afvalforum jaargang 13 • november 2009
4
English summary included
Carbon footprints afvalbedrijven in beeld Assessing the carbon footprints of waste companies Verbrandingsmarkt naar ruim vijf procent overcapaciteit Rioleringsbranche: ‘Gun op waarde’
HVC wordt de ‘centrale verwarming’ van Alkmaar Op 2 november hebben Simon Binnendijk, wethouder milieu van de gemeente Alkmaar, en Wim van Lieshout, algemeen directeur HVC, op symbolische wijze de aanleg van een warmtenet voor Alkmaar en omgeving gestart. Tijdens de feestelijke bijeenkomst heeft HVC van de Milieufederatie NoordHolland een parel gekregen voor haar verdiensten op het gebied van duurzaamheid en milieu. HVC gaat warmte leveren aan woningen in onder andere de Alkmaarse wijken Overdie en Schelphoek. Het warmtenet wordt met medewerking van de gemeente Alkmaar en woningcorporatie Woonwaard aangelegd. In Park Oosterhout in Alkmaar-Zuid is nu daadwerkelijk gestart met de aanleg van de hoofdleidingen van het warmtenet. Het leidingentracé is 3,2 kilometer lang en rond 1 oktober 2010 gereed. Op dit deel van het warmtenet zal HVC ongeveer 2500 woningen en andere gebouwen aansluiten. Het is de bedoeling het warmtenet verder door te trekken tot de gemeente Langedijk. Het warmtenet loopt dan langs de ontwikkelingen aan de kanaaloevers, Overstad en Vroonermeer, zodat uiteindelijk ongeveer 10.000 woningen en bedrijven in Alkmaar en Langedijk een aansluiting krijgen op het warmtenet. Een aansluiting op het warmtenet betekent een vermindering van de CO2-uitstoot van 1240 kilo per woning per jaar. Dit is 75 procent minder CO2-uitstoot dan bij verwarming met aardgas. HVC streeft ernaar om samen met de 55 aandeelhoudende gemeenten in 2020 minimaal twintig procent van het energieverbruik in het totale verzorgingsgebied duurzaam op te wekken.
Familiebedrijf Dusseldorp bestaat 60 jaar Eind oktober heeft Dusseldorp Groep BV uit Lichtenvoorde haar 60-jarig bestaan gevierd. Met visie en ondernemerschap is Th.R.M. Dusseldorp in 1949 gestart met een zanden grindhandel annex puintransportbedrijf. Het familiebedrijf is inmiddels uitgegroeid tot een regionale dienstverlener die actief is in Gelderland, Overijssel en Flevoland. Dusseldorp heeft circa 580 medewerkers en heeft haar activiteiten ondergebracht in drie business units: inzameling en recycling, rioolservice en infra, sloop en milieutechniek. De komende jaren richt Dusseldorp zich op een solide groei en uitbreiding van haar werkgebied. Met de geleidelijke overname van het bedrijf Jager Midwolde, is het bedrijf vanaf 2010 ook actief in Groningen, Friesland en Drenthe.
Op naar de feestdagen en naar Kopenhagen
Colofon afvalforum november 2009 jaargang 13 nummer 4 verschijnt vier keer per jaar afvalforum biedt nieuws, ontwikkelingen, feiten en meningen over afval. Het behandelt zowel het beleid als de praktijk van afvalbeheer. afvalforum wordt uitgegeven door de Vereniging Afvalbedrijven. De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van afvalbedrijven die actief zijn in de gehele keten: van inzameling, recycling, hergebruik en rioleringsbeheer tot en met de verwerking van afval. De Vereniging Afvalbedrijven steunt haar leden bij de groei naar één Europese afvalmarkt en maakt zich hard voor optimale randvoorwaarden voor een milieuhygiënische en kosteneffectieve afvalverwijdering en -verwerking. Leden van de Vereniging ontvangen afvalforum gratis, evenals bestuurders, politici en ambtenaren bij overheden. hoofdredactie Vereniging Afvalbedrijven Daniëlle van Vleuten ’s-Hertogenbosch redactieadres De redactie van afvalforum is geïnteresseerd in afvalnieuws. Persberichten en ideeën voor artikelen kunt u sturen naar: Redactie afvalforum Postbus 2184 5202 CD ’s-Hertogenbosch
[email protected]
Vol verwachting klopt ons hart. Niet alleen omdat Sinterklaas weer in het land is en de kerst voor de deur staat. Ik heb het over ons milieu-, of misschien nog beter, ons klimaathart, omdat in december wijze mannen en vrouwen vanuit de hele wereld in Kopenhagen bij elkaar komen om concrete afspraken te maken over hoe we de opwarming van de aarde tegen kunnen gaan. Tijdens de Afvalconferentie in oktober hebben we onze eigen milieuminister Jacqueline Cramer op het hart gedrukt daarbij de rol van onze sector niet uit het oog te verliezen. Want u staat er misschien niet altijd bij stil, maar de bijdrage van de afvalsector aan de strijd tegen de klimaatverandering is aanzienlijk. De sector weet nu al een reductie van 4 miljoen ton CO2-emissie te realiseren. En dat doen onze bedrijven op vele fronten. Met het recyclen en verwerken van afval maken we grondstoffen voor nieuwe producten. Door die te gebruiken – liefst zo vroeg mogelijk in het ontwikkelproces – roepen we de uitputting van primaire grondstoffen een halt toe. De inzet van “oud voor nieuw” leidt ook tot een reductie van de uitstoot van het broeikasgas CO2. Die CO2-reductie wordt ook gerealiseerd door efficiënt afvaltransport. De sector let op zaken als een optimale beladingsgraad, zuinige voertuigen, elektrisch vervoer en schone brandstoffen. Met het oog op milieu en klimaat kiezen onze bedrijven ook steeds vaker voor transport over water of spoor, of tijdens de nacht, waarmee we onze wegen minder belasten. En ook de productie van energie uit afval levert een belangrijke bijdrage aan de strijd tegen global warming. Onze moderne afvalenergiecentrales en de nieuwe biomassaenergiecentrales en gft-vergistingsinstallaties leveren elektriciteit en warmte. Direct op ons net of bijvoorbeeld in de vorm van stadsverwarming of warmtelevering aan nabije productiebedrijven. Dit bespaart op de opwekking van energie op conventionele wijze en dus op de inzet fossiele brandstoffen. We proberen met z’n allen natuurlijk ons afval te minimaliseren, dat is het allerbeste voor milieu en klimaat. Maar met het afval dat ontstaat, gaan we ook steeds verstandiger om. Het is de basis voor nieuwe grondstoffen, warmte en elektriciteit. Daarvoor werken we samen met producenten, want tijdens de ontwikkelfase moet al worden gekozen voor de juiste grondstoffen en materialen. Maar ook de samenwerking met burgers en gemeenten, die hun afval gescheiden moeten en willen houden, is essentieel. Ik zou graag zien dat we die samenwerking in de keten nog verder gestalte kunnen geven en daarmee leveren we een cruciale bijdrage aan het klimaatbeleid. ir. Pieter H. Hofstra Voorzitter Vereniging Afvalbedrijven
engelse teksten Derek Middleton, Zevenaar opmaak Ontwerpburo Suggestie & illusie, Utrecht foto cover iStockphoto Lees verder op pagina 12 drukker USPbv, Utrecht abonnement € 35,- per jaar (4 nummers) Meer informatie bij Vereniging Afvalbedrijven, t. (073) 627 94 44 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1386-4378 adverteren in afvalforum afvalforum wordt verspreid naar (inter)nationale bestuurders, politici, directeuren, managers, technici en andere deskundigen in de afvalsector (controlled circulation). Meer informatie bij Recent BV, telefoon (020) 330 89 98
Inhoud 4
Structureel overschot van verbrandingscapaciteit
8
Voorlopers promoten veiligheidsbewustzijn
10 Rioolbranche pleit voor herziening gunningscriteria 12 EpE-protocol: standaard voor CO2-accounting 14 EpE protocol: a standard for carbon accounting 17 Misverstand: “Nederland is het beste milieujongetje van de Europese klas” 18 Afvalconferentie 2009: omzet onder druk, bedrijfsresultaat op peil En verder: Korte berichten 2, 7 en 21 English summary 22
www.verenigingafvalbedrijven.nl
Cramer en afvalsector om tafel over moratorium
Structureel overschot van verbrandingscapaciteit De jaren dat de verbrandingsovens steevast vol zaten, zijn voorbij. Eerder dan verwacht is overcapaciteit in de afvalverbrandingsmarkt ontstaan. Om verdere toename te beteugelen, maken milieuminister Cramer en de afvalsector harde afspraken over een plafond tot 2020. Belangrijk daarbij is het versneld verlenen van de R-status. Dat maakt de weg vrij om de leemtes te vullen met geïmporteerd afval.
Jacqueline Cramer (VROM):
‘Dit is de capaciteit die we in Nederland nodig hebben.’ Door Addo van der Eijk
De Nederlandse afvalverbranders hebben de afgelopen jaren flink bijgebouwd. Zo opende onder meer Afval Energie Bedrijf (AEB) de Hoogrendement Centrale in Amsterdam en startte Twence een derde lijn. Met elkaar steeg de verbrandings capaciteit van 5,5 miljoen ton in 2006 naar 6,9 miljoen ton op dit moment. “Deze stijging was nodig”, benadrukt Pieter Hofstra, voorzitter van de Vereniging Afvalbedrijven. Hij verwijst naar de afspraken die zijn voorganger, Jan Hendrik Klein Molekamp, in 2006 maakte met Pieter Van Geel, destijds staatssecretaris van milieu. “Van Geel vroeg ons: bouw meer verbrandingscapaciteit. Daar heeft de sector gehoor aan gegeven”, zegt Hofstra. De situatie drie jaar geleden was nijpend. De ovens zaten overvol, inzamelaars konden hun afval aan de straatstenen niet kwijt, en miljoenen
Pieter Hofstra (Vereniging Afvalbedrijven):
‘Met de overcapaciteit kunnen we onze buren tijdelijk helpen.’
4
afvalforum november 2009
tonnen brandbaar afval belandde noodgedwongen op de stortplaatsen. Een ongewenste situatie. Klein Molekamp vertelde in afvalforum: ‘Door ons pakket aan investeringen is de markt in 2008 weer in evenwicht, en zullen de stortcijfers drastisch dalen.’ Dat laatste is gelukt. Brandbaar restafval gaat niet meer richting de stort. Het evenwicht is een ander verhaal. De economische recessie deed het aanbod stagneren, waardoor de overcapaciteit een feit werd. “Misschien hebben we ook iets te enthousiast gebouwd”, steekt Hofstra de hand in eigen boezem. Terugkijkend zegt hij: “De prognoses van VROM bleken onjuist. Er werd meer groei verwacht. Minder afval vind ik overigens niet erg. Daar is ons milieubeleid op gericht.” Het capaciteitsprobleem verergert de komende jaren, verwacht Hofstra. Nieuwe lijnen zijn immers in aantocht: HVC Dordrecht met een vijfde lijn, in Harlingen en Roosendaal wordt gebouwd, en de kersverse afvalenergiecentrale van E.ON in Delfzijl is op korte termijn operationeel. “Binnen twee jaar neemt de capaciteit toe tot circa 7,4 miljoen ton, terwijl het aanbod niet sterk zal stijgen. Eind 2011 hebben we een overcapaciteit van ruim 5 procent, schat ik.”
