BVVF BREVETTEN 09/05/2003 Lijst van de brevetten:
PARAPENTE Brevet "Piloot" Brevet "XC-Piloot (Cross-Country)" Brevet "Observator” Brevet " Duo Piloot" Brevet "Initiator" Brevet "Hulpmonitor" Brevet "Monitor" Brevet "Examinator Parapente"
DELTA
SWIFT
Brevet "Einde Initiatie" Brevet "Delta XC (Cross-Country)" Brevet "Observator" Brevet " Duo-Piloot"
Brevet "Piloot Swift" Brevet " Duo-Piloot Swift"
Brevet "Hulpmonitor" Brevet "Monitor"
Brevet "Instructeur Swift"
Brevet "Lierpiloot" Brevet "Duo-Lierpiloot" Brevet "Lierinitiator" Brevet "Lierman" Brevet "Examinator Lier" " De "Vaste Lier" Uitzonderingen - Voorwaarden om te vliegen op de site van COO West - Voorwaarden om te mogen vliegen op de vliegplaats van “7-Meuses” voor men het brevet heeft van Piloot
_________________________________________________________________________________________________
Algemene bepalingen * Voor om het even welk BVVF-brevet te kunnen behalen moet men in regel zijn met het BVVF-lidgeld en verzekerd zijn in Burgerlijke Aansprakelijkheid voor het parapente-vliegen. * De vluchten die vereist zijn voor de diverse brevetten dienen genoteerd in een vliegboekje en afgetekend te worden door een BVVFObservator, een BVVF (Hulp-) Monitor of een door een erkend monitor van een buitenlandse federatie (buitenlandse federatie erkend door de BVVF). Naam en federatienummer van deze personen moeten duidelijk genoteerd worden. * De BVVF-Beheerraad kan uitzonderingen maken bij het toekennen van brevetten en kan elk BVVF-brevet intrekken of nietig verklaren. De Beheerraad beslist door stemming van zijn leden na grondig onderzoek en op advies van de Commissie Opleidingen van de BVVF. * Bij geschillen tussen een leerling en zijn monitor(en), kan een schriftelijke klacht gericht worden aan de BVVF-Beheerraad. Deze klacht zal steeds in de eerstvolgende Vergadering van de Beheerraad behandeld worden. * De vliegboekjes en de originelen van alle gevraagde attesten moeten naar het secretariaat opgestuurd worden. De secretaris zal de kaart waarop het brevet vermeld staat, opsturen indien alle voorwaarden voor het brevet vervuld zijn, of het dossier voorleggen aan de BVVF-Beheerraad, die uitspraak zal doen.
De opleiding Er wordt aangeraden de opleiding voort te zetten in een erkende school van de BVVF tot aan het brevet van Piloot. In het buitenland moet de school erkend zijn door de Vrije Vlucht Federatie van dat land. Daarenboven zal deze buitenlandse vrije vlucht federatie door de BVVF erkend moeten worden als legitieme en ernstige Vrije Vlucht Federatie.
1
BVVF-BREVETTEN PARAPENTE Brevet Piloot en XC-Piloot 1. Vliegboekje: • Minstens de 15 grote vluchten (meer dan 300 m hoogteverschil) gemaakt hebben onder begeleiding van een erkende monitor. Maximum 5 van deze vluchten mogen aan de lier gebeuren. Deze vluchten dienen afgetekend te worden door de monitor met zijn naam en nummer. • Daarenboven ofwel 15 andere vluchten met meer dan 300 m hoogteverschil (waarvan maximum 5 aan de lier) plus 40 andere vluchten van meer dan 80 m (waarvan 10 aan de lier), ofwel 35 andere vluchten van meer dan 300 m (*). • Deze 50 (+ 300 m vluchten) of 70 vluchten moeten gemaakt worden op tenminste 6 verschillende vliegplaatsen. Meerdere lierterreinen tellen maar voor één vliegplaats. • 2 vluchten van 30 minuten gemaakt hebben op een buitenlandse helling of 2 vluchten van 15 minuten op een Belgische helling (*). (*) Deze vluchten dienen genoteerd in een vliegboekje en afgetekend te worden door een BVVF-Observator, een BVVF-(Hulp-) Monitor of een door een buitenlandse federatie erkende monitor (buitenlandse federatie erkend door de BVVF). Naam en federatienummer van deze personen moeten duidelijk genoteerd worden. Nota: De enkele zelden vluchten die uitgevoerd werden zonder dat er controle kon zijn van een monitor, hulpmonitor of observator, kunnen uitzonderlijk afgetekend worden door een andere piloot of een getuige waarvan de gegevens duidelijk op het vliegboekje vermeld staan. 2. Theoretisch examen: - De kandidaat-piloot dient te slagen in een “multiple choise” examen, georganiseerd door de BVVF (data en plaatsen in het federatieblad). Het examen gaat over de elementaire kennis van luchtvaartreglementering, aërodynamica, meteorologie en micrometeorologie, vliegtechniek en materiaalkennis. Om te slagen dient men minstens 75 % te behalen. - Het theoretisch examen mag voor of na het praktisch examen afgelegd worden. 3. Praktisch examen: Nadat de leerling de 30 eerste grote vluchten heeft gedaan (hoogteverschil groter dan 300 m), mag hij een praktisch examen kan afleggen bij een monitor. De monitor gaat de graad van zelfstandigheid van de leerling na alsook zijn vermogen om: • de vliegcondities te analyseren, • een veilige en gecontroleerde start te maken, • de verschillende vliegsnelheden te gebruiken, • stuurvaardigheid bewijzen (bv: oren, steile 360°-ers ten met gecontroleerd einde). • verzorgde naderingen te maken voor de landing, • met precisie te landen (bijvoorbeeld in een cirkel van 30 m diameter). Al deze oefeningen moeten aantonen dat de leerling een minimum aan zelfstandigheid en een gezonde houding ten opzichte van anderen bezit. Een monitor mag in bepaalde gevallen als hij de leerling goed kent, zich baseren op vluchten die hij reeds voordien geobserveerd heeft. De monitor zal duidelijk het welslagen van dit examen attesteren in het vliegboekje of op een afzonderlijk attest. 4. Vrijstellingen voor deltapiloten: Als de kandidaat een gebrevetteerde delta-piloot is, worden het aantal vluchten herleid tot de helft en is hij vrijgesteld van het theoretisch examen. 5. Equivalentie met buitenlandse brevetten: De aanvraag moet gericht worden aan de Beheerraad van de BVVF. Deze dient gestaafd met bewijzen. 6. Bekrachtiging en aflevering brevet: Het vliegboekje en de originele attesten opsturen naar het BVVF secretariaat voor bekrachtiging en eventuele aflevering van het brevet. 7. Brevet van XC-Piloot (Cross-Country): Boven op de voorwaarden voor het brevet van Piloot zal de kandidaat moeten slagen in het theoretisch examen luchtvaartreglementering van de BVVF.
