Cannabis preventie IrisZorg Inleiding Een effectieve preventie van drugsproblemen zoals cannabis vraagt een integrale aanpak. Dat betekent dat samen met uiteenlopende beleidsterreinen en partnerorganisaties er wordt gericht op de verschillende factoren die van invloed zijn op drugsgebruik. Zo worden verschillende soorten maatregelen en interventies in samenhang ingezet voor diverse doelgroepen en hun omgeving. Om deze aanpak lokaal vorm te geven, kunt u de pijlers voor een integrale aanpak gebruiken (centrum gezond leven, 2015). Pijler 1: Fysieke en sociale omgeving Pijler 2: Regelgeving en handhaving Pijler 3: Voorlichting en educatie Pijler 4: Signalering en advies Pijler 5: Ondersteuning In dit document kunt u lezen hoe IrisZorg Preventie werkt binnen de pijlers betreffende cannabis preventie (hoofdstuk A). Onder regelgeving en handhaving kunt u lezen wat IrisZorg vindt van de regelgeving en hierin adviseert. In hoofdstuk B staan de laatste ontwikkelingen vermeld in gebruik en hulpvraag.
1
Inzetten op meerdere niveaus en vormen van preventie Het preventiemodel ontwikkeld door Verslavingspreventie Nederland (VPN) geeft een overzicht van verschillende vormen van preventie en de niveaus voor verslavingspreventie, waaronder de preventie van (schadelijk) drugsgebruik. Door in te zetten op alle niveaus werkt u aan een samenhangende ketenaanpak. Het model loopt van universele preventie (voor de gehele bevolking) naar geïndiceerde preventie (voor mensen met klachten of symptomen) (Oudejans & Spits, 2013).
Preventiemodel en de pijlers voor een integrale aanpak De niveaus van het preventiemodel komen grotendeels overeen met de pijlers voor een integrale aanpak van (schadelijk) drugsgebruik: Iedereen beschikt over een gezonde en veilige omgeving, waarin een gezonde en veilige keuze de makkelijke en aantrekkelijke keuze is (pijler 1: fysieke en sociale omgeving). Iedereen beschikt over goede, betrouwbare en toegankelijke informatie over middelengerelateerde leefstijlfactoren. De informatie is op maat en sluit aan bij de belevingswereld en informatiebehoefte van de doelgroep. Tips en handvatten maken mensen weerbaar en leren ze omgaan met verleidingen uit het dagelijks leven (pijler 3: voorlichting en educatie). Middelengerelateerde gezondheidsrisico’s worden op tijd herkend zodat voorkomen wordt dat mensen in de problemen raken of dat problemen escaleren (pijler 4: signalering). Bij (lichte) problemen is gerichte en tijdige hulp aanwezig (pijler 5: advies en ondersteuning). Pijler 2: regelgeving en handhaving, komt in het preventiemodel niet aan bod omdat verslavingspreventie zich vooral richt op de andere pijlers.
2
A. Wat doet IRIS in de Buurt/ IrisZorg Preventie binnen de pijlers Pijler 1 fysieke en sociale omgeving - Evenementen: sommige evenementen brengen risico’s met zich mee op het gebied van veiligheid en gezondheid. Bij evenementen is een drugsvrije omgeving niet altijd haalbaar. IrisZorg Preventie a. geeft voorlichting tijdens de evenementen aan jongeren DOOR jongeren (Peers). Peervoorlichters zijn jongeren die zich op vrijwillige basis inzetten om voorlichting te geven aan leeftijdsgenoten. Zij zijn getraind door professionals en richten zich op een specifieke doelgroep in een omgeving waar jongeren drugs gebruiken. b. ondersteunt de organisatie in het opstellen en uitvoeren van genotmiddelenbeleid waaronder cannabis. -
Scholen: Er zijn verschillende maatregelen mogelijk om cannabisgebruik op scholen tegen te gaan. Voorbeelden zijn een genotmiddelenreglement en educatie van leerlingen en personeel. Zowel voor het voortgezet (speciaal) onderwijs als het middelbaar beroepsonderwijs. IrisZorg preventie: biedt de scholen het programma “De Gezonde School en Genotmiddelen (DGSG)” aan. DGSG is een preventieprogramma over alcohol, roken en drugs. Hierbij worden ouders nadrukkelijk betrokken. De volgende onderdelen vallen hieronder en worden aangeboden en uitgevoerd door IrisZorg Preventie. a. biedt voorlichting aan docenten over cannabis en maakt hen deskundig in het signaleren van mogelijke cannabisproblematiek b. voorziet leerlingen van informatie over cannabis middels het digitaal lesmateriaal van het Trimbos instituut. Het onderwerp cannabis is niet geschikt voor het basisonderwijs. c. ondersteunt de scholen in het ontwikkelen en uitvoeren van genotmiddelenbeleid waaronder cannabis.