Moratorium Een problematische situatie, vindt Hofstra, zeker als het betekent dat bedrijfsonderdelen omvallen en arbeidsplaatsen op
het spel staan. “De tarieven zijn dermate gedaald - de laatste aanbestedingen zelfs gehalveerd - dat ze soms onder de kostprijs liggen. Dat is geen economisch gezonde situatie”, zegt Hofstra. Inmiddels is de eerste sanering aanstaande: per 1 januari 2010 sluit de installatie van AVR aan de Rotterdamse Brielselaan. Door de sluiting vervalt 380.000 ton verbrandingscapaciteit en gaan circa 130 arbeidsplaatsen verloren. Anders dan Hofstra ziet milieuminister Jacqueline Cramer nauwelijks capaciteitsproblemen. Ze prijst de afvalverbranders voor het nakomen van de afspraken met Van Geel, en vertelde begin oktober tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie van VROM: “Dit is de capaciteit die we in Nederland nodig hebben. Door minder aanbod is er weliswaar tijdelijk een overcapaciteit, maar trekt de economie aan, dan ontstaat een evenwichtssituatie. We gaan geen bedrijven sluiten, maar tot 2020 ook geen ovens bijbouwen. Daarvoor wil ik een juridisch bindende afspraak maken met de afvalsector.” Een moratorium dus, net als begin deze eeuw, voor initiatieven die nog niet vergund zijn. Hofstra is bereid een handtekening te plaatsen, maar wel met de afspraak dat de minister zo snel mogelijk de zogeheten R-status aan afvalenergie-
De Nederlandse afvalverbranders hebben de afgelopen jaren flink bijgebouwd. De kersverse afvalenergiecentrale van E.ON in Delfzijl is op korte termijn operationeel (foto: E.ON Energy from Waste Delfzijl)
centrales toekent. Hij legt uit: “Volgens de nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen (KRA) kunnen afvalenergiecentrales de classificatie R of D krijgen. R staat voor nuttige toepassing, D voor verwijdering. Lidstaten kunnen in- en export van brandbaar afval naar verbrandingsinstallaties met een D-status tegenhouden. Duitsland heeft veel verbrandingsinstallaties een R-status gegeven, maar VROM wacht op de criteria uit Brussel. Het gevolg is asymmetrie tussen beide landen. Nederlands brandbaar afval kan wel naar Duitsland, maar andersom niet. Dat is vreemd, omdat onze installaties in veel gevallen beter zijn dan die in Duitsland.”
Engeland Met het importeren van brandbaar afval wil Hofstra het overschot aan verbrandingscapaciteit opvangen. De Nederlandse afvalenergiecentrales kijken vooral reikhalzend naar het Engelse afval, dat nog grotendeels wordt gestort. “Net zoveel als wij twintig jaar geleden en dat mag niet meer van Brussel. Het Verenigd Koninkrijk heeft net een berisping gekregen. Om te voorkomen dat restafval naar de stortplaatsen gaat, wil Engeland verbrandingsinstallaties bouwen, maar dat duurt minimaal vijf jaar. Met de overcapaciteit kunnen we onze buren tijdelijk helpen. Tijdens een gesprek eind september met Cramer hebben wij gevraagd: geef vanavond nog, of anders morgenvroeg,
al onze afvalenergiecentrales de R-status.” Ook CDA-Kamerlid Antoinette Vietsch vindt de huidige D-classificatie onnodig. “Door de verkeerde classificatie lopen we de kans dat Engels afval straks in containers per schip in Rotterdam aankomen en vervolgens per trein of vrachtauto dwars door ons land naar Duitse installaties wordt vervoerd. Dat is natuurlijk flauwekul en oneerlijk, zeker als onze wegen daardoor dichtslibben. Wij pleiten ervoor dat de Nederlandse installaties dezelfde classificatie krijgen als de Duitse.” Cramer is geen voorstander van het slepen met afval over grenzen. “Elke lidstaat heeft de verantwoordelijkheid om het afval in eigen huis te verwerken”, vertelde ze tijdens het Algemeen Overleg. Alle afvalenergiecentrales de R-status geven, zoals de sector voorstelt, ziet ze niet zitten. Liever wacht Cramer op de Europese criteria voor het indelen naar R- of D-installaties, die hoogstwaarschijnlijk eind 2010 verschijnen. Toch komt de minister deels over de brug, zegt Vietsch. “Voor een aantal ovens, waarschijnlijk een vijftal, wil Cramer kijken of ze versneld de R-status kan verlenen.” Voor de Europese criteria vindt Vietsch het belangrijk dat ze bindend worden voor alle Europese lidstaten. Niet vrijwillig, zoals gepland. “Anders hebben we nog steeds geen gelijkwaardig speelveld. Cramer heeft toegezegd dat ze zich hiervoor in Brussel gaat inzetten.” Hofstra maant Cramer tot
spoed. “De situatie is dermate nijpend dat we niet de luxe hebben om op de KRA en het Europese politieke krakeel te wachten. Ik ben optimistisch over onze kansen. Tijdens de Afvalconferentie zag ik beweging in Cramers standpunt.”
Brandbrief Ondertussen maakt de recyclingwereld zich ernstig zorgen. “De hevige concurrentie op de verbrandingsmarkt gaat ten koste van de recycling”, vertelt Max de Vries, directeur van de Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS). Onlangs stuurde hij hierover met een brede coalitie van onder meer de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI), Papier Recycling Nederland (PRN), Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR) en Recycling Netwerk een brandbrief naar de ministeries van VROM en EZ. “De recyclingsector staat het water aan de lippen. Het aanbod »
Antoinette Vietsch (CDA):
‘De Nederlandse installaties moeten dezelfde classificatie krijgen als de Duitse.”
afvalforum november 2009
5
Verbrandingscapaciteit 2008-2012
miljoen ton
8
7
6
Max de Vries (BRBS): 5
2008
2009
2010
bij sorteerbedrijven is met dertig procent gedaald. Door de recessie, maar ook door de overcapaciteit. De prikkel om te recyclen ontbreekt. De lage verbrandingstarieven maken vooruitstrevende ideeën onaantrekkelijk. In plaats van te innoveren en aan de bron te scheiden, leveren gemeenten en bedrijven liever goedkoop aan verbranders. In sommige contracten met afvalenergiecentrales staat zelfs dat ze moeten leveren.” Het lijkt volgens De Vries wel de omgekeerde wereld. Terwijl recyclingbedrijven uitbreidingsplannen in de ijskast zetten, zijn afvalverbranders de komende jaren nog volop aan het bouwen. “En dat terwijl recycling toch hoger op de Ladder van Lansink staat.” De Vries heeft het ernstige vermoeden dat op het ogenblik herbruikbare producten in de ovens verdwijnen. Ook dit knelpunt wordt niet door Cramer gedeeld. Ze verwijst naar de minimumstandaarden in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP), die voorschrijven hoe een afvalstof verwerkt moet worden. Cramer: “Ik heb niet de indruk dat dingen worden verbrand die moeten worden gerecycled. De VROM-Inspectie heeft recent zeven van de elf afvalenergiecentrales gecontroleerd, en vond geen verschuivingen richting verbranding. Ik zit er bovenop. We moeten zeker weten dat er niet wordt gesjoemeld.” Met dat laatste is Hofstra het hartgrondig eens. “VROM moet hier flink op handha-
Jan Boelhouwer (PvdA):
‘Hergebruik zit in een onmogelijke concurrentiepositie.’
6
afvalforum november 2009
2011
2012
ven, daar hebben wij geen bezwaar tegen. Sterker nog, ik vind dat we daar recht op hebben. Het is absoluut niet de bedoeling dat recyclebare stoffen verbrand worden.” Ook De Vries pleit voor strikte controles, maar plaatst er een kanttekening bij. “Het is bij de poort van verbrandingsinstallaties moeilijk om te beoordelen of een stof herbruikbaar is of niet. Daarnaast wordt voorin het traject al de keuze gemaakt welke route het afval gaat maken. Geld is doorgaans de richtinggevende factor.”
Beleidsinstrumenten De Vries houdt op het ogenblik kansrijke beleidsinstrumenten tegen het licht. Het moratorium dat Cramer wil afsluiten, vindt hij een dode mus. “Daarmee accepteert VROM een overcapaciteit tot 2020, terwijl het ministerie vol voor recycling moet kiezen.” Eén van de kansen, waar de recyclaars al enige tijd vurig voor pleiten, is een verbrandingsbelasting, vergelijkbaar met de stortbelasting. “De stortbelasting heeft zich als instrument bewezen. Dankzij deze belasting heeft zich een industrie opgebouwd van verbranders en recyclaars.” Cramer vindt een verbrandingsbelasting niet nodig. Ze wijst op de nadelen: “Wie betaalt de kosten?” vraagt ze zich af, “en zetten we niet de deuren open naar het buitenland? We moeten wel een gelijkwaardig speelveld houden.” Voor dit laatste probleem heeft De Vries een oplossing, namelijk het heffen van een belasting aan de grens. “België en Oostenrijk doen dat al. De belasting maakt het exporteren van afval financieel niet aantrekkelijk.” Jan Boelhouwer, Tweede Kamerlid van de PvdA, deelt De Vries’ zorgen. Hij sluit een verbrandingsbelasting niet uit. “Met de verbrandingsbelasting zetten we een volgende stap in de afvalhiërarchie. Verbranden moeten we in de toekomst verder afbouwen, in ieder geval niet uit-
‘De lage verbrandingstarieven maken vooruitstrevende ideeën onaantrekkelijk.’
breiden, zoals nu het geval is. Met het belastinggeld zouden we in de sector een warme sanering kunnen uitvoeren door centrales met een laag energierendement uit te kopen.” Dat er iets moet gebeuren, staat volgens Boelhouwer vast. “De capaciteit is nu veel te groot. Niet alleen in Nederland, maar ook in België en Duitsland. De huidige fancy verbrandingstarieven vormen een negatieve prikkel voor scheiding en hergebruik. Hergebruik zit in een onmogelijke concurrentiepositie. Neem de gemeente Amsterdam. Het lijkt erop dat Amsterdam nu meedoet met de plasticinzameling, maar pas na veel druk. Liever gooiden ze alles in hun eigen ovens.” Ook Vietsch maakt zich hier boos over. Ze vindt dat Cramer gemeenten als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, die hun plastics niet gescheiden inzamelen, hard moet aanpakken. “Wat ze doen is tegen de wet”, zegt ze. Dat de recycling momenteel in zwaar weer zit, gaat ook Hofstra aan het hart. Een verbrandingsbelasting wijst hij van de hand, maar extra aandacht behoeft de sector wel. “Daar pleiten wij al jaren voor. Zo liggen er op milieustraten tal van kansen om meer aan de bron te scheiden, net als op bouwplaatsen. Ging vroeger al het afval van de bouwplaats in één vrachtwagen, tegenwoordig wordt het gescheiden in een vijftal stromen. De nieuwe AMvB Bouwen & Slopen, die spoedig in werking moet treden, kan dat vormgeven.” De Vries ziet veel heil in de motie van Boelhouwer, die minister Cramer zal uitvoeren. “Hierdoor zal ook het grof huishoudelijk afval via recyclingbedrijven lopen. Dit levert toch al gauw 0,5 tot 0,75 miljoen ton meer afval op om te recyclen.” Dergelijke maatregelen verkleinen de kans dat het afval in de ovens terechtkomt.
