CULTUURHISTORISCHE ANALYSE
KERSCHOTEN
&
HET LOO
1
●●●
2
●●●
I N H O U D S O P G A V E
inleiding ....................................................................................................................... 5 vooroorlogse ontwikkelingen.................................................................................... 7 het onderliggende landschap van Kerschoten ......................................................................................... 7 Kaart van Het Loo en deszelfs omstreken, 1850 ..................................................................................... 7 Het Loo ................................................................................................................................................... 9 Kerschoten eind 19e en begin 20e eeuw ................................................................................................ 11 de Veenkamp ........................................................................................................................................ 11
naoorlogse ontwikkelingen ..................................................................................... 13 uitbreidingsplannen ............................................................................................................................... 13 samenwerking ....................................................................................................................................... 13 Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken (terrein Kerschoten), 1957 ...................................... 13 Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken, 1960 en 1964......................................................... 17 Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken, Herziening Wijkcentrum, 1964 ............................... 17 Appèlwoningen...................................................................................................................................... 19
landschapsarchitectuur ........................................................................................... 21 het groen in de uitbreidingsplannen....................................................................................................... 21 open(bare) ruimte.................................................................................................................................. 21 het groene hart...................................................................................................................................... 21 samenhang tussen groen en bouwblokken............................................................................................ 23
kenmerken anno 2006 .............................................................................................. 25 Het Loo ................................................................................................................................................. 25 Kerschoten............................................................................................................................................ 25 wijzigingen ten opzichte van de stedenbouwkundige plannen ............................................................... 27 wijzigingen ten opzichte van de landschapsarchitectonische plannen ................................................... 27
waardering................................................................................................................. 29 ruimtelijke structuur ............................................................................................................................... 29 openbare ruimte .................................................................................................................................... 29 gebieden ............................................................................................................................................... 31 bebouwing............................................................................................................................................. 33
aanbevelingen ........................................................................................................... 35 ruimtelijke structuur ............................................................................................................................... 35 openbare ruimte .................................................................................................................................... 35 gebieden en bebouwing ........................................................................................................................ 35
bijlage: monumenten in Het Loo ............................................................................. 37 literatuur .................................................................................................................... 39
3
●●●
begrenzing van het onderzoeksgebied
4
●●●
I N L E I D I N G aanleiding tot dit rapport Vroeg naoorlogse woonwijken staan op dit moment volop in de belangstelling. Vanuit volkshuisvestelijke overwegingen zijn veel van deze wijken toe aan modernisering. Herstructurering, inbreidingslocaties, ISVprojecten: het heeft allemaal betrekking op de vele woningen die in de periode van circa 1945 tot 1965 zijn gebouwd. Wanneer sprake is van herontwikkeling van een gebied, weegt de gemeente Apeldoorn diverse belangen af, waaronder het cultuurhistorisch belang. Om cultuurhistorische belangen af te kunnen wegen is kennis nodig van de ontstaansgeschiedenis en ontwerpgedachten van het betreffende gebied. Dit rapport voorziet in de behoefte aan een cultuurhistorische onderlegger voor de planvorming. begrenzing onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied omvat de woonbuurt Het Loo, de woonwijk Kerschoten zoals deze in de periode van circa 1956 tot 1960 is ontworpen door architect David Zuiderhoek, de noordelijk daarvan gelegen woonbuurten tussen de Edisonlaan en de Anklaarseweg en de woningen en voorzieningen noordelijk van de Anklaarseweg. In grote lijnen wordt het gebied begrensd door Paleis het Loo, de Langeweg/ de Laan van Kerschoten, de Vlijtseweg en de woningen aan de noordzijde van de Anklaarseweg (zie begrenzing in afgebeelde kaart). gebruik kaarten Voor het onderzoek is veelvuldig gebruik gemaakt van topografische kaarten en uitbreidingsplankaarten. De meest relevante kaarten zijn opgenomen in het rapport. Alle kaarten zijn op het noorden gericht (oftewel met de noordpijl naar de bovenzijde van de pagina), tenzij anders is aangegeven. De gewaardeerde kenmerken worden verwerkt in de digitale Cultuurhistorische Waardekaart en de Cultuurhistorische Beleidskaart van de gehele gemeente Apeldoorn. leeswijzer Dit rapport is onderverdeeld in de ontwikkelingsgeschiedenis van het onderzoeksgebied, een toelichting op de stedenbouwkundige plannen, een hoofdstuk over de landschapsarchitectuur, een schets van de kenmerken anno 2006, een waardebepaling, aanbevelingen en bijlagen. De bijlage ‘Toelichting op de waardekaart’ geeft inzicht in de achtergronden van de cultuurhistorische waarden die in kaart zijn gebracht. De legenda is in de kaart opgenomen.
5
●●●
uitsnede van de Kaart van Het Loo en deszelfs omstreken, opgedragen aan de Zijne Majesteit der Koning 1850
landschapsstructuren uit circa 1850 geprojecteerd in de geografische basiskaart van Apeldoorn (GBKA) van nu
6
●●●
V O O R O O R L O G S E
O N T W I K K E L I N G E N
het onderliggende landschap van Kerschoten Apeldoorn ligt op de oostelijke flank van de Veluwe in het overgangsgebied met de IJsselvallei. In dit overgangsgebied van hoog naar laag bevinden zich de oude bouwlanden, die eeuwenlang als enken zijn gecultiveerd. Tussen de enken liggen dalen, die bestaan uit humusarm zand en (afgegraven) veen. Hier lagen tot diep in de negentiende eeuw de zogenaamde ‘velden’: woeste gronden, bestaande uit heide, veen, zand en moeras. In de flank van de Veluwe komt veelvuldig kwel voor, die zowel natuurlijke grondwaterbeken voedt als een systeem van sprengen, dat vanaf de zestiende eeuw is aangelegd. De waterkracht werd gebruikt voor het aandrijven van molens. Vanaf de zeventiende tot in de tweede helft van de negentiende eeuw vormden papiermolens een belangrijke economische factor in de streek. De papiermolens werden na de opkomst van de industriële papierfabricage gedeeltelijk omgezet in wasserijen. De sprengen en beken mondden uit in de IJssel en de Grift, een vergraven natuurlijke beek. De wijk Kerschoten was van oorsprong het Loosche Veld en maakte als zodanig deel uit van de NoordApeldoornse Mark. Die mark bestond uit de buurtschappen Het Loo en Veldhuizen (het huidige bedrijventerrein Stadhoudersmolen), het bijbehorende akkerareaal en meerdere gemeenschappelijke velden. Het Loosche Veld bestond uit weide, heide en laagveen. Vanaf 1825 werd het gebied begrensd door de huidige Anklaarseweg aan de noordzijde en landgoed Marialust/ De Vlijt aan de zuidzijde (ter hoogte van de huidige Laan van Kerschoten).
Kaart van Het Loo en deszelfs omstreken, 1850 De koninklijke kaart van omstreeks 1850 geeft een goede indruk van het toenmalige landschap, met daarin het Loosche Veld en oostelijk daarvan de Grift en het in 1824-1829 aangelegde Apeldoorns Kanaal. Aan de Grift bevonden zich drie watermolens, die bekend stonden als de Stinkmolens. De twee zeventiende eeuwse molens op de hoek van de Vlijtseweg en de Anklaarseweg waren volmolens, waar leer en zeem werden gemaakt, een proces dat gepaard ging met een kwalijke reuk. In de loop van de zeventiende eeuw werden de twee molens verbouwd tot papiermolen en werd er een derde papiermolen aan het complex toegevoegd. Nadat de productie in het begin van de jaren dertig was stopgezet, sloopte de gemeente ze alledrie in 1937-1939 en werd de Grift bestemd als riolering. Noordelijk van het onderzoeksgebied, in de Noord Apeldoornsche Enk, stroomde de Koningsbeek waar omstreeks 1850 twee papiermolens aan stonden. In het Loosche Veld stroomde de Leigraaf, die evenals de Koningsbeek uitmondde in de Grift. De Leigraaf ontsprong in de Loosche Enk (op de huidige locatie van bejaardenhuis De Veldkamp). Tegenwoordig wordt het westelijke gedeelte van de beek onderaards gevoerd en is alleen het (gekanaliseerde) oostelijke gedeelte in de wijk Kerschoten te zien. Even ten zuiden van het onderzoeksgebied stroomde omstreeks 1850 een derde beek, die later tot de vijverpartij in het Prinsenpark zou worden vergraven. Omstreeks 1850 was een gedeelte van het huidige wegennet reeds aanwezig. De route Zwolseweg (huidige Koninginnelaan) - Gazellestraat vormde de verbinding tussen het dorp Apeldoorn in het zuiden en de weg naar Vaassen / Epe in het noorden. De belangrijkste west-oostverbinding liep van Het Loo naar het Kanaal en verder naar enkele buurtschappen aan de oostzijde van het kanaal (huidige Anklaarseweg). Op latere kaarten is bij de brug over het kanaal een losplaats ingetekend. Ook de Vlijtseweg langs de Grift, de Marconistraat / Kostverloren, de Tuinmanslaan / Rostocklaan en de Losweg / P. Joubertstraat in noordzuidrichting en de Snelliusstraat / Buys Ballotstraat, de Everlaan, de Doplerstraat en de Frisolaan in oostwestrichting waren omstreeks 1850 al aanwezig. Het centrum van het Loosche Veld was niet bebouwd. Hier was dan ook nog geen bebouwing aanwezig, terwijl in de buurt van Het Loo, langs de Anklaarseweg en de Koninginnelaan al wel enkele huizen stonden.
