1
CARDIO-PULMONAIRE RESUSCITATIE (CPR)
De CPR richtlijnen die door Nelos gevolgd worden, zijn opgesteld aan de hand van de “European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2005”. Er is een stappenplan voor CPR van volwassenen en één voor CPR van drenkelingen en kinderen (vanaf 1 jaar tot de puberteit). De richtlijnen gelden voor niet-getrainde hulpverleners (leken). Ze worden uitgevoerd door één persoon. Wie professionele technieken beheerst (vb. beademing met masker en ballon) mag deze gebruiken. INLEIDING De hersenen zijn zeer afhankelijk van een ononderbroken zuurstoftoevoer. Al na enkele seconden circulatiestilstand treedt bewusteloosheid op. Na 5 minuten zuurstofgebrek ontstaat onherstelbare schade ter hoogte van de hersenen. CPR bestaat er in deze kwetsbare hersenen (en ook het hart) te voorzien van de nodige zuurstof tot gespecialiseerde hulp de normale ademhaling en hartwerking eventueel kan herstellen. CPR maakt deel uit van een groter geheel, genaamd “The Chain of Survival”.
1. 2. 3. 4.
Verwittiging van de hulpdiensten Hartmassage en beademing Defibrillatie Medicatie en verdere gespecialiseerde zorgen
We beperken ons hier tot stap 1 en 2. Op het eind van de tekst volgt nog een woord uitleg over de defibrillatie. Plotse dood bij volwassenen is meestal het gevolg van een hartstilstand (meer bepaald kamerfibrillatie). De circulatie valt stil terwijl de longen nog over een zuurstofvoorraad beschikken. Je start met hartmassage, nadien volgt beademing. Bij drenkelingen en kinderen wordt plotse dood meestal veroorzaakt door ademhalingsstilstand. Het hart blijft verder kloppen doch valt uiteindelijk stil door veralgemeend zuurstoftekort. De zuurstofvoorraad moet dus eerst hersteld worden. Daarom starten met beademing en dan pas hartmassage. Verstikking door een vreemd voorwerp vormt een apart geval: het is een zeldzame maar behandelbare oorzaak van plotse dood.
2
STAPPENPLAN CPR VOLWASSENEN
Veiligheid?
Controle bewustzijn
Bewust
Bewusteloos
Laat slachtoffer liggen
Roep om hulp
Bel 112 indien nodig
Open luchtweg
Controleer ademhaling
Normale ademhaling
Geen normale ademhaling
Stabiele zijligging
Bel 112
Bel 112
30 hartmassages
Zuurstof
2 beademingen
Regelmatige controle AH
Verder 30:2
1. Veiligheid x
Bij iedere interventie kijk je eerst of de plaats veilig is, voor jezelf, het slachtoffer en de omstaanders. Eventueel moet het slachtoffer verplaatst worden.
3
2. Bewusteloos? x
Schud aan de schouders van het slachtoffer en spreek het luid aan. “Shake gently and shout loudly”
BEWUST SLACHTOFFER 3. Laat slachtoffer liggen x x
Enkel indien er gevaar is voor slachtoffer en/of hulpverleners mag je het slachtoffer verplaatsen. Verplaats het slachtoffer “in blok”, vooral indien vermoeden van wervelletsels.
4. Bel 112 indien nodig x
Beoordeel de ernst en bel om hulp zo je dit noodzakelijk acht
BEWUSTELOOS SLACHTOFFER 3. Roep om hulp x
Spreek een omstaander aan: “Help! Help! Blijf hier, ik heb uw hulp nodig”.
4. Open de luchtweg x x x x
Leg het slachtoffer op de rug en op een harde ondergrond. Bij trauma moet je het slachtoffer draaien of verplaatsen “in blok”, ter bescherming van de wervelzuil. Hoofd en nek blijven in hetzelfde vlak als de torso. Maak spannende kledij rond de hals los. Hyperstrekking: plaats een hand op het voorhoofd en kantel het hoofd naar achter. Kinlift: til de kin op door ze met 2 vingers omhoog te drukken.
