebreeën 11:7). Passages in het Oude Testament benadrukken het uitgieten, in de oudheid, van de genade van de HEERE over degenen die positief gereageerd hebben op Zijn wil (Exodus 33:13; Deuteronomium 7:12). Het is geen verrassing dat er vandaag velen zijn die het idee verwerpen dat de mens verantwoordelijk is aan de wet. Mensen buiten de wet verafschuwen de wet. De realiteit is dat deze onverantwoorde suggestie - dat mensen vandaag "onder genade” zijn" als tegenstelling tot de wet - het nauwelijks de moeite van een weerlegging waard is, ware het niet dat het een zo veelvoorkomend feit is. Dit begrip heeft absoluut geen onderbouwing in Gods woord. a. Wanneer de mens in ons tijdperk niet meer onder de wet zou zijn, dan heeft dat noodzakelijkerwijs tot gevolg dat zoiets als zonde vandaag niet zou bestaan, want zonde is een overtreding van de wet (1 Johannes 3:4). Zoals Paulus heeft opgemerkt: “waar geen wet is, daar is geen zonde” (Romeinen 4:15). Het is echter duidelijk dat de mens (zelfs christenen) in ons tijdperk zondigt (1 Johannes 1:8-2:2) en dat, bij wijze van contrast, hiervan het dwingende gevolg is dat er een goddelijke wetgeving is waar de mens naar behoord te handelen. b. De oud testamentische profeten, voorafgaande aan de komst van het christelijke tijdperk, spraken over het huidige tijdperk als één waar de wet van God zou gelden. Jesaja bijvoorbeeld sprak van de dagen van het nieuwe verbond, als de "wet" van de HEERE die zal uitgaan uit Sion (Jesaja 2:2-4). De term "wet" is een samenvoeging van een originele term die "instructie/onderwijs" betekent en wordt beschouwd als "regels van gedrag" (E.J. Young, het boek van Jesaja, Grand Rapids: Eerdmans, 1965, I.106). Hetzelfde geldt voor Jeremia, toen hij sprak van het "nieuwe verbond" (31:31 e.v.), en hij dit maakte tot het equivalent van Gods "wet" dat zou gaan wonen in het hart van de mens (v. 33). c. Doordat Jezus Christus in de Bijbel herhaaldelijk wordt afgebeeld als een "koning", wordt duidelijk dat deze bewoording aangeeft dat Hij een autoriteit uitstraalde waar mensen gevolg aan gaven. Als dit geen "wet" is, dan hebben termen als koning, leider, keizer, overgave, gehoorzamen, enz., ook geen enkele waarde (zie Mattheüs 2:2; 28:18; Lukas 19:14, 27; Efeziërs 1:20-23; Filippenzen 2:9-10; Hebreeën. 5:9; Openbaring 1:5; 19:16). 141
d. De geïnspireerde schrijvers van het Nieuwe Testament bekeken de autoriteit van het regeren van Christus als die van een rechtsstaat. Onze vrijheid van het veroordelende effect van de zonde is het resultaat van onze onderwerping aan de "wet van de Geest" (Romeinen 8:2). De uitdrukking "wet van de Geest" is hetzelfde als het evangelie, het systeem van het nieuwe verbond. Het is "van de Geest" omdat het wordt voortgebracht door de leiding van de Geest. Het wordt aangegeven als “wet”, want het is een "uitdrukking van de goddelijke wil" en een "regel van gedrag" (Moses Lard, Commentary on Romans, Cincinnati: Standard, n.d. 247). Elders erkend Paulus dat hij "onder de wet van Christus staat” (1 Korintiërs 9:21). Bovendien geeft hij aan de Galaten deze vermaning: "Dragen van elkaars lasten en dus voldoen aan de wet van Christus" (Galaten 6:2). Tot slot, wanneer de geïnspireerde Jakobus niet naar de huidige volgorde van zaken verwijst, toen hij sprak over de "volmaakte wet” (Jakobus 1:25), waarop doelde hij dan? Een overweging van de bovenstaande feiten moet de gewetensvolle onderzoeker van de Bijbel in staat stellen Johannes 1:17 in een evenwichtig licht te zien. Bovendien moet het de absurde gedachte, dat onze moderne wereld is vrijgesteld van de beperkingen van de wet (tien geboden), voor eeuwig overboord gooien. Is de wet van Mozes (Tora, vijf boeken van Mozes) nog steeds bindend? Er is in mijn leven nog nooit een periode geweest waarin er zoveel leerstellige verwarring binnen het lichaam van Christus is geweest als op dit moment. Enkele van de meest fundamentele kwesties van de bijbelse waarheid worden ter discussie geplaatst. Een van de meest wonderbaarlijke opvattingen die naar voren zijn gekomen is het begrip dat de Tora (de wet van Mozes) niet werd afgeschaft door Jezus’ dood aan het kruis. Een overgangsperiode Men moet begrijpen dat het begin van het nieuw testamentische tijdperk begint met wat kan worden aangemerkt als een "overgangsperiode". In dit tijdperk werden de eerste instructies gegeven door Johannes de Doper; vervolgens door Jezus zelf, wat voor een naadloze overgang zou zorgen van het oude mozaïsche tijdperk naar het glorieuze Koninkrijk van Christus. 142
Dit is wat de Heere in gedachten had toen Hij verklaarde: “De Wet en de Profeten zijn er tot Johannes. Vanaf die tijd wordt het Koninkrijk van God verkondigd...” (Lukas 16:16). Bij wijze van spreken was de bediening van Johannes de Doper, een "brug" tussen het oude verbonds tijdperk en het begin van de regering van Christus. Hoewel de wet van Moses nog steeds operationeel was tot de dood van Christus (en de civiele aspecten tot de ondergang van de natie in 70 na Chr.), onderwees Jezus toch veel "Koninkrijk" beginselen tijdens zijn persoonlijke bediening. Hij deed dit bijvoorbeeld in Bergrede (Mattheüs 5-7; vgl. ook Mattheüs 18:15-17), vaak door de verschillen tussen de twee verbonden te benadrukken, met name wat betreft de tegenstellingen in innerlijke motivaties die er bij de respectievelijke systemen waren. Hoe zit het met Mattheüs 5:17-20? Een van de problemen waar de Heere mee geconfronteerd werd was een reactie van de Farizeeën die het deze Jezus van Nazareth zou aanrekenen dat Hij een revolutionair was, die van plan was om de Mozaïsche economie, die zij binnen de Hebreeuwse natie vijftien eeuwen lang in hun macht had gehouden, te "vernietiging". Het was absoluut noodzakelijk dat dit gedachtegoed besproken moest worden en recht gezet. Vandaar dat de Heere aankondigt: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen. Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.” (Mattheüs 5:17-20). De term "vernietigen" is een woord dat het idee van geweld in zich heeft. Het is afkomstig van de samengestelde Griekse term “kataluo” (17 keer in het nieuwe Testament), en betekent letterlijk, "vernielen, verwoesten, ontbinden, uiteen laten gaan”. Christus gebruikte het woord bijvoorbeeld in profetisch zin met betrekking tot de vernietiging van de Joodse tempel door de Romeinen in 70 na Chr. (Mattheüs 24:2; Lukas 21:6; Zie ook Mattheüs 26:61; 143
27:40, enz.). Het wordt ook gebruikt om het begin van de afbreuk van het menselijk lichaam, tot het punt van dood, aan te geven. (2 Korintiërs 5:1). In de context van wat hierboven is aangehaald was de Heere dus niet gekomen om strijdend “de wet” af te breken alsof het Zijn vijand was. In geen geval. Hij kwam eerder om haar te "vervullen". Deze beschrijvingen staan honderd procent in tegenstelling tot elkaar. De Verlosser vervulde de Messiaanse profetieën (meer dan 300) van de wet die zijn komst aangekondigd hebben (Lukas 24:44). Hij vervulde, door zijn zondeloos leven, de eis van de wet van volmaakte gehoorzaamheid (Johannes 8:29, 46; Galaten 3:10; 1 Petrus 2:22). Hij vervulde het doel van de wet als het glorieuze ontwerp waar het, als leermeester, voor bedoeld was (Galaten 3:24-25). Het mozaïsche regime was nooit bedoeld als een permanente instelling. Het idee dat de Tora van kracht zou blijven tot de tweede komst van Christus zoals sommigen hebben beweerd, is volkomen zonder bijbelse onderbouwing. De gunstige effecten van de wet, zoals ontworpen door de Schepper, zullen door de eeuwen heen blijven gelden, maar niet de wet zelf. Men kan zich echter afvragen: bevestigt deze passage dan niet dat de wet zal blijven "tot de hemel en de aarde voorbijgaan?" Dit is absoluut niet het geval. De tekst geeft gewoon aan dat de wet intact zou blijven totdat deze was volbracht (vervuld). Deze vervulling is precies dat wat Jezus verklaarde wat hij kwam om te doen. Wanneer Hij zich niet aan de wet gehouden zou hebben, dan had Hij als de Verlosser niet kunnen doen waarvoor hij kwam om te doen; dan zou Zijn opdracht gefaald hebben. Toen hij deed waarvoor Hij kwam om te doen, werd de wet vervuld; vandaar dat het vandaag geen verplicht systeem meer is. Vergelijk de parallelpassage in Lukas 16:17: “Het is gemakkelijker dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat één tittel van de wet wegvalt.” Toen de zoon van God "voldaan" had aan de wet was deze niet is mislukt, vernietigt, verwoest, ontbonden, of uiteengevallen; nee, hij was vervuld. Het was dus niet langer een wet waaraan de Joden, of iemand anders, als een juridisch systeem verplicht zijn om te gehoorzamen. Het niet erkennen van deze waarheid betekent een van de meest fundamentele stellingen van de Bijbel over het hoofd zien.