Brevet Observator Parapente 2
De BVVF-Observator is geen lesgever maar een piloot met voldoende ervaring om te kunnen beslissen of piloten in opleiding, die reeds een zekere graad van autonomie bezitten, daadwerkelijk kunnen vliegen in de omstandigheden van het moment op de vliegplaats waar ze zich bevinden. Hij kan piloten in opleiding observeren en hun vluchten aftekenen indien ze op het eind van hun initiatie zijn, ttz. minstens 15 grote vluchten gedaan hebben (attest door erkende monitor). Hij kan eveneens de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid van de leerling-piloten controleren. In geen geval mag hij een bezoldiging ontvangen voor deze vrijwillige taak en in geen geval zal hij verantwoordelijk worden gesteld voor ongelukken overkomen of veroorzaakt door de leerlingpiloot. 1. Voorwaarden: - Het BVVF-brevet van Piloot bezitten sedert minstens één jaar. - Minstens 150 vluchten gemaakt hebben waarvan minstens 75 met meer dan 300 m hoogteverschil afgetekend door BVVFObservators, BVVF-(Hulp) Monitors of door buitenlandse federatie erkende monitors (federatie erkend door de BVVF). - Als Observator aanvaard worden door de BVVF-Beheerraad, die rekening zal kunnen houden met andere elementen dan deze hierboven vermeld voor het toekennen van dit brevet. 2. Bekrachtiging en aflevering brevet: Voldoen aan bovenstaande voorwaarden en het vliegboekje naar het secretariaat opsturen voor goedkeuring door de Beheerraad van de BVVF. De secretaris zal de kaart die het brevet attesteert opsturen, indien het brevet afgeleverd werd.
Brevet Duovliegen Parapente 1. Kandidatuur: Deze bevat: - Een korte historiek van zijn ervaring (wanneer begon hij te vliegen, aantal vluchten, brevetten en alle andere punten die zijn kandidatuur kunnen steunen). - De naam, adres en brevet nummer van de vormende monitor, Belg of buitenlander, die gekwalificeerd is om tandemonderricht te geven, met dewelke de kandidaat zijn vorming wenst te doen. 2. Voorwaarden: - Het brevet van Piloot bezitten sedert minstens één jaar. - Minstens 150 solovluchten gemaakt hebben, waarvan minstens 100 vluchten met meer dan 300 m hoogteverschil, afgetekend door BVVFObservators, BVVF (Hulp-) Monitors of door buitenlandse federaties erkende monitors (buitenlandse federaties erkend door BVVF). - Als duo-piloot aanvaard worden door de BVVF Beheerraad, die rekening zal kunnen houden met andere elementen dan deze hierboven vermeld voor het toekennen van dit brevet. - De BVVF verzekering burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van duoparapente passagiers hebben of een verzekering bezitten die vergelijkbaar is met de BVVF duo verzekering. 3. Vorming: De kandidaat zal een opleiding duovliegen dienen te volgen bij een BVVF-tandem-monitor of bij een door een buitenlandse federatie erkende monitor (door de BVVF erkende federatie), die speciaal bevoegd is om deze opleiding te geven en die op voorhand aanvaard werd door de. BVVF-Beheerraad. De kandidaat moet zijn schriftelijke aanvraag op voorhand overmaken. Deze opleiding bevat: - Studie der reacties van de passagier en houding die hiertegenover moet staan. - Leshelling in solovliegen om de handelingen van start en landing te herhalen. - Scholing in duovliegen op de leshelling en bij middelgrote vluchten samen met een ervaren duo-piloot, gebrevetteerd door de BVVF of een (door de BVVF erkende) buitenlandse, federatie. - Tien grote vluchten als boordcommandant met als passagier een andere parapente.piloot, gebrevetteerd door de BVVF of door een (door de BVVF erkende) buitenlandse federatie. - Een theoretische vorming die de volgende punten herneemt: verantwoordelijkheid en verzekering, pedagogie, aërodynamica, specifieke technieken voor het vliegen met een tandem. De monitor die de kandidaat opgeleid heeft, dient een attest te leveren dat de bekwaamheid van de kandidaat om duo-parapente te vliegen vermeldt. Het materiaal gebruikt voor de vorming van de kandidaat dient aangepast te zijn aan het vliegen van duo-vluchten Een aangepaste noodparachute is verplicht. 4. Praktisch en theoretisch examen: - De kandidaat zal moeten slagen in een multiple choise examen en 80 % van de punten behalen. - Na de stage van minimum 10 grote vluchten, moet de kandidaat een praktisch examen afleggen op de leshelling en tijdens grote vluchten. Hierbij zal zijn handelen worden nagegaan. - Een gedetailleerd vluchtboekje van de vorming bijhouden en kunnen tonen. - Een verklaring dat de piloot bevestigt alleen te zullen vliegen met een tandem uitgerust met een daarvoor bedoeld reservescherm.
3
De beheerraad van de BVVF houdt zich het recht voor om te weigeren of om bijkomende info te vragen aan de monitor of aan de federatie waar hij van afhangt. 5. Bekrachtiging en aflevering brevet. Het vormingsboekje, het vliegboekje, de originele attesten van de vormende monitor, alsook het bewijs van de duo-verzekering en de verklaring in verband met het bezit van het noodscherm opsturen naar het BVVF-Secretariaat, die de kaart die het brevet attesteert zal opsturen, indien afgeleverd door de Beheerraad. Elk jaar moet de tandempiloot het bewijs leveren van verzekering “tandem” alvorens het brevet bekrachtigd wordt. 6. Opschorting en inlevering van het brevet: In geval van klacht en het niet naleven van de regels van de BVVF, houdt de Raad van Bestuur zich het recht voor om het brevet op te schorten of definitief te schrappen.
Voorwaarden om te vliegen op de site van COO West *Doel Piloten, die bijna het brevet hebben, toe te laten om de bijzonderheden van deze gevoelige en moeilijke vliegplaatsen te ontdekken onder begeleiding, om zo het competentieniveau en de verantwoordelijkheidszin van deze toekomstige piloten te vergroten. - Waarom moeilijk: De voor de hand liggende grote weide aan de voet van de site is de landingsplaats niet! De officiële landingsplaats is niet zichtbaar van op de start en kan bij sommige aërologische omstandigheden (zijwind van links of valwinden) moeilijk of zelf onmogelijk te bereiken zijn. Voor de start is het dus absoluut noodzakelijk dat men de aërologische omstandigheden kan analyseren. Het tweede gevaar is de verplichting om over de kabels van de zitlift te vliegen. - Waarom gevoelig: Ondanks de inspanningen van Louis Neys, die zich reeds enorm heeft ingespannen om de site te openen, is deze er nog niet in geslaagd om de landingsplaats aan de voet van de site te laten erkennen. Landingen in deze grote weide of een ongeluk in de kabels van de zitlift brengen het voortbestaan van deze site in gevaar. * Voorwaarden: Enkel erkende BVVF scholen kunnen van deze toelating genieten. De piloot moet op het punt staan om zijn BVVF Pilotenbrevet te halen, 't is te zeggen: - Een ervaring van minstens 30 hoogtevluchten op minimum 3 verschillende vliegplaatsen. - Het theoretisch examen voor het BVVF-brevet van Piloot met vrucht afgelegd hebben. - Onder verantwoordelijkheid van een erkende BVVF-school vliegen. - Deze vluchten zullen plaats hebben in aanwezigheid van twee BVVF-Monitoren of van een BVVF-Monitor en een BVVFHulpmonitor met verplichte radioverbinding. Ze zullen voorafgegaan worden door een gedetailleerde uitleg over de moeilijkheden aan de start en landing alsook over de bijzondere aanbevelingen voor de vliegplaats. - De piloot moet een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid voor de vrije vlucht hebben. - De Monitoren en Hulpmonitoren moeten een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid hebben ten opzichte van hun leerlingen. * Schorsing en intrekking van de toelating: Bij klachten of het niet naleven van de door de BVVF uitgevaardigde regels, behoudt de BVVF-Beheerraad zich het recht voor om de toelating of de erkenning van de school tijdelijk te schorsen of definitief in te trekken. _________________________________________
Voorwaarden om te mogen vliegen op de vliegplaats van “7-Meuses” voor men het brevet heeft van Piloot * Doel: Piloten, die bijna het brevet hebben, toe te laten om de bijzonderheden van deze gevoelige en moeilijke vliegplaatsen te ontdekken onder begeleiding, om zo het competentieniveau en de verantwoordelijkheidszin van deze toekomstige piloten te vergroten. - Waarom moeikijk De nieuwe piloten zijn geneigd om te gaan landen aan de overkant van de Maas op het landingsterrein van de delta’s, hetgeen gemakkelijker lijkt. Daarvoor heeft men een glijgetal van meer dan 5 nodig. Het is niet zeker dat men dit haalt zonder moeilijkheden. Voor men op dit terrein kan landen is het dus absoluut noodzakelijk dat men kan landen op het officiële landingsterrein, dit is veeleisender maar dichterbij. Dit bevindt zich aan de voet van de berg, op het jaagpad tussen de Maas en de RN Namen-Dinant. - Waarom gevoelig 4
Een ongelukkige landing in de Maas of het dorp (daken, elektrische lijnen, tuinen, tennis, paarden, enz) veroorzaken zonder twijfel klachten van de oeverbewoners met het risico dat de site wordt gesloten. De herinnering, van een geëlektrocuteerde deltapiloot in de de lijnen net voor de tennisbanen, leeft nog sterk bij de inwoners van het dorp Godinne. * Voorwaarden: Enkel erkende BVVF scholen kunnen van deze toelating genieten. De piloot moet op het punt staan om zijn BVVF Pilotenbrevet te halen, 't is te zeggen: - Een ervaring van minstens 30 hoogtevluchten op minimum 3 verschillende vliegplaatsen. - Het theoretisch examen voor het BVVF-brevet van Piloot met vrucht afgelegd hebben. - Onder verantwoordelijkheid van een erkende BVVF-school vliegen. - Deze vluchten zullen plaats hebben in aanwezigheid van twee BVVF-Monitoren of van een BVVF-Monitor en een BVVFHulpmonitor met verplichte radioverbinding. Ze zullen voorafgegaan worden door een gedetailleerde uitleg over de moeilijkheden aan de start en landing alsook over de bijzondere aanbevelingen voor de vliegplaats. - De piloot moet een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid voor de vrije vlucht hebben. - De Monitoren en Hulpmonitoren moeten een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid hebben ten opzichte van hun leerlingen. * Schorsing en intrekking van de toelating: Bij klachten of het niet naleven van de door de BVVF uitgevaardigde regels, behoudt de BVVF-Beheerraad zich het recht voor om de toelating of de erkenning van de school tijdelijk te schorsen of definitief in te trekken.
