Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
C-MOL Win Parametric C-MOL Win Parametric is de module van C-MOL waarmee u de meest elementaire tekenfuncties tot u beschikking heeft. Deze module is er op gericht om speciale constructies samen te stellen. U moet hierbij denken aan de verwerking van niet rechthoekige elementen (schuin, getoogd) in ramen, deuren en vliesgevels middels een lijnentekening.
C-MOL Win CAD C-MOL Win CAD is het complete CAD pakket van C-MOL met branche specifieke bijzonderheden. Met dit deel van het programma kunt bouwkundige aansluitingen tekenen, symbolen maken en beheren.
Inhoudsopgave C-MOL Win Parametric.......................................................................................................................... 1 C-MOL Win CAD .................................................................................................................................... 1 Werkbalk CAD 1..................................................................................................................................... 2 Punt tekenen - Punt trimmen ........................................................................................................... 2 Lijn tekenen - Lijn trimmen ............................................................................................................... 3 Boog tekenen - Boog trimmen ......................................................................................................... 5 Cirkel tekenen .................................................................................................................................. 6 Rechthoek tekenen .......................................................................................................................... 7 Macro's ............................................................................................................................................. 8 Maatvoeren ...................................................................................................................................... 9 Arceringen ...................................................................................................................................... 10 Tekst............................................................................................................................................... 11 Symbolen ....................................................................................................................................... 12 Werkbalk CAD 2................................................................................................................................... 14 Verplaatsen - Kopiëren................................................................................................................... 14 Spiegelen - Kopiëren...................................................................................................................... 15 Stretchen ........................................................................................................................................ 16 Equidistant tekenen........................................................................................................................ 17 Parallel tekenen.............................................................................................................................. 17 Knippen .......................................................................................................................................... 18 Detail weergeven............................................................................................................................ 18 Statica voor CAD elementen .......................................................................................................... 19 Tekst / oppervlaktebehandeling ..................................................................................................... 20 Tekeninghoofd................................................................................................................................ 21
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 1
C-MOL Win Parametric / CAD
Hoofdstuk 3
Werkbalk CAD 1
Punt tekenen - Punt trimmen Met dit commando kunt u op de eerste plaats punten tekenen door met de linker muistoets een willekeurige plek op het grafische scherm aan te klikken en op de knop OK te drukken. Door middel van het menu STARTPUNT kunt u coördinaten meegeven zodat C-MOL vanuit een referentiepunt dat u met de linker muistoets opgeeft de punt op de juiste plek neerzet. • • • •
XS= YS= SH= SA=
Startafstand in x-richting Startafstand in y-richting Starthoek Startafstand in combinatie met starthoek
In het menu VOORINSTELLING geeft u de kleur en pendikte aan, of een vooraf ingestelde lijngroep 1 tot en met 8. Naast het punttekenen kunt u met dit commando ook PUNT TRIMMEN. Punt trimmen wil zeggen dat u lijnen gaat verlengen of verkorten naar een gezamenlijk snijpunt. Klik hiervoor met de linker muistoets die lijngedeelten aan welke u wilt behouden waardoor ze magenta gekleurd worden ( constructie lijnen) en klik op OK. Door meerdere malen op de knop OK te drukken geeft C-MOL Win de verschillende mogelijkheden weer om de desbetreffende lijnen te trimmen.
Met dit commando kunt u meerdere lijnen tegelijk trimmen naar een constructielijn toe.
¾
In plaats van de OK knop kunt u ook de rechter muistoets in het grafische veld gebruiken..
¾
Lijngroepen kunt u vastleggen in het commando instellingen in de algemene werkbalk.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 2
C-MOL Win Parametric / CAD
Hoofdstuk 3
Lijn tekenen - Lijn trimmen Dit commando maakt het mogelijk om op diverse manieren lijnen te tekenen. Als eerste een willekeurige lijn door met de linker muis toets het beginpunt aan te geven op het grafische scherm en met de rechter muistoets het eindpunt. Vervolgens kunt u, net als bij punttekenen in het menu STARTPUNT eerst een verplaatsing opgeven ten opzichte van een referentiepunt dat u met de linker muistoets aanklikt. C-MOL zal eerst de verplaatsing uitvoeren en dan starten met het tekenen van de lijn. • • • •
XS= YS= SH= SA=
Startafstand in x-richting Startafstand in y-richting Starthoek Startafstand in combinatie met een starthoek.