5. Controleer de ademhaling? x
Kijk, luister en voel of er ademhaling is terwijl de luchtweg open gehouden wordt. - Kijk of de borstkas beweegt. - Luister aan de mond naar ademgeluid. - Voel naar warme adem met de wang. x Verwar ademen niet met “gasping”: dit zijn trage, inefficiënte, happende adembewegingen die kunnen optreden bij het begin van een hartstilstand. Ze zijn geen teken van circulatie, wel integendeel. x Deze evaluatie mag niet langer dan 10 seconden duren. x Bij twijfel: beschouw ademhaling als NIET normaal NORMALE ADEMHALING 6. Plaats het slachtoffer in stabiele zijligging x
x
Waarom stabiele zijligging? - In rugligging gaat de vrije luchtweg verloren van zodra je ophoudt met hyperstrekking en kinlift. In zijligging blijft de vrije lucht gemakkelijker behouden. Je kunt het slachtoffer dus even alleen laten om wat anders te doen. - Eventueel braaksel loopt uit de mond, en niet in de longen zoals bij rugligging. Er zijn meerdere goede methodes. Voorwaarden zijn dat het slachtoffer volledig op de zijde ligt, niet terugrolt op de rug of doorrolt op de buik en de ademhaling niet belemmerd wordt (druk op borstkas of buik).
4
x
Een mogelijke techniek kan zijn: - verwijder een eventuele bril; - kniel naast het slachtoffer en strek beide benen; - plaats de dichtste arm in een hoek van 90° met het lichaam, met gebogen elleboog en handpalm naar boven; - breng de verste arm over de borstkas en plaats de hand op de wang van het slachtoffer; - grijp het verste been boven de knie en plooi het waarbij de voet op de grond blijft terwijl je de andere hand blijft vasthouden; - rol het slachtoffer op zijn zijde naar je toe; - zorg ervoor dat het bovenste been geplooid is ter hoogte van heup en knie in rechte hoeken; - kantel het hoofd achterover zodat de luchtweg open blijft; - herschik de hand onder de wang zodat het hoofd mooi achterover gekanteld blijft; - controleer of het slachtoffer vrij ademt; - herevalueer de ademhaling iedere 2 – 3 min.
7. Bel 112 8. Zuurstof x
Bij een bewusteloos slachtoffer is toedienen van zuurstof met masker-met-zak-en-kleppen de aangewezen methode. Een zwak ademend slachtoffer kan moeite hebben met een on-demand systeem.
9. Regelmatige controle van de ademhaling GEEN NORMALE ADEMHALING Afwezigheid van normale ademhaling bij een bewusteloos slachtoffer betekent ademhalingsstilstand EN CIRCULATIESTILSTAND. 6. Bel 112 x
Stuur iemand om hulp of bel zelf VOORALEER hartmassage te starten
7. 30 hartmassages x x x x x x x x x
Het slachtoffer moet op een harde ondergrond liggen. Kniel naast het slachtoffer. Plaats 1 hand in het midden van de borstkas (het midden van de onderste helft van het borstbeen). Plaats de hiel van de andere hand op de eerste hand. Strengel de vingers ineen (geef geen druk op de ribben, puntje van het borstbeen of de buik). Armen en schouders verticaal. Druk het borstbeen 4-5 cm in. Tijd indrukken = tijd loslaten. Ritme van 100/min. Tel luidop mee tot 30.
5
8. 2 beademingen x x x x x x x x
Open luchtweg na 30 hartmassages (hyperstrekking – kinlift). Knijp de neus dicht. Neem een normale ademteug (500-600 ml) en plaats de lippen rond de mond van het slachtoffer. Blaas traag in, gedurende ongeveer 1 seconde. Haal de mond weg van het slachtoffer en controleer de uitademing. Beadem 2 maal, herstart dan hartmassage Onderbreek niet tenzij het slachtoffer normaal begint te ademen. Als de borstkas niet opgaat na de eerste beademing: - controleer de mond op vreemde voorwerpen; - controleer of hyperextensie en kinlift goed uitgevoerd zijn; - nooit meer dan 2 beademingspogingen alvorens te herstarten met hartmassage.
9. Ga verder met 30:2 x x x
Ga verder met hartmassages en beademingen in een verhouding van 30:2. Wanneer er meer dan 1 hulpverlener aanwezig is, moet je om de 1 à 2 minuten wisselen om vermoeidheid te voorkomen. De wissel moet zo kort mogelijk zijn. Ga verder met CPR tot: - de hulpdiensten het overnemen; - het slachtoffer normaal begint te ademen; - je uitgeput raakt.
6
STAPPENPLAN CPR BIJ DRENKELINGEN EN KINDEREN Drenkelingen: alle slachtoffers in het water. Kinderen: vanaf 1 jaar tot aan de puberteit.
Veiligheid?