144
Wat moet er echter gezegd worden over de band tussen de verzen 19 en 20 en de verzen 27 en 18 in Mattheüs 5? Suggereren deze dat de geboden van de wet bindend zouden zijn in het Koninkrijk van Christus? Dit is absoluut niet het geval. Een dergelijke uitleg zou in radicale tegenspraak zijn met andere aan passages in de nieuw testamentische brieven. J.W. McGarvey heeft de verbinding goed uitgelegd: “De man die, wat hij beschouwt als de kleine geboden van God zou breken onder één bedeling, zou proportioneel ongehoorzaam zijn onder een betere dispensatie; want gewoonten van ongehoorzaamheid die eenmaal gevormd zijn worden niet gemakkelijk opzij gelegd. Om die reden was gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid, terwijl men onder de wet was, een indicatie van wat iemand zou zijn onder Christus. De tekst laat zien dat de relatieve grootheid van personen, in het Koninkrijk van de hemel, wordt gemeten aan hun bewustzijn met betrekking tot de geringste geboden. De grote geboden, zoals de mens hen classificeert, daar kunnen zelfs zeer jonge christenen aan gehoorzamen; maar het vereist een gevoeliger geweten om nauwgezet de geringste geboden te kunnen houden." De tekst geeft in geen geval aan dat de Tora een bindende wet in de christelijke levenswandel is. In feite benadrukt Paulus in zijn "huwelijks" metafoor, de verandering van de wetgeving, hij schreef: “Want de gehuwde vrouw is door de wet gebonden aan de man zolang hij leeft. Als de man echter gestorven is, is zij ontslagen van de wet die haar aan de man bond. Daarom dan, als zij de vrouw van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden. Als haar man echter gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij de vrouw van een andere man wordt. Zo, mijn broeders, bent u ook door het lichaam van Christus gedood met betrekking tot de wet, opdat u aan een Ander zou toebehoren, namelijk aan Hem Die uit de doden opgewekt is, opdat wij vrucht zouden dragen voor God.” (Romeinen 7:2-4). Wanneer christenen zich verplichten om zowel de Tora als de geboden (wet) van Christus te houden, dan zijn zij in een staat van geestelijk overspel. Dit is een van minst benijdenswaardige gevolgen van de leer die wij onderzocht hebben. In een uitstekend betoog over deze onhoudbare theorie, die zo vaak door verschillende theologen wordt onderschreven, schreef R.C. Foster: "de opvatting dat Hij [Christus] in de Bergrede de wet slechts uitdiepte en benadrukte kan niet onderbouwd worden" (469). Ik roep diegenen op die 145
toegang hebben tot Fosters fantastische werk, “Studies in the Life of Christ“, om het gedeelte “Sermon on the Mount"(462-487) zorgvuldig te bestuderen. Ter afronding van dit gedeelte zijn wij gedwongen om de volgende opmerking te maken: Jezus bevestigd nadrukkelijk dat geen "jota” of “tittel" (termen die worden gebruikt voor de kleinste gedeelten van een document) “uit de wet zal voorbijgaan" tot "het alles geschied is." (v. 18b). Wanneer Christus zich niet aan de hele wet gehouden en volbracht zou hebben, en wanneer deze blijft tot "hemel en de aarde voorbijgaan", dan zou de hele Tora - iedere jota en tittel - gebleven zijn. Of, om het op een andere manier uit te drukken – dan zouden alle geboden (o.a. de Levitische wet), van de grootste tot de geringste, nog steeds van kracht zijn. Onleesbare taal Ik wil in geen enkel opzicht de wet gaan filteren door bepaalde delen van de “ceremoniële” en “morele” wetten wel en niet af te wijzen, zoals bijvoorbeeld door de zevendedagsadventisten proberen te doen (Zij houden zich bijvoorbeeld aan de sabbat en het onthouden van het eten van iets van het varken, wat beiden “ceremoniële” wetten zijn). Dit gaat in een verkeerde richting. Ik wil er ook niet naar toe werken om te beweren dat door het in praktijk brengen van de leer van Jezus, wij de Tora aanhouden. Bijvoorbeeld, wanneer een christen Christus eert als zijn "Paaslam" (1 Korintiërs 5:7), of wanneer iemand zich onderwerpt aan het verbond van de "besnijdenis" (de doop – Colossenzen 2:11-12), dan is het niet zo dat hij "de geboden van de Tora gehoorzaamt." Het oude en het nieuwe zijn twee verschillende systemen. De "typen" van het Oude Testament vooraf schaduwen de "anti-types" van de nieuwe, maar men kan niet beweren dat hij zich houdt aan de “wet van Mozes" wanneer hij zich onderwerpt aan de nieuw testamentische verordeningen. Dit is een onverantwoorde verwarring aanbrengen aan de twee verbonden en een onleesbare taal gebruiken. Het is ook niet waar om te beweren dat, terwijl de "vloek" van wet niet meer geld, de wet zelf blijft. Paulus verklaarde, "allen die uit de werken van de wet zijn, zijn onder de vloek." (Galaten 3:10). De wet en de vloek waren een eenheid. Een wet zonder sanctie is helemaal geen wet. Het feit is dat de gehele wet, samen met zijn eisen en vloeken, voorbij is. Slechts vijftien verzen later verklaard de apostel: "wij zijn niet meer onder een leermeester. [de wet]" (24-25). Hoe is het mogelijk dat dit punt wordt genegeerd? Het eerdere 146
verbond werd vervangen door een "beter verbond" (zie Hebreeën 8:6 e.v.) tenzij men het hele Bijbelboek Hebreeën uit de Bijbel wil schrappen. Betekent dit dat het Oude Testament vandaag van geen waarde meer is? Natuurlijk is dit niet het geval. De nalatenschap van dit literaire hoofdbestanddeel is van enorme, prachtige en blijvende waarde (zie Romeinen 15:4; 1 Korintiërs 10:6, 11). Er is een goddelijke link tussen het oude en het nieuwe Testament. Maar betekent dat dan dat de christen, in dit tijdperk, onder het oude regime staat en verplicht is om zich te houden aan de kern van de wet? Dit is niet het geval. Moet er worden onderwezen dat christenen zich vandaag moeten houden aan de geboden van de Tora (de eerste vijf boeken van het Oude Testament) - van de grootste tot de geringste? Hierover debatteren laat duidelijk een verkeerde indruk achter. Hoewel wij niet de neiging hebben om op dit moment de volledige scala aan argumenten, die ter onderbouwing van het idee dat de wet van Moses door de dood van Christus niet werd afgeschaft, te onderbouwen willen wij een ander aspect naar voren brengen. Aan het kruis genageld In zijn brief aan de Colossenzen herinnerd Paulus deze christenen eraan dat voorafgaand aan hun bekering tot de Heere, zij "dood waren door [hun] overtredingen." Maar ze werden samen met Christus "levend" gemaakt, die al hun zonden vergaf. De apostel concludeert vervolgens dat Christus "het handschrift dat tegen hen getuigde, heeft uit gewist. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen." (Colossenzen 2:13-14). Dit houdt in: "het juridische verbond van verordeningen waar de jood mee had ingestemd en waar zelfs de heidenen, in een zekere mate, gewetensvol mee hadden ingestemd (Romeinen 2:14, 15)." (Ashby, 1533; Zie ook: Abbott, 255; Eadie, 163-164; Vincent, 908, en anderen). Het is in sommige kringen een modeverschijnsel geworden om te beweren dat dit geen verband houdt met de afschaffing van de wet van Mozes. Integendeel, het wordt verondersteld dat dit verwijst naar de "opmerking" van “zondeschuld” waaronder de christen stond vóór zijn bekering. In reactie op deze theorie geven wij de volgende overwegingen.
147
De context De directe context verklaard iets anders. In de zin die volgt geeft Paulus zijn conclusie; “Laat dus niemand u veroordelen [schuldig verklaren] inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. (Colossenzen 2:16). Let vooral op het woord "Dus” wat bepaalde elementen van de wet (de delen van het geheel) verbindt met dat wat "aan het kruis is genageld". Dit is te duidelijk om te kunnen missen. Thayer noemd het "het handschrift" als een metaforische verwijzing naar "de Mozaïsche wet" (668). Zie ook Vaughan (11.201) en Lenski (114). Peake verklaard: "men is het erover eens dat hier verwezen wordt naar het wet [van Mozes] (zie Efeziërs 2:15)" (4.527). Let op het dubbele gebruik van "was" (verleden tijd) in vers 14, dat aangeeft dat het systeem niet langer operationeel is. A.T. Robertson geeft als commentaar dat het werkwoord "heeft weggenomen" een perfecte verledentijd vorm weergeeft dat "de nadruk legt op de duurzaamheid van de verwijdering van het verbond" (die hij identificeert als "de Mozaïsche wet"), "daar is voor betaald, het is beëindigd en kan niet opnieuw worden ingesteld" (4.494). Het parallelisme of de overeenkomst Deze tekst laat ongetwijfeld op een aantal punten een overeenkomst zien met de instructie van Paulus aan de Efeziërs in hoofdstuk twee van die brief (deze twee Bijbelboeken hebben een aantal opvallende parallellen). Want Hij [Christus] is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken, en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. (Efeziërs 2:14-16). Opmerking; bijbelleraar David J. Williams zegt dat Paulus’ zijn verwijzing naar "de joodse wet” in Efeziërs 2:15, bepalend is voor de interpretatie van Colossenzen 2:14" (189). Beide verwijzen naar dezelfde situatie. R.C. Foster verklaard: “Een grote behoefte van de christelijke wereld vandaag de dag is het duidelijke besef dat we niet onder de wet, maar onder het 148
evangelie zijn; dat de wet aan het kruis werd genageld en van kracht is ontdaan toen de Nieuwe “Wet” [Testament] werd ingesteld met Pinksteren (469)." Ook wijst hij erop dat het katholicisme noch protestantisme geen duidelijk beeld met betrekking tot deze kwestie heeft weergegeven. Om de "wet van Mozes", als zijnde het onderwerp in Colossenzen is 2:14, af te wijzen met betrekking tot de eeuwigheidswaarde van de Tora, is zowel onverantwoordelijk als verwerpelijk. (Met dank u, Wayne Jackson en www.christiancourier.com.) Hoe zit het dan met de tien geboden? Gelden deze nog steeds onder het nieuwe verbond? Ja; de apostelen in het nieuwe verbond bevestigen dit.
Oude verbond (Testament)
Nieuwe verbond (Testament)
U zult geen andere goden dienen
Handelingen 14:15; Handelingen 17:29; 1 Korintiërs 8:6
Geen gesneden beeld maken
1 Korintiërs 10:7,14; 1 Johannes 5:21
Gods naam niet ijdel gebruiken
1 Timotheüs 6:1; Jakobus 5:12
Gedenk de sabbat
Romeinen 14:5; Colossenzen 2:16; Hebreeën 4
Eert uw vader en moeder
Efeziërs 6:2
U zult niet doden
1 Korintiërs 6:9-10; 1 Peter 4:15
U zult geen overspel plegen
1Korintiërs 6:9-10, Galaten 5:19
U zult niet stelen
Efeziërs 4:28, Romeinen 13:9
U zult geen onwaarheden spreken
Romeinen 13:9; Colossenzen 3:9
U zult niet het begeren
Romeinen 7:7; Colossenzen 3:5
Efeziërs
5:3;
De wet van Mozes omvatte de tien geboden. Toen deze wet in werking is getreden was het Joodse volk er zo aan gebonden dat gehoorzaam zijn aan een andere wet zou worden beschouwd als overspel. Het lichaam van 149
Christus ontsloeg hen van de wet van Moses. Dit maakte hen vrij van vele Hebreeuwse wetten, maar ze waren niet zonder wet. Nu moesten zij de geboden van Christus volgen. “Of, broeders, weet u niet-ik spreek immers tot mensen die de wet kennendat de wet over de mens heerst zolang hij leeft? Want de gehuwde vrouw is door de wet gebonden aan de man zolang hij leeft. Als de man echter gestorven is, is zij ontslagen van de wet die haar aan de man bond. Daarom dan, als zij de vrouw van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden. Als haar man echter gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij de vrouw van een andere man wordt. Zo, mijn broeders, bent u ook door het lichaam van Christus gedood met betrekking tot de wet, opdat u aan een Ander zou toebehoren, namelijk aan Hem Die uit de doden opgewekt is, opdat wij vrucht zouden dragen voor God. Want toen wij in het vlees waren, waren de hartstochten van de zonden, die geprikkeld worden door de wet, in onze leden werkzaam om vrucht te dragen voor de dood. Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter.” (Romeinen 7:1-6).
150
151
Hoofdstuk 16 Is het volgen en onderwijzen van de bijbelse huwelijksnormen wettisch? Wist u dat het woord wettische nergens in de Bijbel wordt gebruikt? Wat moet u doen wanneer de wereld christenen huichelaars noemt, omdat ze zien dat veel mensen die betrokken zijn in de gemeente ongehoorzaam zijn aan God? Wat als "belijdende christenen" u wettisch of farizees noemen wanneer u probeert om Gods Woord toe te passen in de gemeente? In Efeziërs 6 vertelt ons Paulus om het zwaard van de geest, het Woord van God, te gebruiken om stand te houden tegen de verleidingen van de duivel. Vandaag de dag verklaren veel van de hedendaagse "belijdende" gelovigen stoutmoedig dat, wanneer u het Woord van God (zwaard) gebruikt om tegen de zonde en satan te strijden, u “wettisch” bent. Sommige leraren zullen zeggen dat het "een geest van religie is" om naar bijbelteksten te verwijzen die gaan over berouw en om mensen te helpen om hun zondige levenswijze te veranderen. Om het in perspectief te zetten zou het vergelijkbaar zijn met een generaal die tegen een soldaat zegt om een sluipschutter uit te schakelen, zonder in het bezit te zijn van een bruikbaar wapen! Het Woord, dat met de Heilige Geest werkt, is alles wat wij hebben om ons te leiden in de ultieme waarheid. De Geest zal namelijk Gods Woord nooit tegenspreken. Als we dit geestelijke zwaard niet gebruiken zullen we worden geleid naar eeuwige kwelling! Wettischisme:
Toevoegen aan de geboden van Jezus.
