BULLETIN
BT
vande
Tijdschrift
Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond I
| A AR GAN G 8 2
'
M U M M E R
5
'
N O V E M B E R
1 (-) 8 J
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer j / november 198)
I.IJ E R L A N D S E KF.ND
KONI
INHOUD
O U D H E I D K U N D I G E BOND 17
Opgericht januari 1899
Van de redactie
Beschermvrouwe H.K.H. Prinses Juliana
a
BHSTUIR
P g- '77
BESCHRIJVING VAN MONUMENTEN
20
pag.
ir.
M.A
H.
C.GMvande
S.M
EN
BELEID INZAKE DE GEÏLLUSTREERDE
ir.FW
R. de Jong ACHTERGRONDEN, ONTWIKKELING NIEUW
dr.DP
178
ir.WBJ
pag.
69,
MONUMENTEN
S. Buddingh', voorzitter drs. P. Nijhof, secretaris, p/a Huis de Pinto, St. Antoniesbreestraat 1011 Amsterdam mr. G. A. A. Conyn, penningmeester, Wilhelminaperk 60, 3 5 8 1 NP Utrecht. drs. B. Bakker, mr. F. L. M. de Gou, drs. U. F. Hylkema, H. J. Jurriëns, drs. P. L. Kan-van Dishoeck, A. M. Meyerman, drs. T. A. Panhuysen, Polman, drs. Prins-Schimmel, N. Rijt, drs. Sarfatij, Snoep, van Voorden. UB
VISIOEN GLORIEVOLLE VAN
hF.N
A.J.C, van Leeuwen
BULLETIN KNOB
LEIDRAAD GEÏLLUSTREERDE BESCHRIJVING DER NEDERLANDSE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN
KUNST
Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, tevens Orgaan van de Rijksdiensten voor de Monumentenzorg en voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.
pag. 211
REDACTIE
C.
de
M.de
A.G
E.
dr.HA
H.
KUNST
VANDE2O
pag.
R K D A C 'f I F, S E C R l-, T A R I A A T
215
HB
69,
van
ofvan
van
als
vande
ande
te
i
het lidmaatschap voor december zenden secretaris
HB Amster-
toenm
van
KNOB: Huis de Pinto, St. Antoniebreestraat 69, ion dam. lidmaatschapsjaar loopt januari december. Jaarlijkse contributie (Bulletin inbegrepen): - lid KNOB f 65,-;
f
to27
- instelling, vereniging enz. lid KNOB f 100, jeugdlid jaar 40,—
CULTUURBEZIT
IN BELGIË
I^osse nummers, jaargangen banden
Uitsluitend verkrijgbaar bij het secretariaat Huis de Pinto, St. Antoniesbreestraat 1011 Amsterdam. - Losse nummers (voorzover voorradig) f 15,- per aflevering; 69,
pag. 229
Betaling bij voorkeur met deze kaart. Postgiro 140380 ten name van de KNOB te Utrecht. en
VANHET
INVENTARISATIE
De leden ontvangen in het begin van het jaar een acceptgirokaart.
KNOB Nieuws van de Bond en actuele informatie pag. 245 ISSN OI 66-0470
- jaargangen: prijs op aanvraag; - banden: prijs op aanvraag.
Advertenties Informatie en tarieven zijn verkrijgbaar bij Bohn, Scheltema & Holkema, Emmalaan 3 5 8 1 Utrecht, tel. 030-51 1274. 27,
Archeologisch Nieuws pag. 242
HN
Aerschot-van Haeverbeeck
HB
S.van
25
pag.
Aanmelding lid, opgave adreswijziging beëindiging
-
OPMERKINGEN INZAKE DE GEÏLLUSTREERDE BESCHRIJVING
per
Het
Th.H. Lunsingh Scheurleer
Bulletin KNOB verschijnt vijf afleveringen jaar. in
VAN DE M O N U M E N T E N B E S C H R IJ V I N G (INTER)NATIONAAL PERSPECTIEF pag. 219
Het
VANHET
VERKENNING TERREIN
St.
Bureau KXOB, Huis Pinto, Antoniesbreestraat 1011 Amsterdam, tel. 020-277706. Alleen geopend 's maandags en 's woensdags van 9-17 u u r . de
C.L. Temminck Groll EN WAT DIES MEER ZIJ: EEN V E R D E R E
IN
INDE
EN
VAN GESCHIEDENIS
LAATSTE DECENNIA EEUW
S.
DE
VAN NEDERLANDS E MONUMENTEN
C.
ir.Avan
dr.JA
J.GN
DE
F.J.L. van Duim GEÏLLUSTREERDE BESCHRIJVING
Bakker, Drunen, drs. Elzenga, drs. Haas, drs. G. Hoogewoud, mr. J. Korf, drs. A. J. C. van Leeuwen, prof. dr. Renaud, drs. Rogge, drs. Schulte (vanwege Rijksdienst voor de Monumentenzorg), drs. C. H. Slechte, dr. D. P. Snoep, drs. Stoepker, Tummers (eindredacteur), drs. C. Wilmer.
!?7
ƒ/
82/
KNOB
Bulletin j jaargang nummer november 1983
VAN DE R E D A C T I E
Hijbe-
vande
vane
van
'de
vande
in
het
hijmet
dr.ThH
de
van
zou
indt
te
bijde
van
J.C
vande
vande
de
R.de
in
vandemo-
metn
De
De
danokbij
de
kunsthistorische afdeling Rijksdienst. trekt hierin ook de nadere publikaties van zijn dienst. Prof. Lunsingh Scheurleer, emeritus hoogleraar Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden, plaatst kanttekeningen bij de tot nu toe gevolgde beschrijvingswijze, waarbij name pleit voor uitgebreider archiefonderzoek, jarenlang een heet hangijzer in de discussies. Prof. dr. ir. C. L. Temminck Groll, hoogleraar Restauratie aan de T.H. te Delft, grasduint onder motto bouw kathedraal' in een lange reeks buitenlandse beschrijvingen en geeft een suggestie voor een versnelling van het werk. De teksten worden besloten met een overzicht van situatie Vlaanderen, hand mevr. S. Aerschot-van Haeverbeeck, Inspecteur Coördinatie Inventarisatie Rijksdienst Monumenten- Landschapszorg Brussel. De lezingen zijn ter illustratie voorzien van een doorlopende reeks afbeeldingen die, deels afhankelijk van de tekst, als het ware een strip vormt met visuele aspecten van de monumentenbeschrijving. Reeds 1900-01 heeft Overvoorde blad gepleit voor een inventarisatie van belangrijke bouwwerken. De redactie hoopt nu op haar beurt een steentje te hebben bijgedragen tot de fundamentele en open discussie die naar haar mening over de Geïllustreerde Beschrijving, een rijksproject dat allen die in monumenten geïnteresseerd zijn aangaat, gevoerd moeten worden.
en
ba-
het
in
te
nog
vande
vande
de
Zij
te
de
Om
het
zou
de
de
vanhet
Deze aflevering Bulletin draagt enigszins karakter van een themanummer. Aanleiding.hiertoe is studiedag 'Monumentenbeschrijving nieuwe nen', door de KNOB gehouden op 8 december 1982 in Utrechtse Nicolaikerk. Sinds 1903 wordt gewerkt aan de reeks Geïllustreerde Beschrijving van Monumenten van Geschiedenis en Kunst die in de voordrachten deze dag terecht de meeste aandacht kreeg. Deze studiedag hebben moeten resulteren in een bredere belangstelling dan alleen in vakkringen, voor verschijnsel monumentenbeschrijving. deze belangstelling eens extra bevorderen heeft de redactie op verzoek van het bestuur van de Bond besloten tekst beschikbare lezingen publiceren. heeft deze aangevuld kritische beschouwing over achtergronden numentenbeschrijving van de hand van haar redactielid Wies van Leeuwen, monumenteninventarisator in dienst Provincie Noord-Brabant. herziene 'Leidraad' en een toelichting op de recente beleidswijziging inzake monumenteninventarisatie Rijkscommissie door haar secretaris drs. F. J. L. van Duim vullen lezingen aan. teksten zijn zoveel mogelijk afgedrukt zoals ze op de dag zelf zijn uitgesproken. De redactie vraagt voorbaat begrip voor tekstuele consequenties die dit uitgangspunt met zich heeft meegebracht. Het beleid van de Rijksdienst en de Rijkscommissie wordt toegelicht door drs. Jong, hoofd
visioen glorievolle monumenten van
Een
I78
VISIOEN GLORIEVOLLE MONUMENTEN VAN
EN
A. J. C. VAN L E E U W E N
W A A R D E N EN ACHTERGRONDEN VAN DE MONUMENTEN BESCHRIJVING
in
ou
tohe
de
te
les
ou
des
Inos
te
der
te
et
In
.
Kunstdenkmaler zu erwerben. Es sollen zu diesem Behuf Inventorien nach Massgabe besonderer Formulare angelegt werden'. 1 1820 wordt Frankrijk Prosper Mérimée belast met het opmaken van een 'catalogue exact complet édifices monuments isolés qui méritent une attention serieuse de la part du gouvernement'. Tijdens zijn dienstreizen dient hij inlichtingen verzamelen over Torigine, progrès la destruction' objecten, archiefonderzoek doen en zich in verbinding te stellen met autoriteiten, onderzoekers, eigenaren en gebruikers om hen van de noodzaak behoud overtuigen. 2 land zendt tussen 1860 en 1872 bij de Koninklijke Akademie van Wetenschappen bestaande 'Commissie opspoto
van
end
be-
de
het
in
en
is
de
cn
is
Sinds 1980 jaarlijks nieuw deel verschenen De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kansf. Geïllustreerde beschrijving uitgegeven vanwege Rijkscommissie voor de Monunientenbeschrijving. Met een dergelijke hoge frequentie alleen kort voor Tweede Wereldoorlog eens aantal delen verschenen. Deze langrijke versneling publikatietempo hernieuwde aandacht voor fenomeen monumentenbeschrijving is aanleiding voor het bijeenbrengen van enige gedachten over dit onderwerp. Het fenomeen zal worden geplaatst tegen de achtergrond van de ontwikkeling van de kunstgeschiedenis en de monumentenzorg, beide kinderen van het ige-eeuwse historisme dat het nationale erfgoed aan kunstschatten van het grootste belang achtte. In dit licht worden de sinds 1975 verschenen vijf delen plannen project voltooien besproken.
ren, het behoud en het bekendmaken van overblijfse-
re-
te
om
en
en
de
te
het
.
Menzalo
pasinde
K.F
en
en
van
in
en
metnva
inde1768
Al eeuw worden belangrijke bezienswaardigheden beschreven afgebeeld, maar
vane
en
RFGOD
K
Het
van
en
het
BF.KNDMAIGVH'TlOL
en
schriften .door geheele land ééne statistieke lijst . . .maken, van alle nog bestaande overblijfsels der ou-
te
ten. 'onder behoorlijke, aanwijzende voor-
schilder ontwerper beelden decoraties Schinkel acht 1815 inventarisatie onontbeerlijk voor
dit
en daadwerkelijke bescherming. De Duitse architect,
end
vorige eeuw legt men de koppeling tussen beschrijving
len der vaderlandsche kunst uit vroeger tijden' een brief rond naar kerkelijke overheden, genootschappen en verenigingen waarvan zij medewerking verwacht bij opsporen behouden vooral middeleeuwse gebouwen muurschilderingen. beoogde sultaat blijft echter uit, hetgeen in het jaarverslag van 1869-70 wordt toegegeven. Hierin wordt pleidooi gehouden voor instelling Rijkscommissie correspondenten apparaat opmetingen vervaardigen onderzoek verrich-
het opwekken van de belangstelling voor waardevolle
der
de
we: 'De Konscrvator ist zunachst verpflichtet sich eine
möglichst ausgebreitete Kenntnis der . . . vorhandenen
1 W. Besclcr, D. Kllger, 'Das Denkmal zwischen Inventar und 29
IJstc' Deutscbv Kunst Dcnkwalpflege, (1971), 1 5 0 - 1 5 5 , p. 1 5 0 . 2 Naar t]c uitgave Pro.\~pt:r Mérifffc't'. Notrs de* t'oya^s pri.fe/iï(;s pur P. M. Ai/-^ü.s, Paris 1971, 8. und
objecten. In de in 1844 gepubliceerde Pruisische instructie voor conservator monumenten lezen
met
in
en
en
en
de
de
enw-
en
Ze
metop-
van
to
de
wat
van
kan
watopde
met
metn
en
van
als
de
enhub-
zorg aandacht voor monumenten o en
De
en
theoloog Ferdinand Piper verwoordt de al enige decennia eerder door Goethe genoemde - gedachte, dat monumenten bezit zijn van de gemeenschap en als voortbrengselen kunst verzoenende kracht hebben. Door mens vervaardigde zaken herinneringswaarde kunnen gedachten ideeën vormen transponeren en overdragen op toekomstige generaties. staan boven partijen hebben nationaal karakter. 6 van
vaderlandsche kunst, vooral gebouwen, zoowel openbare bijzondere, gedenkteekens, enz., teekening alles plaatsen zelven toelichting opheldering strekken'. 3 De nadien opgerichte 'Commissie van Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst' (1874-79) bestond slechts vijfjaa r en stelde zich inderdaad ten doel een algemene inventaris bij te houden als 'een der beste middelen. . .om onze kunstschatten te doen waarderen en verwaarlozing en wandalisme tegen te gaan'.* Haar jaarverslagen werden geïllustreerd reeks afbeeldingen bestaande bedreigde gebouwen, die overigens voor een groot deel pas in 1921 als historisch document werden uitgegeven voorbehoud betreft kwaliteit tenschappelijke betrouwbaarheid.
82j
'79
KNOB
/
Bulletin j jaargang mtmmer november 1983
en
vanhet
en
J.A
dier
de
de
hij
als
inde
end
in
vande
de
uithe
Inde
houd is een grondtoon die steeds opnieuw in de 196 eeuw doorklinkt. geschiedopvatting historisme is de herinnering aan geslaagde culturele voortbrengselen verleden voorwaarde voor visie op de toekomst. De monumenten bevatten immers kiem toekomstige culturele maatschappelijke vernieuwing Europa. Alberdingk Thijm, katholiek theoreticus eerste Nederlandse hoogleraar esthetica, beschrijft kerken, openbare gebouwen, maar evenzeer woonhuizen uitingen van eigen aard en karakter van het Nederlandse volk en als inspiratiebron voor de toekomst. Blijkens een ietwat moeizame formulering, ziet hierin 'Eenheid van zin; overvloed van levenslust en levenskracht; Christendom; de middelen om zich vrij te maken, vrij van laagste, eenige ware slavernij, zonde: met het Christendom, de kracht eener eerbiedwekkende nationaliteit, de drift naar ontwikkeling, het goed geluk om, schoon te vér gaand in die drift, zijn volksbestaan op hechter voet te handhaven!' 0 De Duitse tohe
van
Byde
G.J
3 Hoogcwcrff, herdenking 'de commissie opsporen,
uit
in
de
ande
6 H. Bredekamp in de inleiding tot F. Piper, Hinleitung in die Monumentale Theologie, herdruk Mittenwald 1978.
Afo. i. Deurne, Sint-Willibrorduskerk, voor de restauratie van 188182. Plattegrond, waarop de verschillende bouwfasen door middel arceringen zijn aangegeven, Mededeelingen RijksAdt'iseurs (foto Monumentenzorg).
vande
rie van Alberdingk Thijm, doctoraalscriptie Nijmegen 1982, 9.
uitde
De
bij
W.van
5 Leeuwen, Niet brood alleen. katholieke architectuur theo-
van
der
uitde
Tillema, Schetsen geschiedenis Monumentenzorg Nederland. VGravenhage 1975, 243. Verslag Verrigtingen Rijks-Adviseurs voor Monumenten van Geschiedenis en Kunst 18/4-7$, 4-
vande
4
der
van
enht
het behoud bekendmaken overblijfsels vaderlandsche kamt vroeger tijden' juni iS6o-april 1872, Amsterdam 1960 en J. A. C.
Hen visioen glorievolle monumenten van
i8o
en
het
van
dien
de
2.
AJb. Deurne, Sint-Willibrorduskerk, voor restauratie. Opstandtekening spel arcering gebouw massa reliëf geeft,
de
Mededeelinpen van Rijks--Adviseurs (foto Monumentenzorg).
zu
als
wie
mentenzorg' in 1918 verwoordt P. |. II. Cuypers dit
alsde
terhaald: 'Toch is het van gewicht zonder uitstel de voortbrengselen van kunst en ambacht, uit vroeger tijden, door beeld en beschrijving tot gemeengoed van het Nederlandsche volk te maken. Niets vormt ^o^eer den goeden smaak zoowel van kunstenaars als van anderen; niets wekt zozeer op tot navolging, of beter nog edelen wedijver voorgeslacht kennis en het beschouwen zijner werken, niets veredelt zozeer den kunstzin van ons volk; niets ook wekt bij het nageslacht zooveel achting en eerbied voor hen wier meth
enam-
und
den
'Ks
von
Kunstwerken, 'vuch reicher Motivschatz
neuen Arbeiten xu dienen'. 7 In zijn rede bij de instelling van de tweede 'Rijkscommissie voor de Monu-
standpunt nogmaals, ook al is het dan al volledig ach-
to
ni-
en
op
alsmen
zijhet
Deze gedachte wordt, alleen praktisch veau, geconcretiseerd ertoe overgaat select aantal gebouwen en voorwerpen voor te stellen als inspiratiebron voor architecten, kunstenaars bachtslieden. In het in 1892 uitgegeven eerste deel van Die Kunstdenkmaler des Königreiches Bayern i'om elften bis •^iim Hnde des acht^ehntenjahrhunderts schrijven de samenstellers, de architecten G. von Bezold en G. F. Seidel: wirdt geeignet sein, Künstlern Gewcrbetreibenden sowohl als Anhaltspunkt zur Restaurierung
61
mo-
de
van
eng-
ande
Dit
inde
mag
in
men
en
van
opde
dien
en
De
vanhu
en
Na
in
an
te
en
de
tohe
inde
Een
isde
als
van
tode
van
vande196
van
vanhet
vande
is
dieoknht
en
en
De van
ten
af.
en
IQ [. Kalf, De rtarnnie van iïreda. Utrecht 1 9 1 2 , vu. i T G. Overvoordc, 'Bescherming Monumenten', Rnlletin van
of
date
De
on-
die
en
inde
en
envad
van
den Berg, 'Over doel en grenzen van de Monumentenbeschrijving', Bulletin KNOB, (1962), 75-88.
omzet
de
vani
to
van
vande
te
-
inos
49 M. Petzet, in [)Knkwa!inventarisation in Bayern, op. cit. 5. /ie ook over de aanzetten van de monumentenbeschrijving: M. M. van
met
in
het
eno-
van
dit
vandeB-
J.
unda
van
to
ter
'De
de
is,
de
-met
De
8 jaarverslag der Rijkscommissies voor de Monitmenlen^fir^ /, (1918-19),
ren gegevens (bronnen) over Nederlandse numenten en tevens middelen en voorzieningen dient te verschaffen voor het wetenschappelijk onderzoek'. Geïllustreerde Beschrijving moet 'een getrouw beeld geven van de verbrede aandachtsvelden, die in het geding zijn bij de bescherming van monumenten geschiedenis kunst' 'levert tevens schikt instrument tot kennisbundeling en kennisoverdracht'. Deze doelstelling buitenland wordt onderschreven nauw gerelateerd academische erkenning wetenschap kunstgeschiedenis, die evenals het fenomeen monumentenzorg 'een kind historisme' genoemd worden. 12 proces erkenning begint Duitsland jaren veertig van de 196 eeuw en leidt in Nederland sinds het eind eeuw instelling leerstoelen in de kunstgeschiedenis en de esthetica. De betrekkelijk jonge wetenschap bakent haar onderzoeksgebied opzichte disciplines geschiedenis filosofie Karakteristiek hiervoor wi|ze waarop de kunstwerken autonomiseerde, van hun actualiteit ontdeed. zekere afstand tijd Object van het wetenschappelijk handelen achtte men noodzakelijk. Doel van de wetenschap was in de toenmalige visie immers te beoordelen welke kunstwerken absolute schoonheid, eeuwigheidswaarde en een algemene geldingskracht hadden. Omwentelingen, zoals Franse Revolutie, hadden veel historische gebouwen, name kastelen kerken, functie beroofd, waardoor ze niet langer gezien werden als bolwerken van machtsuitoefening en onderdrukking. Zo was het voor de staat en de gegoede burgerij gemakkelijk deze gebouwen te annexeren en te beschrijven als het onvervreemdbare culturele erfgoed van de natie en deze nationale schat daarmee actualiseren. tekenen macht representatie kastelen kerken zullen voortaan naar hun formele waarden worden geanalyseerd plaatsen vorm- stijlreeksen hun opzet ontleend zijn aan biologische ordeningssystemen. 1840 verschijnen vele ontwikkeling van de vormentaal gerichte geschiedenissen van de ).
bo-
uithe
opden
het
de
undz
zu
der
In
vande
wij
plaats thans innemen Nederlandschcn dem'.8 Tegelijkertijd wil men belangstelling wekken bij alle lagen bevolking voor erfgoed verleden dat men als gemeenschappelijk cultureel bezit beschouwt. Beieren moet monumentenbeschrijving tegen lage prijs en in aantrekkelijke vorm verspreid worden opdat zij zo 'seinen schönsten Zweck erfüllt, namlich die Liebe und das Verstandnis für die Denkmaler Heimat wecken erhalten der Erziehung des Volkes zur Denkmalpflege in hervorragendem Masse mitzuwirken'. 9 Kalf ziet 1908 van auteursrechten zijn beschrijving ronie van Breda af ter wille van de popularisering van inhoud. reeks geschriften, waarvan boek eerste stelt beschikking leeraren derwijzers al wat zij noodig hebben om hunne leerlingen dat glorievolle deel van 's lands geschiedenis te verhalen, dat in de vaderlandsche monumenten geschreven staat'. 10 Belangstelling bij de bevolking moet welhaast zeker leiden behoud, gedragen door gehele natie, die tenslotte haar nationaal karakter in de monumenten weerspiegeld ziet. Volgens J. C. Overvoorde zal een geïllustreerde monumentenbeschrijving haar systematische ordening beknopte beschrijving, opmeting en foto's vastgelegde gebouwen 'een verzameling onschatbare waarde voor de studie der bouwkunst en voor de voor elk monument later treffen maatregelen onderhoud verbetering' zijn. 11 laatste functie monumentenbeschrijving wordt land tussen 1908 1969 richtlijnen met nadruk genoemd en staat er in i g 8 z weer in vermeld, namelijk: 'het bijeenbrengen van materiaal voor de kunstgeschiedenis door het leveren van beschrijvingen en afbeeldingen der in Nederland bestaande monumenten, aanwijzing hunne architectonische historische ontwikkeling feiten daarop middellijken invloed hebben geoefend'. nieuwe Leidraad stelt hiernaast overheid binnen haar cultuurbeleid 'het openbaar maken (dient) te bevordemet
181
/
82/
KNOB
Bulletin j jaargang nummer november 198j
NOR, 2 (1900-01), 66. 12 H. Dilly, Kimstgeschichie als Imtitntion. Studiën ^nr (jcscbicbte eitict' Dis^iplin, Frankfurt-am-Main 1979.
visioen glorievolle monumenten van
Een
182
Aft. ). Oud-Gastel, Sint-Laurentiuskerk in 1739. Gewassen topografische tekening van A. de Haen uit 1739. Karakteristiek is de nadruk op de inpassing van het gebouw in het dorpsbeeld, met een minder nauwkeurige detailweergave (foto Monumentenzorg).
Nadie
kan
en
de
dienhu
hij
vanhet
'een architectonische maskerade' was, waaraan veel toewijding, talent, knapheid en soms ook originaliteit ten grondslag had gelegen. 'Maar met dat al is de maskerade geen kunstuiting geworden'. periode van breuk en scheiding brak pas met Berlage weer 'een nieuw tijdperk aan, dat nog allerminst is afgesloten en dat nog geen onderwerp is voor een afgeronde historische beschouwing'. 14 Een betere beschrijving van de kloof die in deze visie heden en verleden van elkaar scheidt is moeilijk denkbaar. Bescherming van de monumenten, die door de tijd van ons gescheiden worden daardoor niet meer discussie staan, overheidstaak worden. Slechts monumenten, ter
F.
enC.
en
vane
In
vande196
de
als
te
vanE.Hter
bouwkunst tijdperk historisme indt
date
de
de
de
der
end
beeldende kunsten bouwkunst, b.v. Kuglers Handbuch Kunstgeschichte (1842) Schnaases Geschichte der bildenden Kiinsle (ze druk 1866). Dooigebouwen zien onderdelen stijlvormontwikkeling worden ze gereduceerd tot erfgoed uit een verleden dat onherroepelijk voorbij is. Er ontstaat een kloof tussen verleden en heden die zelfs nu nog de wijze bepaalt waarop de bouwkunst uit het verleden beschreven wordt. 13 Karakteristiek hiervoor is mening Kuile over bouwkunst uit tweede helft eeuw. 1959 stelde
13 Over deze kloof G. Hajós, 'Die kunsthistorischen DenkmalInventarisation und das Gegenwartsproblem - zur Krise des (1982), 1-16.
40
und
Historischcn Abstandes', Deutxcbe Knfis/ Deiikwü/pfkiy,
14 K. H. ter Kuile, 'De architectuur 1 , Duidend }aar bouwen in AVdzrland //, Amsterdam 1957, 193.
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer / / november 1983
183
met
en
al
dien
in
de
en
van
vande
bijhet
ige eeuw zijn vele reisverslagen gepubliceerd topografische prenten vervaardigd.
Vandei6to
an
en
inhu
TOWENSCHAPF.LIJKRfVG
PITORESQL'
VAN ' V O Y A G E
als|nde
van
van
als
vandei8
Inde
Gebouwen komen hierin voor als ze van belang worden geacht voor het aanzien van stad of landstreek, maar het documenteren ervan is geen doel op zichzelf. Men bezit niet de middelen om ze in formele termen te beschrijven en af te beelden en streeft hier ook niet naar. prenten iemand Beijer, loop eeuw grote delen Nederland tekenend vastlegde, worden archeologische interessante details vrijwel nooit goed weergegeven, terwijl de sfeer van straten en pleinen wel goed getroffen wordt. Intellectuelen Friedrich Schlegel Georg Forster beschrijven rond 1800 middeleeuwse monumenten door het weergeven van de emotionele indruk die deze totaliteit maken. F.en analyse structuur en details wordt niet ondernomen. Schlegel betreurt Reims zien kathedraal bijvoorbeeld
de
en
wasvn
en
de
en
Wat
de
der
de
diez
de
vorm totale cultuur voortbracht zouden belichamen, worden door kunsthistoricus beschreven en kunnen worden beschermd. Hiervoor is in de loop vorige eeuw aantal instrumenten ontwikkeld: 'beschrijvingstaal', bouwkundige opmeting fotografie. aanvankelijk taak amateurs, liefhebbers, wordt een taak van architecten en .enslotte van wetenschappelijk geschoolde kunsthisto-
de
het
de
vande
end
de
4.
Ajb. Oud-Gastel, Sint-Laurentiuskcrk. Deze foto kort voor sloop bevat door grote negatiefformaat rijkdom details, name over pleisterafwerking indeling ramen (foto Monumentenzorg 1899).
van
Een
visioen glorievolle monumenten
m
zu
op:
vernieling van de beeldenreeksen in de gevel en merkt verder 'Die Kirche Rheims scheint fast einem noch altern Geschmack als die zu Paris zu sein, noch buntcr vcrziert, aber roher gearbeitet; die Türme sind
ge-
je-
von
und
in
de
der
de
ling en typologie van de bouwwerken uitgaande en ten dienste van de monumentenbeschrijving staande uitga-
et
Principes c?analyse scientijiqiie. Architecture. Methode vocabulaire (z delen, Paris 1972). Deze stelt in haar voor-
en
der
de
is
der
woord normalisatie technische talen voorwaarde voor vooruitgang kunstgeschiedenis. Door deze normalisatie worden de heterogene objecten onderling vergelijkbaar doordat beschreven worden in een terminologie die onveranderlijk en conze
l
ron
und
de
l'.
pon
6G.
Vergelijk uitgave Schlegel, Ansichkn Idecn der (.brïstlichen Kunst, München 1959, 1 5 9 . i l'orster, .-\nsichtcn vow \'ïeckrrbein, Brabant, llitndern, lo/land, lin^land und braiïkrnch m .-\prïl, Maï nnd Junnis i/yo, l .eipzig 1979, 245-46.
to
vande
en
dit
Bouwkunst' (1850) hetzelfde doel. Viollet-lc-Ducs Dictionnaire raisonné de F architecture l'rancaise (1854-1868) is in genre hoogtepunt, door analytische struct u u r en tekenwijze. De traditie van deze alfabetische werken vindt een hoogtepunt in de van formele inde-
dat
en
de
in middeleeuwse bouwkunst worden afgebeeld
benoemd. In Nederland heeft de Proeve eener bomrkimdige terminologie 'Maatschappij Bevordering
ve
in
zijn Ahécédaire, 011 rudiment
15
met
isne
Het
Ajb. /. Ch. Questel, Westgevel van de Saint-Pierre te Vienne in 1844. gebouw schilderachtige omgeving mensfiguren geplaatst. De details zijn echter zeer correct weergegeven (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
van
na.
formulering algemeen begrippenkader vane
de
en
en
ok
vande
vande
der
en
de
de
en
erisn
het
in
den
van
Fs
ab,
die
bei
sie
auch nicht fertig, doch scheinen etwas weker fïihrt, als die der Notre Dame'.15 Het stijlonderscheid valt wel op maar hoeft niet nauwkeurig benoemd te worden. Zijn reisgenoot Forster beschrijft het raadhuis te Brussel met nadruk op de rijke, rijzende toren: 'Das Finfache pflegt selten die starkste Seite der gothischen Bauart auszumachen; diesem Thurme halten doch vielen kleinen Spitzen einzelnen Theile den Beobachter nicht cinen grossen Eindruck k ü h n und leicht emporstrebender Höhe zu empfangen. wird immer Gebauden diesem Geschmack zum Vorwurf gereichen, dass ihre Gestalten stachlicht und gleichsam zersplittert scheinen, zu scharfe, eckige, in die Lange gezerrte Verhaltnisse und Formen darbieten und dem Auge keine Ruhe lassen'.16 Deze beschrijving is in dezelfde tijd ontstaan als de schilderachtige afbeeldingen middeleeuwse gebouwen, waarbij gebouw de hoofdrol schijnt te spelen in een met scenische middelen gecomponeerd sfeerbeeld; wisselwerking tussen natuur bouwwerk. Ligging, plantengroei en weersomstandigheden moeten emoties op beschouwer afbeelding overdragen. Prosper Mérimée, 'vader monumentenzorg Frankrijk' laat op zijn dienstreizen de beschrijving van aard staat gebouwen afhangen zijn persoonlijke gedachten over vorm stijl, terwijl toestand van het gebouw en de gewenste maatregelen tot behoud uitgangspunt zijn. Ook hij streeft geen structurele stilistische analyse Deze beschrijvingswijze zal later volledig onbruikbaar blijken te zijn voor een monumentenbeschrijving die objectieve en wetenschappelijke geldigheid pretendeert. Arcisse de Caumont maakt een eerste begin met
Bulletin KNO B l jaargang 82 j nummer / / november 1$
185
datoknug
Dit
De
in|.
de
/.
het
die
van
Mengaf
vande
des
De
inhet
het
inhet
en
inhet
vande
ten
De
de
Dezelfde ontwikkeling kenmerkt opmeting, geleidelijk aan de plaats inneemt van de perspectieftekening. eerste afbeeldingen bestaande monumenten behoeve 'Commission Monuments Historiques' bereikten midden ige eeuw al een grote mate van nauwkeurigheid in plattegrond, doorsnede- opstandtekeningen. 18 details kleurverschillen muurwerk, verweringssporen en zelfs begroeiing weer. Schaduwen toonden reliëf muurwerk. reisschetsen
toin
17 Dis Denkmalpflege op. cit., 77.
18 l ; r. Bercé, 'Le recrutement des architectes en chef. Concours et des
avant-concours: la place dessin', I„ex concours monirmenfs bisloriques dt 1893 a 1979, catalogus Parijs z . j . (1979), 7-17. du
inDe
vanhet
der
dien
en
Ookde
in
vande
en
ande
vande
is.Het
en
vande
maakt voor kunsthistoricus mogelijk gebouwen onderling te vergelijken.
in
troleerbaar taalgebruik binnen- buitenlandse monumentenbeschrijvingen is afstandelijk, alle persoonlijke indrukken auteurs zijn weggelaten. Ook de opzet is veelal gelijk. De beschrijving geschiedt per geografische eenheid: bij ons de provincies, opgesplitst gebieden historische eenheid vormen. beschrijvingen gebouwen hebben vastgestelde indeling, uitgaande 'organisme' van het bouwwerk. Deze door G. von Bezold beproefde systematiek wordt Denkmalpflege van 1902 beschreven en dient uit te gaan van plattegrond, opstand, details, materialen en ornamentiek. Dan volgen aanbouwen en inrichting. Ook details als dakstoelen moeten getekend worden. Polemieken over dateringen en stijlkwesties dienen achterwege te blijven. 17 systeem, toegepast wordt,
de
Ajb. Zundert, Sint-Trudokerk, zoals afgebeeld Kalf, voormalige Baronie van Breda (1912). Bij de hertekening op basis van de voorgaande foto door G. de Hoog zijn echter de details van de baksteenformaten verloren gegaanr (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
6.
