CAO KRINGLOOPBRANCHE 2005-2006
CAO VOOR KRINGLOOPBEDRIJVEN PER 01-01-2005 INHOUDSOPGAVE
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Definities. Looptijd. Werkingssfeer Openbreken Afwijking Algemene verplichtingen Bedrijfsreglement Sociaal beleid Aanstelling en ontslag Arbeidsduur en werktijden Beloningssysteem Vergoedingen Dienstkleding Overwerk Toeslagen Feestdagen Vakantie Verlof Ouderschapsverlof Jubilea Scholing Ziekte- en ongevallen Uitkering bij overlijden Nevenactiviteiten Ongewenste intimiteiten Anti discriminatie Drank en drugs Geschillen Geschillen commissie CAO
CAO Kringloopbranche 2005 – 2006
27072006
3 3 3 3 4 4 4 4 5 6 6 8 8 9 9 9 10 11 12 12 12 13 13 13 13 13 14 14 14
Pagina 2 van 83
CAO voor Kringloopbedrijven Artikel 1
Definities.
Partijen:
De werkgeversorganisatie uit de kringloopbranche: de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) en de werknemersorganisatie FNV Bondgenoten.
Werkgever:
Kringloopbedrijf waarmee de werknemer een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Werknemer:
Iedereen die met de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Bestuur:
De bestuurders van het kringloopbedrijf.
Bedrijfsleiding:
De persoon die de dagelijkse leiding heeft over de bedrijfsvestiging. Dit kan ook de directie zijn.
Directie:
De persoon/personen die onder directe verantwoordelijkheid van het bestuur de eindverantwoordelijkheid heeft in de gehele organisatie.
Bedrijfsreglement: Een document waarin wederzijdse afspraken tussen werknemer en werkgever per (lokaal) kringloopbedrijf zijn vastgelegd. Kringloopbranche Met de kringloopbranche worden organisaties bedoeld die afgedankte huisraad ophalen, het verwerken van deze afgedankte huisraad in het kringloopproces en de verkoop van deze huisraad aan consumenten.
Artikel 2
Looptijd.
Deze overeenkomst is aangegaan voor de periode van 01 januari 2005 tot en met 31 december 2006.
Artikel 3
Werkingssfeer.
De CAO is van toepassing op werknemers werkzaam bij zelfstandige kringloopbedrijven. Deze CAO is tevens van toepassing op de handel in tweedehands goederen. De CAO is niet van toepassing op kringloopbedrijven die onderdeel zijn van een WSW-bedrijf, welzijnsinstelling of reinigingsdienst.
CAO Kringloopbranche 2005 – 2006
27072006
Pagina 3 van 83
Artikel 4
Openbreken.
Indien één van de partijen de arbeidsvoorwaarden wil wijzigen, gedurende de afgesproken looptijd, dan kan een verzoek hiertoe aan de andere partij gericht worden. Indien partijen van mening verschillen dan wordt het geschil voorgelegd aan een geschillencommissie. De geschillencommissie doet een uitspraak conform het bepaalde in artikel 30 en 31 van deze CAO.
Artikel 5
Afwijking.
Afwijken van deze CAO mag alleen in de voor de werknemer gunstige zin.
Artikel 6
Algemene verplichtingen.
Werkgever en werknemer verplichten zich alle uit deze overeenkomst voortvloeiende of daarmee samenhangende verplichtingen te goeder trouw na te komen en te handhaven.
Artikel 7 1.
Bedrijfsreglement.
Iedere werkgever stelt een bedrijfsreglement op. In dit bedrijfsreglement zijn regelingen opgenomen die niet in de CAO zijn vastgelegd óf regelingen die in positieve zin van deze CAO dan wel van de individuele arbeidsovereenkomst afwijken. Dit reglement wordt opgemaakt in overleg met de werknemers, dan wel met een vertegenwoordiger van werknemers. Voor zover van toepassing vindt dit overleg plaats binnen het kader van de Wet op de Ondernemingsraden.
2. Werknemer, of werknemersvertegenwoordiging, is verplicht binnen 14 dagen nadat dit hem daartoe door de werkgever is voorgelegd een aldus gezamenlijk overeengekomen bedrijfsreglement te tekenen.
Artikel 8
Sociaal beleid.
De werkgever verstrekt in een sociaal jaarverslag, uiterlijk 6 maanden na afloop van het financieel boekjaar, de feitelijke gegevens waaruit het gevoerde algemene beleid ten aanzien van sociale (personeels) zaken blijkt.
CAO Kringloopbranche 2005 – 2006
27072006
Pagina 4 van 83
Artikel 9
Aanstelling en ontslag.
1. Aanstellen en ontslag van werknemers is de verantwoordelijkheid van het bestuur/directie van het kringloopbedrijf. Er wordt bij aanstelling indien mogelijk, afhankelijk van situatie en vacature, geput uit eigen bestand van gesubsidieerde arbeidsplaatsen, gedetacheerden en vrijwilligers. 2. Een arbeidsovereenkomst, in de zin van art. 7:610 van het Burgerlijk Wetboek, wordt schriftelijk aangegaan en gewijzigd voor bepaalde of onbepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen: • werkgevers- en werknemersgegevens; • aanstellingsdatum; • functienaam, functieschaal en functiegroep; • de duur van de arbeidsovereenkomst; • eventuele proeftijd; • opzegtermijn, • werktijden; • aantal te werken uren; • loon, • vakantiedagen • verwijzing naar het bedrijfsreglement. 3. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt na het verstrijken van de overeengekomen duur dan wel bij volbrenging van de overeengekomen taak. De arbeidsovereenkomst kan verlengd worden overeenkomstig het bepaalde in de wet of worden omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Partijen kunnen de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds opzeggen met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. 4. Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd dient te geschieden conform artikel 7:667 van het Burgerlijk Wetboek. De arbeidsovereenkomst eindigt bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar of bij overlijden van de werknemer. Doorwerken na 65 jaar kan onder een nieuw contract voor bepaalde- of onbepaalde tijd. 5. De werkgever heeft het recht om wegens zwaarwegende omstandigheden de werknemer voor een periode van maximaal twee weken te schorsen. Dat kan alleen via een schriftelijke en aangetekende mededeling aan werknemer, waarin de redenen voor de schorsing worden genoemd.
CAO Kringloopbranche 2005 – 2006
27072006
Pagina 5 van 83
Artikel 10
Arbeidsduur en werktijden.
A. Arbeidsduur. 1. De arbeidsduur bedraagt bij een volledige dienstbetrekking 40 uur per week. 2. Voor een werknemer met een volledige dienstbetrekking geldt een arbeidsduurverkorting (ADV) van 2 uur per week 3. De ADV voor deeltijdwerkers (parttimers) geldt naar evenredigheid. 6. De invulling van de wijze waarop ADV kan worden opgenomen is vastgelegd in het bedrijfsreglement. B. Werktijden. De reguliere werktijden zijn op maandag tot en met zaterdag van 7.00 uur tot 19.00 uur. C. Afwijking. Het onder b gestelde geldt niet: 1. Voor hen, die door de aard van het werk aan andere werktijdregelingen zijn gebonden; 2. Voor zover de partiële leerplicht zich daartegen verzet; 3. Indien, volgens de directie en voor zover noodzakelijk met instemming van de OR, het bedrijfsbelang (tijdelijke) werktijdverschuiving noodzakelijk maakt.
Artikel 11 11.1
Beloning. Loonstijging.
De lonen van werknemers worden als volgt aangepast: • Per 01 juni 2006 wordt de loonbetaling verhoogd met een éénmalige uitkering van 1% berekend over het bruto salaris in de periode 01 januari 2005 tot en met 30 juni 2006; • Per 01 juli 2006 worden de salarissen van loonschaal 2 t/m 8 van de CAO structureel verhoogd met 1%. Loonschaal 1 stijgt per 01 juli 2006 overeenkomstig het Wettelijk Minimum Loon. De loonschalen zijn opgenomen in bijlage 1.
11.2.
Functiewaardering.
Het beloningssysteem is vormgegeven door middel van functiewaardering op basis van functie-eisen en functie-inhoud. De functies worden beschreven en geclassificeerd. Voor een voorbeeld van functiebeschrijving, -waardering en beoordeling zie bijlage 2. Jaarlijks vindt een functioneringsgesprek plaats met iedere werknemer.
6
11.3 Beoordelen. Aan de hand van een functiebeschrijving wordt een werknemer jaarlijks op zijn functioneren beoordeeld, volgens een door het bedrijf op te stellen procedure. Onderdeel van de procedure is een geschillencommissie binnen het kringloopbedrijf, waarin OR of Medezeggenschapsorgaan inbreng hebben. De direct leidinggevende is verantwoordelijk voor de beoordeling. De werknemer kan bezwaar tegen de beoordeling aantekenen bij de bedrijfsleiding. Bij een goed resultaat van de functiebeoordeling krijgt de werknemer een periodieke verhoging, bij een onvoldoende of slecht resultaat krijgt de werknemer geen periodieke verhoging. Indien een werknemer niet door de werkgever wordt beoordeeld volgt automatisch een tredeverhoging.
11.4
Loongebouw.
Gedurende de looptijd van de CAO zal er overleg plaatsvinden tussen CAO-partijen omtrent de functionaliteit van het loongebouw.
Artikel 12 12.1.
Vergoedingen. Reiskostenvergoeding.
1. Reizen in opdracht van de werkgever worden geacht te geschieden op de goedkoopste en meest doelmatige wijze. Reizen per openbaar vervoer 2e klasse, wordt vergoed voor de werkelijk gemaakte kosten. Reizen met eigen vervoer wordt vergoed volgens het voor de loonbelasting vrijgestelde bedrag per kilometer. 2. Wanneer aan een reis ook verblijfskosten zijn verbonden, worden de werkelijke kosten vergoed, met een maximum. De maximale vergoedingen zijn: lunch € 12,50 diner € 20,- en een overnachting met ontbijt € 45,3. Indien de werknemer in opdracht van de werkgever ’s avonds meer dan 3 uur moet overwerken, worden verblijfs-/eetkosten vergoed voor de werkelijk gemaakte kosten, tot een maximum van € 10,per dag. 5. Reis- en onkosten worden uiterlijk gelijktijdig met het eerstvolgende salaris uitbetaald. 12.2.
Ziektekosten.
De Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) zal een collectieve ziektekostenverzekering aanbieden aan haar leden. De te bedingen korting van deze collectieve verzekering zal ten goede komen van de werknemers. 12.3.
Verzekeringen.
1. Het kringloopbedrijf verplicht zich verzekeringsovereenkomsten te sluiten welke de aansprakelijkheid van de stichting dekt voor lichamelijk letsel van de werknemers, medewerkers/deelnemers of derden. 2. Het kringloopbedrijf verplicht zich om verzekeringsovereenkomsten te sluiten welke de aansprakelijkheid van de stichting dekken voor schaden aan derden.
7
3. Het kringloopbedrijf verplicht zich verzekeringsovereenkomsten af te sluiten, welke de persoonlijke aansprakelijkheid van de deelnemers, personeels- en bestuursleden dekt voor schade aan derden toegebracht tijdens de uitoefening van het werk, dit behoudens gevallen waarin de schade het gevolg is van opzet, roekeloosheid of grove schuld. 4. Uitkering bij overlijden en blijvende invaliditeit. Het kringloopbedrijf verplicht zich de volgende collectieve ongevallenverzekering af te sluiten t.b.v. alle personen die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben. a) Bij overlijden t.g.v. een ongeval éénmaal het jaarloon. b) Bij algehele blijvende invaliditeit t.g.v. een ongeval tweemaal het jaarloon.
Artikel 13
Dienstkleding.
Iedereen is verplicht de tot zijn beschikking gestelde werkkleding en indien nodig veiligheidsmiddelen te dragen en goed te verzorgen. De werkkleding blijft eigendom van het kringloopbedrijf. Het kringloopbedrijf draagt zorg voor veiligheidsmiddelen die door de Arbowet verplicht worden gesteld. Werknemers zijn verplicht veiligheidsmiddelen te gebruiken.
Artikel 14 1.
Overwerk.
Onder overwerk wordt verstaan, het verrichten van arbeid buiten de grenzen van de normale arbeidsduur. Van overwerk is sprake indien de werknemer na overleg met de werkgever opdracht heeft gekregen op extra uren arbeid te verrichten, waardoor de maximale dagelijkse arbeidstijd van 9 uur of de wekelijkse arbeidstijd van gemiddeld 38 uur in vier weken wordt overschreden. Overwerk zal zo min mogelijk worden opgedragen. Onder overwerk wordt niet verstaan: a. werk verricht op de vastgestelde wekelijkse vrije dag die binnen vier weken daarna op een voor de werknemer gelijkwaardige dag wordt gecompenseerd; b. werk verricht gedurende niet langer dan 15 minuten per dag, aansluitend op de normale werktijd, wegens drukke werkzaamheden of voor het afmaken van een bepaalde taak; c. werk verricht door werknemers in loonschaal 6 en hoger.