Proberen om redding te verdienen door werken en niet door te erkennen dat het alleen door Jezus is dat iedereen een kans op redding heeft.
Proberen ons christelijk leven te leven uit onze eigen kracht en niet door de kracht van de Heilige Geest.
Jezus antwoorde, “Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn.” (Mattheüs 15:8-9). Wettischisme is niet de woorden en de geboden van Jezus en de apostelen woord voor woord herhalen. Was Christus wettisch en "liefdeloos" door het 152
aan ons geven van Zijn geboden en ons te vertellen welke stappen van gemeentelijke tucht wij moeten nemen? Heeft Christus het ook nodig om zich te bekeren? De bijbelse huwelijksteksten waren tot 1500 jaar na Christus duidelijk, totdat een "humanist" met de naam Erasmus dacht het dit een gebod is dat te hard is voor de mensheid, en nu heeft de meerderheid van de gemeentes de opdrachten van Jezus door een "menselijke" leer vervangen. Nu heet het wettisch wanneer u mensen verantwoordelijk houdt voor de opdrachten van Jezus; opdrachten die wij behoren uit te voeren. Wie gaan wij navolgen, Erasmus en het humanisme, of Jezus en Paulus?
153
Hoofdstuk 17 Maar ik ben al gered! Waarschuwingen in Gods Woord, weergegeven door Paulus Paulus, die ons onderwijst over genade, leert ons ook over het huwelijk. Hij versterkt vervolgens de noodzaak van gemeentelijke tucht en waarschuwt Timotheüs voor diegenen die zich hadden afgewend van de waarheid en nog steeds in de gemeente aanwezig waren. Onlangs bestudeerde ik de christelijke leiders in de eerste eeuwen na Christus. Zij geloofden dat hoewel iemand beweerd christen te zijn en "gered" is, hij of zij nog steeds van de waarheid konden afvallen." 1 Timotheüs 1:18-20: “Dit gebod leg ik u op, mijn zoon Timotheüs, in overeenstemming met de profetieën die voorheen over u uitgesproken zijn, opdat u in deze dingen de goede strijd strijdt. En behoud het geloof en een goed geweten. Sommigen hebben dit verworpen en hebben in het geloof schipbreuk geleden. Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren.” 1 Timotheüs 3:4-7: “Hij moet goed leiding geven aan zijn eigen huis, zijn kinderen onderdanig houden, in alle waardigheid. Want als iemand niet weet hoe hij leiding moet geven aan zijn eigen huis, hoe zal hij voor de gemeente van God zorg dragen? Hij mag geen pasbekeerde zijn, opdat hij niet verwaand wordt en daardoor onder het oordeel van de duivel valt. Hij moet ook een goed getuigenis hebben van buitenstaanders, opdat hij niet in opspraak komt en in een strik van de duivel terechtkomt.” 1 Timotheüs 4:1: “Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen,” 1 Timotheüs 6:9-10: “Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te
154
verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.” 1 Timotheüs 6:20-21: “O Timotheüs, bewaar het u toevertrouwde pand, wend u af van onheilige, inhoudsloze praat en tegenstellingen van de ten onrechte zo genoemde kennis. Sommigen, die deze kennis verkondigden, zijn van het geloof afgeweken.” 2 Timotheüs 2:16-18: “Maar ontwijk onheilige, inhoudsloze praat. Want zij die dat doen, zullen steeds meer in goddeloosheid toenemen. En hun woord zal zich uitzaaien als kanker; onder hen bevinden zich Hymeneüs en Filetus. Zij zijn van de waarheid afgeweken door te beweren dat de opstanding reeds heeft plaatsgevonden, en breken het geloof van sommigen af.” Petrus waarschuwt ons ook: 1 Petrus 4:16-18: “Als iemand echter als christen lijdt, laat hij zich daarvoor niet schamen, maar God in dit opzicht verheerlijken. Want nu is het de tijd dat het oordeel begint bij het huis van God; en als het eerst bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn? En als de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en de zondaar verschijnen?” 2 Petrus 2:1-3: “Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Heere, Die hen gekocht heeft, en brengen zij een snel verderf over zichzelf. En velen zullen hen, door wie de weg van de waarheid gelasterd zal worden, op hun verderfelijke wegen navolgen. En zij zullen u door hebzucht met verzonnen woorden uitbuiten. Het vonnis over hen is reeds lang in werking en hun verderf sluimert niet. “ 2 Petrus 2:20-22 “Want als zij de besmettingen van de wereld ontvlucht zijn door de kennis van de Heere en Zaligmaker Jezus Christus, maar daarin opnieuw verwikkeld raken en daardoor overwonnen worden, dan is voor hen het laatste erger geworden dan het eerste. Het zou immers beter voor hen geweest zijn dat zij de weg van de gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, nadat zij die hebben leren 155
kennen, zich weer afkeren van het heilige gebod dat hun overgeleverd was. Maar hun is overkomen wat een waar spreekwoord zegt: De hond is teruggekeerd naar zijn eigen uitbraaksel en de gewassen zeug naar het rondwentelen in de modder.” 2 Petrus 3:17: “U dan, geliefden, omdat u dit van tevoren weet, wees op uw hoede, zodat u niet door de dwaling van normloze mensen wordt meegesleept en afvalt van uw eigen vastheid.” Andere waarschuwingen: Hebreeën 6:4-6: “Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest, en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld, en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken.” Hebreeën 10:26-27: “Want als wij willens en wetens zondigen, nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over, maar slechts een verschrikkelijke verwachting van oordeel en verzengend vuur, dat de tegenstanders zal verslinden.” Jakobus 5:19-20: “Broeders, als iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en een ander doet hem terugkeren, weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood en een menigte van zonden zal bedekken.” 2 Johannes 8-11: “Let op uzelf, opdat wij niet verliezen waarvoor wij gewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. Ieder die overtreedt en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; wie in de leer van Christus blijft, die heeft zowel de Vader als de Zoon. Als iemand bij u komt en deze leer niet brengt, ontvang hem niet in huis en begroet hem niet. Want wie hem begroet, die heeft deel aan zijn slechte werken.” 156
Jezus waarschuwt ons: Openbaring 2:4-7: “Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert. Maar dit hebt u vóór, dat u de werken van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.” Openbaring 3:5: “Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.” Openbaring 3:16-22: Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen. Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent. Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien. Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij. Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt...” In deze passages spreekt Jezus tot alle gemeenten en tot alle “belijdende” christenen. Meer vermaningen: Efeziërs 4:1 “Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is.”
157
Wanneer wij gered zouden zijn met geen mogelijkheid om af te vallen, dan zou er geen noodzaak zijn voor het overgrote deel van het nieuwe Testament. Het grootste gedeelte geeft de strijd aan die een christen moet voeren tot een heilig leven, zodat zij hun kroon niet verliezen. Nogmaals, wanneer alles irrelevant geworden is zodra een persoon Christus geaccepteerd heeft, waarom geven Jezus, Paulus en Petrus dan opdracht tot gemeentelijke tucht? Is er een mogelijkheid dat een "belijdend christen" verloren kan gaan wanneer hij of zij zich niet heeft omgekeert van een "zondige” levensstijl?
wees standvastig, onwankelbaar. - 1 Korintiërs 15:58
laten wij niet moe worden goed te doen. - Galaten 6:9
wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn. – Filippenzen 4:9
wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven. – Openbaring 2:10
2 Petrus 1:5-11: “En daarom moet u zich er met alle inzet op toeleggen om aan uw geloof deugd toe te voegen, aan de deugd kennis, aan de kennis zelfbeheersing, aan de zelfbeheersing volharding, aan de volharding godsvrucht, aan de godsvrucht broederliefde en aan de broederliefde liefde voor iedereen. Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en toenemen, zullen ze u niet doelloos en onvruchtbaar laten wat de kennis van onze Heere Jezus Christus betreft. Immers, bij wie deze dingen niet aanwezig zijn, die is blind en kortzichtig, omdat hij de reiniging van zijn vroegere zonden vergeten is. Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit meer struikelen. Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.”
158
159
Hoofdstuk 18 Is een gemeente “nieuw testamentisch” wanneer men elk woord in het Nieuwe Testament kan onderwijzen? Een wijze gemeenteleider sprak eens, refererend naar de cultuur in Amerika anno 2008; “U kunt zwaarwegende woorden verkondigen in de gemeente, zolang u ze maar niet meent”. Heeft hij gelijk? Wanneer men in de gemeente niet alle bijbelteksten over huwelijk, echtscheiding en hertrouwen kan verkondigen en geen gebod van Jezus kan onderwijzen zonder een massaal protest en bedreigingen van de meerderheid, is dit dan een nieuw testamentische gemeente? Wanneer was het voor het laatst dat u vanaf de kansel, bij een pastoraal gesprek, tijdens een huwelijksinzegening of vergadering van de gemeenteleiding, bijbelteksten gelezen hebt als Markus 10:1-12, Mattheüs 5:32, Lukas 16:18, Romeinen 7:3, 1 Korintiërs 7:10-11, 1 Korintiërs 7:39, Hebreeën 13:4? Sommigen vinden het wreed wanneer een man, die met gescheiden vrouw getrouwd is, geen leider kan zijn in een gemeente. Een zeer grote en onoverkomelijke reden dat deze mensen nooit een leidersrol in een gemeente mogen vervullen is dat zij nooit zullen toestaan dat deze bijbelteksten zullen worden onderwezen aan de rest van de gemeente en niet kunnen worden toegepast. Wanneer u mij niet gelooft, vraag hen voordat zij leiders worden of zij er een probleem mee hebben wanneer deze bijbelteksten op zondagmorgen worden voorgelezen of aan de “oudere jeugd” groepen wordt onderwezen. Stel hen de vraag; Is het overspel wanneer men trouwt met iemand die gescheiden is of zelf gescheiden en hertrouwd is? Wanneer zij hier met “nee” op antwoorden, dan zijn zij het oneens met Jezus. Hoe zit het wanneer iemand gaat scheiden en daarna wil hertrouwen, wat denkt u dat deze leiders tegen hem zullen zeggen? Hoe kan een gescheiden man, die opnieuw getrouwd is en overspel pleegt ten opzichte van zijn eerste en originele echtgenote die nog leeft (Jezus zei dat dit overspel is, niet ik), tegen een paar zeggen dat zei niet opnieuw kunnen trouwen omdat Jezus zegt dat dit overspel is? Dit kunnen zij niet! Wij hebben persoonlijk geconstateerd dat dit het geval is in veel gemeentes. De meeste mensen staan in zo’n situatie niet toe dat de betreffende bijbelteksten gelezen en toegepast worden zonder dat zij uitvluchten proberen te vinden om hun ongehoorzaamheid te kunnen rechtvaardigen. 160
“Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk. Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, beheerst, bezonnen, eerbaar, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op schandelijke winst, maar welwillend, niet strijdlustig en zonder geldzucht. Hij moet goed leiding geven aan zijn eigen huis, zijn kinderen onderdanig houden, in alle waardigheid. Want als iemand niet weet hoe hij leiding moet geven aan zijn eigen huis, hoe zal hij voor de gemeente van God zorg dragen? Hij mag geen pasbekeerde zijn, opdat hij niet verwaand wordt en daardoor onder het oordeel van de duivel valt. Hij moet ook een goed getuigenis hebben van buitenstaanders, opdat hij niet in opspraak komt en in een strik van de duivel terechtkomt. De diakenen moeten evenzo eerbaar zijn, niet met twee monden spreken, niet verzot zijn op veel wijn, niet uit zijn op oneerlijke winst, en het geheimenis van het geloof vasthouden in een zuiver geweten. Ook zij moeten eerst beproefd worden; daarna mogen zij dienen, als zij onberispelijk zijn. De vrouwen moeten evenzo eerbaar zijn, geen kwaadspreeksters, beheerst, trouw in alles. De diakenen moeten mannen van één vrouw zijn, die goed leiding geven aan hun kinderen en aan hun eigen huis. Want zij die hun dienst goed verricht hebben, maken dat zij hoog staan aangeschreven en veel vrijmoedigheid verkrijgen in het geloof in Christus Jezus.” (1 Timotheüs 3:1-13).
