mm
COQUETTE
af
MUZIEK VAN HENRI C. VAN PRAAG
WOORDEN VAN CO BALFOORT
Vrij Voord reugen.
Niette vH^q.
^/J'IJTTTJrlr.rtp'r r.khS^. Co. .c(u€t.te,wat^|3eeljeje $peUeXfiWeedZn1täonitärJtäMJoiürhe.
C ! N El M A Sc TH EATED
"4: ^#T i
nihst^ ± JTTji-jLf^Tj r m rTi'i^ Nfa m m £ ^n-^ ft ^r\ ^
^-^
oo.aenenmndVkken hé\.den W4e hew.wietteeMVöMkväwlie ve.leeeM3M6MöttHij lonvaiijecfarweHiet3cfaei.deHf Hij bes.te
m
^ ^
^^
^
^>
iï
r^
f
^
i
J^ ' gf^;
s^^ _.
»i
Coquette, wat speel je je spelletje wreed En toch onweerstaanbaar bekoorlijk! Als 't niet zoo charmant was, al wat je deed. Dan was het bijna onbehoorlijk!
Hij voelt wel de pijn van het lokkende spel. Maar toch zal hij mee willen spelen. Hij droomt van den hemel, maar leeft in een hel. Als zijn- hart in het spel zal gaan deelen.
Naar d'een Éfaat een lach, naar d'ander een lonk. Je oog-en en mond lokken beiden. Wee hem, wien een vonk van die vele eens wondt. Hij kan van je charme niet scheiden!
Coquette, pas op! Speel 't spel niet te lang! Je wint, maar verliest toch ten leste. Want het hart, dat je coquetterie niet verdraagt. Is van je aanbidders het beste.
1^1 A ISO IN
O OIO
:ZJ
•
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Specialiteit voor geschenken in zilvet
en verzilverd metaal GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
Red. en Adm. Oalflewater 22 Lelden. Tel. 760 Poatrekening 41880
Verschont wekelQks — Prtfs per kwartaal f. 1.05.
Een ideaal geschenk...
Automobilist^ „Xgent, mijn wagen is hier gestolen I" A
(aodfried de Groot ^an Cuykenstraat 2a, Tel. 28474 >Fmsterdam
beroemde Cutex producten in allerelegantste verpakking... alles wat de elegante vrouw noodig heeft om hare handen te verzorgen. Een elegant, modern doosje... deze Marquise Set... een sieraad voor de toilettafel... een geschenk, dat met vreugde ontvangen zal worden en een vaste plaats op de toilettafel vinden zal. Zes fraaie Cutex Sets in prijzen van fl. 1.80 tot fl. 10.50 zijn allerwegen verkrijgbaar. DE
NORTHAM WARREN CORPORATION
CUTEX KLLtS VOOR DE SCHOONHEID DER HANDEN
Singel, 44 — Amsterdam Ik sluit hierbij 7 postzegels van 61 ent in voor een Hein doosje Cutex, ter kennismaking NAAM .... STRAAT .
Specialiteit in moderne en artistiéfee foto's
Zend nevenstaanJe coupo/i met 7 postzegels van 6 cent
.
.
WOONPLAATS .
V.\h
MENSCHEN DIE ZICH VOOR HET GOEDE INTERESSEEREN LEZEN ONS BLAD ADVERTEERT DUS IN DIT WEEKBLAD VRAAOT ONZE ZEER BILLIJK GESTELDE ADVERTENTIETARIEVEN. ADM. OALOEWATER 22, LEIDEN — 2 -
^^____^^_____
^^^^^^^^^^_^^_
Er is iets gebeurd in het rijk van de film! Juliana van Oranje-Nassau, de troonopvolgster van het Koninkrijk der Nederlanden, heeft voor de film gesproken! Wel menigmaal mogen op het witte doek koninginnen en prinsessen van filmrijken hebben gesproken en zich de genegenheid van het publiek hebben verworven. Doch het is nog niet dikwijls voorgekomen, dat een koningskind zich zóó rechtstreeks heeft gericht tot het volk zélf en haar oogen recht keken in die van haar onderdanen. Wel is de aanleiding tot dit gebeuren niet van vreugdigen aard; doch het stemt ons tot diepe blijdschap, dat in dezen de kroonprinses zelf het heft in handen heeft genomen om leniging te brengen in den nood, waaronder velen van het volk gebukt gaan! Lezers, zegt het U niets, dat deze jonge vorstin, zich bewust van den ernst der tijden, niet heeft geschroomd zich te bedienen van alle mogelijkheden der moderne techniek om dat wat zij te zeggen heeft, te doen doordringen tot ieder oor en oog, tot ieder, hart? Om het te bewegen, mee te helpen en te steunen, mèt haar te strijden tegen de armoede der behoeftigen, naast haar te staan in deze moeilijke periode? Is het niet een voorbeeld, dat ieder afzonderlijk dwingt het zijne te doen? Dit is een daad, een nobele daad, en daarom mogen wij niet langer aarzelen, want de toestanden vragen om onmiddellijke hulp en kunnen geen uitstel lijden! Wij willen hier niet uitweiden over de historische waarde van het feit, dat de installatie van het crisis-comité door prinses
Juliana op de film is vastgelegd. Geheel Nederland heeft dit vorstelijk filmdebuut natuurlijk met sympathie begroet, en het lijdt geen twijfel of ieder wenscht, dat de oproep, dien Piinses Juliana, gedreven door haar hartelijk medegevoel en heur spontaan menschelijke belangstelling voor het lijden van zoovelen harer landgenooten, tot ons allen richtte, succes zal hebben! Daarom lezeressen vooral, doch lezers zeker ook, wanneer gij in den bioscoop dezer dagen de prinses tot U ziet en hoort spreken, laat dan die melodieuze meisjesstem ingang moyen vinden in Uw hart! Weest niet laks! Zet alle bedenkingen opzij en volgt spontaan dit waarlijk vorstelijke voorbeeld. Deze jonge vrouw spreekt tot U ieder persoonlijk en vraaort Uw steun voor haar volk, waartoe ook gij behoort. Zij heeft gesproken in dienst van het volk en verwacht van ieder, die daartoe in staat is, dat hij het zijne bijdraagt! Zij vertrouwt op de sympathie voor haar persoon en op de goede uitwerking van haar edelmoedig voorbeeld! Mogen wij haar dan teleurstellen? Neen! Wij moeten bewijzen, hoe zeer wij waardeeren hetgeen zij heeft gedaan en doen zal, door te steunen, te helpen zooveel in ons vermogen is! Wij hebben de beste verwarbtin^en van het resultaat, door het uitspreken van dit koninklijke beroep te bereiken, en twijfelen met, of geheel Nederland zal willen medewerken om het film-debuut van Juliana van Oranje-Nassau tot een dóórslaand succes te maken!
,
■
•
'
',
-'v '
~
'
K
'
' '
'
'
'
"
■
■
■:
•
■
DIEF EN DIEFJESMAAT Ui) bukte snel. greep haar hand en bracht ze aan zUn lippen. Toen waa ht) verdwenen voor zi] er eri In had. En al hóórde hV haar snikken: „Dick, mUn liefste, kom terui'". hv liet het niet merken. De deur, die zich achter hem sloot, scheidde voorgoed hun beider levens ...
EEN COMPLEET UEBHAAL DOOR
D'ALVAREZ
n
aisy Laval keek haar broer een |en al verbazing aan. „Ik begrijp er niets van," zei ze toen. „Hoeveel heb je dan geleend van dien man?" John fronste zijn wenkbrauwen. „Duizend pond," zei hij, het vermijdend zijn zuster aan te zien. „Maar ik heb het papier, dat hij liet teekenen, niet gelezen, althans niet goed. En nou zegt hij, dat ik hem tweeduizend pond schuldig ben, ofschoon ik het geld pas vier maanden heb. Ik had wel iets gelezen van vijf en twintig percent, maar het is toen niet tot me doorgedrongen, dat het vijf en twintig percent per maand was. En de schoft prest me nu om te betalen, of..." Hij zweeg beschaamd en kleurde als een schooljongen. „Of ... wat ?" vroeg zijn zuster, terwijl de jongeman onrustig op zijn stoel heen en weer schoof. „Ja, zie je, het zit zoo," begon John, zijn zuster aankijkend, maar zijn oogen direct weer neerslaand. „Ik schrok me natuurlijk dood, toen die schurk mij vertelde, wat ik hem betalen moest, en om den schrik wat te verdrijven, ben ik in den Cri-Bar een cocktail gaan drinken. Ik werd toen aangesproken door iemand, die naast me stond. De kerel sneed nogal op, maar hij was toch geen slecht soort, geloof ik. Hij kent jou heel goed, zei hij. Dat wil zeggen van gezicht." „Kent hij mij ?" vroeg het meisje verbaasd. „Wie is het dan?" „Dat zal ik je zoo meteen vertellen," ging haar broer verder. „We dronken iets voor elkaar en toen ... wel, ik weet niet hoe het precies in zijn werk ging, maar ik vond hem een aardigen vent en vertelde hem, dat ik in de narigheid zat. Ik vertelde hem alles en vroeg, wat hij me aanraadde. Nou, zooals ik je zei, het was een aardige kerel en hij vroeg me, wie me dat koopje geleverd had. Ik zei het hem en nu komt de goede kant van de geschiedenis — die Atterton kende hem. Atterton was degeen, dien ik in die bar ontmoette." Hij zweeg en stak een sigaret op, terwijl het meisje hem ernstig aankeek. „Verder, verder," zei ze-na eenige oogenblikken. „Nou, we zijn toen samen gaan lunchen en daarna is hij aan den slag gegaan. Hij zei tegen me: „Kijk eens, Laval, je hebt als een idioot gehandeld, maar je bent niet de eerste en je zult ook wel niet de laatste zijn. Ik zal een briefje schrijven aan de firma Baynes en Co. —. dat zijn die lui, die mij het
I
PO RTIR ETSTO D QI geld hebben geleend — en probeeren, hen over te halen, je uitstel van betaling te geven of wat van de interest af te doen." Natuurlijk was ik hem erg dankbaar, en den volgenden dag heb ik wéér met hem geluncht. Hij had toen al antwoord van de firma Baynes. Ze hadden hem een langen brief geschreven, waarin ze hem herhaalde malen verzekerden, dat zij voor lederen vriend van hem graag een uitzondering wilden
MAXIMUM GEZINSVERZORGING MINIMUM PREMIE NIEUWSTE TARIEF WAZAÏKI
Vraagt vrijblijvend onze
prospecti. - 5 -
(Foto: Rtint Sasbarg. Bloemendaal.)
maken, enzoovoort, enzoovoort. Natuurlijk was ik zoo blij als een hond met twee staarten en vroeg ik Atterton of ik niets mèèr kon doen dan hem alleen maar bedanken. En... eh... hij, — enfin, ik geloof, dat het toen was, dat hij mij vertelde, dat hij jou van gezicht kende." Hij wierp zijn zuster een snellen blik toe, maar keek onmiddellijk weer een anderen kant uit. „Hij zei... hij dacht, dat ik hem mis-
LEVENSVERZEKERING
IH Ik\l IB #vSCHIEDAM M IK
■
sch'en wel met je in kennis kon brengen. .. Het zou hem een groote eer zijn, zei hij, en... enfin, de rest begrijp je wel." Het meisje zat doodstil. „Ja," zei ze, „ik begrijp het. En jij... jij hebt toegestemd ?" „Eh... ja. Natuurlijk, want het is een verdraaid nette kerel. Een beetje burgerlijk, zou ik zoo zeggen, maar hij heeft mij in ieder geval een reusachtig grooten dienst bewezen, Daisy, en het minste wat je kunt doen, is aardig tegen hem te zijn. Dat is toch niet veel verlangd, is het wel? Ik heb hem in de hall gelaten, waar vader hem aankijkt alsof hij hem een pak slaag wil geven, terwijl die lange slungel — ik bedoel dien vriend van jou — hem door zijn brilleglazen aanstaart alsof het een krankzinnige is." „Het is mijn vriend niet, John!" De blos op Daisy's wangen werd dieper. „Nou ja, jij hebt toch in ieder geval gevraagd of hij hier kwam," bromde de jongen. Toen, opeens van toon veranderend, wendde hij zich bijna smeekend tot haar: „Toe, Daisy, meid — help me, om 's hemels wil! Je weet hoe vader is, en als hij dit pretje hoort, dan breekt de duivel los. Vooral omdat het niet voor het eerst is. Je weet, dat hij den laatsten keer al heeft gezegd, dat hij me de deur uit zou gooien als het weer eens gebeurde, en de ouwe is zoo koppig als een muilezel. Ik vraag je alleen maar, om een beetje aardig tegen Atterton te zijn." Ze keek hem aan, terwijl er een ernstige blik in haar oogen kwam. „Als Atterton tevreden is, als ik alleen maar aardig tegen hem ben, dan wil ik je graag helpen. Maar..." Ze fronste haar voorhoofd en stond toen plotseling op. „Kom," zei ze snel, „laten we naar hem toe gaan." Zwijgend gingen zij naar beneden. De thee was juist geserveerd, en de meeste gasten begaven zich naar den salon. Maar Daisy had nauwelijks erg in hen; haar oogen waren gericht op den man, die met haar vader stond te praten. Of beter gezegd: haar vader praatte juist tegen hem, en hetgeen hij zei, zei hij pijnlijk-luid en bits. „Er gaat een heel goede trein voor u naar Londen om half acht, mr eh ... mr...." Haar broer versnelde zijn schreden. „Eh. .. wat ik zeggen wilde, vader," begon hij zenuwachtig, „ik heb Atterton gevraagd om vanavond hier te blijven. Ik heb juist met Daisy gesproken en ze zegt, dat ze hem nog wel 'kan logeeren." Daisy was nu ook genaderd. „Hoe maakt u het, mr, Atterton?" vroeg zij, haar nieuwen gast een hand gevend, terwijl een beminnelijke glimlach om haar lippen speelde. „Natuurlijk moet u vanavond blijven logeeren." Na deze woorden begaf zij zich naar de theetafel. Ze voelde zich aanmerkelijk opgelucht; het was beter gegaan dan zij had verwacht. De man was netjes gekleed, misschien, voor een critisch oog, wat al te netjes, maar hij zag er toch zeer presentabel uit. „U hebt een catastrophe voorkomen, miss Laval," zei opeens een vriendelijke stem vlak bij haar oor, en zich om-
keerend, lachte zij blij-verrast tegen den spreker. „Paps is soms verschrikkelijk onhebbelijk, niet?" vroeg ze. „En John zei me, dat u hem aankeek, alsof hij krankzinnig was." Dick Player lachte. „Hij had uw vader toen u beneden kwam juist vierkant tegengesproken," zei hij. „Uw vader was woedend. Maar hoe dan ook — de storm is bezworen. Doch vertel me eens," zei hij, opeens veel ernstiger, „waarom kwam u zoo plotseling tusschenbeide ?" Daisy trok haar wenkbrauwen wat op. „Mag ik vragen, waarom ik het niét had moeten doen ?" vroeg ze, tamelijk koel. „Mijn broer mag toch zeker wel een vriend te logeeren vragen als hij daar zin in heeft." „U hebt volkomen gelijk," zei Player kalm. „Kent hij hem lang?" „Dat weet ik niet," zei het meisje. „Maar ik kende u ook nog niet lang, mr. Player, toen ik u inviteerde." En toen — omdat zij begreep, dat hij misschien meer uit haar woorden zou kunnen halen dan zij er in had gelegd — wendde zij zich abrupt om en begon een gesprek met een der andere gasten. Hierdoor zag zij niet den onderzoekenden blik, dien Player haar toewierp en evenmin zag zij, hoe hij zijn vuisten balde. Toen zij zich eenige minuten later opnieuw tot hem wendde, was hij weer geheel zichzelf. „Vindt u, dat uw redeneering wel geheel opgaat?" vroeg hij. „U zoudt u toch ook wel eens kunnen vergissen?" „U bedoelt, dat mijn broer zich zou kunnen vergissen ?" zei ze snel. „Natuurlijk! En dat hij zich inderdaad vergist heeft, is duidelijk voor
.
te zeggen, en ze slaakte ongewild een zucht van verlichting, toen ze uitgesproken was. Atterton maakte een afwerend gebaar met zijn hand. „Spreekt u er met van, miss Laval, spreekt u er met van. Maar ... eh... natuurlijk zal er iets gedaan moeten worden, en het zal ook spoedig moeten gebeuren. Het spijt mij, dat ik het zeggen moet, maar het heeft geen zin uitvluchten te zoeken." Het meisje werd wat bleek, maar ze had haar stem nog uitstekend in bedwang. „Maar hij vertelde mij, dat u de kwestie met die beeren hadt geregeld. — Rookt u alstublieft, indien u zin hebt." Atterton maakte een buiging, bedankte haar en koos met overdreven aandacht een sigaret uit zijn zilveren koker. Het oogenblik, waarop hij had aangestuurd, was nu gekomen, onder omstandigheden, die veel gunstiger waren, dan hij had durven verwachten. „Tot op zekere hoogte is dat zeer juist," merkte hij kalm op. „De firma Baynes & Co. doet zeer veel verschillende zaken — geldleenen is slechts één van de vele ijzers, welke zij in het vuur heeft. En omdat ik door mijn beroep nogal eens een en ander met hen te doen heb — in verband met den verkoop van kostbare steenen, hetgeen mijn vak is — zijn zij geneigd wat water in hun wijn te doen ten opzichte van uw broer. Ze zullen hem wat meer tijd gunnen en hem misschien wat minder interest berekenen — ofschoon ik dat laatste niet met zekerheid kan zeggen. Maar ... eh ... miss Laval... het is die andere kwestie, welke de grootste moeilijkheid zal opleveren."
een ieder, die ervaring genoeg heeft om dieper te zien dan het uiterlijk," antwoordde hij ernstig. „Maar bovendien weet ik toevallig meer van hem!" „Kent u mr. Atterton dan?" Hij knikte. „Ja. Ik... ik heb hem al eens eerder ontmoet." „Maar hij kent u niet!" riep W meisje. „Neen; eh — dat wil zeggen. .. enfin, laten we daar niet verder op ingaan. En ik zou u dankbaar zijn, miss Laval, indien u niet tegen hem wilde zeggen, dat ik hem ken." Hij keek haar ernstig aan. „U doet erg geheimzinnig, mr. Player," zei het meisje, haar best doend zoo onverschillig mogelijk te schijnen. „En indien ik mag, zou ik graag hier willen blijven tot onze vriend vertrekt," vervolgde Player. „O, natuurlijk," zei Daisy, terwijl ze zich over het theeblad boog. „U was toch niet van plan weg te gaan, is het wel?" „Ik had me juist voorgenomen om morgen na de lunch te vertrekken," antwoordde hij, zijn theekopje neerzettend. „Maar waarom zoo spoedig?" vroeg ze, en haar stem klonk zonderling gedempt. „Bevalt het u hier niet?" „In den loop der jaren heb' ik zoowat 'in eiken uithoek der wereld gezeten," antwoordde hij langzaam, „maar ik kan u de verzekering geven, dat ik nöóit heb durven droomen, dat ik mij ergens zóó volkomen gelukkig zou kunnen voelen als hier. Mijn verblijf hier heeft mij doen zien, hoe alles had kunnen zijn, indien alles vooraf niet anders was geweest. Maar als je' wat ouder bent geworden, zul je een bittere waar-
IHKDiBOi Galgewater 22, Leiden. Op de enveloppe a.u.b. vermelden: „Ons Puzzle-hoekje No. 410." Men kan de oplossing van deze puzzle desgewenscht tegelijk inzenden met die van onze Wekelijksche Vraag, doch men gelieve dan ieder antwoord op een apart velletje papier te schrijven en ieder van.volledigen naam en adres te voorzien.