Aft. Zundert, Sint-Trudokerk voor sloop 1928. Foto koorzijde waarop de details van de verschillende bouwfasen nuchter geregistreerd zijn herkenbaar steenformaten (foto Monumentenzorg 1908).
visioen glorievolle monumenten van
ken
i86
die
ze-
inde
die
en
De
en
de
en
en
van
Opde
af-
bijde
vane
het
en
af-
vande
Door ordening van het fotomateriaal kunnen stilistische ontwikkelingsreeksen geconstrueerd worden. 19 objectieve wetenschappelijke taal tekst foto laat de objecten zelf aan het woord. De mens en zijn handelen zijn nadrukkelijk afwezig. foto's opmetingen is hem zelfs de traditionele rol van schaalgevend element niet gelaten. 20 Woord beeld worden monumentenbeschrijving instrumenten ten dienste van een kunstgeschiedbeoefening die zich op positivistische wijze met objectief meetbare en kwantificeerbare gegevens bezighoudt. Door creëren kunstmatige
Nuisde
en
19 De gevolgen van deze werkwijze voor de kunstgeschiedenis worden beschreven in: IL Dilly, 'T.ichtbildprojcktion-Prothese der Kunstbetrachtung', in: i. Below (Hrsg.), Kunstwisseiisfhnft Kmutvermittlung, Giessen 1975, 1 5 3 - 1 7 2 speciaal gericht op de bouwkunst in: H. Klotz, 'Ueberdas Abbilden von Bauwerken', j:'\rchifcc/[it~ü, i (1971), i w. 20 H. Klotz, op. cit., 7.
mul
in
pas
dat
isde
be-
Het
met
en
hetin
to
de
in
de
date
zomin
men
AJb. 8. Utrecht, Nicolaikerk in 1980. Karakteristiek voor de nuchter registrerende fotografie. Het gebouw kan zijn taal spreken, niet vertroebeld door de persoonlijke visie van de fotograaf (foto Monumentenzorg 1980).
De
alshet
okin
dat
eni
en
en
is
inde
De
er
er
te
en
nog
om
noge
vande
de
denuit
en
menogwl
die Viollet-le-Duc sinds omstreeks 1830 maakte, hebben dit genre tot grote hoogte gebracht. Daarnaast gebruikte perspectivische weergaven, echter vaak in een strak lijnenspel elke schilderachtigheid moesten ontberen. Rond 1900 wordt steeds meer de fotografie toegepast schaduwen, kleur- textuurverschillen wortekeningen weggelaten. tekeningen Mededelingen Rijksadviseurs jaren ventig begeleiden, hebben verfijnd lijnenspel nuances weer geven. Rond 1900 verschijnt tekenstijl die het gebouw abstraheert tot een volumeloos spel van lijnen, waarin arceringen alleen nog worden gebruikt om bouwfasen aan te geven. Een dergelijke tekenstijl wordt door Die Denkmalpflege aanbevolen. In de eerste geïllustreerde beschrijving, het al genoemde deel van J. Kalf over de Baronie van Breda, komen meer tekenstijlen voor: z i j n zowel strakke lijntekeningen als tekeningen met een weergave van materiaal oppervlak, terwijl daarnaast perspectieven, naar foto's, zijn opgenomen. momenteel geïllustreerde beschrijvingen gehanteerde tekenstijl strak lineair, geeft steeds bestaande toestand weer wordt tijdschriften Bulletin KNOB wetenschappelijke publikaties gebruikt. De wetenschappelijke fotografie zou eigenlijk een nog grotere mate van exactheid moeten garanderen. Al sinds 1860 wordt in Duitsland het 'Messbildverfahren' ontwikkeld, moet leiden volledig maatvaste beeldingen, maar wegens hoge kosten wordt Nederland voorlopig niet gebruikt. Wel wordt er bij het fotograferen gestreefd naar een zo groot mogelijke eenheid formaat, opnamehoek standpunt. Meestal worden gebouwen overhoeks gefotografeerd een groothoekobjectief, waarbij men er zorg voor draagt bouwmassa's goed uitkomen. beeld moet mogelijk storende bijkomstigheden vatten en de eventuele eigen visie van de fotograaf mag niet tot uiting komen. Door het gebruik van een statief en grote negatiefformaten scherpte opnazodanig details goed zichtbaar zijn. kunsthistoricus werkelijk staat zeer heterogene gebouwen uit de meest uiteenlopende gebieden met elkaar te vergelijken. Door zoveel mogelijk naar objectieve weergave te streven wordt wetenschappelijke studie en vergelijking van de vormentaal mogelijk.
Bulletin KNO B l jaargang 82 / nummer ƒ / november 198)
der
de
1911 gewijzigde Leidraad van 1908 citeert. 2 5 IMdraad voor Geïllustreerde Beschrijving Nederlandsdie Monu-
de
Het
de
menten van Geschiedenis en Kunst, onder punt i. 24 Deze gedrukte verslagen bevinden zich in de Bibliotheek van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. betreft Jaarverslagen van de Rijkscommissie vanaf 1903, de Notulen tussen
indt
de
de
C.
De
vanhet
tussen 1961 1975 (niet verder verschenen). ook: inventaris van het archief van de Rijkscommissie voor de Monumentenbescbrijvin^ door /.. j. M. van de Maarel, Den Haag 1975. Zie
hijden
i
van
37.
op.
De
H.
J.
en 1940, de Jaarverslagen van de Voorlopige monumenten-
raad 1947-1961 en de Jaarverslagen van de Monumentenraad en
het
men
datmen
1919
21 Dilly, cit., 22 Kalf, Baronie Breda, Utrecht 1912, waarbij
van
inhet
J.C
of
en
NOB
(1900-1901) lijst inventaris opstellen 'van
alle bestaande gebouwen of fragmenten, die in eenig opzicht belangrijk zijn voor geschiedenis of kunst, opdat wake voor behoud, doch tevens,
de
op
en
vande
tohe
en
en
de
de
In Nederland is de beschrijving van het nationale erfgoed en de publikatie ervan in boekvorm sinds 1903, toen 'Rijkscommissie opmaken uitgeven van Inventaris eene beschrijving Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst' haar taak begon, lange lijdensweg geweest. Deze commissie moest volgens Overvoorde Bulletin
de
IN NEDERLAND
vanhet
D E M O N U M E N T F. N B E S C H R IJ V I N G
der
en
ofm
van
de
Een
in
Ditzou
ten
met
J.
vande
te
het
deoplk
de
als
Dit
in
die
ca.
en
en
die
na deskundig onderzoek hier uit een beperkt aantal van gebied belangrijkste gebouwen bijeen brenge, waarvan behoud alle dienste staande middelen dient worden nagestreefd'. dan, in woorden secretaris Kalf resulteren 'materiaal voor de kunstgeschiedenis, door het leveren van beschrijvingen der in Nederland bestaande monumenten, met aanwijzing van hunne architectonische en historische ontwikkeling en van de feiten, die daarop onmiddellijke invloed hebben geoefend'. 22 'Leidraad' regels voor indeling volgorde beschrijving zou uniformiteit en continuïteit moeten waarborgen. Deze regels zullen echter vele malen gewijzigd worden, waardoor de continuïteit aangetast wordt. Volgens de Leidraad van 1904 omvat de in boekvorm te publiceren beschrijving 'alle gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 18 5 o, die eenig belang bezitten uiting kunst, eene eraan verbonden historische herinnering'. 23 Riders tijdschrift vergelijkt Temminck Groll monumentenbeschrijving met de bouw van een kathedraal, een vergelijking die zich inderdaad onweerstaanbaar opdringt aan de lezer van de notulen en verslagen die Rijkscommissies en Monumentenraad vanaf 1903 hebben geproduceerd. 24 Keer keer wordt klacht over trage voortgang werk geformuleerd. Het verval en de verdwijning van belangrijke monumenten dreigt sneller te gaan dan de beschrijving volgens de Leidraad. Deze was in 1904 opgesteld naar een Duits voorbeeld, gepubliceerd in het tijdschrift Die Denkmalpflege.v> Men moet de provinciale en gemeentelijke indeling volgen, neemt zoveel mogelijk verdwenen monumenten op evenals objecten in openbare en privé verzamelingen. Ook objecten die belangrijk zijn voor de volkskunde en volksbeschaving, zoals 'boerenwoningen in welker aanleg stameigenaardigheden herkenbaar zijn' worden beschreven. belangrijkheid monument bepaalt mate uitvoerigheid. Na een proefinventarisatie door F. A. Hoefer, met
zal
van
die
omen
de
Hetzou
en
in
vane
en
stand in tijd en door een afstandelijke beschrijvingswijze wordt beeld geschapen nationaal historisch erfgoed dat bestaat uit een beperkt aantal belangrijke monumenten. Deze monumenten kunnen een samenvattend seriewerk beschreven worden op -wijze decennia lang maatgevend moeten zijn. gaan kleine groep gebouwen hoogste kwaliteit. Deze objecten zouden aantal niet toenemen, zelfs eerder door verval en afbraak verminderen. Zo kon de 'Deutscher Verein für Kunstwissenschaft' zich in 1908 voorstellen dat hij een corpuswerk kon uitgeven dat in de toekomst de grondslag zou vormen voor alle wetenschappelijk onderzoek. werk kon dan tevens alle veranderingen en ook de geleidelijke vernietiging van de oorkonden van ons kunsthistorische verleden vastleggen door vastlegging bescherming garanderen.21 De jonge wetenschap kunstgeschiedenis heeft zo in de loop van de 196 eeuw haar onderzoeksgebied afgebakend gestreefd naar vastlegging van haar materiaal in standaardwerken en corpora. De lange reeksen monumentenbeschrijvingen Duitse deelstaten sinds 1870 hebben gepubliceerd zijn hier goede voorbeelden van.
187
25 Jaargang iv (1902), 76-79. Het Duitse voorbeeld is echter veel gedetailleerder en geeft bijvoorbeeld richtlijnen voor de publika-
tie, aanwijzingen voor het tormaat, het lettertype en de afbeeldingswijze.
Een visioen van glorievolle monumenten
i88
278
Voorts bezit de proosdij een gouden draagkruisje, door Amalia van Solms geschonken proost Balthasar Cruyt (1633—1655). Het als reliquaire ingerichte kruis, vertoont ornament rinceaux stijl van omstreeks 1600, goud zwarten grond, in email champlevé. Het is langs de kanten en draagring bezet diamantjcs. Afgebeeld in: Je Maintiendrai, I, blz. 256. In goud lederzaal staat eenvoudig staand u u r w e r k , XVIII adres:
inde
en
met
b,meth
Uurwerk.
de
opden
op
van
en
ande
Kruisje.
278
GEMEENTE OOSTERHOUT.
CAMPER REUS. BREDA.
Het klooster en de kloostcrtuin zijn niet toegankelijk. Het van den t u i n m u u r zichtbare deel klooster (afb. 245) vertoont, in tamelijk ongeschonden toestand, een eenvoudige architectuur tijd
vande
uitden
vanhet
Klooster.
bouw: 1647.
^ Boerenwoning onder Oosterhout.
PARTICULIERE GEBOUWEN.
vanedr
nogde
is
i. KASTEEL STRIJEN. Ten noorden van Oosterhout, ruim i kilometer van kerk, kasteel Strijen; thans alleen ruïne torens over.
laghet
de
Kasteel Strijen.
w).Zo
I,
bijVAN
is
Geschiedenis. Bij gelegenheid der grensregeling tusschen Holland en Brabant in 1326, werden verschillende verklaringen afgelegd, waardoorde stichtingsgeschiedenis van dit kasteel tamelijk nauwkeurig bekend (zie deze verklaringen MIERIS, Charterboek, blz. 402 verklaarde
wasvn
Willem van Wichvliet, dat hij knape heer
stichtte.
ander verklaarde, dathijmen
Een
250. Inwendig boerenwoning afb. 249. van
Afb.
en
endathij
in
te
van
[Willem] Strijen, vóór de/e nog iets had gebouwd Oosterhout daar diens opdracht „bouwhuis" (boerderij)
der
Geschiedenis.
Aflx
heer van Strijen te Oosterhout woonde, „doemen den toirne ende zale ende capelle ende
alle die woninghe dair maeckte". Hij had toen van den heer xelf vernomen, dat het „oude
189
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer j / november 198)
te
de
Na
vande
die
het
A.
isde
in
53,
te
der
van
de
enp.
lIet
De
26 Het eerste deel van deze reeks is in 1908 uitgegeven. De uitgave werd in 1919 door J. H. A. Mialaret een wanhoopsdaad geacht. kwaliteit delen wisselt nogal. 27 Vgl. \alkhof Nijmegen, catalogus Nijmegen 1980, noot 7 124.
dat
van
in
-
dien
de
van
en
vande
en
metd
die
de
het
to
nedat de
G.
het
en
hetnuvad
Ametd
is
er
van
en
inde
van
omte
de
In
Ook
De
te
en
als
het
date
opde
tenh
het
hun
de
de
mend
be-
en
in
Het
H.
van
gemeentearchivaris Hattem, wijzigt Leidraad, waarbij de volkskunde vervalt. Deze was in J. Gallées werk Boerenhuis Nederland %tjn woners voldoende beschreven, terwijl de leden van de commissie zich terzake niet deskundig achtten. mogen verdwenen gebouwen voortaan alleen nog opgenomen worden 'oude afbeeldingen (of) berichmogelijk maken daarvan eene voorstelling vormen'. Kort voor de verschijning in 1912 van de eerste monumentenbeschrijving van de Baronie van Breda door J. Kalf beperkt men de historische aantekeningen en wordt de beschrijving voortaan opgevat als een aanvulling afbeeldingen. trage vorderingen worden door de commissie betreurd en verklaard uit feit leden werk alleen tegen onkostenvergoeding moeten verrichten, terwijl geen geld voor aanstelling van bezoldigde, kunsthistorisch geschoolde leden. De commissie is hoofdzakelijk samengesteld uit architecten en historici die het werk naast eigenlijke beroep verrichten. In 1923 wordt E. C). M. van Nispen tot Sevenaer als eerste kunsthistorisch ambtenaar aangesteld. In 1926 publiceert hij het eerste deel over de stad Maastricht. Wel verschijnen sinds 1908 geregeld nieuwe delen van zeer beknopte Voorloopige Lijst Nederlandsche Monumenten Geschiedenis Kunst?* Karakteristiek voor de problemen is het lot van het door de Nijmeegse directeur van gemeentewerken J. J. Weve samen te stellen deel over het Valkhof. Dit komt tussen 1922 en 1925 meermalen jaarverslagen voor. Hoewel manuscript in 1925 gereed is, wordt het wegens de hoge kosten slechts in een beperkt aantal exemplaren vermenigvuldigd. 27 In hetzelfde jaar benoemt men een subcommissie rapporteren over mogelijke versnelling van de monumentenbeschrijving. C. Hofstede Groot betwijfelt Voorlopige lijs-
ten, waarvan de publikatie veel energie vergt. Men besluit echter ermee door te gaan. Beperking van de beschrijvingswijze kan een versnelling van de monumentenbeschrijving opleveren, volgens de subcommissie. In 1927 is men blijkbaar optimistisch over de voortgang, want men publiceert een werkkaart waarop het land ingedeeld is op basis van geografische en historische eenheden. In 1931 moet de commissie erkenvoorgestelde werkwijze niet resultaten heeft geleid. Wel verschijnen in 1930 en 1932 delen van Geïllustreerde Beschrijving, maar tempo blijft laag. 1935 wordt Leidraad opnieuw vereenvoudigd, omdat men rond 1904 'niet de geringste ervaring' had en wetenschappelijke eisen stelde geen rekening hielden uitvoerbaarheid. 28 Literatuuropgave, plaatselijke geschiedenis grondplan nederzetting zouden voortaan kort behandeld worden. Nieuw onderzoek mocht niet verricht worden over datering en stijl kon niet gepolemiseerd worden. De beschrijving Noord-Limburg, manuscript gereed lag, werd tot de helft ingekort en in 1937 gepubliceerd. Daarna verschijnen delen slechts onderbroken tussen 1940 en 1944 — in redelijk tempo. De Voorlopige Monumentenraad concludeert 1947 Leidraad 1904-18 voldoende waarborgen biedt voor een wetenschappelijk verantwoord resultaat. Sinds 1953 verschijnen weer nieuwe delen. De instelling van de Monumentenwet in 1961 en de daaropvolgende bescherming van tienduizenden objecten, die alle beschreven moesten worden, kost de wetenschappelijk medewerkers zoveel tijd dat tussen 1968 en 1974 niets meer wordt gepubliceerd. Karakteristiek voor hortende voortgang beschrijving Amsterdamse woon- en pakhuizen door de als niet-ambtelijk medewerker aangezochte architect Kok. diens overlijden 1950 wordt werk overgenomen door Roosegaarde Bisschop Koks typologie aanpast. In 1960 is de beschrijving van de straten onder letter algemene inleiding persklaar. Roosegaarde Bisschop is in 1961 tot de Egelantiersgracht gevorderd, maar daarna eist urgente registratie de duizenden Amsterdamse monumenten al zijn tijd
de
4 AJb. 9. Bladzijde 278 uit Kalfs Baronie van Breda met een tweetal door De Hoog getekende gebouwen, in de tekst. Het betreft een van de weinige opgenomen eenvoudige landelijke woningen (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
28 Rijkscommissie l'dfir de Monumentenzorg, Vertrouwelijk* Mededeelin-
gm Nieuwe Reeks, okt. nov. dec. 1935, 58.
visioen glorievolle monumenten van
Hen
190
De
met
in een aantal hoofdstukken die als tekstblokken van elkaar gescheiden worden door fotopagina's meer minder uitvoerige onderschriften. Dongeradelen
of
Dit
in
to
in
de
vande
overigens 1934 alle delen toegepast, hierna werden de foto's als apart blok achterin opgenomen.
Ter
in
Wel
geeft de foto's en opmetingen 'als een strip' in de tekst, wat tijdrovend bladeren beperkt. systeem werd
De delen van H. M. van den Berg en A. G. Schulte zijn het meest verwant aan de tot nu toe gebruikelijke wijze van monumentenbeschrijving. De tekst is overzichtelijk en helder gestructureerd. Elke gemeente begint met een beknopte structuurbeschrijving. In de Friese delen wordt deze verhelderd door een kadastraal
dam. verschijnt 1974 Kuiles werk over Noord- en Oost-Salland, nog in de traditionele typografische opzet. De sindsdien verschenen delen wordeze bijdrage onder loep genomen.
deni
tekst opgenomen. Het Rijk van Nijmegen daarentegen
de
de
Ookvane
op. Na 1965 verdwijnt het project uit de jaarverslagen. voorgenomen deel over Bovenkerk Kampen wordt niets meer vernomen, evenmin als van geplande beschrijving Gelderse Achterhoek en een deel over de kerkelijke gebouwen in Amster-
welind
diehtna-
en Ferwerderadeel hebben dezelfde opbouw, deel heeft dat telkens weer heen en w~r gebladerd moet worden. opmetingen zijn overigens De
en
met
inde
4 Ajb. 10. Fotopagina 5 uit J. H. A. Mialaret, Noord-Limburg (1937). In de voor het eerst vereenvoudigde opzet werden de al voor plaatsing tekst geclicheerde foto's tenslotte veel kunstvliegwerk achterin geplaatst (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
191
ƒ/
82/
Bulletin KNOB j jaargang nummer november 1983
en
ondernomen: de nauwgezette studie van de objecten en het toch vrij uitvoerige archiefonderzoek hebben tot een grote mate van nauwkeurigheid geleid. Ook de uitvoering van de boeken en de kwaliteit van foto's en opmetingen maken een degelijke en betrouwbare indruk. De Amsterdamse monografieën delen de stof in
enht
afendg-
de
De
van
uitde
de
der
Ook
A.
de
De
end
W.
en
de
worden nederzettingsstructuur, kerkgebouw, de Doopsgezinde kerk, de states, de voormalige industriemolens, vroegere klooster Mariëngaarde, Oude Leije, voormalig klooster Genezareth, terpen met bebouwing en states in de omgeving, de boerderijen en de eendekooien beschreven. Onder de gemeente Wijchen in het Rijk van Nijmegen passeren achtereenvolgens de historische geografie, de archeolode
ob-
met
in
en
die
en
De
en
de
naast gewone delen vaak zeer uiteenlopende jecten bevatten zoals romaanse kerken, eenvoudige woonhuizen, laat-ige-eeuwse steenfabriek brouwerij. boeken worden hier opzet elkaar vergeleken geanalyseerd. Detailkritiek wordt niet
gegevens inventarisatie kerkelijk kunstbezit door G. P. P. Vrins. Elke gemeente wordt behandeld volgens de in de Leidraad gegeven volgorde. Van Hallum bijvoorbeeld het
worden,
historici hand- spandiensten verleend. pre- en protohistorie is beschreven door G. Elzinga, de middeleeuwen door Jappe Alberts periode erna door J. J. Spahr van den Hoek. In het Nijmeegse deel werden kerkelijke mobilia beschreven volgens vanhet
gepubliceerd
cente versie. Voor beschrijving nederzettingen is hulp van derden ingeroepen, voor Friesland L. Prins, voor Nijmegen Steegh. voor historische inleidingen op de Friese delen hebben archeolo-
vande
diepgravende monografieën
topografische kaart wordt geconfronteerd met een re-
het
Zo
de
van onderzoekers. kunnen binnen dezelfde reeks
meentekaart atlas Kuyper. historische
de
te
nen van de Leidraad van 1969, die echter voldoende ruimte blijkt bieden voor persoonlijke initiatieven
van de ruilverkaveling. Het Nijmeegse deel beeldt eveneens k-adastrale minuten (1820)
het
De delen zijn nog samengesteld volgens de richtlij-
Topografische Kaart (1862-64) landschapsplan
gen
ine
en
en het R, C, Maagdenhuis, bet hui^enbe^it van de^e instelling en het S t-Eli^abethgesticht (1980). De overige delen behandelen landelijke gebieden: Herma M. van den Berg beschreef in Noordelijk Oostergo de gemeente Ferwerderadeel (1981) en De Dongeradelen (1983) en A. G. Schulte beschreef het Rijk van Nijmegen, Westelijk gedeelte (1982).
Los
of
huidige situatie (1971 1973). toegevoegd zijn 170- en i8e-eeuwse Grietenijkaarten, de Eerste Militair
de
NIKUWEMOTBSCHRJVG
Deze delen vormen indrukwekkend geheel, moderne grafische vormgeving. Twee boeken zijn van de hand van R. Meischke en gewijd aan een tweetal Amsterdamse gebouwen: het Burgerweeshuis (1975)
vande
minuutplan (ca. 1832) recente luchtfoto
VIJF
visioen glorievolle monumenten van
Een
I92
j:::^f
ji
r.rJ-
LT
CT
Ajb. ti. Pagina 150 en 151 uit H. M. van den Berg, Noordelijk Oostergo. Ferwerderadeel(1981). In de tekst zijn alleen de opmetingen geplaatst. De kerk van Hallum is weergegeven in een tekenstijl die kleur- en textuurverschillen in het muurwerk zichtbaar maakt, waarbij de toren echter merkwaardigerwijs niet verder gedetailleerd is. De bouwfasen blijken uit een arceringssysteem in plan en opstand (foto Kunsthistorisch
Instituut Nijmegen).
A.G
van
en
is
vingen is helder, controleerbaar maar afstandelijk. Hen willekeurig voorbeeld illustratief. Schulte beschrijft een deel van de neogotische kerk in Weurt: 'De wandindeling van het middenschip bestaat uit drie zones: arcadenreeks, blinde tussenzone ingesloten tussen twee horizontale protiellijsten en lichtbeukzone afgesloten door fries spitsboogjes waarboven een reeks geprofileerde uitgekraagde blokjes, die de
(.)
voorlijst houten gewelfbeschot dragen. Dankzij de ongeschonden polychromie en beglazing en de v r i j volledig bewaard gebleven meubilering is de vanhet
de
het
de
De
de
wat
het
genvaIds
end
en
de
gischc monumenten, r.-k. kerk, r.-k. pastorie, voormalige hervormde kerk pastorie, klooster Tienakker, het St.-Jozefgesticht, de begraafplaatsen, het kasteel-raadhuis met bouwhuis, de woonhuizen en boerderijen molens revue. afbeeldingen zijn goed verzorgd: heldere overzichtelijke foto's die de bouwmassa's goed doen uitkomen, goed gedetailleerde opnamen van kerkelijke mobilia. Kleine kadastrale situaties en (in Oostcrgo) een aantal sfeertekeninWiersma maken beeld levendiger. Xelfs is hier en daar een mooie landschapsfoto opgeno-
(p.
van
wel
van
alhet
vande
De
opde
en
Wcurtse parochiekerk een goed voorbeeld van een
gaaf kerkinterieur omstreeks 1900' 39). Zelfs een dergelijk, toch terughoudend geformuleerd, waardeoordeel is schaars in de Geïllustreerde Beschrijvingen. Impliciet worden natuurlijk waarderingen uitgesproken: immers alleen proces selectie
De
men. bouwkundige tekeningen opmetingen zijn
duidelijk en nadrukkelijk afgestemd op het afgebeelde fotomateriaal. De kerk van Hallum wordt zowel gepresenteerd in foto als in lijntekening. Bouwfasen en constructie zijn op de tekening leesbaar, karakter en sfeer daarentegen foto's. taal beschrij-
Bulletin KNO B \ jaargang 82 j nummer ƒ / november 19 H)
'93
De
vanC.
dat
van
vandit
vandit
A.G
zou
anhet
het
inde
inde
12.
Aft. Weurt, Sint-Andreaskerk, interieur naar koor. Strikt symmetrische opname gave neogotische interieur Franssen. zwart-wit weergave, regel Geïllustreerde Beschrijvingen, doet geen recht kleurenschema interieur, overigens enige jaren geleden zeker niet monumentenbeschrijving opgenomen zijn. Foto uit: Schulte, Hef Rijk Nijmegen^ Westelijk gedeelte (1982) (foto Monumentenzorg 1975).
visioen glorievolle monumenten van
Een
194
'^
-ïwcftb-
t .**
W •IW-Jfc»
rh,,n.l h
t*|wot.tcliikeM> <;(,->; h>i,Is d-slsiiprafwiKilaBdteiaM
i KI* t.ul fcfst'h.Hftt i!.*.F ik ilü* ft J^tte^s **£!*t»af, tl-HKsmkll ilil» usula^fi. %^r«iffl\fe;tll>™ki'k-ffil^n«mel!Hadef »«ifiïrt( ttufcïtf n Mtrsdlijs fuïlcl
te
vande
de
methun
die
Ook
kan
van
in
-
de
de
die
de
Het genus monumentenbeschrijving heeft in ons land met de verschijning van deze drie boeken een hoogtepunt bereikt. Afgezien van enkele detailkwesties29 als de datering van opnamen en wat zetfouten, tonen delen zeker vergelijking voorgangers hoogste graad perfectie binnen regels van de Leidraad en met de beschikbare middelen gerealiseerd worden. eenvoudige monumenderSt.
de
van
7.0kanbijhet
79 Rijk Nijmegen beschrijving Antonius de
de
Abt te Wijchen nog aangevuld worden met het artikel van Em. Dilis, 'De gebroeders Cuypcr', Bijdragen tot geschiedenis
1924-7 5 , 3 3 0 - 3 8 0. Hieruit blijkt dat het neobarokke altaar in deze kerk van de hand van Pieter Jozef de Cuyper is (1857), evenals
end
en
tombes Jozef- Maria-altaar (1857) tondi vanhet
de
te
m,359
de
diena
metd
die
uit
de
boven biechtstoelen (1858), terwijl bijlage blijkt dat Jacob van Neer jr. (1760-1838, Antwerpen) voor Wijchen acht bijna levensgrote beelden maakte, mogelijk gelijk stellen z i j n beelden 1 8 5 6 voor kerk z i j n aange-
vanG.P
schaft aanwezig zijn (vriendelijke mededeling P. Vrins). enog
vande
onse
de
te
Een
uit
end
de
de
en
van
het
in.Zo
voorafgaande aan de beschrijving houdt een waardering bevat Rijk Nijmegen beschrijving van een groot aantal kerken uit de periode rond de eeuwwisseling en veel eenvoudige jonge monumenten, als woonhuizen boerderijen, niet eens allemaal bescherming genieten. Neogotische interieurdecoraties werden in de monumentenbeschrijvingen tot dusver volledig genegeerd, zoals blijkt uit de delen over Sint-Servaas Lievevrouwekerk Maastricht. Stijlvergelijkingen ontbreken. Ook over discutabele restauratiewijzen wordt slechts terloops gerept. Zo wordt polemiek 1934 over afdekking geveltoppen bij de zadeldaktoren van Ferwerd alleen even genoemd. enkele afbeelding geeft indicatie van de persoonlijke belangstelling van de auteurs: het was tot voor kort ondenkbaar dat een i9eecuws gietijzeren deurrooster als dat aan de kerk van Marrum ook maar genoemd zou worden, laat staan afgebeeld.
en
De
van
Het
vanhetod
A.G
in
inde
156en7
^4/2>. /ƒ. Pagina uit: Schulte, Rijk Nijmegen, Westelijk gedeelte (1982). opmetingen foto's kerk Heumen zijn tekst geplaatst, afwijking gebruikelijke concept (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
Bulletin KNO B l jaargang 82 / nummer ƒ / november 1983
!95
Aft. 14. Pagina 104 en 105 uit: R. Meischke, Amsterdam. Burgerweeshuis (1975). De illustraties, lijntekeningen en foto's, zijn in blokken achter de tekst geplaatst. Hier is een stijlvergelijking tussen de kapitelen van de Meisjesplaats en het Ordenboek van Scamozzi gemaakt, wat vroeger in de monumentenbeschrijvingen slechts incidenteel geschiedde (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
Ken
en
dergelijke aandacht. reden hiervoor wordt niet genoemd, maar is zeker gelegen in de betrokken-
was
opde
vanhet
vanhet
en
to
De
elk
de
vanhet
en75
tomu-
en
vande
en
op:'de
de
de
to
Het
van
hijde
Vanhet
date
vandit
van
vande
hij
bijde
vanR.
heid Meischke restauratie Burgerweeshuis, waardoor uitstekend hoogte geschiedenis complex stadsgeschiedenis Amsterdam weerspiegelt. Burgerweeshuis behandelt geschiedenis bouwblok, waarna het gebouw aan de hand van afbeeldingen met uitvoerig onderschrift beschreven wordt. beschrijving interieur inventaris gestructureerd. zwaartepunt daaropvolgende bouwgeschiedenis ligt weer bij de tekst die chronologisch de transformatie van het St. Lucienklooster en het Oudemannenhuis weeshuis daarna seum beschrijft. Over restauratie tussen 1964 merkt auteur terecht structuur complex verzette zich tegen inrichting museum feitelijk tegen modern gebruik'. beschrijving
Zoiskde
is
anope
isopde
isokde
het
De
het
en
ten
hebben aandacht gekregen, archiefonderzoek betrekkelijk ruim geweest tenslotte hulp vran andere wetenschapsbeoefenaren ingeroepen waar dat gewenst leek. Presentatie en verantwoording van monumentenbeleid daarentegen achtergrond gebleven: in Ferwerderadeel is niet vermeld of de panden beschermd zijn, in het Rijk van Nijmegen worden ook niet-beschermde monumenten opgenomen. A. G. Schulte schrijft niet voor niets dat de beschrijving niet per se het laatste woord pretendeert te hebben, doch evenzeer beoogt een aanzet te geven voor een juiste (her)waardering en daaruit voortvloeiende nieuwe studie. Amsterdamse delen sluiten andere richting in de monumentenbeschrijving: monografieën over belangrijke gebouwen. Tot dusver was alleen kerken een dergelijke eer te beurt gevallen. Voor het eerst krijgen belangrijke burgerlijke gebouwen nu
Een visioen van glorievolle monumenten
dynamiek van de veranderingsprocessen is geëlimineerd.