161
Hoofdstuk 19 Enkele persoonlijke situaties Hier zijn slechts een paar van de persoonlijke situaties in mijn bediening, die ervoor gezorgd hebben dat de Schriften duidelijk spraken.
Ik heb mensen ontmoet die toegegeven hebben dat zij overtuigingen en bedenkingen hadden over echtscheiding en hertrouwen. Maar omdat andere hertrouwde paren "geluk ervoeren" in de gemeente, dachten zij dat echtscheiding en hertrouwen in orde was. Veel hertrouwde paren en ouders van hertrouwde paren zijn meestal "blij voor hen." Maar zoals Paulus zei, "zuurdesem verspreid zich" (1 Korintiërs 5), of in moderne termen, kanker kan zich snel in een lichaam verspreiden.
Veel mensen die ik heb geconfronteerd vertelden mij later, "Ik werd jaren geleden gewaarschuwd om niet te hertrouwen, maar heb het toch gedaan." Velen gaven als reactie en reden: "Ik wilde niet alleen zijn."
Ik heb veel ouders of vrienden gekend die boos waren dat hun kinderen, vrienden of familieleden zijn gaan trouwen met een gescheiden persoon of gingen echtscheiden. Mijn vraag is, waarom waren zij boos? Is het mogelijk dat zij het als een zonde zagen wanneer zij opnieuw trouwen? En als het zonde is, wanneer heeft God het praktiseren van zonde dan gelegaliseerd? Na een jaar? Twee jaar? 20 jaar?
Soms, wanneer ik iemand vertel dat ik hen kan niet trouwen omdat Gods Woord het verbiedt, dan halen zij hun schouders op en zeggen, "als we er later achter komen dat wij ons vergist hebben, dan vragen wij God om ons te vergeven," alsof het niets voorstelt.
Ik heb gehoord van veel situaties gehoord van mensen die zeggen dat hun echtgenoot(te)nooit een seksuele relatie wilde. Ze zeggen dat ze nu iemand hebben gevonden die dat wel wil. Geeft dit de zogenaamde "onschuldige partij" de vrijheid om te echtscheiden en te hertrouwen (1 Korintiërs 7:2-5)?
Wat moet men doen wanneer een paar op het punt staat van een echtscheiding en deze krachtige bijbelteksten over het huwelijk hen kunnen helpen, maar wij ze niet kunnen lezen omdat het paar ouders heeft die na een scheiding hertrouwd zijn, plus dat meer dan de helft 162
van de gemeente hertrouwd is na een echtscheiding. Dit overkwam mij meermaals. Mijn vrouw en ik zijn het afgelopen jaar begonnen om bijbelteksten over het huwelijk aan verschillende paren onder de aandacht te brengen en in veel huwelijken kwam men weer samen en werden de relaties versterkt. Gods Woord is krachtig. We hebben over een andere voorganger gehoord die zijn Bijbel opende en de huwelijksteksten met een jong paar deelde. Het paar reageerde hierop met: "Omdat wij dit nu weten zullen wij nooit scheiden." De meeste mensen in de moderne kerken zeggen dat het niet medelevend is wanneer men deze verzen gebruikt. Ik ben blij dat de jonge voorganger die Gods Woord opende medelevend genoeg was om te helpen om aan dit jonge paar te laten zien hoe deze verzen precies in elkaar passen. Waar was het medeleven van al die mensen die zogenaamd voor hen moesten zorgen? Waarom hebben zij deze verzen niet aan hen getoond? De meesten van hen kunnen dat niet omdat ze misschien een gevoel van schuld hebben. Er zijn in de laatste 30 jaar meer huwelijksconferenties geweest dan ooit tevoren, maar toch is het echtscheiding- en hertrouwniveau in de kerk dramatisch gestegen, tot meer dan 50%. Waarom? Hoewel sommige conferenties goed kunnen zijn, weet ik slechts van één dat men hier de bijbelse huwelijk- en echtscheidingsteksten gebruikte. Het is verbazingwekkend hoe krachtig deze bijbelteksten kunnen zijn voor de paren die afstevenen op een echtscheiding. Maar veel "belijdende christenen" willen ze niet lezen vanwege de gevolgen die het voor henzelf en anderen zal hebben. Door velen is al gezegd: "Dit is gevaarlijk onderwijs." De enige reden waarom het gevaarlijk klinkt is omdat dit de 21ste eeuw is en niet 1920. Voor de Farizeeën klonk het net zo gevaarlijk omdat ze ernaar zochten om zich te rechtvaardigen. Wat is gevaarlijker, dat deze verzen gelezen en uitgelegd worden aan de jeugd en jonge paren, of dat mensen proberen overspel te rechtvaardigen? Was het gevaarlijk dat Jezus de joden vertelde dat het nodig was om een verandering in hun levensstijl aan te brengen om gered te kunnen worden? Het is een gevaarlijke situatie wanneer jonge paren die op weg zijn naar de rechtbank voor hun echtscheiding, niet in een gevestigde kerk onderwezen worden dat Jezus het overspel noemt wanneer zij met een ander opnieuw trouwen na hun scheiding. Helaas is dit in de hedendaagse kerk maar al te vaak het geval omdat de 'hertrouwde 163
mensen" in de kerk, of de ouders van kinderen die in een situatie van hertrouwen zitten, het niet zullen toestaan dat Gods Woord wordt toegepast. Sommige van deze mensen zullen proberen deze verzen over het huwelijk te bevestigen en te rationaliseren omdat, hetzij zij het zelf niet geleerd hebben, of zij de betreffende bijbelverzen zelf hebben genegeerd voordat ze naar de rechtbank gingen voor de echtscheiding. Of misschien hebben zij het hun kinderen nooit geleerd. Waarom kan de “kerk” niet gewoon toegeven dat we het op dit gebied de afgelopen vijftig jaar heeft laten afweten, in plaats van onze kop in het zand het zand te steken, een glimlach op te zetten en met een excuus proberen te komen zoals de Farizeeën dat deden door te zeggen: "Maar Mozes stond het toe" Hebreeën 3:3 zegt echter: "Maar Jezus heeft een veel grotere heerlijkheid dan Mozes," Jezus is onze autoriteit.
Ik heb volwassen “kinderen” gekend die constant worstelen met de scheiding van hun ouders. Er is tegen mij gezegd dat zij gebroken waren toen een voorganger hun ouders met andere partners trouwde. Wanneer u een voorganger bent, interesseert het u dan dat u de harten van kinderen breekt wanneer u het paar helpt om overspel te plegen. De meeste kinderen willen hún mams en paps samen. De meeste voorgangers en oudsten denken niet dat hertrouwen na echtscheiding overspel is. Jezus wel!! Hier zijn een aantal uitspraken uit de tijd dat ik nog in de bediening bij vorige gemeentes was:
"Huwelijk totdat de dood is wat jaren geleden werd onderwezen, maar de maatschappelijke behoeften zijn veranderd."
“Ik weet dat onze kinderen dit moeten weten, maar ik weet niet hoe men dit kan doen zonder de “kerk” te laten ophouden te bestaan.”
Iemand die al vele jaren trouw is aan de gemeente merkte terecht op dat het huwelijk tot dood, de waarheid is. Deze persoon ging verder door te zeggen dat bepaalde vrouwen meer dan twee echtgenoten (door hertrouwen) hadden en dat bepaalde mannen twee vrouwen hadden. Maar hij voegde eraan toe, "Vertel niemand dat ik dat gezegd heb."
“Verschillende personen van vijfenzeventig jaar en ouder, opgegroeid in dezelfde onderwijzing als wat wij vandaag over het 164
huwelijk zeggen, geloven het en zijn het er mee eens, maar ze zullen, vanwege hun omgeving, niets zeggen ter ondersteuning.
Er zijn veel mensen die gezegd hebben: "Dit soort onderwijs is de mening van Casey." Het enige wat ik echter deed was het voorlezen van de teksten uit de Bijbel over echtscheiding en hertrouwen.
Ik heb velen gehoord die gezegd hebben: “Kun je van iemand verwachten om de rest van zijn leven celibatair te zijn?”
Jezus verwacht dat mensen geen overspel plegen. Als dat betekent om celibatair te leven, dan ja. Hoe zit het met al die mensen die nog nooit getrouwd geweest zijn? Zou het goed voor hen zijn om met iedereen seks te hebben die zij bereidwillig tegenkomen omdat ze zichzelf niet kunnen beheersen? Is het voor hen goed om deze zonde in de praktijk te brengen omdat zij zichzelf niet kunnen beheersen? Hoe zit het wanneer een van de echtgenoten verlamd is of een gevangene of impotent? Betekent dit dat zij niet langer trouw aan elkaar hoeven te blijven? Er zijn een heleboel dingen die moeilijk zijn en dit is er een van. Maar er is ook nog zoiets als zelfbeheersing. God verwacht van ons allemaal om op dit terrein en vele andere, zelfbeheersing te hebben. En dit is mogelijk door Zijn genade.
Ik heb enkele opmerkingen gehad die, waarbij men het privé met mij eens is, publiekelijk hier niet voor uit durfden te komen.
Ik heb veel opmerkingen gehad van predikers en voorgangers die gezegd hebben: “Wanneer ik Romeinen 7:3 en 1 Korintiërs 7:9 zou onderwijzen om in praktijk te brengen, dan word ik op staande voet weg gestuurd”
Vrij recentelijk werd er op de radio in uitzending van een christelijk belprogramma gediscussieerd over het permante van het huwelijk. Een vrouw die gescheiden was belde en zei: “Ik weet wat de Bijbel zegt over echtscheiding en hertrouwen, maar ik denk dat God wil dat ik gelukkig ben.” De radiopresentator zei: “Ziet u, daar ligt het probleem. Zij weet wat de Bijbel zegt over echtscheiding en hertrouwen, maar zij negeert het. Zij probeert God te veranderen in dat wat zij wil, in plaats van zelf te veranderen zo God het wil.”
Ik heb van mensen gehoord die, hetzij wachten op hun verbondspartner om de relatie te herstellen, of daar waar de relatie 165
herteld is, gesterkt en aangemoedigd te zijn om “door te gaan”. In sommige van hun gemeentelijke pastorale herstelgroepen waar zij aan deel namen, werd hun verteld dat zij het verdienden om gelukkig te zijn. Ik heb mij laten vertellen, door hen van wie hun “verbondshuwelijk” hersteld was, dat zij die inmiddels hertrouwd waren na hun scheiding, totaal van streek waren dat het andere paar weer samen was. Hoe zou dat komen?
Ik heb gehoord van kinderen die een keuze moesten maken toen de rechter hen vroeg, "Wil jij bij jouw vader of jouw moeder blijven?" Hoe moeilijk moet dat zijn! En dan zeggen wij dat wij voor onze kinderen moeten zorgen en hen liefhebben.
Een leider van een gemeente die hertrouwd was zij eens: “hoe kan ik tegen iemand zeggen om niet te scheiden en te hertrouwen?”
Ik heb verschillende mensen horen zeggen dat ze de bijbelteksten over het huwelijk niet willen lezen omdat ze zo eenzaam zijn. Zij proberen bewust om deze teksten te negeren om “het vlees te behagen.”
Ik heb door het hele land van volwassen kinderen gehoord dat het al erg genoeg was dat hun ouders scheidden, maar toen één van hen of beiden opnieuw met een andere persoon trouwden, het voelde als de dood. Het herinnert hen aan de traumatische dag toen hun ouders voor het eerst uitspraken dat ze gingen scheiden en elke keer dat ze samen op een feestje of iets dergelijks zijn komt het verleden terug.