Hieronder laten wij de oplossing volgen van „Ons Puzzle-hoekje" No. 407. De hoofdprijs werd na loting toegekend aan den heer P. de Rijk te Rotterdam.
Gevraagd wordt in dezen bloementuin den weg te vinden naar koning Salomo's paleis (B). De poort bij A geeft toegang tot den tuin. Bij het oplossen kan men volstaan met de teekening op dun papier over te trekken. Onder degenen, die ons vóór 8 December een goede oplossing zenden, verloten wij een prijs van fl. 2.50 en drie troostprijzen. Adresseeren aan: Red. „Het Weekblad",
De troostprijzen aan den heer C. Hukker, Den Haag; den heer H. Wolters, Rotterdam; mex xVx X vrouwTh. C. Putters/x\ v. d. Berg, Rottervx/ \x/ dam.
xVx
/x\
x
x xX^ /XN
\x/ x
xV
x
{Foto: H. Btrtsenbragge. Den Haag.)
DAINIST. OE JEU© ée door ons land maakte, Helma Milyan, die een tourn veel reserve in zijn manieren, maar iets heid hebben geleerd, Daisy: niemand, te veel zelfvertrouwen op zijn gezicht. geen mensch, kan ooit precies zijn wat Zij voelde op dat oogenblik precies hij lijkt. Maskers? Ja, niets dan maswaar zij stond en er kwam een onbekers! En wat daar onder zit — wel, haaglijk gevoel over haar. In aanmerdat weet alleen de hemelt" Hij stond abrupt op en ze zag hoe king genomen, wat deze man voor haar hij zich langzaam over Lady Grandon broer had gedaan, en de wijze waarop hij door haar vader was ontvangen, boog. Er was een indolente glimlach diende zij zich tegenover hem innemenom zijn lippen en zijn oogen schitterden der voor te doen dan tegenover welken onweerstaanbaar. Maar voor den eergast ook. . sten keer had hij haar Daisy genoemd; De eerste minuten spraken zij slechts voor den eersten keer wist zij. Al haar over allerlei onverschillige dingen, tervage voorgevoelens waren als het ware wijl zij niets anders deed dan heimelijk weggewischt door dat ééne woordje; zij wenschen, dat iemand zich bij hen zou wist. En niets anders kwam er opaan ... voegen om de spanning te breken, die Het was niet voordat Atterton zich op haar drukte. Maar de meeste gasten waren aan het biljarten of bridgen en dien avond in de conversatiezaal bij tenslotte besloot zij daarom, zich aan haar had gevoegd, dat zij zich genoodhaar lot te onderwerpen. Om te bezaakt zag de rol te spelen, die haar ginnen diende zij hem te bedanken voor broer haar had opgelegd. hetgeen hij voor John had gedaan — Ze was er heen gegaan — ofschoon hij was in ieder geval bijzonder aardig niets ter wereld haar zou hebben kunvoor haar broer geweest. nen bewegen, het toe te geven — in „John heeft mij verteld, mr. Atterde hoop, dat iemand anders haar zou ton, hoe dankbaar hij u moet zijn, omvolgen: de man met den indolenten dat u hem uit een... eh... een netelige glimlach en de geestige linteling in zijn positie heeft gered." Het had haar oogen. Maar' inplaats van Player was eenige moeite gekost, om deze woorden Atterton gekomen; Atterton, met iets te - 7 -
- 6 ^^^^^^^^—-^——^^^ ______
ZELDZAAM
2d
als 't Klaverblad van vier, is de kwaliteit der Toccos Cigaretten, gemaakt, verpakt en gebanderolleerd in Egypte vanaf 2 et. Alléénimporteurs ; Plein 8a -
Aivana Cy. Den Haag.
TOCCOS
Het meisje staarde hem met groote oogen aan. „Welke andere kwestie, mr. Atterson?" „Heeft uw broer u dat dan niet verteld?" vroeg Atterton verbaasd. „O, misschien had ik er dan niet over mogen spreken." „Toe, vertelt u het alstublieft 1" Ze fluisterde deze woorden bijna. „Wat is die andere kwestie?" Een moment aarzelde hij — deed hij althans uitstekend alsof hij aarzelde. Toen haalde hij zijn schouders op. „Wel, als u er op staat. Uw broer heeft het mij ook niet verteld en ik hoorde het dan ook toevallig toen ik een onderhoud had met een der beeren van de firma Baynes. Een paar weken geleden schijnt hij bij de firma Smith & Co. een zeer kostbaar parelsnoer te hebben gekocht. Dat wil zeggen, toen hij het op zicht had gekregen, hield hij het, maar betaalde het niet. Hij gaf uw vader als referentie op en dat vond de firma voldoende. Het snoer was ongeveer achthonderd pond waard en uw broer deed iets wat buitengewoon dom was: inplaats van het snoer aan het meisje te geven waar hij het denkelijk voor had bestemd, werd hij een ... misdadiger." „Wat bedoelt u ?" Daisy keek hem verschrikt aan. "„Hij beleende het snoer, dat hij niet had betaald, miss Laval, hetgeen — het spijt mij het u te moeten zeggen — een strafbare daad is. En de moeilijkheid is, dat de firma, waar hij het snoer heeft gekocht, er achter is gekomen. Hij beleende het bij de firma Baynes, zonder te weten, dat Smith een filiaal der firma Baynes is. Hij kreeg er, als ik het wel heb, tamelijk veel voor; ongeveer vijfhonderd pond meen ik. Ongelukkigerwijs liet een bediende der firma Baynes het eenige dagen geleden zien aan den bediende van Smith & Co., die het aan uw broer had verkocht. Natuurlijk herkende deze het onmiddellijk, en herinnerde zich, dat het slechts op zicht was gegeven. En dat heeft de zaak een ernstige wending doen nemen." „Wilt u zeggen, dat ze hem... dat ze hem naar de gevangenis kunnen zenden ?" vroeg het meisje met haperende stem. „Ja. Of... er moet heel gauw iets gebeuren, miss Laval. De firma Baynes & Co." — een zwak geluid aan het andere eind van de groote kamer deed hem zich snel omdraaien, maar alles was weer stil — „de firma Baynes & Co. is in bepaalde opzichten zeer lastig. En uw broer — dat dient u goed te begrijpen, heeft het halssnoer eigenlijk van de firma Baynes gestolen, omdat hij het beleende zonder het te hebben betaald. Ik hoop, dat u begrijpt, wat ik bedoel."
RU\*SE HU'D
Schrale Lippen Gesprongen Handen
Het meisje knikte: „Ja," zei ze toen treurig, „maar kunt u dien beeren de zaak dan niet uitleggen?" „Mijn waarde miss Laval," zei Atterton vriendelijk, „ik moet u vragen, redelijk te zijn. Wät kan ik uitleggen? Uw broer had geld noodig en hij nam zijn toevlucht tot «en door de wet niét geoorloofd middel om het te krijgen. Dat klinkt wreed, maar het is juist." „Dus er kan niets gedaan worden, mr. Atterton?" Ze boog zich voorover, haar kleine handen tot vuisten gebald, haar mond een weinig geopend. En toen hoorde Atterton wederom dat zwakke geluid aan het andere einde van de kamer. Maar op dat oogenblik waren zijn gedachten te zeer van andere dingen vervuld om er aandacht aan te schen-
ken; de nabijheid, de smeekende toon van dit meisje, dat hij zes maanden geleden voor het eerst in een schouwburg had gezien en dat hij na dien tijd niet meer had kunnen vergeten, beroofde hem bijna van zijn zinnen... „Er is slechts één ding," zei hij heesch. „En ik hoop, dat u zult begrijpen, dat ik niet zoo haastig zou zijn geweest, indien dat geval met uw broer niet zoo dringend was. Indien ik naar de firma Baynes ga en hen zeg, dat een vervolging van uw broer mij persoonlijk onaangenaam zou zijn, dan zou hen dit er, geloof ik, van afhouden om verdere stappen te ondernemen." Verbaasd keek het meisje hem aan. „U persoonlijk onaangenaam zou fijn?" vroeg ze. „Ja. Indien ik hen bijvoorbeeld kon (Vervolé op pa&na 12)
(SRACDIE EU SIEIKEIßHEDO. Dit opschrift past bij het danspaar Lucia en Ronnie, dat ook in ons land optrad. ^
(Foto Gcdfr. de Groot) '■At-
'
^ ^
M ffJH (V,
i
fö
'.*"
il WE VJtMm zr AÏA
,wff$ •■^",;eta».'««sy t JU *?•
i
Wsjjcr^crz OnxxmvxxrzA Een bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tijdschriften.
T
waardoor dGJeukbedaarté# en de pijn verdvijn Tandaanslag verdwenen Tanden worden weer blinkend wit. Tandaanslag heeft volgens de laatste wctertschappelijke onderzoekingen de eigenschap om de tanden te doen verkleuren en tandkwalen in de hand te werken, daarom moet het dagelijks verwijderd worden. Er worden steeds nieuwe theorieën verkondigd betreffende de oorzaak van tandbederf. Sommigen zeggen, dat bacteriën de oorzaak ziji. terwijl anderen het aan een verkeerd dieet toeschrijven, terwijl de overigen een combinatie van deze twee voor mogelijk houden. Ein feit staat echter vast: om Uw anden sterk en gezond te houden, dienen
ze eerst van bacteriën bevrijd te wordenUw tanden worden bedekt door een kieverigen aanslag. Hierin bevinden zich bacteiiïn. die bederf veroorzaken. De meest zekere manier om Uw tanden van dezen aans'ag te bevrijden, is het gebruik van ..Pepsodent". ..Pepsodent" bevat geen puimsteen of schurende bestanddeelen Het heeft een uiterst zachte werking, is geheel onschadelijk in het gebruik, toch wordt de aanslag verwijderd waar andere methodes gefaald hebben. Hebt ook blinkende tanden. Neemt den zekersten weg en gebruikt nog heden „Pepsodent"
^P^^ mmmmmm^^^mmmmmm MANDCLSMEPK ■
PgDSA
De Tandpasta .die den aanslag verwijdert. 3117
'Il //^kf~-wKr Visihboer: „Welke van die twee mot U hebben, dame - dat kleintje of die poote?" Het nas getrouwde vrouwtje: „Ach, geef me het kleintje maar. Hij heeft zulke snoeri™ hl«„we <™e Passmg Show) zige blauwe ooHes!" oogjes!"
Niets,,
TEGEN ALLE HUIDAANDOENINGEN
Dr. H. Nanning's Kinadruppels
VROUWEN
PRIJS f 1.30
NN
HET CHARME
Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten.
In een medisch artikel over kinderopvoeding lezen wij, dat het zeer onverstandig is om het gapen te bedwingen. — Behalve natuurlijk, wanneer het is in gezelschap van een rijken oom, die voor de zooveelste maal zijn van ouds bekende mop vertelt. Een redactrice van een damestijdschrift merkt op, dat er verscheidene menschen zijn, die niet kunnen leven van een inkomen van honderd duizend gulden per jaar. — Wij moeten toegeven, dat wij het nooit hebben geprobeerd. In een pas geopenden kapperssalon in Londen, die geheel naar de eischen des tijds is ingericht, bevindt zich een telefoon-toestel aan lederen stoel. — Het moet buitengewoon interessant zijn om even op te bellen naar het meteorologisch instituut vóór de kapper heeft kunnen voorspellen, welk weer het wordt.
overtreft
hei aangewezen middel bij: BLOEDARMOEDE, BLEEKZUCH.T, MA LARIA, GEBREK AAN EETLUST, ENZ Men lette op den naam „Dr. H. Nanning" buiten op de roode doos en op den flacon.
Een lezeres schrijft ons, dat zij altijd bang is, dat, wanneer haar man een voetbalmatch bezoekt, men hem zijn zakken zal rollen. — Wij kunnen dat best begrijpen; iedere vrouw vindt het onaangenaam wanneer buitenstaanders zich op haar terrein begeven! „Een vroolijke lach heeft altijd resultaat", verklaart een dokter. — Probeert U het eens, wanneer Uw rijke erftante bezig is haar laatsten aanval van rheumatiek te beschrijven!
Ekzeem en andere huidaandoeningen behooren tot het verleden, zoodra het D.D.D. Geneesmiddel wordt aangewend. D.D.D. tast de ziekte onder de huid aan en doodt de kiemen, die haar voortbrengen. Na een paar aanwendingen zijn reeds de ondragelijke jeuk en de folterende pijn tot bedaren gebracht. Ekzeem, Dauwworm, Open Beenen en Zweren wijken spoedig voor de geneeskrachtige werking van deze vloeistof. In één nacht zijn puistjes en leelijke plekken verdwenen. Bij Zonnebrand en Insectenbeten onmiddellijk verlichting I U kunt D.D.D. kosteloos probeeren. Indien U nog heden schrijft aan de D.D.D. Company, Afd.# A - 17, Amsterdam-Cf ontvangt U gratis en franco een proefflacon. Een briefkaart is voldoende. 09
ß^ D.D.D. GENEESMIDDEL
Een Amerikaansche actrice is drie maal getrouwd met denzelfden man. — Iemand, die zoo verstrooid is, moest toch werkelijk een dagboek houden!
De directeur van de gevangenis: „Het spijt mij, dat wij U per abuis acht in-uut-n laten mi^n zitteii." ^iiit-u. dagen langer in Qe de Cel cel hebben er^immers^een Ge va n^ene.- „Och, dat maakt niets uit, mijnheer. Het kan (Die Grüne Post) volgenden keer afgetrokken worden?"
ICEPS
„Nederland moest meer voordeel trekken uit zijn waterkracht." „Zeg dat maar eens tegen m n vrouw. Die weet er alles van." „Zoo, is zij ingenieur?'' „Nee, maar zij krijgt bij mij altijd gedaan,wat zij wil, door haar tranen." {Hel Weekblad)
Mevrouw,
De vrouw van tegenwoordig beoor deelt den man niet meer alleen naar de knapheid van zijn uiterlijk. — Het kan haar niet schelen, hoe lang zijn neus is, als hij hem maar niet in haar zaken steekt! Naar men ons bericht doet een Amerikaan pogingen om een golfbal van de eene stad naar de andere te slaan, over een afstand van twee honderd vijftig Engelsche mijlen. — Wij kunnen niet anders zeggen, dan dat het gauwer zou gaan, als hij den bal per post stuurde.
Het is noodig. dat U s avonds Uw huidporiën
Er worden tegenwoordig valsche wimpers gedragen, die door schreien niet leelijk worden. — Dit gecombineerd met een traan-proef teint stelt de moderne vrouw in staat, zonder ophouden te huilen om een nieuwen hoed.
reinigt van alle onzuiverheden, die zich in den loop van den dag daarin verzameld hebben. Dit
bereikt U niet
door
Uw huid
met
schoon water te
alléén
HET WEEKBLAD MET KRACHT EN CHARME
u OOK?
wasschen. Wascht Uw gezicht met een sponsje met
IMT
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM
PER KWARTAAL 13 Nos.
Tegen inzending van deze bon met bijvoeging van 30 cents zenden wi] U een monsterfleschje Lait innoxa benevens de 8 tinten poeder.
f 1.3
Vrouw: „Wat is dat voor een kerel?" Man: „Weet ik niet, maar hij mot een reuzenaam hebben 1" (London Opinion)
EEN GRATIS PROEFNUMMER OP AANVRAGE BUREAU NOORbEINDE 10 LEIDEN
- 11 -
France-Import, Rgnstraat 5, Den Haag. i
„Is mijnheer Pietersen thuis?" „Nee mijnheer; mijnheer is naar een begrafenis. „Wanneer komt hij terug?" „Daf weet ik niet, want hij wordt »elf begraven. (Candide)
i
I
Liü
i
;
:
i
^_
'
BRENGT STEEDS DE BESTE PROG RAM MA'S
'-■i";?
