Carnaval en creativiteit
Door middel van de informatieve teksten en lessuggesties krijgen de leerlingen inzicht in wat creativiteit met het Oosterhouts carnaval te maken heeft.
Het belangrijkste doel is de leerlingen een beeld te geven van de lokale creatieve cultuur binnen carnaval. Ook zien ze dat het niet zomaar “feesten’ is met carnaval voor veel mensen.
(Creatieve studie les) Voorbereiding leerkracht
Vooraf
Lees de teksten door. Bekijk de vragen en antwoorden.
In deze (mondelinge) studieles verdiepen de kinderen zich in wat creativiteit met carnaval te maken heeft.
Bepaal welke de klas maakt en welke niet. Ook welk deel er wel gegeven wordt. Bekijk de lessuggestie m.b.t. TeHaTex gebieden.
De teksten in het leerlingenboekje hebben het gemeenschappelijk thema “Knutselen in Kaaiendonk ” en zorgen voor een beter beeld bij de leerlingen over wat creativiteit en carnaval met elkaar te maken hebben en dit binnen carnaval in Oosterhout.
Materialen
Introductie
Leerlingenboekje blz. 29 - 30
Introduceer de les met een blik op het woordveld. Herinner de leerlingen ook aan het 3e verhaal.
Tijd 30 to 45 min (voor het studiegedeelte)
Wat weten we al over carnaval? Waarom zijn mensen vaak al lang met carnaval bezig, langer dan carnaval zelf? Waarom is creativiteit belangrijk als je in een Carnavals Vereniging zit. Wat zou je allemaal moeten kunnen om een carnavalswagen te bouwen?
Sluit de introductie af met de conclusie dat Carnaval en creatief bezig zijn bij elkaar horen.
Kaaiendonkse Scholen Project
Tijdens het voorlezen van het verhaal hebben de leerlingen wat informatie gekregen over creativiteit en het carnaval.
De verwerking van de les geeft de leerlingen de mogelijkheid de informatie te ordenen.
Tijdens het gesprek praten de leerlingen over wat zij dachten waar het creatieve deel van carnaval vandaan komt.
De vragen zijn gerubriceerd rondom de teksten. Besteed er niet teveel tijd aan. De antwoorden op de vragen geven ook inzicht in de verworven kennis.
Teksten bestuderen
Gesprek
De 4 informatieve teksten en illustraties geven de leerlingen meer inzicht in de algemene geschiedenis van het ontstaan van carnaval.
Bespreek met de leerlingen wat ze hebben gelezen. Zijn er woorden die ze niet begrepen hebben?
Creativiteit in Kleding Waarom kleden mensen zich anders tijdens carnaval, zelfs in verschillende plaatsen? Is er carnavalsmode?
Knutselen door groot en klein. Kun je een carnavalswagen bouwen nog knutselen noemen? Zou je zelf zo’n wagen kunnen maken en hoe begin je dan?
Gesproken taal = anders. Zou je het begrijpen als iemand jou zou aanspreken in het “Kaaiendonks carnavalsdialect”? Wat is een carnavalstaal/dialect?
1. Creativiteit in Kleding 2. Knutselen door groot en klein. 3. Gesproken taal = anders.
Antwoorden Bespreek met de leerlingen de antwoorden op de vragen die horen bij de teksten. Beargumenteer ook de antwoorden waarom ze goed zijn en waar ze gevonden kunnen worden in de teksten. Vervolg project Na deze les kunt u een aantal lessen doen. Hier naast staan ze in willekeurige volgorde.
Kaaiendonkse Scholen Project
Lessuggesties TeHaTex handleiding Wostrouts Dikketee
.
Knutselen in Kaaiendonk Carnaval heeft natuurlijk veel met creativiteit te maken. Met creativiteit bedoelen we alles wat je verzint en maakt op welke manier dan ook. Met carnaval kan dat op heel veel verschillende manieren, bijna alles kan wel anders met carnaval en vaak kun je dat zelf veranderen. We zullen 3 vlakken laten zien waarin de creativiteit duidelijk te zien of horen is met carnaval. Eventueel raak je wel geïnspireerd om iets creatiefs te doen Knutselen door groot en klein Het hoogtepunt van creativiteit met carnaval is wel de optocht die in bijna elke stad plaats vindt met carnaval. Maandenlang zijn mensen bezig met het maken van de mooiste, gekste en leukste creatieve creaties. Denk maar eens aan alle praalwagens, kostuums en attributen die je in de optocht voorbij ziet komen. In Oosterhout kun je voor carnaval zelfs een kijkje gaan nemen hoe al die mensen het maken. Veel verenigingen die een praalwagen bouwen doen dit in de Mienushal. Een grote hal die er speciaal voor gebouwd is. Vlak voor carnaval zijn hier opendagen, ook speciaal voor de basisscholen van Oosterhout. Je ziet dan dat het maanden duurt voor een wagen helemaal klaar is, ook zie je dat de mensen die dit doen vaak al vanaf november van het vorige jaar ermee bezig zijn.