Essent Milieu voortaan als Attero door het leven Sinds 1 oktober staat Essent Milieu op eigen benen. De Raad van Bestuur van Essent heeft in juni van dit jaar besloten de voorgenomen verkoop van dochterbedrijf Essent Milieu niet door te zetten. Met het oog op de aansluiting van energiebedrijf Essent bij RWE moest Essent Milieu echter wel worden afgesplitst van haar moederbedrijf Essent. De aandelen van het bedrijf worden nu direct gehouden door de provincies en gemeenten die eerder de aandelen in Essent hielden.
Installatie AVR Rotterdam gaat dicht
Vanaf 1 januari 2010 gaat het bedrijf verder onder de naam Attero, met de klemtoon op de é. De naam verwijst naar de zorg en aandacht van het bedrijf voor de aarde en geeft aan dat het een nuchter en zakelijk bedrijf is dat met beide benen op de grond staat. Attero is als het ware een persoonlijkheid, een eigentijdse ‘held’ die energie put uit zijn strijd tegen de verspilling. De nieuwe naam gaat gepaard met de slogan ‘energiek met afval’. De combinatie maakt duidelijk waar het bedrijf voor staat: de omzetting van afval in nuttige grondstoffen en energie.
Van Gansewinkel Groep sluit op 1 januari 2010 de verbrandingsinstallatie van AVR aan de Rotterdamse Brielsebaan. De huidige economische omstandigheden, de overcapaciteit op de verwerkingsmarkt en het ontbreken van een Europees gelijkwaardig speelveld, zorgen ervoor dat de voorziene investering van 250 miljoen euro in de verbrandingslijnen niet langer verantwoord is. Met de resterende verbrandingscapaciteit van de installaties in Rozenburg en Duiven is Van Gansewinkel Groep goed gepositioneerd om de toekomstige marktvraag efficiënt in te vullen.
Van Gansewinkel Groep blijft een belangrijke bijdrage leveren aan het streven van het Rotterdam Climate Initiative om de CO2–uitstoot te halveren. Met de gemeente is overeengekomen dat de verwerking van het Rotterdamse huishoudelijk afval wordt gecontinueerd in de installatie van AVR in Rozenburg. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de levering van warmte voor stadsverwarming aan het Warmtebedrijf Rotterdam. Deze warmte zal vanaf 2013 geleverd worden vanuit de installatie in Rozenburg. Mogelijk dat de warmtelevering vanuit Rozenburg tot een jaar eerder op gang kan komen dan was voorzien in de oorspronkelijke plannen voor de Brielselaan. Door de sluiting van de installatie in Rotterdam gaan circa 130 arbeidsplaatsen verloren. Er wordt een maximale inspanning geleverd om het aantal gedwongen ontslagen tot een minimum te beperken. Van Gansewinkel Groep zal zoveel mogelijk medewerkers naar een nieuwe baan begeleiden, intern of extern.
CO 2-uitstoot afvalverwerking 100% geneutraliseerd SITA introduceert een nieuwe service waarmee afval volledig CO2neutraal wordt opgehaald en verwerkt. Met de SITA Green Label heeft SITA een primeur in de afvalsector. Bedrijven die kiezen voor SITA Green Label hebben twee opties: Standard of Premium. Met SITA Green Label Standard wordt het afval 100% CO2-neutraal opgehaald en verwerkt. “Klanten hebben nu de mogelijkheid om bewust te kiezen voor het milieu. Hiervoor wordt er per factuur 0,6% in rekening gebracht. Op €100,- omzet is dit slechts 60 eurocent”, vertelt Vincent Mooij, Business Development Manager bij SITA. “Met deze bijdrage financieren wij gecertificeerde, duurzame energieprojecten, zoals windmolenparken, waterkrachtcentrales en zonnepanelen, via Climate Neutral Group.” Met SITA Green Label Premium kunnen bedrijven, naast 100% CO2-neutraal afval ook de leefomstandigheden van mensen verbeteren. “Deze variant gaat dus een stapje verder. Met deze bijdrage van 2,5% per factuur worden én het klimaat én arme bevolkingsgroepen geholpen”, vertelt Mooij. “Van deze mensen wordt het bestaan bedreigd door zware overstromingen of droogte als gevolg van klimaatverandering. Om de juiste hulp te bieden werken wij samen met de hulporganisatie CARE.”
Sint-vervanglijstje De intocht van Sinterklaas in Amsterdam besteedt dit jaar speciale aandacht aan recycling van elektrische apparaten. In aanloop naar Pakjesavond worden inwoners van de hoofdstad op speelse wijze voorgelicht dat alle elektrische apparaten die Sint en Piet vervangen (bijvoorbeeld MP3-spelers, digitale camera’s, spelcomputers), gescheiden moeten worden ingezameld en gerecycled. Wecycle, het landelijk platform voor inzameling en recycling van elektrische apparaten en spaarlampen, krijgt hierbij hulp van Sinterklaas en zijn Pieten. Wecycle is voor het eerst ‘mega grote hofleverancier’ van de Amsterdamse intocht van de Sint. Wecycle-Pieten delen tijdens de intocht zogenoemde ‘vervanglijstjes’ uit: tegenhanger van het welbekende verlanglijstje. Kinderen kunnen het vervanglijstje op 6 december inleveren bij één van de zes Afvalpunten in Amsterdam, samen met tenminste één elektrisch apparaat of spaarlamp. Ze maken daarbij kans op een mooie prijs. Wecycle-Pieten ontfermen zich op de Afvalpunten over de ingeleverde apparaten.
afvalforum november 2009
7
Voorlopers promoten veiligheidsbewustzijn
Halvering ongevallen in 2012 Met de arbocatalogus, arbozorgsystemen en arbovoorlichting zet de afvalsector haar schouders onder het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Binnen vier jaar moet het aantal ongevallen zijn gehalveerd. Voorlopers nemen daarvoor de achterblijvers op sleeptouw.
De afvalsector werkt aan het versterken van het veiligheidsbewustzijn (foto: iStockphoto)
Door Harry Perrée
Op het parkeerterrein van afvalbedrijf De Meerlanden in Rijssenhout staan twee witblauwe inzamelwagens. Het zijn zijladers. “Bijna al onze inzamelwagens zijn uitgerust met zijladers”, legt directeur Ger de Jong uit, wijzend naar de twee armen aan de zijkant van de vuilniswagen. Die pakken een rolcontainer beet, tillen hem omhoog en kiepen hem leeg. “Dat hebben we in de eerste plaats gedaan om de fysieke belasting van de werknemers te verminderen. Zo krijgen ze het niet snel in de rug. Maar er is ook een economische reden: je hebt twee in plaats van drie mensen nodig op een vrachtwagen.” Arbo is hot in de afvalbranche. Zeker als het aan de Vereniging Afvalbedrijven ligt. Die heeft recent een Plan van Aanpak opgesteld om de naleving van arboregels te verhogen. Eén van de doelen: tussen 2008 en 2012 moet het aantal ongevallen halveren. Om dat te bereiken, hebben alle leden in 2012 een gecertificeerd arbozorgsysteem, werken alle afvalbedrijven volgens de arbocatalogus (zie kader) en wordt de ongevallenenquête uitgebreid om meer inzicht in de oorzaken van ongevallen te krijgen. De aanpak is erop gericht dat de voorlopers een voorbeeld vormen voor de achterlopers. “Voorlopers moeten de achterblijvers meetrekken”, zegt Isabel van Dijk, hoofd van de afdeling KAM van Twence Afval en energie. “We proberen uitwisseling te stimuleren met workshops, niet alleen met de veiligheidsmensen aan tafel, maar ook met de bedrijfsleiders. Verder willen we externe sprekers uitnodigen en tips & trucs uitwisselen. Dat zijn geen revolutionaire acties, wij willen het down to earth vormgeven.”
Ger de Jong (De Meerlanden):
‘Dat we één catalogus hebben voor de hele branche is een soort level playing field.”
8
afvalforum november 2009
Arbocatalogus: branche bedenkt zelf oplossingen “De nieuwe Arbowet zegt: je moet veilig en gezond werken. Hoe je dat doet, moet je zelf uitwerken”, aldus Stephan Segboer van de Arbeidsinspectie. En dus hebben de werkgevers en de bonden in de afvalsector, net als in andere sectoren, overlegd over een arbocatalogus voor de afvalsector. Die bevat voor alle werkzaamheden de arborisico’s en maatregelen om de risico’s zo klein mogelijk te houden. Directeur Ger de Jong van De Meerlanden is voorzitter van de projectgroep arbocatalogus, met daarin brancheorganisaties, vakbonden en werkgevers. “In de projectgroep zitten allerlei tegenstellingen. Ik zorg dat de mensen met elkaar praten en dat ze op één lijn komen”, legt hij uit. “Dat we één catalogus hebben voor de hele branche is een soort van level playing field.” “Het is knap”, reageert Segboer, “alle risico’s die er voorkomen hebben ze in de arbocatalogus opgenomen. Andere sectoren nemen vaak maar een paar onderwerpen op.” De inspectie heeft de catalogus marginaal getoetst. Segboer: “Dat was positief voor agressie, geweld, werkdruk en ergonomie. De rest, onder andere DME en veiligheid, was niet positief. Die onderdelen moeten opnieuw worden ingediend.” Isabel van Dijk Zodra de arbeidsinspectie een onderdeel van de arbocatalogus heeft goedgekeurd, zet ze (Twence): een streep door haar beleidsregels voor dat onderdeel. Dat geldt voor alle bedrijven binnen de branche, ook degene die niet onder de CAO vallen of niet lid zijn van een brancheorganisatie. Doel is dat door zelfwerkzaamheid van de sector minder controles door de inspectie nodig zijn. Segboer: “Als de sector meer aanpakt, kunnen wij steekproefsgewijs controleren. Eigenlijk willen wij alleen de achterblijvers controleren.” Maar daarvoor moet, zo stelt hij, eerst het aantal ongevallen dalen.
‘Het veiligheidsbewustzijn is sinds een paar jaar aan het groeien.’
Arbozorgsysteem
Afvalinzamelaars
Als het aan de Vereniging Afvalbedrijven ligt, heeft elk afvalbedrijf in 2012 een gecertificeerd arbozorgsysteem. Bij voorkeur OHSAS (Occupational Health and Safety Assessment Series) of anders een vergelijkbaar systeem zoals VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers). Van Dijk: “Een arbozorgsysteem vereist een managementsystematiek binnen de organisatie; doelen stellen, uitvoering geven, meten of je die realiseert en weer bijsturen. De verbetercyclus is belangrijk. Dat maakt de kans vele malen groter dat je goed en serieus bezig bent met veiligheid.” Stephan Segboer van de Arbeidsinspectie is blij met de acties van de afvalsector: “De branche neemt de handschoen op en dat stemt positief. Alleen, men is er nog niet.” Het doel van een halvering van het aantal ongevallen in 2012 komt niet uit de lucht vallen. “Het aantal ongevallen in de afvalsector is relatief hoog”, concludeerde de Arbeidsinspectie eind vorig jaar in haar projectrapportage Afvalverwerking. Van elke 10.000 werknemers in de sector krijgen er gemiddeld dertien een ernstig ongeval. Daarmee is de sector vergelijkbaar met de bouw, die ook op dertien zit. Segboer is verheugd dat de sector het aantal ongevallen wil halveren. Dat is precies wat de inspectie zelf ook voorstelde. “Helemaal nul zal het nooit worden, zo realistisch moet je zijn.”