2. Overwerk zal in zeer bijzondere omstandigheden door de werkgever kunnen worden verlangd. 3. Indien de werkgever meent dat overwerk verricht dient te worden, zal hij daartoe rekening dienen te houden met de voorschriften van de Arbeidstijdenwet. 4. Een werknemer kan niet verplicht worden tot overwerk op zon- en feestdagen. 5. Een werknemer van 55 jaar of ouder kan niet verplicht worden overwerk te verrichten. 6. Een werknemer die jonger is dan 18 jaar mag geen overwerk verrichten. 7. Indien met inachtneming van het in de voorgaande leden, overwerk wordt verricht, dan zal dat overwerk zoveel mogelijk worden verricht in de uren die onmiddellijk vooraf gaande aan de aanvang of onmiddellijk aansluiten aan het einde van het gewone werk. 8. Overuren kunnen in tijd dan wel in geld uitgekeerd worden overeenkomstig het bepaalde in het bedrijfsreglement.
Artikel 15
Overwerktoeslagen.
Voor overwerk zoals benoemd in artikel 14 zijn de volgende toeslagen van toepassing: •
25% voor overuren op de normale werkdagen tussen 19.00 en 22.00 uur; 8
• 50% voor overuren op de normale werkdagen tussen 22.00 en 07.00 uur; • 50% voor overuren op zaterdag tussen 19.00 en 22.00 uur; • 100% voor overuren op zaterdag tussen 22.00 en 00.00 uur. Voor werk op zon- en feestdagen: • 100% toeslag
Artikel 16
Feestdagen.
De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris op de navolgende dagen, voor zover deze niet op zondag of vaste vrije dagen vallen: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag, Koninginnedag en 5 mei in een lustrumjaar, zijnde één keer in de vijf jaar (het eerst volgende lustrumjaar is 2010).
Artikel 17
Vakantie
1. Onverlet het bepaalde in artikelen 7:634 e.v. van het Burgerlijk Wetboek wordt aan de werknemer over elk jaar dat de dienstbetrekking heeft geduurd vakantie met behoud van salaris verleend. 2. De werknemer die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is, heeft een vakantieaanspraak naar rato. Voorbeeld: een werknemer met een arbeidsduur van 20 uur per week heeft recht op 20/38 x 23 vakantiedagen. 3. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie dienen door de werkgever, in overleg met de werknemer, te worden bepaald. Voor het overige geldt artikel 7:638 van het Burgerlijk Wetboek. 4. Indien de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid in de zin van de ziektewet niet in de gelegenheid is zijn vakantie geheel of gedeeltelijk te genieten, worden - indien hij de werkgever overeenkomstig het voornoemde lid 3 zo spoedig mogelijk op de hoogte heeft gesteld -alsnog vervangende vakantiedagen ingeroosterd. Bij arbeidsongeschiktheid die langer dan een half jaar duurt wordt slechts over de periode van het laatste half jaar vakantiedagen opgebouwd. 5. Middels overwerk kunnen compensatiedagen worden opgebouwd. Dat gebeurt in overleg met het bestuur en/of de bedrijfsleider. 6. Een fulltime medewerker heeft recht op 23 vakantiedagen per jaar. Vakantiedagen en compensatiedagen kunnen, met inachtneming van het in de wet gestelde, worden meegenomen naar het volgende jaar. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie dienen door de werkgever tijdig in overleg met de werknemer te worden bepaald, met dien verstande dat minimaal ten minste 2 weken aaneengesloten geen arbeid wordt verricht. 7. Werknemers hebben, indien zij bij de aanvang van het kalenderjaar: 50 jaar of ouder zijn, recht op 1 extra vakantiedag, 55 jaar of ouder zijn, recht op 2 extra vakantiedagen; 60 jaar of ouder zijn, recht op 3 extra vakantiedagen.
9
Artikel 18
Verlof met behoud van salaris.
De werknemer heeft recht op bijzonder verlof met behoud van salaris in de hierna te noemen gevallen: 1. Voor de uitoefening van het kiesrecht en het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet in vrije tijd kan geschieden en omzetting van dienst niet mogelijk is. 2. Bij verhuizing: 2 dagen per kalender jaar 3. Bij huwelijk, of het aangaan van een geregistreerd samenlevingscontract: 3 dagen. 4. Tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- en aanverwante in de eerste en tweede graad: 1 dag. 5. Bij ernstige ziekte van de echtgenoot/echtgenote, de geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont, ouders, stief- of pleegouders, kinderen, stief- of pleegkinderen, wordt de duur van het verlof na overleg met de werkgever vastgesteld. 6. Bij overlijden van bloedverwanten: 4 dagen bij het overlijden van de onder het voornoemde lid 5 bedoelde personen; 2 dagen bij het overlijden van bloed- of aanverwante in de tweede graad; 1 dag bij overlijden van bloed of aanverwante in de derde of vierde graad; Is de werknemer evenwel belast met de regeling van de begrafenis, crematie en/of nalatenschap, dan worden ten hoogste 4 dagen verleend. 7. Bij bevalling van de echtgenote of de geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont; 2 dagen. 8. Bij het 25 -, 40 -, en 50 - , jarige dienstjubileum; 1 dag. 9. Op het 25-, 40-, en 50- jarige huwelijksjubileum van de werknemer en het 25-, 40-, 50- en 60- jarig huwelijksjubileum van zijn ouders, stief-, pleeg- of schoonouders: 1 dag. 10. Bij bezoek aan dokter, tandarts en bedrijfsarts: Deze bezoeken worden geacht zoveel als mogelijk in eigen tijd te plaatsvinden. Indien daarvoor geen mogelijkheid is dan is het volgende van toepassing: Bij bezoek aan dokter, tandarts en bedrijfsarts maximaal 2 uur per keer. Bij bezoek aan specialist: maximaal 4 uur per keer. 11. In alle bijzondere gevallen, waarin de werkgever oordeelt dat hiertoe aanleiding bestaat, voor een van geval tot geval beperkte tijdsduur. De werkgever is gehouden een afwijzing van een schriftelijk verzoek om betaald verlof schriftelijk en gemotiveerd aan de medewerker mede te delen. 12. Calamiteitenverlof. De werknemer heeft naar redelijkheid en billijkheid recht op verlof met behoud van salaris gedurende een betrekkelijk korte tijd waarop de werknemer niet kan werken wegens een plotselinge gebeurtenis, waarvoor zonder uitstel maatregelen door de werknemer noodzakelijk zijn. Op verzoek van de werkgever dient de werknemer aannemelijk te maken dat er daadwerkelijk sprake is van een calamiteit. Het verlof is in principe één dag per gebeurtenis met de mogelijkheid tot verlenging na overleg met de werkgever. Als de werknemer, die gebruik heeft gemaakt van het verlof, er niet in slaagt aannemelijk te maken dat er daadwerkelijk sprake was van een calamiteit dan kan het verlof in mindering worden gebracht op het vakantietegoed. Zorgverlof. Als zich een situatie voordoet waarbij het noodzakelijk is dat een werknemer zorg of bijstand verleent aan een zieke echtgenoot/partner, degene met wie men duurzaam samenwoont of een inwonend kind- pleeg of stiefkind, respectievelijk een bloedverwant in de eerste graad, heeft de werknemer recht op zorgverlof van maximaal 10 dagen per jaar. Tussen werkgever en werknemer worden afspraken gemaakt over de vormgeving van het verlof. Over de verlofuren heeft de werknemer recht op doorbetaling van 70% van het laatst genoten salaris. Artikel 19
Ouderschapsverlof. 10
Elke werknemer die minimaal één jaar in dienst is heeft conform hoofdstuk 6 van de Wet Arbeid en Zorg, recht op ouderschapsverlof zonder behoud van loon.
Artikel 20
Kinderopvang.
Met ingang van 01 juni 2006 wordt een werkgeversbijdrage verstrekt in de kosten van kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar. Indien tijdens de uren dat de werknemer werkzaamheden verricht, deze gebruik maakt van een geregistreerde instelling voor kinderopvang zal de werkgever een bijdrage verstrekken van 1/6 van de kosten met een maximum van 1/6 van het door de overheid gehanteerde uurtarief voor kinderopvang. Per onderneming geldt er een maximaal budget voor kinderopvang ter hoogte van 0,3% van de loonsom. Artikel 21
Jubilea.
1. Werknemers hebben bij het bereiken van: • 12,5 dienstjaren recht op € 125 netto; • 25 dienstjaren recht op een netto maandloon. 2. Afhankelijk van het aantal dienstjaren bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd heeft de werknemer recht op een netto geldbedrag. Het geldbedrag is een netto maandloon bij meer dan 15 jaar voorafgaande aan de pensioengerechtigde leeftijd bij de organisatie in dienst. Bij een kortere werkduur vindt er een korting plaats naar rato.
Artikel 22.
Scholing.
1. Aan een werknemer die een opleiding volgt welke naar het oordeel van de werkgever in het belang is van het werk of de (te verwachten) functie van de betrokken werknemer binnen het bedrijf, wordt 100% studieverlof toegekend. 2. Aan de werknemer kan een tegemoetkoming in de studiekosten worden toegekend van minimaal 25% en maximaal 100 %, zulks ter beoordeling van de werkgever. Onder studiekosten worden verstaan de lesgelden, de verplichte literatuur, tentamens- en examengelden en de eventuele reiskosten volgens het laagste tarief openbaar vervoer. 3. De werknemer is verplicht tot terugbetaling van de aan hem verleende tegemoetkoming in geval van: a. Ontslag op eigen verzoek of ontslag wegens de aan werknemer te wijten feiten of omstandigheden, voordat de studie met goed gevolg is afgesloten; b. De werkgever schriftelijk kan aantonen dat de studie niet met goed gevolg is afgesloten als gevolg van een gegeven dat aan de werknemer te wijten is; c. Ontslag op eigen verzoek of ontslag wegens de aan werknemer te wijten feiten of omstandigheden binnen een termijn van 3 jaar sedert de datum waarop de studie met goed gevolg is afgesloten. Dit geldt niet voor de studies die op het verzoek van de werkgever zijn gevolgd.
11
In de gevallen a. en b. wordt de verplichting tot terugbetaling beperkt tot het bedrag dat aan de werknemer is uitbetaald in het tijdvak van twee jaar voor het ontslag of het beëindigen van de studie. In het geval bedoeld onder c: Voor ieder jaar, minder dan 3 jaar na het afronden van de studie, dat werknemer eerder vertrekt, wordt 33% van de betaalde tegemoetkoming teruggevorderd. 4. Door de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) wordt een format ontwikkeld zodat er een samenwerkingsverband tot stand kan komen tussen kringloopcentra en ROC´s. Doel van deze samenwerking is om werknemers van de kringloopbedrijven aan een startkwalificatie te helpen.
Artikel 23 1.
2.
3. 4.
5.
6.
Ziekte en ongeval.
Bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval heeft de werknemer gedurende een periode van 52 weken recht op 100% loondoorbetaling bij zijn laatst verdiende bruto loon. Gedurende het tweede ziektejaar volgt de werkgever de wettelijk loondoorbetalingplicht, zijnde 70% van het laatst verdiende bruto loon. Afhankelijk van de geïnventariseerde bedrijfsrisico's is de werkgever verplicht om de werknemers de mogelijkheid te bieden zich periodiek medisch te laten onderzoeken. Dit heeft als doel om ziekte als gevolg van gezondheidsrisico's op het werk te voorkomen. De Arbo-dienst houdt minimaal 1 maal per kwartaal spreekuur voor werknemers, waarin veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk ter sprake kunnen komen. Niet (op tijd, betekent op de 1e dag) ziek en op tijd beter melden overeenkomstig de regels van het bedrijfsreglement houdt in dat een vakantiedag wordt afgeboekt. Bij herhaald overtreden wordt het salaris stopgezet. Werkgever en werknemer zijn in rechten en plichten t.a.v. ziekte en ongeval gebonden aan de Wet Poortwachter. Voldoet de werkgever volgens het UWV niet aan de gestelde verplichtingen in dit kader, dan is de werkgever gebonden aan een 100% doorbetaling van het loon. Gedurende de looptijd van de CAO zal er door de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) een onderzoek plaatsvinden naar het ziekteverzuim. Hierbij zal met name onderzocht worden wat de aard is van het ziekteverzuim en de wijze waarop het ziekteverzuim kan worden teruggedrongen. Tevens zal in dit onderzoek worden betrokken of het toekennen van extra vakantiedagen voor ouderen een goed middel is ter voorkoming van ziekteverzuim.
Artikel 24
Uitkeringen bij overlijden.
Bij overlijden van de werknemer is de werkgever verplicht aan de nagelaten betrekkingen het inkomen door te betalen vanaf de dag na overlijden tot en met de laatste dag van de twee maanden na die, waarin het overlijden plaatsvond. Onder nagelaten betrekkingen wordt hier verstaan de echtgenote, echtgenoot of geregistreerd partner waarvan de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde en bij gebreke daarvan de minderjarige wettige of erkend natuurlijke kinderen en bij gebrek daarvan aan degene met wie hij/zij in gezinsverband samenleefde en wiens kostwinner hij was. Als de UWV tot uitkering overgaat, dan wordt deze uitkering in mindering gebracht op de uitkering die door de werkgever wordt gegeven.