Brevet Initiator leshelling Zijn competenties: Hij mag zelfstandig les geven op de leshelling onder de verantwoordelijkheid van een Monitor van een door de BVVF erkende school. De monitor moet niet wezenlijk aanwezig zijn op deze leshelling. 1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Verzekerd zijn voor Burgerlijke Aansprakelijkheid als (hulp)monitor ten opzichte van zijn leerlingen, 2. Stages: Het gunstige attest leveren van een erkende monitor, die op voorhand aanvaard werd door de BVVF-Beheerraad, dat hij heeft leren lesgeven in parapente op de leshelling gedurende minstens 15 effectieve dagen. Een typevragenlijst van de BVVF moet door de vormende monitor ingevuld worden. De kandidaat zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor). 3. Examen: - De BVVF-Beheerraad zal een monitor-examinator aanduiden waarbij de kandidaat zijn kunnen zal moeten bewijzen door les te geven aan leerlingen. 4. Het brevet zal bekrachtigd en afgeleverd worden nadat: - De stage met succes beëindigd werd. - Het praktisch examen met succes beëindigd werd. - Het BVVF-brevet van Piloot parapente bezitten sedert minstens zes maanden, - Minstens 85 % behaald hebben op het theorie-examen parapente van de BVVF, afgelegd binnen de 3 jaar voorafgaand aan de aanvraag. - 100 vluchten van meer dan 300 m gemaakt hebben (waarvan maximum 15 aan de lier), - Op minstens 10 verschillende vliegplaatsen gevlogen hebben (lierterreinen tellen niet mee). - Minder dan 3 jaar geleden een EHBO-vorming gevolgd hebben die gelijkwaardig is aan de die van het Europees Eerste Hulp Brevet (12 uur EHBO) van het Rode Kruis. Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor. Het vliegboekje en de originele attesten naar het secretariaat opsturen voor goedkeuring door de BVVF-Beheerraad. De secretaris zal de kaart die het brevet attesteert opsturen, indien het brevet afgeleverd werd.
Brevet Hulpmonitor Parapente Zijn bekwaamheden: - Hij mag zelfstandig les geven op de leshelling onder de verantwoordelijkheid van een Monitor. - Hij mag zelfstandig een leerling bij start of landing van een grote vlucht begeleiden, dit onder de verantwoordelijkheid van een Monitor die ter plaatse is (idem voor liervliegen). 5
1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Verzekerd zijn voor Burgerlijke Aansprakelijkheid als (hulp)monitor ten opzichte van zijn leerlingen, 2. Stages: Het gunstige attest leveren van een erkende monitor, die op voorhand aanvaard werd door de BVVF-Beheerraad, dat hij heeft leren lesgeven in parapente bij hoogtevluchten gedurende minstens 10 effectieve dagen aan de start en minstens 15 effectieve dagen aan de landing. Een type vragenlijst van de BVVF moet door de vormende monitor ingevuld worden. De Kandidaat Hulpmonitor zal eveneens een stageboek bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor).dat men les kan geven in parapente, op de leshelling en op hoogtestage gedurende een periode van meerdere maanden.. 3. Examen: - De BVVF-Beheerraad zal een monitor-examinator aanduiden, verschillend van zijn stage meester, waarbij de kandidaat Hulpmonitor zijn kennis zal moeten bewijzen door les te geven aan leerlingen gedurende een dag met “grote vluchten”. 4. Het brevet zal bekrachtigd en afgeleverd worden nadat: - Het BVVF-brevet van Initiator bezitten, - 200 vluchten (*) van meer dan 300 m (waarvan maximum 30 aan de lier) gemaakt hebben, - Op minstens 15 verschillende vliegplaatsen gevlogen hebben (lierterreinen tellen niet mee), - Ten minste 100 vlieguren gemaakt hebben en een geattesteerde ervaring in thermiek hebben, - Het bewijs van vorming bezitten van de vormende monitor met positieve beoordeling. - Minder dan 5 jaar geleden een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor. Het vliegboekje en de originele attesten naar het secretariaat opsturen voor goedkeuring door de Beheerraad van de BVVF. De secretaris zal de kaart die het brevet attesteert opsturen, indien het brevet afgeleverd werd.
Brevet Monitor Parapente Zijn competenties: Hij mag een parapente-school leiden volgens zijn competenties en brevetten (lier, duovliegen). 1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Verzekerd zijn voor Burgerlijke Aansprakelijkheid als monitor ten opzichte van zijn leerlingen, - Het BVVF-brevet van Hulpmonitor bezitten, 2. Stage: Het gunstige attest afleveren van een erkende monitor, die op voorhand aanvaard werd door de BVVF-Beheerraad, dat hij in de hoedanigheid van Hulpmonitor heeft leren lesgeven in parapente bij hoogtevluchten gedurende minstens 30 effectieve dagen, gespreid over verscheidene maanden, waarvan minstens 5 dagen in een buitenlandse school. Een typevragenlijst van de BVVF moet door de vormende Monitoren ingevuld worden. De kandidaat Hulpmonitor zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor). 3. Examen: - Een evaluatiestage van een week gevolgd hebben (minimum 6 dagen) in een erkende Belgische school die op voorhand aanvaard werd door de BVVF-Beheerraad, bestaande uit het lesgeven van parapente aan beginnelingen vanaf de leshelling tot en met de eerste grote vluchten. De stagemeester moet een gunstige beoordeling van de stagiair geven en de typevragenlijst van de BVVF invullen. - Recent (minder dan 5 jaar geleden) een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor. 4. Het brevet zal bekrachtigd en afgeleverd worden nadat: - 200 vlieguren hebben en een geattesteerde ervaring in dynamiek- en thermiekvliegen bezitten op 15 verschillende vliegplaatsen, - 2 afstandsvluchten van 30 km in thermiek of thermodynamiek gevlogen hebben, afgetekend door 2 getuigen, - Deelgenomen hebben aan minstens 2 officiële afstandswedstrijden, georganiseerd door de BVVF of een door de BVVF erkende federatie, en er significante resultaten behaald hebben. - Het bewijs van vorming bezitten van de vormende monitor met positieve beoordeling. - De typevragenlijst van de BVVF moet duidelijk ingevuld zijn door de vormende monitor van de buitenlandse school. 6
- De positieve beoordeling en de typevragenlijst BVVF bezitten ingevuld door de Examinerende monitor. Voldoen aan bovenstaande voorwaarden en het vliegboekje en de originele attesten naar het secretariaat opsturen voor goedkeuring door de Beheerraad van de BVVF. De secretaris zal de kaart die het brevet attesteert opsturen, indien het brevet toegekend werd.