HRrJV
MONLIMENTKNBF.SC ING,
NZORGEKUSTCHID
M V. N I S : EKHAT-LIFDVROUNG?
E
end
de
und
in
toe
to
men
mend
en
in
de
met
van
vande
kan
hoed
Wel
van
is
vande
nog
inalde
date
in
en
te
te
dat
nogwelht
en
isdat
het
en
in
ismetn
vande
enok
De gen genopht
de
en
Na80
mo-
ge-
het
de
te
hetd
de
danme
vande
de
en
ishetg-
het
en
de
vande
uitd
te
die
en
end
al
in
de
de
de
de
uiten
hetals
vande
de
te
het
enht
E.BM
de
zouen
het
perfectie sinds 1975 verschenen Geïllustreerde Beschrijvingen doet de vraag rijzen of het nog wel zinvol realiseerbaar dergelijke vergaande verfijning geheel Nederland woord beeld vast te leggen. Op het Colloquium over de inventarisatieproblematiek, gehouden te Bischenberg bij Straatsburg in 1980 en in de aan deze problematiek gewijde aflevering Deutsche Kunst Denkmalpflege (1982) wordt de vraag naar de zin ervan nauwelijks expliciet gesteld. klinkt alle bijdragen vraag door publikatie monumentenbeschrijvingelijke tred houden nieuwe ontwikkelingebied monumentenzorg. Alleen Engelsman Fowler heeft zich Straatsburg afgevraagd waarom we ons bijvoorbeeld bezighouden met de minutieuze beschrijving van kathedralen, terwijl we vaak eeuwenoude hagen beplantingen negeren (in Engeland inventariseert bouwkunst 1714 volledig, daarna past strenge selectie tot 1850). Hij concludeerde dat de nationale beschrijvingen beëindigd moeten worden en vervangen door flexibelere werkwijze. Het is zinvol om ons af te vragen of de GeïllustreerBeschrijving meest geschikte middel zoals Rijkscommissie zich voorstelt, materiaal te verschaffen voor de bouwgeschiedenis, de gegevens voor restauratie te leveren en een overzicht en verantwoording geven verbrede aandachtsvelden voor de monumentenzorg. Allereerst dient de beschrijving instrument zijn voor kennisbundeling en kennisoverdracht, door het leveren van bouwstenen voor de bouwgeschiedenis. De kracht van de i9e-eeuwse corpora ligt in het feit dat de onderzoeker kan beschikken over een reeks binnen een korte tijd, aan de hand van uniforme richtlijnen selectiecriteria, bijeengebrachte gegevens. jaar doel Nederland steeds niet gerealiseerd. Het is ook niet meer realiseerbaar getuige feit Leidraad jaren
om,
to
van
metd
A.C
de
In
het
Het
de
De
meth
uit
vanA.der
vande
en
isde
Tot
het
van de schil van woonhuizen rondom het weeshuis besluit boek. 1975 geschiedenis bijgehouden. Slechts tot 1 9 5 3 gaat het deel over het R. C. Maagdenhuis dat als zodanig in dat jaar ophield te bestaan. Na beschrijving van de oudste vestigingsplaatsen van het gesticht, het eerste gebouw aan het Spui en de daaropvolgende wijzigingen, volgt beschrijving nieuwbouw Hart 1784-87. Dit gebouw wordt inwendig beschreven, proces dat in de loop van de vorige eeuw leidde tot een steeds meer kloosterlijk karakter. verbouwing bankgebouw in 1 9 5 3 wordt genoemd, maar niet meer in afbeeldingen gedocumenteerd. Latere gebeurtenissen die het gebouw betroffen zoals de Maagdenhuisrellen worden niet eens genoemd. Ze passen ongetwijfeld niet in de opzet, omdat ze geen bouwkundige consequenties hadden. Hierdoor krijgt lezer echter geen duidelijk beeld van de huidige vorm en indeling van het gebouw. boek besluit beschrijving het huizenbezit van het Maagdenhuis en de bouw van tussen 1888-90 door Bleijs gerealiseerde St.Klisabethgesticht. beide delen staan gebouwen centraal: structuur wordt bepaald door bouwkundige wijzigingen. Ook verdwenen gebouwen hebben aandacht gekregen uitvoerige archiefonderzoek door mej. Lottman maakte mogelijk 'een gedetailleerd beeld te krijgen van het dagelijks leven binnen de muren van deze gestichten en daardoor de indeling van gebouwen beter begrijpen'. Toch bouw centrale factor geworden, niet leven werken wezen. Door systematische indeling van het feitenmateriaal blijft het beeld fragmentarisch, doordat ware bestaat snelle opeenvolging van steeds weer veranderende beelden. Het nieuwe studie vergen heterogene materiaal levendig beeld scheppen levenswijze, de opvoeding en de sociale omstandigheden van de wezen veranderingen hierin sinds bouw van Maagdenhuis hebben plaats gevonden. Meischke gaat in de beschrijving van deze omstandigheden verder binnen Leidraad voor gelijk had kunnen houden, maar de vereiste geserreerdheid tekst maakt lezer niet makkelijk geboeid worden door maatschappelijk leven beide gestichten, omdat factor tijd
ONUMET
196
/
kan
is
opde
inde
de
De
vande
metn
hetn
ofmen
vanhet
van
De
De
Het
de
van
isophet
die
vanu
de
Dein-
anhet
men
isde
van
vanhet
in
vande
kan
vande
in
bijde
en
die
de
Bo-
in
vande
van
vande
is
en
ine
te
en
te
von12.bis6
inSt.
31 J. Habich, 'Chancen und Grenzen der Fundamentalinventarisation und der Denkmaltopographie. hüne Tagung der Arbeitsgruppe Inventarisation Goar Oktober 40
1981', Dvutscbe Kunst Denkmatpfkpp, (1982), 41-^. und
ok
28
und
het
en
Hijkan
be-
die
vande
en
in
opde
is.Zo
der
vandetou
en
van
van
en
dat
bijde
nogzi
en
Zo
Ookde
date
De
de
is
date
het
30 Ken schets van deze problematiek geeft R. Günter, 'Glanz unci Elend Inventarisation', Deutsche Kunst Dmkmalpflepe, (1976), 109-117.
aanpassingen lye-eeuws fort middeleeuwse kern, betrof romantisch relict ige-eeuwse visie op het Rijndal of een monument van ondergang Heilige Roomse Rijk? kunsthistoricus moet een keuze maken uit de vele betekenissen van het monument, een keuze die moeilijk te maken is en zeker niet de enige en objectief juiste is.31 Deze keuze wordt meestal niet verantwoord. leveren gegevens voor restauratie alleen voor de reeds beschreven gebieden waargemaakt worden. informatie oudere delen echter zeer gedateerd; sindsdien hebben vaak al enige restauraties plaatsgehad. veelal bouwgeschiedenis gerichbeschrijvingen kunnen eigenlijk alleen zinvol functioneren restauratiepraktijk gericht laten zien accentueren bouwgeschiedenis het object, door het tonen van de bouwsporen. Deze praktijk intussen althans theorie vervangen door respecteren bestaande toestand. vendien ontbreken in de oudste delen alle wijzigingen aanpassingen 1850, zoals bijvoorbeeld Maastrichtse romaanse kerken voor lezer geen neogotische beschildering inventaris hebben. Juist deze aanpassingen staan huidige restauratie ter discussie. Men kan zich tenslotte afvragen in hoeverre de resultaten van kunsthistorisch onderzoek in restauratiepraktijk feite gebruikt worden. Het bieden van een overwicht en verantwoording van de verbrede aandachtsvelden monumentenzorg. houd verschenen delen naar mijn mening geen representatief beeld verschaffen problematiek Nederland. Terwijl werkt verwezenlijken corpusideaal monumentenzorger in de dagelijkse praktijk, bij de Rijks- en lagere overheid, bezig met het zoeken naar maatstaven voor selectie bescherming jonge monumenten stedebouwkundige ensembles, terwijl dagelijks nieuwe vragen inzake restauratiepraktijk en ethiek onbeantwoord moeten blijven liggen. ledere bestuurslaag tracht hiervoor oplossingen vinden. Terwijl mondjesmaat nieuwe delen verschijnen blijven andere gegevens en inventarisaties binnenskamers. De infor-
de
de
van
end
te
met
da
en
vande
en
talloze malen aangepast moest worden aan de veranderende eisen. Hierdoor doordat Leidraad voldoende ruimte laat voor initiatieven bewerkers, is de tot nu toe verschenen reeks werken zeer heterogeen van karakter en kwaliteit. Delen over Ferwerderadeel, Noord- Oost-Salland Baronie Brezijn volstrekt niet elkaar vergelijken. keuze van de te bewerken gebieden en te beschrijven bouwwerken wordt nergens verantwoord. moet het betreurd worden beide middeleeuwse kerken in Amsterdam nog niet beschreven zijn evenmin als zeer ingrijpend verbouwde, gigantische Werkhuis van A. van der Hart aan de Roetersstraat aldaar. Bovendien blijkt kunsthistoricus niet opgewassen tegen groeiende massa eenvoudige jonge monumenten. gehele gebouwde omgeving wordt langzamerhand object van monumentenzorg. Steeds nieuwe categorieën jonge, industriële woonhuis-monumenten komen in het gezichtsveld. Het is de vraag of de in 1927 ten behoeve van de monumentenbeschrijving vastgestelde regionale indeling van ons land heeft beschrijving ontwikkelingen als ontsluiting door spoorlijnen en kanalen en industrialisatie. Het schone visioen van een beperkt aantal monumenten streekgebonden stijlkenmerken toon spreidt moet gepasseerd station geacht worden. De grenzen tussen de kunstgeschiedenis en andere disciplines vervagen steeds rneer, terwijl maatschappelijke ontwikkelingen de positie van de wetenschapsman zijn ivoren toren aantasten. nu ook de waardering van gebouwen in de loop der tijd onderzoeken en de wijze waarop de maatschappelijke orde in deze gebouwen bevestigd heeft kunnen worden. Voor een dergelijke studie vindt hij in de monumentenbeschrijvingen weinig aanknopingspunten. 30 De afstandelijkheid van de Geïllustreerde Beschrijvingen suggereert objectiviteit zeer trekkelijk bleek studiedagen 'Arbeitsgruppe Inventarisation' in St. Goar naar aanleiding van de beschrijving van de burcht Rheinfels, dat deze op zeer verschillende wijzen vastgelegd kon worden. Ging het om een middeleeuws kasteel met latere
ten
'97
en
82/
KNOB
Bulletin j jaargang nummer / november 1983
Een visioen van glorievolle monumenten
198
al
van
inde
uitA.G
de
van
end
te
bijde
om
inhu
de
de
p.
ij.
Ajb. Wmssen, middeleeuwse kerktoren kerk 1930 gezien vanaf Waalbandijk. Sfeerfoto Schuite's Rijk Nijmegen, 126-127, waarbij gebouwen landschappelijke context worden geplaatst. Nieuw voor Nederland, maar Duitse landen rond 1900 gebruikelijk, interesse bevolking wekken (foto Monumentenzorg 1981).
Killtimtrnkniiilri
iütóKJïïiïïfcyi
«HistóysBr
'ïrtstoA*. is
l
de
Met
en
in
vande
vande
uitde
en
16.
Ajb. Dubbelpagina reeks Denkmaltopographie Duitse Bondsrepubliek, Land Hessen, Wetteraukreis (1982). Deze landelijk opgezette reeks biedt beknopt overzicht monumenten, vastgelegd beeld, beschrijving kaart. name cartografie hierin zeer dominant. Ze geeft exact de ligging der objecten, iets wat in Nederland tot nu toe niet wordt nagestreefd (foto Monumentenzorg).
199
Hetis
to
as
an
for
andtwo
be
oftheny
and
forthe
a
has
the
in
of
inthe
ofalthe
for
for
isa
way
can
Asa
of
the
wayof
ofart
in
One
our
in
of
To
a
Inthe
the
andof
Het
teb-
the
Tnde
nog
dat
kan
toen
vanhet
Dit
de
isdane
in15
vande
ofhet
de
het
ok
is
an
date
dital
van
ande
vande
anhet
Er is een discrepantie tussen de praktijk van de monumentenzorg en het als het ware in een ivoren toren werken vastleggen monumenten. verslagen Rijkscommissies komt zeer vroeg orde. Steeds weer blijkt beschrijving opgeofferd wordt praktische eisen. lijkt noodzakelijk het ig-eeuwse corpus-idee - dat in de Geïllustreerde Beschrijving toch al niet gerealiseerd wordt - ter discussie te stellen. De waarde van een Geïllustreerde Beschrijving met haar objectiviteit en kunstmatige tijdsgrens betrekkelijk beperkt. dan zeer vraag voorstel Monumentenraad om met de bestaande krachten en binnen huidige budget geheel Nederland jaar schrijven, meer marginaal plan even illusie volmaakte corpuswerk vasthouden. voorstel leidt niet verantwoorde afweging van prioriteiten en mogelijkheden.
record book-form common cultural heritage is result igth-century historicism. wanted arouse interest one's cultural heritage property of the whole nation. At the same time the young science history obtained material research, which again formed a source of inspiration for architects and artists. For these inventories one developed a descriptive writing with special vocabulary, analytical way of drawing and a manner of taking photographs as objectively as possible. Netherlands framework description monuments been changed again again since 1903. result volumes completed series hardly compared with each other. Since 1975 there have appeared three volumes dealing in traditional with districts monographs with an almost perfect form in contents and execution. There discrepancy between this expensive series appearing so slowly and the original objectives of collecting knowledge, supplying data restauration aims accounting broader fields interest the care for historie monuments. The intention of completing, with the present budget, description monuments Netherlands within fifteen years is called into question by author.
the
om
re-
de
anbe-
en
de
vande
te
Dit
en
en
en
van
en
met
matiekloof kan alleen verdwijnen door een verspreidingssysteem dat snel en flexibel is. In de Bondsrepubliek worden korte inventarissen zonder wetenschappelijk apparaat gepubliceerd (Beieren), monumentenlijsten veel illustraties sinds kort Denkmaltopographie. Deze maakt gebruik foto's, cente topografische kaarten stadsplattegronden snel overzicht geven veelheid schermde monumenten in een bepaald gebied. De objecten worden kort beschreven, voorzien van een foto kadastersituatie. verschaft eigenaren meer rechtszekerheid en maakt het beleid enigermate controleerbaar. Uiteraard hangt het realiseren van deze doelstellingen ook af van het tempo van publikatie. Sleeswijk-Holstein publiceerde dergelijke topografie reeds in 1969.
suMARY
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer ; / november 198)
2oo
Achtergronden, ontwikkelingen en nieuw beleid intake de Geïllustreerde Beschrijving van monumenten
DE
R. J O N G
ACHTERGRONDEN, ONTWIKKELING EN NIEUW BELEID INZAK E DE GEÏLLUSTREERDE BESCHRIJVING VAN MONUMENTEN
dat
zo
isal
danls
dat
het
in
Inhet
in
de
In
het
en
vanhet
het
kan
vanhet
okde
de
het
kunstige zin, maar heeft even goed (cultuur)historische betekenis. In het jaarverslag van de Rijksdienst voor Monumentenzorg vermeld, Meischke beschrijving, maar Geïllustreerde Beschrijving, R.C. Jongensweeshuis onder handen heeft. Terugkijkend gememoreerd worden, sedert verschijnen deel over Betuwe 1968 het tot 1974 geduurd heeft, dat er weer een deel verscheen. Het betrof toen de uitgave van prof. dr. R. H. ter Kuile over Noord- Oost-Salland. Monumentenjaar 1975 verscheen het deel van Meischke over Amsterdamse Burgerweeshuis, 1980 gevolgd door diens beschrijving van het R. C. Maagdenhuis en Elisabethgesticht. 1981 verscheen eerste
hetS.
opde
en
en
zalin
H.M
vande
van
vanhet
en
in
A.G
van
en
de
de
de
vanhet
Het is nog maar een kleine twee weken geleden, dat de presentatie plaatsgevonden heeft van de Geïllustreerde Beschrijving westelijk deel Rijk Nijmegen, terwijl nu de voorbereidingen getroffen worden voor verschijning begin februari aanstaande tweede aflevering van de Geïllustreerde Beschrijving van Noordelijk Oostergo, waarin behandeld worden Oost- en Westdongeradeel. Het betreffen hier publikaties van hand drs. Schulte mevrouw drs. van den Berg, beiden werkzaam bij de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Naar verwachting mei aanstaande een deel verschijnen, dat de Beschrijving zal bevatten van de monumenten in Vaals, Wittem Slenaken daarmee vervolg vormt reeds voor Limburg verschenen delen. Hiermee ver-
waarin mevrouw Van den Berg Ferwederadeel beschreef. Resumerend opgemerkt worden, sinds eind jaren incidenteel delen zijn verschenen, maar versnelling sprake sinds 1980 1982-83. komt omdat toenmalige beschrijvers Rijksdienst voor Monumentenzorg de jaren 60 belast werden met het inventariseren en registreren beschermen monumenten, zodat werkzaamheden aan de Geïllustreerde Beschrijving werden stopgezet. Pas in het begin van de jaren 70 werd vijftal wetenschappelijk medewerkers
in
omen
Het
dat
kan
vande
de
in
vante
de
de
is
60
Dit
datvne
vande
het
vande
vande
de
van
ter
De
te leveren in de beschrijving van Het Trippenhuis, die
zal verschijnen vanwege de K o n i n k l i j k e Akademic van Wetenschappen. gaat monument bouw-
A/b. f7. Breda, Grote Kerk. Buitengewoon exact gedetailleerde opname waarbij voorkoming vertekening fotograaf zijn standpunt dakgoot heeft gekozen. compositie foto is volledig ondergeschikt gemaakt aan het documentaire doel. De ine
in
publikaties niet uitsluitend behoeft te richten op het samenstellen van delen der Geïllustreerde Beschrijving. Zo is hij thans doende een aanmerkelijk aandeel
opname toont oude balustrades (foto Monumentenzorg 1908). nogde
Dit
hemal
date
in
betekent feite, heer Meischke /ich z i j n
en
om
te
van
omk
waarvoor door materiaal verzameld was.
toin
andeB-
de
J.FWvan
isbjde
erok
kenner bij uitstek, ir. R. Meischke, de opdracht van de
toenmalige staatssecretaris CRM clic Beschrijving uit te voeren. Tevens werd hem de gelegenheid geboden andere publikaties voor bereiden,
van
eerdere werk. Tenslotte Staatsuitgeverij Beschrijving door prof. dr. C. ). A. C. Peeters van de St. Jan te 's-Hertogenbosch in produktie. Zoals bekend, wordt gewerkt schrijving van Amsterdam. In de jaren 70 kreeg de
vande
deel beschrijving Noordelijk Oostergo,
de
volgt beschrijver, drs. Agt, zijn
deMo-
de
en
nuwelzo-
dateB-
in
danzijw
vanhet
die
vane
op
het
Hetis
en
ten
opde
van
an
ok
isvan
ishet
is.Het
in
op
vanwclsde
De
het
vane
in
en
hetm
de
omen
is
daten
Dathe
de
Waser
is.
het
en
is
ofern
en
den
de
of
omde
de
die
isvanhet
er
met
van
de
isern
ge-
vande
metd
danwel
van
de
zouwel
opde
isbjde
de
isde
het
te
scheen, konden al de eerste opmerkingen beluisterd worden of de gekozen opzet nu wel beantwoordde aan wat onder Geïllustreerde Beschrijving moest worverstaan. Binnen Rijkscommissie voor numentenzorg, maar ook in vakkringen daarbuiten werden, zij het nog maar voorzichtig, kritische geluiden gehoord. Dit herhaalde zich na het verschijnen van Beschrijving Maagdenhuis. Meest gehoord was de uitlating: moet de beschrijving van Amsterdam gaan verlopen, over honderd jaar daar nog niet mee klaar. Ook het verschijnen van een meer 'klassiek' opgezet deel over Ferwerderadeel riep vragen op. Vragen, die zich richtten op de mate van uitwerking. Of iedere dorpskerk nu wel uitvoerig beschreven en afgebeeld moest worden en zo nodig voorzien van een aantal detailtekeningen. Verder werd de vraag wel gesteld of deze gemeente, maar ook de andere gemeenten Noordelijk Oostergo veel belangrijke monumenten bezitten, schrijving Noordelijk Oostergo opgesplitst moet worden in een aantal afzonderlijke delen. Vragen, die zich richtten kostenontwikkelingen, zich steeds duidelijker zijn gaan manifesteren. Eensdeels betreft het de tijd, die gewijd wordt aan het schrijven, het maken van opmetingen, tekeningen en het fotowerk, anderdeels de kosten van de uitgave zelf, die hoog beschouwd worden opzichte relatief kleine oplage. Vraagstellingen, die zeker actueel zullen blijven door het verschijnen van de delen, die ik hiervoor aankondigde. Het is op zichzelf niet vreemd, dat, nu er sprake is van het meer regelmatig verschijnen van delen der Geïllustreerde Beschrijving, discussie ontstaat over uitgangspunt opzet. niet enige thema het terrein der monumentenzorg, dat onderwerp van gesprek Zowel de directeur-generaal Culturele Zaken van het Ministerie Monumentenraad mening, heroriëntatie haar plaats afgelopen jaar deze gang gezet. Daarbij voortbestaan van de Geïllustreerde Beschrijving niet in geding. hier rijkstaak blijft gaan, mede gezien instelling 1903 Rijkscommissie daartoe, is een uitgangspunt, een gegeven. Bij heroriëntatie gaat name over uitgangspunt, opzet tijdsduur. Rijkscommissie
de
Methog
de
vanhet
vanhet
vande
de
de
de
de
te
de
de
opwasin
de
dienst opnieuw belast met het samenstellen van delen van Geïllustreerde Beschrijving. hier1969 door Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving een Leidraad vastgesteld voor het samenstellen van delen der Geïllustreerde Beschrijving. Op het ogenblik, na het vertrek van prof. Peeters bij de Rijksdienst voor Monumentenzorg, viertal beschrijvers aan het werk. Binnen afzienbare tijd zal mevrouw Van den Berg echter met pensioen gaan. Voor haar pensionering hoopt zij haar manuscript gereed hebben deel over Dantumadeel, als derde deel van de Beschrijving van Noordelijk Oostergo. Van de hand van de heer Schulte ligt de tekst klaar voor Beschrijving oostelijk deelte van het Rijk van Nijmegen. Tevens heeft hij de grondtekst gereed voor beschrijving monumenten in het Land van Maas en Waal. Ik vertelde al, dat de heer Meischke de beschrijving onder handen heeft van het Amsterdamse R. C. Jongensweeshuis aan Lauriergracht. Bovendien wordt eraan gedacht hij niet beschrijving Oude, Nieuwe Kerk te Amsterdam voor zijn rekening zal gaan nemen, gezien zijn directe bemoeienis recente restauraties deze beide kerkgebouwen. Juist Meischke eens enige kunnen zijn Beschrijving van deze kerken te kunnen doen, omdat hij beste hoogte tijdens restauraties aangelegde uitvoerige documentatiemateriaal. Interessant vraag, gemeente Utrecht heeft voorgelegd aan de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, of zij een substantiële bijdrage kunnen leveren aan het totstandkomen van een Beschrijving van de (woon)huizen in de Utrechtse binnenstad. De gemeenheeft naar mogelijkheden daartoe onderzoek ingesteld, waarop de Rijkscommissie inmiddels gereageerd heeft. Ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg vraag betrokken mogelijkheid te vinden om te komen tot een gezamenlijke weg naar wat wordt genoemd rijksbeschrijving. U ziet, wordt zeker niet stil gezeten. sprake van een smal stroompje in de afgelopen tien jaren, nu passeren wij een stroomversnelling. Dit brengt veel beweging zich mee. Toen de Beschrijving van het Burgerweeshuis ver-
zo
en
Achtergronden, ontwikkelingen nieuw beleid intake Geïllustreerde Beschrijving monumenten
203
/
82j
KNOB
Bulletin j jaargang nummer november 1983
die
wilkuen
vande
sa-
De
vane
bijKBen
In
en
en
van
der
het
de
en
end
de
men
van
of
In
en
der
de
en
zal
en
tenva
tohe
In
op
isen
Sprekend over achtergronden, ontwikkeling en nieuw beleid analyse geschiedenis, Geïllustreerde Beschrijving zelf heeft doorgemaakt, hier haar plaats. vogelvlucht schets geven. 1903 werd Rijkscommissie ingesteld opmaken uitgeven inventaris en een beschrijving van de Nederlandsche monumengeschiedenis kunst. taak was: 'het menstellen uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die belang bezitten als uiting van kunst, of om eene er aan verbonden historische herinnering. Aldus worden verkregen handboek, waarin over aanwezigheid, artistieke historische waarde toestand monumenten geschiedenis kunst uitvoerige inlichting kan vinden en tegelijkertijd een volledige betrouwbare bron voor Nederlandsche kunstgeschiedenis.' 1903 werden tevens opgesteld 'Regelen voor opmaken eener Voorlopige Lijst Monumenten
van
de
deMo-
in
van
en
de
der
de
de
ern
in
te
De
van
date
de
in
to
genvaht
en
der
Deg-
der
en
de
ze
van
afte
de
end
inde
de
jl.ande
voor de Monumentenbeschrijving heeft hierover in augustus toenmalige minister CRM advies uitgebracht in de vorm van een gewijzigde Leidraad voor Geïllustreerde Beschrijving Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, en een schema met daarbij een tijdsordening om de Geïllustreerde Beschrijving komende jaren ronden. dachten gaan er daarbij naar uit, dat een afronding in een periode van omstreeks vijftien jaar kan plaatsvinden. Inmiddels heeft nader overleg tussen de directeurgeneraal Culturele Zaken, de voorzitter en secretaris van de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving Rijksdienst voor Monumentenzorg plaatsgevonden, wat geleid heeft tot een bijstelling op onderdelen van de voorgelegde nieuwe Leidraad.
van
en
te
ge
Lijsten zouden opgave bevatten alle hiervoor genoemde monumenten met het doel onder meer een overzicht hebben, waaruit Geïllustreerde Beschrijving zou kunnen worden samengesteld. In 1904 werden de regels vastgesteld voor het samenstellen 'Leidraad voor Geïllustreerde Beschrijving der Nederlandsche monumenten van Geschiedenis Kunst'. Reeds 1910 bleek, gevolgde methode bij de samenstelling van de Geïllustreerde Beschrijving Voormalige Baronie Breda niet tevredenheid strekte. opzet werd uitvoerig bevonden. Publikatie vond evenwel plaats 1912. In het jaar 1918 wordt ingesteld de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, waarvan afdeling A belast wordt met het inventariseren en beschrijven van de Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. Tegelijkertijd kwam Rijksbureau voor numentenzorg. Maar ook verscheen er een geheel omgewerkte leidraad voor Geïllustreerde Beschrijving. Kennelijk liepen zaken niet gunstig, want 1925 werd er een subcommissie ingesteld voor het bespoediverschijnen Geïllustreerde Beschrijving, speciaal die van Maastricht. Daarop werd in 1927 voor Geïllustreerde Beschrijving indeling
vande
metd
van
te
te
32uit
op
vane
18.