■
•
•\ •;
[Vervolg van pagina %) zeggen, dat zij mij door familieomstandigheden — dringende, hechte familieomstandigheden — een groot genoegen zouden doen, indien zij de zaak niet bij de politie aangaven, dan geloof ik, dat zij het inderdaad ook niet zouden doen." Ze stond plotseling op — haar verbazing veranderde in schrik. Ze begreep nu ten volle, wat hij bedoelde. „Waar hebt u het in 's hemelsnaam over, mr. Atterton ?" vroeg zij uit de hoogte. „Dat zal ik u zeggen," antwoordde hij zonder blikken of blozen. „Ik bedoel dit: als ik hen kan zeggen, dat ik met u ga trouwen, dan kan ik er voor instaan; dat zij aan de zaak geen verder gevolg zullen geven en dat uw broer er nooit meer iets van zal hooren." „Met u trouwen?" De bittere toon in haar stem veranderde den onderdanigen glimlach, die om zijn lippen speelde, in een sneer. „Ja, met mij trouwen — of uw broer de gevangenis in zien gaan. Geld kan hem niet redden — uw vader kan dus niets doenl Geld kan wel die kwestie van de schuldbekentenis regelen, maar niet die andere." Opeens veranderde zijn toon. „En waarom zou je niet met mijn trouwen, meisje ? Ik houd dolveel van je. Ik heb je zes maanden geleden in den schouwburg gezien en sinds dien tijd heb ik je niet kunnen vergeten I Ik ben niet onbemiddeld en ..." Hij liep op haar toe met uitgestoken armen, terwijl zij steeds verder achteruit week, en al het bloed uit haar gezicht leek weg te trekken. Ze had haar handen tot vuisten gebald en toen zij zóó ver was teruggeweken als haar mogelijk was, en Atterton vlak voor haar stond, toen zag zij vuurrood. Ze hief een hand op — sla hem, sla dien man, was haar eenige samenhangende gedachte. En toen bleef Atterton, die merkte wat er in haar omging, opeens staan, terwijl er een gevaarlijke uitdrukking in zijn oogen kwam. En toen kwam de interruptie... Een diepe ademhaling, alsof iemand, die vast geslapen heeft, ontwaakt, kwam achter de palmen vandaan en werd t gevolgd door het kraken van een stoel. Men een nauwelijks ingehouden vloek deed Atterton een paar stappen achteruit, en het meisje liet haar opgeheven hand slap neervallen toen het groen der planten vaneen gescheiden werd en Dick Player, zijn oogen uitwrijvend, voor den dag kwam. „Lieve help, miss Laval," zei hij, „ik heb zitten slapen! Ik heb wel geweten, dat ik geen derde glas wijn moest drinken. Het is niet goed voor mijn lever, mr.... mr.... Atterton." Hij glimlachte allerinnemendst tegen den inwendig razenden Atterton en zette zijn bril recht. „U slaapt erg geruischloos, mr. Player," zei Atterton hatelijk. „Ja. Als jongen heb ik er op school al eens een prijs voor gekregen," antwoordde de ander. „Het is me zeer te pas gekomen. Als je luidruchtig slaapt, stoor je den onderwijzer." Atterton draaide zich bruusk om. „Ik zou graag morgen antwoord op mijn
(Poto Godfried de Groot)
FOTOSTUDIE
ZU KON HAAR HAAR NIET KAMMEN.
Verlamd door rheumaliek. „Twee jaar leed ik aan rheumatiek en verleden jaar om dezen tijd werd ik 10 weken bedlegerig. Mijn handen en armen waren het ergst aangetast. Ik kon er niets mee doen. Ik kon mij niet wasschen of mijn haar kammen; dat moest allemaal voor mij gedaan worden. In 't begin van dit jaar begon ik eiken morgen Kruschen Salts te nemen en het doet mij genoegen te kunnen zeggen, dat ik nu heel goed ben en in staat mijn huishouding te doen, terwijl ik in het slechtste weer uitga zonder dat het mij schaadt." Mevr. P. K. Rheumatiek gaat samen met een teveel aan urinezuur in het lichaam. Twee besWnddeelen in Kruschen Salts hebben het vermogen, urinezuur op te lossen, zoodat het dan gemakkelijk uit het lichaam kan worden verwijderd. Andere bestanddeelen in Kruschen Salts helpen de natuur dit opgeloste urinezuur door de ingewanden en nieren te verwijderen. Weer andere ingrediënten voorkomen het gisten van het voedsel in de ingewanden en houden daarbij niet alleen de vorming van urinezuur tegen, doch ook van andere onzuiverheden die het bloed vergiftigen en den weg vrij maken voor verscheidene ziekten. Kruschen Salts is uitsluitend verkrij'gbaar bij alle apothekers en drogisten a ƒ 0.90 en ƒ 1.60 per flacon. Hollandsche verpakking waarborgt echtheid. _ 12 -
voorstel willen hebben, miss Laval," zei hij zachtjes. „Misschien zal ik dan het genoegen mogen hebben ergens met u te kunnen praten, waar de gasten niet de gevolgen van hun diner trachten weg te slapen." Met een korte buiging verliet hij het vertrek, en het meisje ging moedeloos zitten. „Een eigenaardige kerel, niet ?" mompelde Player, terwijl hij den verdwijnenden Atterton nakeek. „Het is een schurk... een ellendige schurk!" huilde Daisy bijna. „Ik vermoedde wel, dat het onderhoud dien indruk bij u zou achterlaten," zei Player. Ze kwam plotseling overeind. „Hebt u dan gehoord wat hij zei ?" „Ieder woord. Daarom zat ik daar juist." Hij keek haar rustig glimlachend aan. „Waarom bent u dan niet eerder voor den dag gekomen ?" vroeg zij verontwaardigd. „Ik wilde hooren wat hij te zeggen had, maar ik wilde niet, dat u hem zoudt slaan — hetgeen u, naar uw houding te oordeelen, blijkbaar van plan was." „Waarom niet ? Ik had er alles voor over gehad om hem in zijn gezicht te kunnen slaan!" „Dat weet ik. Ik had er alles voor over gehad om het u te zien doen. Maar — nü nog niet. U moet hem integendeel morgen dat onderhoud toestaan." „Ik denk er niet aan!" riep het meisje verontwaardigd uit. „Meer dan dat," vervolgde Player kalm, „u moet hem aan het lijntje houden. Speel met hem, laat hem denken, dat hij een kans heeft." „Maar waarom ?" vroeg zij. „Ik veracht hem." „Omdat het absoluut noodzakelijk is, dat hij hier blijft tot overmorgen." „Ik begrijp u niet." Daisy Laval keek hem verbaasd aan. „Te zijner tijd zult u het begrijpen." Het kwam het meisje voor, alsof er een treurige klank in zijn stem was. „Voor het oogenblik is het beter, dat u het niet begrijpt. — Vertrouw je mij genoeg, om me te gelooven, Daisy ?" „Ik vertrouw je volkomen," antwoordde ze, en ze zag, hoe hij met zijn oogleden knipperde. „Houd hem dan hier tot ik terugkom!" „Ga je dan weg. Dick?" Impulsief had zij haar hand op zijn arm gelegd. „Morgen, zoo vroeg mogelijk. Ik kom zoo gauw mogelijk terug." Eenige oogenblikken stonden zij zwijgend tegenover elkaar, toen bracht hij opeens met een bijna vereerend gebaar heur ■ hand aan zijn lippen. Het volgende moment was zij alleen ... Even later zag zij hem ernstig tegen haar broer praten in een hoekje van de biljartkamer. Het was ongeveer tien uur van den volgenden ochtend dat een kwieke, naar de laatste mode gekleede jongeman zich aan een der loketten van de firma Smith &' Co. vervoegde. „Goeden morgen," zei hij tegen den bediende, die hem te woord stond. „Is mr. Stockdale er al?"
bracht aan het licht, dat de brandkast haar." Toen hing hij den haak op. „Waar wenscht u mijnheer over te was geforceerd — klaarblijkelijk door Denk je eens in ... Jim wandelen!" spreken?" was de wedervraag. een meester in zijn vak — en dat de Zijn grijns veranderde in een breeden „Ik wilde hem zeggen, dat je je inhoud gedeeltelijk was verdwenen. Hoe haar moest laten knippen. Maak wat lach, waar Mr. Stockdale hartelijk mee groot de buit is, waarmee de dader instemde. vqort, jongeling; als een sieraad voor is verdwenen, kou bij het ter perse „Hij is handig, die Jim," zei deze de omgeving ben je een mislukking! gaan van ons blad nog niet worden Zeg mr. Stockdale dat ik een boodschap bewonderend. „Ongeloofelijk handig. Ik vastgesteld. De politie meent echter had nooit durven denken, dat hij het van Mr. Atterton voor hem heb." over verschillende aanwijzingen omvoor elkaar zou krijgen. Ofschoon ik De bediende verdween en kwam trent den dader te kunnen beschikken." voor mij geloof, dat hij er dwaas aan eenige minuten later terug met het verTerwijl mr. Stockdale met glazige doet. Ze zullen vechten als de kat en zoek, of de ander hem volgen wilde. oogen naar dit bericht staarde, las een „Een boodschap van Atterton? Wat de hond." Hij drukte op een belletje aan zijn bureau en toen een la openend, jongeman met een indolenten glimlach is er dan?" Mr. Stockdale stond op om zijn lippen en een geestige tinteling in van zijn stoel, toen de deur achter borg hij er het parelsnoer in. zijn oogen, languit liggend op de bank „Breng me een ontvangbewijs," zei den bediende was gesloten. Het keurig gekleede jongemensen hij tegen den bediende, die op zijn van een overigens leegen coupé eersteklasse, dezelfde regels. glimlachte beminnelijk en haalde zijn bellen was binnengekomen. „Heb je „Verschillende aanwijzingen," momdie schuldbekentenis?" vroeg hij, terwijl sigarettenkoker voor den dag. pelde hij. „Dat geloof ik niet. Daar hij de ondertcekening van de firma .„Hij heeft het voor elkaar," lachte hij heb ik het te handig voor gedaan, al onder het ontvangbewijs zette, en het toen. „Op het oogenblik drukt onze zeg ik het zelf." keurig gekleede jongemensch haalde eenige en onnavolgbare Jim het mooie Hetgeen een zonderlinge alleenspraak het verlangde stuk uit zijn zak. meisje aan zijn hart." was voor een keurig gekleeden, plen„Hier is ze," zei hij. „Doe ze allebei „Wat vertel je me nou? Het is toch teren jongeman in een eerste-klas-coupé. zeker niet waar?" Mr. Stockdale gaf in een envelop en adresseer ze aan Jim. Maar wat bijna nog zonderlinger was: Ik zal het even posten, ik moet toch zich een fikschen slag op zijn dij en in den zak, die de brieven bevatte langs het postkantoor." lachte hartelijk. welke dezelfde trein vervoerde, bevond Eenige oogenblikken later verliet bij „Het is zoo waar als ik hier zit. Ik zich een envelop, waarin oorspronkelijk het gebouw der firma Smith & Co. ben expres gekomen om het je te vertwee documenten hadden gezeten, en die en verdween in de menigte. tellen. Ik ben van Baynes en Co. Jim oorspronkelijk geadresseerd was geweest wil haar een cadeautje geven." Hij aan J. Atterton, Esq. doch waarin er Na de lunch kreeg mr. Stockdale grijnsde en voelde in zijn zak. „Hier nu drie zaten, terwijl de envelop zelf bijna een hartverlamming van schrik, is het — en hij wil een ontvangbewijs, was geadresseerd aan miss Daisy Laval. toen hij een der vroege avondbladen door u geteekend, een bewijs, waarin Hetgeen slechts bewijst, hoe verkeerd openvouwde en las: u verklaart, dat het halssnoer terug is, het soms kan zijn, indien men zijn „Brutale inbraak bij een bekende dat aan Mr. Laval op zicht is gebrieven aan iemand meegeeft om ze firma in de City. zonden." Hij gaf een knipoogje. „Hij te posten. In den afgeloopen nacht heeft op heeft het erg te pakken, die Jim." het kantoor der firma Baynes & Co., Hij sloeg den man tegenover zich nauw„Goeden avond, mr. Atterton," zei makelaars en verzekeringsagenten, een lettend gade, toen deze het snoer beDick Player, toen hij in de hall bijna keek, en gedurende een kort oogenblik zeer brutale inbraak plaats gehad. tegen den ander aanbotste. „Wat ziet Eenigen tijd nadat het personeel vanleek het, alsof hij moeite had niet te u er zorgelijk uit," vervolgde hij, Attermorgen zijn werkzaamheden hai aangaan lachen. „Hij wil dat ontvangbewijs ton spottend aankijkend. „Nogal opgegevangen, vond men den nachtwaker aan het meisje geven — om den koop wonden, zou ik zeggen, niet ? Wat heeft gebonden en met een prop in zijn te bezegelen, zal ik maar zeggen." u zoo uit uw geestelijk evenwicht gemond, in een niet in gebruik zijnd „Maar waarom heeft hij mij dat niet bracht ?" getelefoneerd?" vroeg Stockdale en kamertje op de bovenste verdieping [Vervolg op pagina 22) liggen. Een direct ingesteld onderzoek Player grijnsde opnieuw. „Dat kon hij niet. De telefoon bij dat meisje thuis hangt in de hall, denk D® llinift®clh)fc vam <äl@ira Tsaar ik, en Jim belde mij des morgens binnen Weenen, voor het Congres 1815. — Scène uit de Ufa-toonfilm heel vroeg op, nog voor jij hier „Het Congres danst". was. Hij fluisterde tegen me als een oude jongejuffrouw, die buiten adem is. „Breng het snoer naar Smith," zei hij. „Zoo gauw mogelijk,... idioot." En toen draaide hij zich om en hoorde ik hem zeggen: „Goeden morgen, lady Snatchers. Daarop begon hij weer te fluisteren. „Begrijp je mij, Bob ?" — „Ja," zei ik, „ik begrijp je. Je wilt, dat ik het snoer naar Smith breng en een ontvangbewijs aan hen vraag. Maar hoe moet het met die andere kwestie? Je weet wel, met het geld, dat die jongen heeft geleend ?" — „Doe het in een envelop en stuur het me hierheen, met het ontvangbewijs," zei hij. „Ik ga vanmorgen een eindje wandelen met
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
•
BERLIJNSCHE BRIEF
Boven MELITTA AMERLING Beneden: HANS FIDESSER ALS DON JOSÉ
14
-
■
^flQlpiJI
Overal malaise, behalve in de -wereld van 't vermaak Het is op het oogenblik in de Duitsche hoofdstad al pre( recics zooals in al de ovcriee wen ige wereldsteden: het woord malaise is er in ieders mond. Het begint bij den conducteur, die in Bentheim je kaartje knipt en je op een veelzeggende manier vertelt, dat Duitschland razend duur is, en dat alle Hollanders gelukkige menschen zijn. Hetgeen ik, die van nature een geweldige optimist ben, toch sterk in twijfel moet trekken. In Berlijn schreeuwt het woord „malaise" je van het van olie glimmend asphalt tegen, iedereen weet er iets van te vertellen, maar wat het eigenaardigste is; geen mensch — en ik spreek hier heusch niet uitsluitend van de buitenlanders — merkt er iets van. In het Excelsior Hotel, waar ik mijn tenten opgeslagen heb, is het vol, de café's zitten van des morgens tot laat in den nacht (beter gezegd tot vroeg in den morgen) vol publiek, in de bioscopen is geen stoel onbezet en de theaters maken goede zaken. Maar iedereen klaagt. Mijn waarde collega Petrus Pruttelaar zou hier zijn hart kunnen ophalen en stof vinden voor een geheel jaar pruttelen. Want hier, waarde collega, is het „pruttel-paradijs". Hij zou in het hotel op muziek van het uitstekende orkest van Dajos Béla, dat hier des middags en des avonds in de hall speelt, kunnen pruttelen tegen al de Berlijners, die blijkbaar niets anders om handen hebben dan thee en hun lijfspijs „Kuchen mit Slagsahne" te consumecren, en daarbij op luiden toon tegen het „Ausland" te schelden. Daarbij spreken ze, met of zonder vollen mond (naar gelang van hun opvoeding), aan één stuk door over politiek en ze weten het allemaal veel beter dan hun ministers. Wien men het niet eens kwalijk kan nemen, dat ze het niet weten. Nu wil ik u iets vertellen over de Berlijnsche theater-malaise. Ik begon met een bezoek aan „Die Trubüne", een heel kleinen schouwburg, gelegen in de Berliner Strasse, het uiterste Westen van deze wereldstad. Entree op een goede plaats twaalf Mark; resultaat: geen stoel onbezet en heusch geen vreemdelingen, want die weten dit miniatuurtheater niet eens te vinden. Men gaf er „Junge Liebe", een comedie in drie acten van Ralph Samson. Een uitstekend, vlot geschreven tooneclwerk, maar helaas zoo „zweideutig", dat het voor ons land onopvoerbaar is. Maar de Berlijner lijdt niet aan overmaat van preutschheid; het moet al heel erg zijn... als hij zijn vrouw en kinderen thuislaat, en alleen naar den schouwburg gaat. „Die Tribüne" heeft geen tooneel, tenminste dezen naam mag men het kleine podium niet geven. Er hangen boven een paar schijnwerpers, voetlicht is er niet, een paar treden verbinden de zaal met de „planken, die de wereld beduiden". De mcdespelenden bewegen zich op een meter afstand van de eerste rij parket. Dit eischt natuurlijk uiterste concentratie, zoowel van de artisten als van het publiek, maar geloof me: zel-
■
/ den zag ik beter spel en een vlottere voorstelling dan bij deze opvoering. Vooral de vertolkster van de vrouwelijke hoofdrol, Roma Bahn, gaf een gave creatie van haar moeilijke rol, terwijl de bekende filmster Hans Brausewetter uitstekend op dreef was. Zondagmiddag twee voorstellingen in het „Metropol-Theater", gelegen in de Behrenstrasse, het centrum van Berlijn. De eerste voorstelling begint om half drie en duurt tot half vijf, de tweede begint om vijf uur. Om kwart over acht neemt dan de avond-voorstelling een aanvang. In de eerste voorstelling gaf men de „Fledermaus" van Johann Strauss, dus zeker voor Berlijn geen nieuwtje. Het groote theater was tot den nok uitverkocht, de rolverdeeling wees geen enkele operette-ster aan. Nochtans was het een zeer goede voorstelling, alleen het orkest was tamelijk dun bezet. En de dirigent maakte een paar foutjes, maar... de schouwburg was ook voor de tweede voorstelling („Die Blume von Hawai") uitverkocht. Merkt u iets van theater-malaise ? Des avonds opera-voorstelling. „Carmen" van Bizet in de Stadtische Oper te Charlottenburg. Dit gebouw behoort tot de mooiste theaters ter wereld, de kunst die er geboden wordt kan den toets der vergelijking met de wereldberoemde Scala te Milaan doorstaan. Waarbij komt, dat het tooneel tot het best geoutilleerde van Europa behoort. Daarbij zijn de voorstellingen volgens Duitsche begrippen goedkoop; de duurste plaats kost tien Mark en is dit volgens mij ten volle waard. lederen landgenoot, die de stad aan de Spree bezoekt, raad ik aan een voorstelling in deze opera te gaan hooren. U loopt slechts één risico: dezelfde opera zult gij voorloopig in Nederland niet meer willen zien . .. doet gij het tóch, dan zult gij naar gelang van uw temperament u doodergeren of glimlachen. Waarbij het laatste verstandiger is dan het eerste. Melitta Amerling zong de Carmen-partij, de jonge tenor Hans Fidesser was Don José; beiden waren onovertreffelijk, zoowel vocaal als wat hun spel aangaat. En, vergeef mij, dat ik in herhaling verval: wederom was het enorme operagebouw tot den nok toe uitverkocht. Vóór mij zat Cor van der Lugt met zijn lieftallige echtgenoote Annie van Ees, en hij moest mij, helaas, gelijk geven, toen ik hem toefluisterde, dat, indien ik over tooneel-malaise wilde schrijven, een interview met de Nederlandschc directeuren beter op zijn plaats was. Zouden mijn landgenootcn echter zijn als de Duitscher, die tijdens de voorstelling van „Fledermaus" achter mij zat en vol trots zijn betere helft toefluisterde, dat het dien middag de 98ste maal was, dat hij de „Fledermaus" zag, ja, dan kwam er misschien een einde aan onzen slechten schouwburg-tijd. In ieder geval wensch ik onzen theaterdirecteuren een echte Berlijnsche theater-malaise. Ze zullen zullen er dubbel en dwars tevreden mee zijn! ERIC WINTER.