7
●●●
het Groote- of Koningslogement, omstreeks 1860; links één van de twee onvoltooide kerkgebouwen en het rijtje woningen van de Nieuwe Haven (olieverf op doek, Museum Marialust Apeldoorn)
de opening van de Koningsschool op 3 mei 1852 in aanwezigheid van Koning Willem III (aquarel door A. Lieman, Gemeentemuseum Arnhem)
Uitbreidingsplan 1923
8
●●●
Het Loo Buurtschap Het Loo dankt zijn ontstaan aan de ontwikkeling van Paleis Het Loo. Stadhouder Willem III kocht in 1684 Het Oude Loo aan, om ernaast een nieuw jachtslot te laten bouwen. Voor de bouw van het jachtslot moest een herberg met brouwerij wijken. Deze werd op het terrein tussen de huidige Koningstraat, Tuinmanslaan en Loseweg herbouwd. Ten noorden van de herberg, aan de Loseweg, werd een rij van veertien woningen voor palfreniers en koetsbedienden gebouwd (in 1956 afgebroken). Het complex kreeg de naam ‘Oude Haven’, dat waarschijnlijk een afgeleide is van de naam van het middeleeuwse goed ‘Ten Haven’. Op de kaart van Justus van Broekhuysen uit 1708 zijn de volgende structuren te herkennen: de Loseweg (als de weg naar Apeldoorn), de Koningslaan (als de weg naar Amersfoort), de Koningstraat, de Waldeck Pyrmontstraat en de Van Solmsstraat. In 1808, een jaar nadat hij Paleis Het Loo had betrokken, verhief koning Lodewijk Napoleon bij decreet de herberg en de veertien woningen tot dorp. Lodewijk Napoleon wilde nabij Paleis Het Loo een nieuw centrum stichten dat voorzag in de bouw van een groot logement, een werkhuis, een school, twee kerken (een rooms-katholieke en een hervormde) en een complex met 24 woningen. Koninklijk architect Johan Philip Posth maakte het plan voor het nieuwe centrum dat ter plekke van de huidige Ratzenburglaan en Wendenlaan werd geprojecteerd. In 1810 deed Lodewijk Napoleon afstand van de troon en verliet Paleis Het Loo. Alleen het ‘Groote- of Koningslogement’ en het woningbouwcomplex ‘Nieuwe Haven’ werden gebouwd (beiden in de jaren zestig van de negentiende eeuw gesloopt). Na het vertrek van Lodewijk Napoleon kreeg het Huis van Oranje Het Loo in zijn bezit. Koning Willem I liet in 1815 de straatweg van Amsterdam over Amersfoort naar het Loo doortrekken naar Deventer, Twente, in de richting van Berlijn. Tijdens de regering van Willem III, die veel tijd op Het Loo doorbracht, werd het gebied rond het paleis verder in ontwikkeling gebracht. De hofhouding en de hofleveranciers vestigden zich in de directe nabijheid van het paleis: de Loseweg en de Koningstraat raakten bebouwd. Rond de herberg ‘De Keizerskroon’ werden nieuwe herbergen gebouwd, zoals herberg Het Posthuis en daar tegenover de herberg Het Anker. In 1851-1852 verrees aan de Koningstraat een school voor de kinderen van de hofhouding. Ten noorden van de ‘Oude Haven’ werd een tuinbedrijf ingericht. In 1876 kreeg de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn een aftakking naar het paleis met een perron vlak voor het toegangshek. In 1887 werd een directe lijn van station Apeldoorn naar het paleis aangelegd. De Koningslijn liep via de Waldeck Pyrmontlaan (de huidige Zwolseweg) naar Hattem. Halte Het Loo bevond zich aan de Waldeck Pyrmontlaan, op de plek waar in 1964 de kazerne van de Marechaussee Brigade is gebouwd. Op het huidige woonerf Prinsenhof bevond zich de tramremise. In 1911-1915 werd ten oosten van de koninklijke moestuin het ‘Depot van het Wapen der Koninklijke Marechaussee’ gebouwd. Het complex bestond uit een hoofdgebouw met paviljoens en officierswoningen. Het gemeentelijk uitbreidingsplan uit 1923 (en 1927) voorzag Het Loo van een fijnmaziger stratenpatroon en uitbreiding ten noorden van de Koningstraat. Aan de Kloklaan, de Rostocklaan en de Weimarstraat zouden vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen worden gebouwd. Landgoed Daendels (het huidige landgoed De Veenkamp) zou voor woningbouw worden verkaveld, een deel van de tuin zou echter behouden blijven. Ten westen van Landgoed Daendels zouden nieuwe woonstraten worden aangelegd: de Ratzeburglaan, de Wendenlaan en de Schwerinlaan. In het uitbreidingsplan van 1938 maakte Het Loo reeds deel uit van het Apeldoorns ‘kerngebied’. De uitbreiding ten noorden van de Koningstraat en de verkaveling van Landgoed Daendels verkeerden echter nog steeds in de planfase.
9
●●●
uitsnede van de Kaart van Het Loo en deszelfs omstreken, opgedragen aan de Zijne Majesteit der Koning 1850
topografische kaart uit 1906, met daarin de Anklaarseweg , Kerschotenseweg, Zwolseweg en Waldeck Pyrmontlaan en de Koningslijn met een station
1 0
●●●
e
e
Kerschoten eind 19 en begin 20 eeuw Op de kadastrale kaart van 1880 is het noordelijke deel van het gebied (dat lang in het bezit van de mark bleef) reeds sterk verkaveld. Vanaf 1880 vestigden zich veel hoveniersbedrijven in het gebied, in verband met de aanleg van de zuidelijk van Kerschoten gelegen woonbuurt De Parken. De zuidwestkant van het latere Kerschoten was in bezit van de Kroondomeinen, waardoor het tot de naoorlogse plannen onbebouwd bleef. In 1886 werd de spoorlijn Hattem naar Dieren voltooid. Het tracé liep door de Noord Apeldoornsche Enk, verder parallel aan de huidige Zwolseweg en vervolgens langs de huidige Koning Lodewijklaan naar het centrum. Ter hoogte van Kerschoten lag een station aan de Koningslijn, dat vanuit het Loo bereikbaar was via een laan. In de volgende jaren werd het wegennet verder uitgebouwd en verscheen hierlangs lintbebouwing bestaande uit vrijstaande eengezinswoningen met diepe tuinen. De omgeving van De Veenkamp en het gebied tussen de huidige Zwolseweg en de Anklaarseweg / Koningslaan werden grotendeels bebouwd. De onbebouwde gronden waren overwegend vrij kleinschalig verkaveld en in gebruik als weiland of tuinbouwgronden. Opvallend is het wigvormige, relatief grootschalig verkavelde en vrijwel onbebouwde gebied ten zuiden van de beek de Leigraaf. Dit was, evenals de ijsbaan ten oosten van landgoed De Veenkamp, eigendom van de koningin.
de Veenkamp Westelijk van de locatie van het huidige landgoed De Veenkamp op de Loosche Enk bevond zich in 1850 het Grote Logement, een hotel, en de Nieuwe Haven: 24 woningen met een bijbehorende groenaanleg. Dit complex was gebouwd in opdracht van Koning Lodewijk Napoleon, die hier een nieuw centrum wilde stichten dat nooit gereed is gekomen. Het hotel is in 1863 afgebroken, de woningen zijn later in de negentiende eeuw afgebrand.1 In 1850 bevond zich ten oosten van dit complex al een houtsingel, die hoogstwaarschijnlijk de basis heeft gevormd voor de beplanting die heden ten dage landgoed de Veenkamp omringt. In 1851 bouwde Henry Steers zijn huis op het achttiende eeuwse landgoed. Steers was de stalmeester van Prins Hendrik en beheerde in die hoedanigheid de stoeterij westelijk van De Veenkamp. De topografische kaart uit 1907 toont voor het eerst de parkaanleg van het landgoed De Veenkamp, die in 1885 door de bekende tuinarchitect Henri Copijn voor de familie Daendels was ontworpen.2 Vanaf 1956 huurde De Nieuwe IJsbaan ‘s winters van het Kroondomein de locatie oostelijk van het landgoed om een schaatsbaan in te richten. Na eerder plannen een groot deel van het landgoed te bestemmen voor voorzieningen, keurde GS in 1960 de plannen goed om de bestemming landgoed vast te leggen en aan de oostkant ervan een complex te bouwen met een verzorgingshuis, bejaardenwoningen en een activiteitencentrum.