AJb. Pagina Kalfs Baronie Breda (1912), afbeelding reeks gevelankers Roosendaal. Door deze objecten naast elkaar gelijke schaal tekenen worden voor kunsthistoricus onderling vergelijkbaar. De indeling van het blad herinnert aan de vroegerd voorbeeldenboeken voor ambachtslieden (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
De
toenm
en
Geschiedenis Kunst 1850'. Voorlopi-
van
dan
hun
ofhun
demo-
ande
Age-
de
als
zij
vande
de
hun
van
Ade
die
zij
10van
vanbe-
ine
in
inhet
opde
en
of
Dan
bijde
metd
en
vane
vande
en
en
ern
vande
van
en
Ook
van
is
van
Verder wordt aangegeven, dat in het algemeen aan de beschrijving monumenten plaats beknopt overzicht vooraf dient te gaan van de voor de beschrijving belang zijnde historische gegevens alsmede beschrijving nederzettingsstructuur, met vermelding van de historische kenmerken van plaats. wordt rubricering geboden voor de indeling van de beschrijving van monumenten, lopend voor- vroeghistorische Romeinde
de
dermo-
end
de
die
van
kon
vande
of
De
B. belangrijke onroerende monumenten verloren zijn gegaan. h belangrijke naar elders overgebrachte onroerende monumenten en onderdelen of inventarisstukken worden beschreven op de plaats waar zij zich thans bevinden vermeld plaats waar oorspronkelijk thuis hoorden. monumenten, opgenomen Register schermde monumenten genoemd artikel de Monumentenwet, kunnen, voor zover zij niet afzonderlijk worden beschreven, worden aangeduid kaart worden opgenomen globale opsomming. open
de-
en
ivwasde
in
en
te
van
vande
de
en
van
wen
bestaande onroerende monumenten, ouder 50 jaar, algemeen belang wegens kunstwaarde, betekenis voor wetenschap volkskundige waarde. B inventaris monumenten onder noemd, voor zover voldoet voor numenten zelve gestelde eisen. C' de belangrijkste roerende monumenten in het bezit van of afkomstig uit het bezit van instellingen van historische oorsprong gemeenten, waterschappen, parochies, kerkelijke gemeenten, liefdadige gestichten e.d., voor zover niet reeds vallende onder
D
zou42
be-
De
Indie
te
de
van
in
opde
met
zigou
enva
De
de
Nederland overeengekomen; Beschrijving delen gaan tellen. veranderingen bleven doorgaan. Ingesteld werd in 1933 één Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, waarbij beide vormen secties zich houden toezicht Beschrijving. jaren wordt ook melding gemaakt van een Kunstreisboek voor Nederland vier delen. eerste drie len verschenen 1940-1949. Na Tweede Wereldoorlog werd 1946 'Voorlopige Monumenten Raad' opgericht, bestaande uit vijf afdelingen (commissies). Afdeling Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving. Ten dienste van alle afdelingen stond de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Een nieuwe Leidraad werd in 1947 samengesteld voor het bewerken der Geïllustreerde Beschrijving. Door eenvoudiger werkwijze werd snellere voortgang mogelijk geacht. treedt in 1961 de Monumentenwet in werking. Sindsdien worden kunsthistorici, werkzaam toenmalige Afdeling Beschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg, ingezet bij de inventarisatie/registratie van de te beschermen monumenten. Hiermee ben ik weer terug op het moment van vandaag. Tot nu toe wordt er gewerkt aan de hand van de Leidraad van 1969. Het lijkt mij interessant om het uitgangspunt 1903 eens vergelijken Leidraad 1969. In 1903 ging het om de beschrijving van alle gebouvoorwerpen, voor 1850, uiteindelijk een handboek moest gaan vormen, waarin men uitvoerige inlichting vinden over aanwezigheid, artistieke historische waarde toestand numenten. Tegelijkertijd kon men een volledige en betrouwbare bron Nederlandse kunstgeschiedenis hierin vinden. Leidraad 1969 aanmerkelijk
F
en
de
Achtergronden, ontwikkelingen nieuw beleid intake Geïllustreerde Beschrijving monumenten
204
het
de
met
te
anhet
en
de
Dein
De
de
een opsomming van te beschrijven inventarisonderdelen geleverd. Belangrijk is de aanwijzing, dat een archiefonderzoek, opzettelijk ingesteld om gegevens voor beschrijving licht brengen, over algemeen een aanvullend karakter zal moeten hebben. Leidraad kende 48-tal paragrafen richtlijnen en aanwijzingen. 1982 door Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving opgemaakte Leidraad laat een an-
vandeiN-
De
in
en
te
als
se monumenten tot bedrijfsgebouwen. Tevens wordt
staat daar enkel lezen: Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst geeft overzicht boekvorm derland aanwezige monumenten van geschiedenis en kunst. Als richtlijn wordt verder gegeven, dat de Geillustreerde Beschrijving zich uitstrekt tot:
in
soberder zijn omschrijving, want eerste artikel
705
Bulletin KNOB l jaargang 82 / nummer ; j november 198}
en
ar-
ena
alsen
ane
danwel
de
vane
okhet
te
be-
alsen
de
als
In
en
Het
eni
alen
de
end
het
de
nu
die
het
als
de
als
de
het
vragen stereotype, maar uitzonderlijke, omgeving monument, structuur nederzetting meer dan het historische beeld van een groep, bouwkunstige bouwkundige betekenis meer aandacht. Niettemin behouden overwegingen, die in de geschiedenis van de monumentenzorg gehanteerd zijn, hun invloed. Reeds valt ontwikkeling onderkennen naar willen beschermen oorspronkelijke verschijningsvorm in stand nouden van jongere monumenten school gemaakt hebben. monument, zien kunstwerk, wordt meer meer gezien object met een eigen gebruiksgeschiedenis. Het is duidelijk, dat hiermee de kern van de problematiek wordt geraakt. 1903 gold uitgangspunt wens om door het beschrijven van alle gebouwen en voorwerpen een handboek te verkrijgen, waarin men uitvoerige inlichting kon vinden, en dat tegelijkertijd een bron worden voor Nederlandse kunstgeschiezou
de
is,
afmeth
op
het
de
Te
in
op
de
ok
en
inzes
op,
vande
de
der beeld zien. Allereerst biedt de Rijkscommissie het uitgangspunt; zij formuleert vervolgens het doel, geeft aard inhoud aan, stelt richtlijnen voor werkwijze somt onderdelen welke monumenten beschreven worden sluit geven van een volgorde, waarin de monumenten en hun onderdelen worden beschreven. Welke ontwikkelingen, welke veranderingen hebben zich tot nu toe voorgedaan? Een evaluatie lijkt hier haar plaats. meer, daar duidelijk dat opvattingen over Geïllustreerde Beschrijving zich sedert 1903 gewijzigd hebben. Op dat punt stelt de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving haar recentelijk advies uitgebrachte nieuwe Leidraad vast: dat in het begin van de zoe eeuw als doel gold het bijeen brengen van mate-
de
van
daten
in opvatting blijft: zich voortzetten. De vroegere overwegingen zijn wat op de achtergrond geraakt. Thans vanhet
Ajb. i). Pagina 166 uit A. G. Schuite's Rijk van Nijmegen (1982) met beschrijving en afbeelding van kerkelijke voorwerpen uit Heumen. Het Madonnabeeld uit 1400 bevindt zich elders, maar wordt hier behandeld om het beeld van een regionale cultuur aan te vullen (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
van
van
Zo
vanko
er
te
wasokde
Het
an
an
Het
on-
die
envad
vanhu
met
riaal voor de kunstgeschiedenis door het leveren van beschrijvingen der in Nederland bestaande monumenten, aanwijzing architectonische historische ontwikkeling feiten, daarop middellijk invloed hebben uitgeoefend. monument ontleende zijn belang zijn oudheidkundige waarde, zijn zeldzaamheidswaarde zijn chitectonische kwaliteit. werd kunstwerk gezien. Belangrijk historische betekenis. Daarnaast vormde het schilderachtige, het anecdotische aanleiding aandacht schenken object. Zodra sprake zijn, groep monumenten een geheel vormde, werd dit beeld als karakteristiek aangeduid. waren steeds verschijningsvorm, de stilistische karakteristiek en de esthetische kwaliteit maatgevend voor de vraag of het object of de groep objecten nationale, regionale betekenis was. Na de inwerkingtreding van de Monumentenwet (1961) werd meer en meer de nadruk gelegd op de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap of volkskundige waarde van het monument. Groepen van monumenten, die met elkaar een karakteristiek geheel vormden, werden gezien als waardevolle historische stads- en dorpsgezichten. De geleidelijke verandering
Achtergronden, ontwikkelingen en nieuw beleid intake de Geïllustreerde Beschrijving van monumenten
ex-
met
dat
de
de
be-
Er
Zo
Metin-
van-
ophet
te
te
dieb-
dien-
van
-
te
te
'de
de
is
de
het
dieals
vanhet
de
dat
over de Nederlandse monumenten openbaar gemaakt
worden en dat zij tevens middelen en voorzieningen verschaft voor het wetenschappelijk onderzoek. Daar bij de Geïllustreerde Beschrijving de dienstbaarheid voorop staat, gaat het hierbij niet om zuiver wetenschappelijk onderzoek, maar toegepast wetenom
de
dert
van
schappelijk onderzoek.
der
en
de
uit
en
de
de
uite
de
het
als
ge-
vandit
te
bijde
inde
de
ok
zal
en
dit
Dit
De
inde
nuzote
en
dit
en
de
de
vanmo-
te
De
Zij
van
en
van
en
de
de
en
van
en
de
den
zorg, die zal kunnen worden uitgebreid, al naar gelang aard beschrijven gebied, enkele terne leden, adviseur optreden. Uit recente overleg tussen directeur-generaal Culturele Zaken, Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg naar voren gekomen, redactiecommissie en auteurs zich hebben te houden aan hetgeen Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving al in augustus jl. aan de toenmalige minister van CRM geschreven heeft: Geïllustreerde Beschrijving hoeft geen beschrijving geven alle objecten. moet een onderscheid worden gemaakt tussen objecten met grote individuele waarde - deze dienen afzonderlijk worden beschreven naast objecten, kel qua typologie kunnen worden behandeld. Bij de keuze beschrijven objecten zullen slechts schreven gaan worden, die een moment in de ontwikkeling van de architectonische vormgeving markeren, dan wel een plaats hebben in de bouwtechnische, civieltechnische en functionele ontwikkeling'. De nadruk komt daarbij liggen verkrijgen slagwerken. Het wordt met, na afronding van de beschrijving, een geantedateerd handboek van de Nederlandse bouwkunst. Dit alles wordt geacht in te gaan in 1984. Het tussenliggende jaar is nodig om de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden kunnen uitvoeren. gang van dat jaar zullen de beschrijvers gezamenlijk moeten gaan werken aan telkens één provincie of een gedeelte daarvan. In beginsel zullen jaarlijks, afhankelijk van de omvang van het te beschrijven gebied, meer afleveringen samengesteld worden. zal, zoals als uitgangspunt te lezen is in de nieuwe Leidraad, Rijksoverheid binnen haar cultuurbeleid kunnen blijven bevorderen, gegevens (bronnen)
de
de
dat
dathe
de
te
inde
die
als
wasen
waste
denis. In 1969, acht jaar na de inwerkingtreding van de Monumentenwet, lezen, niet meer bedoeling handboek verkrijgen, maar gekozen werd voor een overzicht in boekvorm. Nu wordt doel door Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving geformuleerd, dat de Beschrijving moet dienen als naslagwerk voor diegenen, zich nader bouw(geschiedenis) numenten verdiepen. dient materiaal verschaffen voor de studie van het bouwen en gegevens te leveren voor restauratie monumenten. Rijkscommissie concludeert tevens, dat de Geïllustreerde Beschrijving getrouw beeld moet blijven geven de wisselende aandachtsvelden, die in het geding zijn bij bescherming monumenten. Geïllustreerde Beschrijving levert ook een geschikt instrument tot kennisbundeling kennisoverdracht. aspect neemt belangrijke plaats eveneens jaar verschenen Voorlopige Standpuntbepaling van de staatssecretaris van CRM met betrekking tot het rapport van de externe adviseur Van de Bunt over de monumentenzorg, waarin benadrukt wordt 'het belang (bij)scholing, kennisbundeling -overdracht, waarbij voor de Rijksdienst voor de Monumentenzorg belangrijke plaats zijn blijven weggelegd' (p. 16). Is door alles formuleren alles zegd? Natuurlijk niet, want zodra gesproken wordt over nieuw beleid, zoals titel referaat derde onderdeel noemt, is er ook sprake van uitvoering van dat beleid. Het samenstellen van de Geïllustreerde Beschrijving blijft rijkstaak, praktijk verrichten door vijftal beschrijvers Rijksdienst voor Monumentenzorg, voor bijzondere onderwerpen eventueel bijgestaan door in overleg met de Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving nodigen gespecialiseerde mede-auteurs. Verder wordt mogelijkheid geboden, dat, gehoord de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving, door Rijksdienst voor Monumentenzorg overeenkomst wordt gesloten met derden voor het samenstellen van één of meer delen. De werkzaamheden zullen begeleid gaan wordoor redactiecomissie, bestaande leden Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving ambtenaren van de Rijksdienst voor de Monumenten-
enof
2OÓ
De organisatoren van deze studiedag zijn zo verstandig geweest om als titel niet te kiezen 'De Geïllustreer-
207
Bulletin K NOB j jaargang 82 / nummer / / november 1983
het
wat
de
toen
be-
en
en
uitde
is,
en
zal
andeb-
Na-
te
omen
dat
op
ande
zalok
vanmo-
is-datok
vanhet
datl
vanhet
demo-
Dat
in
Een
ane
Inhet
op
okp
-en
in
de
Beschrijving nieuwe banen?', maar 'Monumentenbeschrijving nieuwe banen?' biedt gelijkheid gemakshalve wordt maar aangenomen, dat daar gespeculeerd ingegaan wordt andere vormen beschrijven numenten. programma staat, geruime tijd gewerkt wordt nieuwe opzet Kunstreisboek voor Nederland. zekere verbazing wordt opgeroepen bij het lezen van de zinsnede, dat de ontwikkeling rond de Geïllustreerde Beschrijving en die rond het Kunstreisboek zullen leiden nauwere samenhang tussen de beide uitgaven. Dat valt te betwijfelen.
toénvadie
Hetmag
weg
en
vanhet
-
en
het
enfo-
De
Hz.uitFAJ
G.de
to,
20.
Ajb. Zaltbommel, Sint-Maartenskerk. Lijntekening naar door Hoog Vermeulen, Bommekrwaard (1932). De bouwvormen komen goed uit, de bouwfasen, die deels blijken uit de verschillende steensoorten, worden verdoezeld. Het gebouw woedt in de afbeelding kunstmatig tot een eenheid gemaakt (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
De
te
de
vande
ofzalinde
inhet
de
wathij
date
het
De
alwtde
ter
Bijen
de
er
de
Hoewel beide uitgaven van oudsher uitkomen vanwege Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving, zijn wezenlijke verschillen betreft doel van publikaties. Geïllustreerde Beschrijving dient als naslagwerk, maar voor het Kunstreisboek moet de nadruk nog steeds gelegd worden op het woord reisboek. reisboek gaat erom, bezoeker plekke geïnformeerd wordt over ziet of waar hij naar kan gaan kijken. Het heeft een directere en algemenere publieke functie. Het is een verklarend en vormend werk, dat een brug moet slaan tussen Rijksdienst voor Monumentenzorg verricht op het terrein van de monumentenbeschrijving, -registratie, -bescherming en -restauratie enerzijds en een begrijpend omgaan van het publiek met de monumenten anderzijds. Deze zeer veel geraadpleegde uitgave heeft verleden geen andere doeling gehad toekomst andere bedoeling hebben. Maar ook hier doet zich het punt voor, dat de aandachtsvelden monumentenzorg zich verbreed hebben, kunst- architectuurgeschiedenis steeds bredere weg zijn ingeslagen. Ook hier valt weer te noemen, dat de historische geografie, het jonge monument, het monument van bedrijf en techniek - om enkele aspecten noemen niet meer inhoud van het Kunstreisboek achterwege gelaten kunnen worden. bewerker Kunstreisboek, waarvan in 1977 voor laatst herziene druk verschenen moet samen met een deze bewerking begeleidende redactiecommissie zijn vinden tussen Scylla Charibdis. geen verkorte Geïllustreerde Beschrijving worden, noch een 'Kurzinventar', maar zeker ook niet verworden populair geschreven toeristische uitgaven, die de markt overstromen. Het wil de reiziger, maar zeker ook de mensen in hun woonplaats helpen de kunsttopografische samenhangen te zien. Uitgangspunt blijft de bestaande tekst, die op feitelijke juistheid wordt gecontroleerd. Minder belangrijk geachte objecten worden niet meer opgenomen. Daartegenover staat, tegemoet gekomen worden veel beluisterde vraag kunsthistorische inleiding iedere provincie geven. tuurlijk ruimte geboden worden schermde stads- en dorpsgezichten, aan belangrijke
Achtergronden, ontwikkelingen en nieuw beleid intake de Geïllustreerde Beschrijving van monumenten
opte
de
meth
inhet
datin
en
van
van
inde
wijanhet
de
In
op-
van
zal
en
en
per
en
in
en
van
dat
dathe
per
der
der
van
date
inom-
inde
de
inde
isdt
Nu
Zij
zou
lid\,vane
de
wat
het
inde
in
tohe
isvane
en
en
en
de
het
de
open
die
de
als
de
te
die
op
De
mo-
de
teb-
daterok
de
de
Tenslotte punt, waar bijzonder aandacht voor gevraagd wordt. Bij het begin van dit referaat werd gememoreerd 1903 beginnen maken van de Voorlopige Lijsten een overzicht verkregen zou worden van waaruit de Geïllustreerde Beschrijving kunnen worden samengesteld. De Voorlopige Lijsten dienden toentertijd als inventarisaties. kregen status monumentenlijst toen in 1961 de Monumentenwet van kracht werd, totdat voor een gemeente het register was vastgesteld ex art. 10. Dat kan nog eens nagelezen worden in art. 34, Monumentenwet. staan begin van de inventarisatie van het jonge monument. afgelopen jaren onderwerp duidelijk belangstelling gekomen. Los van de vraag op welke wijze toekomst bescherming monumenten zal plaatsvinden, moet eerste plaats door middel van inventarisaties inzicht worden verkregen vang en betekenis van het bestand. Bovendien kan er geconstateerd worden, eventuele monumentwaardigheid objecten moderne architectuur niet in den brede wordt onderkend. Aan de andere kant is het verheugend te constateren, dat in toenemende mate lokale en regionale inventarisaties het licht zien, zij het dat die zich niet uitsluitend richten op de jongere architectuur. Het Rijk heeft een aanvang gemaakt met het inventariseren jongere bouwkunst cultuurgebied. het kader van de kennisoverdracht en kennisbundeling is naar mijn mening nodig, materiaal openbaar wordt gemaakt om te dienen als informatie, voorbeeld en verantwoording van de gekozen werkwijze. Het spreekt toch voor zichzelf, dergelijke onderzoekingen vorm inventarisaties inleiding bevatten, waar algemeen historische, sociale, economische cultuurhistorische beschouwingen zijn genomen. Verder zullen dergelijke beschrijvende inventarisaties ook een uiteenzetting over de historischstedebouwkundige planologische geschiedenis het gebied moeten bevatten. Onderzocht zal moeten worden hoe de verschillende bouwstromen te verklaren zijn. In omschrijving object ingegaan worden topografische, typologische stilistische aspecten. Er zal iets naders gezegd worden over de betreffende architect en/of toegepaste bouwmethode
het
zal
dathe
ernogwl
dit
zalern
inde
watelof
zou
inhet
mebijd
danhet
an
het
het
is.
de
opde
hetdan
en
het
vande
historisch-stedebouwkundige ontwikkelingen. Door het gericht opnemen jongere architectuur aandacht gegeven worden aan en gevraagd worden voor deze grote groep vaak nog onbekende monumenten. Bovendien wordt beseft, niet opnemen van object Kunstreisboek eens toe leidt, dat er in de buitenwacht gedacht wordt, dat minder belangrijk zijn. ()ok punt speelt achtergrond keuze niet wordt opgenomen in de tekst. Dit alles leidt ertoe, dat enkelvoudige band toekomst niet meer gelijk Naar verwachting drietal banden gaan verschijnen. Over het beschrijven van monumenten is hiermee niet laatste woord gezegd. Juist laatste jaren wordt duidelijk, behoefte blijkt staan andersoortige beschrijvingen. Daarmee komt altijd weer opgeld doende vraagstuk naar kunsttopografische, dan wel -monografische naar voren. Niet worden bedoeld traditionele tijdschriftartikelen, maar uitgaven niet monument afzonderlijk zijn gericht. Ik denk hierbij aan de door de Stafafdeling Bouwkundig Onderzoek en Documentatie van Rijksdienst voor Monumentenzorg geschreven Monumentenmonografieën, aan een uit die opzet ontstane publikatie Natuursteen Monumenten (naar verwachting volgen door meer dergelijke boeken), maar ook aan de studies, die de Rijksdienst voor de Monumentenzorg uitgeeft bij de voorbereiding van de bescherming van de historische tuinen, parken en buitenplaatsen, onder titel Bijdragen bronnenonder^oek naar de ontwikkeling van Nederlandse historische tuinen, parken en buitenplaatsen, telkens gewijd worden aan één afzonderlijke historische aanleg. Moet hier nog vermeld worden, dat bij het in procedure brengen van de aanwijzing van een te beschermen stads- of dorpsgezicht door de Staatsuitgeverij de toelichting hierop wordt uitgegeven, voorzien van bijbehorend kaartmateriaal? Inmiddels zijn deze uitgaven aan het uitgroeien tot een indrukwekkende reeks, waarin overzichtelijke wijze wordt beschreven de geschiedenis betekenis groot aantal historische stads- dorpskernen. Hoewel hier gaat om studies die samenhangen met het beschermingsmechanisme, valt toch niet te ontkennen, dat in die toelichtingen een beschrijving geboden wordt van het stedebouwkundig monument.
opde
208
209
ƒ/
82/
KNOB
Bulletin j jaargang nummer november 1983
l^r^-r-r 11
r-1 i
TT" ,_4
w l
U: *
"*%Tl ~H
J
II
f«:
f!
JSövBrfBtOBHijlupeilKwi :wnfesr«fSKf
en
de
het
of
dien
ge-
en
zijhet
kan
eni
van
is
end
vandit
ophet
De
het
vandie
zij
het
als
de
hetdanok
is
Het
Indit
de
den
te
hoeft worden. resultaat bekend, evenals gevolgde methode, zodat zo nodig in een latere fase hooguit een aanvulling op onderdelen behoeft te worgepleegd. licht bezien lijkt zeer gewenst dat de inventarisaties die nu bij de Rijksdienst voor Monumentenzorg onder handen zijn zodra publikatierijp zijn, ook verschijnen. Zij zullen tevens een bijdrage leveren aan het onderkennen door een groter publiek van de eventuele monumentwaardigheid van die objecten. Met een dergelijke presentatie is in het verleden al enige ervaring opgedaan, bijvoor-
venid
ane
eigen wijze nieuwe inventarisatie begonnen
beeld het in 1978 uitgebrachte rapport Inventarisatie Mijnmonumenten, dat is opgesteld door medewerkers van PPD Limburg Rijksdienst voor Monumentenzorg. opzet rapport geïnspireerd geweest op de sedert 1975 verschijnende Arbeidsheften van de Landeskonservator Rheinland. Het beschrijven van een monument heeft op zichzelf een absolute beperking. Steeds zal het worden beschrestaat, waar zich moment beschrijving in bevindt. Onder gebruikmaking van oudere foto's, documentatierapporten archieven aanwezig bronnenmateriaal een, voor deel hypothetische, bouwgeschiedenis worden schreven. bescherming monumenten, grote individuele autonome waarde bezitten maatgevend achten zijn typologisch voorbeeld, maakt De
en
ofpen
van
te
dit
bouwtechniek. Het is dan nog maar een kleine stap om alles publiceren, voorzien kaartmateriaal afbeeldingen. De praktijk leert dat, wanneer de inventarisaties openbaar worden gemaakt, er niet steeds opnieuw door anderen geïnventariseerd geheel
te
van
Ajb. 21. Pagina 114 en 115 uit R. Meischke, Het R.C. Maagdenhuis en St. Elisabethgesticht (1975) met afbeeldingen in blokken na de tekst. De aanbestedingstekeningen trappenhuis kozijnen (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
enop
Laat ik eindigen met een uitspraak die een van de deelnemers aan een in 1980 te Bisschenberg gehouden colloquium over 'Les Inventaires Européens', georganiseerd door het Franse Ministère de la Culture et de la Communication, gedaan heeft: 'Ein Denkmal existiert wenn es durch Interpretation aktualisiert wird'.
endati
SUMMARY
toenm-
for
be
to
notbe
a
to
or
of
inthe
be
it
It
en
en
van
dater
date
Moge deze studiedag ertoe bijdragen, dat onderkend wordt, beschrijving monumenten niet slechts geschiedt als onderdeel van de Geïllustreerde Beschrijving, maar meer mogelijkheden aanleidingen bestaan om monumenten te beschrijven. In de praktijk zal de Geïllustreerde Beschrijving van een stad of een gebied vaak alleen monografisch benut worden, dat wil zeggen dat men er een bepaald object in opzoekt en de banden niet meer om een topografische samenhang raadpleegt, terwijl zuivere monografie een veel langer leven, althans een langer praktisch nut beschoren is.
of
The
19z
of
andthe
bea
at
of
a
big
zo-
Hetis
inde
of
ophetn
danzlhet
datop
omhet
Die
The author, head of the art-historical section of the Dutch 'Royal Commission on Historical Monuments', gives historical survey state affairs concerning the publication of the Illustrated Description of Dutch monuments, which since several volumes have appeared regular intervals. Description monuments should book reference the history of art and architecture; it should supply material for the history of building and data for restauration purposes and it should give an idea of the changing points of view in the protection of monuments. It is intention that this project will finished within fifteen years. will able describe all the objects: many of these objects will only be described when comes typology. Those buildings, however, will essential, which show remarkable point history architectural composition related developments. This manner of working will not lead to a handbook on Dutch architecture. Finally the author also discusses the other publications of the Royal Commission, the monographs on specific monuments, the national Art-guide Book and the Description of gardens, parks and country-houses.
nowthe
der
het
of
vande
nude
die
na
bij
vanhetg-
dati
de
Het
als
is.Hetdanh
aannemelijk, dat op een zeker moment een gehele of gedeeltelijke restauratie noodzakelijk moment om zowel ter voorbereiding van de restauratie, tijdens restauratiewerkzaamheden verdieping van de beschrijving gericht onderzoek te verrichten. spreekt voor zichzelf, onderzoek met zich meebrengt, dat tijdens het werk vondsten worden gedocumenteerd, wijzigingen bouw restauratie worden opgetekend, alles leidt afsluiting werkzaamheden nografie, gedetailleerd object nader beschrijft. Zijn krachten veelal gericht goed einde brengen restauratie, mogelijk worden meer inzicht te krijgen in de geschiedenis en de waarde van het betreffende monument, zodat de restauratie zich niet enkel beperkt tot constructief vormherstel architectonische aanpassing. historisch gezien heel uitzonderlijk, zo'n grote schaal veel gebouwen zo ingrijpend min of meer tegelijkertijd worden opengelegd. kans inzicht historie te verdiepen, mag dan ook niet onbenut blijven.
van
de
en
Achtergronden, ontwikkelingen niemr beleid intake Geïllustreerde Beschrijving monumenten
Bulletin KNO B j jaargang 82 \ nummer / / november r9 £3
EN
DER
LEIDRAAD GEÏLLUSTREERDE BESCHRIJVING NEDERLANDSE MONUMENTEN VAN G E S C H I E D E N I S K U N S T
en
Minister voornoemd, Mr. Drs. L. C. Brinkman.
De
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
voor de geïllustreerde beschrijving der Nederlandse monumenten geschiedenis kunst. 2. Deze leidraad wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant. van
en
februari itiSjjnr. 4877 Directie Musea, Monumenten Archieven, Af d. Monumenten
DEG
L E I D R A A D VOOR I L L U S T R E E R D E
inde
BESCHRIJVING DER NEDERLANDSE
de
MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN
vande
tode
Het
behoort taak Rijksoverheid, binnen haar cultuurbeleid, het openbaar maken te bevorderen van gegevens (bronnen) over de Nederlandse monumenten 1 en tevens middelen en voorzieningen te verschaffen voor het wetenschappelijk onderzoek; sinds I903 2 dient hiervoor Geïllustreerde beschrijving de
to
van
A. Uitgangspunt
die
te
en
KUNST
der
en
en
1 Art. i, K.b. nr. 186, 23 december 1876 'Er zullen middelen aange-
en,
vandt
te
ofng
p.v
het
2 Bij K.b. van 10 mei 1918, nr. 66, werd de Rijkscommissie voor de
de
i.
het
van
wasmeth
vandei
en
in
van
van
en
en
Besluit: Vastgesteld wordt hierbijgevoegde Leidraad
die
namde
van
vane
dieals
Monumentenzorg ingesteld opdracht kreeg samensteluitgeven geïllustreerde beschrijving alle Nederland aanwezige monumenten geschiedenis kunst, dagtekenend vóór 1850. X,ij taak over 1903 ingestelde Rijkscommissie belast opmaken inventaris beschrijving Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst.
len
vande
vande
de
Gezien adviezen Vierde Afdeling Monumentenraad, de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving van 16 augustus en i december 1982,
Nog
ante
inhet
te
dietong
wend worden om bronnen der Nederlandsche Geschiedenis, voor zooverre onbekend niet volledig bewerkt mogten zijn, doen opsporen, nader onderzoeken, zoveel noodig, licht geven.' Overwicht door bronmnpublikatie vullen kemUn der Nederlandscbe (ieschiedkennis. Commissie van advies 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën, 's-Gravenhage, 1904. (N.B. steeds uitgangspunt!)
te
vande
enht
de
dathe
van
5vande
vande
dat
van
datin
Overwegende, 1903 Rijkscommissie werd ingesteld, die belast werd met het opmaken van een inventaris en een beschrijving van Nederlandse monumenten geschiedenis kunst; deze Rijkscommissie voortbestaat Vierde Afdeling Monumentenraad, Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving, die werd ingesteld krachtens artikel Monumentenwet (Wet 22 juni 1961, Stb. 200); dat het opmaken van de Geïllustreerde beschrijving der Nederlandse monumenten geschiedenis kunst dusverre plaatsvond aan de hand van een leidraad, die laatstelijk in 1969 door de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving opnieuw werd geformuleerd; aanbeveling verdient deze leidraad herzien tegen achtergrond ontwikkelingen zich de laatste jaren met betrekking tot het begrip monument begrip monumentenzorg hebben voorgedaan.
Leidraad geïllustreerde beschrijving der Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst
dan
dien
en
vane
to
De
vande
en
en
B. Doel
die
van
de
van
de
van
inde
van
als
Het
Het
het
Het
C.
ofhet
1. dienen naslagwerk voor degenen zich nader in de bouw(geschiedenis) van monumenten verdiepen. 2. verschaffen materiaal voor studie bouwen ruimste zin. 3. leveren gegevens voor restauratie monumenten.
Inhoud
sa-
vande
toen
D. Werkwijze
De
3 Geschiedenis en kunst Rijkscommissie verstaat hieronder: a. de ontwikkeling van de architectonische omgeving,
an
De
vanhetmo-
de
okhet
en
als
en
diemt
als
van
Groepen monumenten, elkaar karakteristiek geheel beeld vormden werden gezien waardevolle historische stads- dorpsgezichten. geleidelijke verandering in opvatting blijft zich voortzetten. Al zijn de vroegere overwegingen wat op de achtergrond geraakt, en vragen thans het stereotype, maar uitzonderlijke, omgeving
1. Geïllustreerde beschrijving Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst geeft een overzicht in boekvorm van de in Nederland aanwezige monumenten van geschiedenis en kunst. 2. De beschrijving vindt provincie-gewijs plaats. Al naar gelang van de samenhang van het kunsthistorisch en/of geografisch bepaalde gebied, vindt splitsing plaats in gedeelten ('afleveringen'). In voorkomende gevallen kunnen kunsthistorisch en/of geografisch elkaar grenzende gebieden worden mengevoegd deel.