Natuurlijk kunt u ook een lengte van het lijnstuk opgeven, en wel in het menu EINDPUNT. Geef de gewenste waarden in , geef vervolgens met de linker muistoets op het grafische scherm het beginpunt aan en klik op OK • XE= • YE= • EH= • EA=
Eindpunt in x-richting Eindpunt in y-richting Eindhoek (in combinatie met een van de andere velden) Eindafstand in combinatie met een eindhoek.
In het menu VOORINSTELLING geeft u de kleur, pendikte en het lijntype aan, of een vooraf ingestelde lijngroep 1 tot en met 8. Willekeurige lijn tekenen Horizontale lijn tekenen Verticale lijn tekenen Lijn in het verlengde van een ander lijnstuk tekenen Lijn loodrecht op ander lijnstuk tekenen
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 3
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Wanneer u aan een element afgeschuinde kanten wilt tekenen kunt u dit doen met het commando FASE TRIMMEN. Geef een waarde in het veld fase trimmen, klik de twee te bewerken lijnen waardoor deze magenta worden gekleurd. (constructie lijnen) Klik daarna op OK.
Naast het lijntekenen kunt u met dit commando ook LIJN TRIMMEN. Lijn trimmen wil zeggen dat C-MOL de uiteinden van lijnen met elkaar gaat verbinden of een hartlijn tussen de bestaande lijnen tekent. Klik met de linker muistoets de lijnen op het grafische scherm aan waardoor ze magenta worden gekleurd (constructie lijnen). En klik vervolgens een aantal malen op de OK toets totdat de gewenste situatie op uw tekening verschijnt.
¾
In plaats van de OK knop kunt u ook de rechter muistoets in het grafische veld gebruiken..
¾
Lijngroepen kunt u vastleggen in het commando instellingen in de algemene werkbalk.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 4
C-MOL Win Parametric / CAD
Hoofdstuk 3
Boog tekenen - Boog trimmen Naast het lijnen tekenen kunt u natuurlijk ook op diverse manieren bogen tekenen. Als eerste een willekeurige boog door met de linker muis toets het beginpunt en tussenpunt aan te geven op het grafische scherm en met de rechter muistoets het eindpunt. Of in een andere volgorde; eerst begin en eindpunt en daarna met de rechter muistoets het tussenpunt Vervolgens kunt u, net als bij lijntekenen in het menu STARTPUNT eerst een verplaatsing opgeven ten opzichte van een referentiepunt dat u met de linker muistoets aanklikt. C-MOL zal eerst de verplaatsing uitvoeren en dan starten met het tekenen van de boog. • • • •
XS= YS= SH= SA=
Startafstand in x-richting Startafstand in y-richting Starthoek Startafstand in combinatie met een starthoek.
Natuurlijk kunt u ook coördinaten van de boog opgeven, en wel in het menu EINDPUNT. Geef de gewenste waarden in , geef vervolgens met de linker muistoets op het grafische scherm het beginpunt aan en klik op OK • XE= • YE= • EH= • EA=
Eindpunt in x-richting Eindpunt in y-richting Eindhoek (in combinatie met een van de andere velden) Eindafstand in combinatie met een eindhoek.
In het menu VOORINSTELLING geeft u de kleur, pendikte en het lijntype aan, of een vooraf ingestelde lijngroep 1 tot en met 8.. Om een boog tekenen tussen twee raaklijnen geeft u de radius op in het menu. Vervolgens klikt u de twee lijnstukken aan waar de boog aan moet raken. Als laatste klikt u op de knop OK. Om een boog te trimmen gaat u hetzelfde te werk allen zorgt u dat het veldje TRIMMEN staat aangevinkt Volgorde van aanklikken; Beginpunt - Eindpunt - Tussenpunt Volgorde van aanklikken; Beginpunt - Tussenpunt - Eindpunt Boog in het verlengde van een lijnstuk tekenen
¾
In plaats van de OK knop kunt u ook de rechter muistoets in het grafische veld gebruiken..