Intussen heeft de Arbeidsinspectie ook de afvalinzamelaars onder de loep genomen. Segboer legt net de laatste hand aan de rapportage. “Bij zeventig procent van de 113 bedrijven die zijn onderzocht, hebben we in totaal 192 overtredingen geconstateerd.” De meeste overtredingen (45 procent) betroffen dieselmotoremissies (DME). “DME is kankerverwekkend en dat maakt dat de werkgever blootstelling aan DME moet voorkomen. Bij euro 4 of euro 5 heeft de werkgever wel een inspanningsverplichting, maar daar gaan we niet handhaven. Het gaat met name om vrachtwagens zonder roetfilter.” Op de tweede plaats, met 16 procent, staan overtredingen op veiligheid. “De helft daarvan had betrekking op de veiligheid van vuilniswagens; dat er bijvoorbeeld geen achteruitrijdbeveiliging is. De andere helft had betrekking op de inrichting van het afvaldepot. Dan moet je denken aan val- of aanrijdgevaar.”
Veiligheidsbewustzijn Van Dijk heeft een verklaring voor wat de Arbeidsinspectie een ‘matige naleving’ van de arboregels noemt. “Dat heeft te maken met het veiligheidsbewustzijn. In de chemie bijvoorbeeld zijn ze daar al heel ver mee. Bij ons is het veiligheidsbewustzijn sinds een paar jaar aan het groeien. De afvalverwerking heeft zich ontwikkeld tot een heel moderne industrie: je hebt
Stephan Segboer (Arbeidsinspectie):
‘De branche neemt de handschoen op en dat stemt positief.’
te maken met een complexer bedrijf met meer mensen en meer risico’s. Daarvoor moet je het veiligheidsbewustzijn verder ontwikkelen. Expertise over veiligheid zit bij de staf, maar het werken met afval gebeurt in de lijn. Je moet bekijken: hoe wordt veiligheid meegenomen in de dagelijkse werkzaamheden?” De rapportage van de arbeidsinspectie heeft volgens Van Dijk de afvalsector in beweging gezet. “Wij hebben in onze eigen organisatie gekeken naar risico’s en of wij daar voldoende aan doen. Bij ons spelen bijvoorbeeld blootstelling aan DME en biologische agentia als stof en endotoxine. Wij hebben een nauwkeurig meetprogramma opgezet en monitoren secuur of alles binnen de wettelijke waarden blijft. Uit de metingen kunnen extra maatregelen volgen. Zo kan het zijn dat je vaker nat moet reinigen of dat de chauffeur, voordat hij in de shovel stapt, eerst zijn schoenen wisselt.”
afvalforum november 2009
9
Rioolbranche pleit voor herziening gunningscriteria
Worsteling tussen prijs en kwaliteit Is het huidige aanbestedingstraject voor rioleringswerkzaamheden wel goed opgezet? Op het ogenblik ligt de nadruk vooral op de prijs: de goedkoopste inschrijver wint meestal de opdracht. De sector is in gesprek over herziening van de gunningscriteria. “Nu zijn er vaak alleen maar verliezers.”
Door Joop Hazenberg
Er komt veel kijken bij de Nederlandse rioleringsinfrastructuur. Niet alleen moeten geregeld kilometers riool worden aangelegd of vervangen, gemeenten zijn ook gebonden aan het structureel reinigen en inspecteren van het eindeloze buizennetwerk onder de grond. Al het werk aan de meer dan 100.000 kilometer riolen kostte in 2008 1,2 miljard euro, dat door gemeenten opgebracht diende te worden. Vanwege de omvang van de meeste rioleringswerkzaamheden moet er volgens Europese regels aanbesteed worden. De concurrentie is zwaar, en van alle gunningscriteria is de prijs veruit de belangrijkste: die telt voor 80 procent mee in de uiteindelijke gunning. Er wordt geregeld voor bodemprijzen aanbesteed, zeker nu
Hugo Gastkemper (RIONED):
‘Op prijs is makkelijker te meten dan op kwaliteit.’
10
afvalforum november 2009
een Duitse ‘prijsvechter’ (Lohmann) zich op de Nederlandse rioolmarkt heeft gericht. Of het nu gaat om reinigen met hogedrukspuit, inspecteren, aanleggen of vervangen van rioleringen; iedere keer komt het prijsaspect om de hoek kijken bij de uitvoering van het werk. Is het aanbestedingstraject wel goed voor de toekomst van het rioolstelsel en de rioolbranche? Deze vragen komen op nu de praktijk van het aanbesteden lastig blijkt te zijn. Prijs is makkelijk meetbaar, kwaliteit vaak veel minder. Goedkope riolen kunnen uiteindelijk duur uitpakken doordat sneller onderhoud moet worden gepleegd. De nadruk op het prijscriterium leidt daarnaast tot minder ruimte voor innovatie en duurzaam inkoopbeleid.
Faire prijs Frank de Wildt, commercieel bedrijfsleider bij GMB Rioleringstechnieken, herkent de problematiek. “Iedereen doet af en toe mee aan het prijsvechten, gedwongen door de orderportefeuille. Nu ook vanuit Duitsland dit spel wordt gespeeld, komt er meer spanning op de rioolmarkt te staan. Dat is niet goed voor wat we willen uitstralen als branche.” Daarom vindt De Wildt het niet meer dan logisch dat de gunningscriteria opnieuw bekeken worden. De nadruk op prijs kan volgens hem worden afgezwakt. “De opdrachtgever zou aan de hand van de aanbesteding waarde toe moeten kennen
aan kwaliteit. Bovendien kan het aanbestedingsmodel wel efficiënter, bijvoorbeeld voor het aantal onderhoudscontroles. Een kolk of pompgemaal die functioneert, hoeft echt niet twee keer per jaar gecontroleerd te worden.” De praktijk blijft intussen weerbarstig. De Wildt ziet vooral verliezers. “Bij gemeenten wordt het waardeaspect tot nu toe nauwelijks aangestipt. GMB hoort altijd: wij willen een faire prijs. Partijen die met een hele lage prijs de aanbesteding winnen, komen daarna allerlei prijsstijgingen en afwijkingen bij de uitvoering tegen. Om dit soort tegenvallers te voorkomen kunnen opdrachtgevers zich beter richten op het gunnen op waarde.” Het prijsvechten heeft tal van vervelende gevolgen. Behalve onverwachte kostenposten na de aanbesteding zijn er ook andere frustraties. “Indirect kunnen kosten oplopen, bijvoorbeeld op het gebied van toezicht. En beschikbare data, heel belangrijk voor rioolonderhoud- en inspectie, blijken te weinig voorhanden te zijn.”
Beter beeld Volgens Hugo Gastkemper van RIONED, de koepelorganisatie van de branche, de overheid en onderwijsinstellingen, worstelen gemeenten voortdurend met de verhouding tussen prijs en kwaliteit bij de aanbestedingstrajecten. “Bij gemeenten spreekt goedkoop meer aan, zeker als je niet in het
Frank de Wildt (GMB Rioleringstechnieken):
‘Bij gemeenten wordt het waardeaspect nauwelijks aangestipt.’
vak zit en als bestuur een verantwoordelijkheid hebt voor de begroting. Bovendien is op prijs makkelijker te meten dan op kwaliteit. Maar is goedkoper ook uiteindelijk beter? Wordt er wel voldoende op kwaliteit gelet? Dat vind ik hele relevante vragen waar gemeenten ook mee zitten.” Om meer inzicht te krijgen in de precieze problemen van aanbesteden en gunningcriteria, is RIONED actief in gesprek met overheden, bedrijven, ingenieurs en andere betrokken partijen. Gastkemper: “We willen een beter beeld krijgen van de problemen, maar ook van mogelijke oplossingen om het aanbestedingstraject te optimaliseren. Bijvoorbeeld voorbeeldbestekken voor gemeenten waarin criteria op gebied van duurzaam inkopen staan vermeld. Maar ik wil benadrukken dat deze bestekken niet klakkeloos overgenomen moeten worden. Ook zijn wij geen voorstander van herziening van de criteria. Elke gemeente kan zijn eigen aanbesteding organiseren.” Frank de Wildt van GMB hoopt dat deze discussie leidt tot andere contractvormen dan het zogeheten CROW-model, dat bijna altijd wordt gebruikt. “Rijkswaterstaat werkt al langer met contractvormen waarbij gunnen op waarde centraal staat”, zegt De Wildt. De wereld van de infrastructuur is bekend met de worsteling tussen prijs en kwaliteit en probeert daarom bij aanbesteden de lange termijn-bril op te
De rioleringssector is in gesprek over herziening van de gunningscriteria. De nadruk op de prijs moet worden afgezwakt, er moet meer aandacht komen voor kwaliteit en milieu (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
houden. Vandaar dat GMB actief is met het aankaarten van de problematiek rond aanbesteden en het bedrijf ook gesprekken voert met kennisplatform CROW om de besteksinhoud aan te passen. De Wildt benadrukt dat een ruimere vraagspecificatie geen negatieve gevolgen heeft voor de regierol van de gemeenten. “De beheerder behoudt zijn regie, zijn rol wordt juist leuker. Wel is het natuurlijk zo dat waardecriteria lastiger zijn te meten. Gelukkig zijn er belangrijke parameters en kan de geleverde kwaliteit meestal goed worden aangetoond. Bovendien is er meer ruimte voor creativiteit en inventiviteit.”
Rioolradar De M.J. Oomen Groep is “ontzettend voorstander” van aanpassing van de gunningscriteria. Niet omdat die de prijsvechters buiten de deur houden, maar omdat rioleringsbedrijven zich daarmee kunnen onderscheiden. Adrie Oomen: “Verlagen van de prijs gaat altijd ten koste
Adrie Oomen (M.J. Oomen Groep):
‘Op langere termijn zijn opdrachtgevers goedkoper af.”
van iets. Als je daar altijd maar de nadruk op legt, laat je zaken noodgedwongen vallen. De bedrijven die met innovaties bezig zijn kunnen het daardoor lastig krijgen.” Volgens Oomen zijn er meer tools nodig om het beheer te optimaliseren en kunnen nieuwe technieken meer data genereren, zoals de rioolradar. “Maar dat soort dingen worden dus niet toegelaten tot het bestek.” Een directe link tussen de aanbestedingsdiscussie en de komst van de Duitse prijsvechter Lohmann ziet Oomen niet. “Die probeert zijn deeltje hier te halen, daar is op zich niet veel mis mee. Wij zijn ook actief op de Belgische markt. Het is belangrijker ons te richten op een dieper inzicht van kwaliteitsaspecten bij het aanbestedingstraject. Opdrachtgevers zijn hierbij gebaat. Misschien zijn ze bij het aanbesteden meer geld kwijt, maar op langere termijn zijn ze duidelijk goedkoper af.”