12
Artikel 25
Pensioenvoorziening.
Met ingang van 01-01-2004 biedt de werkgever het recht op pensioen aan op basis van een middelloonregeling. De pensioenregeling bestaat uit een ouderdomspensioen, prepensioen en nabestaandenpensioen. Voor alle werknemers vanaf 20 jaar en ouder die onder deze CAO vallen is de pensioenregeling verplicht van toepassing. Vanaf 01 januari 2004 wordt de pensioenpremie van het salaris ingehouden. De uitvoering van de pensioenregeling is ondergebracht bij Interpolis Pensioenen te Utrecht. Artikel 26
Nevenactiviteiten.
Het is de werknemer verboden artikelen in te kopen voor handelsdoeleinden en/of zich bezig te houden met gelijksoortige activiteiten als het kringloopbedrijf ten gunste van zichzelf of derden. Eventuele betaalde nevenactiviteiten zijn alleen mogelijk na schriftelijke toestemming van de werkgever.
Artikel 27
Ongewenste intimiteiten.
Partijen die de CAO zijn aangegaan verklaren zich bereid het bestaan c.q. het ontstaan van ongewenste intimiteiten in de werkorganisatie te bestrijden en te voorkomen. De werkgever zal, indien mogelijk, een vertrouwenspersoon aanstellen.
Artikel 28
Antidiscriminatieclausule.
Partijen die deze CAO zijn aangegaan verbinden zich aan een beleid, dat het arbeidsproces gelijke kansen biedt aan een ieder. Concrete klachten over discriminatoir gedrag zullen worden voorgelegd aan de directie of aan de aangewezen persoon c.q. commissie zoals in het bedrijfsreglement is vastgesteld.
Artikel 29
Drank en drugs onder werktijd.
1. Drugs en alcohol zijn tijdens werktijd verboden. De effecten van voorafgaand aan de werktijd ingenomen drugs en alcohol mogen niet merkbaar zijn op het werk. Medicijn gebruik
2. De werknemer is verplicht het gebruik van medicijnen te melden aan de leidinggevende, als deze medicijnen merkbaar invloed hebben of kunnen hebben op de lichamelijke of psychische gesteldheid van de werknemer.
Artikel 30
Geschil.
Geschillen over de uitleg en/of toepassing van deze CAO gerezen tussen de werkgever en werknemer kunnen door de klagende partij aan de geschillencommissie als bedoeld in artikel 31 worden voorgelegd.
13
Artikel 31
Geschillencommissie CAO.
1. Een geschil kan voorgelegd worden aan de geschillencommissie. Deze geschillencommissie heeft tot taak: a. te beslissen in de vorm van een advies in geschillen als bedoeld onder artikel 30; b. te beslissen over verzoeken tot dispensatie van bepalingen uit deze CAO; 2. De geschillencommissie wordt samengesteld door de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland. Werknemers hebben recht op minimaal twee vertegenwoordigers in de geschillencommissie, de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland vaardigt twee leden af. Beide partijen benoemen een voorzitter van de commissie. Zolang werknemers nog niet zijn vertegenwoordigd in de geschillencommissie zal de branchevereniging de CAO-partijen verzoeken deel te nemen in deze geschillencommissie. 3. De geschillencommissie besluit binnen 3 maanden na ontvangst van het verschil van mening. Het advies van de geschillencommissie wordt bekend gemaakt aan zowel werknemer als werkgever.
Artikel 32
Vakbondsfaciliteiten.
1. Indien er tussen een werkgever en werknemersorganisaties overeengekomen wordt activiteiten van de werknemersorganisaties in het kader van het bedrijvenwerk binnen een onderneming toe te staan, zal de werkgever ten behoeve hiervan faciliteiten verlenen voorzover door deze activiteiten de voortgang van de werkzaamheden niet wordt geschaad. 2. Voor het bijwonen van vergaderingen van de vakbond ten behoeve van bedrijvenwerk, CAO werk, stelt de werkgever de betreffende werknemer in de gelegenheid gedurende 5 dagen per jaar verlof met behoud van salaris op te nemen. 3. Voor scholingsactiviteiten voor de werknemers betrokken als kaderlid van de werknemersorganisaties, stelt de werkgever ten hoogste 3 dagen met behoud van salaris ter beschikking.
14
Bijlage 1. Salarisschalen per 01-07-2006 (fulltime/maand).
Salarisschalen per 01-07-2006 (fulltime/maand). Aanpassingspercentage volgens de CAO: 1 % ten opzichte van 1 januari 2004.
1
2
3
4
5
6
7
8
1
1.284,60
1.334,83
1.421,50
1.520,81
1.634,93
2.299,33
2.925,32
3.672,04
2
1,284,60
1.361,71
1.449,49
1.551,00
1.667,85
2.345,97
2.984,58
3.745,47
3
1.309,34
1.388,58
1.479,13
1.582,80
1.705,71
2.398,08
3.051,51
3.820,38
4
1.336,26
1.416,58
1.508,74
1.617,91
1.744,11
2.452,40
3.120,09
3.896,78
5
1.363,15
1.427,12
1.538,92
1.654,13
1.783,05
2.507,25
3.189,78
3.974,71
6
1.386,18
1.469,80
1.569,65
1.691,45
1.823,11
2.563,77
3.262,19
4.054,21
7
1.410,32
1.495,59
1.600,92
1.729,85
1.868,11
2.627,97
3.341,20
4.135,30
8
1.436,09
1.522,45
1.632,74
1.773,19
1.915,28
2.693,82
3.426,79
4.217,99
9
1.453,77
1.546,05
1.665,66
1.817,63
1.963,56
2.766,76
3.512,38
4.302,35
10
1.481,63
1.571,29
1.698,58
1.862,62
2.011,85
2.829,87
3.600,17
4.388,40
11 12 13 14 15
De wettelijke minimum(jeugd)lonen zijn per 1 juli 2006 Vanaf vanaf vanaf vanaf vanaf vanaf vanaf vanaf vanaf
23 jaar 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
100 % 85 % 72,5 % 61,5 % 52,2 % 45,5 % 39,5 % 34,5 % 30 %
€ 1.284.60 € 1.091,90 € 931,35 € 790,05 € 674,40 € 584,50 € 507,40 € 443,20 € 385,40
Bron: Ministerie van SzW, rubriek loon/minimum(jeugd)lonen. 15
Bijlage 2
BIJLAGEN
FUNCTIES, FUNCTIONEREN EN BELONEN SALARISSCHALEN CATEGORIEëN IN DE FUNCTIEOMSCHRIJVING FUNCTIEWAARDERING FUNCTIEOMSCHRIJVINGEN
16
FUNCTIES, FUNCTIONEREN EN BELONING
17
FUNCTIES, FUNCTIONEREN EN BELONING
In het kader van de op te stellen CAO is gekozen voor een nieuwe functieopbouw, met 5 functieniveaus (i.p.v. de gebruikte 7 in het vorige concept). Het aantal salarisschalen blijft gehandhaafd op 8, wat voldoende spreiding geeft om een flexibele beloning mogelijk te maken. De functiecategoriën zijn: A: B: C: D: E:
Aspirant medewerker Medewerker Groepsleider of unithoofd Afdelings- of werkleider Bedrijfsleider
Ieder individueel bedrijf kan hierin variëren door bijvoorbeeld een categorie C1 in te voeren; assistent groepsleider, etc. Directie is in dit functiegebouw buiten beschouwing gelaten, het is gebruikelijk dat deze functie, en de bijbehorende salarisschalen, op basis van onderhandeling tussen bestuur en directie wordt vastgesteld.
A B C D E
Schaal 1 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
2 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
3 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
4 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
5 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
6 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
7 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
8 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
In deze tabel is weergegeven waar de 5 functiegroepen in de salaristabel geplaatst kunnen worden (de oneven functieschalen zijn niet weergegeven). De tabel kan als volgt gelezen worden. Een aspirant medewerker stroomt in op salarisniveau A1 (linksboven), doorgroei is mogelijk naar schaal A10 en bij gebleken geschiktheid naar B6 (het groene traject, grijs in z/w). Indien deze medewerker zich buitengewoon ontwikkeld is zelfs een uitloop naar B10 mogelijk (geel, lichtgrijs in z/w). Verdere ontwikkeling is, in deze functiecategorie, niet mogelijk (rood, donkergrijs in z/w). Groen is; normale opbouw, geel is; uitloop mogelijk bij goed functioneren en rood is; niet bereikbaar voor dit niveau.
18
De vijf functiecategoriën in voorbeelden.
1. Naam van de functie: Aspirant medewerker (kringloopwinkel), functiegroep A. 2. Bedrijfsonderdeel: De functie heeft betrekking op de afdeling kringloopwinkel. 3.
Doelstelling van de functie: Assisteren bij de verkoop van goederen in de kringloopwinkel.
4.
Functieoverzicht: 4.1 Functie-inventarisatie Het helpen sorteren en voor verkoop geschikt maken van goederen. Schoonhouden van de winkelruimte. Behulpzaam zijn bij de inrichting van de winkel. Helpen bij het aanvullen van de winkelvoorraad. Helpen bij het op orde houden van kledingrekken etc. 4.2
Capaciteiten, geroutineerdheid en geschiktheid. De medewerker dient een klantgerichte instelling te hebben. Behulpzame instelling.
4.3
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Volgt de instructies van de winkelchef en de winkelmedewerkers op.
4.4
Opleiding. Een praktische instelling is een vereiste.
19
1. Naam van de functie: Medewerker kringloopwinkel, functiegroep B. 2.
Bedrijfsonderdeel: De functie heeft betrekking op de afdeling kringloopwinkel.
3.
Doelstelling van de functie: Zorgdragen voor de verkoop van goederen in de kringloopwinkel.
4.
Functieoverzicht: 4.1 Functie-inventarisatie Het sorteren en voor verkoop geschikt maken van goederen. Schoonhouden van de winkelruimte. Inrichting van de winkel. Geven van informatie aan klanten en beantwoorden van vragen. Aanvullen van de winkelvoorraad. Het op orde houden van kledingrekken etc. Prijzen van goederen. Afrekenen met klanten en bedienen van de kassa. 4.2
Capaciteiten, geroutineerdheid en geschiktheid. De medewerker dient een klantgerichte instelling te hebben. Communicatieve vaardigheden. Zorgvuldig in taal en optreden. Vaardig in het omgaan met een kassa, moet kunnen hoofdrekenen. Inzicht in de waardebepaling van goederen.
4.3
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Volgt de instructies van de winkelchef op. De medewerker plant zelf de volgorde van de werkzaamheden binnen gemaakte afspraken over taakverdeling.
4.4
Inbreng in de bedrijfsvoering. Levert een bijdrage met ideeën en het denken over de optimalisering van de winkelinrichting en de klantenservice.
4.5
Leiding geven. Is bij afwezigheid van de winkelchef leidinggevend aan de asp. medewerkers in de kringloopwinkel.
4.6
Contacten. Dagelijks met chef winkel.
4.7
Opleiding. Vooropleiding dient minimaal LBO of gelijkwaardig te zijn.
20
1. Naam van de functie: Chef kringloopwinkel (groepsleider), functiegroep C. 2.
Bedrijfsonderdeel: De functie heeft betrekking op de afdeling kringloopwinkel.
3.
Doelstelling van de functie: Zorgdragen voor het optimaal functioneren van de afdeling. Het leiding geven aan de medewerkers van de winkel. Uitvoerend bezig met de inrichting van winkel. Verantwoordelijk voor een correcte en plezierige omgang met de klanten in de winkel.
4.
Functieoverzicht: 4.1 Functie-inventarisatie Organiseren van werkoverleg met medewerkers. Wekelijks overleg met het afdelinghoofd. Werkt nieuwe mensen in de afdeling in. Geeft leiding aan de winkel. Verantwoordelijk voor de winkelkassa en de dagelijkse afrekening. Meldt en bespreekt problemen met het afdelinghoofd. Houdt toezicht op een correcte uitvoering van de gehanteerde registratiesystemen. Registreert de bezorgbestellingen. 4.2
Capaciteiten, geroutineerdheid en geschiktheid. Beschikken over kennis van winkelinrichting, assortiment en logistiek. Communicatieve vaardigheden. In zekere mate leidinggevende kwaliteiten. Kennis van kassasystemen en afrekeningen. Kennis om een kringloopwinkel aantrekkelijk (voor de klanten) in te richten. Kennis van de waardebepaling van goederen.
4.3
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Een beperkte mate van zelfstandigheid bij het uitoefenen van de functie. Doet voorstellen voor aanschaf aan het afdelinghoofd. Is verantwoordelijk voor een optimale inzet van het personeel van de afdeling. Is beperkt verantwoordelijk voor de omzet(hoogte) van de kringloopwinkel.
4.4
Inbreng in de bedrijfsvoering. Levert een bijdrage met ideeën en het denken over de optimalisering van de winkelinrichting, de klantenservice en de doorstroming tussen winkel en werkplaatsen, magazijn en vooropslag.
4.5
Leiding geven. De afdelingschef geeft leiding aan de winkelmedewerkers.