¾
Lijngroepen kunt u vastleggen in het commando instellingen in de algemene werkbalk.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 5
C-MOL Win Parametric / CAD
Hoofdstuk 3
Cirkel tekenen Cirkels tekenen gaat met het grootste gemak. Ook hier weer een aantal verschillende manieren om het gewenste resultaat te krijgen. Door middel van het aanklikken van een aantal punten op het grafische scherm waartussen de cirkel getekend moet worden of door het ingeven van een radius. In het menu MIDDELPUNT kunt u weer een verplaatsing opgeven ten opzichte van een referentiepunt wat u met de linker muistoets op het grafische scherm aangeeft. Geef de gewenste waarde in en klik op de knop OK • • • •
X= Y= H= A=
Verplaatsing in x-richting Verplaatsing in y-richting Starthoek Verplaatsingsafstand in combinatie met een starthoek.
In het menu VOORINSTELLING geeft u de kleur, pendikte en het lijntype aan, of een vooraf ingestelde lijngroep 1 tot en met 8.. Cirkel tekenen tussen drie referentiepunten, waarvan de eerste en tweede met de linker muistoets en de laatste met de rechter muistoets wordt aangegeven Cirkel tekenen vanuit een middelpunt wat met de linker muistoets wordt aangegeven. Het tweede punt wordt met de rechter muistoets vastgelegd. Cirkel tekenen aan het uiteinde van een raaklijn
¾
In plaats van de OK knop kunt u ook de rechter muistoets in het grafische veld gebruiken..
¾
Lijngroepen kunt u vastleggen in het commando instellingen in de algemene werkbalk.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 6
C-MOL Win Parametric / CAD
Hoofdstuk 3
Rechthoek tekenen Naast het tekenen van cirkels kunt u ook rechthoeken tekenen. Simpelweg door met de linker muistoets een beginpunt op het grafische scherm op te geven en met de rechter muistoets het eindpunt. Ook kunt u een hoogte en breedte opgeven in het menu BREEDTE / HOOGTE. Klik daarna met de linker muistoets in het grafische scherm en zet de rechthoek op de gewenste plaats met de rechter muistoets. Tevens vindt u ook in dit menu weer de mogelijkheid om een verplaatsing op te geven in het gedeelte START- / EINDPUNT.een en ander ten opzichte van een referentiepunt dat u met de linker muistoets aanklikt. C-MOL zal eerst de verplaatsing uitvoeren en dan starten met het tekenen van de rechthoek. • • • •
XS= YS= SH= SA=
Startafstand in x-richting Startafstand in y-richting Starthoek Startafstand in combinatie met een starthoek.
In het menu VOORINSTELLING geeft u de kleur, pendikte en het lijntype aan, of een vooraf ingestelde lijngroep 1 tot en met 8..
¾
In plaats van de OK knop kunt u ook de rechter muistoets in het grafische veld gebruiken..
¾
Lijngroepen kunt u vastleggen in het commando instellingen in de algemene werkbalk.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 7
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Macro's Om het gebruik van C-MOL Win nog gemakkelijker te maken vindt u onder dit commando een aantal knoppen waarmee u door een snelingave direct een aantal samengestelde tekenelementen kunt maken. Het menu kent een tweesplitsing, namelijk CAD-Elementen en NCMacro's. De NC macro's laten we hier buiten beschouwing en komen aan bod in hoofdstuk 4; C-MOL Win - CNC. De CAD elementen kunt u door ingave van bijvoorbeeld hoogte, breedte, radius, aantal kanten, wanddikte en starthoeken etc. zonder overbodige stappen op uw tekening zetten. Allen volgens de inmiddels bekende muisgestuurde handelingen.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 8
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Maatvoeren Dit menu verklaart zichzelf eigenlijk al. Het maatvoeren van CAD elementen gaat bijna vanzelf. Toch zijn er een paar zaken die u moet weten. Wanneer u maatvoering op uw tekening wilt gaan plaatsen kiest u eerst in het menu het type maatvoering; horizontaal, verticaal etc. Daarna klikt u met de linker muistoets het eerste meetpunt aan en vervolgens het tweede meetpunt. Geef , tevens met de linker muistoets, aan waar de maat ongeveer moet komen te staan en klik op OK (of de rechter muistoets). De maat staat nu nog rood gekleurd en kan door klikken met de linker muistoets over het grafische scherm worden verplaatst. Om bogen van een maat te voorzien klikt u de boog met de linker muistoets aan. De wordt hierdoor paars gekleurd. Vervolgens kiest u weer een plaats waar u de maat wilt hebben en klikt op OK. Ook nu geld weer dat de maat nog met de linker muistoets is te verplaatsen. Als u hoeken wilt weergeven klik dan met de linker muistoets de twee lijnen aan waartussen u de hoek wilt aangeven, geef met de linker muistoets tevens de plaats van de maat aan en klik op OK.