De
opde
de
vande
en
Nade
de
end
dit
te
wasokde
envad
de
en
van
het
als
de
nument, structuur nederzetting meer het historische beeld van een groep, het bouwkunstige en de bouwkundige betekenis meer de aandacht, toch behouden de overwegingen, die in de geschiedenis van de monumentenzorg gehanteerd zijn hun invloed. Reeds nu valt al een ontwikkeling te onderkennen naar het willen beschermen en in hun oorspronkelijke verschijningsvorm in stand willen houden van schoolgemaakt hebbende jongere monumenten. Het monument, gezien als kunstwerk, wordt meer en meer gezien als een object met een eigen gebruiksgeschiedenis. Geïllustreerde beschrijving moet getrouw beeld geven verbrede aandachtsvelden, het geding zijn bij bescherming van monumenten van geschiedenis kunst. Geïllustreerde beschrijving levert tevens geschikt instrument kennisbundeling kennisoverdracht.
De
de
nog
als
dievan
Indie
en
de
van
ge,ht
en
en
van
te
ofen
tie
uit
om
het
de
Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. Daar bij Geïllustreerde beschrijving dienstbaarheid aan praktische doeleinden (zie punt 2) voorop staat, gaat niet zuiver wetenschappelijk onderzoek, maar om toegepast wetenschappelijk onderzoek*. Het oorspronkelijk streven 1903 blijft steeds kracht om een geïllustreerde beschrijving van die in Nederland aanwezige architectuur en daarmee in relastaande voorwerpen, belang zijn, uiting van kunst daaraan verbonden historische herinnering samen stellen. jaren gold doel: bijeenbrengen materiaal voor kunstgeschiedenis door het leveren van beschrijvingen der in Nederland bestaande monumenten, met aanwijzing van hun architectonische historische ontwikkeling feiten, die daarop onmiddellijk invloed hebben uitgeoefend. Het monument ontleende zijn belang aan zijn oudheidkundige waarde, aan zijn zeldzaamheidswaarde en aan zijn architectonische kwaliteit. Het werd als kunstwerk gezien. Belangrijk historische betekenis. Daarnaast vormde het schilderachtianecdotische aanleiding aandacht schenken aan een object. Zodra er sprake van kon zijn, dat een groep monumenten geheel vormde, werd beeld als karakteristiek aangeduid. Zo waren steeds de verschijningsvorm, stilistische karaktertrek esthetische kwaliteit maatgevend voor vraag object of groep van objecten van nationale, dan wel regionale betekenis waren. inwerkingtreding Monumentenwet (1961) werd meer meer nadruk gelegd schoonheid, de betekenis voor de wetenschap of volkskundige waarde van het monument.
de
an
vande
i.a. hoofddirecteur RDMX wijst beschrijvers binnen zijn dienst, gehoord Rijkscommissie. -De
h. de bouw- en civieltechnische en functionele ontwikkeling. 4 Zo nodig kan er aanvullend archiefonderzoek plaatsvinden.
213
ƒ/
van
op
de
vande
Inde
of
van
in'De
bijde
of
vane
zij
van
en
en
en
de
en
en
de
en
vane
en
de
(indezva
vande
de
De
Aande
c.
van
inhetb-
a.ge-
vande
en
als
uit
-de
vande
dien
ofhun
De
a. bestaande onroerende monumenten, algemeen belang wegens hun kunstwaarde, hun betekenis voor wetenschap volkskundige waarde. Hieronder worden ook verstaan die zichtbare archeologische monumenten, verduidelijking geven aan te beschrijven objecten. b. inventaris monumenten onder noemd, voor zover zij voldoet aan de voor de beschrijving van de monumenten zelve gestelde eisen. c. Als daartoe noodzaak is, zullen ook in speciale gevallen worden opgenomen: belangrijkste roerende monumenten zit afkomstig bezittingen instellingen gemeenten, provincies, waterschappen, parochies, kerkelijke gemeenten, liefdadigheidsinstituten e.d., voor zover niet reeds vallende onder b. -de belangrijkste naar elders overgebrachte onroerende monumenten onderdelen inventarisstukken worden in de regel beschreven op de plaats waar zij zich thans bevinden en vermeld op
2. roerende monumenten worden vermeld beschreven bouwwerken waarmee zij in verband staan, of, indien zij onder artikel 9.c. vallen, onder instellingen waaraan behoren behoord hebben. 3. beschrijving monumenten plaats stad, dorp, buurtschap) dient vooraf te gaan een historisch overzicht. Voorts wordt nederzettingsstructuur beschreven worden de historische kenmerken van de plaats gegeven; ander vergezeld opgaaf literatuur, plattegronden afbeeldingen. beschrijving worden monumenten ingedeeld naar de volgende rubricering: a. Voorhistorische, Romeinse en vroeghistorische monumenten b. Verdedigingswerken, zaken en gebouwen met militair karakter Bruggen, sluizen andere weg- waterbouwkundige werken en derzelver hulpmiddelen d. Voorwerpen op velden, pleinen en straten e. Gebouwen voor het lands-, gewestelijk en gemeentelijk bestuur, voor rechtspraak, overheids- semi-overheidsdiensten f. Kerkelijke gebouwen en bijzondere onderdelen daarvan, alsmede woningen voor kerkelijke functionarissen
4.Bijde
E. Welke monumenten worden beschreven
de
vande
de
se gemeenten'.
danok
(de
d. De beschrijver(s) is (zijn) verantwoordelijk voor inhoud uitgave geschiedt onder zijn/hun naam) en draagt/dragen de wetenchappelijke verantwoordelijkheid.
vanof
1. beschrijving onroerende monumenten geschiedt naar de burgerlijke gemeenten waarin zij zich bevinden en, in elke gemeente, volgens de onderdelen die een eigen naam dragen, zulks met toepassing alfabetische volgorde, overeenkomstig spelling gebruikt lijst Nederland-
vande
de Monumentenzorg.
F. Volgorde, waarin de monumenten en bun onderdelen a/orden beschreven
De
bijde
de
b.De
be-
ven aanvullend kaartmateriaal.
de Rijkscommissie. uitvoering berust Rijksdienst voor Monumentenzorg. c. De begeleiding geschiedt vanwege de Rijkscommissie door een redactiecommissie, samengesteld in overleg met de hoofddirecteur van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. redactiecommissie hebben leden commissie zitting en vertegenwoordigers van de Rijksdienst voor
de
10vande
zij
De verantwoordelijkheid voor de opzet berust bij
De
zij
in
de
inhet
d.Een
van
Rijkscommissie. 2.a.
plaats waar oorspronkelijk thuis hoorden, -de belangrijkste onroerende monumenten die verloren zijn gegaan. opsomming wordt gegeven monumenten, opgenomen Register beschermde monumenten, genoemd artikel Monumentenwet, voor zover niet afzonderlijk worden schreven en waar nodig zal dit worden weergege-
van
in
vande
tohe
de
-De
hoofddirecteur RDMZ kan, overleg met Rijkscommissie, overeenkomsten aangaan met derden opmaken delen. b. Gespecialiseerde mede-auteurs voor bijzondere onderwerpen kunnen door' hoofddirecteur RDMZ worden aangetrokken, in overleg met de
de
82/
KNOB
Bulletin j jaargang nummer november 1983
en
en
bij
en
in
en
en
ofmet
en
en
met
en
der
van
en
van
van
ine
in
wél
bijde
daten
men
op
en
3. doopvonten, wijwatervaten
en
de
en
en
en
de
als
het
schrijnwerk.
c. De inventaris van een kerk wordt beschreven in deze volgorde: 1. altaren, altaarstenen, sacramentshuisjes, retabels, oliekastjes 2. oksalen, koorhekken, koorafsluitingen, koorbanken, sedilia, communiebanken, biechtstoelen
n.
en
de
en
de
In
de
6. Voor volgorde, waarin onderdelen worden vermeld, gelden de volgende richtlijnen: a. zalen, kamers dergelijke ruimten worden onderdelen zoveel mogelijk deze volgorde behandeld: vloeren, wanden, zolderingen en plafonds, schouwen schoorstenen, meubelen, lichtkronen luchters, losse beeldhouwwerken, schilderijen verdere voorwerpen, b. Voor zover vaste decoratieve uitmonstering niet wordt beschreven behandeling bouwwerk zodanig — hetgeen aanbeveling verdient ten aanzien van beeldhouwwerk, ornamenteel steenhouwwerk, snijwerk schilderwerk architectonische functie heeft houde deze volgorde aan: figuraal en ornamenteel steenhouwwerk en snijwerk, in patroon gezette vloeren en wandbekledingen, schilderwerk wanden gewelven, gekleurde glazen patronen ongekleurd glas,
4. preekstoelen 5. doophekken, doopbanken 6. lezenaars, doopbekkenhouders, zandloperhouders, doopbogen, blakers 7. orgels, orgelgalerijen 8. kerkbanken, waaronder regerings- en herenbanken andere bijzondere gestoelten 9. portalen 10. grafmonumenten en -zerken beelden 12. gewelf- en muurschilderingen, gebrandschilderde glazen 13. schilderijen en tekeningen 14. lichtkronen lichtarmen 15. wandborden met liturgische teksten en aanduidingen vermaningen voorschriften, gedenkborden, rouwborden, gildeborden en dergelijke 16. offerblokken 17. goud- en zilverwerk en ander metaalwerk, voor zover niet vallend onder één van de vorige rubrieken, zoveel mogelijk deze volgorde: bij protestantse kerken: avondmaalsbekers, broodschalen -schotels, doopzilver collecteschalen; roomskatholieke kerken: tabernakels, monstransen, reliekhouders, ciboriën, miskelken, hostiedoosjes, oliebusjes, canonborden, ampullen ampullenblad, godslampen, wierookvaten -scheepjes, wijwaterbakjes, kruisbeelden, missaalbeslag, lezenaars, kandelaars 18. paramenten, zoals: antependia, kazuifels, dalmatieken en koorkappen 19. liturgische en muziekboeken, handschriften kunsthistorisch belang 20. klokken uurwerken. 7. voorwerpen synagoge worden genoemd in deze volgorde: arke, bima, lezenaar, banken, voorhangsels, wetsrollen, siertorens, schilden, mantels windsels wetsrollen, leswijzers, kronen en kandelaars, schalen en schenkkannen.
De
en
en
vande
de
datine
vande
Bijen
m.
en
en
en
van
h.
g. Handels- en kantoorgebouwen en gebouwen voor transport en opslag Uitvaartcentra begraafplaatsen i. Gebouwen liefdadigheid, gezondheidszorg, wetenschap cultuur j. Gebouwen voor sport, recreatie, vereniging, vergadering en horeca k. Woningen woningbouwcomplexen 1. Kastelen, landhuizen, buitenplaatsen, histori sche parken tuinen daarbij behorende bijgebouwen en objecten Bedrijfsgebouwen boerderijen. 5. gebouw, loop tijd voor meer doeleinden heeft gediend, geeft voor de bepaling rubriek bestemming doorslag, die het duidelijkst haar stempel heeft gezet op de bestaande verschijningsvorm. Van andere bestemmingen wordt melding gemaakt.
en
der
van
leidraad geïllustreerde beschrijving Nederlandse monumenten geschiedenis kunst
214
Bulletin KNO B l jaargang 82 / nummer ƒ / november 198)
215
F. J. L. VAN D U L M
DE
GEÏLLUSTREERDE BESCHRIJVING VAN DE NEDERLANDSE MONUMENTEN VAN G E S C H I E D E N I S EN K U N S T IN DE L A A T S T E D E C E N N I A VAN DE 20E E E U W
te
vande
ok
van
en
end
en
mo-
het
an
als
vande
tohe
de
was
er
die
Ranke. Sedert beginjaren hebben echter veranderingen met betrekking tot het begrip monument plaatsgevonden, waarvan nauwelijks iets terug vinden in de Leidraad van 1969. Zo werden in 1903 slechts belangrijkste specimina Nederlandse bouwkunst midden 196 eeuw monumentwaardig beschouwd. Geleidelijk werden vele andere objecten onder begrip monument verstaan: grote aantallen woonhuizen, boerderijen, lens, civieltechnische werken monumenten bedrijf en techniek. Recent werden hieraan toegevoegd jongere bouwkunst parken buitenplaatsen.
de
de
nog
was
en
vande
date
ivande
De Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving, Afdeling Monumentenraad, adviseerde laatstelijk op i december 1982 de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur om enige wijzigingen te laten plaatsvinden ten aanzien van de Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. De wijzigingen hielden in een voorstel tot aanpassing van de Leidraad van 1969. De commissie stelde Leidraad steeds gebaseerd was op de opvattingen uit de periode van het eerste kwart aoe eeuw sterk beïnvloed door ige-eeuwse geschiedsopvatting in de lijn van Von
Ajb. 22. Vaals, Huis Clermont, overzicht van de achterzijde. Recente, nuchter registrerende en symmetrisch gecomponeerde opname, waarin nauwelijks storende elementen zijn opgenomen (foto Monumentenzorg 1982).
vande2o
'
te
en
op8
dat
15
van
end
vande
vanhet
de
vande
van
ine
is
de
Hetish
ine
en
isde
de
•a?zs»*-'. &ff^,
De
Erzal
-en
'
diepr
-
Er
De Geïllustreerde Beschrijving behoeft geen beschrijving geven alle objecten. moet onderscheid worden gemaakt tussen de objecten met grote individuele waarde deze dienen afzonderlijk worden beschreven objecten typologie kunnen worden behandeld. steeds voor moeten worden gewaakt, dat te veel details worden beschreven. Minister stelde gewijzigde leidraad februari 1983 vast. De waarde van de reeks wordt bepaald door de hoge kwaliteit en de regelmaat van verschijnen. Daarom commissie oordeel naar afronding eerste ronde omstreeks jaar wordt gestreefd, waarvoor een tijdsordening wordt gegeven. voornemen Rijkscommissie, om in beginsel jaarlijks, afhankelijk van de omvang van het te beschrijven gebied, één of meer afleveringen te doen samenstellen. Het is de bedoeling dat na enige jaren de tijdsordening wordt bezien en zo nodig bijgesteld. De volgorde bij tijdsordening bepaald door omvang monumentenbestand provincie, grootte maatschappelijke veranderingen belangstelling van derden. van
S«*Msul*«e«r1)
te
' «*»
deïltiistreerde Beschrijving laatste decennia eeuw inde
De
2l6
v-S
mn
NvéerSdndae Mimitmtwum Ov.'iï'hk'dt'ms en Kunst
man
4
10 Overijssel 7 J Limburg
vande
is
Bij deze tijdsordening uitgegaan vijf beschrijvers die ressorteren onder de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die per i januari 1984 zouden kunnen beginnen volgens de aangepaste leidraad. de
Als eerste uitwerking tijdsordening heeft vande
Rijkscommissie voorstel gedaan voor afleveringen van in de toekomst te verschijnen delen van de de
die
van
Noord-Brabant Gelderland Friesland Groningen
en
hetals
datewgin
to
endat
de
van
als
20 manjaren 15 j aren 3 man j aren 10 manjaren 10 man j aren 15 man j aren 5 manjaren 10 manjaren 7 manjaren manjaren 3 manjaren
Xuid-Holland Zeeland Drenthe Noord-Holland
6 7 8 9
datern
is
Het
/ 2 ) 4
/ Utrecht
De
te
De intentie is om in de toekomst de beschrijving zich laten uitstrekken 1940. commissie gaat ervan uit, 1903 juist uitgestippeld Rijksoverheid haar taak moet zien Geïllustreerde Beschrijving, op wetenschappelijke grondslag, wordt uitgegeven. Dit uitgangspunt onderstreept de commissie, met hetgeen zij als doelstelling stelt van de Geïllustreerde Beschrijving: / dienen naslagwerk voor degenen, zich nader in de bouw(geschiedenis) van monumenten verdiepen. 2 verschaffen materiaal voor studie het bouwen in de ruimste zin. j Het leveren van gegevens voor de restauratie van monumenten.
Het
TIJDSORDKNING
de
vande
ons
2].
Afo. Aankondigingsfolder Staatsuitgeverij voor monumentenbeschrijving van De Dongeradelen (1983). De tekst is als voor een populair plaatwerk: 'aan de hand van de duidelijke tekst en de vele foto's trekken de dorpjes met hun kleurrijke geschiedenis aan voorbij'.
Bulletin KNO B l jaargang 82 j nummer j j november 198)
217
vande
Hetwil
de
Be-
met
nog
datopz
inde
en
de
vande
De
end
(de
de
van
de
commissie denkt vervolgens voor afronding Zuid-Holland willekeurige volgorde aan: in
en
ok
zou
de
to
De
van
bijde
de
datin
en
en
o.a
splitsing aan te brengen in stedelijke en niet stedelijke gebieden: Minister werd verzocht voor eerste periode van twee jaar, zijn goedkeuring te verlenen aan hiernavolgende opzet Geïllustreerde schrijving van de provincie Zuid-Holland. 1 Waarden Alblasserwaard, Krimpenerwaard Vijfheerenlanden). Bestuurlijke structurele ontwikkelingen Waarden maken gewenst korte termijn deze aflevering verschijnt. 2 De steden langs de Nieuwe Waterweg (tot Rotterdam). j Rijnland (het niet beschreven gedeelte; verwijzing naar hetgeen hiervoor is vermeld). het
meth
van
toeisvan
Tot
Geïllustreerde Beschrijving voor Zuid-Holland. nu deze provincie alleen 'Leiden westelijk deel Rijnland' (grens: incl. ZoetermeerZegwaard-Hazerswoude-Koudekerk-Leimuiden) de hand van prof. dr. E. H. ter Kuile in 1944 verschenen. De oude indeling waarbij heel Nederland was opgesplitst in de oude administratief-bestuurlijke gebieden van voor 1795 wordt losgelaten. Meer aansluiting wordt gezocht hedendaagse geografische gebieden, door toegenomen verstedelijking, doordat er sedert 1903 vele andere objecten onder het begrip monument worden verstaan en doordat de aangepaste leidraad spreekt over objecten 1940. echter niet zeggen andere provincies oude indeling niet hier daar gehandhaafd kunnen worden. Naast nieuwe indeling werd besloten
De
opde
de
Aft. 24. Ubbergen, Rijksstraatweg 24, Huize Waalheuvel. Opname die wel de eclectische vormen van het laat-ige-eeuwse huis doet uitkomen, maar minder ligging helling stuwwal achter Nijmegen (foto Monumentenzorg 1975).
De (j'eïll/tstreertle Reschrijring in de laatste decennia van de 2<>e eeinr
218
to
omte
SUMARY
bya
andis
for
of
may
for
of
al
forthe
the
and
by
be
andit
it
bea
The
The
ofthe
in
itsan
of
on
ofF.JLvan
of
tobea
be a
uitde
ofhet
van
van
en
uit
isomte
dathe
van
en
kan
Tot
omde
- Schieland en Gouda Naast de advisering over de Geïllustreerde Beschrijving is een advies aan de Minister in voorbereiding over de uitgave van 'Monumentenmonografieën over Nederlandse Architectuurgeschiedenis'. Het gaat hier beschrijving hoogtepunten architectuurgeschiedenis. Bij een 'Monumentenmonografie' wordt zowel gedacht aan een studie in boekvorm over één monument als aan een thematische verhandeling. slot worden opgemerkt voor alle betrokkenen uitdaging zien thans aangepaste ambitieuze plan 1903 — komen Beschrijving Nederlandse Monumenten Geschiedenis en Kunst - vlak na de eeuwwisseling voltooid zou kunnen worden.
of
and
Delft
The official departmental Directive of February 1983 has been printed here full followed commentary Duim, secretary Dutch 'Royal Commission Monuments'. author first of all points to the differences between this Directive that 1903 which adaptation. Illustrated Description should work reference for all those who are interested in the architectural history monuments, should supply material further study should give data restauration purposes. Not all the objects need be described in full. A distinction should made between objects that dealt with typology objects special historical interest. Monographs on specific monuments are stated desideratum. Finally author proposes detailed plan future: within fifteen years the monuments in the Netherlands, not yet described so far, should have been dealt with, to start with the province South Holland. of
van
het
enht
-De
Zuidhollandse eilanden (inclusief eiland Rozenburg) - 's-Gravenhage, Rijswijk, Voorburg en Wassenaar Rotterdam (t/m Delfshavcn) eiland IJsselmonde het landelijk gebied van Delfland en Westland - Dordrecht met het Eiland
219
ƒ/
82j
KNOB
Bulletin j jaargang nummer november 198)
C. L. T E M M I N C K G R O L L
EN
DE
VANHET
ENWAT
DIES MEER ZIJ: V E R D E R E VERKENNING TERREIN VAN M O N U M E N T E N B E S C H R I J V I N G IN (INTER)NATIONAAL PERSPECTIEF
is
vande
het
Waar komt idee Geïllustreerde Beschrijving vandaan? Mijns inziens deze gedachte honderd N. Pevsner, The Buildings of England, Penguin Books, Harmondsworth 1951 e.v. Ville Italiane, Milano z.j. Uiteraard wordt hier maar een kleine greep gedaan uit de vele reeksen, die zich op één gebouwentype concentreren. Sveriges Kyrkor, Stockholm 1928 e.v.; Danmarks Kirker, K0benhavn 1945 e.v.
er
Ook
-,
an
-
der
als
in
oknugde
vanWe-
des
Die
Totenm
in
de
als
genva
De
en
omet
als
-
gen meer bedoeld boeken nemen niet als boeken om een bron bij studie te kunnen zijn.
inde
ok
in
van
toén
sis van een sterk geselecteerde gebouwenkeuze. Ville Italiane2 beperkt zich gebouwentype, evenals de series kerken Zweden (ruim twee strekkende meter!) en Denemarken (ruim één meter), 3 waaraan nog Slott og Herresaten i Sverige* (een halve meter) kan worden toegevoegd. Hierin komen trouwens maar weinig tekeningen voor. Ons Kunstreisboek en b.v. Reklams Kunstftihrer zijn - zoals de namen al zeg-
van
nen. De uitgave Deutsche Kunstdenkmaler biedt een samenhang tussen foto's en beschrijvingen, maar op ba-
In
'beschrijving : tegenover een zekere tekstvolledigheid staan afbeeldingen die alleen types representeren en er zijn nauwelijks tekeningen en verwijzingen naar bron-
geselecteerde monumenten, maar geen gedocumenteerde overzichten van 'alles' wat in die tijd toch al als 'monument' gezien wordt. In Duitsland ontstond idee dus, zeker niet gezien Rijkszaak, maar taak voor 'landen', zoals monumentenzorg in de BRD geen Bondstaak is, maar behandeld wordt door de deelstaten. De oudste die ik vond - zonder uitputtend onderzoek - is die van Westfalen; het eerste deel verscheen in 1881.5 Tot en met 1968 verschenen er 48 delen. Sachsen volgt 1882. 6 Rheinprovinz 1891, onder leiding Paul Clemen.' 1937 verschenen delen. 1964 werd deze serie gevolgd door Denkmaler Rheinlandes onder redactie senberg en Verbeek.8 Ter vergelijking: tegenover één deel Kreis Kleve in de oude serie staan er vijf in de nieuwe. Beieren: 70 delen in de periode 1895-1964 (vele oude zijn herdrukt). 9 Verder Oldenburg vanaf 1896, Pommeren vanaf 1898, Mecklenburg vanaf 1898 (gecontinueerd DDR). 10 oudere delen behandelen
het
is
of
als Pevsners Buildings England1 daarom geen
jaar geleden in het Duitse Keizerrijk ontstaan. Voordien waren er wel plaatsbeschrijvingen die naar compleetheid streefden denk onze eigen Tegenwoordige Staat Vereenigde Nederlanden (i8e eeuw) maar daarin wordt architectuur terloops genoemd naast andere wetenswaardigheden. waren beschrijvin-
er52
Een
envat
dusop
je
vane
isalhet
Het maken van een geïllustreerde monumentenbeschrijving bouwen kathedraal: begint eraan, je streeft naar perfectie en je weet niet wanneer het werk ooit klaar komt. Die perfectie is essentieel: we noemen iets pas een echte Geïllustreerde Beschrijving, wanneer er volgens bepaalde normen gestreefd wordt naar volledigheid, naar perfectie voren vastgesteld niveau. mooie serie
4 Slott och Herresaten i Sverige, Allhems Förlag, Malmö 1967 e.v. 5 Kunst- en Geschicbtsdenkmaler tier Prann^ Westfalen, I, Leipzig 1881. Vervolg: Eau- und Kunstdenkmaler Westfalens, Munster 1895 e.v. 6 Bau- und Kunstdenkmdler Königreich Sachsen, Dresden 1882 e.v. 7 Die Kumtdenkmdler der Rheinprovin^, Düsseldorf 1891 e.v. 8 Die Denkmaler des Rheinlandes, Düsseldorf 1964 e.v. 9 Die Kunstdenkmale des Königreiches Bayern, München 1895 e.v.
van
vanhet
en
hnwat
dies weer %ij: verkenning terrein monumentenbeschrijving
nueerd. Veel bewondering heb ik voor de Kunstdenk-
<>3 CLIÏRENCI STREET (Monuments 58-65) Clarence Street was conilructcd bttwcen 1830 and 1834
isa
Na.
{$(,} HOUSE, 54, substantial three-stotey house af f. 1840 (Plite 89).
maler der Schwei^: 71 delen in de periode 1930-1980 (na
behoorlijk percentage van het land met veel zorg door-
10 Het aantal verdere Duitse reeksen is zo groot, dat het geen zin heeft alle noemen. Vele deze series zijn aanwezig bibliotheek van het Kunsthistorisch Instituut van de R . U . te Utrecht boekerij Rijksdienst voor Monumentenzorg te Zeist.
maler des Kantons Ijnterwalden, Xürich 1899. Vermeldenswaardig is jaren tachtig begonnen inventarisatie architectuur tussen 1850 en 1920, de Inwntar der neuen Schn-'ei^er Architektur 1X59-1920 (INSA), 1982 e.v. 15 Royal Commission on Historical Monuments, An Inventory, London 1924 e.v. 16 Inventaire pénéral des monuments et des richesses artistiques de la Franct, Parijs 1972 e.v. 17 Rouwen door de eeuwen hem, Inventarisatie van het cultuurbezit/Le patrimoine monumental de la Belgique, Luik 1971 e.v.
van
nu
het
the
the
athe
the
i
onthe
The
ofihe
The
tohe
,
i the'c. b.luitrad». Ireide, the c passage opens hall betwecn Doric toliinins main staiicjE* beyond hall; sccondiry ïUiicaw opens entrance passage. Boch staitcaw's have casi-iron balustrades wi[h mahogany handrails (Pialei 110,131). principil room ground fioor, back.
the
has
endatwo
isn
ok
o
wasto
van
zó
isdanokle
vanhet
De
daterbij
en
van
vande
inde
de
Die
der
km
DieKunt
Die
i r Österreichisfbe Kunsttopographie, Wien 1907 e.v. 12 Wiener Ringstrasse^ Wien 1970; Wiesbaden 1972 e.v. 13 Topographie der Historïschm und Kunst den km a Ie ïm Königreicbe Böhmen, Praag 1897 e.v. 14 s den a Ier Schwei%, Base! 19^0 e.v.; Kunst denk-
okdein
er
Met
Totenm
vande
van
nade
te
enid
hen
is
ner
in
Vande
erg
De
De
en
en
cal Monuments (foto Monumentenzorg).
er
on
de
7^(1975), uitgegeven door Britse Royal Commission Histori-
te
uitde
2/.
AJb. Pagina Engelse monumentenbeschrijving City of York
het
Vanosuit
27
No.56
Fig. (57) Baotham Lodge, Bootham. 60.
andthe
hal
One
at
by
inlow
a
and
moulded architravei to tbe doots are overdoots dccoratcd wiih umi feiiomu relief Wolstenholrae (Plate TIJ) On ihe first HODI i large saloon cxiupies ihe front of the house, onginally with fireplact each docrways symmetrically dispoied. fiteplace been removed aiid the pmition ofotie doorway been altered. Both fireplace and overdoors ate decorated wi[b Cgure subjccts (Plites 113, i i j ) enrichmcnt composition by Wobtenholmr. The ceiling comice i> decorated with flowers ld leaves.
41
The centril porch has Greek Donc colunins and forms i
en20
zal
The houw U of two notcys with walk of pale-coloiired bnck. On tbc itrect &oni ihe windows are cmpbaróetl by
ons
datvn
the
a
tohe
ofne
to
make a spacious hall leadmg main staircasc; S.E. wing consists only firjt-floor room over carriage enlrince.
is
the mam slaircase and additional rooms, one of the front
ca.18%nde
met
is
c.
of
and
an
to
bv
cobea
from the usujl square house with centra] hallway by
50
3andIre
and
theS.79arofn
an
(59) HOUSES, NOS. i]-2j (odd), date from igjg. (S7) BuurHAM LODCE, Na. 56, now offices, was NOS. 15-19 have bay windows to tbc ground floot; all buill Thomas Walker, solicitor. betwecn 1840 first-floor windows have segmental arches 1845 (Deeds) (Plale 90). A kitchen wing al the back bricks. DemoluheA. appears very early addition, built rcplace
in
NOS.
ground floor. Most of the decorative features wcre added r. rïóo. DtmoIiiM.
lia
overdoórs and the alcove off the half-landing is rtached bctween fluted columns with fbliaied apiuli, but ihe detwl of these decoraiive features coarsdy deiignetj.