4.6
Contacten. Dagelijks met chef vooropslag en chef sorteer. Afdelinghoofd kringloopwinkel
4.7
Opleiding. Vooropleiding dient minimaal MBO of gelijkwaardig te zijn. 21
4.8
Bijzonderheden. Men dient zich er van bewust te zijn dat medewerkers van een kringloopbedrijf in sommige gevallen mensen zijn die door langdurige werkloosheid geen of weinig arbeidsritme en -ervaring hebben.
22
1. Naam van de functie: Afdelingshoofd binnendienst, functiegroep D.
2.
Bedrijfsonderdeel: De functie heeft betrekking op de afdeling binnendienst.
3.
Doelstelling van de functie: Zorgdragen voor het optimaal functioneren van de afdeling. Het leiding geven aan de afdelingschefs van winkel, opslag en sortering. Toezien op de inrichting van winkel. Verantwoordelijk voor een correcte en plezierige omgang met de klanten in de winkel.
4.
Functieoverzicht: 4.1 Functie-inventarisatie Organiseren van werkoverleg met afdelingschefs en medewerkers. Wekelijks overleg met het sectorhoofd. Werkt nieuwe mensen in de afdeling in. Is verantwoordelijk voor de begeleiding van medewerkers die dat behoeven. Geeft leiding aan de winkel, de vooropslag en de sortering. Stelt een vakantieoorden op dat betrekking heeft op de afdeling. Verantwoordelijk voor de registratie van vrije dagen, ADV dagen en vakantiedagen van de medewerkers van de afdeling. Verantwoordelijk voor de winkelkassa. Meldt en bespreekt problemen met het sectorhoofd. Houdt toezicht op een correcte uitvoering van de gehanteerde registratiesystemen. Verzorgt de planning van de bezorgdienst i.s.m. het afdelinghoofd transport. Verantwoordelijk voor de klachtenprocedure m.b.t. klanten (garantie etc.). 4.2
Capaciteiten, geroutineerdheid en geschiktheid. Beschikken over kennis van winkelinrichting, assortiment en logistiek. Stimulerende instelling t.a.v. medewerkers. Communicatieve vaardigheden. Leidinggevende kwaliteiten. Kennis van kassasystemen en afrekeningen. Kennis om een kringloopwinkel aantrekkelijk (voor de klanten) in te richten, kennis om de vooropslag op een efficiënte manier in te richten. Inzicht in sorteerprocessen en waardebepaling van goederen.
4.3
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Een zekere mate van zelfstandigheid bij het uitoefenen van de functie. Doet voorstellen voor aanschaf aan het sectorhoofd. Is verantwoordelijk voor een optimale inzet van het personeel van de afdeling. Is beperkt verantwoordelijk voor de omzet(hoogte) van de kringloopwinkel.
4.4
Inbreng in de bedrijfsvoering. Levert een wezenlijke bijdrage met ideeën en het denken over de optimalisering van de winkelinrichting, de klantenservice en de doorstroming tussen winkel en werkplaatsen, magazijn en vooropslag.
4.5
Leiding geven. 23
Het afdelinghoofd geeft leiding aan de afdelingschefs en de daaronder ressorterende medewerkers.
4.6
Contacten. Met leveranciers over informatie en prijzen. Chef winkel, chef vooropslag en chef sorteer. Afdeling buitendienst. Bedrijfsleiding
4.7
Opleiding. Vooropleiding dient minimaal MBO of gelijkwaardig te zijn.
4.8
Bijzonderheden. Men dient zich er van bewust te zijn dat medewerkers van een kringloopbedrijf in sommige gevallen mensen zijn die door langdurige werkloosheid geen of weinig arbeidsritme en -ervaring hebben.
24
1. Naam van de functie: Bedrijfsleider, functiegroep E. 2.
Bedrijfsonderdeel: De functie heeft betrekking op het gehele kringloopbedrijf.
3.
Doelstelling van de functie: Zorgdragen voor het optimaal functioneren van het bedrijf. Het leiding geven aan de afdelingshoofden. Toezien op de inrichting van winkel en werkplaatsen en toezien op een optimale doorstroming van binnenkomende goederen.
4.
Functieoverzicht: 4.1 Functie-inventarisatie Organiseren van een structureel overleg met alle groeps- en afdelingshoofden. Wekelijks overleg in het managementteam. De bedrijfsleider vervangt de (adjunct) directeur bij langdurige afwezigheid m.b.t. de taken die te maken hebben met de dagelijkse operationele leiding van het kringloopbedrijf. Geeft leiding aan de afdelingshoofden binnen- en buitendienst, aan de chefs van de winkel, werkplaats, magazijn en facilitaire dienst. Is eindverantwoordelijk voor een vakantierooster op dat betrekking heeft op het bedrijf. Eindverantwoordelijk voor de registratie van vrije dagen, ADV dagen en vakantiedagen van de medewerkers van het bedrijf. Draagt zorg voor het inwerken van nieuwe medewerkers van het bedrijf. Is verantwoordelijk voor de begeleiding van medewerkers die dat behoeven. Meldt en bespreekt problemen met de directie. Houdt toezicht op een correcte uitvoering van de gehanteerde registratiesystemen. Verantwoordelijk voor de contante geldstroom (kas). 4.2
Capaciteiten, geroutineerdheid en geschiktheid. Beschikken over enige technische kennis. Stimulerende instelling t.a.v. medewerkers, communicatieve vaardigheden. Leidinggevende kwaliteiten. Kennis van administratieve procedures. Kennis om een kringloopwinkel aantrekkelijk (voor de klanten) in te richten, kennis om werkplaats en magazijn op een efficiënte manier in te richten.
4.3
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Een grote mate van zelfstandigheid bij het uitoefenen van de functie. Budgetbeheerder voor het bedrijfsbudget, doet voorstellen voor investeringen aan de directie. Is verantwoordelijk voor optimale inzet van het personeel van het bedrijf. Is verantwoordelijk voor de omzet(hoogte) van de kringloopwinkel.
25
4.4
Inbreng in de bedrijfsvoering. Levert een wezenlijke bijdrage met ideeën en het denken over de optimalisering van de uit te voeren werkzaamheden.
4.5
Leiding geven. De bedrijfsleider geeft leiding aan de afdelingshoofden en het daaronder ressorterende personeel.
4.6
Contacten. Met leveranciers over informatie en prijzen. Met de gemeentelijke dienst afvalstoffen over het wisselen van containers en de afvoer van goederen. Afdelingshoofden binnen- en buitendienst. Directie.
4.7
Opleiding. Vooropleiding dient minimaal HBO of gelijkwaardig te zijn. Men dient in het bezit van een rijbewijs BE te zijn.
4.8
Bijzonderheden. Men dient zich er van bewust te zijn dat medewerkers van een kringloopbedrijf in sommige gevallen mensen zijn die door langdurige werkloosheid geen of weinig arbeidsritme en -ervaring hebben.
26
Functiewaarderingssysteem. Onder functiewaarderingsysteem wordt verstaan een geheel van criteria, methoden en technieken om functies naar hun inhoud te waarderen en vervolgens onderling naar zwaarte te rangschikken. Er is gekozen voor het waarderen van functies in capaciteiten niveaus, er worden 6 capaciteiten niveaus onderscheiden (no. 6 is speciaal toegevoegd voor bedrijfsleiders van grote kringloopbedrijven in een zeer zelfstandige positie) die gedefinieerd zijn aan de hand van de criteria zoals in de functiebeschrijving zijn gehanteerd. De capaciteiten niveaus zien er als volgt uit: (v,i,k,v = vermogens, inzicht, kennis, vaardigheden) Functiegroep criteria A basis en zeer eenvoudige v,i,k,v uitvoerende beslissingen 2e niveau, geen afbreukrisico geen initiatief, geen tijdsdruk, werkzaamheden onder directe leiding verrichten geen leidinggevende activiteiten oppervlakkige contacten op afdelingsniveau B
-
C
-
D
-
E
-
basis en eenvoudige v,i,k,v uitvoerende beslissingen 1e niveau, geringe afbreukrisico gering initiatief, geen tijdsdruk, zelden beslissingen nemen, kan terug vallen op collega's en directe leidinggevende begeleiden en instrueren van 0-2 medewerkers oppervlakkige contacten op afdelingsniveau vaktechnische en eenvoudige v,i,k,v voorbereidende beslissingen 2e niveau, matige afbreukrisico matig initiatief, geringe tijdsdruk, regelmatig beslissingen nemen, kan terug vallen op collega's en directe leidinggevende begeleiden en instrueren van 2-10 medewerkers informatieve contacten op bedrijfsonderdeel vaktechnische en samengestelde v.i.k.v voorbereidende beslissingen 1e niveau, afbreuk risico in sterke mate aanwezig initiatief, geringe tijdsdruk, regelmatig risico nemen, kan terug vallen op directe leidinggevende operationeel leidinggevende aan 0-5 medewerkers informatieve contacten op bedrijfsonderdeel gespecialiseerde en samengestelde v,i,k,v vormgevende beslissingen, afbreukrisico is aanmerkelijk frequent initiatief tonen, tijdsdruk, frequent beslissingen nemen, kan terug vallen op leidinggevende operationeel en functioneel leiding geven aan 5-20 medewerkers overleggende contacten op ondernemingsniveau
27
Definities: I capaciteiten, geroutineerdheid en getraindheid Aard, moeilijkheidsgraad, veelheid en/of ondoorzichtigheid van problemen, bewegingen en routines alsmede de nauwkeurigheidsgraad. vermogens en inzichten kennis en vaardigheden II Verantwoordelijkheid Gebieden of situaties waarvoor de functievuller zorgt draagt. beslissingsruimte afbreukrisico III Zelfstandigheid Nemen van beslissingen onder eigen verantwoordelijkheid mate van initiatief snelheid en frequentie waarmee beslissingen worden genomen het al dan niet kunnen terugvallen op een hogere instantie IV Leiding geven Leidinggevende activiteiten aan een x-aantal medewerkers. aard aantal medewerkers V Contacten Contacten met de medewerkers en/of externen. wie zijn de contacten aard van de contacten belang van de contacten
28
Ad.I: Capaciteiten, geroutineerdheid en getraindheid Vermogens en inzichten Capaciteiten die nodig zijn om in de functie voordoende problemen op de juiste manier te benaderen zoals coördinatievermogen, analytisch inzicht, ruimtelijk inzicht of interpretatie vermogen Kennis en vaardigheden
Wat kan en kent de functievervuller om routine te verkrijgen in de dagelijkse terugkerende, vanzelfsprekende zaken. - basis en zeer eenvoudig v,i,k,v Het werk vereist algemene v,i,k,v. Het verrichten van op zichzelf staande handelingen, binnen een voorgeschreven arbeidspatroon, onder directe leiding, zonder dat kennis van nevenactiviteiten noodzakelijk is. - basis en eenvoudige v,i,k,v Het werk vereist algemene v,i,k,v verworven door praktijk of bedrijfsopleiding, gericht op werkzaamheden van eenvoudige aard. Het verrichten van op zich zelf staande handelingen, binnen een voorgeschreven arbeidspatroon, zonder dat kennis van nevenactiviteiten noodzakelijk is. - gespecialiseerde en samengestelde v,i,k,v Het werk vereist algemene v,i,k,v, aangevuld met specialistische opleiding of training, gericht op werkzaamheden van specialistische aard. Het verrichten van een in hoofdlijnen voorgeschreven functie, waarbij kennis van werkzaamheden van naast liggende afdelingen en kringloopbedrijven noodzakelijk is. - professionele en ingewikkelde v,i,k,v Het werk vereist zeer uitgebreide kennis, aangevuld met een professionele opleiding of training, gericht op ingewikkelde specialismen. Het verrichten van een functie, vanuit een bedrijfseenheid, waarbij kennis van onderzoek en werkmethoden binnen kringloopbedrijven noodzakelijk is.
29
Ad. II: Verantwoordelijkheid. Beslissingruimte Aard van de beslissingen welke binnen een functie worden genomen. - uitvoerend 2e niveau verantwoordelijk voor de uitvoering, voortgang van de eigen werkzaamheden onder directe leiding. - uitvoerend 1e niveau verantwoordelijk voor de uitvoeringen, voortgang van de eigen werkzaamheden en men heeft beslissingsruimte ten aanzien van de werkindeling. - voorbereidend 2e niveau verantwoordelijk voor de indeling, uitvoering en voortgang van eigen werkzaamheden en heeft beslissingsruimte ten aanzien van werkindeling en werkvoortgang - voorbereidend 1e niveau verantwoordelijk voor de indeling, uitvoering en voortgang van eigen werkzaamheden en/of voor werkzaamheden van anderen en heeft beslissingsruimte ten aanzien van werkindeling en werkvoortzetting en/of dagelijkse personele problemen. - vormgevend verantwoordelijk voor de uitvoering, voortgang en beleid binnen een beperkt bedrijfsonderdeel c.q. afdeling en heeft binnen een gesteld budget en/of takenpakket beslissingsruimte t.a.v. het te voeren beleid. - dirigerend verantwoordelijk voor de realisatie van een te voeren beleid binnen een bedrijfsonderdeel en heeft beslissingsruimte ten aanzien van de samenstelling van budgetten en te voeren beleid. - besturend verantwoordelijk voor het tot stand komen van een algeheel beleid binnen een onderneming en heeft beslissingsruimte ten aanzien van te nemen maatregelen in het belang van de onderneming.