Brevet Examinator Parapente Zijn bevoegdheden: - De theoretische examens van de BVVF afnemen en verbeteren, eventueel deze examens verder mondeling uitdiepen. - Praktische examens voor de brevetten van Piloot en Monitor afnemen. - Speciale zendingen vervullen (bvb bij geschillen), bepaald door de Raad Van Beheer van de BVVF. Voorwaarden: - Sinds meer dan 4 jaar het brevet van Piloot bezitten. - 150 grote vluchten gedaan hebben van meer dan 300 m (waarvan max. 50 aan de lier of gesleept) of 100 vlieguren. In beide gevallen op minimum 15 verschillende sites (de totaliteit van de gelierde of gesleepte vluchten telt maar voor 1 site). - 2 vluchten van 50 km gemaakt hebben in thermische omstandigheden. Benoeming: Deze functie wordt toegekend door de Raad van Beheer van de BVVF voor een bepaalde duur aan mensen met ervaring, kennis en maturiteit om de verschillende taken inherent aan deze functie te vervullen.
7
BVVF LIERBREVETTEN Brevet Lierpiloot 1. Vliegboekje: - Minstens 30 grote vluchten (meer dan 150 m hoogteverschil) gemaakt hebben onder begeleiding van een erkende monitor (BVVF of van een erkende buitenlandse federatie) of een BVVF-Lierinitiator. Al deze vluchten moeten opgetekend worden in een vluchtboekje en afgetekend worden door de begeleidende initiator met vermelding van naam en nummer. - 30 andere vluchten met meer dan 150 m hoogteverschil. Deze vluchten moeten in een vliegboekje genoteerd en afgetekend worden door een BVVF-monitor, door een buitenlandse monitor (buitenlandse federatie erkend door de BVVF) een BVVF-Lierinitiator, een BVVF-Observator, een BVVF-Hulpmonitor, een BVVF-Lierman of een lierman van een buitenlandse federatie (erkend door de BVVF). Naam en federatienummer van deze personen moeten duidelijk vermeld zijn. 2. Theoretisch examen: - De kandidaat-piloot dient te slagen in een multiple choise examen, georganiseerd door de BVVF (data en plaatsen in het federatieblad). Het examen gaat over de elementaire kennis van luchtvaartreglementering, aërodynamica, meteorologie en micrometeorologie, vliegtechniek en materiaalkennis. Om te slagen dient men minstens 75 % van de punten te behalen. - Het theoretisch examen mag voor of na het praktisch examen afgelegd worden. 3. Praktisch examen: Nadat de leerling de 30 eerste grote vluchten heeft gedaan, kan een BVVF-monitor of een monitor van een buitenlandse federatie (die erkend is door de BVVF) een praktisch examen van de leerling afnemen. Hierbij zal de monitor gaat de graad van zelfstandigheid nagaan alsook zijn vermogen om: - de vliegcondities te analyseren, - een veilige en gecontroleerde start te maken, bij nulwind en bij wind van meer dan 15 km/u, - de besturing van de parapente verzekeren tijdens gans de liervlucht, - de verschillende vliegsnelheden te gebruiken, - stuurvaardigheid bewijzen (bv : oren, steile 360°-ers met gecontroleerd einde). - verzorgde naderingen tot landen maken, - met precisie te landen (bijvoorbeeld in een cirkel van 30 m diameter). Al deze oefeningen moeten aantonen dat de leerling een minimum aan zelfstandigheid en een gezonde houding ten opzichte van anderen bezit. 4. Bekrachtiging en aflevering brevet: Het vliegboekje en de originele attesten opsturen naar het BVVF-Secretariaat voor bekrachtiging en eventuele aflevering van het brevet. 5. Bekomen van het brevet van Piloot “bergvliegen”: Om het BVVF-brevet van piloot parapente te bekomen, zal de lierpiloot bijkomend nog 30 bergvluchten met hoogteverschil van minimum 300 m moeten maken, waarvan minstens 15 begeleid door een BVVF-monitor of een monitor van een buitenlandse federatie (die erkend is door de BVVF), alsook 2 hellingvluchten van meer dan 30 minuten in het buitenland of 2 hellingvluchten van meer dan 15 minuten in België. Hij moet deze vluchten maken op minstens 6 verschillende vliegplaatsen.
Brevet Duo-Lierpiloot 1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Het brevet van Lierpiloot bezitten sinds minstens 1 jaar. - Minstens 200 solovluchten aan de lier gemaakt hebben, waarvan minstens 100 vluchten met meer dan 300 m hoogteverschil, afgetekend door BVVF-Observators, BVVF-Lierinitiators, BVVF-Liermannen, BVVF-(hulp)monitors of door buitenlandse federaties erkende monitors (buitenlandse federaties erkend door de BVVF). - Als duo-piloot aanvaard worden door de BVVF-Beheerraad, die rekening zal kunnen houden met andere elementen dan deze hierboven vermeld voor het toekennen van dit brevet. 2. Vorming: De kandidaat zal een duo-vliegen opleiding aan de lier dienen te volgen bij een BVVF lierinitiator en tandempiloot, bij een BVVF monitor of bij een door een buitenlandse federatie erkende monitor (federatie erkend door de BVVF), die bevoegd is om deze opleiding te geven. Deze opleiding moet bevatten: - Studie der reacties van de passagier en houding die hiertegenover moet staan. - Minimum 5 liervluchten als boordcommandant met de instructeur als passagier. - Minimum 25 liervluchten als boordcommandant met als passagier een andere parapente-piloot, gebrevetteerd door de BVVF of door een (door de BVVF erkende) buitenlandse federatie. 8
3. Praktisch en theoretisch examen: -De kandidaat zal moeten slagen in een multiple choise examen en 80 % van de punten behalen. -De monitor die de kandidaat opgeleid heeft dient een attest te leveren dat de bekwaamheid, van de kandidaat om duo-vluchten met parapente uit te voeren vermeldt. Het materiaal gebruikt voor de vorming van de kandidaat dient aangepast te zijn aan het vliegen van duo-vluchten. Een aangepaste noodparachute is verplicht. 4. Gelijkstellingen: De piloten die reeds het BVVF-brevet van duo-piloot voor het bergvliegen bezitten, kunnen het BVVF brevet van Duo-Lierpiloot verkrijgen door 30 vluchten aan de lier te bewijzen. 5. Bekrachtiging en aflevering brevet: Het vliegboekje en de originele attesten opsturen naar het BVVF secretariaat, die de kaart die het brevet attesteert zal opsturen, indien afgeleverd.