Ik hoorde een verhaal over een man wiens huwelijk werd gered omdat zijn gemeente jaren geleden tucht toepaste bij een andere man die van zijn vrouw was gescheiden. Deze man vertelde dat hij ook zijn vrouw wilde verlaten, maar dat hij niet door zijn gemeente getuchtigd wilde worden. Dus begonnen hij weer samen te komen met zijn vrouw en overleefden het huwelijk.
Een vrouw vertelde mij dat ze het recht heeft op echtscheiding en om te hertrouwen terwijl haar echtgenoot nog leeft, niet vanwege wat het Nieuwe Testament zegt over echtscheiding, maar omdat populaire predikers, bijbelleraren, christelijke auteurs en vele belijdende christenen zijn hertrouwd, terwijl een eerste (verbonds)
166
partner nog leeft. Ondertussen vragen haar kinderen en echtgenoot haar om terug te komen naar huis.
Ik heb onlangs gehoord van een echtpaar dat herhaaldelijk geprobeerd heeft om een ontmoeting te hebben met hun voorganger over de kwestie van echtscheiding en hertrouwen, om erachter te komen wat de houding van de gemeente hierin was. De voorganger reageerde niet op hun telefoongesprekken en e-mails. Ze begrepen uiteindelijk dat hij niet bereid was om het met hen te bespreken, waarop zij geen andere optie hadden dan de gemeente te verlaten. Ze ontvingen vervolgens een brief van de voorganger met daarin zijn zegen op hun weg.
Dit zijn slechts een deel van de citaten die mij hebben geholpen om de bijbelteksten over het huwelijk weer tot leven te doen komen. Deze situaties zijn echt gebeurd en behulpzaam in het onderbouwen van deze bijbelteksten.
167
Hoofdstuk 20 De volgende generatie onderwijzen? De mogelijkheid en de verplichting om een generatie te onderwijzen om de duurzaamheid (tot de dood scheidt) van het huwelijk te herstellen. Wij kunnen dit niet gewoon negeren. Wij mogen niet zijn zoals in dagen van Jesaja, toen leiders een andere weg kozen, omdat zij er niet betrokken bij wilden worden. "Zijn wachters zijn allen blind, zij weten van niets. Zij allen zijn stomme honden, zij kunnen niet blaffen; slaperig liggen zij neer, zij hebben het sluimeren lief."(Jesaja 56:10) Wij moeten blaffen voor de volgende generatie! Sommige mensen zeggen dat onwetendheid gelukkig maakt en “wat niet weet, wat niet deert”, maar in Hosea 4:6 staat, “Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis." (NBG) Wij geloven dat wij een enorme verantwoordelijkheid hebben om de kinderen over de heiligheid en het permanente van het huwelijk te onderwijzen. Wij willen niet een gemeente zijn die nee zegt tegen het huwelijk van hetzelfde geslacht en tegelijkertijd voorbijgaan aan de duidelijke geboden over echtscheiding, hertrouwen en overspel, omdat beiden bijbels “onwettige” relaties zijn. De gemeentes doen wat Paulus in Romeinen 2:1 zegt om niet te doen, " want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook." De mensen die het sterkst agiteren tegen het huwelijk binnen hetzelfde geslacht zijn soms de mensen die zijn gescheiden en hertrouwd terwijl een verbondspartner nog leeft. Het is absoluut verkeerd om deze bijbelteksten aan de gemeente te onthouden en niet toe te passen. De jongeren blijven naar onze daden kijken. Er is een oud gezegde dat zegt: “er wordt meer opgevangen, dan onderwezen”. We moeten ons afvragen: “zijn er sommige opdrachten van Christus een taboe in de nieuw testamentische gemeente?” Eerlijk gezegd wordt het ons niet toegestaan om in de gevestigde kerk alle opdrachten van Christus te onderwijzen, met name Mattheüs 5:32; Mattheüs 18; Mattheüs 19; Markus 10; Lukas 16:18 en 1 Korintiërs 7:10-11. Hoe God naar alles zal kijken is aan Hem, maar Jezus heeft ons verteld om Zijn opdrachten te onderwijzen en toe te passen. U zult dit niet kunnen doen in een gevestigde gemeente tenzij u, uw leiding en hun echtgenotes in totale overeenstemming zijn en hertrouwde paren nederig erkennen dat hun huwelijk overspel is ten gevolge van een echtscheiding. Alleen dit zal toekomstige generaties op de juiste weg helpen. Wanneer aan de Israëli's de tien geboden werden voorgelezen, waren ze gewaarschuwd dat als zij in 168
opstand hiertegen zouden komen, dit invloed zou hebben op vele generaties die zouden komen. God zei dat hij de kinderen zou straffen wanneer ze zouden opgroeien, omdat het meer dan waarschijnlijk was dat zij hun ouders in hun voorbeeldfunctie en zonden zouden volgen. “U mag niet voor dergelijke zaken buigen of deze vereren; want Ik, de HERE, ben een jaloerse God, Die de zonden van de vaders toerekent aan de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van hen die Mij haten. Maar Ik ben liefdevol voor hen die van Mij houden en mijn wetten gehoorzamen. (Exodus 20:5-6) Het blad “divorce” stelt dat kinderen die uit gescheiden gezinnen komen een 50% hogere kans op echtscheidingen hebben dan kinderen van wie de gezinnen intact blijven. Dit is een van de grote redenen waarom ouders deze bijbelteksten niet met een zuiver geweten aan de kinderen kunnen leren zonder te herkennen dat zij zelf in zonde leven. Bent u bereid te helpen om deze gezinscyclus te doorbreken en te veranderen? Het prachtige verhaal van Josia in 2 Koningen 22 geeft de hele jeugd de hoop om een natie te willen veranderen. Josia deed iets wat zeer moeilijk was om te doen. Hij hield meer van God dan van zijn gezin, wat ook inhoud dat zelfs wanneer de meesten aan een hertrouwde situatie willen vasthouden in plaats van de verzoening van het oorspronkelijke huwelijksverbond te verdedigen, dit de enige manier is die leidt naar een ontwaken, naar een opwekking. Sommige van mijn beste bemoedigers zijn van oorsprong kinderen van gescheiden ouders die de waarheid willen uitdragen, ongeacht hoe moeilijk dat voor hen is. Ik dank God, want hun getuigenis en trouw aan God en aan Zijn Woord is groter dan hun diepe liefde voor hun ouders. Jezus zei: “Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard.” (Mattheüs 10:37). Enkele bekende predikers die het er mee eens dat het huwelijk tot dood is vlakken de hertrouw kwestie af door te zeggen, "Het is moeilijk om roerei ongedaan te maken." Als dat klopt, wat ook zo is, waarom helpen dezelfde predikanten en de leiders dan niet, door de autoriteit van Gods Woord over echtscheiding en hertrouwen te onderwijzen voordat een paar op het punt staat om te hertrouwen en hun leven te laten "vervormen tot een roerei", of, zoals Christus het noemt, "overspel?" Is het omdat ze bang zijn dat ze iemand 169
zouden kunnen beledigen die al in de "roerei situatie" zit? Is het omdat zij de mens meer vrezen dan God? Het lijkt er ook op dat sommigen hun hertrouwde situatie willen verdedigen in plaats van zich te verzoenen in het oorspronkelijke verbondshuwelijk. Klinkt dit logisch? Ik heb het volgende horen zeggen door wijze mensen, "wanneer u niet ongedaan kunt maken wat God niet heeft samengevoegd (hertrouwen terwijl een verbondsechtgenoot nog leeft), hoe zit het dan dat u wel ongedaan hebt kunnen maken wat God wel heeft samengevoegd, namelijk, het oorspronkelijke verbondshuwelijk?” Huwelijken binnen hetzelfde geslacht, daarvan moet men zich ook bekeren Ik ben helemaal voor gelijke rechten als het gaat om de huidskleur, maar niet als het gaat om zonde te rechtvaardigen. De Family Research Council is zeer bezorgd over de voorgestelde wetten op het gebied van het recht van gelijke behandeling (in het Engels, “thought crime” or “hate crime” laws) wat zou kunnen betekenen dat een predikant of christen, zonder juridische gevolgen, niet tegen iemand kan zeggen dat, volgens de Bijbel, hun seksuele geaardheid, genderidentiteit, etc. niet bijbels is. Er is een gerede kans dat "sociaal niet geaccepteerde denkwijzen" in de toekomst zullen zegevieren over religieuze vrijheid van meningsuiting. Er is een goede kans dat het christenen niet zal worden toegestaan om mensen te wijzen op de noodzaak van berouw en bekering, zonder dat dit juridische gevolgen heeft wanneer dit als een misdadig denken wordt gedefinieerd. Jezus en Johannes de Doper zouden zeker naar de gevangenis gebracht zijn wanneer zij aan deze juridische normen gehouden zouden zijn geweest. Kijk naar Canada. Er zijn enkele gevallen waar predikers juridisch vervolgd worden voor hun standpunt met betrekking tot de Waarheid. Bepaalde bedrijven zijn hun licenties kwijtgeraakt omdat ze het homohuwelijk niet onderstrepen. Gemeentes moeten consequent zijn. Veel "kerken" in Amerika bevorderen het homoseksuele gedachtegoed recht voor onze ogen, door met behulp van de woorden "genade" of "barmhartigheid", hun zonde te rechtvaardigen. Sommigen weten dat homoseksualiteit een gruwel is in Gods ogen, maar denken niet na over het feit dat Jezus meer sprak over echtscheiding, hertrouwen en overspel dan dat hij sprak over homoseksualiteit. Een van de redenen waarom Hij niet meer over homoseksualiteit leerde is dat het een gegeven feit was. Het is tegen de wet van de natuur. 170
Het is ook zo dat in elke tekst in de Bijbel waar het huwelijksprobleem ter sprake kwam, Jezus sprak over echtgenoten en echtgenotes. Men moet een man als een echtgenoot en een vrouw als echtgenote zien. Het was een algemene erkenning dat dit het enige huwelijk was. Als God het homohuwelijk zou hebben goedgekeurd, dan vernietigt dit ook de illustratie van Christus (man, mannelijk) en de bruid (gemeente, vrouwelijk). Christus zou dan uiteindelijk trouwen met een man in plaats van een vrouw. God verhoede. De man (Paulus) die ons onderwijst over genade geeft ons een ontnuchterende waarschuwing. Ik zeg dit nogmaals omdat veel "homoseksuelen" die "belijdend christen" zijn, dezelfde bewoording gebruiken als heteroseksuele paren die proberen hun seksuele zonden te rechtvaardigen. Het prachtige woord "genade" werd in de tijd van de apostelen ook al misbruikt als een vrijbrief om te zondigen. “Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren. Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen. Daarom heeft God hen overgegeven aan oneervolle hartstochten, want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf. En omdat het hun niet goed dacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan verwerpelijk denken, om dingen te doen die niet passen. Ze zijn vervuld van allerlei ongerechtigheid, hoererij, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid. Ze zijn vol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadaardigheid. Kwaadsprekers zijn het, lasteraars, haters van God, smaders, hoogmoedigen, grootsprekers, bedenkers van slechte dingen, ongehoorzaam aan hun ouders, onverstandigen, trouwelozen, mensen zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, onbarmhartig. Zij kennen het recht van God, namelijk dat zij die zulke dingen doen de dood verdienen, en toch doen zij niet alleen zelf deze dingen, maar stemmen ook in met hen die ze doen.” (Romeinen 1:24-32). Judas (van wie velen geloven dat het de broer van Jezus was) geeft de volgende waarschuwing:
171
“Want er zijn sommige mensen binnengeslopen, die tot dit oordeel al lang tevoren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God veranderen in losbandigheid, en die de enige Heerser, God en onze Heere Jezus Christus, verloochenen. Maar ik wil u eraan herinneren-u weet dit eens en voorgoed-dat de Heere, nadat Hij het volk uit het land Egypte verlost had, vervolgens hen die niet geloofden, te gronde heeft gericht. En de engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij voor het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien in de duisternis in verzekerde bewaring gesteld. Evenzo is het met Sodom en Gomorra, en de steden eromheen, die op dezelfde wijze als zij hoererij bedreven hebben en ander vlees achterna zijn gegaan. Zij liggen daar als een waarschuwend voorbeeld, doordat zij de straf van het eeuwige vuur ondergaan.” (Judas 4-7). Ja, God heeft homofielen lief, maar Hij haat de zonde van homoseksualiteit. Er moet, gebaseerd op 1 Korintiërs 6:9-10 en Galaten 5:16-21, een omkeren zijn van deze praktiserende levensstijl om de hemel binnen te kunnen gaan, net zoals bij overspel door hertrouwen. Wat als ik op deze manier ben geboren? Wanneer u bent geboren verlangend naar iemand van hetzelfde geslacht verandert niets aan het feit die u het nodig hebt om zich te bekeren. Ieder van ons kan geboren zijn met een soort van zwakte die satan gebruikt om te proberen om onze relatie met God voor de eeuwigheid te verbreken. Moderne artsen zeggen dat genen een rol bij deze zonde kunnen spelen. Mijn antwoord daarop is dat eenieder van ons een heleboel goddelijke "genen" in zich heeft die ons kunnen helpen om elke zondige levensstijl te overwinnen. “Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.” (Galaten 5:16-17). Hadden Paulus en Judas een hekel aan u dat zij deze verzen schreven? Moeten deze twee apostelen zich bekeren? Wanneer u gescheiden, hertrouwd of homoseksueel bent, denk dan niet dat wij een hekel aan u hebben of u haten. Wij haten u niet, maar houden voldoende van u om dingen tegen u te zeggen die u liever niet wilt horen, maar die wel uw redding kunnen zijn.