Gunnen op waarde De rioleringssector maakt zich er sterk voor dat inkopers zich bij hun keuze niet langer alleen laten leiden door de prijs, maar ook door andere aspecten. Een inkoper zou zich bij de beoordeling van het aanbod vragen moeten stellen als: • • • • • • •
Wie bezorgt de minste overlast tijdens werkzaamheden (verkeersomleiding, bereikbaarheid)? Wie heeft het beste plan om risico’s te beheersen? Wie heeft het beste communicatieplan (hulpdiensten, burgers, middenstand)? Wie heeft een vaste prijs (zonder meerwerkfacturen)? Wie levert bij afloop contract de hoogste restwaarde? Wie ziet kans optimalisaties door te voeren? Welke maatregelen zijn voorzien om het milieu te ontzien? afvalforum november 2009
11
Door Pieter van den Brand
Over de bijdrage die de afvalsector levert aan de reductie van broeikasgassen en daarmee de bescherming van het klimaat, kan de sector met een nieuw protocol eenduidig rapporteren (foto: iStockphoto) A new protocol will allow the waste sector to report in a clear and consistent way on the contribution it makes to reducing greenhouse gas emissions, and therefore to climate protection (photo: iStockphoto)
EpE-protocol: standaard voor CO 2 -accounting
Langs één broeikasgasmeetlat Het van origine Franse EpE-protocol stelt afvalbedrijven in staat eenduidig over hun broeikasgasemissies te rapporteren en daar verantwoording over af te leggen. De populariteit van de CO2-accountingstandaard is groeiende, ook in ons land, maar er liggen nog veel kansen om het protocol te verbeteren. ‘Dit is een levend instrument.’
12
afvalforum november 2009
Goddelijke wijnen, riekende kazen en stijlvolle auto’s. Een kleine greep uit de succesproducten die La Douce France de wereld over voert. Als het aan de afvalconcerns Séché, Suez Environnement en Veolia ligt, komt daar een exportproduct bij, en wel het EpE-protocol. De letters staan voor Entreprises pour l’Environnement, een vereniging waar zo’n veertig grote France bedrijven als Air France, Michelin en Renault lid van zijn. Samen gaan ze de klimaatverandering te lijf. In deze vereniging hebben de drie afvalconcerns elkaar gevonden in een subgroep om het EpE-protocol te ontwikkelen waarmee afvalbedrijven hun CO2-balans vast kunnen stellen. Het EpE-protocol, dat door de Franse afvalbrancheorganisatie FNADE officieel wordt gesteund en is toegepast op de hele Franse afvalsector, is bezig met een Europese opmars. Zo slaat het instrument in Engeland aan. Zeven leden van de Britse afvalbranchevereniging ESA hebben het reeds gebruikt bij hun eigen CO2-rapportages. Gary Crawford, Vice President van het Greenhouse Gas Department van Veolia, is een van de initiatiefnemers van het EpEprotocol. Eind oktober bezocht hij ons land voor een workshop met vertegenwoordigers van de Nederlandse afvalbranche. “Het bewustzijn neemt toe”, zegt hij. “Afvalbedrijven zien in dat het belangrijk is de buitenwacht – klanten, overheid, milieubeweging en burgers – uit te leggen wat de carbon footprint van de onderneming is.” Intussen neemt het aantal rapportageverplichtingen toe, denk aan de Europese E-PRTR-verordening (European Pollutant Release and Transfer Register) en koestert de Europese Commissie torenhoge ambities om de CO2-uitstoot te reduceren. De vorig jaar verschenen studie van het Duitse
Gary Crawford (Veolia):
‘Belangrijk is dat de volledige Europese afvalsector de standaard adopteert.’
EpE-protocol voorziet in lacune Op dit moment bestaan er in ons land tal van methoden om de CO2-prestaties van een bedrijf in beeld te brengen, maar geen enkel systeem biedt een standaardprotocol voor rapportage en accounting. Het EpE-protocol voorziet daar wel in. In het Nederlandse Protocol Monitoring Duurzame Energie, dat jaarlijks een overzicht van duurzame energiebronnen in ons land opstelt, ligt de focus niet op Jan Manders broeikasgasreductie. Ook is er geen aandacht voor de inzameling van afval. Het Centrum voor (Energy from Waste Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden maakt regelmatig een wetenschappelijke analyse van de vele behandelingsroutes van afval. Deze LCA-bijbel vormt een prima naslagwerk, maar Consultancy): is niet geschikt als methodiek voor het rapporteren en verantwoording afleggen over de CO2belasting door een bedrijf. De CO2-tool van SenterNovem geeft kentallen voor het hergebruik van afvalstromen doch behelst sec een rekenmethode om te bepalen wat er aan CO2-emissies te vermijden is door de inzet van gerecyclede stromen. Dit instrument beslaat slechts een klein deel van de CO2-puzzel. Daarnaast zijn de gehanteerde vermeden emissiefactoren extreem hoog vergeleken met andere Europese scores op het vlak van materiaalrecycling. Het is onverstandig zaken te rooskleurig voor te stellen, stelt afvaldeskundige Jan Manders. Een uniforme standaard als het EpE-protocol vergroot volgens hem de geloofwaardigheid van cijfers over CO2-prestaties, onderzoeksbureau Prognos maakt duideen dat is nodig juist vanwege de grote lijk dat het aandeel van de Europese afvalverschillen in Europa. sector aanzienlijk kan zijn, tot minimaal een vijfde van het door de commissie naFreek van Eijk gestreefde reductiedoel van zo’n 780 (SITA): miljoen ton CO2 in 2020. Ontwikkelingen die een transparante, betrouwbare en eenoud-directeur van AVR duidige ‘broeikasgasmeetlat’ onmisbaar Afvalverwerking ziet volop moge2 maken, weet Crawford. lijkheden het protocol te optimaliseren. Bij Veolia stuurt de Amerikaan in Franse “De nadruk ligt nu op storten en verbrandienst een team aan dat wereldwijd de den. Er zijn te weinig specifieke mogelijkbroeikasgasemissies van het afvalconcern heden om gedetailleerd te rapporteren in kaart brengt en daarover rapporteert. over recyclen, vergisten en composteren. “We troffen veel verschillende CO2Zo geeft het protocol een onvolledig beeld.” rekenmethoden en -modellen aan. Vandaar sector essentieel.” Het commentaar dat Manders verwacht dat Nederland als speons streven naar harmonisatie met een het EpE-protocol uit ons land ontvangt, cialist in deze verwerkingstechnieken veel protocol voor het kwantificeren van broeitypeert hij als ‘positief en weldoordacht’. informatie kan aandragen om het protocol kasgasemissies.” Met het EpE-protocol wil “Duidelijk is hoe groot de belangstelling te verbeteren. Zo beschikt ons land over de Franse afvalindustrie in een internatiovoor de standaard is. Bedrijven zijn geïnteeen wetenschappelijk gefundeerde CO2nale standaard voorzien. Belangrijk, meent tool die de prestaties van vergisten en resseerd in harmonisatie om betrouwbare Crawford, is dat de volledige Europese composteren in beeld brengt. en transparante gegevens te krijgen.” De afvalsector de standaard adopteert. Ook Volgens directeur Strategie en Public EpE-organisatie staat er open voor om lokale overheden die afval inzamelen en Affairs Freek van Eijk van SITA in Nederland Nederlandse CO2-modellen in het protocol bedrijven die zelf hun afvalmanagement ter ‘is de EpE-tool het best beschikbare CO2te integreren, “zeker als het om breed hand nemen, behoren tot de doelgroep. accountinginstrument in de markt’. “Het is gedragen en goed onderzochte modellen niet meer dan logisch dat als de markt zich gaat”, zegt Crawford. Inmiddels is de CO2CO 2-kaartje ontwikkelt en de EpE-systematiek internaboekhoudsoftware verrijkt met speciale Het EpE-protocol beschrijft de gehele tionaal draagvlak krijgt, de tool wordt versheets voor onder meer vergisten, comketen van inzameling tot en met alle fijnd. Binnen Europa neemt recycling sterk posteren en SRF. verwerkingsactiviteiten, van recycling en toe, gedreven door economie en wetgeving. Manders vraagt de Nederlandse afvalverbranding tot composteren en vergisOok mechanisch-biologische verwerkingssector om het EpE-protocol te omarmen. ten. Voor elk van die activiteiten wordt de methoden zullen groeien. Op die vlakken Vorig jaar, betoogt hij, wees een LCACO2-emissie bepaald. Alle typen emiszal het protocol verder ontwikkeld moeten studie van CEWEP onder een groot aantal sies komen aan bod: directe emissies worden.” De branche zal overigens niet afvalverbranders uit dat er in Europa (de uitstoot van het inzamelvoertuig, de alleen naar haar eigen CO2-accounting en gemiddeld door waste to energy netto op afvaloven of de methaanemissies op de –voetafdruk moeten kijken, vindt Van Eijk, CO2 wordt bespaard. De CO2-winst door de stortplaats), indirecte emissies (zoals de maar ook naar de voetafdruk van klanten. opwekking van energie en warmte en het inkoop van diesel en elektriciteit, waar “Het gaat om milieuwinst in de hele keten. terugwinnen van metalen blijkt net iets ook een CO2-kaartje aan hangt) en vermeAfvalmanagement is de katalysator voor groter dan de totale fossiele CO2-emissies den emissies door onder meer recycling, integraal ketenbeheer.” van de afvalverbranding. “De bijdrage die het winnen van stortgas en de energiede afvalsector levert aan de reductie van opwekking bij de afvalverbranding. De Levend broeikasgassen is buitengewoon groot. CO2-boekhouding draait op eenvoudige Crawford is de laatste om te beweren Waarom zou je het nalaten deze positieve Excel-software. dat het protocol af is. “Dit is een levend getallen naar buiten te brengen? Met het “De methodiek is transparant en instrument. We zullen er voortdurend EpE-protocol kun je de CO2-prestaties van simpel”, vertelt Jan Manders, die het EpEaan schaven. Kritiek is welkom. Om van de afvalsector per land eenduidig in beeld protocol in opdracht van de Vereniging het protocol een succes te maken, is de brengen, ook voor Nederland. De ambitie is Afvalbedrijven tegen het licht hield. De uitwisseling van informatie in de hele toch te vertellen hoe goed je het doet.”
‘De methodiek is transparant en simpel.’