AUTOMATISCH MAATVOEREN van een CAD tekening. Selecteer het element door er een rechthoek omheen te trekken en klik op OK. OPMETEN van elementen zonder dat deze maat op uw tekening komt. Deze wordt dan in een apart menu aan u getoond. WIJZIGEN of achteraf verplaatsen van een maat. Klik hiervoor met de linker muistoets de maat aan in het grafische scherm, wijzig de VASTE WAARDE in het menu en klik opnieuw in het grafische scherm met de linker muistoets. KETTINGMAAT: De maten worden als een ketting aaneengeregen doordat C-MOL het voorlaatste aan geklikte meetpunt onthoud. REFERENTIEMAAT: De maten worden telkens teruggevoerd naar het eerst aan geklikte meetpunt (referentie) TEKSTHOOGTE: spreekt voor zich zelf. AFRONDING: Het aantal decimale getallen. AFSTAND: De afstand tussen de aanhaallijn en het object. TOLERANTIE BOVEN / ONDER geeft een toevoegde tolerantie bij uw maatvoering weer. VASTE WAARDE wil zeggen dat u onafhankelijk van wat C-MOL Win meet u een andere waarde opgeeft in uw tekening.
¾
Door de rechter muistoets of de OK knop meerdere malen te gebruiken verschijnen er verschillende mogelijkheden voor het weergeven van de maatlijn. Bijvoorbeeld: pijlen aan de binnenzijde, buitenzijde, links, rechts of geen pijlen. Probeer het maar eens uit.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 9
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Arceringen Geen bouwkundige doorsnede is compleet zonder arcering. Dus voorziet C-MOL Win ook hierin. Het programma kent verschillende soorten van arceren welke nog aangepast kunnen worden door middel van het aangeven van een hoek en een dichtheid van arcering. Om de arcering in uw tekenelementen weer te geven heeft u drie mogelijkheden om die tekenelementen de selecteren. • • •
ELEMENT Selecteren van lijnstuk voor lijnstuk. OMTREK U kunt in één keer een contour selecteren RECHTHOEK U trekt met de linker muistoets een rechthoek om het te arceren tekenelement.
Na het selecteren van het te arceren tekenelement klikt u op OK of de rechter muistoets. Tekenelementen met een dubbele contour waartussen gearceerd moet worden klikt u met het commando OMTREK een voor een aan.
Wanneer u een folie wilt maken, tekent u eerst met de teken commando's een lijn. Kies dan voor het commando folie arceren en geef in het menu de dikte van de folie en de verhouding tussen de zwarte en witte delen van de arcering op (afstand 1 en afstand 2). Selecteer met de linker muistoets de lijn op het grafische scherm en klik op OK. De in eerste instantie getekende lijn vormt nu de hartlijn van de folie!
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 10
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Tekst Met het commando TEKST kunt u in alle mogelijke tekstfonts teksten en tekstblokken in uw tekening plaatsen. Kies voor CREËREN, bepaal een teksthoogte en eventueel een hoek waaronder de tekst neergezet moet worden. Met het veld B/H VERHOUDING kunt u het gekozen tekstfont bewerken. Type uw tekst in het menu, klik met de linker muistoets in het grafische scherm op de plaats waar u de tekst wilt plaatsen en klik op OK. De tekst staat dan vervolgens roodgekleurd in uw tekening en is door klikken met de linker muistoets nog verder te verplaatsen totdat ze op de juiste plek staat. Met het commando UITLIJNEN bepaalt u de plaats van het kruisdraad ten opzichte van de tekst. Met het commando TEKSTVELD WISSEN maakt u in één handeling het tekstveld leeg.