30
Afbreukrisico De economische en sociale gevolgen, die kunnen voortkomen uit beslissingen en handelingen zowel op korte als op lange termijn. - geen
Werkzaamheden vallen onder directe leiding.
- geringe
Gevolgen beperken zich tot de eigen werkzaamheden. Genomen beslissingen hebben daarbuiten geen invloed.
- matig
Gevolgen beperken zich tot de eigen werkzaamheden. Genomen beslissingen zijn van invloed binnen een afdeling en/of buiten onderneming met niet directe waarneembare gevolgen.
- in sterkere mate Gevolgen beperken zich tot de eigen werkzaamheden dan wel mate aan tot aanwezig een beperkte groep medewerkers. Genomen beslissingen zijn van invloed binnen een af deling/sector en/of buiten de kringloopbedrijven met niet directe waarneembare gevolgen. - frequent
Gevolgen beperken zich tot de werkzaamheden van een groep medewerkers. Genomen beslissingen zijn van invloed binnen een beperkt bedrijfsonderdeel en/of buiten de onderneming met niet direct waarneembare gevolgen.
- groot
Gevolgen beperken zich tot de werkzaamheden van een grote groep medewerkers welke meestal niet binnen eenzelfde locatie werkzaam zijn. Genomen beslissingen zijn van beleidsbepalende invloed binnen de kringloopbedrijven en/of buiten de onderneming met op langere termijn waarneembare gevolgen.
- omvangrijk
Gevolgen zijn niet beperkt, maar strekken zich uit over een omvangrijke onderneming. Genomen beslissingen zijn bepalend voor de gehele onderneming, waarbij gevolgen op zeer lange termijn pas zichtbaar worden.
31
Ad. III: Zelfstandigheid. In welke mate moet initiatief genomen worden Hoe snel en hoe vaak moeten er beslissingen worden genomen In hoeverre kan men terugvallen op collega's en directe leidinggevende. -
geen initiatief, geen tijdsdruk, werkzaamheden onder directe leiding verrichten
-
gering initiatief, geen tijdsdruk, zelden beslissingen nemen, kan terugvallen op collega's en directe leidinggevende
-
matig initiatief, geringe tijdsdruk, regelmatig beslissingen nemen, kan terug vallen op collega en directe leidinggevende
-
initiatief, geringe tijdsdruk, regelmatig risico nemen, kan terug vallen op directe leidinggevende
-
frequente initiatief tonen, tijdsdruk, frequent beslissingen nemen, kan terugvallen op leidinggevende
-
veel initiatief, grote tijdsdruk, vaak beslissingen nemen, kan incidenteel terugvallen op directe leidinggevende
-
zeer veel initiatief, zeer grote tijdsdruk, continue beslissingen nemen, kan nergens op terug vallen
Ad. IV: Leidinggeven. Aard van het leidinggeven en het aantal medewerkers waaraan leiding wordt gegeven. Aard van leiding geven: - hiërarchisch leidinggeven functievervuller is verantwoordelijk voor de algemene zaken en beleid binnen zijn werkeenheid, zorgt voor organisatie, werkverdeling, voorwaarden en sociale maatregelen, (mede) beslissingsbevoegdheid heeft bij aanname, beoordeling, opleiding, promoties, verlof e.d. en gebruik kan maken van gezagmiddelen. - functioneel leidinggeven functievervuller begeleidt en instrueert vakinhoudelijk, zorgt voor richtlijnen, aanwijzingen, voorschriften en instructies. - operationeel functievervuller houdt toezicht, vervult controlerende werkzaamheden volgens van te voren vastgestelde regels en procedures. - begeleiden en instrueren van 2-10 medewerkers. - begeleiden en instrueren van 0-2 medewerkers. Aantal medewerkers waaraan hiërarchisch, functioneel en/of operationeel leiding aan gegeven wordt. - 5 of minder medewerkers - 5 tot 20 medewerkers - 20 of meer medewerkers 32
Ad. V: Contacten. Met wie zijn de contacten, wat is de aard van de contacten, wat is het belang van de contacten. Contacten - afdeling contacten vinden plaats binnen een beperkte afdeling met personen die men uit de dagelijkse omgang kent. - bedrijfsonderdeel contacten vinden plaats, voornamelijk met personen, werkend in de zelfde sfeer dan wel met personen van buiten met dezelfde belangen. - onderneming contacten vinden plaats binnen een onderneming met personen werkend in een andere sfeer dan wel met personen buiten, met soms andere belangen. - instanties contacten vinden plaats binnen een onderneming met personen met tegengestelde belangen dan wel met personen van buiten, werkend in een andere sfeer. - partijen contacten vinden voornamelijk plaats buiten een onderneming, met personen in een tegengestelde sfeer. Aard - oppervlakkig contacten zijn oppervlakkig en hebben betrekking op het uitwisselen van eenvoudige gegevens. - informatief contacten zijn informatief en hebben betrekking op het verstrekken dan wel verkrijgen van gegevens, waarbij een stimulerende bijdrage vereist is. - overleggend contacten zijn beïnvloed en hebben betrekking op het samenspel tussen de contactpersonen, waarbij enig inzicht in het werk van de contactpersoon vereist is. - ondersteunend contacten zijn beïnvloedend en hebben betrekking op ondersteuning van gezamenlijke activiteiten, waarbij inzicht in opvattingen, belangen en werk van de contactpersonen vereist is. - overredend contacten zijn in sterke mate beïnvloedend en hebben betrekking op het overwinnen van weerstanden dan wel het overtuigen van contactpersonen, waarbij het noodzakelijk is zich in te leven in werk- en denkwijze van de contact personen.
33
Bijlage : Functiebeschrijving. Voor de veel gebruikte functies binnen een kringloopbedrijf is in deze bijlage een omschrijving opgenomen.
FUNCTIENAAM :
Aspirant medewerker magazijn PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE:
De aspirant medewerker magazijn legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd van de unit magazijn. DOEL VAN DE FUNCTIE De aspirant medewerker magazijn draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door te assisteren bij de af- en aanvoer van goederen. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE • Af- en aanvoer van goederen t.b.v.de kringloopwinkel • Schoonmaakwerkzaamheden
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Af- en aanvoer van goederen t.b.v.de kringloopwinkel • Assisteren bij het sorteren van goederen • Assisteren bij het voor verkoop geschikt maken van goederen • Assisteren bij de inrichting van de winkel • Assisteren bij het transportklaar maken van de dagelijkse winkelbevoorrading • Assisteren bij het aanvullen van de winkelvoorraad • Assisteren bij het intern transport van aanvoer en afvoer van meubilair, wit- en bruingoed en overige goederen en het opslaan van deze goederen
Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van het winkelmagazijn • Indien nodig het reinigen van goederen • Winkelmagazijn geordend houden VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De aspirant medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de medewerker bevoorrading en het unithoofd. Betreffende de volgorde en indeling van de werkzaamheden worden de instructies door de medewerker en het unithoofd gegeven.
34
LEIDING GEVEN Geen
FUNCTIE- EISEN:
• •
Praktische instelling Verkoopgerichte instelling
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
Bereidheid tot het volgen van minimaal LBO
35
FUNCTIENAAM :
Aspirant medewerker administratie PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE:
De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider administratie. DOEL VAN DE FUNCTIE:
De aspirant medewerker administratie draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door het uitvoeren van administratieve handelingen. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• •
Assisteren bij het beheer van de telefooncentrale Assisteren bij administratieve werkzaamheden
Beantwoorden vragen aan de balie van klanten en/of overige melders • Assisteren bij het beantwoorden van klantenvragen • Indien nodig personen doorverwijzen naar unithoofden of derden • Assisteren bij de postverwerking • Assisteren bij het inplannen en opstellen van de dagelijkse routelijsten Administratieve werkzaamheden • Assisteren bij het registreren van de goederenstromen m.b.t. rapportage aan bedrijfsleiding • Assisteren bij bijhouden van het kasboek • Assisteren bij registratie omzetgegevens • Assisteren bij overige kleine administratieve taken VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de werkleider administratie. Betreffende de volgorde en indeling van de werkzaamheden worden de instructies door de werkleider administratie gegeven . LEIDING GEVEN
Geen FUNCTIE-EISEN:
• • •
Klantvriendelijke instelling Communicatieve vaardigheden Stressbestendig
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
• •
Enige kennis van de geautomatiseerde GH-meldingsregistratie en van tekstverwerking-, spreadsheet- en database-programmatuur. Bereidheid tot het volgen van een opleiding op MBO-niveau
36
FUNCTIENAAM:
Aspirant medewerker winkel. PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE:
De aspirant medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd van de kringloopwinkel. DOEL VAN DE FUNCTIE:
De aspirant medewerker bevoorrading draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door te assisteren bij een efficiënte bevoorrading van de winkel. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Voorbereidende werkzaamheden t.b.v.de kringloopwinkel • Schoonmaakwerkzaamheden UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Voorbereidende werkzaamheden t.b.v. de kringloopwinkel • Assisteren bij het sorteren van goederen • Assisteren bij het voor verkoop geschikt maken van goederen • Assisteren bij de inrichting van de winkel • Assisteren bij het aanvullen van de winkelvoorraad • Assisteren bij het intern transport van aanvoer en afvoer van meubilair, witgoed en bruingoed en overige goederen en het opslaan van deze goederen Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van het winkelmagazijn • Indien nodig het reinigen van goederen • Winkelmagazijn geordend houden VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De aspirant medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de medewerker bevoorrading en het unithoofd . Betreffende de volgorde en indeling van de werkzaamheden worden de instructies door de medewerker en unithoofd gegeven. LEIDING GEVEN Geen FUNCTIE- EISEN:
• •
Praktische instelling Verkoopgerichte instelling
OPLEIDING EN/OF WERK EN DENKNIVEAU:
bereidheid tot het volgen van minimaal LBO
37
FUNCTIENAAM:
Aspirant medewerker bevoorrading PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE:
De aspirant medewerker bevoorrading legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd van de kringloopwinkel. DOEL VAN DE FUNCTIE:
De aspirant medewerker bevoorrading draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door te assisteren bij een efficiënte bevoorrading van de winkel. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Voorbereidende werkzaamheden t.b.v.de kringloopwinkel • Schoonmaakwerkzaamheden UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Voorbereidende werkzaamheden t.b.v.de kringloopwinkel • Assisteren bij het sorteren van goederen • Assisteren bij het voor verkoop geschikt maken van goederen • Assisteren bij de inrichting van de winkel • Assisteren bij het aanvullen van de winkelvoorraad • Assisteren bij het intern transport van aanvoer en afvoer van meubilair, witgoed en bruingoed en overige goederen en het opslaan van deze goederen
Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van het winkelmagazijn • Indien nodig het reinigen van goederen • Winkelmagazijn geordend houden VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De aspirant medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de medewerker bevoorrading en het unithoofd. Betreffende de volgorde en indeling van de werkzaamheden worden de instructies door de medewerker en unithoofd gegeven. LEIDING GEVEN Geen
FUNCTIE- EISEN: • Praktische instelling • Verkoopgerichte instelling OPLEIDING EN/OF WERK EN DENKNIVEAU: bereidheid tot het volgen van minimaal LBO
38
FUNCTIENAAM:
Aspirant telefonist/receptionist PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE:
De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de medewerker receptie en de werkleider administratie. DOEL VAN DE FUNCTIE:
De aspirant-medewerker receptie draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door het in behandeling nemen van inkomende telefoongesprekken, vragen van klanten en de daarmee bijkomende administratieve handelingen in samenwerking met de medewerker receptie. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• • •
Assisteren bij het beheer van de telefooncentrale Assisteren bij het beantwoorden van vragen aan de balie Assisteren bij administratieve werkzaamheden
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Beheren telefooncentrale • Assisteren bij het aannemen van alle inkomende telefoongesprekken • Assisteren bij de afhandeling van de binnenkomende telefoongesprekken Beantwoorden vragen aan de balie van klanten en/of overige melders • Assisteren bij het beantwoorden van klantenvragen • Indien nodig personen doorverwijzen naar derden Administratieve werkzaamheden • Assisteren bij de administratie van grofvuilmeldingen • Assisteren bij het opstellen van de dagelijkse routelijsten • Assisteren bij het beheer afvalstoffenadministratie m.b.t. rapportage aan Provincie en bedrijfsleiding • Assisteren bij de postverwerking VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de medewerker receptie en de werkleider administratie. Betreffende de volgorde en indeling van de werkzaamheden worden de instructies door de medewerker receptie gegeven . LEIDING GEVEN
Geen
FUNCTIE- EISEN:
• • •
Klantvriendelijke instelling Communicatieve vaardigheden Stressbestendig
39
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Enige kennis van de geautomatiseerde GH-meldingsregistratie en van dataprogrammatuur • Bereidheid tot het volgen van een opleiding op MBO-niveau FUNCTIENAAM :
Aspirant-medewerker werkplaatsen PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE:
De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd van de unit werkplaatsen. DOEL VAN DE FUNCTIE:
De medewerker werkplaatsen draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door mede zorg te dragen voor de selectie, reparatie en voorraadvorming van goederen. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE • Selecteren van goederen • Repareren van goederen • Schoonmaakwerkzaamheden UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Selecteren van goederen • Assisteren bij het sorteren van goederen (textiel, boeken en kleingoed) • Assisteren bij het labelen van goederen • Assisteren bij de aanvoer van goederen naar magazijn/winkel Repareren van goederen • Assisteren bij kleine reparaties zodat de producten verkoopgeschikt zijn Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van de werkplaatsen • Indien nodig het reinigen van goederen VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van het unithoofd . De medewerker volgt de instructie van de medewerker werkplaatsen op . LEIDING GEVEN
Geen. FUNCTIE- EISEN:
• •
Bereidheid te leren om zelfstandig de taken te kunnen uitvoeren Praktische en behulpzame instelling
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
bereidheid een opleiding op LBO-niveau te volgen
40
FUNCTIENAAM : Aspirant medewerker containerwerf PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De aspirant medewerker containerwerf legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider transport & verwerking.