Maskers zijn in het hele carnaval belangrijk. Zo kun je op iemand anders lijken of juist onbekend blijven. De bekendste maskers worden wel gedragen tijdens het carnaval van Venetië. Ook dit zijn vaak maskers van papier-maché, maar dan wel heel mooi afgewerkt. Het is niet moeilijk om een masker te maken, je hebt niet meer dan wat lijm, oud papier en eventueel een ballon nodig. Dragen hoef je hem niet eens want ze kunnen ook als versiering in de klas dienen. Creativiteit in kleding Vanaf het moment dat het carnaval is verkleden mensen zich. Ook hier zitten grote verschillen, maar ook tradities aan vast. Sommige mensen kopen gewoon iets in de winkel omdat ze dat leuk vinden, maar er zijn ook genoeg mensen die zelf iets maken. Maar wat in 1 stad of dorp heel gewoon of traditioneel is, is in een andere raar of gek, zelfs met carnaval. Zo is de boerenkiel een traditioneel kledingsstuk dat tijdens carnaval veel gedragen wordt in sommige steden. Dit was vroeger de manier om te laten zien dat met carnaval alles anders was. Dan liep een dokter in een boerenkiel en verkleedde de boer zich als dokter. In steden als Den Bosch word het nog veel gedragen, vaak met een sjaal.
In Bergen op Zoom is het heel gewoon om met carnaval oude kleding zoals een boerenkiel aan te trekken. Vitrage – een soort gordijn – om je nek te dragen en op het hoofd vaak een lampenkap. Alles komt voort uit de plaatselijke geschiedenis. Ook omdat Bergen op Zoom met carnaval het Krabbegat heet versieren de mensen zich vaak met krabben en ook een rode zakdoek zal niet ontbreken. Op deze manier ontstaan er vaak de mooiste kostuums door creatief om te gaan met oude of alledaagse
Kaaiendonkse Scholen Project
zaken. Zelfs de kerktoren – de peperbus – wordt met carnaval aangekleed. Deze krijgt een gezicht waar de klok in zit, een grote zakdoek en een boerenkiel aan. Echt iets om eens naar te gaan kijken.
Prins carnaval en zijn gevolg zijn natuurlijk ook een goed voorbeeld van creativiteit met kleding. Vaak is hun kleding ook aan tradities gebonden en daardoor ook speciaal. Het is ook vaak echt iets wat je niet elke dag aantrekt, echt speciaal voor carnaval dus. In Oosterhout draagt de Prins altijd een Bourgondisch Prinsenpak, daarbij draagt hij geen steek maar een platte pet en alles in de kleuren rood en wit. De Nar is vaak de bontste persoon van het gevolg. Vol van de kleuren rood, groen en geel met veel belletjes. Zijn pak moet vrolijk zijn en gezelligheid uitstralen. Binnen deze gegevens mag hij zelf bepalen hoe zijn pak eruit ziet. Hij mag dus creatief omspringen met zijn uiterlijk. Zelf kun je ook creatief zijn in hoe je er met carnaval uitziet. Het maakt niet uit of je het zelf maakt of koopt in de winkel. Of je het zelfde eruit ziet als veel van je vrienden of iets heel speciaals bedenkt. Want als jij je verkleed met carnaval dan ben je al creatief bezig Gesproken taal = anders Met carnaval gaan veel mensen ook ineens anders praten/spreken. Ze gaan ook in hun taal terug naar vroeger, al is dit niet helemaal juist. Vaak spreekt met niet echt een oud dialect, maar spreekt men een carnavals versie ervan. Kijk maar eens in de kiekerekie, daar zie je nog wel wat voorbeelden van de Oosterhoutse versie hiervan. Ook tijdens het sauwelen of buutredenen maakt men gebruik van de carnavals taal of een plaatselijk dialect. Sauwelen is het houden van een soort spreekbeurt. Vaak verkleden mensen zich als een typetje en praten dan over wat dat typetje mee gemaakt heeft. Soms gaat het over de politiek van het dorp, de stad of de streek. Vaak gaat het gewoon over een onderwerp wat bij dat typetje hoort. Wel spreekt men in het dialect van de plaats. Sauwelen of Buutredenen komt ook oorspronkelijk uit het Duits-Rijnlands carnaval. Omdat in vroeger tijden de burgemeester vaak toespraken hield ging men tijdens carnaval dit ook nadoen op een flauwe manier. De burgemeester stond vaak op een podium of bordes, de mensen gingen het daarom ook een podium, vaak in de vorm van een biervat, gebruiken. Een burgemeester sprak vaak erg netjes, daarom ging de sauwelaars juist spreken in hun eigen dialect. Daarom dat het sauwelen erg plaatselijk is. Er zijn wel wedstrijden, sommige heel bekend, waar sauwelaars aan meedoen. Elk jaar moeten ze dus iets nieuws bedenken, soms moeten ze voor de volgende ronde van de wedstrijd al weer nieuwe grappen bedenken. Dus deze mensen moeten wel heel creatief zijn met hun carnavalstaal gebruik
Kaaiendonkse Scholen Project
Opdracht 1 – Hoe ga jij jezelf verkleden dit jaar met carnaval? Maak hieronder een tekening. Beschrijf ook wat je allemaal meeneemt tijdens het carnaval.
Kaaiendonkse Scholen Project
Kaaiendonkse Scholen Project