172
Mijn dochter van vier jaar reed onlangs met mijn vrouw en mij mee in de auto en was ongehoorzaam. Haar ongehoorzaamheid had tot gevolg dat zij niet naar een van haar favoriete nummers mocht luisteren. Toen we dit deden zei ze tegen ons, "Ik dacht dat jullie van mij hielden". Wij houden veel van haar en genoeg om haar te leren dat er, voor haar bestwil, grenzen zijn waar zij zich aan moet houden en dat wij tucht moeten toepassen wanneer zij over die grenzen heen gaat. De richtlijnen zijn voor haar gemaakt om haar te laten zien dat zij niet alles kan doen wat zij graag wil. Sommige van deze verlangens kunnen haar op een dag in een slechte situatie brengen wanneer zij niet nu al gecorrigeerd wordt. Veel mensen proberen dezelfde tactieken te gebruiken daar waar het gaat om de waarheid over veel dingen in Gods Woord. Wanneer men anderen hiermee confronteert om te proberen te helpen zullen velen aanstoot hieraan nemen en zeggen: "Ik dacht dat je me graag mocht." Op een dag, tenzij er een grote opwekking in onze gemeentes plaatsvindt, wordt “één man en één vrouw" beschouwd als haatdragende taal, net als "één vrouw en één man, tot de dood " door sommige nu al als haatdragende taal wordt aangemerkt. Gemeentes, bent voorbereid op de dag dat personen van hetzelfde geslacht juridische een gehuwd paar vormen en zij in uw gemeente komen met hun geadopteerde of “kunstmatig” verkregen kinderen, dienstbaar willen zijn in de gemeente en kinderen onderwijzen dat het goed is om met twee mama's of twee papa's in hetzelfde huis te wonen? Ik weet van kerken waar dat nu al gebeurt. Veel mensen negeren het gewoon omdat het satans hulpmiddel is dat mensen u beschuldigen van hatelijk en liefdeloos gedrag wanneer u hen met de situatie confronteert. Niemand wil niet aardig gevonden worden of gezien worden als niet medelevend, zodat zij het probleem negeren en gewoon doorgaan. Heeft iemand er ooit over nagedacht waarom er in de eerste twee eeuwen zo veel christenen zijn omgebracht? Was het niet omdat Jezus en de apostelen het volk gebood om heiligheid na te jagen, en dat veel van de eerste christenen de woorden en opdrachten van Jezus en de apostelen in hun leven wilden toepassen? Ik geloof dat door zondaars te vertellen om zich te bekeren van een "vleselijke" manier van leven en zich moeten omkeren tot een goddelijke manier van leven, veel mensen hierdoor overtuigd zijn geworden. Dat is het ware evangelie. 173
Weest klaar voor de "zou Jezus discrimineren?" campagne. Weest op uw hoede voor reclame of advertenties die proberen Gods woorden over homoseksualiteit te verwateren. De aanhangers van het huwelijk van hetzelfde geslacht beroepen zich op burgerrechten, gebruiken discriminatie uitingen en etniciteit discriminatie om hun zaak tegen de zogenaamde discriminatie van homoseksuelen tot hun recht te maken. En sommige van dezen zijn belijdende christenen. Ik heb in enkele Canadese "kerken" en zelfs sommige Amerikaanse "kerken" gezien hoe er afbreuk gedaan wordt aan het woord van God, ter rechtvaardiging van zonde en personen die in deze zonde leven lid zien worden en hoe zij de jeugd onderwijzen. Sommige kerkleiders zullen zeggen dat “twee verkeerden niet iets recht zetten” wanneer het gaat om de gedachte van het adviseren in onheilige hertrouw situaties (overspel), door uit elkaar te gaan. Wat zullen deze leiders zeggen tegen de paren van hetzelfde geslacht die juridische huwelijkscertificaten hebben? Is een scheiding van het homoseksuele paar, dat op zoek is om te doen wat de Bijbel zegt, verkeerd? Echte bekering is nooit verkeerd!
174
175
Hoofdstuk 21 Wat moet ik doen? Wat moet ik doen wanneer ik in een “hertrouw” situatie ben? Lees alleen en op uzelf de bijbelteksten die hierover spreken. Sta niet toe dat iemand anders tegen u zegt wat goed of fout is. Sta toe dat de Heilige Geest uw Leidsman is en weest ervan overtuigt dat dit de Stem is waar u naar luistert. Herinner uzelf eraan dat Gods stem weerklinkt uit de bladzijden van de Bijbel. Zijn stem, de Heilige Geest als Leidsman, zal nooit tegengesteld zijn aan Zijn Woord.
Geloof dat God heel veel van u houdt en dat Zijn genade (kracht, wijsheid en inzicht) u kan helpen om elke situatie waar u in terecht komt te overwinnen. Wij moeten meer van Hem houden dan van iemand anders.
Houd het eeuwigheidsbeeld voor ogen (Jakobus zegt: “Uw leven lijkt op een damp, die er nu is en straks weer verdwijnt”) en laat wereldse emotie niet Gods waarheid vervangen.
Wees voorzichtig om niet datgene te doen waartegen Gods Woord waarschuwt:
“Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.” (2 Timotheüs 4:3-4).
Onderzoek wat berouw en bekering inhoud
Oprechte bekering houdt drie dingen in: Overtuiging – erkennen dat Jezus gezegd heeft dat hertrouwen na een echtscheiding overspel is. Overspel is zonde. Berouw – Vraag vanuit uw hart vergeving voor uw zonden. Niet alleen voor de echtscheiding, maar ook voor het huwelijk na de echtscheiding. Het is alleen God die uiteindelijk kan vergeven. Kom gebroken tot Hem. 1 Johannes 1:9 zegt: “Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.” Verandering – Laat de zonden achterwege door de kracht van de Heilige Geest.
176
“Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg.” (2 Korintiërs 7:10). “…maar heb ik eerst aan hen die in Damascus en in Jeruzalem en in heel het land van Judea woonden, en later aan de heidenen verkondigd dat zij tot inkeer moesten komen, zich tot God bekeren en werken doen die in overeenstemming zijn met de bekering.” (Handelingen 26:20). “Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid. En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet. Ieder die in Hem blijft, zondigt niet; ieder die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend. Lieve kinderen, laat niemand u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, zoals Hij rechtvaardig is. Wie de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt vanaf het begin. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou. Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, omdat hij uit God geboren is.” (1 Johannes 3:4-9). “[wanneer] Mijn volk, waarover Mijn Naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen.” (2 Kronieken 7:14). Is overspel slecht? Wat moet ik doen wanneer er van overspel sprake is? Er zich van afkeren! “Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen.” (Spreuken 28:13).
De enige manier om deze weg te bewandelen is door de Heilige Geest toe te staan om u te helpen om dit te overwinnen. Eigenlijk is het nog beter om God te loven, omdat u in staat bent het patroon te doorbreken. God staat te popelen om u te vergeven. Zijn genade zal u kracht geven om te overwinnen.
Overspel is het hebben van seksuele relaties met iemand die niet uw echtgenoot/echtgenote is. Nogmaals, Jezus noemt het overspel, (ZONDE) na de echtscheidingsbrief en het hertrouwen. Een gescheiden persoon moet leven op de wijze waarop een 177
vrijgezel zou doen. God heeft nooit "opzettelijke zonde" goedgekeurd. Uw kinderen moet worden geleerd wat de bijbelteksten hierover zeggen, zodat zij veel serieuzer zullen overwegen met wie zij gaan trouwen voordat een crisissituatie zich voor doet.
Denk na over het voorbeeld dat u voor uw kinderen en hun echtgenoten kunt zijn. Vraag uzelf af of u wilt dat een andere voorganger de echtgenoot van uw kind trouwt met een andere persoon wanneer uw kind nog steeds zijn of haar echtgenoot terug wil. Het gebeurt de hele tijd in de kerken.
Vraag uzelf af of u wilt dat deze bijbelteksten over het huwelijk aan uw kinderen worden onderwezen; steunt u de voorganger en de leiders hierin? Zo niet, vraag uzelf af waarom? Voelt u zich veroordeeld wanneer u ze hoort? Er is een reden wanneer u uw Bijbel zelfs niet kunt openen om te proberen aan de mensen te laten zien wat Jezus en Paulus in alle duidelijkheid zeggen over het huwelijk. Jezus zei: “Waarom begrijpt u niet wat Ik zeg? Omdat u Mijn woord niet kunt horen.” (Johannes 8:43). Onderzoek bij uzelf wat die reden is!
Leef met elkaar als broeders en zusters en niet als vijanden, zoals zo vaak het geval is bij echtscheidingen.
Moet ik terug naar mijn oorspronkelijke partner? Voor sommigen is dit na veel therapie en bekering mogelijk, maar bij anderen gaat dit niet omdat er niets in het gedrag van de andere persoon veranderd is. Vergeet niet dat Paulus zei om gescheiden te blijven of te verzoenen: 1 Korintiërs 7: 10-11. Sommigen zeggen dat Deuteronomium 24:1-4 betekent dat u niet mag verzoenen. Als dat waar is dan had God ongelijk in Jeremia 3. Hij wilde dat Zijn volk naar Hem terug zou keren zelfs nadat het een “scheidsbrief” had ontvangen.
Moet ik een echtscheiding aangaan? Sommigen kiezen voor een scheiding zonder een bevestiging door het gerechtelijk systeem. Het is door veel mensen die in deze situatie verkeren gedaan. Niemand kan u vertellen wat u moet doen. Anderen hebben, vooral met betrekking tot de kinderen die uit een hertrouwde (overspel) situatie zijn geboren, gesproken met hun kerkelijke 178
leiders en met deze leiders de bijbelteksten hierover gedeeld. Ik heb gehoord van (echt)paren die besloten om in verschillende ruimtes te slapen in hetzelfde huis en niet overgingen tot een echtscheiding. Wanneer men echter, Johannes 3:20-21 en 1 Thessalonicenzen 5:22 leest, dan moeten wij elke schijn van mogelijk kwaad achterwege laten. U ziet, het probleem met echtscheiding is dat het vele moeilijke situaties creëert. De vele malen grotere slachtoffers zijn de kinderen. Het rukt hen, bij wijze van spreken, de harten uit hun lichaam zoals het gebeurde in het boek van Ezra, hoofdstuk 9 en 10. De kinderen moeten weten hoe belangrijk het is om zich aan Gods Woord te houden.