Brevet Lierinitiator Een lierinitiator mag zelfstandig les geven in parapente met gebruik van de lier en dit uitsluitend aan de lier. Dit enkel indien de lier bemand wordt door een BVVF-Lierman. Hij mag geen parapente opleiding geven in andere omstandigheden dan hier beschreven. 1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Verzekerd zijn voor Burgerlijke Aansprakelijkheid als lierinitiator ten opzichte van zijn leerlingen. - Het brevet piloot parapente of lierpiloot sinds meer dan één jaar bezitten. - 200 liervluchten van meer dan 200 m gemaakt hebben, waarvan minstens 10 bij nulwind aan de start en minstens 10 met meer dan 20 km/u wind aan de start. - 2 liervluchten van meer dan 20 minuten gemaakt hebben, getekend door 2 getuigen. - Zelf minstens 5 maal opgelierd zijn tot op een hoogte van minimum 500. - Als “Start-Pilot” (starthulp) gefungeerd hebben tijdens minstens 150 liervluchten. 2. Stage: - Een stage van min. 1 jaar gevolgd hebben in een door de BVVF aanvaarde school, die opleidingen geeft aan de lier. De kandidaat zal tijdens deze stage zijn kennis van de bediening van de lier en van de toe te passen veiligheidsregels alsook zijn competentie om parapente opleiding te geven middels de techniek van een lier, moeten aantonen. Dit alles moet geattesteerd worden op het type formulier van de BVVF. De kandidaat Lierinitiator zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor). - Een kennismakingsdag van 1 dag gemaakt hebben in een andere, door de BVVF beheerraad op voorhand aanvaarde school, die opleidingen geeft aan de lier. 3. Examens: - De kandidaat monitor moet zijn kennis bewijzen door een theoretische en een praktische les te geven aan leerlingen in het bijzijn van een Monitor-Examinator BVVF. - Minder dan 5 jaar geleden een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor. 4. Bekrachtiging en aflevering brevet: Voldoen aan bovenstaande voorwaarden en het vliegboekje en de originele attesten naar het secretariaat opsturen voor goedkeuring door de Beheerraad van de BVVF. De secretaris zal de kaart die het brevet attesteert opsturen, indien afgeleverd.
De "Vaste Lier" Een vaste lier zou minstens aan de volgende criteria moeten voldoen: - Uitgerust zijn met een systeem dat doorlopend de kabelspanning meet en regelt. - Uitgerust zijn met een slipkoppeling systeem, in geval van overbelasting. - De maximale trekkracht mag 120 kg niet overschrijden. - Uitgerust zijn met een getest kabel-kapsysteem (bv. Guillotine-systeem), dat werkt met of zonder spanning op de kabel. De bediening van dit systeem moet geplaatst zijn op een voor de lierman gemakkelijk bereikbare plaats en het systeem moet in staat zijn om eventuele verbindingstukken door te kappen. - Het oprollen moet gebeuren met behulp van een geleidingsysteem dat de kabel op een uniforme manier op de trommel windt. - De kabel mag niet vastgeknoopt zijn aan de trommel. 9
- Een doorlopende visuele controle op de trommel moet mogelijk zijn. - Delta: in geval van gebruik van een synthetische kabel, zal deze verzwaard worden (met bv. een ketting) op een afstand van minstens de helft van de spanwijdte van de vleugel. - De kabel zal eveneens voorzien worden van een parachute om de val van de kabel (en eventueel de verzwaring), tussen de vleugel en de verzwaring en op een afstand van minstens de helft van de spanwijdte van de vleugel. - De weerstand van de nieuwe kabel moet meer bedragen dan 300 kg. - Het koppelsysteem van de piloot moet werken met of zonder spanning op de kabel. - De lier moet perfect onderhouden worden.
Brevet "Lierman" Deze kwalificatie laat toe aan de titularis ervan om elke delta of parapente-piloot op te lieren. Om leerlingen (met minder dan 60 vluchten) op te lieren is het belangrijk dat de leerlingen begeleid zijn door een Lierinitiator. Voorwaarden: - Het pilotenbrevet en een ervaring van 20 liervluchten wordt aangeraden. - Kunnen attesteren van een theoretische kennis over de liertechniek en de werking van de lier. - Kunnen attesteren van een praktische vorming door een lierformateur (*), die op voorhand aanvaard werd door de BVVFBeheerraad, tijdens een tijdspanne die verschillende meteorologische omstandigheden (nulwind, veel wind, thermiek) omvat en van een ervaring van minstens 100 liervluchten onder de verantwoordelijkheid en supervisie van de lierformateur. Op het einde van de stage zal de formateur een attest afleveren dat de bekwaamheid van de kandidaat om te lieren zal omschrijven. - De kandidaat Lierman zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens zijn opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de weersomstandigheden, handtekening van de vormende monitor). Het brevet van Lierman zal toegekend worden door de BVVF-Beheerraad, die hiervoor rekening zal kunnen houden met andere elementen dan deze die hierboven beschreven staan. In geval van verandering van type lier, zal de lierman ervoor zorgen dat hij zich herschoolt op dit type lier. (*)De lierformateur zal als dusdanig op voorhand door de BVVF-Beheerraad aanvaard moeten worden en zal aan volgende voorwaarden moeten voldoen: - Een ervaring van minstens twee jaar als lierman bezitten. - Een ervaring hebben van minstens 400 liervluchten als lierman. - Eventueel moeten voldoen aan een praktisch examen.
Brevet "Examinator Lier" Zijn bevoegdheden: - De theoretische examens van de BVVF afnemen en verbeteren, eventueel deze examens verder mondeling uitdiepen.. - Praktische examens voor de brevetten van Piloot en Monitor afnemen. - Speciale zendingen vervullen (bvb bij geschillen), bepaald door de Raad Van Beheer van de BVVF. Voorwaarden: - Sinds meer dan 4 jaar het brevet van Piloot bezitten. - 150 grote vluchten gedaan hebben van meer dan 300 m (waarvan max 50 aan de lier of gesleept) of 100 vlieguren. In beide gevallen op minimum 15 verschillende vliegplaatsen (de totaliteit van de gelierde of gesleepte vluchten telt maar voor 1 vliegplaats). - 2 vluchten van 50 km gemaakt hebben in thermische omstandigheden. Benoeming: Deze functie wordt toegekend door de Raad van Beheer van de BVVF voor een bepaalde duur aan mensen met ervaring, kennis en maturiteit om de verschillende taken inherent aan deze functie te vervullen.
10
BVVF BREVETTEN DELTAZWEVEN Brevet "Einde Initiatie Delta" Dit brevet wordt door een BVVF-Monitor of een door een buitenlandse federatie erkende monitor aan het einde van de initiatieopleiding afgeleverd in de vorm van een kaart, die door de school zelf uitgegeven wordt. In geen geval mag deze kaart de term "piloot' vermelden, dit om geen verwarring te creëren bij de autoriteiten. Dit brevet is altijd geldig voor een periode van 2 jaar maar mag door een BVVF-Monitor hernieuwd worden na hertoetsing van het niveau van de leerling. Voorwaarden voor dit brevet: 1. Vliegboekje: 10 vluchten van meer dan 500 m hoogteverschil, zonder radiocontact, onder begeleiding van een BVVF-Monitor of een door een buitenlandse federatie erkende monitor. 2. Vereiste praktische kennis: - Opbouwen, pre-flight check, afbouwen. - Basisoefeningen aan de grond. - Met de delta lopen op een plat vlak, waarbij invalshoek en hellingshoek gecontroleerd moeten worden. - Toestel controleren in de wind. - Goede houding en toestelbeheersing bij start. - Starten met nulwind. - Starten met wind van maximum 20 km/u. - Controle van de vliegsnelheid. - Vlucht met baancorrectie. - Bochten maken van 45°. - Correcte landing. 3. Vereiste elementaire theorie: - Stuurtechniek. - Aërodynamica. - Meteorologie en micrometeorologie. - Toestel en uitrusting. - Luchtvaartreglementering.