In
areof
in
the
of
the
and
O 8 ) Hautts.NoM-ïitoddJ.wewbuiltf. 184°:
Connthun pilasters canying ennchcd eniabUturE, build NOS. separalcly
de
ai
{YG
,
Th
theE-
in
is
the
in
e
end
at
and
The
B
w side:
^lïhlÏÏI.iïSbTli1^^
in
beknopt. Maar voor tien jaar werk
reeks echter Eerste Wereldoorlog niet geconti-
Unless atherwise described houies this streel
tioii a) the back. is square wiib the common arrangement of
van
werd kort voor 1900 een aanvang gemaakt; 13 deze
project™ which on the upper floors contauis alcovei leidingg- «« of Clarence Street in YG 21/111645.
orl half4andings the staircasc givuigiccasto water-
in
uiteraard alleen de meer bijzondere monumenten. Er bestaat nog maar weinig aandacht voor stedebouwkundige samenhang. inventaris wordt doorgaans compleet beschreven. Österreichische Kunsttopographie^ verscheen het eerste deel 1907. 1977 verschenen 43 delen; daarnaast bestaan er 16 banden over de WieRingstrasse (1978-1982). 12 Tsjecho-Slowakije
Unterwalden i899); 14 veel moderner aanpak hun aandacht voor meer bescheiden monumenten, zoals van dat land te verwachten is. Een ruwe schatting geeft aan, dat meer dan de helft van het totale bestand beschreven is. Groot-Brittannië verschijnt eerste boek Royal Commission 1^24.^ Ruim delen zijn klaar, waarin Schotland relatief goed vertegenwoordigd. Zeer globale vergelijking Pevsner toont aan, Engeland zelf orde geweest (ons percentage daar iets boven komen, maar eerste deel verscheen 12 jaar eerder). Oorspronkelijk was 1714 de limiet, het einde van het huis Stuart - alles nadien was eenvoudigweg 'modern' , maar nu is de grens verlegd tot 1850, 'though exercising discretion where reference to later monuments seemed desirable'. Het zijn zeer mooie boeken, evenwichtig van opzet. Het deel over Stamford (1977), bijvoorbeeld, geeft naast 'archaeological sites' kerken huizen. naar zuiden ruim T jaar geleden weinig melden. Veel prachtige boeken, hele series over één stad of provincie, maar behalve in Spanje Portugal waren geen landelijke reeksen. Omstreeks 1970 begonnen Frankrijk België daarmee. Inventaire gênéral Frankrijk leverde vanaf 1972 elf prachtige delen.16 'Perfect' als de kathedralen van Reims Amiens, maar bewerkelijk (b.v. vermelding van vele meubels), dat buitenstaanders al uitgerekend hebben handhaving deze opzet voor het hele land 2000 jaren nodig zouden zijn. Belgische Inventarisatie cultuurbezit, waaraan parallel Patrimoim Monumental^ — beide series onder redactie van R. Lemaire - houdt het daarentegen
ïymmein«l f,ve-biy Trom. built white brick. hu when Thomas Snowtion, tailor, listed living there central bay pilaster strips each project in fonvard; (Directories); there were homes being built 1832 biKbuunderi^.rai^KeiKtei^Ea^pUittr 17/3/183») and later in the i84o's when five newlyIr^L- wWeh u ma,ched by . Jeep white band „mier d* crctK j houscj wcre ofiered for „]c m yc 22 ; S/|84I . ^-rto0rwlndC^.T^fromdcor,,pr C«c,cdb)..m0pen „umberj on s i d e o f d . e s porch and the »,ndow .We emfha^sed by bold piaster ^ ,__„d. Th, back » h,*^ IKdT'.ïï ™SÏ J»* 0" «—— <>{ "* » W"»» P'- •***«<
ƒ/
/
KNOB
Bulletin j jaargang 82 nummer november ipgj
van
Het
ca.
lopen, tot aan de zeer bescheiden monumenten toe (tijdslimiet 1850). deel Leuven omvat 1/30 i .U-.M.Ü i-^'.t.i:
;. MUIS WIJNOAEROE. W{. '^ ".'
^ i < r ; > : a i i ü l ^ .k l i ' i k o h . U l ': ."l Or. Ix.i* v .ir, l'' 1.1.
Geschiedenis.
in-
ge-
inde
om
te
zij
en
Na dit overzicht kom ik tot de kern: welke zijn de eisen, die men aan een geïllustreerde beschrijving mag stellen voor welke doeleinden dient bruikbaar
te
Ometh
zijn. laatste beginnen, naar mijn gedach-
1965 e. v.
van
dat
van
Het
vande
re-
uitmnof
vanhet
van
Per
nium, Gent 1956; Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, Tielt
de
vanhet
18 Provincie Oost-Vlaanderen, Inventarisatie Kunstpatrimo-
van
sloop of ernstige aantasting kunnen worden bestreden. Een beschreven gebouw is, politiek gezien, gemakkelijker te redden.
Om hieraan te kunnen voldoen, verwachten we in een geïllustreerde beschrijving: a Beschrijvingen van de geschiedenis van streken, landschappen, stads- en dorpsstructuren met historisch en modern kaart- en plattegrondmateriaal en eventueel foto's. b Beknopte beschrijvingen archeologische vondsten, met afbeeldingen. c Beschrijvingen alle monumenten, topstuk tot het eenvoudige traditionele gebouw, van de oudste fragmenen objecten meer cente tijd. deel vormt steeds hoofdmoot. object kunnen aan de orde komen: to
c Het bieden van een basis, van waaruit plannen voor
d bieden zekerheid, wezenlijke informatie behouden blijft, ook wanneer het object door sloop of calamiteit verloren gaat (wat zijn we niet blij met de nauwkeurige tekeningen Pieter Saenredam Utrechte Mariakerk!).
Dit
endi
dienw-
danwte
okan
inhet
te
of
methogp
dien
ne
ten zouden de volgende invalshoeken van belang kunzijn: a Het verschaffen van basisinformatie, met verwijzing naar verdere bronnen, voor ieder bepaald' object of detailaspect nader wil bestuderen, hetzij kunsthistorische doeleinden, hetzij met het oog op de voorbereiding van restaurat'"werken. b Het verschaffen van informatie aan mensen die in een bepaalde plaats wonen deze bezoeken meer wensen weten 'Kunstreisboek' vermeldt; bijzonder hen, tenschappelijk gerichte excursie voorbereiden.
AJb. 26. Pagina 186 uit J. Kalfs Baronie pan Breda, de eerste Nederlandse Geïllustreerde Beschrijving (1912). Foto's lijntekeningen in de tekst, in de nabijheid van de behandelde panden (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen). en
an
té
eni
de
wel
is
datvn
Dat
mag
mena
in
Ter
het
het land en beschrijft (vermeldt) 1400 objecten, wat ongeveer overeenkomt met onze ruim 40.000 beschermde monumenten. Latere delen vermelden méér objecten voor een ongeveer even groot gedeelte van land. vergelijking: tegenover twee delen over Aigues Mortes staan 25 pagina's over Tienen, minder pittoresk maar architectonisch feite rijker. Deze ventarisatie voldoet overigens niet aan alle eisen, die geïllustreerde monumentenbeschrijving stellen. Terecht wordt daarop inleiding wezen. geldt voor provinciale beschrijvingen, waarvan het eerste deel, over Oost-Vlaanderen (Elizabeth Dhanens) in 1956 verscheen; in 1965 volgde West-Vlaanderen (Luc Devliegher)18 1972 dat van de provincie Antwerpen. Italië waarschijnlijk rijk monumenten aan een echte geïllustreerde beschrijving te durven denken.
van
het
en
/:'/; ii'at dies meer %//: verkenning rail terrein nionnmeiitenbeschrijring
ok
interessant eigentijds werk (zonder overigens daarin naar compleetheid te streven . . .). Voorts verschillen de meningen over het opnemen van (grotendeels) verdwenen bouwwerken. Gezien tegen achtergrond doelstellingen acht zeker van belang om deze wel te vermelden. De mate van nauwkeurigheid bepaalt uiteraard zowel tempo verschijnen kring bereikt wordt. Beperking m behandeling werkt tempo-verhogend en kring-verbredend. En een beetje kleur is wel duurder om te clicheren, maar kost geen extra manuren maakt van
ikhet
enht
die
alsde
het
'\;TJE!i;
aend
vande
de
.. ^^JL\
het totaalbeeld wel veel sprekender!
(197) 17 Sc. George's Square. Ground-floor plin and elevation of E. wall. toa
may
of
tohe
wai
inthe
nog
opdat
wilkmet
slot name tempo nader erg
van
dat
ig
Ik
ingaan. acht punt heel groot belang. f-Lens heb ik voor een NCM-dag een formule bedacht
a
enikwl
die bewees, dat monumentenzorg een zeer goedkope manier is om veel mensen enig plezier te bezorgen. Maar wellicht ingewikkeld daarhijwas
Acthe
7 (Flg. I 4 H- Platc ór), two sroreys «alk incorporatcs thrL-t- walls of a tury. N.E. :a£-e bllttre« with wcathetcii ^v.-siï ]5 a blockcd atth with tuc-hatk label ehamft-ted ttular allj apptoxtmatcly half is e stteet elevation has been latgely
over het economisch functioneren van monumenten, 19
wat
:
in
andthe
ofSt.
bay
has
The
a
N.
Tot
IntheS.was
ofthe
andoiheN.Sr
or
oniheS.
The
i7th century. roofs ihe cros* wings blocked arch beloog former undercroft which togables wall houic. partly below ground level.Twocambcredtie beami " -and-transom window, per- are possibiy medieval. A dra win g of the N. sideof the vall j building before iti alteration and rc&cing was made by haps t 1710. In the N. gable wall of Twopeny in 1831 (Platc 61; Twopcny. zgo/b.i, p. 4). IM-rhaps. t. 1600. A number of blockcd window op-mines rear. A ijth-century two-light window (Plate 62) are i7th iHth-century. early revealed I9«h ccnlury removed vescry lyth-crntury two-siorey windows. Mary'*church(q.v.; Mtrairy, April 1881). intcrior been much altered original arrangement cannot be detecled. The E. wing has in its gablc missive fircplacc; resct this sucku stone bracket with embalilcd top, of unknown use, c. 1500. the S. wing are vaiious rcset roll-moulded beaius. issibly J kJunn w,lh K,iiir> knops, ,l,d ^ '« idencd uring. •h. Solllc rooms have early li)thuare panelled ntury pllilcr .
and
om nu uitgaan van een eenvoudiger formule:
"—— — ^
t pr,
n-—
A
B -C Ajb. 2~. Pagina uit dc I'!ngclsc monumentenbeschrijving The '[ouw oj Stamford (1977), uitgegeven door de Britse Royal Commission on Historica! Monuments (toto Monumentenzorg).
datén
isdane
van
Een
of
datn
per
de
te
is
de46
te
om
vande
N a t u u r l i j k gaat niet iedere geïllustreerde beschrij-
Watisnog
het
Ik
vantohe
en
8 beschrijvingen foto's monument behorende losse inventarisstukken.
alde
van
7 reprodukties historische afbeeldingen
enCht
Bhet
en
van
van
2 beschrijvende tekst van het geheel tot in detail 3 gebruiks- en bouwhistorie (eventueel met oude teksten) 4 opmetingen van het geheel en van onderdelen 5 eventuele reconstructies vroegere toestanden 6 toto's exterieurs, interieurs details
ze
en
1 verwijzingen naar archivalia andere bronnen
isomt
gebruikt: binnen 2 5 jaar kwamen delen over
dat
eenvoudige traditionele gebouwen opgenomen
isnhet
ving even ver. 'waardevol' genoeg
Hierin aantal jaren, nodig voltooiing te komen, A het totaal aantal op te nemen objecten, aantal teams beschri|vingen werkt aantal monumenten objecten, team gemiddeld jaar aankan. team 'schrijver' met wat deze nodig heeft, per jaar werk, aan manjaren onderzoek, tekenwerk, fotografie en documentatie door anderen. Ondanks voor hand liggen deze formule lijkt zelden bewust worden gehanteerd. Hoogstens achteraf, om te zien hoe lang het allemaal wel kan duren. noemde 2000 jaar voor Frankrijk. Voor Engeland en Nederland zal men moeten denken aan 300 jaar. De 'stroomversnelling', die de heer De Jong in zijn inleiding signaleerde, daarbij buiten beschouwing gebleven. Pevsnerheeft de formule kennelijk wel
een jaartal dat ook elders gehanteerd wordt. Maar in de Ritiidiniis ing/and gaat Pevsner steeds
19 Verslag Monumentenstudiedag april 1979,
7.
4
NCM
nuca.
toenm
wasdt
ofl
De
nen 10 jaar vanaf nu klaar te kunnen komen. Er wordt.
minof
Engeland klaar! huidige Belgische opzet lijkt bin-
i n ? Voor Kngeland vroeger 1714, 1850,
Wat
worden? houdt 'tot meer recente tijden'
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer / / november 1983
223
'"'ff
"4 l»
L~
»
,.
- r
MUL:
en
v^j^1, 2
Dan
ishetbjon-
te
Opdit
enmt
erg
is.
40, gesteld worden. C, het aantal monumenten per
zo-
en
be-
wasen
met
team per jaar, zal daarop afgestemd moeten worden. Veelal kent men van een land B noch C, men kent slechts de resultaten. Maar er zijn éénteamswerken, die toch wel kunnen aantonen wat mogelijk is. Pevsner doorliep (bijna) heel Engeland, vijfmaal veel waardevolle objecten als ons land, in 25 jaar. (Enkele van de latere delen zijn, onder zijn redactie, door anderen gemaakt.) Goed, Pevsner wonder resultaat inderdaad lang geen geïllustreerde is
Het
wel
kan
de
dan
kan
de
te
ofen
het
ok
A, het aantal objecten, zal men graag ruim zien - desnoods beknopt beschreven, maar genoemd. vergroten van B, het aantal teams, kost geld, waarvoor men overheid maar matig interesseren. Dit getal zal dus bescheiden blijven. Al is het mogelijk, dat bij een duidelijk beleidsplan en bij leuke, vlot verschijnende resultaten, de overheid wat scheutiger wordt, zeker wanneer er ook werkelijk een einde in zicht gesteld worden, bestaat mogelijkheid om B te vergroten door de gemeenten een meer actieve rol laten vervullen.
en in de meeste andere landen - nog maar een toevalstreffer waardevol object beschreven Mijns inziens moet het aantal jaren op 30, maximaal
het
A,BenC
de
hoet
moet zijn en die twee verlangens op elkaar afstemmen.
n
orde zijn geweest en dat is met het oog op de doelstellingen belangrijk. moment
Van twee kanten uit werken dus. Niet alleen beslissen moet worden, maar wanneer klaar
is,
mee onderlinge samenhang tussen vast!
dathevn
Ik meen grootste belang eerst zeer bewust zorg kiezen. weet men, wanneer alle delen van het land even 'zwaar' aan de
inde
behalve laatste gevallen, passief geconstateerd, hoe groot n wel zal worden. Maar de formule kan ook andersom gebruikt worden: men kiest n en stelt daar-
van
het
s u MMA R Y
van
dat
getal 250 is gekozen, omdat dit 'biologisch mogelijk' blijkt te zijn. Hiermede hoop ik, heel beknopt, mijn drievoudige uitspraak in de aanvang: je begint er mee, je streeft naar perfectie en je weet niet wanneer het werk ooit klaar komt, drie gedeelten enigermate hebben toegelicht.
te
watiné
(in
are
in
is
andthe
schreef.
de
hij
ophet
vande
20 Noot redactie: schrijver doelt werk Architektaur van Suriname 1667-1930, Zutphen 1973, waarvan o.a. tekst
of
van
Het
in
vanhet
and
and
6•250 dat
welat
vanzes
de
per
is
we
het
weg
Ik streep daarbij gemakshalve alle al beschreven monumenten tegen aantal, (nog) niet beschermd is, maar waarover toch vastgelegd willen zien! Voorts uitgegaan teams plaats vijf: één voor Noord-Holland (incl. Amsterdam) en één twee provincies voor rest land.
The
45000
?o = —-
for
for
An
and
The description of monuments is, just as building a cathedral, a work that takes a very long time to complete and the end of which cannot be foretold. Perfection completeness essential. Some foreign examples pass revue. Illustrated Description should contain basis information art-historical purposes and restaurations, thorough information for interested tourists well-grounded basis actions against demolition serious impairment. Finally, this way one may be sure that after the object has gone, fundamental information preserved. author concludes with a proposal on how long an inventory for the Netherlands will take. His formula consists of the number of years of the project, the number of projects number teams including their work output. The inventory meant here might be realised within 40 vears at the most. in
te
vande
en20
ik
het
60
wasen
Ik
danist50per
van
dathijokng
wijde
schrijving zoals hier bedoelen, maar daartegenover staat heel veel andere dingen deed in die 25 jaar. Devliegher beschrijft en vermeldt ongeveer 2500 huizen Brugge feite meer: alinea is behandeld wordt voor één beschrijving gerekend). Stel dat hij er vijf jaar aan werkte, ook naast veel andere zaken, jaar. Hier zitten geen echt grote objecten tussen. denk juist inperken van de gedetailleerde aandacht voor de zeer grote, relatief minder gevaar lopende objecten C gunstig kan beïvloeden. Suriname éénteams werk vijf jaar, waaraan de schrijver maar een heel bescheiden percentage van zijn tijd kon besteden. 20 Het betrof ruim stadsobjecten daarbuiten. Voor voltooien Nederlandse beschrijving durf daarom stellen:
in
van
dies meer ^ij: verkenning T/ei terrein monumentenbeschri/ving en
finwat
224
225
;/
82/
Bulletin KNOB j jaargang nummer november 198}
TH. H. L U N S I N G H S C H E U R L E E R
OPMERKINGEN INZAKE DE GEÏLLUSTREERDE BESCHRIJVING*
betrad, schoten de woorden van de KNOB-secretaris mij
te binnen, toen hij mij vroeg op deze dag een inleiding om
en
Jongs uitvoerige duidelijke betoog en
NuikDe
enmij
te houden daarbij uitnodigde, 'mijn wensen kenbaar te maken'. Gelijk een volwassen jongeling, die opnieuw begon, zo voelde ik mij. zijn toelichting op de nieuwe 'Leidraad' heb gehoord,
ben ik er heel wat minder van overtuigd, dat mijn
uit
en
laat-gotische archiefkasten, meubel afkomstig de Dom, zich in het Rijksmuseum te Amsterdam bevindt. Ik kan mij dan ook niet aan de indruk onttrekken, dat architectuurhistorisch georiënteerde beschrijvers problemen hebben met de inventarissen van de door hen beschreven monumenten, omdat de bestudering en beschrijving ervan teveel buiten hun gezichtsveld ligt. Voor de gebruiker van de Geïllustreerde de
Toen ik de pas gerestaureerde Klaaskerk vanochtend
voorleggen. Slaan daartoe sinds begin
deel wordt gewijd. toch bied naar volledigheid worden gestreefd. Gelukkig
is
welokpditg-
Danmg
er
inog
de
daar meeste interieurs loop jaren zijn leeggeplunderd. Maar een verantwoorde beschrijving mag en kan niet voorbijgaan aan hetgeen er uit een woonder
ka-
met
alte
en
vanmet
nog
de
wat
zijn
breed overzicht bieden, maar daarentegen een steeds kleiner wordend aantal gebouwen uiterst gedetailleerd beschrijven, waardoor feite monografisch rakter gekregen hebben. Een ander opmerkelijk feit is, dat betreft inventaris name kerken vaak vooral wordt stilgestaan bij hetgeen er ten tijde beschrijving aanwezig was, voorbijgaan aan eerder uit de kerk verdwenen stukken van
schakelen. eenvoudige, voor hand liggende, maar nog steeds niet overal echt in de praktijk gebrachte suggestie. Bij de interieurs van woonhuizen doet zich heel vaak hetzelfde probleem voor, sterkere mate,
inde
en
hetopda
er wel een bepaalde ontwikkeling in te ontdekken. Zo valt sommige latere delen steeds minder
dit geen onoplosbaar probleem. Dubbe pleitte reeds
voor, om plaatselijke kenners bij het beschrijven in te Een
vande
deze eeuw verschenen delen Geïllustreerde Beschrijving achter elkaar eens op, dan valt de verscheidenheid in aanpak meteen in het oog. Toch blijkt
vande
leiden. Zeker niet, als aan één object een afzonderlijk
de
van
het
de
wij
op
Beschrijving mag dit echter niet tot manco's blijven
nog
voorstellen enige kans realisatie zullen hebben. Ik wil ze toch naar voren brengen en mijn standpunt
pand van betekenis is verdwenen. Net als bij kerkinventarissen zouden ook hier zowel de nog bestaande
te
van
P.
en
men
te
datenv
is
vande
* Samenvatting inleiding zoals opgetekend door drs. Nijhof, secretaris KNOB.
Wien
moeten worden, zo nodig op basis van archiefwerk. Er is met die woonhuizen nog iets opmerkelijks aan de hand. Er blijken namelijk mensen in te hebben gewoond. monografie over willekeurig kasteel doorwerkt, dreigt dikwijls overweldigd worden door zeer uitvoerige gegevens over de opeenvolgende bewoners. Bekijkt evenwel beschrijvingen
van
als verdwenen elementen opgespoord en beschreven
van deel over Deventer, kritiek deze strekking, maar hetzelfde euvel opnieuw constateren, bijvoorbeeld in het latere deel over de Dom te Utrecht. Hierin wordt de archiefkamer uitvoerig beschreven, maar onvermeld blijft, belangrijkste het
betekenis. Dubbe uitte al in 1966, bij het verschijnen
Opmerkingen intake de Geïllustreerde Beschrijving
220
Aft. 21). Kamer in het huis Rapenburg 48 in Leiden, situatie omstreeks 1890. Het rijk versierde plafond door Jacob de Wit is nu in het Mauritshuis in Den Haag. Voor de eveneens rijk versierde schoorsteen zie afb. 30 (foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg).
Ren
48te
in
met
Een
voorbeeld: Rapenburg Leiden. fors pand pilasterstelling, gebouwd 1640-1650, voorzien fraai gestucte gang, Rococo-vormen. Daarvan
ge-
te
men
dan
woonhuizen, mist daar ieder spoor van. Huizen schijnen slechts door geesten bewoond zijn weest.
22 7
/
82/
KNOB
Bulletin j jaargang nummer november 198)
Van
van
te
enuogd
van
de
dietn
en
en:éva
van
de
de
mee basta. Maar hier, op het Rapenburg 48, woonde eens familie Leijden, politiek zeer belangrijk voor stad hen, Pieter Cornelis, baron Leijden, bezat vermaarde grafiekcollectie, welhaast uniek in de wereld van toen. Het is deze bijzondere verzameling, tijde Lodewijk Napoleon door staat werd aangekocht basis het huidige Rijksprentenkabinet Amsterdam vormt. Lopen we toch de gang verder in en slaan we een deur
die
alsde
inDe
isnhet
vandie
de
vanDe
uitde
Een
Ajb. 30. Marmeren schoorsteen door J. B. Xavery met reliëf van Paris en Oenone. Oorspronkelijk in Rapenburg 48 in Leiden. Huidige verblijfplaats onbekend (foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg).
te
bij
om
het
als
én
te
zo
het
van
en
de
dat
Dit
hij
monografieën, waar uitdrukkelijk heeft stilgestaan. biedt goed aanknopingspunt erop wijzen, naar mening velen monografisch karakter van sommige delen (zoals het voortreffelijke werk van Meischke) niet past binnen de Leidraad. Het verschil in reikwijdte en diepgang van de delen van de Geïllustreerde Beschrijving dreigt groot worden, zamen nauwelijks samenhangende reeks vormen. Wellicht kan deze samenhang vergroot worden, indien studies over Amsterdamse Burgerweeshuis in een afzonderlijke reeks Monografieën
datze
an
en
ditom
omde
tode
mo-
te
om
was
genid
het'Ibon
Inde
Een
datnue
J.B
pas
Dit
wenopht
dan
open, zien eerste gezicht niet spectaculair vertrek. vertrek wordt interessant aanschouwer ervan weet, wat er alzo uit verdwenen is, bijvoorbeeld de betimmering met de rijk versierde i8eeeuwse marmeren schoorsteen door Xavery, ruim twintig jaar geleden ergens in Argentinië was. Of het rijk bewerkte plafond, geschilderd door Jacob de Wit, vinden Mauritshuis Haag. Een dergelijk verband wordt echter zelden gelegd. Om hierachter te komen, is archiefonderzoek meestal onvermijdelijk. Dit is bij uitstek mogelijk in een stad als Leiden, waar één der rijkste gemeentearchieven van ons land archivalia bevat, waarin de bewoners van elk pand tot in de i6e eeuw zijn terug te vinden. andere, weinig aangeboorde bron vormen laatige-eeuwse interieurfoto's. tweede helft eeuw was het fototoestel 'operationeel' geworden en werd ton', familietaferelen vast legeigen, huiselijke sfeer. Toegegeven, deze detrend vooral beperkt betere standen, maar deze familietaferelen blijken zeer waardevolle informatie te verschaffen over de toestand van de interieurs van woonhuizen in die tijd, dus kort voordat de grote sloop inzette. Op deze en nog vele andere manieren is het wel degelijk mogelijk, Geïllustreerde Beschrijving meer te doen zijn dan een loutere beschrijving en kan tevens inzicht worden verschaft in de vroegere woonen leefculturen. Begrijp mij overigens goed, dit is zeker geen pleidooi om elk beschreven woonhuis archivalisch diepgaand te onderzoeken. In vele gevallen zal praktische redenen mooie, maar niet realiseerbare gedachte blijven. Maar meer aandacht aanvullend archivalisch onderzoek te besteden, lijkt mij als uitgangspunt noodzakelijk. ander punt inleiding Jong zijn
Opmerkingen intake de Geïllustreerde Beschrijving
en
er
en
is.Vane
en
de
isdate
kan
vande
Ikwil
rig, dat je op een vergissing stuit. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor de Geïllustreerde Beschrijving, die temporaal gezien dan ook verre van volledig genoemd kan worden. Hierdoor wordt de betekenis als naslagwerk niet onaanzienlijk beperkt. Wat niet minder belangrijk is: men dreigt zo met de jongere generatie, die juist voor 190 eeuw grote voorliefde heeft, contact te verliezen. Een andere beperking, waarop ik hier wil wijzen, invalshoek overwegend historische kunsthistorische modern-wetenschappelijke, multidisciplinaire benadering zijn wij nog ver verwijderd.
die
ter
anhet
al
uite
en
die
suMARY
wil
diekan
and
can
for
hè
At
the
of
ifthe
is
to
ofthe
the
isnot
48,
be
may
in
at
the
inthe
the
The
and
of
The author says that in the history of the Illustrated Description Monuments volumes series have more more gone from broad surveys monographic descriptions of separate monuments. But there has always been a lack of descriptions of the furniture both of churches and of important houses. author thinks that this shortage nowadays feit sharply. Thus the description of e.g. the architecture of house Rapenburg Leiden, complete reader does not get the information that the family Van Leijden lived here in the i y t h century and built up their famous collection of prints, now forming the basis of the collection of the Rijksprentenkabinet at Amsterdam. The author argues in favour of two different series Illustrated Description_ Monuments, surveys and monographs. Further author thinks that volumes very well published cheaper rate. last asks the igth century to be included in the series. It is high time for this. Moreover the younger generation is very much interested this period, contact with this generation otherwise lost.
be
en
als
Komjenupd
an
in
de
kon
ofde
magde
mij
er
metd196
metd
in
en
datwij
ikhem
de
de196
nu
we
Hora est. Na wat ik over de Geïllustreerde Beschrijving te berde heb gebracht, heb ik behoefte, om hier mijn bewondering spreken voor degenen, aan deze reeks hebben gewerkt en nog steeds werken. ondanks alles indrukwekkende serie worden, ieder, onze bouwkunst harte gaat, warm aanbevelen.
Hetis
en
is.De
dein
magindt
en
de
en
te
opde
vande
worden ondergebracht, zodat het overzicht biedend, beschrijvend karakter delen Geïllustreerde Beschrijving meer voorgrond treden. Een andere, meer praktische kwestie is, dat de delen zo langzamerhand voor velen zo duur zijn, dat ze onbereikbaar worden, ondanks het feit, dat de overheid er al zoveel geld insteekt. Zouden er geen mogelijkheden zijn, om tot een zekere versimpeling van de produktietechniek komen? daarmee natuurlijk niet pleiten voor slecht verzorgde uitgave, maar met huidige technieken moet toch aanmerkelijk goedkoper kwalitatief aanvaarbaar produkt leverbaar zijn. Ik verband bescheiden verwijzing plegen naar voorbereiding zijnde Rapenburgserie, waarvan de publikatie op een zo simpel mogelijke leest geschoeid directeur-generaal voortzetting van de reeks dan wel als vanzelfsprekend beschouwen, afgewacht moet tenslotte worden, huidige en komende bewindslieden ten departemente deze opvatting (blijven) delen. Hopelijk gaat het met de Geïllustreerde Beschrijving niet zoals in de periode na Eerste Wereldoorlog, toen zeer lang niets verschijnen. Een laatste punt. De Jong heeft uitvoerig gesproken over eeuw. Toen beluisterde, schoot te binnen, dat nog maar 40 jaar geleden voor het Rijksmuseum de 18e eeuw nauwelijks bestond. Nu zijn er in ditzelfde museum ongeveer 25 zalen gewijd alleen aan de decoratieve kunsten uit die i8e eeuw. Helaas lijkt het erop, thans eeuw precies dezelfde fout maken. In de toch al wollig geformuleerde nieuwe Leidraad wordt nauwelijks over de 196 eeuw gerept, ook al is deze al bijna weer een eeuw oud. In de Monumentenraad valt in dit verband als antwoord te beluisteren 'We hebben het al zo druk'. Daarbij komt het rmaniële probleem, dat ontstaat door de samenhang tussen officiële MomimeMenbescbrijving Monumentendorp. Toen 1903 beschrijvingsarbeid begonnen werd, was de cesuur bij i85o»bepaald zo gek nog niet, maar anno 1982 moet toch geconstateerd worden, dat zowel beschrijvend beschermend opzicht achter feiten lopen. Monumentenlijst iets i9e-eeuws tegen, dan denk je onwillekeu-
en
228
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer / / november 198)
229
-VAN
VAN
S. A E R S C H O T H A E V E R B E E C K
VANHET
INVENTARISATIE C U L T U U R B E Z I T I N BELGIË MET
end
date
HISTORISCHE AC H T KRG RON D
ge-
vanbet
der
1 Bondige inventaris Kunstvoorwerpen Arrondissement Leuven^ Brussel 1961, Inleiding. 2 Devliegher, L., 'The Inventories of the Belgian Artistic Heritage', Monumentum^ 20, 21 en 22 (1982), 67-76, met appendix.
de
metn
nu'de
end
de
17vanhet
het
la
et
ades
en
ze
ande
eni
met
als
vane
vande
de
dr.
Vermeldenswaardige data en feiten voor een beter begrip evolutie huidige situatie. 1835: Oprichting Koninklijke Monumentencommissie (KCM) beperkt adviesorgaan voor Koning en de bevoegde minister; in 1860 werd deze 'centrale' commissie aangevuld provinciale, 'briefwisselende' leden 1911 werd verruimd afdeling landschappen vanwaar de voortaan gebruikte afkorting KCML. 1861: Inventarisatie-opdracht KCM haar briefwisselende leden bij Koninklijk Besluit van 23 februari; het werk wordt hier omschreven als 'inventaire objets d'art antiquité appartenant établissements publiés dont conservation intéresse Fhistoire de l'art et l'archéologie nationale. . .'. 1931: Monumentenwet van 7 augustus die onder meer het beschermen van monumenten, het roerend goed en de landschappen juridisch regelde. De inventarisatie wordt alleen vermeld onder art. hoofdstuk Roerend goed, tekst luidt inventaris der roerende goederen welke toebehoren aan den Staat, provincies, gemeenten openbare instellingen en waarvan het behoud in artistiek opzicht van nationaal belang is wordt opgemaakt op verzoek van den Minister van Kunsten, door de zorgen van de be-
des
in
met
vande
nog
Ophet
en
in
en
uite
het
uite
vande
metd
der
en
tionale Opvoeding was de toestand niet bijzonder rooskleurig, maar vrij verward en uitermate incoherent. Door de Koninklijke Commissie voor Monumenten Landschappen (KCML) werd 1961 steld: 'De inventarisatie der monumenten en kunstvoorwerpen van België is betrekkelijk weinig gevorderd hier te lande. Nog bevindt men zich in het stadium bondige gedeeltelijke inventarissen.' 1 In feite is die hele (voor)geschiedenis verbonden evolutie monumentenzorg België als gevoelige plek de lang uitblijvende 'vaste' dienst, met het nodige bevoegde personeel om het dagelijks beheer te verzekeren, met zijn wetenschappelijke en administratieve implicaties, en aldus een politiek op lange termijn stippelen degelijke basis voor beleid bouwen. gebied inventarisatie werden talrijke kortstondige, sporadische en nooit systematisch voortgezette initiatieven genomen op het centrale, provinciale, lokale en privévlak. Deze verschillende bijdragen zijn uiteraard 'historisch' belangrijk geworden, zij het dan soms alleen op het 'aanwijzende' en 'documentaire' vlak. Deze lange geschiedenis werd recent beschreven door L. Devliegher en aangevuld met een literatuuroverzicht, chronologisch gerangschikt per provincie. 2
Hieruit blijkt oudste publikaties voornamelijk werden gewijd aan het roerend goed in openbaar bezit, wat volledig past in de toenmalige context, de kunsthistorsche belangstelling officiële aanbevelingen.
end
Be-
vanN-
ophet
bijhet
te
Toen de inventarisproblemen omstreeks 1964-65 opnieuw berde werden gebracht centrale stuur voor Culturele zaken Ministerie
et
EN
O V E R Z I C HT T O E L I C H T I N G VAN DE HUIDIGE SITUATIE IN V L A A N D E R E N
-
in
en
als
dein-
de
en
als
in
per
in
eni
op-
ar-
Een
en
nl.
ande
in
en
de
nade
10
en
vanhet
hun
vanhet
-
okdie
In-
vande
van
In
19p.