Het commando WIJZIGEN geeft u de mogelijkheid om een tekst in uw tekening aan te passen. Klik hiervoor de te wijzigen tekst in uw tekening met de linker muistoets aan waardoor deze roodgekleurd wordt. De geselecteerde tekst verschijnt in het tekstveld waar u haar aan kunt passen. Kies dan voor OK of klik op de rechter muistoets terwijl deze in het grafische scherm staat. Bovendien kunt u nu de tekst weer verplaatsen door met de linker muistoets een andere plek op uw tekening aan te klikken.
¾
Complete tekstblokken kunt u d.m.v. het commando SELECTEER MET RECHTHOEK in een keer selecteren en wijzigen !.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 11
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Symbolen Met dit commando wordt het allereerste tipje van de sluier opgelicht van het databank beheer. Maar ook als u geen databank beheer wilt plegen kan dit commando zeer goed van pas komen. U vindt hier namelijk alle symbolen, zeg maar plaatjes, van alle profielen en artikelen welke ook in de doorsnede verschijnen. Bovendien heeft u de mogelijkheid om zelf symbolen aan te leggen. Dit kunnen nieuwe profielen zijn maar evengoed symbolen van bijvoorbeeld bevestigingsmiddelen of muuraansluitingen. Het laden van symbolen: Open het commando SYMBOLEN. Klik dan met de linker muistoets in uw tekening de plaats aan waar u een bepaalt symbool in wilt laden en klik op OK. Het volgende menu wordt geopend.
Kies via het veld C-MOL Stamdata of USER Stamdata het juiste produkt Zoekt vervolgens de symboolnaam op welke u wilt laden en klik op de knop, u raad het al, LADEN. Het gewenste symbool wordt op de eerder aangewezen plek in de tekening ingeladen. In een profieldatabank vind u altijd de volgende bibliotheken terug: • CAC Profielen • CACD Dichtingen • CACG Glas symbolen • CACP Paneel symbolen • ZBH Toebehoren
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 12
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Het aanleggen van symbolen: Selecteer eerst het CAD element wat u als een symbool wilt bewaren. Open het commando SYMBOLEN en kies voor AANLEGGEN. Geef nu in uw tekening, op het CAD element, met de linker muistoets een ophangpunt aan. Klik op OK en het volgende menu wordt geopend.
Geef de plaats aan waar u het symbool wilt wegschrijven, geef een symboolnaam op en klik op AANLEGGEN. Het gewenste symbool wordt op de door u aangewezen plek opgeslagen. Het oplossen van symbolen: Om symbolen op te lossen selecteert u het symbool in de tekening. U kiest vervolgens het commando SYMBOLEN en klikt op OPLOSSEN
¾
Symbolen zijn CAD elementen die niet te wijzigen zijn zolang u ze niet OPLOST of explodeert. Het voordeel hiervan is dat ieder gebruiker van een databank altijd dezelfde symbolen hanteert Bovendien kunnen symbolen zo centraal gewijzigd worden waarna ieder tekening waar dit symbool op voorkomt automatisch wordt aangepast.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 13
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Werkbalk CAD 2
Verplaatsen - Kopiëren Om CAD elementen te verschuiven of kopiëren begint u met het selecteren van al die elementen die u wilt verplaatsen. Dit doet u met een van de selectie commando's zoals beschreven in hoofdstuk 1 Nadat u het CAD element heeft geselecteerd opent u het menu VERPLAATSEN - KOPIËREN. Door nu met de linker muistoets op het grafische scherm twee punten aan te klikken geeft u een willekeurige verschuiving aan. Druk vervolgens op OK en het geselecteerde element wordt over deze willekeurige verplaatsing gekopieerd. Door een tweede klik op OK is het element verschoven. Wanneer u de knop VERSCHUIVEN kiest kunt u direkt het figuur verplaatsen zonder de tussenstap van het kopiëren. Zodra u DYNAMISCH VERSCUIVEN kiest kunt u het geselecteerde element oppakken en op een andere plaats weer vastleggen. In plaats van een willekeurige verplaatsing kunt u ook door middel van het ingeven van een maat in de X- en Y-richting de verplaatsing bewerkstelligen. Met een verplaatsing kunt u tevens direct een verdraaiing opgeven in het menu DRAAIHOEK H= Bovendien is het mogelijk om deze handelingen meerdere keren uit te laten voeren door het getal in het veld MULTI= te verhogen. Ten slotte kunt u met dit commando ook tekenelementen verschalen door in het menuveld NIEUWE SCHAAL de gewenset schaal op te geven.