Brevet XC-Piloot Delta Dit brevet getuigt van het verwerven van de minimale theoretische en praktische noties om te kunnen beslissen om te vliegen, alleen of begeleid, in functie van de vliegplaats en de omstandigheden van het moment, en getuigt ook van een minimum kennis van de Belgische luchtvaartreglementering en laat dus toe afstandsvluchten of zgn. "crosscountry" (XC) -vluchten aan te vatten. Dit brevet is GEEN bewijs dat de piloot een ervaren piloot is. Voorwaarden om dit brevet te bekomen: 1. Vliegboekje: - Houder zijn van het Brevet Einde Initiatie of buitenlands equivalent. - 10 vluchten van meer dan 500 m hoogteverschil, zonder radiocontact, onder begeleiding van een BVVF-Monitor of een erkende buitenlandse monitor. - 30 andere vluchten van meer dan 300 m op minstens 5 verschillende vliegplaatsen, waarvan maximaal een derde door middel van het lier- of sleepvliegen en waarbij meerdere lier- of sleepvliegplaatsen maar tellen voor 1 van de 5 vereiste vliegplaatsen. - Twee vluchten van 30 minuten en één vlucht van een uur gemaakt hebben. 2. Theoretisch examen: - De kandidaat-piloot dient te slagen in een multiple choise examen, georganiseerd door de BVVF (data en plaatsen in het federatieblad). Om te slagen moet men 75 % van de punten behalen. Het examen gaat over de elementaire kennis van luchtvaartreglementering, aërodynamica, meteorologie en micrometeorologie, vliegtechniek en materiaalkennis. - Het theoretisch examen mag voor of na het praktisch examen afgelegd worden. 3. Praktisch examen: Bestaat uit één of meerdere vluchten, waarin de Monitor of BVVF-Examinator de graad van autonomie van de leerling nagaat alsook zijn capaciteiten om de vliegomstandigheden te beoordelen. De praktische tests kunnen zijn: - Analyse van de vliegomstandigheden. - Starten met 30° zijwind. - Vliegen aan minimum daalsnelheid. - Vliegen aan maximum glijgetal. - Vliegen aan hoge snelheden. 11
- Gecontroleerde scherpe bochten maken. - 360° en "acht"-figuren maken. - Vleugel overtrekken (stallen) op een veilige hoogte. - Aanvlucht "in S" en "in U" maken. - Landen in een cirkel van 50 m diameter. - Vliegen samen met andere piloten en hierbij de voorrangsregels naleven. Al deze demonstraties moeten aantonen dat de leerling een minimum aan autonomie en een gezonde houding ten opzichte van anderen bezit. De monitor mag, indien hij de leerling goed kent, zich verlaten op vluchten die hij voorheen reeds gezien heeft. 4. Bekrachtiging en aflevering brevet: Vliegboekje en het attest van het praktisch examen opsturen naar het BVVF-Secretariaat, die de kaart waarop het brevet vermeld staat terugstuurt, indien toegekend. 5. Equivalentie met het oude brevet: De houders van het oude BVVF-brevet van Piloot kunnen het nieuwe brevet bekomen door het gedeelte Luchtvaartreglementering van het Theoretisch Examen met succes af te leggen of door documenten voor te leggen waaruit blijkt dat ze geslaagd zijn in een evenwaardig theoretisch examen luchtvaartreglementering.
Brevet Duovliegen Delta Dit brevet laat toe een passagier mee te nemen in duo-vlucht op een voor duovliegen voorzien toestel. 1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Het brevet van Piloot bezitten sedert minstens één jaar. - Minstens 50 vlieguren hebben. - Een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid ten opzichte van duopassagiers bezitten en voorleggen. 2. Opleiding: De kandidaat moet een opleiding duovliegen volgen bij een BVVF-Monitor of een buitenlandse monitor die gekwalificeerd is om deze opleiding te geven. De opleiding omvat: - Leshelling zonder passagier om de basistechnieken terug te oefenen. - Leshelling, intermediaire en grote vluchten met als passagier een ervaren piloot met brevet duovliegen. - 10 grote vluchten als boordcommandant met als passagier een gebrevetteerde delta-piloot. De kandidaat zal van de betreffende monitor een bekwaamheidsattest duovliegen moeten bekomen. Uiteraard moet het gebruikte materiaal adequaat zijn: o.a. een duo-vleugel en een noodparachute voor twee personen. 3. Bekrachtiging en aflevering brevet: De originelen van de vliegboekjes, het logboek van de opleidingsstage en de nodige attesten opsturen naar het BVVF-Secretariaat voor goedkeuring, die de kaart waarop het brevet vermeld staat terugstuurt indien toegekend.
Brevet Observator Delta De BVVF-Observator is een piloot met veel ervaring die vluchten kan aftekenen en begeleiding geven aan piloten in opleiding met minstens het Brevet Einde Initiatie, 't is te zeggen die minstens: - Een opleiding van minstens twee weken met een erkende monitor gedaan hebben, waarin ze de minimum basistheorie en -praktijk hebben geleerd om te beginnen deltavliegen (met attest van monitor hiervan). - 10 radiostille vluchten met hoogteverschil van minstens 300 m gedaan hebben (met attest van monitor). De BVVF-Observator is geen lesgever maar een piloot met voldoende ervaring om te kunnen beslissen of piloten in opleiding, die reeds een zekere graad van autonomie bezitten, daadwerkelijk kunnen vliegen in de omstandigheden van het moment op de vliegplaats waar ze zich bevinden. Hij kan ook de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid voor het beoefenen van deltavliegen van de piloten in opleiding controleren. In geen geval zal hij de piloten in opleiding een bezoldiging vragen voor deze vrijwillige taak en in geen geval zal hij verantwoordelijk worden gesteld voor ongelukken door de leerling-piloot. 1. Voorwaarden voor dit brevet: - Het brevet van Piloot bezitten sedert minstens twee jaar. - 100 vluchten van meer dan 300 m. - Als Observator aanvaard worden door de Beheerraad van de BVVF, waarbij andere elementen dan degene hierboven vermeld kunnen meespelen. 2. Bekrachtiging en aflevering brevet: 12
Origineel vliegboekje opsturen naar het BVVF-Secretariaat, die de kaart met het brevet erop vermeld terugstuurt, indien toegekend.