Controle bewustzijn
Bewust
Bewusteloos
Laat slachtoffer
Roep om hulp
Bel 112 indien nodig
Open luchtweg
Controleer ademhaling
Normale ademhaling
Geen normale ademhaling
Stabiele zijligging
1 hulpverlener
Meerdere hulpverleners
5 beademingen
Laat 112 bellen
30:2 gedurende 1 minuut
5 beademingen
Bel 112
Verder 30:2
Bel 112
Zuurstof
Regelmatige controle AH
Verder 30:2
De aanpak is verschillend vanaf het bewusteloze slachtoffer zonder normale ademhaling. Daarenboven maakt het ook nog uit of je alleen bent of niet. 1 Hulpverlener 1. Geef 5 beademingen
7
Beademingstechniek is dezelfde als hoger beschreven 2. 30:2 gedurende 1 minuut x x x
Ga verder met 30 hartmassages. Diepte van indrukken is bij kinderen ongeveer 1/3 van de hoogte van de borstkas. Nadien 2 beademingen en doorgaan met 30:2 voor een totale tijd van 1 minuut.
3. Bel de hulpdiensten op 112 4. Ga verder met 30:2 Meerdere hulpverleners 1. Laat de hulpdiensten bellen op 112 2. Geef 5 beademingen 3. Ga verder met 30:2 Bedenk dat drenkelingen meestal onderkoeld zijn, zorg dus ook voor bescherming tegen verdere afkoeling: natte kledij verwijderen, uit de wind leggen, inwikkelen in dekens of aluminium reddingsfolie. TELEFONEREN OM HULP x x
x
Vorm het nummer 112. Geef volgende informatie: - plaats van het noodgeval; - telefoonnummer vanwaar je belt (belangrijk bij GSM); - wat is er gebeurd (hartaanval, verkeersongeval, duikongeval, ...); - aantal slachtoffers dat hulp nodig heeft; - toestand van de slachtoffers; - welke hulp wordt momenteel gegeven; - andere gevraagde informatie. Laat de beller steeds terugkomen om je ervan te vergewissen dat de hulpdiensten effectief gewaarschuwd zijn.
COMPLICATIES VAN CPR x
Beademing. Inblazen van lucht in de maag waardoor terugvloei van maaginhoud kan optreden. Te vermijden door de luchtweg goed te openen, traag in te blazen en te beademen met niet meer dan 500-600 ml (normale ademteug).
x
Hartmassage. - Ribfracturen, vooral bij oudere slachtoffers, kan ook bij jonge slachtoffers bij verkeerde positionering van de handen. - Lever en miltletsels, eveneens voornamelijk bij verkeerde positionering van de handen.
HARTMASSAGE ZONDER BEADEMING Soms kan of wil men niet beademen. Dan is hartmassage zonder beademing nog altijd beter dan helemaal niets. Hartmassage gebeurt continu aan een frequentie van 100 per minuut. Deze techniek is echter minder goed dan de combinatie hartmassage-ventilatie. VEILIGHEID VAN DE HULPVERLENER x
Het gaat hier om het risico op besmetting met micro-organismen tijdens mond-op-mond beademing.
8
x x
x
Tijdens CPR training (= op de oefenpop) is het risico extreem laag bij ontsmetting van het gezicht van de pop tussen iedere leerling in. Tijdens CPR op een slachtoffer. - Transmissie van HIV (AIDS) en HBV (Hepatitis-B) door mond-op-mond beademing is tot nu toe nooit vastgesteld. - Er zijn zeldzame gevallen beschreven van overdracht van het Herpes simplex virus (koortsblaasjes op de lippen). - Er is een theoretisch risico op overdracht van tuberculose en SARS, hoewel het waarschijnlijk zeer laag is. Mogelijke oplossingen. - Het gebruik van een masker met éénrichtingsklep (vereist een aparte vaardigheid). - Het gebruik van “filters” die men over de mond plaatst. - Nadeel is dat je deze hulpmiddelen steeds bij je moet hebben.
9
VERSTIKKING DOOR EEN VREEMD VOORWERP Indien zich in de mondholte, de keelholte, of de luchtpijp een voorwerp bevindt waardoor het slachtoffer moeilijk of niet meer kan ademen, spreken we van verstikking door een vreemd voorwerp. Het is een zeldzame oorzaak van plotse dood, maar potentieel behandelbaar, vandaar het belang het te kennen. Bij volwassenen is de oorzaak meestal een stuk voedsel, bij kinderen gaat het om voedsel en voorwerpen zoals speelgoed, munten ... Verstikking door een vreemd voorwerp gebeurt meestal geheel onverwacht, vaak in de sfeer van tafelen. Er zijn dus dikwijls anderen aanwezig die hulp kunnen bieden. Het kan nog ongeveer een minuut duren vooraleer het slachtoffer het bewustzijn verliest. Het slachtoffer brengt meestal de handen naar de keel, en tracht door te hoesten het vreemde voorwerp te verwijderen.
