CAO SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF 2013-2015 Eindbod werkgevers In de onderhandelingen voor de CAO voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf heeft de werkgeversorganisatie OnderhoudNL op 3 oktober 2013, na negen onderhandelingsronden, het volgende eindbod gedaan: 1. Looptijd CAO Een looptijd van 6 april 2013 tot en met 28 februari 2015. 2. Loon: Gedurende de looptijd van de CAO worden de volgende stijgingen van de lonen en de lonen in de loontabellen doorgevoerd: Met ingang van week 1 van 2014 1,25% Met ingang van week 1 van 2015 1,0% De levensloopbijdrage komt met ingang van week 1 van 2014 te vervallen. 3. Reisuren- en reiskostenvergoeding De reisuren- en reiskostenvergoeding wordt aangepast met ingang van week 1 van 2014. Alle vergoedingen, met uitzondering van de reiskosten over de eerste 10 kilometer vanaf het woonadres, worden per kilometer berekend en gelden voor alle vervoermiddelen. Voor de berekening van de afstand wordt gebruik gemaakt van een goede routeplanner, bijvoorbeeld van ANWB. De vergoedingen worden als volgt: - reiskosten: € 0,33 per kilometer; - over de eerste 10 km vanaf het woonadres wordt geen kilometervergoeding betaald, maar een vaste vergoeding van € 1,- per dag; - de afstand wordt bepaald vanaf de postcode van het woonadres; - reisuren: € 0,20 per kilometer voor de vakvolwassen werknemer en € 0,10 per kilometer voor de werknemer in een leerling- of aanloopschaal; - chauffeursvergoeding: € 0,05 per kilometer vanaf het punt dat een meerijder wordt opgehaald, deze vergoeding komt bovenop de reisurenvergoeding; - de meerijdersvergoeding vervalt. 4. Vakantiefonds Het Vakantiefonds wordt gecontinueerd tot en met ultimo 2016. Partijen treden tijdig met elkaar in overleg over de eventuele voortzetting van het Vakantiefonds na 2015. De lasten voor een eventuele voortzetting van het Vakantiefonds zijn na die datum voor rekening van werknemers. 5. Consignatiediensten De vakvolwassen werknemer ontvangt voor een consignatiedienst (bereikbaarheidsdienst) in het weekend (zaterdag, zondag en feestdagen) een vergoeding van € 25,- bruto per dag. Het weekend begint op zaterdagmorgen om 06.00 uur en eindigt op maandagmorgen om 06.00 uur. Voor een consignatiedienst op maandag tot en met vrijdag is de vergoeding € 10,- bruto per dienst. De vergoeding voor een bereikbaarheidsdienst is altijd in geld en kan niet worden omgezet in vrije tijd. Bij een daadwerkelijke oproep (uitruk) is de vergoeding € 45,- bruto of 135 minuten vrije tijd per uitruk in het weekend en € 30,- bruto of 90 minuten vrije tijd bij een uitruk op maandag tot en met vrijdag. In dit kader wordt een uitruk geacht maximaal 75 minuten te duren. Is de werknemer langer van huis dan worden de vergoedingen voor een uitruk verdubbeld.
20131003 Eindbod werkgevers Schilders cao 2013
1
De vergoedingen voor werknemers in leerling- en aanloopschalen bedragen € 12,50 bruto per consignatiedienst in het weekend en € 5,- bruto per dienst op maandag tot en met vrijdag. Bij een uitruk bedragen deze vergoedingen voor werknemers in leerlingschalen € 20,bruto of 135 minuten vrije tijd per dienst in het weekend en € 15,- bruto of 90 minuten per dienst op maandag tot en met vrijdag. Bij een uitruk bedragen deze vergoedingen voor werknemers in aanloopschalen € 30,bruto of 135 minuten vrije tijd per dienst in het weekend en € 20,- bruto of 90 minuten per dienst op maandag tot en met vrijdag. Werkgever en werknemer bepalen in overleg of de vergoeding in geld of in tijd is. In gezamenlijk overleg van werknemer en werkgever wordt bepaald wanneer de vrije tijd wordt opgenomen. Als opname in tijd om zwaarwegende redenen niet mogelijk is, volgt alsnog uitbetaling in geld. Het inroosteren van diensten gebeurt minimaal 1 maand en bij voorkeur 3 maanden van tevoren. Na een dienst waarin een uitruk heeft plaatsgevonden heeft de werknemer recht op rust conform de Arbeidstijdenwet. Werknemers van 60 jaar en ouder zijn niet verplicht tot het verrichten van consignatiediensten. 6. ATV-dagen Het aantal ATV-dagen wordt met ingang van de nieuwe cao verminderd met één dag, zodat jaarlijks nog recht bestaat op 6 ATV-dagen. 