1
C.J. Frank, F. Haans en H. Ummels, Apeldoorn. Architectuur en stedenbouw 1850-1940. Zwolle 1997, p. 26 en 27. 2 H. Diddens, Kerschoten en Zuiderhoek, concept 2 december 2005. Publicatie in voorbereiding. B. Zijlstra dateert de bemoeienis van Copijn met de Veenkamp op 1880-1881. (B. Zijlstra, Nederlandse tuinarchitectuur 1850 – 1940. Amsterdam 1986.)
1 1
●●●
topografische kaart uit 1954 met daarin het onbebouwde stuk grond van de Kroondomeinen
ruimtelijke structuren uit circa 1954 geprojecteerd in de geografische basiskaart van Apeldoorn (GBKA) van nu; de lichter gekleurde structuren zijn verdwenen
1 2
●●●
N A O O R L O G S E
O N T W I K K E L I N G E N
uitbreidingsplannen In 1955 kocht de gemeente de gronden van Kerschoten van de Domeinen. Langs de wegen rond het Kroondomein was inmiddels lintbebouwing ontstaan. Het terrein van het Kroondomein was vrijwel onbebouwd. Aan de noordkant van het terrein stroomde de Leigraaf, die uitmondde in de Grift. Uit raadsverslagen en nieuwjaarsredes blijkt dat de gemeente Apeldoorn de architectuur en stedenbouw van Apeldoorn Zuid te traditioneel en saai vond. Het gemeentebestuur wilde iemand van buitenaf aantrekken om hier in Kerschoten verandering in te brengen. Op 25 januari 1956 verleende de gemeente de architect David Zuiderhoek de opdracht om zowel het stedenbouwkundig als architectonisch ontwerp te maken voor het uitbreidingsplan van Kerschoten. Bij de uitwerking van de plannen voerde Zuiderhoek regelmatig overleg met de stedenbouwkundige dienst van gemeentewerken en met de stedenbouwkundig adviseur van de gemeente, Ir. P.A. Leupen uit Arnhem. Het eerste vastgestelde naoorlogse uitbreidingsplan van Het Loo en Parken had betrekking op het ‘terrein Kerschoten’ en werd op 23 oktober 1957 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Het is het enige ontwerp van Zuiderhoek dat in de provinciale besluitvorming is terug te vinden. Latere herzieningen van Uitbreidingsplan Het Loo en Parken hadden betrekking op het totale plangebied van Het Loo en Parken, Landgoed de Veenkamp en details van het door GS niet goedgekeurde wijkcentrum. Zuiderhoek kon op het terrein van het voormalig Kroondomein nagenoeg met een schone lei beginnen. Bij de andere onderdelen van de uitbreidingsplannen moesten de ontwerpers meer rekening houden met bestaande wegen en bebouwing.
samenwerking In Kerschoten werkten drie woningbouwverenigingen voor het eerst nauw samen als opdrachtgever: St. Joseph, Ons Huis en De Goede Woning. Laatstgenoemde nam het voortouw in de ontwikkeling van de woonwijk. Het kantoor van St. Joseph was gevestigd in Kerschoten. Tijdens de realisatie van Kerschoten vond een discussie plaats tussen de gemeente, pers en woningbouwverenigingen over de zware stagnatie in het bouwproces van Kerschoten. Uiteindelijk werd geconcludeerd dat het samenspel tussen de gemeente en woningbouwverenigingen nog niet vlekkeloos verliep. Andere genoemde mogelijke oorzaken waren: de grote variatie in woningtypen; de ontdekking in 1957 door de gemeente van waterstaatkundige problemen in het terrein en de wijzigingen in de peilhoogte. De problemen met het grondwaterpeil leidden uiteindelijk tot de inpassing van het ‘vijverproject’ in de reeds ontworpen groenvoorzieningen.
Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken (terrein Kerschoten), 1957 Bij het ontwerpen van Kerschoten liet Zuiderhoek zich inspireren door het succes van de naoorlogse neighborhood unit3 in Scandinavische landen. Hoewel ook in Nederland serieuze studies naar de neighborhood unit waren verricht, stelde Zuiderhoek voor samen met enkele vertegenwoordigers van de woningbouwverenigingen en gemeente Apeldoorn een excursie naar de Deense en Zweedse nieuwbouwprojecten te maken. In Denemarken bezochten ze de voorstad Bellahøj ten noordwesten van Kopenhagen. Volgens de directeur van gemeentewerken ir. J. Klaarenbeek maakte het bezoek aan dit woningbouwcomplex de meeste indruk.4 Volgens hem leidde de reis echter niet tot ingrijpende wijzigingen in het ontwerp, maar bevestigde het dat Zuiderhoeks ontwerp goed was. Het definitieve ontwerp zou slechts in onderdelen afwijken van het ontwerp dat de architect reeds voor de excursie had gemaakt. Uit de toelichting bij het ontwerp blijkt echter dat de studiereis naar Denemarken en Zweden een belangrijke inspiratiebron vormde voor het uiteindelijk ontwerp. De Scandinavische invloed uit zich onder meer in de
3
Door de Amerikaan Clarence Perry gedefinieerd programma voor de opzet van nieuwe woonwijken: verkeersveilig en deels verkeersvrij ontwerp, school als kern van de wijk, eigen voorzieningen voor de wijk en aantrekkelijke groene woonomgeving. Lag mede ten grondslag lag aan de latere Nederlandse ‘wijkgedachte’. 4 Klaarenbeek, Ir, J., ‘Uitbreidingsplan Kerschoten’, Tijdschrift voor Stedebouw en Volkshuisvesting 58 (1957), pp. 166-167.
1 3
●●●
Partiële herziening uitbreidingsplan in onderdelen “Het Loo en de Parken” (terrein Kerschoten), 1957: de hoofdstructuur is in zwart gemarkeerd
Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken 1957: de hoofdstructuur is in zwart gemarkeerd
1 4
●●●
inpassing van een verkeersvrij middengebied en de vrije plaatsing van de gebouwen in de ruimte. Bovendien doet de gelede plattegrond van de tien flatjes denken aan de flats in Bellahøj, die bestaan uit twee gekoppelde gebouwen. De schuine plaatsing van de flats komt overeen met die in Bellahøj en Vällingby, een toonaangevende nieuwbouwwijk in Stockholm die in Noord-Europa veel navolging kreeg.
stedenbouwkundig plan en foto van Bellahøj
Centraal in het ontwerp Van Kerschoten staat een verkeersvrije open groene ruimte met daarin tien woontorens. In plaats van “huizen-aan-de-weg” werd gekozen voor het plaatsen van de woningen in en aan het groen en het zodanig groeperen van de woningen, dat er differentiatie in de openbare ruimte ontstond. Het centrale groene gebied sloot aan op de groene ruimte oostelijk van de toenmalige Noord Apeldoornseweg (de huidige Boerhaavestraat). De wijk werd in noord-zuid richting ontsloten door de Zwolseweg (ter hoogte van de huidige Koninginnelaan) en de Noord Apeldoornseweg (de huidige Boerhaavestraat). De Kerschotenseweg (de huidige Laan van Kerschoten) ontsloot de wijk in oost-west richting. Daarbinnen lag het assenkruis van de Edisonlaan en de Nobelstraat/ Marconistraat, die elkaar door middel van een bajonet noordoostelijk van het wijkcentrum kruisten. Noordelijk en zuidelijk van het centrale groengebied waren de woonbuurten verkaveld in enkele stempelachtige structuren. De middelhoogbouw was geconcentreerd aan de Edisonlaan en in en rond het wijkcentrum. De beek de Leigraaf noordelijk van de Edisonlaan werd gehandhaafd en gedeeltelijk verlegd. De voorzieningen bevonden zich in het wijkcentrum en langs de Edisonlaan en de Laan van Kerschoten. De uitwerking van het zuidelijk deel van het wijkcentrum werd niet goedgekeurd door GS en moest dus worden aangepast. Dit gebeurde in een afzonderlijke herziening in 1964.