MIJN
NEEF
JANSSEN
zat aan een familiedinertje tegenover een zekeren dokter Snoever. „Dus u schrijft gedichten, dokter?" vroeg mijn neef. „Och ja, een beetje. Om den tijd te dooden," antwoordde Dr. Snoever achteloos. „Zoo," zei mijn neef. „Heeft u dan geen patiënten?" Moeder: „Heb je wel eens gehoord van iemand, wien het slecht verging, omdat hij een goed voorbeeld navolgde ?" Kind : „Ja moeder, een valsche munter." Klant: „U bent bepaald nog niet lang winkelbediende." Bediende: „Hoe weet u dat, mevrouw ?" Klant: „U bloost nog, als u de prijzen noemt." „Heb je een geschikte vrouw gevonden door je huwelijks-advertentie ?" „Ja, ik kreeg zooveel aanbiedingen, dat ik een typiste in dienst moest nemen en toen ben ik met haar getrouwd." „Oom, u bent niet getrouwd, hè?" „Neen, liefje." „Wie vertelt u dan wat u niet mag doen ?" „Kijk eens even, kellner, ik vind een boordeknoopje in mijn soep!" „O, dank u wel, mijnheer. Ik heb er overal naar gezocht. ' „Als je wat tegen een man zegt, gaat het 't eene oor in en het andere weer uit." „Zeker, lieve. Maar als je wat tegen een vrouw zegt, gaat het allebei haar ooren in en komt er door haar mond weer uit." George: „Ik doe altijd mijn zwaarste werk vóór het ontbijt." Freddie: „Wat is dat dan?" George: „Opstaan."
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag honderd acht en veertig. Wat is de taak van den Raad van State ? Onder de goede oplossers verloten wij een prijs van / 2.50 en vijf troostprijzen. De antwoorden gelieve men vóór 16 December (abonné's in overzeesche gewesten vóór 16 Februari) in te zenden aan ons adres: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op de briefkaart s.v.p. vermelden: Vraag honderd acht en veertig.
Driftige vader: „Jou onbeschaamde vlegel! Wou jij met mijn dochter trouwen ? Zoo-zoo. En vertel me eens : denk je, dat je haar zoudt kunnen geven, waaraan zij gewend is?" Aanbidder: „Eh-ja, mijnheer, dat denk ik wel. Ik ben zelf ook erg opvliegend van aard." „Wil je nog een boterham. Jantje?" „Nee." „Nee — wat ?" „U moet niet zeggen ,Wat?', tante. U moet zeggen : ,Neem me niet kwalijk'." Een heer moest voor den kantonrechter verschijnen wegens het hebben van een hond, zonder de daarvoor verschuldigde belasting te hebben betaald. „Uw penning is zeker zoek geraakt ?" vroeg de magistraat, die gewend was aan dergelijke uitvluchten. „Ja, maar —" „Stilte alstublieft en geen „maaren". U weet, dat u geen hond in uw bezit mag hebben, als u geen penning heeft ?" „Ja, maar —•" „Geen „gemaar" alstublieft, heb ik al gezegd! Dus u geeft toe, dat uw penning is verdwenen ?" „Ja. En de hond ook." „Toe, kerel, leen mij een dubbeltje voor de tram !" „'t Spijt mij, maar ik heb alleen een rijksdaalder bij mij." „O, prachtig ! Dan neem ik wel een taxi." „Mijn jongen," zei de self-made man trotsch tot zijn luien zoon, „toen ik zoo oud was als jij, veegde ik den vloer bij in een kruidenierswinkel." „Nou, dat was mooi van u, vader," antwoordde de zoon. „Ik ben trotsch op u. Zonder uw energie en volharding, had ik misschien ook zulk soort karweitjes moeten opknappen !"
VERWACHT: IN
R. €14 ^ W C E Een Metro-Ooldwyn-Mayer-film
Zijn eigen schuld. — Mijnheer Meyer had zich een papegaai laten aansmeren door een handigen koopman. Het dier kon in verschillende talen spreken en dies beval de heer Meyer, den vogel thuis te doen bezorgen. Dienzelfden dag had mevrouw Meyer een kip besteld voor het diner. Zij ging uit en zei tegen Marie, de keukenmeid: „Marie, er komt gevogelte voor het eten. Maak het klaar en dien het op, zoodra mijnheer thuis komt." Ongelukkigerwijze echter arriveerde de papegaai eerst en Marie handelde volgens haar instructies. Het diner werd opgediend. „Wat is dat nou ? !" riep mijnheer Meyer uit. Marie legde hem uit, dat dit „het gevogelte" was. „Maar mijn hemel, Marie !" zei mijnheer Meyer. „Dat is afschuwelijk ! Dat beest kon drie talen spreken !" „Nou, waarom heeft hij dan in vredesnaam niets gezegd?" vroeg Marie. „En ben je nog steeds aan het bezuinigen ?" „O ja, zeker. Ik heb al genoeg bezuinigd om den nieuwen hoed te koopen, dien ik nu op heb en aan 't eind van 't jaar kan ik een nieuwen bontmantel koopen." „Waarom heb je dan toch met George gekibbeld ?" „Omdat hij mij gisteravond weer ten huwelijk vroeg." ,Wat steekt daar dan voor kwaad in?" „Hij was maar heelemaal vergeten, dat ik hem den avond daarvóór al had geaccepteerd."
DE OPLOSSING Vraag honderd vier en veertig. Inca is de naam van de Indiaansche koningen en prinsen in Peru, vóór de Spaansche verovering. Later werd het ook de naam van het heele volk. Na loting werd de hoofdprijs toegekend aan den heer L. Westra, te A'dam. De troostprijzen aan : den heer J. J. Epskamp, Leiden ; mej. A. Bun, Rotterdam ; den heer E. Cohen, Groningen; mej. M. v. d. Berg, Eindhoven; mej. S. Wurms, Den Haag. Aan de volgende overzeesche abonné's heeft het lot een prijs van /2.50 of een troostprijs toegekend. De hoofdprijs viel ten deel aan den heer The Béng Gwan, Poerwakarta. De troostprijzen aan : mevr. A. de Witte—Vuurmans, Emmastad ; mej. R. van Oosten, Bandoeng ; mej. Saly Sartradikaria, Bandoeng.
.
PPP** '.
■
Hoofdpersonen: Florian Dimai Pia, zijn vrouw Arthur Franchini Luitenant Kali
METEOQ-FILM eze film laat ons beslissende momenten zien uit de gevechten in de Dolomiten. Het springen van de „Col di Lana", de gevechten, welke ik heb meegemaakt aan de ,,Lagazoi", alsook de stoutmoedige tochten van enkele Tiroler soldaten naar hun door den vijand bezette geboortedorp, zijn de motieven tot den inhoud. En al is dan ook het geheel tot een film verwerkt, zij blijft niettegenstaande de handeling van documentaire waarde. LUIS TRENKER. Graaf Arthur Franchine, een bekend bergtoerist uit Rome en de Tiroler berggids Florian Dimai zijn reeds lang goede vrienden. Gedurende een gemeenschappelijke klimpartij in den zomer van het jaar 1914 worden zij door de tijding van de mobilisatie verrast. Dimai moet met de Keizerlijke jagers naar Galicië. Daar verneemt hij in het voorjaar van 1915 italië's oorlogsverklaring aan Oostenrijk. Zijn geboortedorp ligt vlak aan de Italiaansche grens. Pia, zijn vrouw, is in het dorp achtergebleven, dat plotseling door de Oostenrijkers ontruimd en direct weer door de Itihingn bezet werd. „jis Dimai met een compagnie Tiroler jagB^T^frp^tst naar het front aan de DolomitÄjBfcÄn top van de ,.Col Alto". ^^
Slechts eenige uren gaans scheiden hem van zijn dorp, maar de vijandelijke linie verspert hem den weg. Heimwee en zorgen voor vrouw en kind kwellen Dimai. Twee jaren is hij al van de zijnen gescheiden. Zijn kameraad Sepp. Innerkofler gaat het niet veel beter. Franchini is als Alpen-officier eveneens ingedeeld bij de afdeeling, welke den „Col Alto"-troepen den weg afsnijden en heeft als goede alpinist de opdracht den berg te nemen. Een handgemeen wordt door de Oostenrijkers afgeslagen. Dan besluiten de Italianen de stelling van de Oostenrijkers te ondermijnen, de mijngang vervolgens met 10.000 kilo springstof te vullen, om den berg te laten springen en op die manier den top te veroveren. Dit voornemen van den tegenstander ontdekken de Oostenrijkers. Zij hooren het hameren en boren in den berg en moeten den dag, waarop zij in de lucht zullen vliegen, afwachten, zonder er iets tegen te kunnen doen. j^uilles worden uitgezonden, en Inen Dimai bereiken den top van de
f> W-
•P^,
!
I
%»***
■"■
Luis Trenker. Lissi Arna. .... Luigi Serventi. Claus Clausen.
-'"•<.
-^M
Öp pa|touIUe, — 2. In den onderstee 4. Florian Dlm&l en jg^1
«H
er -Hi-cwftSen «a i. Lissi Ama al?
- 16 É
— 17
„Fauesturm", vanwaar ze op hun dorp kunnen neerzien, maar voor Innerkofler is dit de laatste keer, want een kogel doodt hem. Teruggekeerd kan Dimai melden, dat de Italianen reeds met het laden van den berg beginnen. Hulpeloos en vol vertwijfeling wachten de soldaten op hun vernietiging. Dan moet Dimai bij een volgenden patrouilletocht te weten trachten te komen, wanneer de explosie precies zal plaats vinden. Werkelijk gelukt het hem de Italiaansche linie te verschalken, als Italiaansch alpinist verkleed bereikt hij zijn huis. Verheugd en tegelijkertijd verschrikt begroet zijn vrouw hem. En in tegenwoordigheid van Dimai, die verdekt staat opgesteld, vertelt een ingekwartierde soldaat, dat de explosie van de „Col-Alto" dienzelfden avond om negen uur zal plaats vinden. Terug moet Dimai, want zijn kameraden kan hij niet in den steek laten. Franchini is met de uitvoering belast. Alles is klaar. De mijngang is dichtgemetseld, de berg kan ontploffen Maar onder de beschutting van den nacht gelukt het Dimai tot aan de Oostenrijksche stellingen te komen. Onder zwaar trommelvuur ligt hij voor de prikkeldraadversperring. In de algemeene opwinding wordt hij niet herkend door zijn kameraden en aangeschoten. Gillend roept hij om hulp. Eenige minuten later is hij bij hen Alles is thans nog een kwestie van seconden. En nog, terwijl de Oostenrijkers terugtrekken nog, terwijl zij dekking zoeken, scheurt onder een geweldige vlammenzee de top vaneen. Maar de „dooden" van de „Col Alto" springen naar voren en behouden hun berg. Jaren zijn voorbijgegaan. Dimai en Franchini zijn vrienden gebleven. Zelfs de oorlog kon hun vriendschap en hun liefde voor de bergen niet verbreken. En we zien ze weer op den top van hun berg in zon en vrede.
. ;
'
-
'■"
,
.