7. Interne flex In afwijking van de standaard arbeidstijdenregeling (cao artikel 10), kan een bedrijf, onder voorwaarden, gebruik maken van de volgende ruimere regels m.b.t. arbeidstijden: - Maximale arbeidsduur per dag: 9 uur. - Maximale arbeidsduur per week: 45 uur. - Maximale arbeidsduur per kwartaal: 13 x 42,5 uur. Werkuren buiten deze uren zijn plusuren. - Werknemers mogen op enig moment maximaal 150 plusuren hebben. - De intentie is om de jaarlijkse arbeidsduur te maximeren op het aantal werkdagen in een jaar x 7,5 uur. Plusuren zijn bedoeld om dalen in het laagseizoen te overbruggen. Zijn daarna nog uren over dan worden deze uitbetaald. In overleg tussen werknemer en werkgever mogen werknemers 75 plusuren meenemen naar het volgende jaar (zie verder). - Bij een arbeidsduur van meer dan 8 uur wordt in de werktijd een extra kwartier pauzetijd ingeroosterd. - Maximaal aantal uren per dag, inclusief reistijd: 11,5 uur. - Normale werktijd loopt van maandag tot en met vrijdag. - Dagvenster is van 6.00 uur tot 18.00 uur. Voor deze regeling gelden de volgende voorwaarden: - Meer gewerkte uren worden door de werkgever geregistreerd als plusuren. De werknemer krijgt van de mutaties en van zijn saldo elke loonperiode op of bij de loonstrook een overzicht. - Plusuren worden in beginsel niet uitbetaald in geld, maar opgenomen in tijd. Dit gebeurt binnen een jaar (peildatum week 13). - Plusuren worden in beginsel opgenomen in hele dagen. In onderling overleg kan daarvan worden afgeweken. - Plusuren kunnen niet vervallen door ziekte.
20131003 Eindbod werkgevers Schilders cao 2013
2
- Onder overwerk wordt onder de standaard arbeidstijdenregeling verstaan de arbeid na 8 uur per dag; Indien gebruik gemaakt wordt van de verruimde arbeidstijdenregeling en er is een tijdig bekendgemaakt rooster (minstens 1 werkweek van te voren) dan gaan overuren in na het aantal ingeroosterde uren per dag. Indien er in het bedrijf een verruimde regeling is, maar er is geen rooster of dit is niet tijdig bekend gemaakt dan gelden de uren boven de 8 uur als overuren. - Indien de arbeid op een dag korter duurt dan waarvoor men maximaal een week daarvoor was ingeroosterd, zullen de extra ingeroosterde maar niet gewerkte uren toch als plusuren worden aangemerkt, tenzij een opdracht of project eerder eindigt. - In overleg tussen werknemer en werkgever mogen werknemers 75 plusuren meenemen naar het volgende jaar. Indien er meer uren staan aan het einde van het jaar (week 13) worden deze uitbetaald tegen 125% (normale loon + de vakantieverlofwaarde). - De loonbetaling blijft gebaseerd op de reguliere werkweek van 37,5 uur. - De verplichte wintersluiting wordt teruggebracht tot twee weken. - Van werknemers die in enig kwartaal gewerkt hebben in de ruimere regeling arbeidstijden, kan de arbeidsverhouding niet worden beëindigd voordat de plusuren zijn opgenomen. - Bij einde dienstverband, of bij niet voortzetten van de regeling ruimere arbeidstijden in het bedrijf, worden de plusuren uitbetaald tegen 125% (normale loon + de vakantieverlofwaarde). - Door het bedrijf ingezette flexibele arbeidskrachten vallen onder de arbeidstijdenregeling die voor de werknemers van het schildersbedrijf zelf geldt. - Standaardregeling is de huidige arbeidstijdenregeling uit de cao. Spelregels: - In het bedrijf kunnen werkgever en OR, PvT of bij ontbreken daarvan de personeelsvergadering, in overeenstemming besluiten om gebruik te maken van een ruimere arbeidstijdenregeling, tot maximaal de hierboven geformuleerde grenzen, en de voorwaarden waaronder dat dan gebeurt, indien: - tenminste 2/3 werknemers die het betreft hiermee instemt. De stemming geschiedt schriftelijk en anoniem. De werkgever legt deze besluitvorming vast. - Werkgever zal verzoeken van een werknemer om niet onder de ruimere arbeidstijdenregeling te vallen in redelijkheid overwegen. De werkgever is daartoe verplicht indien de werknemer kan aantonen bijvoorbeeld d.m.v. een medische verklaring dat hij hiertoe niet in staat is of i.v.m. het uitvoeren van zorgtaken. - De afspraak over het toepassen van de ruimere arbeidstijdenregeling in het bedrijf geldt voor een jaar. - Verlenging van de instemming kan schriftelijk worden afgesproken, indien wederom 2/3 van de betreffende werknemers hiermee schriftelijk en anoniem instemt. De werkgever legt deze besluitvorming vast. - Indien in het bedrijf is afgesproken dat van de ruimere arbeidstijden gebruik kan worden gemaakt, gelden de volgende procedure-afspraken: - Bij de afspraak kunnen voorwaarden zijn geformuleerd waaraan roosters moeten voldoen: bijvoorbeeld niet dagelijks wisselende begin- en eindtijden, of persoonlijke wensen waaraan de werkgever tegemoet komt. Roosters moeten hier vorm aan geven. - Gebruikmaking van de ruimere arbeidstijden kan alleen volgens een rooster dat minimaal 1 volle werkweek van te voren bij de werknemer bekend is gemaakt. (week 1 vrijdags melden = v.a. maandags week 3 zo kunnen werken).