1 5
●●●
Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken 1964
Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken, Herziening Wijkcentrum, 1964
1 6
●●●
Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken, 1960 en 1964 Het uitbreidingsplan in onderdelen ‘Het Loo en Parken uit 1960 en 1964 legde over Het Loo een nog fijnmaziger stratenpatroon. Ten noorden en zuiden van de Koningstraat werden nieuwe woonstraten met dichtere bebouwing geprojecteerd. De geprojecteerde bebouwing bestond voornamelijk uit twee-ondereen-kapwoningen en woningbouw in blokverkaveling. Langs de Zwolseweg en aan weerszijden van de nieuwe Maria Stuartstraat was gestapelde woningbouw gedacht. Van het vooroorlogse plan om Landgoed Daendels te verkavelen was inmiddels afgezien: het landgoed bleef behouden. In de loop van de jaren zeventig werden woonerven aangelegd en kreeg Het Loo bijzondere voorzieningen zoals de seniorenwoningen aan de Bourbonstraat en de Maria Stuartstraat, en het revalidatiecentrum Het Loo Erf op de grens van de woonwijk en het tuinbedrijf van Paleis Het Loo. Van de geplande gestapelde bouw werd uiteindelijk afgezien. In de jaren negentig werd op het terrein van de voormalige tramremise een woonerf aangelegd. Op het terrein van Huize Berghorst verrezen in de late jaren negentig twee appartementengebouwen. De Van Haeftenkazerne, die al geruime tijd niet meer in gebruik was, werd in 2003 herontwikkeld tot woonwijk. Alleen het hoofdgebouw, de officierswoningen en het kruithuisje bleven gehandhaafd. Het kazerneterrein werd bebouwd met vrijstaande en geschakelde woningen. De hoofdopzet van Kerschoten lag vast. In de twee uitbreidingsplanpen in onderdelen ‘Het Loo en Parken’ uit 1960 en 1964 werd ook het noordelijk deel van de wijk ontworpen en werd de verkeersstructuur verbeterd. Ook de hoofdstructuur bleef gelijk. Deze werd alleen aangevuld met een oost-west verbinding ten noorden van de gehele wijk, de Anklaarseweg, en een ontsluiting van Het Loo. In de reeds ontworpen verkeersstructuur werden de bajonetten in de Zwolseweg (1957) en de Edisonlaan (1960) - dankzij verschuivingen van tracés - vervangen door kruisingen. Volgens de toelichting bij de plannen, leidde dit tot een verkeersstructuur met: één primaire weg: de Waldeck Pyrmontlaan (huidige Zwolseweg); drie secundaire wegen: de Anklaarseweg, de Zwolseweg (huidige Koninginnelaan), de Nobelstraat/Marconistraat; twee tertiaire wegen: de Edisonlaan, de Koningstraat met verbinding naar de Hertenlaan. Dat ook de Boerhaavestraat en Laan van Kerschoten tot de hoofdstructuur behoren, kan worden afgeleid uit het profiel en de aanwezigheid van diverse voorzieningen. De hoofdwegen hadden niet alleen een breed profiel, maar waren ook voorzien van groenstroken. De vooroorlogse lintbebouwing noordelijk van de Edisonlaan werd aangevuld met eengezinsrijwoningen in blokverkaveling (waaronder de hieronder besproken Appèlwoningen) en bijzondere bebouwing. In het onbebouwde noordelijk deel tussen de Anklaarseweg en de Buys Ballotstraat werd een mix geprojecteerd van flats en bijzondere woonvormen (bejaardenwoningen en -tehuis). De Leigraaf werd gekanaliseerd in een recht tracé . Op enkele percelen werd de verkaveling aangepast, waaronder de flats in de noordoosthoek van het plan. Ingrijpender voor de wijk was de wijziging van het aantal flats in het Zuiderhoekplan. Ir. Klaarenbeek van de gemeente achtte minder flats, met meer bouwlagen stedenbouwkundig wenselijker, waarbij hij verwees naar Scandinavische voorbeelden. Ondanks de vrees voor hoge kosten van liften die bij echte hoogbouw noodzakelijk zijn, werden in het uitbreidingplan van 1964 zes hoge flats opgenomen.
Uitbreidingsplan in onderdelen Het Loo en Parken, Herziening Wijkcentrum, 1964 Het wijkcentrum was bedoeld voor Kerschoten (in een ruimere begrenzing dan het plan van Zuiderhoek) en de aangrenzende wijk Het Loo, die samen ‘Het Loo en Parken’ vormden. Het wijkcentrum was gepland tussen drie van de vier belangrijkste verbindingen in Kerschoten: de Zwolseweg, Marconistraat/Nobelstraat en Edisonlaan. Door toepassing van artikel 20 van de Wederopbouwwet waren de drie noordelijke blokken met dagwinkels aan het Mercatorplein en de daaraan verbonden etagewoningen reeds gebouwd. Ook de drie blokken eengezinsrijwoningen aan de Lorentzstraat waren in dat kader al gerealiseerd. Tenslotte was een vergunning verleend voor de bouw van een tijdelijk kerkelijk wijkcentrum. Het bezwaar van GS tegen het wijkcentrum had vooral betrekking op de vestiging van een garagebedrijf en de vestiging van ambachtsbedrijven. Toen deze naar andere locaties werden verplaatst en de kavel ten zuiden van het Mercatorplein werd bestemd voor bijzondere bebouwing, ging ook GS akkoord. Dit maakte de vestiging van een definitief kerkelijk centrum mogelijk.
1 7
●●●
Appèlwoningen in Kerschoten
Appèlwoningen in Kerschoten
1 8
●●●
Appèlwoningen Rond 1963 verschenen in de Nieuwe Apeldoornse Courant advertenties van Apeldoornse inwoners waarin zij hun te kleine huis aanboden in ruil voor een groter huis. Naar aanleiding daarvan deed wethouder G.A. van de Belt een appèl aan inwoners van grotere huizen om door te schuiven en goedkope huurwoningen vrij te maken. Hij ondersteunde zijn appèl door een premie van 300-600 gulden aan te bieden. Een bewoner van Sprengenparkflat, de heer H. Wiersma, wilde zijn doorgroei naar een grotere woning niet af laten hangen van de goedgunstigheid van andere inwoners van Apeldoorn. Hij betrok zijn buurman architect Van de Weerd, bij zijn plan voor de bouw van 60-80 woningen op basis van een particulier initiatief in Den Haag uit 1960. Die woningen hadden een grote Engelse kamer, hall, gang, keuken, drie slaapkamers op de verdieping, twee slaapkamers en een hobbyhok op de zolderverdieping en een vliering. Gegadigden voor een woning moesten een woning met een maximale huur van circa 85 gulden achterlaten. Het plan werd voorgelegd aan de gemeente. Driekwart jaar na het eerste overleg startte de realisatie van de zogenaamde Appèlwoningen, noordelijk van de Edisonlaan. De eerste woning werd opgeleverd in december 1964. Later zou in Ugchelen nog een zelfde complex worden gebouwd.
1 9
●●●
Partiële herziening uitbreidingsplan in onderdelen “Het Loo en de Parken” (terrein Kerschoten), 1957
fragment van het beplantingsplan Parkstrook Kerschoten, juni 1961 (herkomst: CODA, Apeldoorn)
2 0
●●●
L A N D S C H A P S A R C H I T E C T U U R het groen in de uitbreidingsplannen De uitbreidingsplannen uit 1957 en 1962 geven een globale indruk van de beoogde ligging van de groenvoorzieningen en hun openbaar dan wel privé karakter. Waarschijnlijk is in de stedenbouwkundige plannen alleen ruimte voor ‘groen’ gereserveerd. De vormgeving van de openbare groenvoorzieningen werd later door de Dienst Landelijke Eigendommen uitgewerkt.5 Het onderzoeksgebied is niet homogeen van karakter. Alleen in het Loosche Veld kon min of meer vrij worden ontworpen (plan Zuiderhoek) en dit gebiedsdeel is dan ook het enige, waarin een bouwblok overstijgende samenhang in het ontwerp te herkennen is. In de overige gebiedsdelen moest veel meer rekening worden gehouden met bestaande bebouwing en wegen. Het plan is bovendien in verschillende deelgebieden gefragmenteerd ontwikkeld en uitgevoerd. Buiten het plan Zuiderhoek kan dan ook beter worden gesproken van een eigentijdse invulling c.q. wijziging van bestaande structuren dan van een volgroeid stedenbouwkundig plan. Van de herziene versie van het uitbreidingsplan (1964) is het gebied zuidelijk van de Leigraaf min of meer volgens plan gerealiseerd, ten noorden hiervan is alleen het bouwblok Buys Ballotstraat / Archimedesstraat / Celsiusstraat en de middenhoogbouw langs de oude spoorlijn overeenkomstig het plan uitgevoerd.
open(bare) ruimte De uitbreidingsplannen voor Kerschoten kenmerken zich door een ruime opzet, waarbij de grotendeels open bebouwing gesitueerd wordt in een groene omgeving. Tussen de gebouwen en de openbare weg is doorgaans ruimte gereserveerd voor tuinen, die onderdeel uitmaken van de wegprofielen en de uitstraling van de straten in belangrijke mate mede bepalen. Door verspringingen in de rooilijn, en door de bebouwing veelal schuin dan wel haaks ten opzichte van de weg te positioneren, wordt de ruimte ritmisch onderverdeeld in subruimtes, die in elkaar overvloeien. Door de open bebouwing hebben met name de gemeenschappelijke tuinen bij de meergezinswoningen, en in mindere mate ook sommige particuliere tuinen bij eengezinswoningen, grote invloed op de uitstraling van de openbare ruimte. Voor de wegen voorzien de plannen in principe alleen voor de lengte van enkele bouwblokken in een homogene profilering. De Laan van Kerschoten, de Einsteinlaan en het middelste gedeelte van de Edisonlaan zijn bijzonder ruim opgezet met brede openbare groenstroken. Ook de Nobelstraat vertoont vergelijkbare structuren. Een andere lintvormig element is het beekje de Leigraaf. De plannen voorzagen in een strook openbaar groen aan weerszijden van de ingekorte en gekanaliseerde waterloop. Over de gedachte vormgeving hiervan is uit de uitbreidingsplannen weinig op te maken. In elk geval is de beek niet aangegrepen als structuurbepalende lijn of als belangrijk karakterelement in het stedelijke weefsel. De aanpalende bebouwing is met de achterkanten naar het water gericht, dat niet toegankelijk is gemaakt (door een wandelpad bijvoorbeeld). Alleen vanaf een drietal bruggen is het water zichtbaar, waardoor het zich hooguit als verrassend detail manifesteert.