■
,F
ALS HET LEVEN EEN MISDAAD WORDT MRS. BELLE GUNNESS. ,,De koningin van Laporte". — ,,Haar schoonheid zien, beteekende sterven". Waarschijnlijk heeft de misdaad nooit aantrekkelijker vermomming gekozen dan de persoon van mrs. Belle Gunness, van wie men wel gezegd heeft, dat zij ,,een der meest verdorven vrouwen was, die ooit de aarde hebben ontheiligd". Haar schoonheid zien, beteekende bijna voor alle mannen: sterven. Haar gezicht, zoo lezen wij, was zuiver ovaal, met- een paar prachtig gevormde lippen, die door een vriendelijken glimlach steeds als het ware speelsch-verleidelijk lokten. Wie haar kenden, hielden van haar om haar vriendelijk karakter en haar goedhartigheid, terwijl armen en behoeftigen nimmer vergeefs een beroep op haar milddadigheid deden. Geen wonder dus, dat velen in haar netten verstrikt raakten. Een dergelijk toonbeeld van innerlijke en uiterlijke volmaaktheid was mrs. Belle Gunness, toen zij zich in de lente van 1908 in het stadje Laporte, Indiana, vestigde en haar intrek nam in een fraai huis op de grens der stad. Wie zij was, wat voor een verleden zij had — niemand, die het kon zeggen ! Men wist slechts, dat zij weduwe en van Engelsche afkomst was. Haar komst in de stad werd echter als een groote aanwinst beschouwd en het duurde niet lang, of men noemde haar om heur schoonheid en edelmoedigheid ,,De koningin van Laporte". De waarheid, die pas later aan het licht kwam, was, dat zij in 1880 in het East End van Londen — de wijk der misdadigers — was geboren als kind van zeer behoeftige ouders, en dat zij spoedig daarna naar Amerika was gebracht, waar zij in een slechte omgeving opgroeide tot een jonge vrouw van buitengewone schoonheid. Op twintigjarigen leeftijd was zij in Chicago, waar zij als werkvrouw in haar levensonderhoud voorzag. Daar was het, dat zij trouwde met Max Sorenson, een jongen Noor, die voor zijn bruid een vredig tehuis schiep in Austin, Illinois. De geluksdroom van den jongen echtgenoot mocht echter niet lang duren. Op zekeren avond, toen zij pas eenig^ maanden waren getrouwd, at hij van een maaltijd, die door zijn vrouw ,,met zorg was bereid", en eer de volgende morgen aanbrak, was hij reeds onder hevige pijnen bezweken. Een maand later keerde zijn weduwe met dertien duizend gulden — het bedrag, waarvoor zij het leven van haar man had verzekerd — naar Chicago terug. Ze woonde nog geen twee maanden in deze stad van de misdaad, toen haar huis onder zeer geheimzinnige omstandigheden tot den grond toe afbrandde en zij wederom een belangrijk bedrag — ditmaal van de assurantie-maatschappij — ontving. De gemakkelijke wijze, waarop zij door moord en brandstichting in het bezit was gekomen van een som geld, die voor haar een fortuin beteekende, deed haar besluiten op den eenmaal ingeslagen weg voort te gaan. Ze kocht een
fabriek in Chicago, die eveneens spoedig afbrandde en wederom betaalde de assurantie-maatschappij haar zonder eenige moeilijkheden het bedrag der verzekering uit. Toen zij op deze manier een vermogen had gevormd van zestigduizend gulden, besloot zij een nieuw terrein voor haar werkzaamheden te kiezen, waarom zij zich in Laporte vestigde, waar zij weldra omringd was door een grooten kring van aanbidders. Dit was precies wat mrs. Sorenson wenschte en het duurde dan ook niet lang, of zij stapte opnieuw in het huwelijksbootje, ditmaal met een zekeren Gunness, die al evenmin lang van zijn geluk mocht profiteeren. Terwijl hij op zekeren dag in den kelder* bezig was, werd hij „per ongeluk" door een bijl op zijn hoofd getroffen. Hij keerde niet meer tot bewustzijn terug en mrs. Gunnes was na zijn dood opnieuw duizend gulden rijker. Het overlijden van haar tweeden echtgenoot luidde voor mrs. Gunness een nieuwe en zoo mogelijk nog misdadiger periode van haar verfoeilijk leven in. Ze begreep namelijk, dat een „toekomstig echtgenoot" haar eigenlijk evenveel voordeel kon opbrengen als een, waarmee zij werkelijk was getrouwd, en zoo besloot zij vermogende aanbidders naar haar woning in Laporte te lokken, onder het voorwendsel met hen te willen trouwen, doch hen in de plaats daarvan in koelen bloede te vermoorden en zich van hun geld meester te maken. Met dit duivelsche doel voor oogen, plaatste zij in verschillende couranten advertenties van den volgenden inhoud : „Rijke, jonge weduwe, aantrekkelijk uiterlijk, eigenares van een groot buiten, wenscht in correspondentie te treden met een beschaafden, gefor tuneerden heer. Doel: een huwelijk." Zoo luidde het verleidelijke aanbod, waardoor „De Koningin van Laporte" haar slachtoffers naar haar huis lokte, terwijl zij wist, dat zij het nooit meer levend zouden verlaten. ledere gegadigde voor een huwelijk met de rijke weduwe werd op hartelijke en charmante wijze ontvangen — na eenige uren was hij echter reeds bedwelmd en sleepte mrs. Gunness hem naar een kamer, die opzettelijk voor dit doel was ingericht met dubbele sloten op de deuren, tralies voor de vensters en met zaagsel opgevulde muren, die ieder geluid dempten. Hier maakte chloroform een pijnloos einde aan zijn leven, waarna zijn „beminnelijke gastvrouw" hem des nachts in haar tuin begroef. Op deze wijze vermoordde zij het eene slachtoffer na het andere. De brieven, waarmee zij haai- slachtoffers in den dood lokte, toonen duidelijk, welke geraffineerde methoden zij er op na hield. Aan een van hen schreef zij : „Jij bent mijn koning. Ik aanbid en vereer je. Ik weet uit je brieven, dat je een trouw en eerlijk hart hebt. Kom bij mij. Je bruid verwacht je. We zullen hier zoo gelukkig zijn als een koning en koningin, in het prachtigste huis van .Noord Indiana. Mijn hart zou breken indien je mij nu teleurstelde. Ik vertrouw de banken niet. Verkoop - 18 -
je boerderij, of neem er een zoo hoog mogelijke hypotheek op en neem het geld mee ; naai het in je kleeren. Laat me weten met welken trein je komt, dan zal ik met een rijtuig aan het station zijn. Ik ben blij, dat je in al die jaren nooit getrouwd bent geweest. Je hebt gewacht op de eenige vrouw, die werkelijk van je kon houden. Ik droom van ]e, mijn geliefde, en verbeid met ongeduld je komst." Een anderen aanbidder schreef zij de volgende sinistere, onheilspellende woorden : „De menschen, die mij bezoeken, willen nooit meer weg. In Juli zal het een prachtige tijd voor je zijn om in Laporte te komen, en ook jij zult nooit meer weg willen gaan." Door middel van dergelijke brieven slaagde de Vampier van Laporte er in, den oogst harer slachtoffers jaar in, jaar uit binnen te halen en haar tuin veranderde geleidelijk in een kerkhof, tot zij, in 1919, haar laatste uitnoodiging richtte tot een rijken vrijgezel van middelbaren leeftijd, mr. Andrew Holdgren uit Aberdeen, die haar had medegedeeld, dat hij een fortuin bezat van vijftigduizend dollar. „Aan mijn dierbaarsten vriend .in de wereld," zoo begon haar brief aan hem. „Geen vrouw ter wereld is gelukkiger dan ik. Ik weet nu, dat je komt en dat je van mij zult zijn. Ik merk aan je brieven, dat je de man bent, waar ik altijd, zonder het zelf te weten, naar heb verlangd. Ik weet heel gauw wanneer ik van iemand houd, en ik houd van jou meer dan van iemand anders ter wereld .... Mijn hart klopt onstuimig voor je, mijn Andrew. Ik bemin je. Kom en bereid je er op voor eeuwig te kunnen blijven." Eenige dagen later kwam mr. Holdgren en legde zijn bezit aan haar voeten. Vier en twintig uur later lag hij naast zijn voorgangers in den tuin des doods en zijn geld in de brandkast van de weduwe. Maar Nemesis was nu gevaarlijk dichtbij. De broer van het slachtoffer, die niet begreep waarom Andrew niets van zich liet hooren, schreef zijn „schoonzuster" om inlichtingen, waarop zij hem het volgende even zonderlinge als raadselachtige antwoord zond ; ,.Beste broer van den besten vriend dien ik ter wereld heb. Het is met tranen in mijn oogen en een hart zwaar van kommer, dat ik je schrijf over je broer, mijn geliefde. Hij is vertrokken. Ik weet niet waarheen. Als ik aan hem denk, bloedt mijn hart. Moge de hemel hem genadig zijn, waar hij ook is. Ik bemin hem teeder !" Natuurlijk wekte deze brief argwaan, en toen mr. Holdgren korten tijd later nog vernam, dat het huis van de weduwe was afgebrand en dat zij met haar drie kinderen in de vlammen was omgekomen, stelde hij haar schrijven in" handen van de overheid van Laporte, die een onderzoek deed instellen. De tuin werd afgegraven en de verschrikkelijke waarheid kwam nu aan het licht, doordat men het stoffelijk overschot vond van meer dan twaalf mannen, van wie verschillende werden herkend als „gasten" van de „koningin van Laporte".
raa Daarmee verbindt gij de uiting van goeden smaak aan de ware luxe, wat ten slotte ook het meest economische is.
„Vroumen oäin dlsiiinctle drageim Ec - 19 -
e
■%-■
■;<■:'>?■■/'-■■ /■■-■-. ■■";■■■ ;■■■"; -:VV^Vv^
LIEF WE ZOEKT LIST ^OMU^"
DOOR
Een „dramatische" é^schledenis van jeuédiée liefde, ontrouw en verwarring, met een nimmer falend „happy-end"! Berkemeyer Silt Nic'laas dit jaar, genoeglijk in spanning, men 's avonds bij elkaar... Allereerst Mama, natuurlijk, Dan ... Papa, dat spreekt vanzelf, Voorts de kind'ren en logé-tjes. Met elkaar totaal nèt elfl Kit en Loe, de oudste meisjes. Waren in hun „bakvischtijd" En, onnoodig haast te zeggen. Allebei hun hart dus kwijt Aan een jeugdigen aanbidder, d' Eéne Herman, dander Piet, Doch, de „heeren" thuis ontvangen, Néé ... dat mochten ze nog niet 1 „Eerst een jaartje nog eens wachten. En dan zullen we wel zien. Alhoewel... zelfs na dät jaartje Zeg ik nóg maar... héél misschien 1" Zoo sprak vader Berkemeyer Onder luid en groot protest. Doch de meisjes voelden zelf wel. Hij sprak voor hun eigen best! Maar tóch'... Loe was nu al achttien. Vond zichzelf een hééle meid, 't Was tè gek, een jaar lang wachten, Dät... in dééz' modernen tijd! Doch Papa was heel erg zorgzaam. En, hoewel een gróóte deugd, Leefde hij een heel klein beetje In de tijden van „zijn" jeugd! Dus had Loetje zitten peinzen. Want, bedacht ze zéér terecht. Als Papa hem nou maar leert kennen. Is de zaak toch zóó beslecht! 'k Ken er méér van achttien jaren. Die zijn officieel verloofd, 'k* Ben warempel toch geen kind meer Hoe haalt Pa het in z'n hoofd?? Maar,, ondanks haar protesteeren. Bleef Papa als steeds... de baas. Tot... ze eensklaps een idee kreeg. Dat was tegen Sint Nic'laas! Hendrik, de chauffeur van vader. Zou weer, net als ieder jaar. Als de goede Sint verschijnen Voor de kleine-kleuterschaar! Meestal had éen vriend van Hendrik Dan voor Zwarte Piet gespeeld. De cadeautjes en het speelgoed Bij de kleintjes rondgedeeld! Dit jaar — en, ja, waarde lezers, Dät was Loetjes stoute plan — Zou häär Piet ... de Zwarte Piet zijn. Ja, wat zégt U daar wel van?
____:
.
Want . . . zóó zäg z'em nog dien avond. Ook al wäs-ie dan ook zwart. En, misschien zelfs ... één minuutje ... Troffen ze elkaar . . . apart! En een fluks gestolen kusje Was dan lekker Pa z'n straf! Maar . . . wie weet, gaf Piet dien avond Stel je voor — misschien wel äf! Zoo gedacht en . . . zoo gedaan dus. Hendrik kwam in het „complot". En dus, lezeressen, lezers. Gaan we over tot het slot . . . De familie Berkemeyer „Dééd" aan Sint Nic'laas, dit jaar. En, genoeglijk, in spanning, Zat men 's avonds bij elkaar . . . Toen, opeens . . . twéé harde bonzen . . . En gevolgd door Zwarte Piet, Schreed Sint Nicolaas naar binnen . . . (Niets bijzonders, zoo U ziet!) „Zoo, zoo, zoo . . ," begon de grijsaard. En trad op de kleintjes toe, „Zóó .. . dus dät hier zijn de kind'ren..." — „Néé . . de ouders!" — proestte Loe, En gaf stiekempjes een knipoog Aan Sint Nic'laas' zwarten knecht, Dien ze vast niet had herkend, als Hij geen „Loekie" had gezegd . . . Dat wil zeggen . . . zóó natuurlijk. Dat slechts zij het kon verstaan, Määr . . . dat zijn ook trouwens dingen. Die gaan niemand anders aan! En toen iedereen z'n aandacht Wijdde aan den goeden Sint, Toen verdween z'n zwarte dienaar Door een tusschendeur, gezwind! Loetje bleef nog even zitten, Keek den kring. aandachtig rond, Merkte vluchtig, dat ze Kitty Nergens in de kamer vond. Dan . . . verdween ze, heel, hèèl zachtjes, In de thans verlaten gang, Want. ze vond . . . die arme jongen Wachtte al weer vèèl te lang! Snel liep ze de gang ten einde, Spiedde links en rechts in 't rond. Tot ze eensklaps ... in de keuken ... Zwarte Piet.., met Kitty vond! En haar zusters blonde kopje Lag op Piet z'n kraag, naar 't En dié rakker had z'n armen Stijf om zuster Kitty heen... Met een gil liep arme Loetje Wég van deze wreede plek... O... wat was dät laag van Piet
..
., .Kitty... néé.'.. 't was äl te gèk.. .1 Dan... ja, heusch — voelde ze eensklaps 'n Tweetal 'armen om haar heen, Woedend echter snauwde Loetje: „Piet... bäh ... wat ben jij gemeen!" Zwarte Piet scheen zéér verwonderd, En hield Loetje stevig vast. Toen... kwam Kitty weer de gang in En was Leiden pas in last! „Denk jij soms," zoo snauwde deze, „Dat 'k verlegen ben om joü??" „Néé," vond Loetje, mét haar zuster, „Denk maar nóóit, dat ik je trouw!!" „Bäh," vervolgde dan weer Kitty, „Tusschen óns komt 't niét meer goed... Eerst met mij... en dän m'n zuster... Herman ... foei... wie zóóiets doet..." Doch... dié viel haar in de rede. Snauwde: „Doe zoo gék toch niet. Kind, wat bazel je toch aldoor. Ik ben Herman niet... maar Piet!" Daèr verscheen aan 't eind der gang plots Nog een twééde zwarte knecht. Nou, U snapt wel, waarde lezers. Tóén was gauw het pleit beslecht! Nèt éénzelfile plan als Loetje Had toevallig Kit gehad. En dus waagden beide minnaars Zich op 't Zwarte Pieten-pad!
Hendrik, die als Sint fungeerde Had de plannen goedgekeurd. En gezegd: „'t Is mij uitstekend... Maar dan help je om de beurt..." „Noü!" zei Piet, (de échte, weet UI) „Noü, zeg, Loeki... frääi is dat. Heb ik me den héélen avond Niets, totaal nog niets gehadll" Loetje kreeg een schattig kleurtje Määr... dät gaat ons weer niet aan. Dus, we zullen héél bescheiden. Even naar de ... kamer gaan! Däär zei Pa op dät moment Juist: „Waar die zwarte Plet toch zit? Enne . . . Loetje . . . waar zou dié zijn. En . . . Waarèmpel . . . waar is Kit? Wacht ... ik zal eens even kijken . . ." Nou, de rest zij U bespaard. Maar 't gezicht van Berkemeyer Was U vast een tientje waard! Maar het einde van het* liedje Was, dat Pa weer binnenkwam, En die . . . „bliksemsche kwajongens" In genade . . . medenam! „Moeder," zei die, fijntjes lachend, „Alsjeblieft, twéé zoons d'r bij. Maar ... ik moet je even zeggen: 'n Fijn stel dochtertjes heb jij!"
LILIAN HARVEY EN WILLY FRITSCH bij de première In het Ufa-Palast te Berlijn van hun film „Het Congres danst".
«
}
■
OmiE OOLDJ Jackie Coogan, Mitzi Green en Junior Durkin. {Vervolg van pagina 13]
Mr. Atterton was niet in een stemming om op dergelijke grappen in te gaan: een boodschap, die hij zoo juist per telefoon had gekregen, had hem ernstige zorgen gebaard. „Laat me de courant even zien," zei hij, zijn hand uitstekend naar hel dagblad, dat half uit Players zak te voorschijn kwam. „Tut-tut," lachte Player. „Dat kun je toch zeker wel fatsoenlijk vr.\gen ?" En toen zag hij, aan het andere eind van de hall, het meisje en hij hield zijn adem in. Want in de uren, die voorbij waren gegaan, sinds hij haar voor het laatst had gezien, hadden andere dingen zijn gedachten zóó ernstig in beslag genomen, dat hij bijna geen tijd had gevonden om aan haar te denken. En nu dreigde de bitterheid van hetgeen komen rnoest^ hem bijna te doen stikken ... „Hier heb je de courant," zei hij snel tegen Atterton. „Verdwijn er mee uit mijn buurt." Daarna ging hij naar het meisje en begroette haar met zijn gewonen indolenten glimlach. „Wat is er gebeurd ?" vroeg zij snel. „Heel wat," antwoordde hij rustig. „Heel wat. Het voornaamste is echter, dat een groote zondaar ontzettend veel is gaan houden van een heel mooi meisje — zoo veel en zoo mooi van haar is gaan houden, dat hij nooit had durven denken dat een mensch een dergelijk geluk beschoren kon zijn." Hij zweeg, stamelde een paar onsamenhangende woorden, en vervolgde toen met vaste stem: „En dan... hetgeen eigenlijk nog belangrijker is — dan is er nog dit: hetzelfde mooie meisie zal vanavond nog een brief ontvangen. Het
Uw zenuwen komen tot rust; slaap, kalmte, zeifbeheersching, arbeidslust en levensvreugde keeren weer door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
adres zal getypt, het poststempel Strand zijn. Ik zou graag willen, dat het mooie meisje dien brief alleen maar openmaakte als ik er bij was. Begrijp je ?" „Ik begrijp het," fluisterde ze, en haar oogen schitterden. „Heb je dat gezien?" Attertons stem —• opgewonden van woede — deed Player zich omkeeren. „Wat gezien, beste kerel?" mompelde hij, de courant aannemend, die Atterton hem voorhield. „Brutale inbraak in de City ... bedoel je dat ? Jongens, wat worden die dieven toch brutaal tegenwoordig! De firma Baynes &■ Co. Wel, wel. De nachtwaker gebonden en een prop in den mond. Brandkast geforceerd. Een meester in zijn vak. Sjonges! Maar ofschoon ik uw afschuw als eerzaam staatsburger heel goed begrijp, zie ik niet in, waarom u er zich zoo over moet opwinden, mr. Atterton! De ander wierp hem een woedenden blik toe. „Ik probeer me te herinneren, waar ik u al eens eerder heb gezien, mr. Player," zei Atterton peinzend. „Nergens, daar ben ik zeker van," mompelde de ander. „Uw klassieke gelaatstiekken zouden anders onverwoestbaar in mijn hersens gegrift zijn gebleven. — O, daar komt de postbode, als ik me niet vergis." Hij keek het meisje aan en Daisy beantwoordde zijn blik op een zonderlinge wijze. Gedurende één seconde zei hij haar met zijn oogen wat zij wilde weten; gedurende één seconde gaf zij hem het antwoord teiug dat voor hem tegelijk het bitterste en zoetste was, dat hij zich kon indenken. Toen liep hij de hall door en haalde de brieven. „Een zakelijke brief voor u, miss Laval," zei hij lachend. „U kunt heim beter nu direct openmaken en ons zakelijk advies vragen. U zoudt u nooit tot een beter adres kunnen wenden." Met bevende vingers opende zij de envelop, en toen Atterton den inhoud zag, slaakte hij een vloek en maakte een beweging alsof hij hem haar uit de hand wilde rukken. Het volgende oogenblik had hij het gevoel alsof zijn arm was gebroken en de oogen, die zich in de zijne boorden, schitterden -22 -
op dat oogenblik eer dreigend dan geestig. „U vergeet uzelf, mr. Atterton," zei Player vriendelijk. „Doe dat niet meer." „Maar ik begrijp er niets van," riep het meisje uit. „Wat zijn dat voor papieren?" „Mag ik ze gens zien ?" Player stak zijn hand uit, en ze gaf ze hem direct. „Ze zijn gestolen." Alle kleur was uit Attertons gezicht geweken. „Geef hier... Ze zijn van mij!" „Beheersch je, kerel!" zei Player kalm. „Dit," vervolgde hij toen tegen Daisy Laval, „dit lijkt wel een ontvangbewijs van de firma Smith & Co., voor het parelsnoer, dat ze opzicht hebben gestuurd aan mr. Laval." „Maar je zei, 'dat hij het gekocht en beleend had!" Woedend wendde het meisje zich tot Atterton. „Dat is ook zoo," antwoordde deze. „Deze stukken zijn vervalscht." „Werkelijk?" vroeg Player. „Maar dat is toch duidelijk de handteekening van Stockdale. Bovendien is dit het officieele briefpapier van de firma Smith & Co. En ... zij heeft het parelsnoer ook, denk ik." „Ja, zij heeft het parelsnoer. Dat is vannacht bij Baynes gestolen door... door..." Zijn oogen waren onheilspellend op Player gevestigd. „Ga verder," zei deze. „Het is ge-
VOOR EEN ZUIVERE HUID ZUURSTOFHOUDEND WATER. Een absoluut zuivere huid, smetteloos en zacht, is alleen een huid, die behoorlijk kan „ademen". De poriën moeten volkomen gereinigd en vrij van onzuiverheden zijn. Zeep en water alleen kunnen weinig doen voor het schoonhouden der poriën. Zuurstof-houdend water kan dat echter wel! Doet daarom steeds, als U Uw gezicht wascht, een theelepel Radox in het waschwater. Als de werkzame, overal doordringende zuurstof zijn taak heeft gedaan, zult U als resultaat zien, dat alle vetwormpjes en andere huid-onzuiverheden verdwenen zijn en Uw huid zacht en frisch wordt. En Uw spiegel zal U bewijzen dat een werkelijk mooie, gezonde huid de basis is van een aantrekkelijk voorkomen. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten a / 1.25 per pak. Een pak is toereikend voor verscheidene weken. Imp.: N.V. Rowntree Handels-Mij., Keizersgracht 124, Amsterdam-C. Voor Indië verkrijgbaar bij de Firma J. v. Gorkom & Co., Djocja, en hare filialen.