Gezien de behandeling levensreddend kan zijn, is correcte herkenning van dit beeld zeer belangrijk. Niet te verwarren met flauwvallen, epilepsie, hartaanval of andere ziektetoestanden die ademhalingsproblemen en/of bewusteloosheid kunnen geven. Een vreemd voorwerp ter hoogte van de luchtwegen kan aanleiding geven tot matige of ernstige symptomen van luchtwegobstructie. Bij matige luchtwegobstructie kan het slachtoffer nog ademen, hoesten of spreken. Bij een ernstige luchtwegobstructie kan het slachtoffer niet meer spreken, ademt hij niet of zeer moeilijk, kan hij niet hoesten en kan hij het bewustzijn verliezen. Schema
Beoordeel ernst
Matige luchtwegobstructie (efficiënte hoest)
Moedig hoesten aan Beoordeel verder de ernst
Ernstige luchtwegobstructie (inefficiënte hoest)
Bewust? 5 slagen op de rug 5 Heimlich manoeuvres
Matige luchtwegobstructie Moedig het slachtoffer aan te hoesten, maar doe verder niets.
Bewusteloos? Start CPR
10
Ernstige luchtwegobstructie bij een bewust slachtoffer x Sla op de rug. o Ga naast en lichtjes achter het slachtoffer staan. o Laat het slachtoffer licht voorover buigen. o Ondersteun de borstkas met een hand. o Moedig het slachtoffer aan te hoesten. o Sla met de hiel van de hand krachtig tussen de schouderbladen. o Controleer of de luchtwegobstructie is opgeheven. o Herhaal zo nodig. Herhaal tot maximaal 5 slagen.
x
Heimlich manoeuvre o Sta achter het slachtoffer. o Laat het slachtoffer licht voorover buigen. o Breng de armen rond het slachtoffer en plaats een vuist ongeveer halverwege tussen de navel en de onderste ribben (maagstreek). o Neem de vuist met de andere hand vast en trek die krachtig naar binnen en naar boven. o Herhaal zo nodig. Herhaal tot maximaal 5 keer.
x
Ga verder met afwisselend 5 slagen op de rug en 5 Heimlich manoeuvres zolang de luchtwegobstructie niet is opgeheven.
11
Bewusteloos slachtoffer x Laat het slachtoffer voorzichtig op de grond zakken. x Alarmeer de hulpdiensten x Start CPR (begin met 30 hartmassages) Hoesten kan dikwijls een vreemd voorwerp verwijderen. Slaan op de rug of toepassen van het Heimlich manoeuvre kan inwendige letsels teweeg brengen, doe dit dus enkel indien het slachtoffer niet in staat is te hoesten. Een vreemd voorwerp verwijderen met de vinger uit de mond doe je enkel indien het duidelijk zichtbaar is, anders niet. Alarmeer de hulpdiensten als het vreemd voorwerp niet onmiddellijk loskomt. Probeer steeds opnieuw het voorwerp te verwijderen tot je succes hebt of tot de hulpdiensten komen. Indien het slachtoffer bewusteloos wordt, start dan CPR.
12
AED (Automatische Externe Defibrillatie) Bij volwassenen is hartstilstand de voornaamste oorzaak van plotse dood (> 80%). Meestal is er nog activiteit ter hoogte van de hartspier (ventrikelfibrillatie – het ongecoördineerd samentrekken van de spiervezels), zodat snelle defibrillatie (elektrische schok waarmee de spiervezels terug “in de pas” worden gebracht) ook in belangrijke mate bijdraagt tot een goede afloop. Deze defibrillatie kan op twee manieren: snelle verwittiging van de hulpdiensten of gebruik van een AED (automatische externe defibrillator), een apparaat dat getrainde leken kunnen bedienen en dat zich soms bevindt op plaatsen waar zeer veel volk passeert (luchthavens, grote stations, grote winkelcomplexen, evenementenhalls, …). Tot op heden is de plaatsing van deze apparaten nog niet wijd verspreid. De aankoop van een AED ligt bovendien buiten het budget van de duikclubs. Daarbij komt nog dat bij duikongevallen waarbij CPR nodig is, het meestal om verdrinkingen gaat. De noodzaak tot defibrillatie is hier minder groot. Het hart bevindt zich in asystolie, een toestand zonder enige activiteit van de spiervezels. Om deze redenen heeft de Medische Commissie NELOS beslist dit aspect van CPR vooralsnog niet in te voeren. Bronvermelding tekst en figuren: 1. European Resuscitation Council (ERC) Guidelines for Resuscitation 2005, Resuscitation, Vol. 67, December 2005 Supplement 1 2. Guidelines 2000 for Cardiopulmonary Resuscitation and Emergency Cardiovascular Care, Supplement to Circulation, Vol. 102, Nr. 8, August 22, 2000 3. Praktijkboek Eerste Hulp, Rode Kruis Vlaanderen