het groene hart In het hart van Kerschoten projecteerde Zuiderhoek, aansluitend op het winkelcentrum, een openbaar park. Dit park is het enige onderdeel van het gehele uitbreidingsgebied, waarvan gedetailleerde inrichtingsplannen bekend zijn. Deze zijn uitgewerkt door de gemeentelijke landschapsarchitect Rob Boom. Het park vormde reeds in de stedenbouwkundige opzet van Zuiderhoek een onlosmakelijke eenheid met de omliggende bebouwing en infrastructuur. Deze werd in de concrete inrichtingsplannen verder verdiept en uitgewerkt. Zuiderhoek voorzag in een samenhangende, naar het oosten toe breder wordende strook groen die als het ware opgespannen zou worden tussen het landgoed De Veenkamp in het westen en het nog onbebouwde gebied langs de Grift in het oosten. Het eveneens wigvormig opgezette winkelcentrum zou hierin een schakel gaan vormen. Bij het verlaten van het winkelcentrum aan de oostzijde is er rechtstreeks zicht op het open midden van het park. Rondom het park voorzag Zuiderhoek in bochtig verlopende wegen. Door aan de buitenkanten hiervan lage rijtjeshuizen te situeren, werd het park ruimtelijk verweven met zijn gebouwde omgeving. Bovendien zouden in het groene middengebied, los van de weg en op onregelmatige afstanden, negen woontorentjes met vier verdiepingen verrijzen. In een latere fase zijn de 5
Mondelinge mededeling ir. H. Barkhof (betrokken bij Kerschoten, als landschapsarchitect van de Gemeente Apeldoorn, van 1971 tot 1998), 5 juli 2006.
2 1
●●●
inrichtingsplan Parkstrook Kerschoten, aanpassing te bouwen ‘Kisan’ flats, juli 1967
beplantingsplan Parkstrook Kerschoten, aanpassing te bouwen ‘Kisan’ flats, juli 1967
de Edisonlaan kort na de aanleg
2 2
●●●
plannen hiervoor gewijzigd en werd uitgegaan van zes hogere torens. Uiteindelijk zijn in de rand van het park vier torens van dertien verdiepingen gerealiseerd. Bij de uitwerking van de bouwplannen bleken waterstaatkundige problemen, die werden opgelost door in het park een reeks van drie vijvers te integreren. Het oppervlak van de vijvers werd aangepast aan het breder wordende park met de kleinste vijver aan de westrand en de grootste vijver aan de oostzijde. De eenvoudige, iets bochtige lijnvoering van de vijvers correspondeert met de lijnvoering van wegen en aangrenzende bouwblokken. Het ontwerp voor het park is sober en ruim opgezet, waardoor het aansluit op de terughoudende vormgeving en de gelijkvormigheid van de bijbehorende bebouwing. De vijvers vormen met hun flauwe taluds een vanzelfsprekend onderdeel van het gazon dat het dominerende inrichtingselement vormt van het park. Dit gazon zette zich oorspronkelijk voort tot in de door de woningbouwcoöperatie collectief beheerde voortuinen van de aangrenzende woonhuizen.6 Het gazon werd gecombineerd met een diversiteit aan bomen, die overwegend in kleine groepen en losse rijen werden gegroepeerd – aangevuld met toevallig gestrooid lijkende solitairs. In de buurt van de torenflats en langs de randen van het park werden de bomen geconcentreerd, terwijl het midden overwegend open bleef. Opvallend is dat aan de zuidrand van het park, waar de woontorens relatief dicht bij de rijtjeshuizen staan, veelal voor bomen van de tweede of derde grootte is gekozen. Langs de noordrand daarentegen zijn – bij wijze van dynamisch evenwicht – voornamelijk de grootste boomsoorten gepland. Het sortiment is uiterst zorgvuldig samengesteld uit zowel traag- als snelgroeiende soorten. Er is gelet op een diversiteit in habitus en bladkleur (incl. herfstkleur). Toch is er geen sprake van een kakofonie, omdat per groep in principe slechts één soort is toegepast, soms aangevuld met één afwijkende boom. De opvallendste soorten zijn als solitairs toegepast. Heesterbeplanting is met terughoudendheid opgenomen in het plan: enerzijds als camouflage voor de parkeerplaatsen van de torenflats en anderzijds aan de oevers van de vijvers om de insnoeringen in de oeverlijn te motiveren en te zorgen voor een indeling van de middenruimte in kleinere subruimtes. Ook het heestersortiment is divers, waarbij groenblijvende en bladverliezende soorten zodanig gemengd zijn, dat ook in de winter de ruimtelijke geleding overeind blijft. Doordat langs de randen van het park in principe geen heesters zijn gepland, vormt de laagbouw aan de andere kant van de straat de ruimtegrens, waardoor het park groter lijkt dan het is. Dit effect wordt ondersteund door de vorming van in elkaar overgaande subruimtes, die door zichtrelaties met elkaar verbonden zijn. De torenflats zijn, op één uitzondering na, door middel van een keermuur gekoppeld aan de vijvers. Op deze wijze ontstaat er zowel de nodige ruimte voor het gebouw als de nodige kleinschaligheid voor de mens, die zich in deze ruimte beweegt. Het park vormt als het ware de tuin van de torens.
samenhang tussen groen en bouwblokken De laagbouw langs de randen van het park maakt onderdeel uit van stempelachtige bouwblokken, die met hun andere lange randen grenzen aan de Edisonlaan respectievelijk de Einsteinlaan. Langs de Edisonlaan combineert Zuiderhoek in zijn stedenbouwkundig plan de laagbouw met haaks op de weg geplaatste middelhoogbouw als tegenhanger van de combinatie van laag- en middelhoogbouw aan de noordzijde van de weg. De laagbouw springt telkens ten opzichte van de rijbaan iets verder naar achteren, waardoor de weg in de lengte ritmisch gestructureerd wordt en er een reeks van verschillend grote subruimtes ontstaat. Binnen deze subruimtes werden (zowel in de openbare ruimte als in de gemeenschappelijk beheerde voortuinen) tapijten van met bloemperken versierde gazons uitgespreid. Daar waar laagbouw met de kopgevel naar een weg is gesitueerd, sluit een muur boven ooghoogte de zijkant van de achtertuin af. Tegen deze muren zijn dan in de openbare ruimte heestervakken geplaatst.7 Het wegprofiel is niet symmetrisch, maar er wordt in de verdeling van de bouwvolumes en open ruimtes gestreefd naar een dynamisch evenwicht. Hierin spelen ook de bomen een belangrijke rol. Deze zijn dan ook in het uitbreidingsplan suggestief opgenomen als complement van de middelhoogbouw. Verder uitgewerkte inrichtingsplannen voor de door Zuiderhoek geplande groenvoorzieningen langs de Edisonlaan zijn niet bekend.
6
Mondelinge mededeling ir. H. Barkhof, 5 juli 2006. Deze inrichting maakt volgens een mondelinge mededeling van ir. H. Barkhof onderdeel uit van de oorspronkelijke opzet.