-
De privésfeer : De gemeente kan een drugsvrije of -arme omgeving in de privésfeer bevorderen met voorlichting en ondersteuning. Ouders hebben een grote invloed op de directe omgeving van (potentiële) cannabisgebruikers. Zij vormen een belangrijke doelgroep voor drugspreventie bij jongeren omdat zij hun kinderen normen bijbrengen, de eerste gesprekken over drugs kunnen aangaan en een taak hebben in het uitoefenen van toezicht. In het ideale geval voelen ouders zich gesteund door een omgeving die oog heeft voor gezond gedrag van hun kind. IrisZorg preventie: a. verzorgt ouderavonden over cannabis voor ouders in het voortgezet (speciaal) onderwijs. b. ondersteunt ouders bij het omgaan met cannabis in de opvoeding c. geeft advies over hoe om te gaan met een jongere die (te) veel cannabis gebruikt.
3
Buurtteams: Verschillende gemeenten hebben buurtteams/ coaches waarin professionals van verschillende instellingen in een buurt samenwerken en hulp bieden in de privésfeer. IRIS in de Buurt: a. maakt de buurtcoaches deskundig op het gebied van cannabis gebruik. b. Maakt de buurtcoaches deskundig in het (vroeg) signaleren en motiveren naar zorg van mogelijke cannabis afhankelijke inwoners. c. Ondersteunt de buurtcoaches in het signaleren en toeleiden naar goede zorg van mogelijk cannabis afhankelijke inwoners. -
Hotspots: hotspots zijn plekken die vanwege overlast om extra aandacht van uw gemeente en politie vragen. De gemeente kan hotspots aanpakken door vroegtijdig potentiële probleemsituaties te herkennen en de bron van overlast aan te pakken. IRIS in de Buurt: a. werkt samen met andere instellingen om mogelijke hotspots in kaart te brengen en samen vroegtijdig aan te pakken. (deelname JIT.)
Pijler 2 regelgeving en handhaving Op dit moment voert de gemeente Doetinchem een gedoogbeleid uit op het gebied van cannabis. Door de gedoogstatus stelt de gemeente eisen aan de kwaliteit van een coffeeshop en het personeel. Zoals de vergunningvoorwaarde dat het personeel geschoold is in het geven van eerlijke productinformatie en in het herkennen van problemen. IrisZorg preventie a. verzorgt de verplichte interventie ’Goed gastheerschap in de coffeeshop’. De voorlichting leert coffeeshopmedewerkers om professioneel om te gaan met vragen als: wanneer is hasj en wiet gebruiken niet meer verantwoord, moet ik iets aan onverantwoord gebruik doen en wat kan ik daar aan doen? Hoe weiger ik iemand de verkoop van cannabis op een nette manier? Advies IrisZorg regelgeving IrisZorg is voorstander van het uit de criminele sfeer halen van de coffeeshops. Dus het reguleren van de achterdeur waardoor de handel het uit de criminele sfeer wordt gehaald. Naast het beïnvloeden van de achterdeur heeft het reguleren van wietteelt ook een gezondheidsvoordeel. De kwaliteit van de cannabis kan dan worden gecontroleerd en gewaarborgd. Doordat de coffeeshops nu semi-legaal zijn, kunnen we dat niet volledig waarmaken. Een cafébezoeker weet hoeveel alcohol een biertje bevat, weet dat er geen vreemde stoffen in zitten, en kan er van uit gaan dat het in een hygiënische omgeving is bereid. Een vergelijkbare kwaliteitscontrole is ook voor coffeeshops te realiseren bij gereguleerde wietteelt. Als gebruikers niet via de coffeeshops aan cannabis kunnen komen, is het aannemelijk dat ze cannabis via het illegale -vaak criminele- circuit verkrijgen. Dit houdt in dat ze makkelijker in aanraking komen met harddrugs, maar ook dat niemand op de kwaliteit van de softdrugs let.