De
in
In-
de
rande
de
runhet
der
.
des
10
quesrl
Brussel 1961, 215 p. stencil (ook in het Frans). Bondig inventaris der Kunstvoorwerpen van het Arrondïssment l*euve.n, Brussel 1961, 216 p. stencil. Inventaire sommaïre des ohjets cTart de P Arrondissement de. AVrell.es, Bruxclles 1961, stencil. deze inventarissen, genoemd in noot 6, worden achtereenvolgens de religieuze gebouwen, de burgerlijke openbare gebouwen en tenslotte de privéarchitectuur behandeld. Vermeldingen 'kunstvoorwerpen' komen na de architectuurhistorische gegevens. Deze volgorde werd aangehouden in de delen t, 2 en 2n van de overzichtinventaris, addendum. chronologische limiet Bondige ventarissen begin eeuw behoudens voor zeer belangrijke werken -; in de overzichtinventarissen werd ze in een eerste fase verschoven naar ca. 1850 en vanaf 1976 in feite afgeschaft. 19e
en
van
3 Demey, A.-Goedleven, l 1 !., Vijftig jaar beschermingen Vlaanderen, M & /. (Monumenten en landschappen), 2 ( 1 9 8 3 / 2 ) , 14. 4 Van de Walle, R-, I* inventuirepbotfigruphiqne dit patnnioine tirtistuiite beige (Les institutions chargées de Pinventaire en Furope. Colloinventaires Huropéens, Strasbourg-Bischenberg 1980. Stencil. Belgique, 15-19; Hngelse tekst 20-23 ; Duitse 24-27). 5 X,ie addendum: Wetenschappelijke inventarissen buiten reeks. 6 . . .Arrondissement Antwerpen, Bulletin van de Koninklijk-t' (,ÜH/fuisste i'oor Monumenten en Landschappen, (1965), 4 5 - 1 4 5 , i l l . vcntairc sommaire objcts cl'art l'arrondissment I.iège, Rulltt'm dt la f.ommission Royale des Mmuimenls el des Sites, 10 (1959), 146-246. .Arrondissement Tongeren. Hnllctin Koninklijke (. omwissie rfior Monumenten en l .andschappen, 11 (1960), 187-309, ill. 7 Hondi^e inventaris Kiinstroon)!erpen Arrondissement Rnissel,
dat
vane
het
vande
vanDe
omde
endit
opte
wasen
de
vande
le wetenschappelijke 'buitendienst' een bestand van 750.000 opnamen, waaronder oude fotoverzamelingen, gerecupereerde Duitse opnamen Eerste Wereldoorlog; eigen opnamen tijdens Tweede Wereldoorlog en de zelf aangelegde collectie.4 1951: Oprichting van de z.g. 'Groep 21' als interministerieel organisme bij de Commissie voor Nationale Vraagstukken inzake Verdediging; bedoeling strategie bouwen omtrent beschermen cultuurbezit in geval van 'gewapend conflict' of oorlogsgevaar sfeer werkzaamheden rondConventie Haag. Voor België mondde dit verzamelen bondige gegevens
lag
van
anhet
het
vanhet
en
kunstbezit. In 1980 had de fototheek van deze nationa-
de
vande
met
vande
in
ve
lijsten samengebracht belangrijkste, behoudenswaardige gebouwen en kunstvoorwerpen, ingedeeld drie categorieën; uiteraard waren deze lijsten niet meer dan werk- en refercntiedocumenten.' 5 1948: Besluit Regent opdracht huidige Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimonium (benaming sinds 1957) voor samenstellen 'aanwijzende' foto-inventaris nationaal
zie
van
todane
den soort 'voorlopige' informatie-
den
Op-
vanP.
vanhet
en
K C M L (ri|ks- provinciale musea uitgezonderd)'. merkelijk is wel het feit dat geen woord wordt gerept over de 'architectuurinventarissen', waaraan tal van besprekingen werden gewijd binnen de KCM(L) en waarover vrome wensen werden geuit als b.v. het uniform navolgen voorbeeld Clemens Knnstdmkmahr der Rheinprovin^ (1891) of nog liever dat van de uitvoerig behandelde Baronie van Breda door dr. J. Kalf in de reeks van de Nederlandse Monumnten van Geschiedenis en Kunst. De commissieleden had-
uitnhe
opstellen 'Nationaal Repertorium Cultureel Bezit' eerst 'ontwerp' twee gestencileerde boekdelen - volgens de departementen 'onvervoerbaar, moeilijk vervoerbaar' 'vervoerbaar' werd gepubliceerd 1953; later werden deze gegevens bijgewerkt gestencilde vorm uitgebracht behandelde materie afzonderlijke delen 'Repertorium belangrijk cultuurbezit. Gebouwen Kunstwerken'. Ook werden drie categorieën volgens typologische of topografische indelingen onderscheiden. Andere presentaties, onder meer geïllustreerde uitgaven, werden wel overwogen maar werden nooit gerealiseerd. 1953 e.v.: Bij de provinciale besturen in Vlaanderen werden Diensten voor het Kunstpatrimonium opgericht: in 1 9 5 3 in Oost-Vlaanderen, 1960 m WestVlaanderen, 1963 in Antwerpen en tenslotte in Limburg in 1968. Bij het uitblijven van coherente initiatieven werd door Provincie hoofdzakelijk ventarisatie kunstbezit toevertrouwd; werkwijze publikatie gebeurde naar eigen methode, met verschillende en variërende topografische afbakeningen, ruime overzichten of monografieën.0 1959-1961: Einde jaren vijftig begin j aren zestig werdoor KCML, jaar koninklijke dracht, drie bijdragen nl. Antwerpen (1959), Luik (1959), Tongeren (1960) onder titel 'Bondige inventaris der kunstvoorwerpen in het Arrondissement . . .' gepubliceerd in het Bulletin van de Koninklijke Commissie voor Monumenten Landschappen.6 jaar later kwamen, gestencilde vorm, drie Brabantse rondissementen beurt Leuven, Brussel Nijvel. 7 Het reeds vermelde woord vooraf haalt de wet van 1931 aan en ziet in het geleverde werk 'een eerste van
vanhet
de
of
of
trokken openbare besturen instellingen door
in
Inventarisatie cultuurbezit België
230
231
/
en
end
en
A C; H T E R G R O N D E N BIJ HET VAN
DE
O N ST A A N
H OI DIGK VO RM
VAN O V E R '/. I C H T I N V E N T A R I S A T I E
en
de
vande
Inhet
begin jaren zestig groeide nationale internationale belangstelling voor monumentenzorg ("Raad van Europa, Unesco, stichting ICOMOS en Char-
inde
uitn
het
en
in
vane
met
be-
te
zoudan
ok
De
vande
Dit
of
met
wehtalsn
zin
In
van
van
stap in deze richting . . .', voorts bestempeld als een soort 'voorlopige lijst', eenvoudige opsomming zonder precisering data plaats. werk werd niet vervolledigd door consultatie van een gespecialiseerde bibliografie noch door archiefonderzoek. deze beschouwen vertrekpunt.
end
en
467uit
I.
in
Ajb. 31. Karakteristieke pagina uit de serie Inventaris van het Cultuurbezit België. Architectuur. Pagina Bouwen door de eeuwen been, jn b'Stad Antwerpen, Gent 1976 (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
de
V.dl
VANHOECK Haaltert (.Vhtamse toeristische bibliotheek, februari 1972/144).
de
i Aalst. 1955/3-5.
DE POTTER F.-BROECKMÏRT I . op. fit.. (l897), reeks III.
de
ter t (La i 228).
vul
J-,
DE BROU\V*VLR Tftponymic
op
end
van
de
van
De
oudste vermelding luidt .,Haletrut" (1046). Heerlijkheid achtereenvolgens o.m. in het bezit van Michiel van Boelare (1227), Jan van Rotselaar, graaf Hendrik Vlaanderen, hertog Brunswijk graaf van Egmont. Tot eind XVIII maakte
M.,
HAALTERT (4 C)
ophet
en
HERDERSEM, zie AALST, p. 149
en
HELDERGEM, zie HAALTERT, p. 489
de
de
inde
Heldergem en Kerksken.
het
gehucht Terjoden van Erembodegem,
en
Vanaf 1977 samengesteld uit Haalterl, Denderhoutem, een deel van het
de heerlijkheid opnieuw deel uil van de bezittingen der heren van Rotselaar. In XII werd er door de bisschop van Kamerijk kapittel opgericht dat in XVI naar Aalst verhuisde. Eertijds stonden er twee burchten: de oudste nabijheid Bruikouter, tweede nabij dorpsplaats. Haaltert is een in inwoneraantal (6.871 inw., 913 ha) toenemende landbouw- vooral woongemeente voor pendelaars naar Aalst en het Brusselse. De W.-, centrale en Z.-O.gedeelten hebben hun landelijk karakter, met licht golvend reliëf, behouden. vande
HAALTERT (3-4-5 C)
en
die
van
van
an
de
vande
nr.365vade
467
van
HAALTERT
het
ter Venetië, 1964); behoud revalorisatie historische artistieke ensembles werden meer meer naar voren geschoven (Malraux-wet 1962, Aanbeveling Raad Europa 1963, Monumentenwet in Nederland, voorstellen voor herziening Belgische Monumentenwet 1931 jaren 1965-1966). Op de aanbeveling nr. 365 van de Raad van Europa volgde een reeks van specialistenconferenties, z.g. 'Confrontations' systematisch deelaspecten van de ensemble-bescherming bestudeerden. De eerste ontmoeting Barcelona-Palma 1965 werd gewijd inventarisatieproblemen mondde de alomverstuurde 'Recommandation' of 'Aanbeveling van Palma'. De internationale sfeer, de nodige officiële aanbevelingen en de problematische toestand van de nog vrij enge monumentenzorg eigen land stelden dringend karakter systematische inventarisatie hieraan koppelen beschermingspolitiek duidelijk in licht; centrale, administratieve vlak stond duidelijk de vaste wil dit proces op gang te brengen, doch noodgedwongen beperkte middelen. Uit de algemene teksten kon alleszins de in feite aangezette strategie worden overgenomen, nl. het uitwerken van de overzichtinventarisatie in een eerste fase, termijn gevolgd door wetenschappelijke beschrijving. eerste fase leiden naar gewenste 'ensemble-beschermingen' waarvoor de wet van 1931 dringend diende te worden verruimd en aangepast waarvan werk werd gemaakt. Dit algemeen uitgangspunt werd het vroegere deskundigencomité, Groep 21 van het 'Repertorium van het Culturele Bezit', voorgelegd als alternatief voor het alleen maar publiceren en illustreren van de bestaande ca. 100 pag. getypte tekst betreffende de Architectuur, opgesteld midden in de jaren vijftig. Het deskundigerrcomité secretaris KCML werd gevraagd toestand kritisch te onderzoeken en alle mogelijke voorstellen te formuleren. Uit de besprekingen bleek dat alvast zou moeten worden gezocht naar een eigen, aangepaste werkwijze en publikatievorm. Ook de bondige vergelijkende studie van methode en publikaties in de naburige landen wees dit uit, omdat er eigenlijk reeds een eerste verschuiving had plaatsgevonden rondom het begrip 'monument' met de bijkomende 'ensemble'-gedachte. van
82/
KNOBl
Bulletin jaargang nummer november 19X3
Inventarisatie ra» het cultuurbezit in Be/ff e
en
ko-
in
enzoupas
te
bij
de
lagvnde
datop
zou
dien
van
Raad van Europa, en professor R. M. Lemaire, Secretaris-Generaal ICOMOS, werden uiteindelijk basisopties geformuleerd voor een algemene 'snel'- of overzichtinventarisatie l i j n aanbevolen 'invcntairc de protection du patrimoine culturel européen'. Ze werden niet uigedokterd als strakke, formele richtlijnen doch eerder bedoeld als afbakening van het 'onderzoeksveld', de 'werkruimte' waarbinnen de hele operatie moeten verlopen binnen kortst mogelijke tijd. Aanvaard werd pragmatische, empirische dynamische wijze zou worden gewerkt omdat het een onbegonnen en al te tijdrovende zaak leek alle mogelij-
4.2 Aanvullend summier onderzoek van iconografische en literaire bronnen om het gebouw — of ensemble beter situeren z i j n 'historische' en 'gegroeide', 'stedebouwkundige' context. j.j Archiefonderzoek werd uitgesloten omwille van zi]n tijdrovend karakter bod. men in de tweede fase van de wetenschappelijke beschrijving. j Het inventariswerk zou moeten uitmonden in een reeks van publikaties, te verschijnen in de beide landstalen in één deel per arrondissement. De publikatievorm aansluiten buitenlandse voorbeelden wat de boekvorm en het formaat betreft; bijzondere aandacht zou gaan naar talrijke illustraties in de tekst met zwart-wit foto's, aangvuld met -
bijde
bijhet
van
Op instignatie van de heer C. Pirlot, Adviseur-Hoofd Dienst Ministerie, afgevaardigde
zou
Z32
te-
en
zou
vande
re-
en
en
de
met
/ Accent zou liggen op de architectuurinventarisatie aandacht voor historische artistieke ensembles, voor 'verbindende' 'meest presentatieve' architeetura minor. Voor de steden en dorpen zou dit voornamelijk neerkomen op de
metn
Ge-
en
de
en
geformuleerd:
metog
verwijzing naar karakteristieke
Be-
bouwmaterialen vormen 'couleur locale'. schikbare plattegronden en doorsneden van interessante gebouwen voorzien van chronologische arceringen zouden bouwgeschiedenis aangeven. meente- arrondissementkaarten systeem van symbolen en kleuren zouden de diversiteit en concentraties van functies en 'stijlen' verduidelijken en de 'ensembles' lokaliseren. Aan de uiterlijke vorm publikatie aldus, wellicht recht, uiterste zorg worden besteed om het geheel en
kleurplaten
met
ke problemen van tevoren te voorzien van een passen-
de, voorgeschreven 'aanpak' en 'oplossing'. Daarom zou 'proefondervindelijk' te werk worden gegaan met het bepaalde basisstramien en de mogelijkheid bij te sturen waar nodig. De basisopties werden als volgt
het meest openbare kunstbezit. Voor geïsoleerde
of het 'afzonderlijke beeld' als noodzakelijke schakel
gebouwen als belangrijke hoeven en kastelen zou uiteraard aandacht worden geschonken aan ligging,
in het proces van het 'leren zien', 'opnieuw ontdekken', naar waarde schatten of herwaarderen. De publikatie zou hierdoor een soort van eerste stap naar bescherming vormen en in feite neerkomen op de meest vereenvoudigde vorm van conservering.
te
van
kend' maken. Hierbij werd duidelijk gespeculeerd op de mogelijkheden van de afbeecling, het 'prentje'
en
onderdelen omgeving.
_' De te bestuderen topografische eenheid zou het arrondissement blijven als 'vatbaar', 'overzichtelijk'
uite
6 Overeengekomen werd deze basisprincipes
het totaal veertig arrondissementen tellen.
inde
van
werken onder leiding prof. Lemaire
twee 'test-arrondissementen' Leuven Nijvel, resp. behorend Nederlands- Franstalig tohe
en
; De chronologische limiet voor opname werd vastgelegd op ca. 1850, refererend naar het veilige voor-
en
dien
vande
onderdeel negen Belgische provincies
RM.
als
de straatwanclen, die in feite de open ruimten van straten en pleinen afbakenen en aldus behoren tot
en
'aantrekkelijk', 'leerrijk' en 'belangstelling kwe-
van
studie gevels volumes componenten
beeld van naburige landen en de traditionele kunstgeschiedenis met de noodzakelijk e '100 jaar afstand'
grondgebied en waarvoor al een eerste werk werd
voor een juiste evaluatie en objectieve studie.
van 1961. 8 De 'werkgroep' zou tweetalig zijn.
metd
de
de
de
bouwen in situ, zo mogelijk na raadpleging van
bestaande, aanwijzende literatuur.
en
de
vanhet
kanwel
vandeg-
en
j.i Systematisch onderzoek analyse
H vergelijking aantal pagina's voor kleine middelgrote steden in de gestencilde uitgave van 1961 met deze m de overzichtinventaris (1969-1971) enigszins interessant z i j n ; een verdere analyse van de aard der opgetekende gebouwen
Ken
Als
./ hoofdregels voor w e r k w i j z e werden aangestipt:
geleverd door K C M L gestencilde uitgave
Bulletin KNO B l jaargang 82 / nummer / / november 1983
en
end
de
met
in
De
inde
de
danoge
op
de
het
Dit
de
het
-
de
van
end
zouhetn
de
op
in
in
zo
met
nog
het
Ook
en
de
Zij
ste
gemeentekaart |
2
30p.4,2
Diest ill., kleurenplaten Leuven
38 p.
ingekleurde gemeentekaart 79 p., 47 ill., 2 kleurenplaten \ ingekleurde gemeentekaart gemeentekaart
l
Zoutleeuw ill. ingekleurde 3p.1,6
en
Het
inhet
Truiden (deel 6n), venstervormen e.a. arrondissement Veurne (deel 8n). 10 Deze officiële opdracht van 1967 zou leiden tot de publikatie van reeks 'Fotorepertorium meubilair Belgi-
sche bedehuizen'. Her onderzoek startte in 1971 en de publikatie per kanton (onderdeel van een arrondissement, in het totaal 222 voor België') begon vanaf 1972, vorm niet geïllustreerde brochures met een beperkte oplage van ca. 500 exemplaren. In 1980 waren 133 kantons gepubliceerd, telkens u i t s l u i inde
-\
14p.37,2
Tienen ill., ingekleurde
tuur, zoals vakwcrkbouw m het arrondissement Hasselt-Sint-
vande
10 p., 7 ill. — ingekleurde
in functie van nieuw ingebrachte gebouwen, specifieke inplantingen. . . zoals voor de arbeidershuisvesting b.v. (deel 4n) in functie van specifieke elementen van de regionale architec-
gemeentekaart.
tend in de taal van de regio.
van
2 p.
-
vanhet
Aarschot
9 lexicon werd later aangepast aangevuld:
de
metd
anhet
zoung
sprekender zijn, zeker indien-getoetst aantal items die wellicht nu zouden worden toegevoegd voor een noodzakelijke nieuwe uitgave (ook dient rekening gehouden inmiddels gesloopte panden), steden stencil gedrukte overzichtinventaris 1961 (1969-1971)
die
vande
en
ok
met
van
in
de
de
denr
Een
bijhet
hele luxe vergeleken vrijwilligerswerk commissieleden. vaste fotograaf tekenaar hoorniet bij. Personen deze kundigheden werden alleen 'sporadisch' en 'occasioneel' ingeschakeld voor publikatie, terwijl beroep gedaan werd medewerking allerlei aanverwante instellingen. Veel literatuur verband bouwwerken privé bezit was er niet voorhanden, lokale tijdschriften en verenigingen waren toen niet talrijk. Gaandeweg leek het terrein meer op een braakliggend veld dan vermoed, zodat allereerst moest worden gewerkt aan het opbouwen van chronologieën en eertypologieën. ontstonden problemen verband met de terminologie zowel in het Frans als in het Nederlands. zouden vanaf tweede deel Nijvel worden verduidelijkt in een beperkt, geïllustreerd Lexicon.9 Bij de publikatie van het arrondissement Leuven die eigenlijk had kunnen plaatsvinden in 1969, maar om administratieve redenen werd uitgesteld tot 1971, werden doelstellingen begrenzingen het werk zo duidelijk mogelijk omschreven, waarbij de drievoudige opzet extra werd onderstreept. Deze vorm van ovefzichtinventarisatie wou immers in de eerste plaats werkinstrument worden voor monumentenzorg, vooral voor de plaatselijke en centrale overheid en alle betrokken ministeriële diensten en commissies. Voor een ruimer publiek werd het boek gedacht als
wat
alen
half-time wetenschappelijke medewerkers leek
en
be-
a
van
Het
en
wat
Materiële middelen waren bijzonder beperkt uitgaven voor personeel allerlei praktische aspecten treft. kleine team eerst twee, later vier vijf
geïllustreerde gids voor de streek die voornamelijk informatie zou geven, belangstelling zou opwekken en een soort van 'spontane' bescherming in de hand zou werken. Voor meer geïnteresseerden, studenten vorsers aanzet kunnen betekenen voor verder werenschappelijk onderzoek. Wat betreft interieuronderzoek opname van het meubilair - voornamelijk als van 'kerkmeubilair' opgevat werden alleen voornaamste, normaal zichtbare kunstschatten opgetekend die de aandacht van gewoon bezoeker verdienen. vloeit logisch voort uit de basisoptie - architectuuronderzoek maar ook uit het bijkomende feit dat het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in 1967 de inventarisopdracht voor kerkmeubilair toegewezen kreeg.10 Relevant zijn wellicht discussies rondom titel van het werk, die in 1969 ontstonden na de splitsing van de Ministeries van Cultuur. Voor de Franse uitgave werd dit l^e patrimoine monumental de la Belgique. In het Nederlands luidt het: Inventaris van het cultuurbezit I Architectuur (hopend aanvulling verband roerend goed b.v.). Hierbij werd 'populaire' titel 'Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen' gevoegd, met de bedoeling resoluut over te stappen van het te enge 'monument'-begrip naar het ruimere 'Bouwkundig Erfgoed' niet verwijzing naar 'geleidelijk gegroeide', gebouwde omgeving. De uitgave van Leuven werd verzorgd door een privé-firma voor distributie privé-sector zou zorgen, de verspreiding in de 'openbare' sector zou worden verzekerd door Ministeries. oplage telde 3.500 exemplaren in het Nederlands en evenveel in Frans, toen enorm leek. Een echte evaluatie werd bemoeilijkt door de
het
OVERZICHTINVENTARISATIE: E X P E R I M E N T E L E F A S E (1966-1972)
233
IKUWE
de
en
to
an
Met
end
de
vande
de
de
vande
metd
dem, Franse tekst 10-14).
noodzakelijke beschermingen betrof. In het kader
en
van voorbereidingen werkzaamheden rondom het decreet van 3 maart 1976 (de aanpassing van de de
surle
de
en
de
Kngelse tekst 4-6). Gelijklopende tekst voor de overzichtinventarisatie in Vlaanderen: Van Aerschot-van Haeverbeeck S., ibi-
op
-
en
de
-,als
an
alte
en
-
en
op Ook
inde
inhet
en
van
inde
kon
i i Zie lijst der verschenen delen in het addendum. Over de toestand van de inventarisatie in Wallonië verscheen een bondig verslag: Genicot, L. F. G., J.'ïnvvntaire du Patrimone Monuwenta! (JPM). Communaütê francaise Belgicjue. (Les Institutions chargées l'inventaire Furope. Colloque inventaires eutopéens, Strasbourg-Bischenberg 1980, stencil, Belgique 1-3;
1975
Tijdens het Monumentenjaar 1975 bracht het Ministerie van Cultuur (N) een soort van 'zelf-inventarisatie' gang verspreidde hiertoe massa's M ' 7 5 steekkaarten helaas summier opgevat onder bevolking, inmiddels talrijker geworden 'historische' kringen, opkomende milieuorganisaties enz. Deze campagne leverde enorme oogst informatie die het analyseren waard was; hier kwam immers te voorschijn wat de bevolking - of althans een meer 'geïnteresseerd' deel ervan 'monument' 'behoudenswaard' beschouwde. De verruiming van het begrip monument, aandacht voor 'lokale socioculturele waarden' kwamen hier terdege uiting. werd aandacht besteed b.v. oorlogsmonumenten, grafmonumenten, mijlpalen, zeer kleine wégkapelletjes, wegwijzers enz. Uiteraard vroeg de verzamelde informatie om een zekere verwerking en vergelijking, aanvulling en systematische uitbouw om te komen tot grondige evaluatie voor juridische bescherming. In juni 1975 werd hiertoe binnen de Rijksdienst een werkgroep inventarisatie opgericht, samengesteld uit 15 a 20 voornamelijk pas afgestudeerde archeologen, kunsthistorici, historici, van wie verwacht werd dat ze meteen aan de slag zouden gaan en het hele Vlaamse land zouden afwerken volgende vijf jaar. Uiteraard waren hieraan een aantal praktische en andere problemen verbonden als samenstelling van werkgroepen, 'versnelde opleiding', werkwijze, programma enz. vroegere principes als 'empirische en dynamische werkwijze' in het achterhoofd werden basisopties opgesteld en voorgelegd aan het Cultuurministerie, de KCML. De basisopties zijn: 1 grote lijnen zouden uitgangspunten 'experimentele' overzichtsinventarisatie worden behouden, doch nodige correcties gezien evolutie monumentenzorg werking binnen Rijksdienst. 2 Sterk naar voren geschoven werd het doel 'werkinstrument voor monumentenzorg', vooral wat de
In
en
de
en
met
end
en
vande
ials
in
van
de
het
bij
de
vande
en
vande
te
als
In
endit
vandit
N S T A R T V A N A F
in
de
van
het
okal
en
envad
groeiende culturele autonomie, de splitsing van de Ministeries, KCML twee autonome secties (eind 1968). Door de Nederlandstalige sectie werd begin 1971 lijst dringend beschermen monumenten en 'ensembles' bezorgd, echter zonder tastbaar resultaat, omdat aanpassing nationale wetgeving werd uitgesteld. Tijdens de eerste zitting van Comité voor Monumenten Landschappen bij de Raad van Europa, einde 1971, werd de publikatie door de pas verkozen voorzitter de heer C. Pirlot voorgesteld 'eigen' interpretatie aanbeveling van Palma (1965); vooral 'ruime' verspreiding belangstelling opwekkende functie van de 'rijk geïllustreerde, aantrekkelijke' publikatie werden door de aanwezigen geapprecieerd. juni 1972 werd Koninklijk Besluit Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg opgericht, uitsluitend voor Vlaamse Landsgedeelte en binnen de administratieve structuur van dit Cultuurministerie. Onder andere opdrachten vermeldt art. 3.4 besluit publikatie inventarissen wetenschappelijke bijdragen verband Monumenten- en Landschapszorg. De bepaling van 'inventaris' werd gegeven onder art. 'wetenschappelijke beschrijving monumenten erbij horende kunstwerken kunstvoorwerpen'. Binnen de pas opgerichte Rijksdienst werd de systematische inventarisatie vrijwel stopgezet; alleen sinds 1971 tot halverwege 1972 aangevatte arrondissement Halle-Vilvoorde 'druppelsgewijs' 'deeltijds' worden verder gewerkt loop 1973 en met enige versnelling tijdens het Europees Monumentenjaar 1975. In Wallonië werd het werk gewoon voortgezet met een iets verruimd team van wetenschappelijk medewerkers en een voorgenomen publikatieritme van één arrondissement per jaar. 11 De publikatie geschiedde voortaan alleen in de taal van de regio.
OVHR7.\CTlNEAISK
Inventarisatie van het cultuurbezit in België
234
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer / / november 1983
be-
de
on-
methun
bijdeut
Het
en
dat
met
ten
van
vanhet
dat
van
be-
met
in
er
het
de
die
De
ande
zou
de
de
en
het
metd
te
en
van
met
vane
enlk
watokme
het
Eénva
of
en
dus
het
Met
metd
of
ent
de
met
opte
te
zou
de
indewg
die
ze
van
ca.
treden 1940, hoewel geenszins opname markante, recentere gebouwen stond voor zover kwalitatief, representatief bepalend schenen te zijn voor de evolutie van de architectuur en/of stedebouw ten lande. 4 Programma. De volgorde van onderzoek voor de diverse arrondissementen werd besproken inspecteurs van de Rijksdienst en de KCML-leden, rekening houdend prioriteiten voor dringende beschermingen. Daarom werd ook besloten een aparte werkgroep richten voor steden Antwerpen en Gent met de bedoeling deze historische nederzettingen bestuderen publiceren volgens hun belangrijkste groeifasen, middeleeuwse kern, i6e-eeuwse stadsuitbreiding, ige- en zoeeeuwse ontwikkeling.