¾
De boven beschreven mogelijkheden zijn tegelijkertijd, in één handeling uit te voeren.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 14
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Spiegelen - Kopiëren Zoals bij het verplaats commando kunt u met dit spiegel commando tegelijkertijd CAD elementen spiegelen én verplaatsen én verschalen. Tevens is ook hier de eerste stap het (gespiegeld) kopiëren van het CAD element. Bij de tweede klik op OK verdwijnt het oorspronkelijke CAD element en blijft het gespiegelde element over. Voordat u het spiegel commando gaat gebruiken dient u eerst de betreffende CAD elementen met een van de selectie commando's te selecteren. Daarna klikt u op het commando SPIEGELEN - KOPIËREN en maakt een keuze uit VERTIKAAL of HORIZONTAAL spiegelen. Allereerst kunt u nu een willekeurig punt, of een willekeurige lijn op uw tekening aanklikken met de linker muistoets waarna u een of twee op OK klikt. (Kopiëren / verplaatsen ) Wanneer u een bestaande lijn uit uw tekening als spiegel-as gebruikt zal C-MOL Win zich niets aantrekken van de keuze VERTIKAAL of HORIZONTAAL. Natuurlijk kunt u met het spiegelen een verplaatsing meegeven in de X- en Y-richting en bovendien een verschaling.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 15
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Stretchen Voor de meeste onder u waarschijnlijk een bekende term is het stretchen. Met stretchen kunt u CAD elementen behandelen alsof ze als het ware van elastiek zijn. In tegenstelling tot de twee vorige commando's kunt u direct vanuit het stretch commando CAD elementen SELECTEREN door met de linker muistoets een rechthoek te trekken om de te stretchen uiteinden van een of meerdere lijnstukken. Vervolgens geeft u in de velden VERSCHUIFAFSTAND X= en Y= de waarde in van de te stretchen afstand. Klik daarna op OK. U kunt ook "handmatig" stretchen door na het selecteren het commando POSITIONEREN te kiezen. U kunt dan met de linker muistoets op het grafische scherm een begin en eindpunt aanklikken. Kies vervolgens voor OK en C-MOL voert u opdracht uit. Ook nu kunt u in de velden VERSCHUIFAFSTAND X= en Y= weer een extra verplaatsing meegeven.
¾
Door een tweede keer op OK te klikken hersteld C-MOL de oorspronkelijke situatie.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 16
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Equidistant tekenen Een moeilijke naam maar een makkelijk commando. Het geeft u namelijk de mogelijkheid om in één keer een hele contour te kopiëren. Selecteer vanuit dit commando de betreffende contour, geef een kopieer afstand aan in het veld AFSTAND A=. Geef vervolgens aan of de contour naar binnen of naar buiten gekopieerd moet worden door met de linker muistoets, op het grafische scherm, een keer binnen of buiten de contour te klikken. Klik daarna op OK. Om te voorkomen dat bij inwaarts equidistant tekenen van een contour lijnen elkaar gaan overlappen kunt u kiezen voor EQUIDISTANT OPTIMALISEREN Door het veld MULTI= in te vullen kunt u uw opdracht meerdere keren uit laten voeren
¾
Door een tweede keer op OK te klikken verdwijnt de oorspronkelijke contour Door een derde keer op OK te klikken hersteld C-MOL de oorspronkelijke situatie etc. etc.