20131003 Eindbod werkgevers Schilders cao 2013
3
-
-
De werknemer kan zijn wensen t.a.v. het rooster aan de werkgever kenbaar maken. Hij doet dit bij voorkeur 2 weken voordat de werkgever het rooster bekend maakt. De werkgever zal rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. De werkgever is daartoe verplicht indien de werknemer kan aantonen bijvoorbeeld d.m.v. een medische verklaring dat hij hiertoe niet in staat is of i.v.m. zorgtaken. - zaterdag is geen normale werkdag en kan alleen ingeroosterd worden met individuele instemming van de betreffende werknemer. Hiervoor geldt dan een toeslag van 25% eventueel verhoogd met overurentoeslag. De regeling ruimere arbeidstijden geldt in beginsel voor de duur van de caoperiode. Voor afloop worden de effecten van de regeling gemonitord. Naar aanleiding van de monitoring besluiten partijen of de regeling ruimere arbeidstijden wordt verlengd.
8. Externe flex 1. Vergroting draagvlak sociale fondsen 1. Aan bedrijven die onder de schilders cao vallen worden eisen gesteld met betrekking tot in te huren zzp-ers en uitzendkrachten (verzekeren, pensioenopbouw enz.) 2. Met uitzendbureaus die hoofdzakelijk actief zijn in de schildersbranche wordt overlegd over toepassing en naleving van de cao 3. Partijen zien toe op naleving van de cao, onder meer op de werkingssfeer van de cao. Hierdoor krijgen bedrijven die de cao ontduiken geen kans. 2. Afspraken maken over uitzendarbeid 1. Partijen in de schildersbranche spreken af dat alleen gewerkt mag worden met uitzendbureaus die aan de met de uitzendbranche af te spreken nieuwe caoeisen, zoals de beloning, werktijden, vakopleidingen, pensioenen en arbeidsomstandigheden, voldoen (nu gelden alleen de NEN normen volgens artikel 7 lid 3) en die daarvoor hebben getekend. 2. Er komt een door cao partijen en uitzendbranche (ABU en NBBU) onderschreven afspraak waarbij de afspraak die nu bestaat bij de bouw en infra-bedrijven1 als inspiratie kan dienen. 3. Cao-partijen en uitzendbranche weren uitzendbedrijven en andere aanbieders van flexibele arbeid die zich niet aan de gemaakte afspraken houden. 4. Partijen onderzoeken de wenselijkheid en haalbaarheid om uitzendkrachten te laten participeren in de opleidingen of in het O&O-fonds. 3. Voorwaarden aan het inlenen van zzp-ers 1. Aan bedrijven die onder de schilders cao vallen worden eisen gesteld m.b.t. het inhuren c.q. inschakelen van zzp-ers. In te schakelen zzp-ers dienen te zijn verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en bedrijfsaansprakelijkheid en te voldoen aan de verplichte pensioenopbouw, als het om schilders gaat, aan het BPF Schilders. Werkgevers vragen vooraf een schriftelijke verklaring aan de in te huren zzp-er dat deze voldoet aan de gestelde eisen. 2. Partijen onderzoeken de wenselijkheid en haalbaarheid om zzp-ers te laten participeren in de opleidingen of in het O&O-fonds. 4. Het tegengaan van valse concurrentie in het algemeen Voorstel is om hierover afspraken te maken met koepelorganisaties, zoals Aedes ed. vanuit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen en aansluitend daarop met een aantal grotere overheidsdiensten. 1
Zie Folder Uitzendwerk in de bouw, augustus 2011
20131003 Eindbod werkgevers Schilders cao 2013
4