7
2 3
●●●
Het Loo
2 4
●●●
K E N M E R K E N
A N N O
2 0 0 6
Het Loo Het Loo wordt in het westen en het noorden begrensd door het Paleis Park, in het oosten en het zuiden door Zwolseweg. Twee gebieden ten zuiden en ten oosten van de Zwolseweg zijn echter door hun oorspronkelijke functie gerelateerd aan Paleis Het Loo. Ten zuiden van de Zwolseweg liggen Landgoed Daendels en het gebied dat tijdens de regering van Lodewijk Napoleon tot een nieuw centrum ontwikkeld zou worden; ten oosten van de Zwolseweg bevindt zich de voormalige Van HaeftenkazereDe Zwolseweg verbindt Het Loo met de stad. De Koningstraat en de Loseweg ontsluiten de wijk en takken aan op de Zwolseweg. Het Loo heeft zich langs deze historische structuren ontwikkeld. Eerst in het westelijk gelegen deel van de wijk, nabij het paleis. In de loop van de twintigste eeuw raakte ook het oostelijk gelegen deel bebouwd. De bebouwing in de nabijheid van Paleis Het Loo heeft een statiger karakter dan de overige bebouwing. In het westen staan deftige villa’s, in het oosten van de wijk en ten zuiden van de Zwolseweg staan bescheiden vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen. Bijzondere bebouwing in Het Loo concentreert zich op drie locaties: het hoofdgebouw van de voormalige Van Haeftenkazerne aan de Zwolseweg; de kazerne van de Marechaussee Brigade aan de Loseweg; en het revalidatiecentrum Het Loo Erf. De openbare ruimte in Het Loo bestaat uit straten, woonerven, plantsoenen en speelveldjes. Het aanwezige groen is voornamelijk privé-groen. Pleinen en parken ontbreken, maar de woonwijk grenst in het westen en in het noorden aan het Paleis Park. De sterk geprofileerde Zwolseweg heeft aan weerszijden van het wegdek groenstroken, ventwegen, voetpaden en bermen. De Loseweg heeft een brede groenstrook tussen het wegdek en het voetpad en een groene berm met laanbeplanting. De woonstraten hebben overwegend een informeel en stenig straatprofiel bestaande uit een geasfalteerd of een met klinkers bestraat wegdek met voetpaden of verharde bermen. De woonerven zijn stenig. Het Loo is primair een woonwijk en bestaat grotendeels uit lintbebouwing met villa’s, vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen op ruime kavels. De open terreinen zijn na de oorlog ingevuld met projectmatig tot stand gekomen woningbouw in blokverkaveling en twee-onder-een-kapwoningen. De woningbouw in het Van Haeftenpark bestaat uit vrijstaande en geschakelde woningen. Vrijwel alle bebouwing bestaat uit maximaal twee bouwlagen. Gestapelde bouw met meer dan twee bouwlagen beperkt zich tot Hotel De Keizerskroon en de nieuwbouw op het terrein van Huize Berghorst. Rond het grasveld, aan de Bourbonstraat en de Maria Stuartstraat zijn seniorenwoningen gesitueerd. In Het Loo staan relatief veel gemeentelijke monumenten en zelfs een rijksmonument (woonhuis met smederij aan de Loseweg). Traditionele bakstenen woonhuizen met zadeldaken en mansardedaken overheersen het bebouwingsbeeld van Het Loo. Aan de Loseweg zijn bouwstijlen zoals het neoclassicisme, het eclecticisme en de chaletstijl vertegenwoordigd. Enkele villa’s aan de Koningstraat kunnen tot de chaletstijl worden gerekend. De nieuwbouw op het terrein van de voormalige Van Haeftenkazerne is vormgegeven in de trant van de postmodernistische architectuur, die gangbaar was aan het eind van de twintigste eeuw.
Kerschoten Kerschoten wordt in het noorden begrensd door de Anklaarseweg, in het zuiden door de Laan van Kerschoten, in het oosten door de Kanaalzone en in het westen door de Koninginnelaan/ Zwolseweg. De oost-west gerichte Edisonlaan en de Anklaarseweg verbinden Kerschoten met de stad, o.a. via de Zwolseweg westelijk van de wijk. De Koninginnelaan en de Boerhaavestraat ontsluiten de wijk van noord naar zuid en takken aan op de voornoemde hoofdontsluitingen. Parallel aan de Edisonlaan stroomt de gekanaliseerde Leigraaf. Kerschoten bestaat uit twee buurten: de noordelijke buurt die deels op bestaande structuren is aangelegd, en de zuidelijke buurt die door D. Zuiderhoek is ontworpen, in een open structuur. De bijzondere bebouwing concentreert zich aan de Edisonlaan die beide buurten van elkaar scheidt. Het winkelcentrum aan de Edisonlaan vormt het centrum van Kerschoten en is strategisch gelegen ten opzichte van de woonbuurten. De woontorens in het zuidelijk deel manifesteren zich als landmarks. De sportvelden die een groene buffer tussen de Curiestraat en de Vlijtseweg vormen, zijn aangelegd op het terrein van de wasserij Stinkmolen. Kerschoten sluit aan op De Parken en heeft het alomtegenwoordige groen van de villawijk als een belangrijke karakteristiek overgenomen. In het stedenbouwkundige ontwerp voor het gebied ten oosten van de Koninginnelaan heeft royaal wijkgroen als uitgangspunt gediend. Aan het centrale groengebied lag
2 5
●●●
Kerschoten
2 6
●●●
een beplantingsplan ten grondslag. In de gehele wijk is sprake van een welbewuste en bijzondere bomenkeuze. Het water in Kerschoten manifesteert zich op twee manieren: duidelijk zichtbare waterpartijen ten zuiden van de Edisonlaan en de door struikgewas en geboomte geflankeerde Leigraaf ten noorden van de Edisonlaan. In Kerschoten zijn de doorgaande wegen geasfalteerd en de woonstraten met klinkers bestraat, maar soms ook geasfalteerd. De Edisonlaan is sterk geprofileerd. Kerschoten is primair een woonwijk. Ten noorden van de Edisonlaan is de vooroorlogse lintbebouwing aangevuld met portiekwoningen in blokverkaveling uit de late jaren vijftig en blokverkaveling uit de jaren zeventig en tachtig (op de locaties van voormalige kwekerijen). Rond de Kamerlingh Onnesstraat en de Professor Enthovenstraat staan de Appèlwoningen. Langs de Anklaarseweg en aan het begin van de Koninginnelaan staat middelhoogbouw. De bebouwing ten zuiden van de Edisonlaan concentreert zich langs lusvormige woonstraten en bestaat zowel uit laagbouw als uit middelhoogbouw en hoogbouw. De torenflats staan verspreid in het open groene terrein. Kerschoten beschikt over twee bejaardencentra en een groot contingent seniorenwoningen, dat zich vooral in het noordelijk gelegen wijkdeel bevindt. Op het terrein van de voormalige ijsbaan staat de Veenkamp, een functionalistisch bejaardencomplex van het architectenbureau Van Tijen, Boom en Posno. De houtwal/ loofboomsingel rond het aangrenzende landgoed De Veenkamp is nog altijd in tact. Het Mercatorplein is een naar de omgeving toe open winkelcentrum. De vroeg naoorlogse architectuur van Kerschoten kan worden gekenmerkt als zakelijk traditionalistisch of gematigd modernistisch. Noordelijk van de Anklaarseweg bevindt zich een mix van lintbebouwing met zowel voor- als naoorlogse woningen, woningbouwcomplexen uit de jaren negentig (o.a. ter plaatse van de voormalige kazerne, zie Het Loo), een scholengemeenschap en een verpleegtehuis uit de jaren zeventig dat eind twintigste eeuw is uitgebreid.
wijzigingen ten opzichte van de stedenbouwkundige plannen In de ruimtelijke structuur waren in de stedenbouwkundige plannen uiteindelijk alle bajonetten vervangen door kruisingen. In de uitvoering bleek het lastig de Marconistraat en Nobelstraat op elkaar te laten aansluiten: hier is toch een bajonet ontstaan. Van de zes geplande flats in het groene centrumgebied van Zuiderhoeks ontwerp, zijn er uiteindelijk vier uitgevoerd (met een hoogte van 13 lagen). De geprojecteerde kavel met flats in het noordoostelijk deel van Kerschoten is vervangen door eengezinsrijwoningen in blokverkaveling. Op de locatie van het oorspronkelijke tijdelijke kerkelijk wijkcentrum staat sinds 1960 een school. De bejaardenwoningen zuidelijk van bejaardentehuis De Veenkamp zijn in de jaren negentig van de twintigste eeuw gesloopt en vervangen door nieuwbouw in vrijwel identieke verkaveling.
wijzigingen ten opzichte van de landschapsarchitectonische plannen Terwijl het park zich nog steeds nagenoeg in de authentieke staat bevindt, worden de voortuinen niet meer collectief als gazons beheerd. Hierdoor wordt het centrale park visueel kleiner en oogt het profiel van de Edisonlaan minder royaal. In enkele gevallen zijn de privé-tuinen in het openbaar groen uitgebreid, waardoor de karakteristieke ruimtelijke eenheid in de groenvoorzieningen langs de openbare wegen wordt verstoord. Enkele heestervakken op de kopgevels van de laagbouw zijn verdwenen, waardoor de gevel en tuinmuur kaal zichtbaar zijn. De Edisonlaan is verbreed en voorzien van parallelwegen. Waar het groen en de bebouwing oorspronkelijk in de uitstraling van de weg de boventoon voerden, is dat nu het verkeer geworden. Ook vormt de weg een visuele en fysieke barrière.