Parallel tekenen Een commando wat veel lijkt op het vorige, zij het dat het hier niet gaat om een contour maar om een enkel element. Selecteer vanuit dit commando het betreffende lijnstuk, geef een kopieer afstand aan in het veld AFSTAND A=. Geef vervolgens aan naar welke kant de lijn gekopieerd moet worden door met de linker muistoets, op het grafische scherm, een keer aan de ene of de andere zijde van het lijnstuk te klikken. Klik daarna op OK. Door het veld MULTI= in te vullen kunt u uw opdracht meerdere keren uit laten voeren
¾
Door een tweede keer op OK te klikken verdwijnt de oorspronkelijke contour Door een derde keer op OK te klikken hersteld C-MOL de oorspronkelijke situatie etc. etc.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 17
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Knippen Met KNIPPEN kunt u letterlijk lijnstukken welke elkaar snijden, in hun gezamenlijke snijpunt in mootjes hakken. Selecteer met het commando ELEMENT SELECTEREN de te knippen lijnen, activeer vervolgens het knip commando en klik op OK. Met het commando ELEMENT SELECTEREN kunt u vervolgens de betreffende lijnstukken selecteren en wissen De andere drie knoppen geven u wat extra mogelijkheden± Lijnstuk door midden delen Lijnstuk verdelen A )afstand’ en M )aantal stukken opgeven Klik in de tekening op het lijnstuk om de deling aan te geven
Detail weergeven Om bepaalde belangrijke items uit uw tekening te lichten kunt u door middel van dit commando een uitvergroting maken van zowel CAD als CAC elementen. Zodra u dit commando opent verschijnt er aan het kruisdraad een cirkel. Gelijk aan het zoomcommando (zie hoofdstuk 1) kunt u deze cirkel groter en kleiner maken. Door met de rechter muistoets op een gedeelte van uw tekening te klikken "leest" C-MOL wat er zich op dat moment in deze cirkel bevindt. Afhankelijk van de invulling van het menu kunt u met een tweede klik op de rechter muistoets een uitvergroting op u tekening plaatsten. In het veld OMSCHRIJVING geeft u een naam op van het uivergrote detail. C-MOL plaatst deze omschrijving vervolgens op uw tekening. Het veld KENMERK geeft de naam van het detail in de oorspronkelijke tekening aan Het schema PLAATS VAN HET KENMERK geeft aan waar in uw oorspronkelijke tekening de detailnaam wordt geplaatst. Het veld SCHAAL spreekt voor zich. Het getal 5 betekend schaal 5 op 1.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 18
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Statica voor CAD elementen Een onmisbaar commando voor diegene die wel eens een profiel ontwikkeld of met bestaande standaard profielen aan de slag gaat om zijn pui of vliesgevelconstructie sterk en stijf genoeg te maken.
Als voorbeeld nemen we een kokerprofiel U tekent een kokerprofiel en vervolgens opent u het menu STATICA. In dit menu kiest u met welk materiaal (met de bijbehorende dichtheid) u wilt rekenen. Om nu een juiste berekening door C-MOL te laten maken is het van groot belang dat de contour op de juiste manier wordt geselecteerd !! De buitencontour dient "met de klok mee" geselecteerd te worden en daarna de binnencontour "tegen de klok in" selecteren. Bij samengestelde profielen klikt u de buitencontour aan met de klok mee en de overige contouren tegen de klok in. Klik vervolgens op OK en het onderstaande menu wordt geopend. Vanuit dit menu kunt u kiezen of het zwaartepunt in uw tekening geplaatst moet worden en of de berekende resultaten op uw tekening vermeld moeten worden
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 19
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Tekst / oppervlaktebehandeling Om uw tekeningen van verklarende teksten te voorzien gebruikt u dit commando. Type de tekst in het daarvoor bestemde menugedeelte en klik met de linker muistoets het tekenelement aan waar de tekst bij hoort. Klik vervolgens met de rechter muistoets op de plaats waar de tekst op uw tekening moet komen. Er verschijnt nu een pijl met daaraan de tekst. Zolang deze nog rood zijn kunt u de tekst met de linker muistoets nog verplaatsen.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 20
Hoofdstuk 3
C-MOL Win Parametric / CAD
Tekeninghoofd Gemak dient de mens. Onder dit commando kunt u alle gegevens invullen welke in het tekeninghoofd vermeld moeten worden.Aan de hand van door u vooraf ingegeven coördinaten worden de diverse tekstregels op de juiste plaats in het tekeninghoofd geplaatst. De coördinaten behorend bij de verschillende DIN formaten kunt u invullen onder PROGRAMMA \ CONFIGURATIE C-MOL en dan het tabblad TEKENINGHOOFD (zie hoofdstuk 1) In dit zelfde menu kunt u ook voor iedere regel het lettertype, teksthoogte etc. bepalen.
1-5-07
Hoofdstuk 3 - 21