DOEL VAN DE FUNCTIE De aspirant medewerker containerwerf draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door het assisteren van de medewerker bij de zorg voor een efficiënte en overzichtelijke wijze van inname, overslag en scheiding van goederen. Vervolgens zorg dragen voor een efficiënte indeling en gebruik van de containerwerf en voor een efficiënte afvoer van grond- en reststoffen.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Assisteren bij het verwerken van de goederen • Schoonmaakwerkzaamheden UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Assisteren bij het verwerken van goederen • Helpen bij het lossen en laden van de auto’s • Het innemen van goederen . • Na beoordeling van de werkleider de goederen transporteren naar het magazijn/werkplaatsen • Indien goederen niet geschikt voor hergebruik zijn, deze naar de daartoe passende containers afvoeren • Scheiden van grondstofsoorten en deze in de desbetreffende containers deponeren • Het dagelijks leegmaken van de papierkooien • Zorg dragen voor vlotte afvoer en verwerking van de containers met grondstoffen/restafval
Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van de hal • Schoonhouden van het terrein
VERANTWOORDELIJKHEDEN: De aspirant-medewerker containerwerf is mede verantwoordelijk voor een goed verloop van het laad-en loswerk, en de daarbij komende werkzaamheden. LEIDING GEVEN: Geen. FUNCTIE- EISEN: • Enig logistiek inzicht • Communicatieve vaardigheden • Praktische instelling
41
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Bereidheid tot het volgen van een opleiding op minimaal LBO niveau • Bereidheid tot het behalen van een diploma voor het berijden van een heftruck
42
FUNCTIENAAM :
Beheerder kantine / huishoudelijk medewerker PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider Administratie.
DOEL VAN DE FUNCTIE De beheerder kantine/huishoudelijk medewerker draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door facilitaire ondersteuning van de overige medewerkers en klanten. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• • •
Schoonmaakwerkzaamheden Inkoop Verzorging consumpties
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Schoonmaakwerkzaamheden • Stofzuigen van de kantoren en gangen • Afstoffen van het kantoormeubilair • Afstoffen computers en telefoons • Schoonmaken van toiletten en douches • Schoonhouden van de kantine • Afwassen Inkoop • Inkoop van levensmiddelen • Inkoop van schoonmaakmiddelen Verzorging consumpties • Dagelijkse verzorging van de koffie en thee tijdens de pauzes • Gasten voorzien van een consumptie • Indien noodzakelijk kantoorpersoneel van een consumptie voorzien VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden in overleg met de werkleider. LEIDING GEVEN
Geen
FUNCTIE- EISEN:
• • •
Service gerichte instelling Affiniteit met huishoudelijke werkzaamheden Ervaring met schoonmaakwerkzaamheden
43
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
LBO
44
FUNCTIENAAM : Medewerker containerwerf PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker containerwerf legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider transport & verwerking.
DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker containerwerf draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor een efficiënte en overzichtelijke wijze van inname, overslag en scheiding van goederen. Zorgdragen voor een efficiënte indeling en gebruik van de containerwerf en voor een efficiënte afvoer van grond-en reststoffen.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Verwerken van de goederen • Schoonmaakwerkzaamheden • Begeleiding UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Verwerken van goederen • Helpen bij het lossen en laden van de auto’s • Uitvoeren en toezien dat de goederen direct op de juiste plek worden gezet in het magazijn • Goederen geprijsd en schoongemaakt naar de magazijn/ winkel brengen • Zorgdragen voor de afvoer van de verkochte goederen • Zorgdragen voor vlotte afvoer en verwerking van de containers met grondstoffen/restafval • Zorgdragen dat niet voor verkoop geschikte goederen in de daartoe bestemde containers worden opgeslagen voor afvoer. Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van de hal • Schoonhouden van het terrein • Schoonhouden van de transportmiddelen
Begeleding • Begeleidt aspirant-medewerkers middels het geven van instructies ten aanzien van de uit
te voeren werkzaamheden. VERANTWOORDELIJKHEDEN: De medewerker containerwerf is verantwoordelijk voor een goed verloop van het laad-en loswerk. En de daarbij komende werkzaamheden.
45
LEIDING GEVEN: Geen. FUNCTIE- EISEN: • Logistiek inzicht • Communicatieve vaardigheden • Praktische instelling OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • LBO • Diploma voor het berijden van een heftruck
46
FUNCTIENAAM :
Medewerker Werkplaatsen PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd van de unit Werkplaatsen.
DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker Werkplaatsen draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor de selectie, reparatie en voorraadvorming van goederen. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE • Selecteren van goederen • Repareren van goederen • Schoonmaakwerkzaamheden • Begeleiding
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Selecteren van goederen • Sorteren van goederen (textiel, boeken en kleingoed) • Prijzen van goederen • Labelen van goederen • Zorg dragen voor de aanvoer van goederen naar magazijn/winkel • Goederen controleren op mankementen Repareren van goederen • Kleine reparaties uitvoeren zodat de producten verkoop geschikt zijn Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van de werkplaatsen • Indien nodig het reinigen van goederen Begeleiding • Begeleidt aspirant-medewerkers middels het geven van instructies ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden. VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van het unithoofd . De medewerker plant zelf de volgorde van de werkzaamheden binnen de gemaakte afspraken over taakverdeling. LEIDING GEVEN
Geen.
FUNCTIE- EISEN:
•
Zelfstandig kunnen werken
47
• •
Inzicht in de waardebepaling van goederen Verkoopgerichte instelling
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
Minimaal LBO
48
FUNCTIENAAM :
Medewerker bevoorrading PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd van de unit kringloopwinkel.
DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker bevoorrading draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor de doorstroom van goederen. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE • Voorbereidende werkzaamheden t.b.v. de kringloopwinkel • Schoonmaakwerkzaamheden
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Voorbereidende werkzaamheden t.b.v. de kringloopwinkel • Het sorteren van goederen • goederen geschikt maken voor de verkoop • Aanvullen van de winkelvoorraad • Assisteren bij intern transport van aan-en afvoer van meubilair, witgoed, bruingoed en overige goederen en het opslaan van deze goederen • Zorg dragen voor de bevoorrading van de winkel • Het op orde houden van de kledingrekken
Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van het winkelmagazijn • Indien nodig het reinigen van goederen
VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van het unithoofd . De medewerker plant zelf de volgorde van de werkzaamheden binnen de gemaakte afspraken over taakverdeling. LEIDING GEVEN
Geen.
FUNCTIE- EISEN:
• • • •
Zelfstandig kunnen werken Inzicht in de waardebepaling van goederen Communicatieve vaardigheden Verkoopgerichte instelling
49
OPLEIDING EN/OF WERK EN DENKNIVEAU:
•
minimaal LBO
50
FUNCTIENAAM :
Medewerker kringloopwinkel PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd Kringloopwinkel en werkleider. DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker kringloopwinkel draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor de inrichting en verkoop van goederen in de kringloopwinkel. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE • Bedienen van (potentiële) klanten • Zorgdragen voor een goede verkooppresentatie • Schoonmaakwerkzaamheden • Begeleiding
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Bedienen van (potentiële) klanten • Klanten te woord staan • Informatie verstrekken over kringloopbedrijf in het algemeen • Afrekenen met klanten en bedienen van de Kassa Zorgdragen voor een goede verkooppresentatie • Het sorteren en voor verkoop geschikt maken van goederen • Het op orde houden van de kledingrekken en andere materialen • Zorgdragen voor de inrichting van de winkel • Zorgdragen voor het afprijzen van artikelen in overleg met unit hoofd en/of werkleider • Zorgdragen voor een aantrekkelijke presentatie van te koop aangeboden artikelen Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van het winkelinterieur • Schoonhouden van de etalage Begeleiding • Begeleiden van aspirant-medewerkers middels het geven van instructies ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden. VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van het unithoofd . De medewerker plant zelf de volgorde van de werkzaamheden. LEIDING GEVEN
Geen FUNCTIE- EISEN:
• • •
Zelfstandig kunnen werken Klantvriendelijke instelling Communicatieve vaardigheden 51
•
Vaardigheid in de bediening van de kassa
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
minimaal LBO opleiding
52
FUNCTIENAAM :
Magazijn medewerker PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd van de unit magazijn.
DOEL VAN DE FUNCTIE De magazijn medewerker draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor de af-en aanvoer van goederen. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE • Af-en aanvoer van goederen t.b.v. de kringloopwinkel • Administratie t.b.v. goederen • Schoonmaakwerkzaamheden • Begeleiding
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Af-en aanvoer van goederen t.b.v. de kringloopwinkel • Het sorteren van goederen • Goederen geschikt maken voor de verkoop • Aanvullen van de winkelvoorraad • Assisteren bij intern transport van aan-en afvoer van meubilair, witgoed, bruingoed en overige goederen en het opslaan van deze goederen • Transport klaarmaken van dagelijkse winkelbevoorrading • Zorg dragen voor de bevoorrading van de winkel • Het op orde houden van de kledingrekken • Prijzen van goederen Administratie t.b.v. goederen • Voeren van een actuele registratie van de opgeslagen voorraden • Zorg dragen voor de rapportage van uit -en inkomende goederen Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van het winkelmagazijn • Indien nodig het reinigen van goederen Begeleiding • Begeleiden van aspirant medewerkers van de unit magazijn • Geven van instructies ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden aan aspirant medewerkers VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van het unithoofd . De medewerker plant zelf de volgorde van de werkzaamheden binnen de gemaakte afspraken over taakverdeling. LEIDING GEVEN
Geen.
53
FUNCTIE- EISEN:
• • • • • •
Zelfstandig kunnen werken Inzicht in de waardebepaling van goederen Administratieve vaardigheden Communicatieve vaardigheden Verkoopgerichte instelling Kunnen hanteren van een heftruck
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
minimaal LBO
54
FUNCTIENAAM :
Administrateur personeelszaken PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider administratie. DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker personeelszaken draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor alle voorkomende administratieve werkzaamheden ten behoeve van het personeel. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• • •
Verzamelen en verwerken van gegevens, materialen Archiveren van gegevens Loonadministratie
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Verzamelen en verwerken van gegevens • Bij aanname nieuw personeel benodigde papieren verzamelen en (laten)invullen • Contracten verzorgen • Ziek-en herstelmeldingen opnemen van het personeel, vastleggen en aan GAK doorgeven • Vakantie en overige verlofdagen bijhouden van het personeel • Overwerk bijhouden en doorgeven aan financiële administratie • Bijhouden voorraden kantoorartikelen Archiveren van gegevens • Van de betreffende ingevoerde personeelsgegevens • Lijst van ziek- en herstelmeldingen • Lijst van contacten met derden loon administratie • Mutaties in de loonadministratie • Iedere maand de loonadministratie doorgeven • Berekenen en uitkeren vrijwilligersvergoeding • Verzorgen van aftrek loonbeslag, pensioenpremie voor de desbetreffende medewerkers VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de werkleider, maar plant zelf de volgorde en indeling van de werkzaamheden. LEIDING GEVEN
Geen
FUNCTIE- EISEN:
•
Goed kunnen samenwerken
55
• •
Accuraat kunnen werken Zelfstandig kunnen werken
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
Minimaal MBO-niveau
FUNCTIENAAM :
Telefonist/receptionist PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider administratie.
DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker receptie draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door het in behandeling nemen van inkomende telefoongesprekken, vragen van klanten en de daarmee bijkomende administratieve handelingen. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• • • •
Beheren telefooncentrale Beantwoorden vragen aan de balie van klanten en/of overige melders Administratieve werkzaamheden Begeleiding
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Beheren telefooncentrale • Aannemen van alle inkomende telefoongesprekken • Deze gesprekken afhandelen of doorverbinden • Bijhouden van het aantal uitgaande en inkomende telefoongesprekken Beantwoorden vragen aan de balie van klanten en/of overige melders • Beantwoorden van klantenvragen • Leveranciers te woord staan • Indien nodig personen doorverwijzen naar derden Administratieve werkzaamheden • Grofvuilmeldingen invoeren in de computer • Dagelijks routelijsten opstellen • Beheer afvalstoffenadministratie mbt.rapportage aan Provincie en bedrijfsleiding • Postverwerking Begeleiding • Begeleidt aspirant-medewerkers middels het geven van instructies ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden. VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de werkleider, maar plant zelf de volgorde en indeling van de werkzaamheden.