Brevet Hulpmonitor Delta Zijn competenties: - Hij mag op zijn eentje les geven op de leshelling, weliswaar onder de verantwoordelijkheid van een Monitor. - Hij mag alleen op de start of landingsplaats van een grote vlucht staan, maar onder de verantwoordelijkheid van een Monitor die ter plaatse is (idem voor lieractiviteiten). 1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Verzekerd zijn als monitor ten opzichte van zijn leerlingen. - Het brevet van Piloot delta bezitten. - 100 vluchten van meer dan 300 m op 10 verschillende vliegplaatsen waarvan maximum 30 lier of sleepvluchten. - Een vlucht van 2 uur, een hoogtewinst van 500 m en een afstand van 20 km. - Op voorhand een aanvraag richten aan de Beheerraad van de BVVF om zijn opleidingsstage als leerling-monitor te mogen doen, met de naam van de school en de naam van de technische directeur van de school waarbij de kandidaat zijn stage wil volbrengen. 2. Attest: - Het gunstige attest leveren van een door de BVVF of een buitenlandse federatie erkende monitor, dat men geleerd heeft les te geven in deltavliegen op de leshelling en bij grote vluchten, gedurende minstens 10 effectieve dagen aan de start en minstens 15 effectieve dagen aan de landing. - De kandidaat Hulpmonitor zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor). - Minder dan 5 jaar geleden een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor. 3. Bekrachtiging en aflevering brevet: De originelen van de vliegboekjes, het logboek van de opleidingsstage en de nodige attesten opsturen naar het BVVF-Secretariaat voor goedkeuring door de Raad van Bestuur van de BVVF. De kaart waarop het brevet vermeld staat wordt dan opgestuurd. ___________________________________________________________________________________________________________
Brevet Monitor Delta Zijn competenties: - Hij mag zelfstandig les geven op de leshelling en op hoogtestage. - Hij mag het BVVF-brevet “Einde Initiatie” afleveren en het praktisch examen van de BVVF afnemen van leerlingen. 1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - Verzekerd zijn als monitor ten opzichte van zijn leerlingen. - Het brevet van Hulpmonitor bezitten. - Twee opleidingsstages van een week (minimum 5 dagen) hebben gevolgd in een door een buitenlandse federatie erkende school, op voorhand door de Beheerraad van de BVVF aanvaard, die erin bestaan les te geven in deltavliegen aan beginnelingen tot ze meerdere grote vluchten gemaakt hebben (één week op de leshelling en één week stage met grote vluchten). De leerling moet van zijn stageleider een gunstige beoordeling krijgen. - 150 vluchten van meer dan 300 m waarvan maximum 50 lier of sleepvluchten, of 100 vlieguren, in beide gevallen op minimum 15 verschillende vliegplaatsen ( alle lier en sleepvlieg sites tellen samen maar voor één van de 15 vereiste vliegplaatsen). - Twee vluchten van 50 km gemaakt hebben in thermische omstandigheden. 2. Examens: - De kandidaat-monitor moet zijn kennis bewijzen door een theoretische en een praktische les te geven aan echte leerlingen voor een kommissie van een BVVF-Monitor (andere dan zijn lesgever) en een BVVF-Examinator, of van twee BVVF-Examinatoren. Deze twee personen zullen aangeduid worden door de BVVF-Beheerraad, volgend op de schriftelijke aanvraag van de kandidaat om het examen te mogen afleggen. - De kandidaat Lierinitiator zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor). - Minder dan 5 jaar geleden een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor. 3. Bekrachtiging en aflevering brevet: 13
De originelen van de vliegboekjes, het logboek van de opleidingsstage en de nodige attesten opsturen naar het BVVF-Secretariaat voor goedkeuring door de Raad van Bestuur van de BVVF. De kaart waarop het brevet vermeld staat wordt dan opgestuurd indien toegekend.
Brevet Lierman Delta Deze kwalificatie laat toe aan de titularis ervan om elke delta piloot op te lieren. Om leerlingen (met minder dan 30 vluchten) op te lieren is het belangrijk dat de leerlingen begeleid zijn door een Monitor of Hulpmonitor. Voorwaarden: - Het pilotenbrevet en een ervaring van 20 liervluchten wordt aangeraden. - Kunnen attesteren van een theoretische kennis over de liertechniek en de werking van de lier. - Kunnen attesteren van een praktische vorming door een lierformateur (*), die op voorhand aanvaard werd door de BVVFBeheerraad, tijdens een tijdspanne die verschillende meteorologische omstandigheden (nulwind, veel wind, thermiek) omvat en van een ervaring van minstens 100 liervluchten onder de verantwoordelijkheid en supervisie van de lierformateur. Op het einde van de stage zal de formateur een attest afleveren dat de bekwaamheid van de kandidaat om te lieren zal omschrijven. - De kandidaat Lierman zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens zijn opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de weersomstandigheden, handtekening van de vormende monitor). Het brevet van Lierman zal toegekend worden door de BVVF-Beheerraad, die hiervoor rekening zal kunnen houden met andere elementen dan deze die hierboven beschreven staan. In geval van verandering van type lier, zal de lierman ervoor zorgen dat hij zich herschoolt op dit type lier. (*)De lierformateur zal als dusdanig op voorhand door de BVVF-Beheerraad aanvaard moeten worden en zal aan volgende voorwaarden moeten voldoen: - Een ervaring van minstens twee jaar als lierman bezitten. - Een ervaring hebben van minstens 400 liervluchten als lierman. - Eventueel moeten voldoen aan een praktisch examen.
Brevet "Examinator Delta" Zijn bevoegdheden: - De theoretische examens van de BVVF afnemen en verbeteren, eventueel deze examens verder mondeling uitdiepen.. - Praktische examens voor de brevetten van Piloot en Monitor afnemen. - Speciale zendingen vervullen (bvb bij geschillen), bepaald door de Raad Van Beheer van de BVVF. Voorwaarden: - Sinds meer dan 4 jaar het brevet van Piloot bezitten. - 150 grote vluchten gedaan hebben van meer dan 300 m (waarvan max 50 aan de lier of gesleept) of 100 vlieguren. In beide gevallen op minimum 15 verschillende sites (de totaliteit van de gelierde of gesleepte vluchten telt maar voor 1 site). - 2 vluchten van 50 km gemaakt hebben in thermische omstandigheden. Benoeming: Deze functie wordt toegekend door de Raad van Beheer van de BVVF voor een bepaalde duur aan mensen met ervaring, kennis en maturiteit om de verschillende taken inherent aan deze functie te vervullen.
14
BVVF BREVETTEN SWIFT (lier/sleepvliegen) Opmerking: in het vluchtboekje zal de vormende instructeur de bekwaamheid aanbrengen: lieren of slepen.