‘De EpE-tool is het best beschikbare CO accountinginstrument in de markt.’
afvalforum november 2009
13
By Pieter van den Brand
Divine wines, heady cheeses and stylish cars. Just a random dip into the range of successful products promoted around the world by La Douce France. If waste companies Séché, Suez Environnement and Veolia have anything to do with it, there will soon be another export product to add to the list: the EpE protocol. The letters stand for Enterprises pour l’Environnement, an association of about forty big French companies, including Air France, Michelin and Renault, which have joined forces to tackle climate change. The three waste companies in the association have formed a subgroup to develop the EpE protocol, which is designed to allow waste companies to calculate their CO2 balance. Officially backed
Afvalbedrijven zijn zich steeds meer bewust dat het belangrijk is de buitenwacht – klanten, overheid, milieubeweging en burgers – uit te leggen wat de carbon footprint van de onderneming is (foto: iStockphoto) Waste companies are increasingly aware of the importance of explaining to the outside world – clients, government, the environmental movement and the public – what their carbon footprint is (photo: iStockphoto)
EpE protocol: a standard for carbon accounting
A single yardstick for greenhouse gas emissions The EpE protocol, developed in France, enables waste companies to quantify, audit and report their greenhouse gas emissions in a transparent and consistent manner. The popularity of the carbon accounting standard is growing, both in the Netherlands and elsewhere, but there are still opportunities to improve the protocol. ‘This is a living tool.’ 14
afvalforum november 2009
by the French waste industry association FNADE, the EpE protocol is used by the whole French waste sector and is gaining a reputation in Europe. It is by example catching on in England and seven members of the British waste association ESA have already used it in the preparation of their own carbon reporting. Gary Crawford, vice president of Veolia’s Greenhouse Gas Department, is one of the initiators of the EpE protocol. At the end of October he visited the Netherlands to attend a workshop with representatives from the Dutch waste sector. ‘Awareness is increasing,’ he says. ‘Waste companies realise that it is important to explain to the outside world – clients, government, the environmental movement and the public – what their carbon footprint is.’ Meanwhile the number of reporting obligations is increasing, an example being the European Regulation on Pollutant Release and Transfer Registers (E-PRTR), and the European Commission harbours lofty ambitions for reducing CO2 emissions. A study by the German research consultants Prognos, which was published last year,
Gary Crawford (Veolia):
‘It is important that the whole European waste sector adopts the standard.’
EpE protocol fills a gap
Jan Manders (Energy from Waste Consultancy):
‘The method is transparent and simple.’
shows that the European waste sector could make a significant contribution to this reduction, delivering at least a fifth of the Commission’s reduction target of about 780 million tonnes of CO2 in 2020. Crawford knows that these developments make a transparent, reliable and consistent ‘greenhouse gas yardstick’ essential. At Veolia the American leads a team that calculates and reports on the worldwide greenhouse gas emissions of the company. ‘We came across many different carbon calculation methods and models, which explains our attempts to harmonise the various efforts by drawing up a protocol for the quantification of greenhouse gas emissions.’ The French waste industry is putting the EpE protocol forward as an international standard. Crawford believes it is important that the whole European waste sector adopts the standard. Local authorities that collect waste and companies that take care of their own waste management also belong to the target group.
Carbon inventory The EpE protocol covers the whole chain, from collection to all treatment activities, from recycling and incineration to composting and anaerobic digestion. The greenhouse gas emissions from each of these activities are calculated. All types of emissions are covered: direct emissions (such as emissions from refuse collection vehicles and combustion chambers, and methane emissions from landfills), indirect emissions (such as the procurement of diesel and electricity, which also have a carbon ‘cost’) and avoided emissions from recycling, landfill gas recovery, waste-toenergy and other recovery operations. The carbon accounting can be done using the Excel spreadsheet programme. ‘The method is transparent and simple,’ says Jan Manders, who reviewed the EpE protocol for the Dutch Waste Management Association. The former director of AVR Afvalwerking sees plenty of opportunities
At the moment there are numerous methods available in the Netherlands for indicating corporate carbon performance, but no one system offers a standard protocol for accounting and reporting. The EpE protocol fills this need. The Dutch Renewable Energy Monitoring Protocol (Protocol Monitoring Duurzame Energie), which provides annual overviews of renewable energy sources in the Netherlands, does not put much emphasis on greenhouse gas reduction, neither does it give any attention to waste collection. The Institute of Environmental Sciences at Leiden University regularly analyses the different waste treatment routes. This LCA bible is an excellent reference work, but it is not suitable for corporate carbon accounting and reporting. SenterNovem’s CO2 tool gives indices for the recovery and reuse of waste streams, but only provides a calculation method to determine the CO2 emissions avoided by using recycled waste streams. This instrument covers just a small part of the total CO2 puzzle. In addition, the avoided emissions factors used in the tool are extremely high compared with other European scores in the area of materials recycling. It is unwise to make too optimistic a case, says waste expert Jan Manders. He argues that a uniform standard like the EpE protocol will increase the credibility of carbon performance data, and that is needed precisely because of the large differences across Europe.
Freek van Eijk (SITA):
for optimising the protocol. ‘The main focus is currently on landfill and incineration and there are too few specific provisions for detailed reporting on recycling, anaerobic digestion and composting. The protocol therefore gives an incomplete picture.’ Manders expects that the Netherlands, as a specialist in these forms of treatment, can provide much information for improving the protocol. The Netherlands has a scientifically sound CO2 tool that registers the performance of anaerobic digestion and composting. According to Freek van Eijk, strategy and public affairs director at SITA Nederland, ‘the EpE tool is the best available carbon accounting tool on the market. It is entirely logical that if the market develops and the EpE mechanism receives international support, the tool will be refined. Recycling is rapidly gaining ground in Europe, driven by both market forces and legislation. Mechanical biological treatment methods will also be increasingly taken up. The protocol should be developed to take these better into account.’ Moreover, van Eijk thinks that the sector will not only have to look to its own carbon accounting and carbon footprint, but also take the carbon footprints of its clients into account. ‘It’s all about making environmental improvements throughout the whole chain. Waste management is the catalyst for integrated lifecycle management.’
A living tool Crawford is the last person to claim that the protocol is complete. ‘This is a living tool. We will be continually refining it. Criticism is welcome. To make the protocol a success it is essential that information
‘The EpE tool is the best available carbon accounting tool on the market.’
is shared across the whole sector.’ He describes the response to the EpE protocol from the Netherlands as ‘positive and well considered. There is clearly considerable interest in the standard. Companies are interested in harmonisation in order to get reliable and transparent data.’ The EpE organisation is receptive to the idea of integrating Dutch CO2 models into the protocol, ‘definitely if they are scientifically sound and widely accepted,’ says Crawford. In the meantime, the carbon accounting software has been expanded to include special sheets for processes such as anaerobic digestion, composting and solid recovered fuel (SRF). Manders calls on the Dutch waste sector to embrace the EpE protocol. Last year an LCA study by CEWEP, which surveyed a large number of waste incinerator operators, revealed that the waste-to-energy plants in Europe make a net CO2 saving. The CO2 savings made by generating energy and heat and recovering metals turns out to be somewhat more than the total fossil CO2 emissions from incinerating the waste. ‘The contribution made by the waste sector to greenhouse gas reductions is exceptionally large. Why would you not bother to publicise this fact? You can use the EpE protocol to clearly demonstrate the carbon performance of a country, including the Netherlands. After all, the idea is to let people know how well you are doing.’
afvalforum november 2009
15
DELTA, nuttig voor u DELTA Milieu Finlandweg 19 Havennummer 1249 4538 BL Terneuzen T: 0115 - 67 88 00 F: 0115 - 67 88 80
www.DELTA.nl
[email protected]
å &RPSRVWHUHQ å %LRPDVVD å $IYDOLQ]DPHOLQJ å 5HF\FOLQJ å $IYDOYHUZHUNLQJ å 0LOLHXGLHQVWYHUOHQLQJ Regio Zuid-West Nederland
9
9
VO-10539
Smink Afvalverwerking BV
HEROS SLUISKIL BV Oostkade 5 4541 HH Sluiskil Postbus 1 4540 AA Sluiskil Tel: 0115-471258 Fax: 0115-472749 Website: www.heros.nl E-mail:
[email protected]
Postbus 2527 3800 GB Amersfoort T 033 – 455 82 82 F 033 – 456 26 60 E
[email protected] W www.smink-groep.nl
10:24
Pagina 1
1 2 3 4 12
K
KOEWEIT OLIEHANDEL KOEWEIT BV
Inname, op- en overslag en/of bewerking van � �
5
� � � �
Teeuwissen Rioolreiniging Huizen BV
�
Avi-bodemas en Avi-schroot Secundaire bouwstoffen Industrieel afvalwater Bulk / silogoederen Biomassa Schroot Hout
HET ADRES VOOR AL UW AFGEWERKTE OLIE Faciliteiten:
postbus 117 1270 AC Huizen T 035-525 23 19 F 035-524 09 82 E
[email protected] W www.teeuwissen.com
Werkzaam voor: horeca, gemeente, industrie en particulier.
24-02-2009
� � � � � �
5
9
34 ha terrein 412 m kade aan kanaal van Gent – Terneuzen Los- en laadinstallaties Waterzuivering Bewerkingsinstallaties Opslagsilo (30.000 m3)
Postbus 163 3880 AD Putten
Verhuur van mobiele kranen
Voor meer informatie over adverteren op de regiopagina kunt u contact opnemen met Recent BV, telefoon (020) 330 89 98.
T 0341 36 99 50 F 0341 35 68 14 E
[email protected] www.oliehandelkoeweit.nl
Misverstand: “Nederland is het beste milieujongetje van de Europese klas” Er bestaan van die misverstanden die telkens weer de kop opsteken. Neem de stelling dat Nederland het beste milieujongetje is van de Europese klas. Nederland presteert inderdaad goed op afvalgebied, maar anders dan velen beweren lopen we niet op alle terreinen voor. Neem alleen al de verpakkingen. Aflevering 3: Robbert van Duin namens de milieubeweging, over Nederland als Europees koploper.
Door Marieke Vos
“Eind jaren tachtig zijn in Nederland de meest prioritaire afvalstromen gedefinieerd en heeft het ministerie van VROM percentages vastgesteld voor preventie en hergebruik van deze stromen. Verpakkingsmateriaal kreeg de hoogste prioriteit. Er werden afspraken gemaakt over het terugdringen van afval: in 2000 zou er 10 procent minder verpakkingsmateriaal geproduceerd moeten worden dan in 1986. Het tegendeel gebeurde. Tussen 1998 en 2007 steeg de hoeveelheid met 37 procent, de grootste stijging in Europa. Op het gebied van preventie hebben we dus hopeloos gefaald. Hoe dat kan? De Nederlandse overheid heeft bedroevend weinig beleid gevoerd. Ook voor hergebruik had de overheid ambitieuze plannen. Zo werd vier jaar geleden afgesproken dat 55 procent van de kleine frisdrankflesjes gerecycled zou worden. Inmiddels wordt 1 tot 2 procent ingezameld. Het geloof dat ‘we er samen wel uitkomen’ blijkt hardnekkig. De inzameling van glas en papier gaat goed. Maar ook hier hebben andere Europese landen ons inmiddels ingehaald.
Robbert van Duin (Recycling Netwerk):
‘We zijn het aan onze stand verplicht om weer koploper te worden.’