56
LEIDING GEVEN
Geen
FUNCTIE- EISEN:
• • •
Klantvriendelijke instelling Communicatieve vaardigheden Stressbestendig
OPLEIDING EN/OF WERK EN DENKNIVEAU:
• Kennis van de geautomatiseerde GH-meldingsregistratie en van dataprogrammatuur • Minimaal MBO-niveau FUNCTIENAAM : Chauffeur PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De chauffeur legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd transport en de werkleider transport & verwerking.
DOEL VAN DE FUNCTIE De chauffeur draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor een optimaal functioneren van de inzameldienst en ziet toe dat er verantwoord wordt omgegaan met de voor het werk noodzakelijke transportmiddelen.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Inzamelen en bezorgen van goederen • Onderhoudswerkzaamheden • Begeleiding UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Inzamelen van goederen • Inzameling van bulkafval • Inzameling van grof huisvuil • Ophalen van papier • Ophalen van textiel • Bezorgen van verkochte goederen Onderhoudswerkzaamheden • Indien nodig wordt klein onderhoud aan de transportmiddelen verricht • Controleert vloeistofniveau’s en brandstof • Heeft beheer van de autosleutels en autopapieren • Schoonhouden van de transportmiddelen • Meldt servicetermijnen voor onderhoud aan transportmiddelen aan unithoofd Begeleiding • Begeleidt de bijrijders middels het geven van instructies ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden .
57
VERANTWOORDELIJKHEDEN: De chauffeur is verantwoordelijk voor een schadevrije bezorging van goederen. Beslist zelf over de te volgen route, binnen gegeven kaders van afspraken met klanten. LEIDING GEVEN: Geen.
58
FUNCTIE- EISEN: • Beschikken over technische kennis van de in gebruik zijnde transportmiddelen • Beschikken over kennis van stratenplannen • Heeft logistieke capaciteiten • Sociale vaardigheden • Geschikt voor zwaar werk OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • In het bezit van het Rijbewijs BE
59
FUNCTIENAAM : Bijrijder PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De bijrijder legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het unithoofd.
DOEL VAN DE FUNCTIE De bijrijder draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door optimaal te functioneren als bijrijder van de inzameldienst .
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Inzamelen en bezorgen van goederen • Onderhoudswerkzaamheden UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Inzamelen van goederen • Assisteren bij de inzameling van bulkafval • Assisteren bij de inzameling van grof huisvuil • Assisteren bij het ophalen van papier • Assisteren bij het ophalen van textiel • Assisteren bij het bezorgen van gekochte goederen Onderhoudswerkzaamheden • Indien nodig assisteren bij het klein onderhoud aan de transportmiddelen • Schoonhouden van de transportmiddelen VERANTWOORDELIJKHEDEN: De bijrijder is mede verantwoordelijk voor een correcte omgang van de gebruikte transportmiddelen en het schadevrij bezorgen van goederen. LEIDING GEVEN: Geen. FUNCTIE- EISEN: • Redelijke kennis van stratenplan • Praktische instelling • Communicatieve vaardigheden • Geschikt voor zwaar werk • Goed kunnen samenwerken OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • LBO niveau
60
FUNCTIENAAM :
Technisch medewerker Werkplaatsen PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De technische medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider sector Transport & Verwerking.
DOEL VAN DE FUNCTIE De technisch medewerker werkplaatsen draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor het sorteren en het uitvoeren van reparaties aan wit- en bruingoed zodat deze artikelen verkoopbaar zijn. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE • Selecteren van goederen • Repareren van goederen • Schoonmaakwerkzaamheden
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Selecteren van goederen • Sorteren van wit- en bruingoed • Het uitzoeken van bruikbare onderdelen • Prijzen van goederen • Labelen van goederen • Zorg dragen voor de aanvoer van goederen naar magazijn/winkel
Repareren van goederen • Repareren van elektrische huishoudelijke apparatuur • Repareren van audio-apparatuur • Repareren van tv- en videotoestellen • Repareren van witgoed Schoonmaakwerkzaamheden • Schoonhouden van de werkplaatsen VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De technisch medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de werkleider . De medewerker plant zelf de volgorde van de werkzaamheden binnen de gemaakte afspraken over de taakverdeling. LEIDING GEVEN
Geen.
FUNCTIE- EISEN:
•
Zelfstandig kunnen werken 61
• • •
Technisch inzicht Inzicht in de waardebepaling van goederen Verkoopgerichte instelling
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
Minimaal LBO
FUNCTIENAAM :
Financieel administrateur PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider Administratie. DOEL VAN DE FUNCTIE De financieel administrateur draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor alle voorkomende administratieve werkzaamheden ten behoeve van de hele organisatie. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• • •
Verzorgen van de gelden m.b.t. de kas Verzorgen van de gelden m.b.t. crediteuren Verzorgen van de gelden m.b.t. debiteuren
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Verzorgen van de gelden m.b.t. de kas • Het tellen van het kasgeld • Wisselgeld klaarmaken • Alle inkomsten en uitgaven tellen, controleren en opruimen • Wekelijks controle centrale kas • Kassaregistratie • Gegevens invoeren in geautomatiseerd systeem Verzorgen van de gelden m.b.t. crediteuren • Crediteurencontrole • Verzamelen crediteuren • Toekennen van een crediteurennummer • Kopieën maken en op volgorde opbergen • Crediteuren inboeken via geautomatiseerd systeem • Betalingen verrichten • Tweewekelijks financieel overzicht maken Verzorgen van de gelden m.b.t. debiteuren • Debiteuren controle • Verzamelen van gegevens m.b.t. debiteuren • Nakijken prijsafspraken • Facturen maken, nummer toekennen en verzenden
62
• • • •
Kopieën maken en facturen opbergen Inboeken van alle gegevens Wekelijks aanmaningen verzorgen Tweewekelijks financieel overzicht maken
VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de werkleider. Heeft een grote mate van zelfstandigheid bij het uitoefenen van de functie. Doet voorstellen m.b.t. financieel beheer aan de directie. LEIDING GEVEN
Geen
FUNCTIE- EISEN:
• • • • •
Beschikken over administratieve en organisatorische vaardigheden Een dienstverlenende instelling hebben Accuraat kunnen werken Zelfstandig kunnen werken Het kunnen begeleiden van stagiaires
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
MEAO
63
FUNCTIENAAM :
Goederenadministrateur PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider administratie.
DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker goederen administrateur draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor alle voorkomende administratieve werkzaamheden ten behoeve van de goederenstroom. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• • •
Verwerking inzamelgegevens Registreren en ordenen van in-en uitgaande goederen Verzendwerkzaamheden
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Verwerking inzamelgegevens • Verzamelen op grof huisvuil, oud ijzer, hout, kleding, papier, • Wit- en bruingoed • Nagaan hoeveel kratten in de winkel zijn uitgepakt • Inzameling bedrijfspapier Registreren van binnen- en uitgaande goederen • Via turfstaten alle binnenkomende goederen registreren • Via turfstaten alle uitgaande goederen registreren • Vastleggen wie de opkopers zijn • Alle gegevens vastleggen in geautomatiseerd systeem • Kopieën maken en in archief opbergen van alle gegevens Verzendwerkzaamheden
• •
Wekelijks kopieën weeg bonnen naar de Gemeentewerf Maandelijks een factuur bedrijfspapier naar winkels en bedrijven
VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de werkleider, maar plant zelf de volgorde en indeling van de werkzaamheden. LEIDING GEVEN
Geen
FUNCTIE- EISEN:
• • •
Beschikken over administratieve vaardigheden Goed kunnen samenwerken Accuraat kunnen werken 64
•
Zelfstandig kunnen werken
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
MEAO of een vergelijkbare opleiding op MBO niveau
65
FUNCTIENAAM :
Medewerker Public Relations PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider administratie. DOEL VAN DE FUNCTIE De medewerker Public Relation draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor publiciteit ten behoeve van de hele organisatie. HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE:
• • •
Plannen van speciale acties Onderhouden van contacten Administratieve afhandeling
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Plannen van speciale acties • Opzetten van acties op verschillende tijden in het jaar • Uitwerken van een specifieke actie • Uitvoeren van acties of begeleiden van degenen die de acties uitvoeren
Onderhouden van contacten • Bijhouden van contacten met donateurs en relaties • Verwerven van donateurs en relaties • Voorlichting geven Administratieve afhandeling
• • •
Adverteren in diverse bladeren Bijhouden van de te ontvangen gelden van donateurs en relaties Lijst met donateurs en relaties up to date houden
VERANTWOORDELIJKHEID EN ZELFSTANDIGHEID:
De medewerker verricht de werkzaamheden onder verantwoording van de werkleider. Heeft een grote mate van zelfstandigheid bij het uitoefenen van de functie. LEIDING GEVEN
Geeft leiding bij de uitvoering van de verschillende acties
FUNCTIE- EISEN:
• • • •
Zelfstandig kunnen werken Goede communicatieve vaardigheden Creatief en inventief zijn Dienstverlenende instelling
66
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU:
•
MBO/HBO
67
FUNCTIENAAM : Unithoofd transport PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: Het unithoofd transport legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider transport & verwerking.
DOEL VAN DE FUNCTIE Het unithoofd transport & verwerking draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor een optimaal functioneren van de verschillende medewerkers en toe te zien dat er verantwoord wordt omgegaan met de voor het werk noodzakelijke middelen.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Planningen maken • Onderhoudswerkzaamheden • Leiding geven UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Planningen maken • Maken van werkafspraken met collega-chauffeurs en bijrijders • Maken van werkafspraken met de units Containerwerf en Werkplaatsen • Draagt zorg voor de planning van de bezorgdienst • Uitvoering van de Routelijsten , deze administratief laten verwerken in het geautomatiseerd registratiesysteem
Onderhoudswerkzaamheden • Verantwoordelijk voor het klein onderhoud van de transportmiddelen Leidinggeven • Werkt nieuwe medewerkers in • Geeft leiding aan aspirant-medewerkers • Vervangt werkleider bij diens afwezigheid • Verantwoordelijk voor de klachtenprocedure m.b.t. problemen bij inzameling of bezorging van goederen en/of grondstoffen
VERANTWOORDELIJKHEDEN: Het unithoofd werkt zelfstandig. Doet voorstellen aan de werkleider. Is verantwoordelijk voor een optimale inzet van het personeel van de unit. LEIDING GEVEN: Het unithoofd geeft leiding aan de onder de unit ressorterende medewerkers
68
FUNCTIE- EISEN: • Beschikken over voldoende technische kennis van de in gebruik zijnde transportmiddelen • Leidinggevende kwaliteiten • Kennis van bedrijfslogistiek • Communicatieve vaardigheden • Sociale vaardigheden • Dienstverlenende instelling • Stressbestendig • Inzicht in sorteerprocessen en waardebepaling van goederen i.v.m. transport OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Minimaal MBO • In het bezit van rijbewijs BE
69
FUNCTIENAAM : Unithoofd werkplaatsen. PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: Het unithoofd werkplaatsen legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de bedrijfsleider.
DOEL VAN DE FUNCTIE Het unithoofd Werkplaatsen draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor een optimaal functioneren van de unit .
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Planningen maken • Verwerking van produkten • Leiding geven UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Planningen maken • Maken van werkafspraken met collega’s en afnemers • Minimaal wekelijks overleg met de bedrijfsleider • Verzorgt de inzage in de voorraadvorming
Verwerking van produkten • Sorteren en repareren tot op de gewenste kwaliteit • Transportgereed maken van produkten • Draagt zorg voor een efficiënte inrichting van de werkplaatsen Leidinggeven • Werkt nieuwe medewerkers in • Begeleidt aspirant-medewerkers • Houdt toezicht op een correcte uitvoering van de gehanteerde registratiesystemen
VERANTWOORDELIJKHEDEN: Het unithoofd werkt zelfstandig. Doet voorstellen aan de bedrijfsleider. Is verantwoordelijk voor een optimale inzet van het personeel van de unit. LEIDING GEVEN: Het unithoofd geeft leiding aan de onder de unit ressorterende medewerkers
70
FUNCTIE- EISEN: • Beschikken over voldoende kennis op het gebied van kwaliteitseisen die gesteld worden aan het eindproduct • Inzicht in sorteer- en magazijnprocessen • Communicatieve vaardigheden • Sociale vaardigheden • Stressbestendig • Leidinggevende kwaliteiten OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Minimaal MBO
71
FUNCTIENAAM : Unithoofd kringloopwinkel PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de werkleider verkoop.