4
Verder adviseert IrisZorg: a. volg de AHOJG criteria b. Verplicht de coffeeshopcursus voor exploitant en personeel in het kader van preventie en vroegsignalering. c. Geef geen tapvergunning aan de coffeeshop. d. Stel vast hoeveel cannabis op voorraad mag zijn op basis van bezoekersaantallen per week. e. Een blowverbod rondom scholen, kinderspeelplaatsen, kinderboerderijen etc. Kortom op plekken waar jongeren onder de 18 jaar verblijven. f. Biedt bezoekers informatie aan over cannabis. Het Trimbos instituut heeft hiervoor foldermateriaal ontwikkeld. Dit kan door IrisZorg preventie worden aangeboden aan de coffeeshops. Pijler 3 voorlichting en educatie Voorlichting heeft vaak pas effect in combinatie met andere interventies, zoals toezicht en een beperkte beschikbaarheid van drugs. Voorlichting en educatie zijn geschikt om de risico's van drugsgebruik over te brengen op de verschillende doelgroepen en om vaardigheden aan te reiken voor gedragsverandering. Bewustwording risico's drugsgebruik vergroten Ouders hebben veel invloed op het middelengebruik van hun kind. Ouders kunnen regels stellen, toezicht houden en drugsgebruik en de gevolgen ervan bespreken. Er zijn verschillende manieren om via voorlichting ouders hierbij te ondersteunen. Daarnaast is voorlichting aan jongeren en risicogroepen belangrijk. Zo is er voorlichting voor en door jongeren en zijn er diverse voorlichtingsprogramma’s voor specifieke doelgroepen zoals jongeren in jeugdinrichtingen en jongeren die aangehouden worden met drugs. Aandachtspunten bij voorlichting Het is belangrijk in voorlichting over drugs rekening te houden met verschillende doelen en doelgroepen. Jongeren in de basisschoolleeftijd zijn bijvoorbeeld niet gebaat bij drugsvoorlichting. Massamediale voorlichting is, in tegenstelling tot alcohol, niet geschikt voor informatieverstrekking over drugs. De kans bestaat dat een boodschap over drugsgebruik bij niet-gebruikers nieuwsgierigheid opwekt. Voorlichting is wel effectief wanneer er gericht informatie verstrekt wordt aan een specifieke groep gebruikers, bijvoorbeeld in het uitgaanscircuit. Drugs en opvoeding Ouders hebben invloed op het middelengebruik van hun kind, veel meer dan ze zelf vaak denken. Ouders kunnen regels stellen, toezicht houden en drugsgebruik en de gevolgen ervan bespreken. Er zijn verschillende manieren om ouders daarbij te ondersteunen: IrisZorg preventie: a. geeft voorlichting aan jongeren in verschillende settings: jongerenwerk, uitgaansleven, paracommerciële horeca, (zorg)instellingen en voortgezet
5
onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs (zie pijler fysieke en sociale omgeving) b. geeft deskundigheidsbevordering op het gebied van middelen en signaleren aan professionals die met jongeren werken vanuit het jongerenwerk, (zorg)instellingen en onderwijs. c. geeft voorlichting aan ouders (zie pijler fysieke en sociale omgeving) d. voorziet de coffeeshops van foldermateriaal voor de gebruikers. Dit materiaal is ontwikkeld door het Trimbos-instituut. Pijler 4 signalering Als een cannabisprobleem in een vroeg stadium wordt ontdekt en er goede ondersteuning wordt geboden, is de kans op herstel het grootst en kan ernstiger schade worden voorkomen. De gemeente Doetinchem draagt daaraan bij door onder andere lokale