De laatste 10 jaar is de recycling van glas gedaald van 85 procent naar 80,6 procent. Nederland stond met Duitsland bovenaan in de EU-ranglijst van de 15 oorspronkelijke lidstaten, maar staat nu op de 8e plek. De recycling van papier en karton is gestegen van 70 procent in 1998 naar 73,6 procent in 2007. Maar ook dit kan beter: Nederland zakte in Europa van plek 5 naar plek 10. De inzameling van kunststof verpakkingen is echt beschamend. Nederland rapporteert dat er in 2007 25,9 procent werd recycled. Men gaat daarbij uit van 290 kiloton in het huishoudelijk afval per jaar, maar uit sorteerproeven blijkt dat het meer dan 500 kiloton is. Dan zou het percentage uitkomen op 19
procent ingewonnen kunststof verpakkingsmateriaal en dat ligt zelfs onder de Europese norm. Nederland staat daarmee op de 12e plaats in de Europese ranglijst van 15 landen. De afvalsector kan hier weinig aan doen. Het grote falen ligt bij de overheid: die zou de regie moeten voeren en doet dat niet. Bestaande wetgeving wordt niet gehandhaafd, terwijl er wel draagvlak is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit onderzoeken van TNS/ NIPO: er is veel steun voor statiegeld op kleine flesjes. Nederland is niet het beste milieujongetje van de klas, we zitten in de middenmoot. Is dat erg? Ik denk het wel, we zijn het aan onze stand verplicht om weer koploper te worden.”
afvalforum november 2009
17
Amsterdam heroverweegt weigering plastic afval in te zamelen
Afvalconferentie 2009: omzet onder druk, bedrijfsresultaat op peil Voor de vijfde keer organiseerde Vereniging Afvalbedrijven, NVRD en het ministerie van VROM de jaarlijkse afvalconferentie. Circa tweehonderd mensen vonden de weg naar het Worldforum in Den Haag. “U doet het helemaal niet slecht”, zo hield marktonderzoeker Frank Hopstaken hen voor.
Jacqueline Cramer (VROM):
‘We moeten alles uit de kast halen om de klimaatdoelen te halen.’
18
afvalforum november 2009
Door René Didde
Deze zomer was Frank Hopstaken op vakantie in de Dordogne. Hij zag daar een toneelspeler die hij vijftien jaar geleden ook al ontmoette. “En hij deed nog precies hetzelfde kunstje”, zegt de marktonderzoeker. Zo voelt hij zich ook wel eens, nu hij alweer jaren de stand van zaken in de afvalmarkt op de jaarlijkse afvalconferentie lardeert met veel plaatjes en cijfers. Geen verrassing is dat in 2008 de kredietcrisis en vervolgens de economische crisis ook de afvalmarkt direct hebben getroffen. Er wordt minder geproduceerd, dus er is minder afval, zo simpel is het. De meeste afvalbedrijven, klein en groot, kampen met een tien tot twaalf procent lagere omzet, zo bleek uit Hopstakens overzicht. Tel daarbij op dat juist in 2008 verschillende nieuwe verbrandingslijnen in productie werden genomen. “Deze overcapaciteit, naar schatting ongeveer 1,2 miljoen ton, leidt tot een prijsdaling bij de afvalenergiecentrales.” Goed nieuws is wel dat mede hierdoor het storten van brandbaar afval tot bijna nul is afgenomen. De totale omzet van de Nederlandse afvalbranche blijft met 5,9 miljard euro in 2008 van een indrukwekkende omvang. En ondanks de teruggang in omzet bedraagt
Na afloop van de marktanalyse door Frank Hopstaken (links op de foto) vond er een debat plaats over ketengericht afvalbeleid met Rob van Rees, CEO van energiebedrijf Greenchoice, en SITA-topman Adriaan Visser (rechts op de foto) (foto’s: Sjoerd van der Hucht)
het operationeel bedrijfsresultaat nog ruim tien procent bij zowel grote als kleine bedrijven. “U doet het helemaal niet slecht”, zo hield Hopstaken zijn gehoor van tweehonderd mensen in het Worldforum voor. Crisis of niet, er is bij de bedrijven zelfs ruimte voor duurzaamheidsverslagen, maatschappelijk verantwoord ondernemen en CO2-voetafdruk. Vijf bedrijven, namelijk Van Gansewinkel Groep, SITA, De Meerlanden, Afvalzorg en HVC, scoren hierin het best. “Omdat de laatste twee bedrijven deze prestatie koppelen aan de beste bedrijfseconomische resultaten, benoem ik Afvalzorg en HVC tot beste afvalbedrijven van 2009”, aldus Hopstaken, die voor de gelegenheid twee flessen grappa had meegebracht.
Afval en energie “De crisis is een kans om Nederland voor 100 procent van duurzame energie te voorzien”, vertelde Rob van Rees, CEO van energiebedrijf Greenchoice, tijdens het tweegesprek met SITA-topman Adriaan Visser onder leiding van dagvoorzitter Inge Diepman. Het gesprek ging in op het ketengerichte afvalbeleid. Kernpunt
uit vooral het betoog van de jonge energiemaatschappij die zich met succes op groene gronden profileert ten opzichte van de energiereuzen als Nuon en Essent, is dat de afvalbranche en de energiebedrijven steeds dichter op elkaars terrein komen. “Afval en energie krijgen steeds meer met elkaar te maken”, aldus Van Rees. Hij ziet een grote rol weggelegd voor afvalbedrijven die vaker hun warmte - liefst in hoogwaardige stoom - afzetten, groen gas produceren uit biomassa en elektriciteit maken uit de afvalverbranding. “Er is zowel ruimte voor grootschalige, centraal geregelde ontwikkelingen - zoals wind op zee - als voor lokale initiatieven, zoals aardwarmte en restwarmte. Lokale of regionale energiebedrijven kunnen daarbij mogelijk een rol spelen”, aldus de Greenchoice-oprichter. In een viertal workshops konden de deelnemers concrete thema’s bespreken. Uit de workshop over de concurrentie tussen afvalverbranding, recycling en storten bleek dat de laatste branche bijna het licht uitdoet. Dit terwijl de drie takken van sport toch eigenlijk een heel eigen positie innemen. Een andere workshop behandelde manieren om de recyclingdoel-
stelling van zestig procent in 2015 te halenOpmerkelijk daar was dat twaalf Drentse gemeenten en de agglomeratie ApeldoornZutphen geen enkele moeite hebben met deze doelstelling, vooral in de diftargemeenten. Een grote stad als Rotterdam zal met een schamele inzamelingsscore van 33 procent glas - fracties als papier en textiel nog veel lager - vermoedelijk haar kaarten op nascheiding zetten.
Stevige discussie De bezoekers van deze editie van de afvalconferentie werden op het einde van de dag getrakteerd op indrukwekkende beelden en een stevige discussie. ‘Klimaatjournalist’ »
Frank Hopstaken (FFact):
‘Ik benoem Afvalzorg en HVC tot beste afvalbedrijven van 2009.’
afvalforum november 2009
19
Tijdens de avond was er alle aandacht voor ‘het klimaat’. ‘Klimaatjournalist’ en bergbeklimmer Bernice Notenboom (midden op de foto) deed verslag van de beklimming van de Mount Everest in de Himalaya waar de klimaatverandering goed zichtbaar is. Minister Jacqueline Cramer ging daarna in debat wethouder Carolien Gehrels van de gemeente Amsterdam en HVC-directeur Wim van Lieshout over de bijdrage van de afvalsector aan de strijd tegen de klimaatverandering (foto: Sjoerd van der Hucht)
en bergbeklimmer Bernice Notenboom liet aan de hand van filmbeelden zien hoe plastic afval uit China via oceaanstromingen langs de Noordpool op Europese stranden belandt. Ook deed ze verslag van de beklimming van de meer dan 8000 meter hoge Mount Everest in de Himalaya. Door de in rap tempo smeltende sneeuw komt allerhande afval tevoorschijn uit de wegkwijnende ijstongen. Zuurstofflessen, gastankjes, plastic afval, vooral door de bergbedwingers vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw zelf achtergelaten. De stevige discussie ging over de wens om de Nederlandse afvalenergiecentrales de R-status te verlenen. De R-status maakt het mogelijk afval uit andere landen te importeren. De D-status van de Nederlandse afvalenergiecentrales blokkeert dat. Milieuminister Jacqueline Cramer erkende dat op het ogenblik geen sprake is van een gelijkwaardig speelveld in Europa. Duitse verbranders beschikken immers wel over een R-status, terwijl de Nederlandse centrales over de hele linie technisch beter zijn dan de Duitse. “Duitsland heeft de R-status eerder voor elkaar gekregen”, aldus Cramer.
20
afvalforum november 2009
Ze begreep dat zo’n R-status tijdelijk de nood van de Nederlandse overcapaciteit een beetje kan ledigen. De milieuminister stelde echter principieel dat elk land zijn eigen huishoudelijk afval moet verwerken. “We moeten niet teveel met huishoudelijk afval slepen”, vertelde ze. HVC-directeur Wim van Lieshout rekende haar niettemin fijntjes voor dat het CO2-technisch veel beter is om pakweg Engels huishoudelijk afval in Nederland te verwerken dan in Engeland te storten. “Dit ondanks het transport”, aldus Van Lieshout. Het importeren van Engels restafval zou wethouder Carolien Gehrels van de gemeente Amsterdam toejuichen voor het Afval Energie Bedrijf (AEB). Zij bracht op de valreep nieuws over de inzameling van huishoudelijk kunststof afval in de hoofdstad, namelijk dat ze zich er niet langer tegen verzet. Eerder dit jaar overrulede zij haar eigen ambtenaren met de uitspraak dat ze hoe dan ook het plastic zou blijven verbranden in de ovens van AEB. “We denken erover na”, zei ze diplomatiek. Van Lieshout van HVC gaat met de nodige scepsis aan de slag met de kunststofrecycling. “De burgers willen het nu eenmaal, terwijl ik denk dat er nog heel
Rob van Rees (Greenchoice):
‘De crisis is een kans om Nederland voor 100 procent van duurzame energie te voorzien.’
veel moet gebeuren om werkelijk materiaalrecycling te bewerkstelligen en niet het plastic alsnog te laten verbranden. CO2technisch is het bijvoorbeeld veel interessanter om de gft-inzameling te professionaliseren, het gft te vergisten tot groen gas en het residu als compost af te zetten.” Voor minister Cramer is het geen keuze. “We moeten alles uit de kast halen om de klimaatdoelen te halen. Het is geen kwestie van en/of maar van en, en, en. Ik kan zo honderd dingen noemen die mensen in hun eigen leefomgeving kunnen doen en daarmee 30 procent energie besparen. Kunststof afval scheiden is er daar één van.”