DOEL VAN DE FUNCTIE Het unithoofd kringloopwinkel draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door zorg te dragen voor de inrichting en verkoop van goederen en een bijdrage te leveren m.b.t. het beleid van de organisatie gericht op de winkel.en magazijn.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Verrichten van voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de winkel • Planningen maken • Begeleiding van het personeel UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Verrichten van voorbereidende werkzaamheden t.b.v. de winkel • Regelt klachtenprocedures m.b.t. klanten • Draagt zorg voor een aantrekkelijke en verkoopbevorderende presentatie van alle artikelen • Draagt zorg voor de uitvoering van het verkoop-en prijsbeleid • Dagelijkse controle of verkoopbare artikelen van een juiste prijs zijn voorzien • Indien noodzakelijk artikelen vervangen, aanvullen en/of afprijzen • Houdt voorraad bij m.b.t verkoop-tegoed-en ruilbonnen ,vraag-en aanbodkaartjes, prijskaartjes, stickers, kassarollen en overige benodigdheden voor de winkel • Helpen bij het oplossen van geconstateerde gebreken aan materialen en artikelen • Toezien op een juist gebruik van de verwarming, blower en afzuiginstallatie Planningen maken • Draagt in samenwerking met het unithoofd Transport zorg voor de planning van de bezorgdienst Begeleiding van het personeel • Werkt nieuwe medewerkers van de unit winkel in • Begeleid aspirant-medewerkers van de unit winkel VERANTWOORDELIJKHEDEN: Het unithoofd werkt zelfstandig. Doet voorstellen aan de werkleider. Is verantwoordelijk voor een optimale inzet van het personeel van de unit. LEIDING GEVEN: Het unithoofd geeft leiding aan de onder de unit ressorterende medewerkers. Vervangt de werkleider bij diens afwezigheid.
72
FUNCTIE- EISEN: • Leidinggevende capaciteiten • Ervaring in de detailhandel • Beschikken over voldoende organisatorische vaardigheden • Communicatieve vaardigheden • Dienstverlenende instelling • Accuraat kunnen werken • Stressbestendig OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Minimaal MBO
73
FUNCTIENAAM : Werkleider verkoop PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De medewerker legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de directie.
DOEL VAN DE FUNCTIE De werkleider verkoop draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door een wezenlijke bijdrage te leveren m.b.t. het beleid van de organisatie gericht op de winkel en het magazijn.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Leiding geven • Planningen maken • Budgethouder UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Leiding geven • Vervangen van de bedrijfsleider bij diens afwezigheid • Organiseren van een structureel afdelingsoverleg • Draagt zorg voor de inwerking van nieuw personeel • Geeft begeleiding aan medewerkers die dat behoeven • Houdt regelmatig evaluatie gesprekken met de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Houdt jaarlijks een functioneringsgesprek met de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Meldt en bespreekt problemen met de directie Planningen maken • Vastleggen van werkprocedures • Controleert en rapporteert ten aanzien van de voortgang van het bedrijfsbeleid • Coördineert de dagelijkse werkzaamheden • Stelt werkplan op • Stelt vakantierooster samen voor de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Verantwoordelijk voor de registratie van vrije dagen, adv dagen en vakantie dagen van de medewerkers van de afdeling Budgethouder • Beheert het budget voor zijn afdeling • Is verantwoordelijk voor de omzet van de kringloopwinkel
VERANTWOORDELIJKHEDEN: De werkleider werkt zelfstandig. Doet voorstellen voor investeringen aan de directie. Is verantwoordelijk voor een optimale inzet van het personeel van de afdeling. LEIDING GEVEN: De werkleider geeft leiding aan de units en het daaronder ressorterende personeel
74
FUNCTIE- EISEN: • Leidinggevende capaciteiten • Ervaring in de detailhandel • Beschikken over voldoende administratieve en organisatorische vaardigheden • Communicatieve vaardigheden • Dienstverlenende instelling • Accuraat kunnen werken • Stressbestendig OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Minimaal HBO opleiding
75
FUNCTIENAAM : Werkleider transport & verwerking PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De werkleider legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de directie.
DOEL VAN DE FUNCTIE De werkleider transport & verwerking draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door een wezenlijke bijdrage te leveren m.b.t. het beleid van de organisatie gericht op de sector transport & verwerking.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Leiding geven • Planningen maken • Budgethouder UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Leiding geven • Organiseren van een structureel afdelingsoverleg en dit voorzitten • Draagt zorg voor de inwerking van nieuw personeel • Geeft begeleiding aan medewerkers die dat behoeven • Houdt regelmatig evaluatiegesprekken met de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Houdt jaarlijks een functioneringsgesprek met de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Vervangt in samenwerking met de overige werkleiders de directeur bij diens afwezigheid • Meldt en bespreekt problemen met de directie Planningen maken • Vastleggen van werkprocedures • Controleert en rapporteert ten aanzien van de voortgang van het bedrijfsbeleid • Coördineert de dagelijkse werkzaamheden • Stelt werkplan op • Stelt vakantierooster samen voor de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Verantwoordelijk voor de registratie van vrije dagen, adv-dagen en vakantiedagen van de medewerkers van de afdeling Budgethouder • Beheert het budget voor zijn afdeling VERANTWOORDELIJKHEDEN: De werkleider dient zelfstandig te kunnen werken. Is verantwoordelijk voor een optimale inzet van het personeel van de afdeling. Doet voorstellen ter bevordering van zorgvuldige en kostenbesparende scheiding van afvalstoffen. LEIDING GEVEN: De werkleider geeft leiding aan de unithoofden en het daaronder ressorterende personeel
76
FUNCTIE- EISEN: • Leidinggevende capaciteiten • Technische kennis • Logistiek inzicht • Kennis en inzicht in Arbo- en veiligheidseisen. • Kunnen hanteren van de voor de bedrijfsvoering vereiste milieuvoorschriften • Beschikken over voldoende administratieve en organisatorische vaardigheden • Communicatieve vaardigheden • Dienstverlenende instelling • Accuraat kunnen werken • Stressbestendig • Rijbewijs BE OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Minimaal HBO
77
FUNCTIENAAM : Werkleider administratie PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De werkleider legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de directie.
DOEL VAN DE FUNCTIE De werkleider administratie draagt bij aan de doelstelling van de organisatie door een wezenlijke bijdrage te leveren m.b.t. het beleid van de organisatie.
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Leiding geven • Planningen maken • Budgethouder UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Leiding geven • Vervangen van de bedrijfsleider bij diens afwezigheid • Organiseren van een structureel afdelingsoverleg • Draagt zorg voor de inwerking van nieuw personeel • Geeft begeleiding aan medewerkers die dat behoeven • Houdt regelmatig evaluatiegesprekken met de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Houdt jaarlijks een functioneringsgesprek met de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Meldt en bespreekt problemen met de directie Planningen maken • Vastleggen van werkprocedures • Controleert en rapporteert ten aanzien van de voortgang van het bedrijfsbeleid • Coördineert de dagelijkse werkzaamheden • Stelt werkplan op • Stelt vakantierooster samen voor de medewerkers die onder zijn verantwoording vallen • Verantwoordelijk voor de registratie van vrije dagen, adv-dagen en vakantiedagen van de medewerkers van de afdeling Budgethouder • Beheert het budget voor zijn afdeling • Heeft de eindverantwoording voor een goede afhandeling van de financiële- en goederen administratie • Verantwoordelijk voor de inzet van bedrijfsmiddelen • Maakt de jaarbegroting op • Maakt financieel jaarverslag
VERANTWOORDELIJKHEDEN: De werkleider dient zelfstandig te kunnen werken en heeft een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van de financiële bedrijfsvoering
78
LEIDING GEVEN: De werkleider geeft leiding aan de units en het daaronder ressorterende personeel FUNCTIE- EISEN: • Leidinggevende capaciteiten • Beschikken over voldoende administratieve en organisatorische vaardigheden • Goede kennis van automatisering • Communicatieve vaardigheden • Dienstverlenende instelling • Accuraat kunnen werken • Stressbestendig
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Minimaal HEAO of vergelijkbare opleiding op HBO niveau
79
FUNCTIENAAM: Bedrijfsleider PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De bedrijfsleider legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan de directeur van het KringloopCentrum. DOEL VAN DE FUNCTIE: De bedrijfsleider draagt zorg dat de werkleiders en medewerkers uitvoering kunnen geven aan hun werkzaamheden.
HOOFBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Uitvoering geven aan het organisatiebeleid • Uitvoering geven aan het personeelsbeleid • Leiding geven UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN: Uitvoering geven aan het organisatiebeleid • Omzetten van strategisch beleid in uitvoerend beleid • Aansturen en bewaken van de werkprocessen • Organiseren van overlegvormen • Voorzitten van overlegvormen • Draagt nieuwe ideeën aan bij de directeur ter verbetering van de uitvoering • Controleert en rapporteert aan de directeur ten aanzien van de voortgang van het uitvoerend beleid. Uitvoering geven aan het personeelsbeleid • Bewaakt de nodige formatie en past deze zo nodig aan • Stuurt de werkleiders aan op grote lijnen aangaande de uitvoerende werkzaamheden • Bewaakt dat de werkleiders de nodige functioneringsgesprekken met de werknemers houden • Draagt zorg dat iedere werknemer zijn dagelijkse werkzaamheden kan uitvoeren • Is het aanspreekpunt bij problemen tussen werkleider en werknemer. Leiding geven • De bedrijfsleider geeft leiding aan de werkleiders • Draagt zorg voor een goed inwerkplan voor nieuwe medewerkers • Vervangt de directeur bij diens afwezigheid • Begeleid medewerkers op diens verzoek VERANTWOORDELIJKHEDEN: De bedrijfsleider dient geheel zelfstandig te kunnen werken en is verantwoordelijk voor alle werkprocessen van de sector verkoop en de sector transport & verwerking binnen het Kringloopcentrum.
LEIDING GEVEN: De bedrijfsleider is leidinggevende voor alle medewerkers binnen de sector transport & verwerking en de sector verkoop.
80
FUNCTIE-EISEN: • Inspirerende bedrijfsleider met motiverende en leidinggevende kwaliteiten • Uitstekende communicatieve vaardigheden • Verschillende werkprocessen vorm kunnen geven • Onderhandelingsvaardigheden • Goede kennis van automatisering • Dienstverlenende instelling • Accuraat kunnen werken • Stressbestendig OPLEIDING EN/OF WERK-EN DENKNIVEAU: • Minimaal HBO • Rijbewijs BE is een vereiste
81
FUNCTIENAAM : Directeur/bedrijfsleider PLAATS VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIE: De directeur legt in hiërarchische en functionele zin verantwoording af aan het bestuur van het kringloopcentrum.
DOEL VAN DE FUNCTIE De directeur draagt zorg voor het optimaal functioneren van het gehele bedrijf. Is eindverantwoordelijk voor het personeels- financieel -en organisatiebeleid .
HOOFDBESTANDDELEN VAN DE FUNCTIE: • Ontwikkelen en leiding geven aan de uitvoering van het organisatiebeleid • Ontwikkelen en leiding geven aan de uitvoering van het personeelsbeleid • Ontwikkelen en leiding geven aan de uitvoering van het financieel-beleid
UITWERKING VAN DE HOOFDBESTANDDELEN:
Ontwikkelen en leiding geven aan de uitvoering van het organisatiebeleid • Verantwoordelijk om het beleid t.a.v.de organisatie intern en extern verder te ontwikkelen • Verantwoordelijk voor het organiseren van verschillende overlegvormen en deze zover nodig voorzitten • Verantwoordelijk voor het binnenhalen van (nieuwe)opdrachtgevers en deze contacten onderhouden en verder uitwerken • Verantwoordelijk voor het milieurendement van het kringloopbedrijf • Verantwoordelijk voor de rapportage naar het bestuur • Verzorgt het sociaal jaarverslag Ontwikkelen en leiding geven aan de uitvoering van het personeelsbeleid • Draagt zorg voor de aanname en het ontslag van personeel • Onderhoudt de contacten met de verschillende instanties die personeel leveren • Draagt zorg dat het personeel zijn dagelijkse werkzaamheden kan uitvoeren • Draagt zorg dat er jaarlijks functioneringsgesprekken plaatsvinden met de medewerkers • Geeft leiding aan de werkleiders • Verantwoordelijk voor een verdere ontwikkeling en uitvoering van het personeelsbeleid
Ontwikkelen en leiding geven aan de uitvoering van het financieel-beleid • Stelt jaarlijks budgetten vast voor de afdelingen • Bewaakt de budgetten • Verantwoordelijk voor de begroting • Eindverantwoordelijk voor alle financiële handelingen VERANTWOORDELIJKHEDEN: De directeur dient geheel zelfstandig te kunnen werken en is eindverantwoordelijk voor alle bedrijfsmatige handelingen die verricht moeten worden.
82
LEIDING GEVEN: De directeur geeft middels een getrapte structuur leiding aan het gehele kringloopbedrijf FUNCTIE- EISEN: • Inspirerende teamleider met motiverende kwaliteiten • Uitstekende communicatieve vaardigheden • Verschillende werkprocessen en procedures vorm kunnen geven • Onderhandelingsvaardigheden • Goede kennis van automatisering • Dienstverlenende instelling • Accuraat kunnen werken • Stressbestendig
OPLEIDING EN/OF WERK- EN DENKNIVEAU: • Minimaal HBO • Rijbewijs BE is een vereiste
83