2 7
●●●
Anklaarseweg, Edisonlaan
schets bouwhoogten in zuidelijk deel van Kerschoten door Hugo Diddens, 2005
bejaardentehuis de Veenkamp, met op de achtergrond de ‘vrijgezellenflat’ het centrale groengebied in het zuidelijk deel van Kerschoten
de haakvormige verkaveling in het groen (links) tussen de Koninginnelaan en het tracé van de voormalige spoorlijn naar Hattem (rechts) de grasbermen langs de Einsteinlaan
2 8
●●●
W A A R D E R I N G Behoud, herkenbaarheid of versterking van de volgende aspecten is vanuit cultuurhistorisch perspectief van essentieel belang voor de identiteit van Kerschoten:
ruimtelijke structuur
de historische hoofdstructuur: Loseweg, Koningstraat, Anklaarseweg, Edisonlaan, Koninginnelaan, Boerhaavestraat; de historische substructuur: Marconistraat/ Nobelstraat, Laan van Kerschoten; de open verkaveling aan de historische structuren in het Loo; de geleidelijke overgang van bebouwing met een statig karakter naar bebouwing van meer bescheiden aard; het modernistische stedenbouwkundig ontwerp voor het zuidelijk deel van de wijk (zuidelijk van de Leigraaf), waarin de samenhang tussen bebouwing, openbare ruimte en structuur van groot belang is evenals de weloverwogen mix van gebouwtypen en bouwhoogten; het complex rond bejaardentehuis de Veenkamp, dat als stedenbouwkundige afsluiting functioneert van Kerschoten en tegelijkertijd de groene overgang vormt naar het aangrenzende landgoed; de verkaveling van het Van Haeftenpark.
openbare ruimte
de brede groenstroken met laanbeplanting langs de Loseweg; het centrale groengebied rond de vier torenflats met de drie waterpartijen, aangelegd volgens inrichtingsplannen uit de jaren zestig: er is veel aandacht besteed aan de ruimtelijke opzet, de relatie met de bebouwing en infrastructuur, de sortimentskeuze en het reliëf; het ruim opgezette openbaar groen rond de verschillende middelhoogbouwprojecten; de sterke profilering van de Edisonlaan, die de betekenis als hoofdontsluiting benadrukt; openbare grasstroken met bomen in woonstraten, zoals de Einsteinlaan; openbare heestervakken tegen tuinmuren aan de kopse kanten van laagbouw; het open karakter van het winkelcentrum rond het Mercatorplein, dat in positieve zin sterk afwijkt van de gebruikelijk introverte naoorlogse winkelcentra in woonwijken (helaas is de architectuur en inrichting van de openbare ruimte door latere wijzigingen sterk aangetast); de smalle groenstrook met daarin de gekanaliseerde Leigraaf, noordelijk van de Edisonlaan.
het winkelcentrum rond het Mercatorplein
de gekanaliseerde Leigraaf noordelijk van de Edisonlaan
2 9
●●●
eengezinsrijwoningen, openbaar groen en middelhoogbouw in Kerschoten half open verkaveling van eengezinsrijwoningen om traditionele blokverkaveling te voorkomen
torenflats in het centrale groengebied bijzondere bomen ter ondersteuning van stedenbouwkundige principes
luchtfoto van bejaardencentrum de Veenkamp e.o., genomen door H. Snelleman in 1998 bejaardentehuis de Veenkamp
de flat aan de Koninginnelaan, die werd gebouwd ten behoeve van vrijgezellen de seniorenwoningen aan de Gemzenstraat en Antilopestraat
3 0
●●●
gebieden 1.
2.
het modernistische stedenbouwkundig ontwerp voor het zuidelijk deel van de wijk dat wordt begrensd door de Leigraaf, de Boerhaavestraat, de Laan van Kerschoten en de Koninginnelaan; 1958-1960; architect David Zuiderhoek; het stedenbouwkundig ontwerp is geïnspireerd door Scandinavische voorbeelden; centraal in de wijk bevindt zich een park met vijvers, die een groene long vormt, samen met landgoed de Veenkamp, het groen rond bejaardencentrum de Veenkamp en de sportvelden oostelijk van de wijk; van cultuurhistorisch belang, vanwege: − de harmonieuze samenhang tussen de stedenbouwkundige opzet, het openbaar groen, de straatprofielen en de architectuur; − de grote variëteit in openbare ruimten, die is ontstaan door de verkaveling van de eengezinsrijwoningen; − de belangrijke plaats die het stedenbouwkundig plan inneemt in het oeuvre van architect David Zuiderhoek, dat voornamelijk gebouwen omvat; − de sobere, maar zorgvuldig vormgegeven en subtiel gedetailleerde architectuur; − het expressieve samenspel tussen de verschillende bouwtypen (eengezins-, senioren-, etagewoningen) en bouwhoogten (van eenlaags seniorenwoningen tot dertien laags torenflats) − de wijze waarop de torenflats en middelhoogbouw onlosmakelijk zijn verbonden met het omringende openbaar groen; − de open relatie tussen het winkelcentrum en de wijk. bejaardencentrum de Veenkamp, Gemzenstraat 9 1956-1960; architecten Van Tijen, Boom, Posno: projectarchitecten, Willem van Tijen i.s.m. Herman Haan; het oorspronkelijke complex bestond uit het bejaardentehuis, bejaardenwoningen en een activiteitencentrum; ook de aangrenzende vrijgezellenflat aan de Koninginnelaan is ontworpen door Van Tijen, Boom, Posno; het bejaardentehuis is uitgebreid met een nieuwe vleugel (waarvoor het activiteitenpaviljoen is gesloopt) en is verder door diverse renovaties gewijzigd (kozijnen, vensterindeling, interieur, etc.); een deel van de laagbouwwoningen is reeds vervangen door nieuwbouw; van cultuurhistorisch belang, vanwege: − de stedenbouwkundige betekenis van het gebouw in de opzet van Kerschoten: in het verlengde van het centrale groengebied, tussen het wijkcentrum en landgoed de Veenkamp; − het oorspronkelijke modernistische architectonisch ontwerp van het bejaardentehuis en de vrijgezellenflat; − de architectonische samenhang tussen de verschillende gebouwen van Van Tijen, Boom, Posno; − de typologische variatie: een bejaardentehuis, gestapelde bejaardenwoningen (inmiddels vervangen door nieuwbouw), grondgebonden woningen in twee lagen voor bejaarden en kleine flats voor vrijgezellen, allen nabij het wijkwinkelcentrum; − de stedenbouwkundige opzet van het buurtje.
bejaardentehuis de Veenkamp en de bijbehorende (inmiddels gesloopte) gestapelde bejaardenwoningen in hun oorspronkelijke vorm
3 1
●●●
Appèlwoningen, Kamerlingh Onnesstraat e.o.
Open Hofkerk, Boerhaavelaan 58-60
interieur Open Hofkerk, Boerhaavestraat 58-60 interieur openbare basisschool Comenius, Buys Ballotstraat 62
Openbare basisschool Comenius, Buys Ballotstraat 62
3 2
●●●
3.
Appèlwoningen, Kamerlingh Onnesstraat e.o. 1963-1964; woningbouwvereniging Het Appèl was opgericht door ingezetenen van de Apeldoornse bevolking, n.a.v. het appèl van de wethouder voor openbare werken aan de Apeldoornse bevolking om door te schuiven en goedkope huurwoningen vrij te maken; Appèlwoningen waren ongesubsidieerd en zouden het eigendom worden van de leden die allen vrijwillig een gesubsidieerde huurwoning verlieten; de eerste Appèlwoningen verrezen in Kerschoten; kort daarna volgden de woningen in Ugchelen; architect J. van der Weerd ontwierp systeembouwwoningen die opvallen door een gevarieerd materiaalgebruik; van cultuurhistorisch belang: − als uitdrukking van de vroeg naoorlogse woningnood en de creatieve oplossing waarmee een aantal Apeldoornse burgers kwam; − vanwege het (voor die tijd) buitengewone woningbouwtype; − vanwege de zorgvuldige architectonische vormgeving.
bebouwing Van de volgende waardevolle gebouwen en ensembles moet nader categoriaal onderzoek uitwijzen of ze voor de gemeente Apeldoorn een zodanig cultuurhistorisch belang vertegenwoordigen, dat ze een beschermde status krijgen: 4.
Open Hofkerk, Boerhaavestraat 58-60 1966; architect David Zuiderhoek; van cultuurhistorisch belang: − de expressieve modernistische architectuur van de kerk en de daaraan gekoppelde dienstruimten; − de sobere, maar zorgvuldig vormgegeven inrichting; − de gaafheid van het oorspronkelijke ontwerp.
5.
Openbare basisschool Comenius, Buys Ballotstraat 62 1959; architect J. Minekus; wandschildering door E.K. Meek; ontwikkeld in twee bouwlagen vanwege de lage bouwkosten en grondkosten; ook gebouwd in Brinkhorst (aan de Schotweg, inmiddels gesloopt) en in Apeldoorn Zuid (aan de Loudonstraat); van cultuurhistorisch belang: − als representatief voorbeeld van een halschool; − vanwege de architectonische vormgeving: in elkaar geschoven volumes onder flauw hellende lessenaardaken, waarvan het gedeelte dat oorspronkelijk boven de ingang uitkraagde op ranke kolommetjes is geplaatst; − ondanks de nieuwe aanbouwen: het exterieur is nog steeds zeer herkenbaar, de ruimtewerking van het interieur is vooral in de hal door de interne verbouwing niet wezenlijk aangetast.