Storten afval sterk gedaald In 2008 is negentien procent minder afval gestort en vier procent minder gft-afval gecomposteerd/vergist dan in het jaar ervoor. De totale hoeveelheid verbrand afval is met vijf procent toegenomen. De hoeveelheid verwerkt slib is gelijk gebleven. Dit blijkt uit de jaarrapportage van de Werkgroep Afvalregistratie. In 2008 is 1,3 miljoen ton gft-afval gecomposteerd/vergist, 6,1 miljoen ton verbrand, 3,0 miljoen ton gestort en 0,3 miljoen ton slib verwerkt. De hoeveelheid afval die daadwerkelijk wordt gestort op stortplaatsen is flink teruggelopen. De hoeveelheid afval die wordt toegepast voor milieubeschermende voorzieningen op stortplaatsen is toegenomen met zestien procent van 0,5 naar 0,6 miljoen ton. De hoeveelheid brandbaar huishoudelijk afval en bedrijfsafval die is gestort, is gedaald van 1,7 miljoen ton naar 1,0 miljoen ton. Ook het op de stort brengen van grond is afgenomen. Reststoffen van verbrandingsinstallaties en asbesthoudend afval zijn meer op de stort gebracht. Huishoudelijk afval blijft met 2,9 miljoen ton de grootste afvalstroom die verJekko verzamelt brandingsinstallaties verwerken, een stijging van twee procent ten opzichte ‘e-waste’ in huishouden van 2007. De stijging van het verbranden van afval komt door uitbreiding ‘Jekko’ moet Nederlandse huishoudens helpen van verbrandingscapaciteit van de AZN in Moerdijk. Momenteel bedraagt bij het scheiden van kleine elektrische apparade verbrandingscapaciteit ongeveer 6,9 miljoen ton. Met wat er nog in ten, spaarlampen, batterijen en printercartridges. aanbouw is en de sluiting van de installatie in Rotterdam, komt de totale Jaarlijks gooien we met z’n allen nog steeds ongecapaciteit in 2012 op circa 7,4 miljoen ton. veer 2 kilo van deze apparaten gewoon in de vuilDat de hoeveelheid verwerkt gft-afval is afgenomen ten opzichte van nisbak. In totaal gaat het om 33 miljoen kilo per jaar. het jaar ervoor heeft mede te maken met de beleidsverruiming van De producenten en importeurs van de elektr(on)ische de inzamelplicht voor gft-afval. Een deel van het tuinafval komt nu bij apparaten hebben een slimme verzamel-, sorteer- en groencomposteerders terecht. De verwerking van andere organische inzamelhulp voor in huis ontwikkeld, Jekko genaamd. stromen bij de gft-verwerkers is afgenomen tot bijna 0,2 miljoen ton. Met Jekko ligt al het kleine e-waste op één vaste plek Dit betreft voornamelijk grof tuin- en plantsoenafval en overige orgain huis, om vervolgens naar het daarvoor bestemde nische stromen, die ook bij groencomposteerders afgezet worden. De inzamelpunt te brengen. capaciteit van de gft-verwerkers bedraagt nu ruim 2 miljoen ton. Met de officiële overhandiging van Jekko aan oudHet rapport ‘Afvalverwerking in Nederland, gegevens 2008’ is eind minister van VROM, Hans Alders, tijdens een landelijk november te downloaden vanaf www.verenigingafvalbedrijven.nl. symposium over producentenverantwoordelijkheid is Hoeveelheden afval (miljoen ton) op 8 oktober de aftrap gegeven voor de introductie Verwerkingswijze 2004 2005 2006 2007 2008 van Jekko. Twee dagen later is een proef gestart storten: onder 17.000 huishoudens in de gemeenten Bergen 2,65 3,17 3,59 3,68 3,00 netto gestort (Noord-Limburg) en Tilburg. Daarnaast gaan 3.000 0,62 0,34 0,40 0,52 0,60 bouwstoffen 1 scholieren van 50 basisscholen verspreid door verbranden 5,29 5,50 5,54 5,79 6,05 composteren/ Nederland de verzamelbox met hun ouders uit1,4 1,37 1,31 1,34 1,29 vergisten gft-afval proberen. Door middel van marktonderzoek laten slibverwerking 0,32 0,31 0,31 0,31 0,31 de producenten en importeurs vaststellen of de verzamelbox een succesvol hulpje in huis 1 Nuttig toegepast voor milieubeschermende voorzieningen op de stortplaats volgens is. De resultaten van deze landelijke proef het Besluit bodemkwaliteit (tot 1 juli 2008 Bouwstoffenbesluit) zullen half november bekend zijn. Naar verwachting gaat Jekko in 2010 vervolgens de rest van Nederland veroveren, onder meer via gemeenten en Scheidingswijzer op je iPhone retailers. De actie is een initiatief van Wecycle in samenwerking Sinds halverwege september is de Afvalscheidingswijzer van Milieu Centraal met Stichting Batterijen en ook beschikbaar voor de iPhone. Het programmaatje geeft antwoord opvragen als ICT~Milieu. “Waar hoort de doos van de afhaalpizza, bij het oud papier of in de vuilnisbak?” De Afvalscheidingswijzer geeft van bijna 700 afvalproducten aan waar ze thuishoren. Bij elk afvalproduct staat waar het hoort, de meeste zijn voorzien van foto’s. Wie dat wil, krijgt meer uitleg over de verschillende soorten afval. Met de applicatie wil Milieu Centraal consumenten op meer manieren bereiken dan met haar site en informatieservice. Wie zijn afvalproduct niet vindt, kan via het informatiescherm contact opnemen met Milieu Centraal. Bezitters van een iPhone of iPod touch (ook de eerste generatie) kunnen de applicatie gratis downloaden vanaf de site van Apple.
afvalforum november 2009
21
wasteforum The Dutch Waste Management Association (Vereniging Afvalbedrijven) serves both the national and international interests of waste-processing companies throughout the entire waste chain. This involves Dutchbased companies that collect, recycle, reuse, compost and incinerate waste, as well as those that process waste for landfill and sewage treatment companies.
Incineration overcapacity causes concern In 2006, when the incinerators were running at full capacity and combustible waste had to be landfilled, the then environment minister backed the construction of new incineration capacity. Waste-to-energy capacity increased from 5.5 to 6.9 million tonnes now, rising to about 7.4 in 2011. But the recession has transformed undercapacity into overcapacity, projected to be 5% in 2011. Prices have tumbled, some by as much as 50%, and the industry faces a bleak period. Environment minister Jacqueline Cramer believes these capacity levels will be needed when the economy picks up and wants a legal moratorium on new ovens until 2020. DWMA chair Pieter Hofstra is prepared to sign up to this, but only if she gives the waste-to-energy plants recovery status, allowing them to import combustible waste. The EU has rebuked the UK for landfilling too much of its residual household waste; importing this would alleviate the incineration overcapacity in the Netherlands. Cramer opposes cross-border movements of waste, but is prepared to award recovery status to about five ovens and will press for binding European criteria to ensure a European level playing field in future. The recyclers claim that the falling incineration prices are frustrating efforts to develop recycling technologies. As recycling streams have shrunk by 30% they have had to postpone investments, whereas incineration plants are still being built. They suspect that cost considerations are diverting some recyclable materials to the incinerators, even though recycling is higher up the waste hierarchy. Cramer disagrees, saying the rules are being enforced. The recyclers see an incineration tax as the only effective instrument. They counter Cramer’s objections on cost grounds and the danger of waste ‘leaking’ to foreign incinerators by proposing an export tax, as in Belgium and Austria. Labour Party MP Jan Boelhouwer agrees, saying incineration must be scaled down. He suggests that incineration tax revenues could be used to buy out the less efficient plants. Hofstra rejects an incineration tax, but agrees that recycling must be supported, for example by improving sorting at municipal waste centres.
22
afvalforum november 2009
Waste Conference 2009: Dutch waste companies weather the crisis The fifth national Waste Conference, organised by the Dutch Waste Management Association, the Association for Refuse and Cleansing Management (NVRD) and the environment ministry, began with a review of the Dutch waste market in 2008. Unsurprisingly, waste arisings were lower and most waste companies saw turnover fall by 10 to 12%, but operational profits remained above 10% across the board. Due attention was given to sustainability reporting, corporate social responsibility and carbon footprints, the best scores going to Van Gansewinkel Groep, SITA, De Meerlanden, Afvalzorg and HVC. In a debate on supply-chain-oriented waste policy, Rob van Rees, CEO of the young energy company Greenchoice, noted that the activities of waste and energy industries are gradually converging. He sees an important role for waste companies supplying heat, green gas from biomass and electricity from waste-to-energy plants. The day ended with a discussion on awarding recovery status to Dutch wasteto-energy plants, which would allow them
to import residual household waste, for example British waste which would otherwise be landfilled. They argue that this would be more carbon efficient, including the transport. Environment minister Jacqueline Cramer held fast to the principle that each country should manage its own waste, although she did acknowledge the lack of a level playing field in Europe in this respect. Doubts were raised about the effectiveness of plastics recycling and the technical hurdles that still have to be overcome, compared with the potentially greater CO2 reduction gains from organic waste streams, such as anaerobic digestion and biogas production. The minister insisted that all options must be pursued to meet climate targets.
Price versus quality in sewer maintenance In 2008 Dutch municipalities spent 1.2 billion euros on sewer construction, replacement, cleansing and inspection. But is the current tendering procedure up to scratch? Competition is intense and of all the award criteria for assessing tenders, price almost always wins out. This penalises quality and stifles opportunities for improvement, say contractors. They want procurement officers to give more weight to aspects such as risk management, environmental measures, quality of materials and traffic management. The industry trade association RIONED is holding talks with all concerned to find ways to improve the tendering process, for example by drawing up model specifications with criteria for sustainable procurement, but does not favour revising the award criteria. GMB commercial manager Frank de Wildt argues the case for a greater emphasis on quality, saying that cheap contracts lead to unexpected additional costs, higher inspection costs and poor data availability for maintenance work. On the other hand, efficiency can be improved by optimising
work schedules. He points to other contract forms used by Rijkswaterstaat (the government public works department) that give greater weight to quality, with an eye on the longer term. Although quality-based criteria are harder to measure, they give the municipalities greater control over the work and room for creativity, he says. The M.J. Ommen Groep is ‘totally behind’ revising the award criteria, saying this would allow companies room to innovate and develop tools to optimise maintenance and generate valuable data. The current specifications leave no room for this. The municipalities may pay more for tendering, but will definitely save money in the long term.
Health & Safety plan to halve accidents by 2012 A key goal in the Health & Safety action plan presented recently by the Dutch Waste Management Association is to halve the number of accidents in the sector by 2012. The overall aim is to raise awareness of safety issues and compliance with safety rules throughout the sector. By 2010 all DWMA member companies must have a certified occupational health and safety management system in place – preferably the OHSAS (Occupational Health and Safety Assessment Series) or a comparable system such as the Dutch VCA (Veiligheid Checklist Aannemers) – and they must operate according to the sector’s own health and safety catalogue. The accident rate in the industry is currently high, at 13 serious accidents per 10,000 employees, which is comparable with the construction industry. The accident survey will be expanded to obtain more insight to the causes of accidents. The action plan strategy is for the early adopters to set an example and encourage other companies. Workshops will be held with safety experts, managers and external speakers to facilitate the exchange of experiences, information and tips. The Labour Inspectorate welcomes the industry’s initiative. In a report last year it found compliance with the health and safety regulations in the waste industry to be ‘mediocre’. Waste management has developed into a modern and complex industry, but safety awareness among the workforce is still relatively low compared with other risky industries, such as the chemical industry.
afvalforum november 2009
23
advertentie remondis 190x133 5 lPage 1 23-2-2007 10:20:15
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Hou dat vast! Makro maakt zich al jaren hard voor duurzaam ondernemen. Zo wordt het afval in de zeventien vestigingen van de bekende groothandel zo zorgvuldig mogelijk gescheiden. Dat is goed werk. Maar wat daar de concrete milieuwinst van was, kon niemand aantonen. Totdat SITA de CO2-scan ontwikkelde. Deze monitor maakt precies inzichtelijk hoeveel CO2 er minder de lucht in gaat dankzij goed afvalmanagement. Concreet? Makro voorkomt de uitstoot van liefst 3.638 ton CO2. Dat is vergelijkbaar met 18,8 miljoen autokilometers. En daar heb je als milieubewuste onderneming wat aan. Concrete cijfers die aantonen wat jarenlange inzet oplevert.
SITA Betrouwbaar en duurzaam afvalmanagement
SITA.NL 0900-8444