loof ik zeer interessant wat je wilde zeggen." Maar Attertons gezicht was plotseling geheel verandeid. „Allemachtig!" riep hij uit, „je bent... je bent..." „Ja, ik ben... wie? Het zal je wel te binnen schieten als je maar even rustig nadenkt. In dien tusschentijd kunnen wij even deze papieren bekijken, miss Daisy. Nu, dat is geloof ik de schuldbekentenis van mr. Laval, waarin hij verklaart duizend pond te hebben geleend van de firma Baynes & Co., tegen een rente van vijf ein; twintig percent per maand. Dat is woekerrente mr. Atterton 1 Absoluut! Ben je dat niet met me eens? Wat een bloedzuiger is die Baynes!" Maar de ander luisterde niet: hij begreep nu opeens alles. Hij stak zijn handen in zijn zakken en lachte gemeen. „Ook gestolen," zei hij. „Erg mooi, werkelijk! En hoe denk je er met den buit vandoor te gaan, mr. Bill Pete ? Ik geloof dat de politie, die ik direct zal opbellen, wel verheugd zal zijn zoo'n goeden ouden kennis terug te zien." Hij keek het meisje aan en lachte opnieuw, toen hij den blik in haar oogen zag. „Wat bedoelt hij, Dick?" ric^) ze angstig-verbaasd. „Wat bedoelt hij ?" „Ik bedoel," viel Atterton uit, „dat mr. Dick Player een handige internationale oplichter is, die in drie continenten door de politie wordt gezocht. De politie hier, die ik maar direct zal opbellen, zal hem daarom als een verloren zoon in haar armen drukken." Hij ging naar de telefoon en het meisje wendde zich met een verschrikten kreet tot Dick. „Zeg dat het niet waar is, lieve, zeg dat het niet waar is!" Eén seconde keek hij haar treurig glimlachend aan; toen ging hij zitten. „Ik geloof, mr. Atterton," zei hij, „dat ik in jouw plaats niet zoo vlug zou zijn om de politie op te bellen. Degeen, die deze stukken aan miss Laval heeft gezonden, heeft er nóg een document bijgedaan." Atterton keerde zich om, en bleef onbeweeglijk staan. „Een zonderling document," vervolgde Dick Player, „dat duidelijk bewijst, dat de firma Baynes & Co. niet alleen optreedt als heelster, maar ook dat zij zich occupeert met een onwett|gen handel in diamanten. De beide mannen staarden elkaar onder een doodsche stilte aan; toen zei Player weer: „Ik zal deze drie documenten bewaren, mr. Atterton, teneinde je te dwingen, je in de toekomst behoorlijk te gedragen. Mr. Laval kan je een behoorlijk bedrag betalen, indien hij daar zin in heeft — dat moet hij weten. Ik zal hem precies vertellen wie je bent: Atterton, Baynes, en Smith. Maar als je van plan mocht zijn moeilijkheden te maken in verband met het beleenen van dat parelsnoer, of als je mocht willen rondbazuinen, dat Bill Pete vernntwoordelijk is voor den diefstal van
GEBRUIK STEEDS
'oïtC^ Z/Tü^Ä Van m'n enquête heb ik u verteld. Ik hoop, dat 't u niet heeft geërgerd dr nog niets verder van te hebben gehoord. De resultaten? Verrassend! Ik sprak u van het kleintje koffie, dat nog geen cent goedkooper was geworden, ondanks den val der koffieprijzen, gezwegen nog van het wegrollen der koffieboonen in de vuurhaarden der Braziliaarische locomotieven. Weet u wat het antwoord was? 't Kleintje koffie kan niet goedkooper, want 99 pCt. is water. En 't water, geleverd door de gemeentelijke waterleiding is er, net als alle gemeentelijke diensten, niemendal voordeeliger op geworden. Zeg d'r ereis wat tegen. De tram 'n Afdoend argument werd me gegeven door den tweeden adjunct-secretaris van den ambtenaar ter. secretarie, belast met het aanhooren van klachten. De secretaris en zijn eerste adjunct, mitsgaders hun chef waren ,,bezet". Bezig met de ergernis van velen. Hoe is het mogelijk ?! vannacht — dan beloof ik je, dat het er voor jou slecht zal uitzien. Want dit document zou Scotland Yard buitengewoon interesseeren. Je weet toch, dat het nemen van woekerrente strafbaar is ?" Terwijl hij luisterde, was Atterton hoe langer hoe bieeker geworden, en toen Player zweeg, begon hij vreeselijk uit te varen, zonder daarbij aan het meisje te denken. Maar direct grepen twee ijzeren handen hem bij de keel en wankelde hij als een beschonkene achteruit. „Zwijg, schoft!" riep Player. „Zwijg of ik breek al je botten. Er zijn heel wat schurken op de wereld, Atterton, maar zoo'n gemeen, laag sujet als jij moet nog geboren worden. En nu — smeer hem, en gauw ook! Je kunt den trein van half tien nog halen. En vergeet niet, wat ik heb gezegd, want bij mijn leven — ik dóe het!" „Ik zie je nog wel eens terug, Bill Pete," zei de ander, terwijl hij hc • vertrek verliet, „en dan ..." „En dan — zetten wij dit gesprek voort, juist," zei Dick Player. „Maar maak nu dat je wegkomt." „Ja, het is waar!" Ze had het geweten, en toch, echt vrouwelijk, had zij zich vastgeklampt aan de hoop, dat er een vergissing in het spel Was — had zij een verklaring verwacht. En nu, alleen met den man waarvan zij was gaan houden, doofde haar hoop uit als een kaars. Terwijl er een glimlach om zijn lippen speelde, keek hij haar aan en ér was zóó'n treurige uitdrukking in zijn oogen, dat zij het niet langer kon verdragen. „Ik ben Bill Pete, en mijn reputatie is zoo slecht en zoo zwart als je maar denken kunt, en ik word inderdaad in
ID€ZAM — 23
Die tweede adjunct-secretaris, 'n aller charmantst mensch, zei me: M'nheer Pruttelaar, de tram is niet duurder geworden. De groote Einstein, wiens mededeelingen voor het groote publiek even onbegrijpelijk zijn als die van ons ,,officieele menschen" (dat zegt me zoo'n tweede adjunct-secretaris, hoor Je dat?) heeft gezegd, dat alles betrekkelijk is. Waarvoor betaalt u uw tramgeld ? Voor den tijd dat u in de stedelijke electrische auto zit. In tijden van opgewektheid is die tijd zoo om. In tijden van depressie, duurt ie drie maal zoo lang. Ergo is die luttele verhooging van het trambiljetje een koopje, waarvoor u niet dankbaar genoeg kunt zijn, m'nheer Pruttelaar. 't Moest eigenlijk driemaal zooveel kosten. En nou u! Tenslotte komt m'n huisheer aan het woord: m'nheer Pruttelaar, (ergerlijk hè, hoe wcl-willend de menschen zijn, wanneer ze niks voor Je willen doen) hoe komt u er bij om vermindering van uw huishuur te vragen? Dwingt de malaise u niet af te zien van alle uithuizigheid, die u geld kost? Profiteert u niet veel meer van het bezit van uw woning dan in plaisante tijden. Ergo Loop naar Je grootje Dat was mijn antwoord. Aan mijn lijf geen enquêtes meer! Mensch erger Je nietl PETRUS PRUTTELAAR.
drie continenten gezocht. Ik heb vannacht de brandkäst bij Baynes geforceerd en ik heb het ontvangbewijs bij Stockdale gehaald. Ik heb namelijk den heelen truc van het begin afaan doorzien. Ik was ingewijd, zie je! En Atterton is Baynes & 'Co.; bovendien is hij ook Smith & Co. en nog heel veel andere personen. Van het begin af aan was alles opgezet ter bereiking van slechts één doel; het meisje, waar je broer dat snoer oorspronkelijk voor op zicht gevraagd heeft, was er ook bij betrokken; zij was het, die je broer voorstelde, het te beleenen. Hij heeft het me zelf gisterenavond verteld." Hij zuchtte en liep eenige keeren het schemerige vertrek op en neer. Toen bleef hij weer voor haar staan en er was een teedere blik in zijn oogen. „Ik ben maar een gewone oplichter — een gewone dief. Maar ik ben érg blij, dat ik het liefste meisje van de wereld een dienst heb kunnen bewijzen. Huil niet, liefste, huil niet: een dief is niet waard, dat je om hem huilt. Je moet vergeten, dat hij brutaal genoeg was om vaa je te gaan houden: zijn eenige verontschuldiging is, dat hij het niet kon helpen. Misschien zal het meisje in de dagen, die komen, nu en dan nog eens in vriendschap denken aan den man, dien zij heeft gekend als Dick Player — die aan anderen bekend was als Bill Pete — die zichzelf kende als. .. maar dat komt er niet opaan!" Hij bukte snel, greep haar hand en bracht ze aan zijn lippen. Toen was hij verdwenen voor zij er erg in had. En al hoorde hij haar snikken: „Dick, mijn liefste, kom terug!" hij liet het niet merken. De deur, die zich achter henn sloot, scheidde voorgoed hun beider levens . . .
ALS VERSTERKINGSMIDDEL
N.V. AMSTERDAMSCHE CH1NINE-EABRIEK
■
.
^gmm^^^m^1^
™*m*m
■...
■-■'■-;■
■
+,
■
AL Een Cicero-film der N.V. Ufa FilmMaatschappij te Amsterdam. Regie: STEFAN SZEKELY. Personen : Robert Burekart Oskar Sima. Annemarie, zijn vrouw . . Gerda Maurus. Carlo Paul Vincenti. Lupita Jarmila Marton. Een Spaansch danspaar. Oom Emil Otto Wallburg, Anton Schiller Paul Kemp, Hanne, de huishoudster, Adele Sandrock, Frieda, het dienstmeisje, Lieselotte Schaak.
jf***
■*\
R'
obert Burekart, architect, is al tien jaar met Annemarie getrouwd. De dagelijksche sleur heeft de echtelieden min of meer onverschillig voor elkaar gemaakt. Eigenlijk hebben ze elkaar niets meer te zeggen. De gewoonte heeft de liefde vervangen Een oud, men zou haast zeggen; heilig inventarisstuk der huishouding is Hanne, de bejaarde huishoudster, die Annemarie in het huwelijk heeft meegebracht en die den scepter zwaait in huize Burckart. Robert werkt aan een prijsvraag voor den bouw van een modern warenhuis en hoopt de opdracht te krijgen, daarbij vertrouwende op de protectie van Annemarie's oom Emil. Op een dag komt oom Emil het echtpaar met een bezoek verrassen. Hij is levenslustig en dol op grootsteedsche genoegens, Robert en Annemarie moeten met hem een avond in het nachtlokaal „Andalusia" doorbrengen, waar zij met een Spaansch danspaar. Carlo en Lupita, kennis maken. De ongewone omgeving, de smachtende melodieën van een tango, de prikkeling van den parelenden champagne, de meeslepende rhythmen van den dans, dat alles krijgt voor Robert en Annemarie plotseling een buitengewoon groote beteekenis. Op Robert heeft de danseres, op Annemarie de vurige Spanjaard, diepen indruk gemaakt. Beiden, tot dusver zoo rustig en burgerlijk levend, zijn — ze weten niet hoe — eensklaps in den ban van een betoovering geraakt, die hen met groote ontevredenheid over hun dagelijksch leventje vervult, beiden verbergen de verandering, die in hen heeft plaats gegrepen angstvallig voor elkaar. Zonder het te willen, als door een onbekende macht gedreven, gaat ieder van hen zijn eigen weg. Voordat zij het merken, hebben zij voor de eerste maal tegen elkaar gelogen. Annemarie heeft de dansles van Carlo bezocht en Robert heeft even heimelijk met Lupita afgesproken. De hartstocht vlamt zoowel in Annemarie als in Robert op, maar zij willen eerlijk tegenover elkander staan en daarom schrijven zij elk een afscheidsbrief. Op denzelfden dag reizen zij af, ieder met zijn partner, en ze weten niet, dat de ander hetzelfde doet. Alleen Hanne, de plichtsgetrouwe huishoudster, blijft achter. En Hanne vindt de afscheidsbrieven. Robert en Annemarie komen tijdens hun avontuur al heel spoedig tot het inzicht, dat hun nieuwe partners als mensch de verge-
Tw
«%,■
W]
»
,••■>>
/
^
. Adele S&ndroclï (Hanne) en Qerda Maurus (Annemarie).
■M
Qerda Maurus (Annemarie) en Paul Vincenli (Carlo). lijking met degeen, die' zij verlaten hebben, niet kunnen doorstaan. Lupita ontpopt zich n.1. als een zeer oppervlakkig schepsel, dat voor een fijnbesnaard man als Robert geert begrip toont, terwijl Annemarie de ontdekking doet, dat Carlo niets anders is dan een aardige oppervlakkige jongen, die lederen arbeid schuwt. Zoo rijpt in beiden reeds na korten tijd het plan, om naar de echtelijke woning terug te keeren. Beiden gelooven, dat de ander thuis is gebleven en hij of zij alleen de schuldige is. Bijna terzelfder tijd komen zij thuis, waar de verzoening spoedig plaats heeft. Men belooft elkaar, de aangelegenheid niet meer te zullen aanroeren, tot het beiden door Hanne duidelijk is geworden, dat elk van hen eenzelfde ervaring heeft gehad. Hanne heeft een domheid begaan en Robert en Annemarie zijn nu vastbesloten te gaan scheiden. Op dat oogenblik arriveert oom Emil om Robert mee te deelen, dat hij de opdracht voor den bouw van het warenhuis heeft gekregen. Robert is hierover zoo gelukkig, dat hij des nachts Annemarie, met wie hij niet meer gesproken heeft, in haar slaapvertrek opzoekt en geestdriftig met haar over zijn plannen praat. Annemarie deelt zijn enthousiasme, waarna beiden zich afvragen of het eigenlijk niet dwaas is, om van elkaar weg te gaan. Zij vergeven elkaar den misstap en den toeschouwer wordt beleefd verzocht, de kamer te "verlaten - 24 -
M
■
Jat.
'•m
n;--
m OaHar Sima als Robert Durckhart.
Paul Kemp (Anton Schiller) en Adele Sandrocü (Hanne). - 25 -
Paul Vincenti. als Carlo.
.
—^»mmmmm . ■ .-.■
..■■■'.
.■
.
■^—i^— ■ ..■?'!^ '
, 1iJ
l-.}
DE ENQELSCHE DÄN33TIJL DOOR e uitdrukking „Engclsche dans| stijl" is geleidelijk een stokpaardje geworden. Zeker, wc zijn het er over eens, dat de Engelschen beter dansen dan wij, en we zijn het er ook over eens, dat het daarom de moeite loont, hun manier van dansen te bestudeeren. Laten we nu eindelijk ook eens trachten te weten te komen, waardoor de Engelschen ons de loef afsteken! Wij, Hollanders, verkeeren nog steeds in twijfel over de kwestie, of dansen een kunst of een sport is. Deze twijfel sluit in zich, dat we niet goed weten, op welken grondslag en in welke richting we ons moeten ontwikkelen. Hierin schuilt ongetwijfeld de voornaamste reden van onzen achterstand. De Engelschen hebben die vraag reeds lang voor zichzelf beantwoord. Zij weten zeer goed, dat de moderne danskunst reeds lang ontgroeid is aan den invloed van den ballctdans, die destijds de moderne gezelschapsdansen beheerscht heeft, en die tot ongeveer vijf en twintig jaar geleden de danskunst vertegenwoordigde. De kunstdans is iets, dat toch steeds voor de mecsten onzer onbereikbaar zal blijven, want hiervoor is niet alleen goede wil en oefening noodig, maar bovendien talent en aanleg — net zooals voor onverschillig welken anderen kunstvorm ook. Pavlova's en Escudero's worden evenmin gemaakt als Goethe's of Botticelli's of Mahler's. Het zijn geboren kunstenaars, die we kunnen bewonderen, maar die we niet kunnen nadoen, dan op straffe van ons zelf bespottelijk te maken. Beter daarom géén leeken-kunst te hebben en ons vrijmoedig te ontwikkelen in de eenige richting, waarin we wat kunnen presteeren: een dans, die dient voor louter ontspanning en voor sportieve lichaamscultuur. De Engelschen zijn andere landen voor op dansgebied, omdat ze door hun nationale geaardheid vroeg begonnen zijn de dansbeoefening sportief op te vatten. Het probleem der lichaamscultuur is sinds lang voor hen een belangrijk onderdeel van de opvoeding — en vanzelfsprekend hebben ze in den dans gezocht naar de mogelijkheid er een waardevol hulpmiddel voor lichamelijke opvoeding in te vinden. Een Engelschman denkt er daarom geen oogenblik aan, een artistiek danspasje te maken, dat hem niet vlot afgaat : hij wil danspassen hebben, die hij vlot, uitgaande van een natuurlijke rhythmische beweging, kan maken en sinds eenige jaren zijn de Engelsche danslecraren er op uit eiken afzonderlijken danspas te bestudeeren in verband met de natuurlijkheid der beweging. Zoo beschouwd is de Engelsche dansstijl geen eigenlijke stijl, maar een kwestie van voorstudie en techniek. Maar de manier, waarop die techniek toegepast wordt! Waarlijk, telkens wanneer ik ergens in het buitenland kom en er gelegenheid heb Engelschen te zien dansen, kom ik tot de conclusie.