3 3
●●●
de open verbinding tussen het plantsoen en het winkelcentrum is verstoord geraakt door latere toevoegingen in de openbare ruimte
ter hoogte van het winkelcentrum kan de bestaande centrale groenstrook in het zuidelijk deel van de wijk versterkt worden
3 4
●●●
A A N B E V E L I N G E N ruimtelijke structuur
handhaven en zorgvuldig beheren van de open en groene structuur; handhaven van de open verkavelingsstructuur aan de historische structuren; ruimtelijke kwaliteit van winkelcentrum rond Mercatorplein verbeteren/ versterken/ terugbrengen, bijvoorbeeld door: − verwijderen obstakels uit jaren zeventig in openbare ruimte; − versoberen van luifels en verwijderen van constructies en palen uit de jaren zeventig; de oorspronkelijke luifels waren eenvoudig en namen niet zoveel (visuele) ruimte in beslag; − openheid van winkelcentrum naar centrale groenaanleg terugbrengen (dit kan bijvoorbeeld door het verwijderen van alle ‘ruis’: reclameborden, telefooncel, winkelwagentjes, etc.); bij nieuwe ontwikkelingen in het zuidelijk deel van de wijk de centrale groenstrook versterken, door bijvoorbeeld: − deze in oostelijke richting te verlengen en de objectmatige hoogbouw in het groen uit Zuiderhoeks ontwerp in een nieuwe vorm te herhalen; − het groen van het landgoed, bejaardencentrum de Veenkamp en het zuidelijke plantsoen via het winkelcentrum met elkaar te verbinden.
openbare ruimte
versterken van de centrale groenstructuur in het zuidelijk deel van de wijk, door ter hoogte van het winkelcentrum de groenstructuur (optisch) door te trekken; versterking van de betekenis van de Edisonlaan door het stroomlijnen van het bajonetvormige kruispunt met de Marconistraat/ Nobelstraat; behoud van grasbermen en het openbaar groen rond de etagewoningen en seniorenwoningen; beheren van het openbaar groen conform het oorspronkelijke beplantingsplan van Kerschoten; meer continuïteit aanbrengen in de profilering van de Zwolseweg; de bermen in de vooroorlogse woonstraten zijn grotendeels beklinkerd, terwijl groene bermen en grindbermen beter zouden passen.
gebieden en bebouwing
terughoudend zijn met nieuwe inpassingen ten zuiden van de Leigraaf; wanneer andere belangen om nieuwbouw vragen dit inpassen in en ondergeschikt maken aan de stedenbouwkundige opzet van Zuiderhoek; daarbij is het van belang aandacht te besteden aan: − de verhouding tussen bijzondere bebouwing en woningbouw; − de mix van woningtypen; − de weloverwogen combinatie van bouwhoogten; − het sobere karakter van de bestaande architectuur, waarop nieuwe architectuur dient aan te sluiten; de betekenis van waardevolle gebieden vertalen naar beleidsinstrumenten, zoals het beschermd staden dorpsgezicht, het bestemmingsplan of het (gebiedsgerichte) welstandsbeleid; gebiedgerichte criteria formuleren voor de verscheidenheid aan bouwstijlen in het Loo; onderzoek naar alle genoemde cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, die nog geen monumentale status hebben; bij volgende verbouwingen of renovaties van bejaardencentrum de Veenkamp, het oorspronkelijk ontwerp van Van Tijen en De Haan als uitgangspunt nemen en proberen de plastiek en verhoudingen van dit ontwerp te herstellen.
3 5
●●●
Loseweg 192 (tegenwoordig 290-292)
Loseweg 142/ Dillenburg 1 Loseweg 166
Loseweg 168 Loseweg 172
Loseweg 144 en 144a Loseweg 156
3 6
●●●
B I J L A G E :
M O N U M E N T E N
I N
H E T
L O O
Loseweg 192 (tegenwoordig 290 en 292) Woonhuis en smederij (rijksmonument). Het woonhuis is waarschijnlijk gebouwd aan het eind van de zeventiende eeuw (1694) of begin achttiende eeuw. Bij het woonhuis hoort een smederij uit de negentiende eeuw. Het woonhuis heeft aan de achtergevel nog zijn oorspronkelijke hoge topgevel. De voorzijde laat een niet oorspronkelijk wolfsdak zien. Hier is de gevel bij een herstelling afgeknot. Loseweg 142/ Dillenburg 1 Villa uit 1879 met souterrain, bel-etage met schilddaken tegen verdieping, verdieping op het middengedeelte met flauw hellend zadeldak. Gestukadoord plint, waarin lage ramen van het souterrain zijn opgenomen, afgedekt met waterlijst. Geblokte pilasters op de hoeken van de bel-etage. Gevels aan de voor- en zijkanten met gepleisterde pilasters en kapitelen afgedekt met timpaan. Vensters in de topgevel voorzien van gepleisterd lijstwerk en afgedekt met hafronde raamkoppen. De ander helft van het huis staat aan de Dillenburg. Aan de oostzijde een fraaie houten serre met gebogen loden kap. Zowel door bouwstijl als locatie is dit pand mede beeldbepalend voor de karakteristieke omgeving rond Paleis Het Loo. Loseweg 166 Gepleisterd woonhuis (1862), ‘Wittensteijn’ genaamd. Op de kap Oudhollandse pannen. Op de hoeken met kantelen afgedekte pylonen. Plint met waterlijst. In de voorgevel middendeel waarboven uitgebouwde dakkamer afgedekt met ingezwenkt schuin dak met op de top een gegoten ijzeren ornament. Voor de dakramen een balkon met fraai ijzeren hekwerk. Vensters met halfronde raamtoppen waaromheen getande bogen. In de raamtoppen cirkelvormige onderverdeling in gegoten ijzer. Eenvoudig ijzeren hekwerk als terreinafscheiding. Loseweg 168 Bakstenen woonhuis (negentiende eeuw). Laag gecementeerd plint. Voordeurpartij met brede lijst. Vensters met strekken en natuurstenen vensterbanken. Raamindeling niet origineel. Geprofileerde goot. Aan de voorzijde dakkapel met flauw hellend zadeldak. Aan de voorzijde eenvoudig ijzeren terreinafscheiding. Loseweg 172 ‘Huize Berghorst (ca. 1911). Verhoogd middendeel afgedekt met schilddak met ‘Jugendstil’-bekroning. Ter weerzijde een avant-corps met zadeldak. Middendeel met balkon over de volle breedte, rustend op zware stenen consoles. Boven de vensters overwegend dubbelbogen met geboorte- en sluitstenen. De topgevel van het avant-corps is op door consoles ondersteunde bogen uitgemetseld. Aan de zuidgevel een overdekt terras onder gemetselde ijzeren arcade. De arcade heeft een ‘Jugendstil’-motief. Voor 1910 stond op dit terrein een dubbel woonhuis in eigendom toebehorend aan Marten Berghorst. Loseweg 144 en 144a Eenvoudig bakstenen woonhuis (1918). Laag gecementeerd plint. Op de hoeken uitgemetselde pilasters. Middendeel overgaand in uitgebouwde dakramen en de zolder eindigend in een plat met geprofileerde lijsten. Voordeur en raam in middendeel voorzien van zware geprofileerde gepleisterde lijsten met boven kwartronde hoeken. Voordeuren met panelen. Bovenlichten met levensboom. Vensters met schuiframen met op de top kwartronde hoeken. Loseweg 156 Gemetseld woonhuis van eenvoudige architectuur (ca. 1900) waarvan het noordelijk deel een volledige verdieping heeft. Het zuidelijke lage deel heeft een lage zolderverdieping afgedekt met zadeldak. Gevels met horizontale gepleisterde banden en waterlijsten. Getoogde vensters met geboorte- en sluitstenen. De voordeur is niet origineel. De vensters zijn alle schuiframen. Eenvoudig smeedijzeren hekwerk aan de voorzijde.
3 7
●●●
3 8
●●●
L I T E R A T U U R Elzenga, E. (ed.), Het Witte Loo. Van Lodewijk Napoleon tot Wilhelmina 1806-1962, Apeldoorn 1992 Es, Evelien van, Apeldoorn Naoorlogse Architectuur, Stichting Bouwhuis, Apeldoorn 2004. Frank, C.J., F. Haans, H. Ummels, Apeldoorn, Architectuur en stedenbouw 1850-1940, Zwolle 1997 Kemperink, R.M. (ed.), Geschiedenis van Apeldoorn, Zutphen 1993 Ummels, H., J. Vaessen, O. Veldhuizen, Y. de Vries, Monumenten in het groen, Apeldoorn 1987 http://www.destentor.nl/dossiers/apeldoorn/indewijk/kerschoten (over de Stinkmolens)
3 9
●●●
CULTUURHISTORISCHE ANALYSE
KERSCHOTEN
Colofon in opdracht van
&
HET LOO
gemeente Apeldoorn
productie en ©
tekst en beeld m.m.v.
Ede, 25 juli 2006 Pauline Opmeer, Evelien van Es, Birgit Lang (SB4) Eric Blok (SB4), Hugo Diddens
4 0
●●●