risicogroepen en interventies te inventariseren (onder andere met het JIT) en te stimuleren dat er een verbinding wordt gelegd met preventieve interventies in de eerste en tweede lijn ( door IRIS in de Buurt). IRIS inde buurt: a. ondersteunt professionals in het signaleren van mogelijk misbruik van cannabis door professionals deskundig hierin te maken. b. ondersteunt professionals in het bespreekbaar maken van mogelijk misbruik gebruik. c. ondersteunt familieleden, vrienden en overige naasten in het omgaan met een cannabis afhankelijke inwoner. Pijler 5 ondersteuning Zodra cannabisproblemen gesignaleerd zijn, is passende ondersteuning van belang. Kortdurende interventies zijn daarvoor geschikt omdat ze vaak laagdrempelig zijn. Deze interventies bestaan vaak uit een combinatie van motiverende gesprekken en technieken uit de gedragstherapie en informeren gebruikers over de problemen die hun cannabisgebruik kan veroorzaken en moedigt ze aan tot matiging. IRIS in de Buurt en IrisZorg: a. probeert de problematische of cannabisafhankelijke gebruiker te motiveren tot gedragsverandering of toe te leiden tot de goede zorg. b. ondersteunt de risicovol cannabisgebruiker in het aanpakken van het gebruik middels kortdurende effectief bewezen interventies zoals Moti-4 of de wietcheck. c. ondersteunt de cannabis afhankelijke inwoner met de effectief bewezen behandelmethodiek CRA. (community reinforcement approach). Het doel van de CRA is dat cliënten weer plezier beleven aan de gewone en goede dingen in het leven. Het liefst zonder alcohol, drugs of een andere verslaving als gamen of gokken. CRA is gebaseerd op het principe dat verslaving wordt beïnvloed door biologische, psychische en sociale factoren. Tijdens de CRAbehandeling is er aandacht voor al deze factoren. d. ondersteunt de professional in het begeleiden van de risicovol cannabisgebruiker naar minder gebruik of stoppen. (POH-GGZ, buurtcoaches)
6
e. ondersteunt partners, familieleden en overige naasten in het omgaan met een cannabisverslaafde partner of familielid. Dit gebeurd via de effectief bewezen interventie CRAFT. (community reinforcement approach family therapie.) B. Ontwikkelingen in gebruik en hulpvragen Hoewel het gebruik van cannabis onder jongeren afneemt, volgens het Peilstationsonderzoek Scholieren van het Trimbos-instituut, is cannabis in vergelijking met bijvoorbeeld alcohol, opiaten en cocaïne nog steeds vooral een jongerenprobleem. Dit zien we echter nog niet terug in het aantal hulpvragen - want die is juist nog steeds stijgende voor de groep boven de dertig jaar. Een verklaring hiervoor zou mogelijk de zogeheten ‘incubatietijd’ van de hulpvraag kunnen zijn, oftewel de periode tussen het eerste gebruik en het eventueel ontstaan van problemen. Trends Achterhoek en IrisZorg De afgelopen jaren is het aantal inwoners in de Achterhoek die met een cannabisprobleem in behandeling zijn geweest bij IrisZorg redelijk stabiel gebleven. Hierin wijkt de Achterhoek niet af van de landelijke cijfers. Ook de stad Doetinchem wijkt hierin niet af in vergelijking met een nagenoeg even grote stad. 2012 Aantal inwoners 267 Achterhoek in behandeling geweest bij IrisZorg Aantal inwoners uit 118 Doetinchem Percentage 44% inwoners Doetinchem tov regionaal
7
2013 299
2014 259
129
112
43%
43%