Nogmaals, wanneer u de beslissing hebt genomen om uit elkaar te gaan laat de mensen om u heen het dan eventueel per brief weten, met een onderbouwing door bijbelteksten waar uw beslissing op gebaseerd is. Doe dit op voorhand; u zult achteraf minder vrienden hebben! In het bijzonder wanneer uw vrienden in eenzelfde situatie zitten. Zij zullen zich veroordeeld voelen en nu wordt u de brenger van de voor hen slechte boodschap. Wij moeten allemaal toestaan dat Jezus onze beste vriend is. Al het andere zal veranderen.
Wanneer u denkt dat dit allemaal te hardvochtig is, wat zal er dan gebeuren wanneer gehuwde homoseksuele paren, uit welk deel van het land dan ook, met drie kinderen lid willen worden van uw gemeente? Accepteert u hun huwelijk omdat zij juridische de juiste papieren hebben, of gelooft u in Gods Woord boven de menselijke wetgeving? Wat gaat er gebeuren wanneer zij onderwijs willen geven? Gemeenteleider, wat gaat u zeggen? Wanneer u denkt dat het nooit zover zal komen, laat u zich dan hierin niet misleiden. Het gebeurt op dit moment al in veel kerken; niet alleen in Amerika maar ook elders. De gemeente die geen standpunt inneemt tegen hertrouwen/overspel kan ook geen standpunt innemen tegen het huwelijk van hetzelfde geslacht of homoseksualiteit in het algemeen, zonder partij te kiezen
Bekering is zich afkeren van de onrechtmatige daad met een vastberadenheid om op een andere manier te leven. We kunnen niet 179
terugkeren naar de oude manier van leven en zeggen dat wij ons bekeerd hebben. De volgende situaties lijken wij, wat dat betreft, goed te begrijpen: • De DRONKAARD zal moeten stoppen met het drinken. • De GOKKER zal moeten ophouden met het trekken aan gokhendels. • De LEUGENAAR moet stoppen met liegen en starten met de waarheid. • De DRUGSVERSLAAFDE moet stoppen met drugsgebruik. • De HOMOSEKSUEEL moet zijn oude levensstijl achter zich laten. • De seksueel IMMORELE-persoon moet stoppen met zijn immorele daden. • De persoon die VLOEKT moet schoon schip maken met zijn taalgebruik. • De persoon met een slecht HUMEUR moet zijn emoties bedwingen. Waarom zien wij uitstekend dat God verlangt dat dit soort levenswijzen, met de bijbehorende zonden, veranderd moeten worden, maar zijn wij niet in staat om te zien zijn dat degenen die in overspelige huwelijken betrokken zijn het overspel moeten staken. Ze kunnen niet slechts om vergeving vragen en in overspel blijven leven. Bekering eist hetzelfde van overspelers als wat wordt verwacht van andere zondaars - OPHOUDEN met zondigen en veranderen van de levensstijl. Indien niet, waarom niet? (KMG) (McClure)
Lees Mattheüs 6 (33-34) – God zal voor u zorgen wanneer u Hem het eerst zoekt.
U kunt ook niets doen. Iedereen heeft het recht om zijn eigen interpretaties weer te geven en het recht om te doen wat hij of zij wil, net zoals ik de vrijheid heb om mijn interpretaties weer te geven. Ik zou echter verkeerd bezig zijn wanneer ik, als voorganger, datgene zou achterhouden wat Jezus en Paulus en de mensen die de Bijbel hebben samengesteld en over dit onderwerp hebben weergegeven, en wat Erasmus zo heeft afgezwakt.
Bent u een pastoraal werker of leider in een gemeente? Ik weet dat velen van u zeer bezorgd en erg betrokken zijn wanneer mensen bij u komen met echtscheidingskwesties en u hen wilt helpen. Ik realiseer me dat velen van u, net als ik, hebben gelezen wat de vroege leiders dachten en wat Erasmus afgezwakt heeft en dat u net als ik hierdoor geschokt bent. Dus 180
wat vertellen wij mensen wanneer zij bij ons aankloppen voor hulp? Ik geef toe dat het altijd verleidelijk is om mensen dat te vertellen wat hen goed in de oren klinkt, wat bij hen een goed gevoel geeft, of het nu Bijbels is of niet. Maar ik besefte al snel dat anderen, vooral de jongere generatie, opletten en hun zonden zullen rechtvaardigen door te kijken naar de oudere belijdende gelovigen als hun voorbeelden. Jezus, Johannes de Doper en anderen hebben zonde nooit vergoelijkt, maar de mensen vertelt dat zij zich moesten bekeren. Jezus heeft een heleboel mensen boos gemaakt omdat Hij vertelde dat zij hun levensstijl radicaal moesten veranderen. Er waren meer mensen die Jezus haatten dan van Hem hielden. De mens zal nooit totale vrede ervaren totdat ze echt verliefd op Hem zijn, koste wat kost. Toen ik hertrouwde mensen pastoraal begeleide, terwijl hun verbondspartners nog in leven waren, realiseerde ik mij dat ik het huwelijksverbond totaal aan het ondermijnen was. Ik leerde ook dat er velen waren die baden dat hun verbondspartner naar hen terug zou keren en ik niet in staat was om hen zodanig te begeleiden dat zij hier niet voor zouden bidden. Sommige mensen hebben mij verteld dat ze willen dat hun verbondspartner terugkeert en dat ze gezocht hebben naar hulpverleners en voorgangers om hen hierbij te helpen, maar deze niet hebben kunnen vinden omdat deze predikers en voorgangers hier niet bij betrokken wilden raken. Ik bid dat counselors en kerkelijke leiders zullen onderwijzen wat Jezus, door Zijn Woord, gezegd heeft over het huwelijk en niet hun eigen interpretaties van het huwelijk zullen weergeven en woorden en advies gebruiken die niet zijn gebaseerd op de duidelijke woorden van Jezus en de apostel Paulus. In de tijd van Jeremia was er een waarschuwing uitgegaan dat wij ook wakker moeten worden en aandacht moeten schenken aan: “…bij de profeten van Jeruzalem heb Ik iets afschuwelijks gezien: zij plegen overspel, met leugen gaan zij hun weg zij bemoedigen de kwaaddoeners, zodat niemand zich bekeert van zijn slechtheid. Zij allen zijn voor Mij als Sodom, en zijn inwoners als Gomorra.” (Jeremia 23:14). Doet de tijd dingen veranderen? Zoals Joe Fogle het omschreef in een zeer goed boek met de titel: “Eén vlees, een Bijbels perspectief op echtscheiding en hertrouwen” nemen sommigen ten 181
onrechte aan dat door de tijd heen iemands huwelijkse status veranderd. Het is waar dat Gods genade gecombineerd met de tijd beschadigde emoties genezen kan, maar de Bijbel geeft geen hint dat een "periode van genezing" iemands huwelijkse status verandert waardoor wordt toegestaan dat een gescheiden persoon de vrijheid heeft om te hertrouwen. Het is ook niet waar dat de toestand van overspel, die is ingegaan op het moment van het hertrouwen na een echtscheiding, langzaam verdwijnt. Wanneer hertrouwen op de dag na een echtscheiding als een overspelige relatie wordt beschouwd, dan is het een jaar, of tien en twintig jaar na de echtscheiding nog steeds een overspelige relatie. De band van één vlees blijft tot de dood van één van beide eerste partners.
182
183
Hoofdstuk 22 De prijs van discipelschap Met de woorden van Jezus: Mattheüs 7:14: “…de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.” Mattheüs 7:21-23: “Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” Mattheüs 10:34-39: “Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader, en tussen een dochter en haar moeder, en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn. Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard. En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden.” Lukas 6:22-23: “Zalig bent u, wanneer de mensen u haten, en wanneer zij u uitstoten en u smaden en uw naam als slecht verwerpen omwille van de Zoon des mensen. Verblijd u op die dag en spring op van vreugde, want zie, uw loon is groot in de hemel. Hun vaderen deden immers evenzo met de profeten.” Lukas 6:46: “Waarom noemt u Mij: Heere, Heere, en doet niet wat Ik zeg?” Lukas 9:25-26: “Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden? Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd 184
zal hebben, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij zal komen in Zijn heerlijkheid en in die van de Vader en in die van de heilige engelen.” Lukas 14:28-33: “Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? Opdat niet misschien, als hij het fundament gelegd heeft en niet in staat is het te voltooien, allen die het zien, hem beginnen te bespotten, en zeggen: Deze man begon te bouwen, maar heeft het werk niet kunnen voltooien. Of welke koning die een oorlog in gaat om te strijden met een andere koning, gaat niet eerst zitten om te beraadslagen of hij bij machte is met tienduizend man tegemoet te gaan die met twintigduizend man tegen hem optrekt? En zo niet, dan stuurt hij, als de ander nog ver weg is, een gezantschap om te vragen wat de vredesvoorwaarden zijn. Zo kan dan ieder van u die niet alles wat hij heeft, achterlaat, geen discipel van Mij zijn. Het zout is goed, maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het smakelijk gemaakt worden? Het is niet geschikt voor het land en ook niet voor de mesthoop: men gooit het weg. Wie oren heeft om te horen, laat die horen.” Johannes 8:31: “Jezus dan zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen,” Johannes 15:12-14: “Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.” Johannes 15:18-19: “Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft. Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u.”
185
Hoofdstuk 23 De beloning voor discipelschap Huidige beloning Mattheüs 6:26: “Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?” Mattheüs 6:33: “Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.” Mattheüs 11:28-30: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.” Mattheüs 13:23: “Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoudig.” Mattheüs 23:12: “En wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden; en wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden.” Mattheüs 28:20: “…hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.” Markus 10:29-31: “En Jezus antwoordde: Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers verlaten heeft omwille van Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig, nu in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de wereld die komt, het eeuwige leven. Maar veel eersten zullen de laatsten zijn, en veel laatsten de eersten.” 186
Lukas 11:28: “Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren.” Johannes 8:31-32: “Jezus dan zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.” Johannes 10:10: “De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.” Johannes 14:27: “Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.” Johannes 16:33: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.” Hier een glimp van de toekomstige glorie! Mattheüs 6:20: “…maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen;” Mattheüs 8:11: “Maar Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen,” Markus 13:13: “En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam, maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.” Johannes 14:1-6: “Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u 187
gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. En waar Ik heen ga, weet u, en de weg weet u. Thomas zei tegen Hem: Heere, wij weten niet waar U heen gaat, en hoe kunnen wij de weg weten? Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Johannes 16:21-22: “Wanneer een vrouw baart, heeft zij droefheid, omdat haar tijd gekomen is, maar wanneer zij het kind gebaard heeft, denkt zij niet meer aan de benauwdheid, vanwege de blijdschap dat een mens ter wereld gekomen is. Ook u hebt dan nu wel droefheid, maar Ik zal u weerzien, en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen.” Handelingen 7:56: “En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechter hand van God.” 2 Korintiërs 5:1: “Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.” 2 Korintiërs 12:1-6: “Te roemen is werkelijk niet gepast voor mij, want ik zal komen op verschijningen en openbaringen van de Heere. Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden-of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het-dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. En ik weet van deze mens-of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het-dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken. Over zo iemand zal ik roemen, maar over mijzelf zal ik niet anders roemen dan in mijn zwakheden. Want gesteld dat ik zou willen roemen, ik zal niet dwaas zijn; ik zal immers de waarheid spreken. Ik onthoud mij daar echter van, opdat niemand méér van mij denkt dan wat hij aan mij ziet of van mij hoort.”
188
Filippenzen 3:14: “…jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus. Hebreeën 11:16: “Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.” 1 Petrus 1:4: “…een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor u.” Openbaring 21:2-7: “En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar. En Hij zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens. Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn.”