Bi
LYADEPUTTII-
COR KLINKERT
dat goed dansen toch eigenlijk de allereenvoudigste zaak ter wereld is, vooropgesteld echter, dat men den volgenden regel in acht neemt; Het lichaam moet zich niet aanpassen aan de dansbewegingen, maar men moet de danspassen maken als geheel ondergeschikt aan de natuurlijke „balanceering" van het lichaam (body sway). Ik zal een klein voorbeeld geven van wat hiermee bedoeld wordt en ik ben er zeker van, dat als men deze aanduiding goed navolgt, het rhythmische dansen voor velen direct veel gemakkelijker zal worden. Veronderstel eens, dat u even door de kamer slentert. Of beter nog dan het te veronderstellen: geef u de moeite het te doen. Als u even wilt nagaan, op welke manier ge u nu eigenlijk voortbeweegt, dan zult u zien, dat de knieën nauwelijks doorbuigen, dat de beencn voorgezwaaid worden met de heupen als uitgangspunt, en dat u niet op de teenen maar op het plat van uw voet loopt. Welnu, door precies dezelfde techniek van loopen toe te passen in den dans, heeft men reeds het juiste inzicht in de Engelsche manier van voortbewegen. Er komt echter nog iets bij: Tijdens het voortslenteren zult u zien, dat uw bovenlichaam niet onbeweeglijk blijft maar integendeel, vanaf de heupen, steeds zeer zachtjes met de slenterende beweging meegaat. Nu is het echter de groote fout van de meeste dansers, dat ze tot eiken • prijs den lichaamsromp tijdens het dansen strak en onbeweeglijk willen houden, inplaats van nonchalant toe te geven aan die natuurlijke „cadanseenng" van het bovenlichaam. En anderen maken nog een grooter fout, die hierin bestaat, dat ze het lichaam precies tégen het natuurlijke rhythme in bewegen. Wanneer de linkervoet vooruit gezwaaid wordt, dan zal men, mits men zich geheel onbevangen beweegt, niet den linkerschouder naar voren brengen, maar integendeel den rechterschouder. En andersom, bij het vooruitbrengen van den rechtervoet, draaien de schouders zoodanig, dat de . linkerschouder vooruit komt. Men krijgt dus reeds voortdurend, bij eiken goeden danspas, iets wat zweemt naar het bekende „contrary body movement", waarover tegenwoordig zooveel gesproken wordt, maar... dat velen absoluut nog niet kennen. Inderdaad denken de meeste dansers, dat deze tegengestelde lichaamsdraaiing uitsluitend zou voorkomen bij bepaalde
Hoe het weer ook zij,
guur en schraal, regenachtig of koud, vat heeft het niet op Uw gezicht, als gij U tot gewoonte maakt het 's avonds met een weinig ,.Zij"-Crême in te wrijven. Uw huid blijft dan onder alle omstandigheden fraai van teint en zacht als fluweel.
„turns" en wendingen, doch dit is niet juist: "de grondslag van het contrary body movement komt zelfs bij den minsten wandelpas voor en de toepassing verschilt alleen door de omstandigheid, dat bij de „turns" (en dan nog niet alle!) een andere stand gegeven wordt aan beencn en voeten, zoodat de onderlinge verhouding van boven- tot onder-lichaam verschilt. Het principe verschilt echter niet. Hoe komt het nu, dat zoo weinig dansleeraren er in slagen, die eenvoudige techniek goed aan te leeren ? Ik geloof, dat het eenvoudig komt omdat ze geleerd hebben de voeten als hoofdzaak te beschouwen en nooit aan het lichaamsevenwicht de noodige aandacht schonken. Ze kennen nu de passen en willen gaarne beproeven, die passen te verrichten volgens het Engelsche principe. Tot veler verbazing gaat hun dat niet vlot af en komen ze tot de conclusie, dat ook het maken van een „natuurlijke" lichaamsbeweging thans voor hen 'n heele moeite is! Het kan ook niet anders, omdat ze immers vooraf reeds gebonden zitten aan een techniek, die 't onmogelijk maakt zich even „te laten gaan ..." Welke is nu de oplossing ? Ik geloof, dat er niets anders opzit, dan dat dansers vanaf hun allereerste dansles vertrouwd gemaakt worden met het gebruik van contrary body movement, zooals ik dit hierboven aangeduid heb. Het rhythmisch bewegen van het lichaam moet vooraf geleerd worden; slechts däärna mag men beproeven bepaalde passen te maken. Ik ben zeker, dat deze methode het dansen véél gemakkelijker maakt en dat de techniek er niet moeilijker, maar veel minder ingewikkeld door wordt. Overigens is het mij eiken dag gejnakkelijk de proef op de som te nemen, en wel door een vergelijking tusschen beide methoden. Telkens als ik leerlingen op les krijg, die reeds vroeger in andere instituten geleerd hebben te dansen zonder vooruitgaande kennis van het tegengestelde lichaamsbewegen, is het veel moeilijker hun een nieuwen dans aan te leeren, dan wanneer ik leerlingen op les krijg, die nog nooit gedanst hebben en aan wie ilc dus vooraf de natuurlijke cadanseering van het lichaam kan duidelijk maken. Overigens heb ik er dit middel op gevonden, n.1. alle leerlingen vooraf te observeeren vóór ze nog op den dansvloer kómen. Bij het binnentreden reeds kan ik nagaan, of zg loopen met gebruikmaking van de goede heupbeweging of niet. Ik weet dan ook reeds vooraf, of het noodig is speciaal hun aandacht te vestigen op die fout in... het wandelen en loopen! Een kleine aanduiding tijdens de eerste les omtrent den juisten stand van schouders, knieën en heupen is dan meestal wel voldoende. Maar ... door zulke kleinigheden wordt een dansstijl verkregen, zonder welken het dansen nooit mooi
r zijn reeds eenige dagen voorbijgegaan sinds den dag, waarop mij de smartelijke tijding bereikte, dat Lya de Putti gestorven was. Lya de Putti gestorven! Het klinkt haast ongeloofelijk. Zij, die steeds door het leven ging zonder zorg, met een lach op het gelaat, zij rust thans ver van haar geboorteland! Haar laatste levensjaren gaven den filmjournalist helaas geen stof tot schrijven; bitter, zeer bitter is het dan ook, dat het haar dood moet zijn, die mij naar de pen doet grijpen om voor de laatste maal nog eenige woorden aan Lya de Putti te wijden. Den lOen Januari IQOO aanschouwde zij te Boedapest als dochter van den Italiaanschen ritmeester Julius von Putti het levenslicht. Haar moeder was een Hongaarsche. Op zeer jeugdigen leeftijd nam zij danslessen, daar zij danseres wilde worden. Zij trad het eerst te Boekarest voor het voetlicht, doch leerde daar een Hongaarschen landgoedbezitter kennen en liefhebben. Zij was nauwelijks zestien jaar toen zij met hem in het huwelijk trad. Na tien maanden liet zij zich scheiden en begon een tournee als danseres. Toen zij in de Berlijner Scala optrad, werd zij ten tweede male ten huwelijk gevraagd; zij accepteerde en gaf haar jawoord aan den rijken koopman Louis Jahnke, die óók niet veel vreugde van dit huwelijk ondervond. De helaas voor eenige maanden gestorven regisseur Murnau komt de eer toe, haar filmtalent te hebben ontdekt. Hij gaf haar een kleine rol in „Fantoom ', een filmbewerking van Gerhard Hauptmanns meesterwerk. Nadat zij onder regie van Zeltan Nagy in „Fedora" gespeeld had, engageerde Joe May haar voor een rolletje in zijn film „De Indische Graftempel". Men werd in de filmwereld nu opmerkzaam op de kleine Lya en de Ufa engageerde haar voor de film „Eifersucht". Daarna volgde de rol, die Lya de Putti op het hoogtepunt van haar roem bracht. Onder regie van Dupont speelde zij namelijk met Emil Jannings in „Variété". Haar vertolking van het kermiskind, dat onbewust kwaad-stichtend door het leven gaat, zal onvergetelijk blijven. Regisseur Arthur Robison gaf haar de titelrol in „Manon Lescaut". Zij gaf in deze film een creatie, die zij nimmer heeft overtroffen. Paramount engageerde haar naar Hollywood en Lya de Putti verwoestte zelf haar carrière door naar de Nieuwe Wereld te gaan. Twee films speelde zij daar. Het werden twee bittere teleurstellingen. Zij keerde naar Duitschland terug, speelde in „Charlott etwas verrückt", doch haar roem was aan het tanen. Zij probeerde in Engeland vasten voet te zetten; speelde er met Warwick Ward, haar partner uit „Variété", in „De nacht na het verraad", maar zij wist ook met deze film haar verganen roem niet terug .te veroveren. Nu begon zij te zwerven, trok weer naar Amerika. Eerst probeerde zij het aan het spreektooneel te New York, hetgeen voor haar een debacle werd; daarop dook zij weer in Hollywood op, zonder er echter te filmen. Ontelbare „schandaaltjes" werden op conto van de temperamentvolle Lya geboekt, maar hiervan waren zeker de helft verzinseltjes. Thans heeft de dood het levenslicht van deze jonge kunstenares uitgeblazen. Onuitwischbaar blijft de indruk der weinige groote rollen, die zij heeft mogen vertolken in de herinnering van den waren filmliefhebber gegrift. ERIC WINTER.
kän zijn! 26 -
LYA DE PUTTI IN „VARIÉTÉ' ^•-^
Lya de Putti in „Manon Lescaut", waarin zij de titelrol vervulde en een onvergetelijke creatie schiep.
■II
'^^f^^mm^r^ '■'■-./
ICHARD DIX
n, die zijn succes aan Zijn mislukking dankt Richard Dix heeft zijn succes te danken aan zijn mislukking. Als hij niet in 1920 opgetreden was in een aantal New Yorksche tooncclstukken, die zonder uitzondering mislukkingen bleken, zou hij nooit naar Hollywood en naar de film teruggekeerd zijn. Zijn geschiedenis begint in St. Paul, waar hij zijn tooneeldebuut maakte toen het voetbalteam van zijn „college" als figuratie dienst deed in verschillende scènes van „Classmates". Dix trad op in twee andere stukken bij dezelfde tooneelvereeniging, tot zijn vader er op aandrong, dat hij zijn studies zou hervatten. Nadat hij met de studie in de medicijnen begonnen was aan de Universiteit van Minnesota, kreeg hij een baantje voor twintig dollar per week bij een andere tooneelvereeniging in St. Paul. Aan het einde van het seizoen trok hij naar New York, om zijn geluk op Broadway te beproeven. Zijn eenige bezittingen waren toen 23 dollar en twee costuums. Hij speelde bij verschillende ondernemingen in Pittsburgh, Dallas, Richmond en Montreal, en kwam naar New York terug om een seizoen te spelen met William Faversham in „The Hawk". Later kreeg hij te Los Angeles eenige bekendheid als jeune premier. Er werd een proefopname van hem gemaakt, maar hij gaf niets om de film en ging naar New York, waar hij optrad in een aantal drama's, die totaal mislukten. Hij ging naar Los Angeles terug en vond daar twee van zijn vroegere tooneelkennissen, Douglas MacLean en David Butler, die flink verdienden met filmrollen. Een tweede proefopname volgde, en een conöact met Samuel Goldwyn. Zijn eerste film was „Not Guilty". Na het voltooien van „The Christian" Mbg hij éen contract bij Paramount, en sindsdien is hij steeds bij deze maatschappij gebleven, ^^fc „De Tien Geboden", „Een SÄrvend Volk", „De Halfback" »„Jimmy Knock Out" zijn eenige zijner bekendste ftlms. Zijn nieuvÉste werk is „Redskin ', een productie, die geheel in natuuijjjke iietggfflfagÊIÊtoBkJyOTdt.
FILM-EMTHOUSIÄSTEN W. L. Z. ie AMSTERDAM. Hans Albers is met Hansi Burg geérouwd. Emil Jannings' echfgenoote is Gussy Holl. Zij was vroeger mef Conrad Veidt geérouwd. M. B. U 's-GRAVENHAGE. Alfred Abel wooné Kurfürséendamm 74, Berlijn. In het DuHsch schrijven! H. S. K. £e ROTTERDAM. Hans Albers is ée Hamburg geboren. Wanneer „Finale" voor- het eerst vertoond zal worden, weten wü ook niet. H. Kleinman woont Vijzelstraat 98, Amsterdam. '" R. W. te VOORBURG. De filmbeurs is iederen Maandagmiddag van ISVj tot 4 uur in „Hotel Krasnapolsky" te Amsterdam. Het adres van de Ufa is Kochstrasse 6—8, Berlijn. Heeft absoluut geen doel! R. L. B. te DEN HELDER. Wanneer „Bommen op Monte Carlo" te Den Helder vertoond zal worden, staat nog niet vast. Wendt U tot de bioscoop-directeuren. Hans Albers, Heinz Rühmann en Anna Sten. B. H. te GRONINGEN. Maria Paudier i« den 20sten Juni geboren. Harry Liedtke is voor de derde maal getrouwd. Lilian Harvey is niet verloofd. T. N. D. te AMSTERDAM. Mariene Dietrich is getrouwd. R. T. te AMSTERDAM. Greta Garbo was nooit verloofd. Haar adres is MetroGoldwyn-Mayer Studios, Culver-City, Californië.
CORRESPONDENTIE: Mevr. M. F. S. Amsterdam — Indien u ons uw adres zendt kunnen wij u antwoord sturen en het uitknipsel retourneeren, dat u ons zond. Alleen A'dam is niet voldoende.
EEN NEDERLANDSCHE TOONEELSCHRIJVER IN ENGELAND Onder bovenstaand opschrift hebben wij in nummer 387 van ons blad eenige woorden gewijd aan de opvoeringen in Londen van „A knight passed by", een fantastisch spel van onzen bekenden tooneelschrijver Jan Fabricius. De toen tot onze beschikking staande gegevens deden ons de — achteraf gezien: overijlde — conclusie neerschrijven, dat de critiek over het stuk vernietigend was. Inmiddels is ons gebleken, dat andere — en wij moeten er bij zeggen: meer gezaghebbende — Engelsche critici het spel onvoorwaardelijk hebben geprezen. Onze conclusie was dus op zijn minst genomen éénzijdig, en wij achten het daarom tegenover den heer Fabricius slechts billijk en rechtvaardig, onze oorspronkelijke uitlating hierbij te herroepen en te erkennen, dat wij slecht geïnformeerd waren. Onze excuses aan den heer Fabricius en onze lezers.