Brevet “Piloot Swift” Voor om het even welk brevet van de BVVF te bekomen, moet men zijn jaarlijkse bijdrage betaald hebben en verzekerd zijn voor het vliegen met de Swift. 1. Vluchtboekje: - Minstens 20 grote vluchten gemaakt hebben, omkaderd door een erkende instructeur. Deze vluchten zullen opgetekend worden in een vluchtboek en afgetekend worden door de instructeur met vermelding van zijn naam en instructienummer. (*) - 30 andere grote vluchten gemaakt hebben, waarvan de 20 laatste met landing binnen een zone van 100 m, op voorhand afgelijnd. - 2 vluchten gemaakt hebben van minstens 30 minuten en 1 vlucht van tenminste 1 uur. (*)Deze vluchten dienen genoteerd in een vliegboekje en afgetekend te worden door een BVVF-Observator, een BVVF (Hulp-) Monitor of een door een buitenlandse federatie erkende monitor (buitenlandse federatie erkend door de BVVF). Naam en federatienummer van deze personen moeten duidelijk genoteerd worden. 2. Theoretisch examen: - De kandidaat moet slagen in een schriftelijk examen, ingericht door de BVVF (data en plaats worden gepubliceerd in het BVVFtijdschrift). Het examen gaat over de elementaire kennis van materiaal, aërodynamica, meteorologie en micrometeorologie. - Hij zal tevens moeten slagen in het BVVF examen over luchtvaartreglementering. 3. Praktisch examen: Nadat de leerling de 30 eerste grote vluchten heeft gemaakt, kan hij een praktisch examen doen bij een instructeur die de graad van onafhankelijkheid van de leerling kan evalueren en eveneens zijn kunde om: - de vliegcondities te analyseren, - een veilige en gecontroleerde start te maken, - de verschillende vliegsnelheden van de Swift te gebruiken, - stuurvaardigheid bewijzen (bv:oren, steile 360-ers met gecontroleerd einde). - verzorgde landingsaanvluchten maken, Alvorens deze praktische proeven uit te voeren zal de kandidaat onderworpen worden aan een mondeling examen over het materiaal en de besturingstechnieken van de Swift. Al deze oefeningen moeten aantonen dat de leerling een minimum aan zelfstandigheid en een gezonde houding ten opzichte van anderen bezit. De instructeur mag in bepaalde gevallen als hij de leerling goed kent, zich verlaten op vluchten die hij reeds voordien geobserveerd heeft. De instructeur zal duidelijk het welslagen van dit examen attesteren in het vliegboekje of op een afzonderlijk attest. 4. Gelijkvormigheid met buitenlandse brevetten: De aanvraag moet gericht worden aan de Beheerraad van de BVVF. 5. Bekrachtiging en aflevering brevet: Het vliegboekje en de originele attesten opsturen naar het BVVF secretariaat voor bekrachtiging door de raad van bestuur van de BVVF. De kaart waarop het brevet vermeld staat wordt dan opgestuurd
Brevet Duo Piloot Swift 1. Kandidatuur: De kandidaat zal op voorhand zijn kandidatuur inleveren bij de Raad van Bestuur van de BVVF. Deze bevat: * Een korte historiek van zijn ervaring: begindatum piloot, aantal vluchten, en alle andere zaken die zijn kandidatuur kunnen steunen. * De naam, adres en brevetnummer van de instructeur, Belg of andere, bekwaam om duovliegen te onderwijzen, met dewelke de kandidaat zijn vormende stage wenst te doen. 2. Alvorens te starten met de opleiding moet men: - Het BVVF piloot brevet Swift bezitten sinds minimum 1 jaar. - Het brevet van Lierman bezitten. - Minstens 150 solo-vluchten gemaakt hebben, afgetekend door een BVVF-Observator, een BVVF-(Hulp)Monitor of een door een buitenlandse federatie erkende monitor. 15
- Een specifieke opleiding genoten hebben voor duo vliegen bij een gekwalificeerde duo piloot, erkend door de Raad van Bestuur van de BVVF om deze opleiding te geven. - Een vluchtboek bijgehouden hebben. - Geslaagd zijn in een theoretische en praktische proef georganiseerd door de BVVF of bij een door de BVVF gemandateerde Instructeur duo vliegen. - Aanvaard zijn als duo piloot Swift door de Raad van Bestuur van de BVVF die met andere elementen kan rekening houden, dan diegene hierbij aangehaald, om dit brevet toe te kennen. - Een verklaring dat de piloot alleen duo vliegt met een toestel uitgerust met een specifiek reservescherm. - Het bewijs leveren van een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid tov de passagiers, vergelijkbaar met de BVVF verzekering duo vliegen. De Raad van Bestuur van de BVVF heeft het recht te weigeren of bijkomende informatie te vragen aan de vormende instructeur of aan de federatie waarvan hij afhangt. 3. Vormingsstage: De vormende stage omvat: - Een theoretisch gedeelte dat de volgend punten bevat : verantwoordelijkheid en verzekering, pedagogie, aërodynamica, vliegtechniek specifiek aan het vliegen met duo.
- De praktische vorming moet de volgende punten bevatten: * Een scholing op mono om de handigheid te verfijnen. * Een scholing op een duo-toestel om de handigheid te verwerven die rekening houdt met de passagier en zijn reacties. * 5 vluchten als boordcommandant met als passagier een instructeur Swift. Tijdens deze vluchten zal de kandidaat zijn kennis over de noodprocedures bewijzen. * 25 andere vluchten met als passagier een andere gebrevetteerde piloot Swift. Het materiaal voor de vorming van de kandidaat moet aangepast zijn aan het duo vliegen Swift (het reservescherm is verplicht). 4. Theoretisch en praktisch examen: De kandidaat moet een theoretische proef afleggen, type multiple-choise van 40 vragen en hierop 80 % van de punten behalen. Na de stage zal de vormende instructeur een attest afleveren welke de kwalificatie bevestigt of ontkent. 5. Bekrachtiging en aflevering brevet: Het vliegboekje, het vormingsverslag, de originele attesten van de vormende instructeur alsook het bewijs van de duo-verzekering en verklaring van noodscherm duo opsturen naar het BVVF-Secretariaat, die de kaart die het brevet attesteert, zal opsturen na goedkeuring door de Raad van Bestuur. De piloot moet het bewijs van verzekering elk jaar overmaken vóór de bekrachtiging van het brevet. 6. Schorsing en terugname van het brevet: Indien er klachten zijn of er wordt gehandeld volgens niet conforme regels van de BVVF, kan de Raad van Bestuur zich het recht toeeigenen het brevet duo vliegen te schorsen of definitief te ontnemen.
Brevet Instructeur Swift 1. Zijn bevoegdheden: Hij mag een Swift school leiden volgens zijn bevoegdheden en brevetten. 2. Alvorens te starten met deze opleiding moet men: - verzekerd zijn voor Burgerlijke Aansprakelijkheid als monitor ten opzichte van zijn leerlingen, - het BVVF-brevet van Piloot Swift en Tandempiloot Swift meer dan één jaar bezitten, - 200 vluchten als piloot gedaan hebben, - 100 vluchten als duo piloot gedaan hebben, - 2 vluchten van 30 km gemaakt hebben, ondertekend door 2 getuigen, in thermische of thermodynamische omstandigheden, 3. Vorming: - Schriftelijk toelating vragen om een stage te mogen starten van 30 dagen tot Swift instructeur bij een door de Raad van Beheer van de BVVF erkende instructeur. De raad van beheer van de BVVF zal de vormende instructeur benoemen. - Deze 30 dagen, verspreid over verschillende maanden, moeten gedaan worden in een door de BVVF erkende school. - Een type vragenlijst BVVF moet ingevuld worden door de vormende instructeur. - De kandidaat Swift instructeur zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor). 4. Examen: 16
- De kandidaat zal een evaluerend examen moeten afleggen in tegenwoordigheid van 2 vertegenwoordigers van de BVVF, aangeduid door de Raad van Beheer van deze. - Gedurende deze evaluatie periode, zal hij zijn kennis als instructeur bewijzen aan beginners tot en met de eerste grote vlucht. Daarenboven zal hij zijn kennis om de theorie van de Swift te onderwijzen bewijzen door 2 lessen te geven aan leerlingen. - De vertegenwoordigers van de BVVF zullen een gunstige beoordeling moeten geven aan de kandidaat en de type vragenlijst van de BVVF invullen. - Minder dan 5 jaar geleden een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor. - De kandidaat Lierinitiator zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor). 5. Bekrachtiging en aflevering van het brevet: Voldoen aan bovenstaande voorwaarden en het vliegboekje, het logboek stage en de originele betreffende attesten naar het secretariaat opsturen voor goedkeuring door de Beheerraad van de BVVF. Het secretariaat zal de kaart die het brevet attesteert opsturen, indien het brevet toegekend werd.
Brevet Examinator Swift Zijn bekwaamheden: - Het Theoretisch Examen van de BVVF afnemen en eventueel dit examen mondeling uitdiepen. - Het Praktisch examen voor de brevetten van Piloot en Monitor afnemen. - Speciale opdrachten uitvoeren (bv. in geval van geschillen) die vastgesteld worden door Beheerraad van de BVVF. Vereisten. - Het brevet van Piloot bezitten sedert meer dan 4 jaar. - 150 vluchten van meer dan 300 m waarvan maximum 50 lier of sleepvluchten, of 100 vlieguren, in beide gevallen op minimum 15 verschillende vliegplaatsen (alle lier en sleepvlieg -sites tellen samen maar voor één van de 15 vereiste vliegplaatsen). - Twee vluchten van 50 km gemaakt hebben, in thermische omstandigheden. Benoeming Deze functie wordt door de Beheerraad van de BVVF voor een bepaalde tijd toegekend aan personen die de ervaring, de kennis en de maturiteit bezitten om de verschillende taken die inherent zijn aan de functie, te kunnen uitvoeren.
17