189
Conclusie Openbaring 2:10 zegt: “Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.” Adam Clarke zegt over dit vers, “Weest standvastig, houdt vast aan het geloof, belijdt Christus tot het einde ondanks alle gevaren en gij zult de kroon van het leven ontvangen. U zult worden gekroond met leven en een eeuwig gelukkig bestaan hebben, hoewel u een tijdelijke dood moet doorstaan.” Er wordt van Polycarpus, een discipel van Johannes en leider van een vroege christelijke gemeente, gezegd dat toen hij voor de rechter werd geleid en opdracht kreeg om het woord van Christus en Zijn leer te ontkennen, hij krachtig antwoorde met: “zes en tachtig jaar heb ik Hem gediend en Hij heeft mij nooit iets verkeerds gedaan, hoe kan ik dan mijn Koning vervloeken die mij gered heeft?” Hierna werd hij veroordeeld tot de brandstapel en leed in blijdschap voor Christus zijn Heer en Meester. Eenieder van ons behoord een geloof te hebben zoals Polycarpus! Polycarpus wist dat deze relatie de enige was boven alle anderen, de relatie met Jezus Christus! Wij moeten dat voorbeeld gebruiken wanneer wij geconfronteerd worden met eenzaamheid, vervolging door de wereld, en de verleiding tot het sluiten van compromissen. We zijn er om te leven voor Christus, zelfs wanneer niemand anders dat wil. De laatste jaren van studie hebben mij mijn geestelijke ogen voor vele dingen geopend. Ik zou de lessen die ik heb geleerd nergens voor willen ruilen. Er zijn voor mij zo ontzettend veel schriftgedeeltes tot leven gekomen. Ik realiseer me nu meer dan ooit hoeveel te meer wij de kracht van Jezus nodig hebben om onze levens te kunnen te vernieuwen. Er zijn twee situaties die mij bij veel aandacht getrokken hebben en mij doen realiseren dat er iets verschrikkelijk mis is in veel van onze huizen en gemeentes. De eerste situatie vond een aantal jaren geleden plaats op een christelijk kamp. Ik sprak tot een groep teenagers over aanbidding. Ik stelde de vraag: “Waarom staat er af en toe een regenboog aan de horizon?” Meer dan de helft van de teenagers wist het antwoord niet.
190
Net als het huwelijk is de regenboog een verbond. Een verbond wat God op Zijn voorwaarden gesloten heeft na de zondvloed. Het verbond van de regenboog moet ons herinneren aan Gods grote trouw. “En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u, met uw nageslacht na u, en met alle levende wezens die bij u zijn: de vogels, het vee en alle dieren van de aarde met u; van alles wat uit de ark is gegaan, tot alle dieren van de aarde toe. Ik maak Mijn verbond met u, dat niet meer alle vlees door het water van een vloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen vloed meer zal zijn om de aarde te gronde te richten. En God zei: Dit is het teken van het verbond dat Ik geef tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn, alle generaties door tot in eeuwigheid: Mijn boog heb Ik in de wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde. Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, dat Ik aan Mijn verbond zal denken, dat er is tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees. Het water zal niet meer tot een vloed worden om alle vlees te gronde te richten. Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens van alle vlees dat op de aarde is. God zei dus tegen Noach: Dit is het teken van het verbond dat Ik gemaakt heb tussen Mij en alle vlees dat op de aarde is.” (Genesis 9:9-17). Het tweede wat ik tegenkwam deed mij kritisch bewust worden dat er zich in onze cultuur een groot probleem voordoet en de kerken/gemeentes zijn hier niet van uitgesloten: Er is de laatste jaren een onderzoek gedaan door George Barna waarin naar voren kwam dat 42% van de ondervraagde mensen denken dat Jezus gezondigd zou hebben. Het lijkt mij dat velen dit graag zo zouden willen denken, zodat zij zich niet meer veroordeeld hoeven te voelen. Velen maken Jezus daardoor gewoon als “een van de jongens” die toegeeft aan zonde en hun zonde goed praat. Ik realiseer mij dat gewetenswroeging of schuldig voelen iets is wat de meesten van ons niet fijn vinden, maar het is een gezond gegeven. Wanneer u nooit onder een schuldgevoel of gewetenswroeging staat, dan zou ik erg bezorgd zijn over mijn ziel, wanneer ik u was. Hier volgen een aantal Bijbelpassages die u kunnen helpen om u te realiseren dat de 42% het bij het verkeerde eind hadden. “Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.” (Hebreeën 4:15). 191
“En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet.” (1 Johannes 3:5). “Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.” (2 Korintiërs 5:21).
192
193
“Hebt u niet gelezen…” Jezus sprak deze woorden tegen hen die geloofden in God. In die tijd waren velen van hen joden. Hij zegt nu ook tegen ons in de gemeente, "HEBT U NIET GELEZEN?" Ik heb veel dingen geschreven waarvan ik wilde dat ik ze niet had hoeven schrijven. Ik heb met tranen in mijn ogen van bezorgdheid geschreven voor de mensen die in dit soort situaties betrokken zijn. Ik wil dat u weet dat ik van u hou en bezorgd ben om u die in echtscheiding, of hertrouwsituaties verwikkeld zijn en de mensen die het oneens zijn met deze studie over het huwelijk. Ik wil u tot het uiterste van mijn menselijk vermogen helpen. Echter, alleen God kan u uiteindelijk helpen en Hij zal u de macht geven. Er moet gebrokenheid zijn voor Zijn aangezicht. We kunnen geen compromissen sluiten ten aanzien van Zijn Woord met betrekking tot de toekomstige generaties of compromissen sluiten ten aanzien van de kern van het geloof, om ons daardoor beter te voelen. God is op zoek naar trouwe mensen. De manier waarop God succes meet is radicaal anders dan hoe de wereld "succes" bepaalt. God heeft het huwelijk ingesteld als onderdeel van Zijn scheppingsorde. En Jezus, God in het vlees, sprak deze woorden, die ook vandaag nog steeds voor ons geldig zijn: Mattheüs 19:4-6… En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.
194
195
Over de schrijver Casey Whitaker komt uit Ohio, Amerika en is meer dan 24 jaar voorganger geweest is kleine en middelgrote gemeentes. Hij heeft hierbij hulp verleent en ervaren hoe mensen vrijgezet werden van machten van de zonde en gebondenheid door hun directe en persoonlijke relatie met hun Heer en Heiland, Jezus Christus. Hij heeft een schat aan ervaring in het omgaan met mensen die met huwelijksproblemen te maken hebben en verwikkeld zijn in echtscheidingen hertrouw situaties, en in andere omstandigheden die heiliging in de weg kunnen staan. Hij vreest God boven de mens en is erg gevoelig en zorgzaam, spreekt eerlijk, met autoriteit en gezag en is zich erg bewust van wat Jezus en de apostelen over het geloof en het volledige vertrouwen op God, aan ons hebben overgeleverd. Hij heeft bij veel huwelijksconferenties in Amerika een voortrekkersrol vervuld en adviseert en helpt mensen over de hele wereld zoals in Canada, Nieuw-Zeeland. Australië. Zuid-Afrika, Zwitserland, Nederland, de Filipijnen en Haïti Sinds acht jaar dient Casey als voorganger in een nieuwe gemeente in Ohio. U kunt, wanneer u dat wenst contact met hem opnemen via:
[email protected]. Het originele Engelse boek, met de titel “Have you not read” is als PDF te downloaden op www.hetherstel.nl
196
197
Over de vertaler Een viertal jaren gelden, in 2012, werd ik door persoonlijke omstandigheden gedrongen om op zoek te gaan naar de bijbelse waarheid over huwelijk, echtscheiding en hertrouwen. Net zoals de schrijver in het begin van dit boek omschrijft hoe hij geen vrede kreeg bij de diverse verklaringen en uitleg van verschillende bijbelleraren en predikers, maar dat Gods Waarheid hem vrij maakte, is dat bij mij exact zo gebeurt. Ondanks dat ik literair niet erg geschoold ben en grammatica nooit mijn sterke kant is geweest, heb ik de uitkomsten van de Bijbel- en andere studies op papier mogen zetten in het boek “Niet meer twee, maar één vlees”. Ik kan niet anders dan concluderen dat ik dit alleen heb kunnen doen door Gods openbaring en leiding van de Heilige Geest, mede omdat kort nadat mijn optekeningen van de studie in boekvorm waren uitgegeven, ik in contact kwam met Casey Whitaker, waarbij bleek dat wij ondanks de afstand van meer dan 6000 km en een oceaan tussen ons in, God ons dezelfde openbaring over dit onderwerp had gegeven, zonder dat wij elkaar kenden, laat staan dat wij van elkaar weet hadden van onze studies en bezigheden. Waarom durf ik zo stellig te verklaren dat dit Gods werk en Zijn Waarheid is? Omdat de Heere Jezus in Johannes 8 vers 31 en 32 het volgende zegt: “Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken”. Wij hebben beiden - er zullen ongetwijfeld meerderen zijn die dezelfde ervaring hebben – oprecht en met een open hart op God gericht, Zijn Waarheid gezocht en waren beiden bereid om die waarheid te leven en uit te dragen, wat de consequenties ook zijn. Daarom maakt God ons zijn belofte waar, namelijk dat Zijn Waarheid vrij maakt. De studie van Casey en zijn boek is vanwege zijn eigen ervaringen specifiek gericht op voorgangers, oudsten, pastorale werkers, enz. en is deze vertaling door Gods kracht en wijsheid tot stand gekomen. Zonder Zijn leiding en met de overtuiging die ik, vanuit Gods Woord, deel met de schrijver had ik dit niet kunnen bewerken en niet in het Nederlands op papier kunnen zetten. Frits Mulder
198
199
Bronnen
ATS Bible Dictionary. <www.studylight.org>. Barna, George. “Americans Draw Theological Beliefs From Diverse Points of Views.” 2002 <www. barna.org>. Barna, George. “Born Again Christians Just as Likely to Divorce as are Non-Christians.” 2004 <www. barna.org>. Barnes’ Notes on the New Testament. Grand Rapids: Baker Book House, 1949. Birkitt, Dr. James. What the Bible Teaches About Marriage, Divorce, Remarriage and the Family. Glen, Allen, Virginia: Biblical Research Center, 2006. Bork. Slouching to Gomorrah. New York: Harper Collins, 1996. Campbell, Thomas. “Divorce.” Millennial Harbinger (1845): 204-205. Daniel Mace New Testament 1729. <www.wordsearch bible.com>. “Divorce Stats.” 2006 <www.divorcemag.com>. Dr. Donald Nash, A Literal and Consistent New Testament Version. Grayson, Kentucky: ~ Kentucky Christian College. “Early Christian Writings.” <www.ccel.org>. “Erasmus.” <www.newadvent.org>. Fogle, Joe. One Flesh, A Biblical Perspective on Divorce and Remarriage. Wipf and Stock Publishers, 2007 Eugene, OR Horst, Myron. “Divorce and Remarriage.” <www. biblicalresearchreports.com>. “How Do We Know the Bible is True?” <www. allaboutGod.com>. Jackson, Wayne. “Are We Under Law or Grace?” 2007 <www.christiancourier.com>. Jones, Dr. David W., and Dr. Johannes K. Tarwater. “Are Biblical Covenants Dissoluble.” Reformed Perspectives Magazine Sept. 2005. McClure, Glendol, Keith Greer. “Repentance”, Knollwood Church of Christ. October 2007 McFall, Dr. Leslie. “The Biblical Teaching on Divorce and Remarriage.” lmf12/DivorceMcFALLview.pdf>. Scroggins, Dick. “Church Planting Manual.” 2008 <www.dickscroggins.com>. “State of the Marital Union.” 2005 <www.saveus.org>.
200
Torrey, R.A. How to Pray. 1900. Public Domain ~ Scripture comes from the New King James Bible translation unless Mark used otherwise. (KJV) – Public domain “Scripture taken from the NEW AMERICAN STANDARD BIBLE®, Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation. Used by permission.” Scripture taken from the New King James Version. Copyright © 1982 by Thomas Nelson, Inc. Used by permission. All rights reserved.”
201
202
203