9. Scholing en opleiding De huidige IBR-regeling komt te vervallen. Het saldo aan IBR-gelden vervalt aan het O&O fonds. Binnen het O&O fonds worden deze gelden geoormerkt en bestemd voor scholing. De werknemer heeft tot einde 2016 het recht om tot een bedrag van het tot 1 januari 2014 voor hem gereserveerde IBR-saldo, conform de huidige voorwaarden en met behoud van de bestaande rechten en verplichtingen, cursuskosten bij het O&O fonds te declareren (de verletkosten zijn voor rekening van de werknemer). Partijen stellen een werkgroep in die een nieuwe Scholings- en Opleidingsregeling (SOR) ontwerpt die in 2015, of zoveel eerder als mogelijk is, in werking treedt. Voor deze regeling wordt voor zover nodig in verband met een eventueel onvoldoende resterend budget met ingang van 1 januari 2015 een werkgeversbijdrage geheven van 0,3% van de loonsom. De huidige afdracht voor IBR van 0,4% (tijdelijk 0,3%) vervalt met ingang van week 1 van 2014. 10.Taakstellend budget O&O fonds In vervolg op de voor 2013 afgesproken tijdelijke maatregelen voor de premie en de inhoud van de regelingen van O&O fonds en Vakantiefonds, spreken partijen af dat zij bij de begrotingsbesprekingen voor 2014 hun verantwoordelijkheid zullen nemen en tot passende oplossingen zullen komen. a.
b.
c.
d.
e.
11. Protocolafspraken Keurmerk Partijen zullen onderzoeken of gekomen kan worden tot een Keurmerk waarmee bedrijven zich positief kunnen onderscheiden op het gebied van duurzaam ondernemen. Pensioen Partijen installeren een werkgroep die per ommegaande aan de slag gaat om een nieuw pensioenreglement op basis van het nieuwe FTK te ontwerpen, dat per 1 januari 2015 door PGGM kan worden uitgevoerd. Leerwerkovereenkomsten Partijen zullen met elkaar overleggen over mogelijkheden om de instroom van leerlingen te bevorderen en de kwaliteit van de opleiding te verbeteren, door mogelijk te maken dat samenwerkingsverbanden de leerroute op maat van de leerling bieden (BOL, BBL). Dit overleg zal vóór aanvang van het kalenderjaar 2014 leiden tot afspraken. Stichting Arbouw Partijen hechten aan verdere verbetering van arbeidsomstandigheden in de bedrijfstak, mede gezien de noodzaak te komen tot duurzame inzetbaarheid van medewerkers in de bedrijfstak. Uiterlijk in december 2013 zullen partijen het huidige arbeidsomstandighedenbeleid en de wijze waarop dit is vormgegeven hebben geëvalueerd en zo mogelijk nieuwe afspraken hebben gemaakt over het arbeidsomstandighedenbeleid in de bedrijfstak. Periodiek Arbeidsgeneeskundig Onderzoek (PAGO) Partijen stellen vast dat de huidige regeling voor de PAGO’s financieel een open einde kent. Daarnaast wensen partijen de functie van de PAGO in het kader van duurzame inzetbaarheid te evalueren en eventueel nieuwe afspraken te maken die de functie van de PAGO verbeteren. Hier maakt financiële beheersbaarheid van de regeling onderdeel van uit. Een kleine werkgroep van partijen zal in december 2013 over dit onderwerp advies aan partijen uitbrengen.
20131003 Eindbod werkgevers Schilders cao 2013
5
f.
Balans in opbrengsten en uitgaven aanvullingsregelingen en seniorenregeling Partijen stellen een werkgroep in die, binnen het taakstellende budget van O&O- en Vakantiefonds, in kaart brengt hoe de inkomsten en uitgaven van de beide fondsen structureel met elkaar in evenwicht kunnen worden gebracht, zodat de nodige maatregelen om dit structurele evenwicht te bereiken ingevoerd kunnen worden door partijen met ingang van 1 januari 2015.
12. Redactionele wijzigingen In de cao wordt artikel 58 lid 3 aangepast aan de norm voor teamtillen zoals opgenomen in het A-blad glaszetten- en montage uitgegeven door Arbouw.
20131003 Eindbod werkgevers Schilders cao 2013
6