DE MODERNE VROUW kent de waarde der doelmatige lichaamshygiëne. Zij kiest alleen
HET
MEEST AANGEWEZEN SPOELMIDDEL
Gemakkelijk in het gebruik, aangenaam geparfumeerd. Verkrijgbaar
Murdoch schudde zijn hoofd. „Dat kan ik niet en ik wil niet ook. Ik zou het niet kunnen, al wilde ik wel. Het is het laatste jaar al altijd zoo geweest en het heeft me vaak verbaasd, dat je het niet gemerkt hebt." Bij deze woorden glimlachte ze. Ze had het wel gemerkt, bijna van 't eerste oogenblik af. Er waren andere, dergelijke ondervindingen in haar korte leven geweest, én ze had er geen een van vergeten. Maar rooit, dat moest zij toegeven, was er een man als Murdoch bij betrokken geweest. „Misschien wilde ik het niet zien," zei ze. Hij schrok een beetje bij deze woorden, maar antwoorde grimmig: „Brent denkt heelemaal niet aan je. Dot, en hij is bovendien niets voor je ook. Hij komt van buitenaf, en is heel anders. Ik heb niets tegen hem als man of als baas, maar hij speelt slechts met je. Hij zal natuurlijk met iemand van zijn eigen stand trouwen en dat is maar beter ook." „Wat bedoel je met iemand van zijn eigen stand?" vroeg zij scherp. „Heel veel, wat moeilijk onder woorden is te brengen. Hij heeft allerlei dingen achter zich, die wij niet hebben. Een huwelijk met "zoo iemand lijkt in het eerst aanlokkelijk, maar is het niet." „Is het omdat ik niet goed genoeg voor hem ben?" vroeg Dorothy koel. „Je bent tè goed, en dat zal hij niet begrijpen. Maar hij kan dit niet uit den aard der zaak." Murdoch aarzelde en legde zijn groote gespierde hand op haar arm, waar ze zoo licht als een veertje bleef rusten. Hij leek doodkalm. „Het doet pijn. Dot, het doet razende pijn. Zeg me, wat ik weten wil. De gedachte aan jou vergezelt mij iedere minuut van mijn leven. Ze volgt mij onder den grond en-ik zie je gezicht in het donker altijd maar voor mij. Ik droom van je als ik slaap; je bent er nog wanneer ik wakker word en ik blijf aan je denken en van je droomen tot het weer nacht wordt." Het meisje beefde eenigszins, toen zij deze openhartige, eenvoudige woorden hoorde. Ze wist diep in haar hart, dat Murdoch nog nooit tot een andere vrouw zulke woorden had gesproken. Uit andere kampen waren hem geen praatjes of geruchten gevolgd. Hij bood haar alles aan, wat hij was, wat hij bezat, alles wat hij van zichzelf kon maken, en geen man was bij machte meer te doen. Ze wist, dat hij eerlijk, vlijtig en zonder vrees was; ze wist, dat hij als vakman steeds gewaardeerd zou worden en dat zijn toekomst verzekerd was, wat ook het lot van de Victrix-Mijn zelf
mocht zijn. En ze wist, dat geen van de mesjes, die zij kende, op meer hoopte dan op hetgeen zij nu voor het grijpen had.... „Ik kan je vanavond geen antwoord geven," antwoordde ze met onvaste stem. Murdoch maakte een gebaar, dat welsprekender was dan woorden; en juist op dat oogenblik bereikten stemmen, die zwakje^ over het water klonken, hun oor. Van waar zij zaten liep er een breede, zilveren streep, getrokken door het licht der maan, dwars over het meer, en in die streep dreef een kano. Ze zagen hoe Brent pagaaide en hoe Sylvia in de kussens leunde — een paar dwergen, in een klein bootje. Toen, zoo zachtjes, dat het nauwelijks verstaanbaar was, hoorden zij hoe het meisje een paar woorden zei en ze klonken als een liefkoozing. „Het rechte soort meisje zou van zoo'n leven houden!" Murdoch bewoog zich niet; de kano dreef uit de zilveren streep en Dorothy haalde sneller adem. De groote man naast haar leunde wat voorover. „Hoorde je het?" fluisterde hij schor. Ze knikte, maar kon geen antwoord geven. Bob Murdoch kon zich nu niet langer inhouden. Dorothy voelde zijn armen om zich heen, voelde zich op zoo'n hevige wijze omhelsd, dat zij er volkomen weerloos tegen was. Ze voelde haar hoofd op zijn schouder, de sterke omstrengeling van zijn armen, en het leek wel alsof zij in zijn even plotselinge, als overweldigende uiting van zijn diepste zelf ten onder ging. Gedurende eenige oogenblikken lag zij.
niet bij machte zich te verroeren, in zijn armen. Nooit nog had een andere man haar zóó in zijn armen gehouden; het was ha_ar alsof de wereld om haar heen stilstond. Ze voelde zich verbaasd, verrast, maar geen oogenblik kwam er een gevoel van angst in haar op. Welke krachten had zij ontketend? vroeg zij zich af. Wat voor een vulkaan sluimerde in dezen blnuwoogigen reus? Langzaam hief zij haar oogen naar hem op en toen hij den blik in haar oogen zag, vielen zijn armen slap langs hem neer. Ze wankelde en zei met bevende lippen: „Bob, bewijs me, dat je een betere man bent dan Jim Brent en vraag me dan weer!" „Bij den hemel, dat wil ik!" hijgde hij. Zelfs in de wildernis worden de gebeurtenissen op geheimzinnige wijze tot een vooraf bepaald patroon geweven. Uiterlijk was er echter niets, wat deed vermoeden, dat de staat van zaken op de "Victrix op eenige wijze verschilde van dien der andere mijnen in het hooge Noorden van Canada. Het gansche land smoorde in de blakerende stralen van een zomerzon, die de moerassen uitdroogde, het water in de stroomen deed verminderen en de kale rotsen stoofde, zoodat ze niet om aan te raken waren. Des nachts scheen de aarde, die zoo droog was als eeuwenoud perkament, wat rust te vinden, maar zelfs het zuchtje wind, dat dan de boomen zachtjes deed ritselen, was heet en schier adembeklemmend. In de schaduwen, die als groote, zwarte vlekken om het Verloren Meer lagen, hoorde men de elanden plassen
BEZOEKT HEI
EF^STÄTHEMER HET CHARMANTE MATROQSJE Moira Lynd, die in de Regina-fllm „The Verdict of the Sea" als ster optreedt.
TE DEN HAAG
Flacons met 25 tabletten f 1.30 bij Apothekers ei Drogisten
29 28 -
/ -^_>_,-^^J
„__..;,,
j.,.-.;,
.
.„^„
^-„.
,,
,. „^_^
.,
;:.*.....■;. .^ _;,;.■..,.
_._...^
_.. . . -
,,,■,
ww in het riet, en de wilde karbouwen vergemaakt zou worden. Nu heb ik de Victrix lieten het bosch en kwamen naar den wel is waar als een speculatie gekocht, mr. oever, om hun 'dorst te lesschen, maar Brent, maar ik wil toch profijt van mijn overdag scheen het woud uitgestorven en geld." verlaten, alsof alle dieren te uitgeput waren De jongeman kleurde. „Indien u de zaak om iets anders te doen dan rusten. wilt laten rusten tot den eerstvolgenden Het was op het felste uur van een keer, dat we vaststellen hoeveel zilver er schroeiend-heeten namiddag, dat Brent, is gewonnen, dan geef ik u volkomen getoen hij, na een bezoek aan de derde gang lijk, indien u uit het resultaat uw conclute hebben gebracht, bovengrondsch kwam, sies ten opzichte van mijn beheer wilt Marcus King in de opslagplaats van het trekken." erts heen en weer zag loopen, terwijl zijn King glimlachte ernstig. „Dat lijkt logisch gezicht een voor zijn doen vreemde zenuwgenoeg, maar in verband met hetgeen ik je achtige spanning verraadde. Toen King heb gezegd, dien ik je ook nog iets anders zijn beheerder zag, knikte hij terloops. mee te deelen. Indien iemand in jouw po„Ik moet nu mijn conclusies gaan masitie, die de geheele verantwoordelijkheid ken," zei hij, „en hét zou me aangenaam heeft voor zulke kostbare producten als zijn, indien ik eerst met jou kon spreken. amalgama en zilver, een verlies toegeeft en Om te beginnen zou ik willen weten of je zells officieel vaststelt, en tezelfder tijd niet gereed bent met je onderzoek van de gein staat is aan te toonen hoe en waar het heele mijn?" verlies ontstaat, dan bevindt hij zich in een „Ja. Ik heb mijn laatste proef vanmorgen zeer onaangenaam parket. Gewoonlijk is genomen!" het gevolg, dat hij direct ontslagen wordt „En je conclusies?" en vaarwel zegt aan het terrein van zijn „Die zijn in het kort deze — tusschen mislukking, hetgeen dan slechts kan getwee haakjes, ik zal maken, dat u ze morbeuren onder een schijn van verdenking, gen schriftelijk, in den vorm van een rapdie hem gewoonlijk zijn geheele verdere port, heeft. Ik schat de gemiddelde waarde leven zal blijveij achtervolgen." van het erts, zooals het naar den molen Brent luisterde naar deze wèl overwogen gaat, op dertien è veertien dollar per ton verklaring met een mengeling ven onbeVan nu af aan moet het nog meer worden, haaglijkheid en woede, en toen King zijn in verband met de gunstige resultaten in insinuatie uitte, balde de jongeman onde derde gang." willekeurig zijn vuist. Het bloed steeg met King knikte. „Dat is wat je verwachtte, heete golven naar zijn hoofd, en hij zou niet?" zijn directeur zeker een vuistslag hebben „Ja. Het komt er althans zeer dicht bij." toegediend, indien hij zich niet op 't laatste „Wanneer wordt er weer vastgesteld hoenippertje had bedacht en begreep, dat een veel zilver er uit het erts gewonnen is?" dergelijke daad hem alleen nog maar méér „In geen geval later dan aan het einde zou schaden. Voor ieder woord, dat King van de volgende week." zei, was er, oogenschijnlijk, reden te over. „Zoodat, wanneer de hoeveelheid zilver Dat zou iedereen die onpartijdig en voldan niet grooter is dan de vorige maand, doende van den staat van zaken op de we kunnen zeggen, dat we ergens drie dolhoogte was, dienen te erkennen. Daarom lar per ton verliezen?" ontspande zich zijn vuist en viel zijn arm „Ja," zei Brent langzaam, „dat is zoo." slap langs zijn lichaam neer en was het „Het gaat dus in werkelijkheid om het eenige uiterlijke kenteeken van zijn mateverschil tusschen een mijn, die niet renlooze woede zijn verhoogde kleur. deerend is en een, die een behoorlijk proZonder op de aanvankelijk dreigende fijt oplevert?" houding van den ander te letten, vervolg„Zonder twijfel." de King: „Ik heb opzettelijk vermeden over King Weeg zijn sigarenkoker, maar toen deze kwestie te spreken, omdat ik je niet hij ze wilde opendoen, borg hij ze weer in onnoodig moeilijkheden in den weg wilde z'n zak. Dit gebaar scheen veelbeteekenend. leggen. Maar ik heb mijn • verplichtingen „Mr. Brent," zei hij langzaam, „ik ben tegenover mijn mede-eigenaren en daarom hier gekomen met de speciale bedoeling is het slechts rechtvaardig, dat er geen om zoo mogelijk vast te stellen, wat er misverstand tusschen ons heerscht." met deze mijn aan de hand was. Een rapBrent knikte. „ U hebt het duidelijk geport, dat de vroegere eigenaars mij hadden noeg gezegd," zei hij grimmig, „en mijn gezonden, bracht aan het licht, dat de opofficieele rapport zal morgen gereed zijn, brengst onvoldoende was, hoewel het erts maar ik heb er u nu reeds de strekking van zeer rijk was. In hetzelfde rapport werd verteld." verklaard, dat er een nieuwe beheerder was „Goed. De zaak blijft dus rusten tot den aangesteld, iemand, van wien zij geloofeerstvolgenden keer, dat wordt vastgesteld, den, dat hij heel veel ondervinding had, hoeveel zilver er uit het erts gewonnen is. waarom ze meenden te mogen zeggen, dat IK ga nu naar den molen." Hij zweeg even. het verlies spoedig verklaard en ongedaan „Tusschen twee haakjes, ik heb vergeten
je te vragen, hoe hoog de gebouwen verzekerd zijn." „Ze zijn niet verzekerd." King keek verbaasd op. „Waarom niet?' „Men kan een afgelegen kamp in de oerwouden niet verzekeren." „Weer: waarom niet?" „Te veel gevaar in verband met boschbranden." King keek plotseling heel ernstig om zich heen. „Welke voorzorgsmaatregelen zijn er dan genomen tegen brand?" „Zeer weinig. Een bepaalde graad van veiligheid wordt verkregen door de open ruimten om de gebouwen zoo groot mogelijk te maken, door zooveel mogelijk water in voorraad te hebben en de pompen in de beste conditie te houden. Meer kunnen we niet doen. In geval van een grooten brand loopen we hetzelfde risico als alles hier in de bpsschen. Vonken en brandende spaanders kunnen mijlen ver worden weggedragen en indien men in de windrichting ligt van een behoorlijken storm, dan is zijn lot gauw bezegeld. Dan is het een kwestie van menschenlevens en niet van gebouwen." „En welke maatregelen zijn er dan genomen om de menschenlevens te beschermen?" King hield zijn adem in. „We gaan zoo spoedig mogelijk naar het water. Dat is de eenige kans." King gaf geen antwoord. Hij verwijderde zich langzaam, met gebogen hoofd. Brent keek hem nieuwsgierig na, toen keerden zijn gedachten terug naar hetgeen zijn directeur zoo juist had gezegd. Op het eerste gezicht leek de houding, die King aannam, volkomen logisch en rechtvaardig, en' waarschijnlijk zou ze door zijn medeeigenaren ten volle worden goedgekeurd. Indien de tegenwoordige beheerder van de Victrix niet in staat was het lek te vinden en te stoppen, dan was het eenige alternatief er een aan te stellen, die het wèl kon. Deze overwegingen deden zijn gedachten als vanzelf naar Parfitt gaan, naar Parfitt met zijn vriendelijke gezicht en sluwe oogen. Indien er iemand was, die wist, wat er in het geheim gebeurde, dan was het Parfitt. Telkens en telkens weer was Brent ongemerkt naar den molen gegaan, midden in den nacht, om naar binnen te kijken, naar de glinsterende platen. Maar steeds was Parfitt er geweest en had deze zijn voorgeschreven plicht gedaan op de wijze als zijn meester het van hem zou hebben verlangd.
**r—
WOORDEN EN MUZIEK VAN DAAN NIEUWENHUIJZEN. o
U'J^nJv ^j-ji^rt êJ JJ i^J t nrr'r I 1 ''i drietüèhter &ie(.n)oe.dMrJawAfiniiUMttdhxxr hardewwtajeHaeeft,enblijft kn.ni6di*\x\.]een in kjH.der. smä,rt_ óliwpt ze s ^r r r ^P ^ 9 m L fäjpüi J3 f^j r otccc/eratrtali. ,i
IJS
^PTi P
I F
tt
r
5B 3E3ÉE ^
m
3^
J
'r m r ir t: JT/jyij' jrr J'j ^ ^ u
émk.kendMArdedakjMOttiXariuuir k^n^er.^eet.mij.wet^'llnvkthet jokntje iM.Mig «taiiluuu-klop.fjeiid
cznr In de dakgoot van een huisje in een steegje Staat een plantje, een „Vergeet mij niet". 't Is de trots van kleine Annie, Want ze houdt veel van haar potje. 't Bloempje troost haar; heeft ze soms verdriet. Als haar stiefmoeder haar afsnauwt. Of haar harde woorden geeft. En blijft Annie dan alleen in kindersmart. Sluipt ze snikkend naar de dakgoot. Naar haar klein „Vergeet mij niet"r Drukt het plantje innig aan haar kloppend hart.
•^1 Al SON
O OIO
h^rtJi
,r/.
fciLiJ
Na een poos werd Annie ziek door de ontbering. 't Arme weesje, dat niets meer bezat Dan haar plantje in de dakgoot, Dat zij steeds alleen verzorgde. — 't was haar eenige, maar ook haar grootste schat.— Het „Vergeet mij nietje" kwijnt nu. Niemand, die het meer beziet. Slechts het stammetje wacht treurend op den dood En als Annie weer tehuis komt, Snelt ze naar den zolder toe Maar vindt niets meer van haar plantje in de goot...
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS
Fabriek van Artistiek t Zilverwerk Gevestigd m 1690
Specialiteit voor geschenken in zilvei en verzilverd
metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UU ELKE STIJLPERIODE
jffl5gg|j=j^|
- 51
aaiaaiHl^BHaHHHBHI
m
JM ■
HEATER
De fijne Toiletzeep, Deze Ideaal zuivere zeep Is samengesteld uit bestanddeelen, welke onmisbaar zijn voor het verkrijgen van een fraaie, gezonde huid. Het mollige schuim
dringt zacht In de poriën, reinigt intensief en maakt de huid soepel en geurend naar het oude parfum, dat nooit uit de mode geraakt.
Old Cottage Lavender complete Toiletserie. Importeurs: RICHARD WERNEKINCK 6 Co. Huddestraat 9 Amsterdam-C.
aUQS£MITH£
p E TEE
l
IIE E K
^ y_ ^ ISS ^9Pl ^ _ !
(Dïd (toïïagc Jtatiendcr TOILET ARTIKELEN
IP'"
GEEF UW ADVERTENTIE EEN LANGER LEVEN VfltEN.CiNC M NtKfrLANOSCHWPtlHOOlEKE PtW
E Wi^TTEILSTi^ WiE^SPOIKGilL© LEVEN EN WERKEN VAN DOOR
Gebonden in keurigen linnen stempelband, naar ontwerp van Edzard de Groot, gedrukt op houtvrij papier met circa vijftig platen op zwaar kunstdrukpapier
PRIJS
F <s.®@ ^zz.:rL^
BOUDIER-BAKKER. Hoe zii leeft, denkt en werkt, hoe zij kwam tot den bouw van haar laatslen irrooten roman „DE KLOP OP DE DEUR".
INA BOUOIER'BAKKBR
Zoolang de voorraad strekt nog verkrtygbaar
DE KLOP OP DE DEUR Oebonden in prachtband f 7.50 Amsterdamsche Familieroman (circa 1000 pagina's.)
ARMOEDE HET SPIEGELTJE HET BELOOFDE LAND . . WAT KOMEN ZAL ....
f f f f
2.50 2.50 2.50 2.50
Deze belangrijke boeken zijn keurig gebonden in linnen banden en betaalbaar in termijnen van fl.— bij afname van 2 boeken en f2.— per maand voor de geheele serie. Alle boeken zUn dus ook afzonderlijk verkrijgbaar. Na inzending van nevenstaand bestelbiljet worden de aangevraagde boeken direct franco toegezonden.
Red. en Adm. Galaewater 22 Lelden. Tel. 700 Postrekenlnq 41880
BESTELBIL3ET
Ondergeteekende wenscht franco te ontvangen van G. J. GRAUW, Boekhandelaar te Amsterdam-C, Keizersgracht 168. Telefoon 44505, Postgirorekening 48605. Gem. Giro, G 2021. 1 1 1 1 1 I
Ex. Ex. Ex. Ex. ExEx.
Dr. P. H. Ritter Jr., Ina Boudier—Bakker, „ „ „ „ „ „ „
De Vertelster Weerspiegeld, gebonden & f6.90 De Klop op de Deur, „ ,7.50 Armoede, „ , 2.50 Het Spiegeltje, ,2.50 He« beloofde Land, , 2.50 Wat komen zal, _ , 2.50
Te betalen in maandelijksche termijnen van f.
Nummer 411 12 Dec. 1931 ANN! MA&y|rT (FotdlpU
Naam:
Beroep:
Woonplaats: S.v.p. doorhalen wat niet gewenscht wordt.
VerschUm wekelijks - Prtyi per kwartaal f. 1.05.
^VgSSH^P^ggfeëgl
<m