Meth
van
-en
wegmt
ook de onmiddellijke en ruimere omgeving beter genoteerd en gekarakteriseerd te worden. Tegelijk viel ook de aangevochten chronologische limiet van 1850 alle gevolgen problemen — dien voor de 196- en aoe-eeuwse architectuur. In de praktijk kan niet worden belet dat doorgaans een haast vanzelfsprekende nieuwe begrenzing zou op-
ofm
metd
vanhet
geworden ensemble-bescherming diende daarom
het
en
als
van
als
van
te staan van de louter 'wetenschappelijke' methode zoals b.v. in Frankrijk wordt gevolgd. ^ De verruiming van het begrip 'monument', het inbrengen stads- dorpsgezichten, waarvoor waarden 'artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische en socioculturele' werden ingelast in het decreet, hadden uiteraard tot gevolg dat de inventarisatie diende te worden verruimd tot de globale gebouwde omgeving in haar historische groei . . .; en dus met inbegrip oudere doorsneebebouwing, arbeidershuisvesting, fabrieksbouw enz. diende te worden beschouwd integrerend deel bouwkundig erfgoed. Rekening houdend mogelijk
derzoek' administratieve bewoording voor wettelijk georganiseerd participatief proces. de hoofdpunten 'inventarisatie/publikatie' werd albehouden extra gebruikt voor opwekken van belangstelling zich meebracht aantal illustraties werd verhoogd boekdeel voorzien werd fotorepertorium mini-afbeelding van elk opgenomen gebouw. 6 Het opgeworpen probleem inventarisatie/documentatie inbegrip latere automatisering dienste monumentenzorg, architectuurgeschiedenis enz. werd in 1975 weggewuifd met hoofdzakelijk financiële argumenten. Uiteraard blijft de zo ruim mogelijk gedocumenteerde publikatie de meest directe en toegankelijke informatiebron voor particulieren diverse overheden. 7 Logischerwijze werd getracht enige coördinatie op gang brengen bestaande Diensten Kunstpatrimonium bij vier van de Vlaamse provincies en de betrokken stedelijke en nationale diensten. Grosso modo kwam hierop neer wetenschappelijke studies monografieën zouden worden uitgevoerd door Provinciale Diensten Kunstpatrimonium terwijl overzichtsinventarisatie worden overgelaten Rijksdienst omwille van de eenvormigheid, het operationele karakter voor de bescherming enz. Uitwisseling van informatie uiteraard worden verzekerd. KCML zou blijven fungeren als adviesorgaan en dan vooral op het vlak van persoonlijke contacten met commissieleden zouden worden geraadpleegd over specifieke, wetenschappelijke problemen in eistreek advies gevraagd voor inleidenteksten. Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium waren uiteraard geen problemen gezien de inventarisatie-opdracht van 1967; voor de later uit te werken monografieën zou het onderwerp worden bepaald overleg alle trokken instellingen. beginnende Stedelijke Diensten voor Monumentenzorg werd eveneens contact opgenomen om diverse vormen van samenwerking te bespreken die dan ook zoals voor Antgen
gageerde' fase waardoor ze uiteraard verder kwam
/ beoogde doel bleef uiteraard algemene langstelling opwekkende werking eri de noodzakelijke informatie werken beschermingsprocedure ingebouwd z.g. 'openbaar
de
het
van
ine
de
alsmo-
van
monumentenwet 1931, alleen geldig voor Vlaamse land) leek het inderdaad noodzakelijk systematisch basismateriaal te verzamelen dat in een tweede stadium zou worden geëvalueerd en aansluitend voorgesteld voor officiële bescherming nument of stads- of dorpsgezicht. Op deze manier kwam inventarisatie soort meer 'geën-
*35
Inventarisatie van bet cultuurbezit in België
end-
-
zou
in
losvande
Ajb. }2. De Handelsbeurs te Antwerpen, 1868-1872, van Josef Schadde. Het ondergedeelte is een kopie van de beurs van 1531 met erboven een ijzeren kap. U i t : Botman door da eeuwen betiï, }n b Stad
de
metog
en
en
aan zienswijze opvatting voor
van
Het
nodige nuances. optekenen gebouwen om ze aldus tot de potentiële rang van bouw-
ge-
to
in-
en
(na
de
en
inde
te
opde
in
en
Het
X.i systematische bezoek analyse sit/i werd wel iets complexer, gezien de verruiming van de opzet; ook hier diende geleidelijk getimmerd
washet
end
-inde
Onderzoek
vande
vande
deba-
werpen in de beste sfeer verliepen, met toespelen van gegevens, inbrengen van interessante invalshoeken en beschouwingen. Concrete werkwijze. Xoals vermeld werden sisopties 'experimentele' overzichtinventarisatie behouden, 'maar ook enigszins aangepast.
de
en
okde
Antwerpen, Gent 1976 (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
anbodveg
enok
vande
van
oken
ter
van
Inhet
uitde
wenof
en
te
-al
-die
is
kundig erfgoed verheffen uiteraard licate zaak die een zekere ervaring vraagt en hoofdzakelijk 'al doende' wordt geleerd. Gepleit werd voor een maximale opname — ook fotografisch eventueel naderhand worden uitgedund voor de publikatie, d.w.z. bij de evaluatie van het geheel van het verzamelde materiaal. Ren absoluut, algemeen geldend systeem van criteria dan niet omgezet puntensysteem werd niet ingevoerd omdat het een al te theoretisch model bleek zijn, variërende, plaatselijke realiteit 'kwaliteit'. Basiswaarden werden wel in acht genomen (cf. het decreet); classificaties volgens typologieën voor gebouarchitectonische onderdelen konden leidelijk worden gehaald veelvuldigheid van de aangetroffen voorbeelden of hun zeldzaamheid. 8.2 hele proces optekening plaatse uiteindelijke publikatie werd meer uitgebreid onderzoek literaire gepubliceerde iconografische bronnen ingevoerd. Via de mogelijke contactpersonen M'y 5-steekkaarten dien beschikbaar — kon het onderzoek worden aangevuld met lokale, al dan niet verspreide gegevens belangrijke mondelinge bronnen (soms ook al in situ opgetekend tijdens de contacten met bewoner of eigenaar). X.j Met het verleggen van de chronologische limiet kwamen problemen weinig bestudeerde 196- zoe-eeuwse architectuur, kust-architectuur, wederopbouw de Eerste Wereldoorlog). Hiervoor diende uiteraard een zekere vorm van Archiefonderzoek te worden gedaan. Geclasseerde bouwaanvragen, rooilijnplannen, kadastertekeningen, mutatieregisters, divers kaartenmateriaal enz. brachten een zeker inzicht - zij het nog soms vrij ruw en schematisch evolutie bouwvormen gebouwde omgeving. Vanzelfsprekend gemakkelijker dergelijk onderzoek verrichten steden waar meer zorg werd gedragen voor het archief en de reglementering bouwaanvragen veel ouder was, zoals het zeer vroege jaar 1695 voor Gent b.v. Voor de cloorsnee-steden ligt dat ca. i8oo-i8zo. te
236
Bulletin KNO B j jaargang 82 / nummer ƒ / november
in
en
te
om
en
en
de
opde
hun
met
in
en
danie
inde
vande
als
vande
ca.
het
Met
deb-
Momenteel is bijna de helft van het Vlaamse land met Brussel-Hoofdstad geïnventariseerd volgens schreven methode. Wallonië staat nagenoeg even ver. De publikatie en volledige distributie werd sinds 1975 toevertrouwd aan een privé drukkerij-uitgeverij : de oplage voor het Vlaamse land schommelt tussen 8.000 a 9.000 exemplaren waarvan de Staat er 12 Hst Historisch Ory/in Vlaanderen. Potvlieghc, Gh., Deel l, Provincie Oost-Vlaanderen, Brussel 1974. Fauconnier, A.-Roose, P., Deel Ila- Provincie Brabant. Arrondissement f lalle-VilvoorBrussel, 1975. ld., Deel llb. Provincie Brabant. Arrondissement Leuven, Brussel 1977. ld., Deel lila. Provincie Antwerde,
die
vanhet
van
het
nogea-
het
De
het
vanhet
der
is
en
ande
Op
en
en
De
ok
S T A T U S 1JJ QUOENVRDF,KBSCHWIG
van
of
te
omde
vane
en
met
ine
architectuur, wat uiteindelijk behoorde tot de drievoudige opzet. .De gebouwenbeschrijvingen werden enigszins gesystematiseerd bepaalde volgorde (cf. steekkaarten) aandacht voor type, materialen, architectonische compositie onderdelen, sporen vroegere toestand kern, afleesbare verbouwingen enz. en dit voornamelijk mogelijke 'organische groei' het gebouw aan te tonen en het 'collage-effect' in steden extra belichten. Gedateerde elementen werden zoals vroeger extra kritisch zorgvuldig behandeld vergelijkingsmateriaal. ingebouwde beperkingen overzichtinventaris werden waar mogelijk — en dus niet systematisch - overschreden wat het interieuronderzoek betreft. Gepubliceerde elementen werden meestal gecontroleerd, toevallig 'ontdekte' zorgvuldig opgetekend. Vanzelfsprekend zijn dergelijke 'toevallige' ontdekkingen gemakkelijker frequenter meer 'open' landelijke omgeving samenleving stedelijke. Voor industriële architectuur werd een onderzoek van structuur en bedrijf vrijwel onontbeerlijk. aanvraag KCML werd meer aandacht besteed onmiddellijke omgeving, wat geen al te grote moeilijkheden opleverde voor hoeven b.v. maar wel complexer werd voor historische parken tuinen later apart zouden moeten worden bestudeerd (de landschapinventarisatie uiteraard probleem). Voor kerkmeubilair werd vroegere beknopte aanwijzend systeem behouden, nu meestal refererend naar de inmiddels gepubliceerde delen fotorepertorium Koninklijk Instituut Kunstpatrimonium. orgelinventarisatie neemt sinds 1970 een aparte plaats in en wordt nu ook binnen de Rijksdienst uitgevoerd en gepubliceerd.12
het
de wetenschappelijke studie van de meer recente
metd
en
betreffende bestaande 196- zoe-eeuwse gebouwen schijnen impulsen te hebben gegeven voor
De verruimde opname van het bouwkundige erfgoed en het meer uitgediepte onderzoek hebben uiteraard invloed publikatie haar omvang. Sinds 1976 werden relgieuze openbare gebouwen, voorheen gepresenteerd bij het begin van de gemeente, onder eigenlijke adres ondergebracht zodoende de mogelijke ensemblevorming en de band met de omgeving beter kunnen belichten. Sinds 1976 werden systematisch meer uitgewerkte straatnotities ingelast met historische, stedebouwkundige en architectoni sche aspecten; gelijkaardige inleidingen kwamen ook bij wijken en gemeenten waar de aandacht voornamelijk ging naar de nederzettingspatronen en hun evolutie. Tenslotte werden algemene inleidingen gegeven waarin geografische historische achtergronden relatie gebouwde omgeving werden geschetst samen met een eerste synthese na beëindigd onderzoek over de evolutie van het bouwkundig erfgoed. Voor de steden kon deze chronologisch en 'stilistisch' worden opgevat, voor de arrondissementen eerder typologisch en chronologisch. Zoals reeds vermeld werd ook illustratiemateriaal uitgebreid onder meer tekeningen, architectuurdetails, situatieschetsen enz. Het fotoregister tenslotte werd Vlaanderen ingevoerd vanaf 1976 (1979 voor Wallonië). Sinds 1979 werden ook Engelse samenvattingen van de inleidende teksten gevoegd bij de diverse registers achteraan.
het
Deze eerste archiefgegevens en -aanduidingen
de
PublikMtit
en
als
ok
Deze verzamelde 'stedelijke' gegevens werden enigszins 'toonaangevend' 'interpreteerbaar' beschouwd voor de nabije omgeving.
237
pen. Arrondissement Antwerpen, Brussel 1983.
inhet
ande
te
en
wel
indt
Op
vanhet
vande
vande
en
opdit
Als
inhet
ophet
en
en
Van
ge-
vanhet
datnokielv
en
de to
enht
zou
dat
bij
Dit
of
het
Momenteel wordt voornamelijk onderzoek 'buitenshuis' gestimuleerd door het materiaal ter beschikking te stellen voor eindverhandelingen aan de universiteiten, architectuurscholen enz. artikelen voor tijdschriften waaronder het eigen Monumenten en iMtidschappen. betekent geenszins niet worden nagedacht over verschillende mogelijkheden en vormen voor wetenschappelijke uitbreiding, de verruiming naar een 'globale inventarisatie' met inbegrip van het onroerend goed bestemming roerend goed; voor het laatste zal het probleem vanzelfsprekend rijzen na goedkeuring van het decreet van 17 november 1982 bescherming roerend kunstbezit.
vanhet
M Demey, A.-Goedlcven, K., Vijftig jaar beschermingen in Vlaanderen (M & L, i nr. 2 (1983), 18-19).
Van een wetenschappelijke verwerking van het materiaal, binnen de dienst zelf, is voorlopig geen sprake gezien het nijpend gebrek aan middelen en personeel.
opde
die
Tot
van
kan
en
vane
de
an
te
Het
bijeengebrachte aangroeiende inventarisatiemateriaal zou op verschillende niveaus kunnen worden verwerkt, in de eerste plaats naar een ruimer publiek toe, niet expliciete verruiming van de op^et belangstelling kweken. Hierbij worden gedacht verdere uitbreiding tentoonstellingen zoals sinds 1979 worden georganiseerd naar aanleiding van publikatie inventarisdeel. dusver
ging het hoofdzakelijk om een fotografisch overzicht bouwkundig erfgoed behandelgebied betrokken meenten werd overgebracht - hiertoe ietwat aangepast — met de nodige begeleide bezoeken voor scholen geïnteresseerde groepen. november 1982 januari 1983 werd thematentoonstelling 'Van Winkelen Puien' Gent gehouden hand van bestaande voorbeelden uit het Gentse en archiefstukken voor belangrijke, verdwenen elementen. Hiernaast worden ogenblik populariserende vouwbladen voorbereid en mogelijk ook 'kijk boeken' die deelaspecten van de monumentenzorg en -beleving zouden belichten. Ook zouden de gegevens beter kunnen worden ingepast kader z.g. 'cultureel toerisme'. eerste experiment gebied werden stadswandeling door Veurne en een fietsroute 'Bouwkundig Erfgoed' uitgewerkt in samenwerking met het nu tot het Cultuurministerie horend Commissariaat Generaal voor Toerisme, naar aanleiding publikatie officiële presentatie inventaris arrondissement Veurne (mei 1981). langere termijn, wanneer voldoende uniforme basisgegevens voorhanden zullen zijn wordt verband gedacht aan een geïllustreerd 'Kunstreisboek voor Vlaanderen'.
vanhet
vanhet
an
blijkbaar niet toe. nog
men
-
dea-
en
te
van
-
an
hetin
het
hetS.
het
dat
en
50
vroeger verplicht afnam (cijfer steeds meer daalt rekening houdend met de beschikbare kredieten). Momenteel zijn er voor Vlaanderen: B nummers en 16 delen; Nederlandstalig deel voor Brabantse (Franstalige) arrondissement N ij vel; een urgentieinventaris voor Brussel, opgesteld door Lukasarchief (Brussel). Voor Wallonië zijn er 8 nummers en 11 delen en een Franstalig deel voor Brabantse (Nederlandstalige) arrondissement Leuven. Voor Vlaanderen betekent dit een bestand van ca. 27.000 gepubliceerde items, een duizendtal in druk voor najaar 1983 verschijnen nummer 90, gewijd Mechelen, historische binnenstad, een aangroeiend aantal opgetekende items voor de publikaties van 1984 e.v. In optimale omstandigheden zouden onderzoek en publikatie kunnen worden afgerond tussen 1990 en 1995. De verdere uitwerking stuit op de volgende problemen: inventarisatie/bescherming: Hier veroorzaakt ministratieve follow-up soms moeilijkheden en vertragingen, terwijl verder dient te worden gewerkt aan het opvoeren van het aantal te beschermen monumenten, stads- en dorpsgezichten. De verruimde inventarisatie leverde uiteraard een enorm aantal, zeer gedifferentieerde gegevens op.13 - inventarisatie/documentatie: Tot nog toe wordt de bijeengebrachte documentatie bewaard in de provinciale RMLz-directies te Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Sint-Truiden. Zij wordt ter plaatse geraadpleegd door studenten, vorsers, geïnteresseerden. Flen centraal documentatiecentrum zou echter moeten worden opgezet ten behoeve van algemene monumentenzorgproblemen, maar daar is
in
Inventarisatie cultuurbezit België
238
on-
het
ADDENDUM
te
Inventaris van het cultuurbezit in België, i. Architectuur
okmetd
Verschenen delen
Provincie Brabant. Arrondissement Halle-Vil-
1973voorde, 1975. 3n a. Provincie Antwerpen. Stad Antwerpen. Stadsgedeelte binnen de middeleeuwse vesten, 1976. 3n b. Provincie Antwerpen. Stad Antwerpen. De :6eeeuwse stadsuitbreiding, 1979.
4n a. Provincie Oost-Vlaanderen. Stad Gent. De Kuip van Gent, 1976. N-
W).De
en
O).De
b.
4n Provincie Oost-Vlaanderen, Stad Gent (deel i6e-eeuwse stadsuitbreiding, noordelijk oostelijk deel, 1979. 4n b. Provincie Oost-Vlaanderen. Stad Gent (deel Zi6e-eeuwse stadsuitbreiding, zuidelijk
en
4nc.
en westelijk deel, 1979. Provincie Oost-Vlaanderen. Stad Gent 196-
2
6n.
d.
2oe-eeuwse stadsuitbreiding, 1983, i deel. 4n Provincie Oost-Vlaanderen. Stad Gent. Fusiegemeenten, 1983, i deel. 5 n. Provincie Oost-Vlaanderen. Arrondissement Aalst, 1978, 2 delen. Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt, 1981, 2 delen, yn. Provincie Oost-Vlaanderen. Arrondissement Sint-Niklaas, 1981, delen. 8n. Provincie West-Vlaanderen. Arrondissement Veurne, 1982, deel. Bouwen door de eeuwen heen. Brussel-Hoofdstad. Urgentie-inventaris, 1979.
i
dieht
In voorbereiding
vandit
vande
omhet
9n.
Provincie Antwerpen. Mechelen. Historische binnenstad, najaar 1983. ion. Provincie Antwerpen. Arrondissement Antwerpen, voorjaar 1984. 3n Provincie Antwerpen. Stad Antwerpen. 1962oe-eeuwse stadsuitbreiding, najaar 1984. c.
het
2n.
vande
en
of
de
zou
die
2.
Provincie Brabant. Arrondissement Leuven, 1971. Provincie Brabant. Arrondissement Nijvel,
en
tela-
uitde
het
hoet
en
wiedatzo
en
omen
Ophet de'tr
den ren
1.
dati
te
Dit
dieop
den
'aPisen
men
van
to
en
de
meth
en
om
te
end
het
Vooralsnog lijkt belangrijkste huidige der^oek publikatie voort petten deze eerste, systematische reeks voor Vlaanderen België voltooien. beste gebeuren nodige respect voor basisopties maar vereiste soepelheid tegenover intrinsieke extrinsieke problemen, zoals dusver steeds werd gedaan. Daarnaast zal eraan moeten worden gewerkt om een soort 'permanente-inventarisatie'-opvatting ten doordringen, waardoor ervan uitgaat werk nooit uiteraard regelmatig dient worverfijnd, aangevuld, aangepast voor betere 'herziene uitgaven' geregelde tijdstippen zouden moeten verschijnen. vloeit uiteraard voort opvatting van inventarisatie als een dynamisch proces waarin steeds maar vragen opkomen, niet minst omtrent de inventarisatie zelf: waartoe al dit werk eigenlijk dient voor nodig hoeft, het best kan worden 'gebruikt' en 'ingeschakeld' in de strijd historisch bewust waardig leefmilieu. wetenschappelijke vlak dragen inventarisatieproces en -publikatie ook wel bij tot het aanscherpen van de kritische zin met betrekking tot de theorievorming over architectuur evolutie gebouwde omgeving. Ook worden de perspectieven van de traditionele architectuurgeschiedenis hierdoor verruimd; talrijke aspecten zouden na afloop van deze 'eerste rondiscussie kunnen worden gesteld, andere worgerelativeerd genuanceerd. Het is vanzelfsprekend dat in deze complexe overzichtinventarisatie twee zaken bijzonder dodelijk zouden kunnen zijn: enerzijds de loutere, fragmentarische improvisatie die elke vorm van continuïteit zou negeanderzijds administratieve routine geheel zou herleiden tot een 'systeem' en dat systeem dan verder uitbouwen systeem. Hiermee zou elke contact met de realiteit verloren gaan en het geheel worden afgesneden gebouwde omgeving en de actuele belevingswaarde van het historische patrimonium, beide onderwerp vormen 'permanente onderzoek'. Ditzalhe
239
ƒ/
82/
KNOB
Bulletin f jaargang nummer november 1983
vanhet
in
Inventarisatie cultuurbezit België
240
ine
Aft.}). Overzicht van de verschenen en binnenkort te verschijnen delen van de inventaris van het Cultuurbezit in België. I. Architectuur, zoals afgedrukt reclame-folder (foto Kunsthistorisch Instituut Nijmegen).
de
2de-
de
de
6.
Brabant. Arrondissement de Louvain, 1971. Brabant. Arrondissement de Kivelles, 1973. I-iége, Ville de Liège, 1974. Hainaut. Arrondissement de Mons, 1975. Namur. Arrondissement Namur, 1975, len. Hainaut. Arrondissement Tournai-Mouscron, 1978, delen.
2.
1. 2. 3. 4. 5.
2
de
Verschenen delen
Luxembourg. Arrondissement Marche-enFamenne, 1979. Liège. Arrondissement Liège, 1980, delen. Namur. Arrondissement Philippeville, 1982, 2 delen. de
Le patrimoine monummtal de la Belgique
241
/
De Sint-Gummaruskerk te Lier, 1972.
a
Two
to
alwto
I.
Y
The history of the Inventory of Monuments in Belgium goes back 1835 when Royal Commission numents founded. important dates before 1960 were 1931 when preserve monuments was
Inventaris van het Kunstpatrimonium van de Provincie Antwerpen
SUMAR
Wetenschappelijke inentarissen buiten de reeks
onM-
82j
KNOBl
Bulletin jaargang nummer november 198}
was put into operation, though a clear order to make
te
no.365fthe
Re-
The
ofthe
of
inthe
of
And
upto
Ge-
te
en
De
De
8. Sint-Salvatorskathedraal Brugge. Inventaris, 1979.
ofalthe
De Onze-Lieve-Vrouwekerk te Kortrijk, 1973.
7. Sint-Salvatorskathedraal Brugge. schiedenis architectuur, 1976.
a
Damme, 1971.
was
5.
6.
The
vanhet
te
De
i.
Beeld kunstbezit, 1965. 2-3. huizen Brugge, 1968; ie druk 1975. 4. De Zwinstreek, 1970.
was
and
van
Kunstpatrimonium West-Vlaanderen
andthe
i,
bd. 1980.
forthe
Beveren, Doel-Kallo-Kieldrecht-Verrebroek, 1982. XIV. De Sint-Martinuskerk te Aalst. 2. Kunstwerken,
ofthe
De Onze-Lieve-Vrouwkerk te Ninove, 1980.
ofthe
De Onze-Lieve-Vrouwkerk van Pamele te Oudenaarde, i. Architectuur, 1978. De Onze-Lieve-Vrouwkerk van Pamele te Oudenaarde. 2. Kunstwerken, 1979.
a
..
(illustraties),
athe
V.
I..
Sint-Maria-Horebeke
before 1850 thought prime importance. search in archives was put off till a later date. And the aim was to arrive at the publication of one volume per district. It soon appeared that one was doing pioneer work, many difficulties solved spur moment and even the titles of the volumes to be published, in Flemish and French, gave rise to all kinds of discussions. In 1975 the Department of Culture decided, in order to get at more direct Information, to have the population as a whole draw up their own inventories via all kinds existing popular committees. directives for general inventories were formulated more succinctly and the coordination of all data better organised. Literary and iconographical sources were now taken into account architecture I9th 2oth centuries included. Difficulties remain field protection monuments as a result of the new inventories and in the decisions on how and where to store up all the new material that being brought together. scientific research still remains goal future. article concludes with survey different volumes that have been published now.
of
Het retabel van het Lam Gods, 1965. Kanton Sint-Maria-Horebeke (tekst), 1971.
VIII. Kanton 1971.
itwas
Council of Europe, were a great stimulus. Architecture
Sint-Baafskathedraal Gent, 1965.
VI. VII.
Andasre-
setupo
the
Sint-Niklaaskerk Gent, 1960. Dendermonde, 1961.
hadtobe
III. IV.
was
I.
Kanton Kaprijke, 1956.
of
L
Temse, 1953.
was
wasnotye
thelawon
Oost-Vlaanderen
and
inventories given, 1948 when decided to start an archive of photographs. In 19651966 monuments revised. sult committees were formulate master plans for quick survey-inventories. International European decrees, especially recommendation
van
vanhet
Inventaris Kunstpatrimonium
Archeologisch nieuws
242
ARCHEOLOGISCH NIEUWS
vastgesteld, met uitzondering van de koorsluiting. Over aanwezigheid
bleek ondergrond zulk diepte te zijn omgezet dat er van de
van een ingebouwde tufstenen toren
te
wasomen
welht
de
structie mogelijk te maken.
R.O.B., Amersfoort (H. Halbertsma)
R.O.B., Amersfoort Halbertsma) (H.
to
kon geen zekerheid worden verkregen, al bestaat hiertoe vermoeden.
N IJ M E G E N
van
inde
onderzoek Benedenstad Nijmegen als onderdeel van het ROB-
Het
LI E K DE N ( ü F. M. LI E N DE N)
onderzoeksproject 'Urbanisatie
binnen de muren der Ned. Herv. kerk
rivierengebied tijdens de Middeleeu-
is
huidige, laat-gotische vooraf gegaan. De plattegrond van de tufstenen ker-
satie en werkwijze waren nagenoeg gelijk aan die uit de voorgaande jaren. weer gerekend worden
Ajb. i. Overachtskaart van de opgravingsterreinen in de Benedenstad van Nijmegen (Tekekcning ROB).
op
over de tufstenen basiliek welke aan de
wen' is in 1981 voortgezet met drie opgravingen (nrs. 12-14; afb. O- Organi-
kon
te
nadere gegevens verkrijgen
Ooknu
te Lienden werden pogingen onderno-
inhet
Tijdens een tweede opgraafcampagne
men
de
renis
to-
Deop
en
inhet
ne
bijhetnog
de
gaf
lijke Waaldijk weggedoken Ned. Herv. kerk Dodewaard aanleiding een onderzoek naar mogelijke resten van oorspronkelijke koorsluiting, behorende bestaande tufstekerkschip dito toren. Deze koorsluiting werd opgeofferd bij de bouw van het huidige dwarspand met absis jaar 1840. zichzelf reeds zeer merkwaardige tufstenen vermaard wegens daarin vermetselde Romeinse memoriesteen met afbeelding van een ruiter. De originele steen werd in 1865 uit de toren verwijderd en naar het Rijksmuseum van te
oorspronkelijke koorfundering weiovergebleven recon-
nig
inde
restauratie half noordevande
De
(G F. M. D O D E W A A R D )
de
spelkerk kon in hoofdzaak worden
open plek is met een replica opgevuld. Binnen de muren van het dwarspand en
Oudheden te Leiden overgebracht. De
top
GELDERLAND DOEWAR
Mededelingen van de archeologische instellingen in Nederland
Bulk t in KNO B l jaargang 82 j nummer / / november 198}
vandeHof
vande
het
de
en
de
en
12
. \fii. ]. iDe kelder van het huis de Hof van Batenburg gezien naar het noordoosten. Links natuurstenen toog traptreden oorspronkelijke ingang; rechts bakstenen pijlers voor secundair aangebrachte gewelf (foto ROB).
de
inde
van
43
dieht
vande
vandeHof
en
het maaiveld. Oorspronkelijk
zijn aangetast, sloop helemaal van gebouwen pover bewaard
straat toegankelijk uitgebouw-
De
wasde
lag2,7m
mend
13m,de
de
en
uitde
opde
viaen
schuin aflopende trap, overdekt door tongewelfje. Vermoedelijk en
opde
date
de
Ook
kelder in de zuidoosthoek vanaf de
de,
vano,;h
vanhet
to
c.q. door de recente uitgewist. resten bleken hier maar zeer te zijn gebleven: wel
was er in dit stadium van de kelder-
en
met
met
end
vanRo-
De
beeldhouwwerk (onder meer Romeinse spolia). Deze muuropbouw refereert aan de natuurstenen muren die bij de
voorgaande opgravingen elders Benedenstad zijn geconstateerd (zie voorgaande berichten). Hoewel direct dateerbare vondsten ontbreken, kuninde
tot gevolg gehad dat vele archeologische sporen door het eeuwenlang graafwerk
zet en vervangen door een trap in de oostmuur. natuurstenen muren kenden een geringe bijmenging van andersoortig materiaal: stukken meinse tegula, maar ook middeleeuwse mop, bovendien enige fragmenten
drie bouwfasen bouwwerk grond baksteenformaten gedateerd worden tweede helft i4e eerste helft i;e eeuw, respectievein
7,5 keldervloer onder
fluvioglaciale afzettingen, uit-
werd tenslotte deze trap weer dichtge-
vanhet
tuurlaag er niet zeer dik is. Dit heeft weer
ging terrein boven
van
lopers waarvan Nijmeegse binnenstad ligt, heeft gevolg cul-
omvang opgegraven. lig-
hard. derde, zeer recente fase Ine
van
2).
het
vande
het
de
Lange Burchtstraat; ige eeuw
was hier de kazerne van de Marechaussee gevestigd. De overblijfselen bestonden funderingsmuren tweedelig huis; oostelijke helft was tot kelder verdiept. De totale aanzichtbreedte bedroeg diepte
nieuwe trap aan de noordzijde gebouwd vloer baksteen ver-
vande
(O) is het grootste gedeelte met een
de
Mr.
en
straat zijn verlengde (Z), Hermanstraat (W) en het Stockumstraatje
stenen
inde
straat/Ridderstraat (N), Platenmakers-
vande
terrein gelegen tussen de Muchter-
deto
Vandit
Eiermarkt (no. 12). uitgestrekte
laat-middeleeuwse
huizen aangetroffen (afb. Eén huis bevond zich aan de zuidzijlangs verlengde Platenmakersstraat. Dit terreingedeelte vormmoderne herindeling achterterrein bebouwing langs
kelder aangebracht, de oorspronkelijke toegang dichtgezet baksteen,
op
voorname
Op
169-173) genoemde personen instellingen.
te
zeer recent bleken zijn. twee plaatsen werden echter resten
en
de medewerking van de in het vorige bericht (Bulletin KNO B, 81 (1982),
ned
De
enid
de
het
vanhet
2.
Afl}. (K'erzicht oostelijk gedeelte opgravingsterrein Liermarkt, gezien naar noordwesten. Links marge deel van overblijfselen Styrum; rechtsboven Ridderstraat marge hoekje kelder Batenburg. beide parallelle banen ganse terrein doorsnijden zijn grachten uit de Romeinse Tijd (foto ROB).
2
werd bakstenen tongewelf over
dert midden eeuw
kunnen toebehoord hebben aan de zo-
be-
vandei6
genaamde Hof van Styrum, een voornaam stadshuis dat op deze plaats sehet
de
en
zo
to
en
en
die
enr-
trekken, overwegend recent
uit
lijk tweede helft 16e-176 eeuw, cent. De onderzochte gebouwresten
heeft gestaan. Aan de zuidzijde van het terrein bevond zich serie huisom-
bouw geen verharde vloer, noch een gewelf. Huis met kelder waren opgetrokken natuursteen: vooral kalksteen met een bijmenging van tufsteen en veldkeien. In een volgende fase
kelders, water- beerputten, echter goed als niets van de bebouwing die eertijds langs bovengenoemde straten
Archeologisch nieuws
(J.AB
vane
IX
de
De
afte
uit
na
(ie
en
en
te
Het
omen
als
vande
metn
na
nade
De
te
mogelijk maken. occupatie-geschiedenis Eiermarkt laat zich opgraving volgt reconstrueren. Het begin valt in eeuw Chr. spaarzame
de
Inhet
oever. Tot op grote diepte werden alleen rivierafzettingen waargenomen,
dat
mag
zodat aangenomen worden eventuele resten van bewoning uit de Middeleeuwen en/of vroeger geheel weggespoeld zijn.
Het
end
open de
H.
gecombineerd worden. Uitvoering vanwege ROB door de
end
isen
de
met een groot en langdurig onderzoek uitgestrekt terrein tussen Achter Vismarkt Nonnenstraat. verslag hiervan zal met dat van 1982
Zij
De
Achter de Vismarkt (no. 14). In de maand september begin gemaakt
uit
van
Waalkade (HO. ij). plantsoen dicht langs de Waal is een verkenningssleuf gegraven loodrecht op de rivier-
uit
Inte-
En-
vande
de
het
inde
open
dane
op
en
inde
inde
menid
leidelijk bebouwd. Dit proces gaat aanvankelijk langzaam, zodat 146 eeuw nog maar enkele grote vrijstaande huizen vindt. Deze huizen of hoven worden sedert 156 -i6e eeuw toenemende bebouwing opgenomen. Het oorspronkelijk open binnenterrein wordt daaropvolgende eeuwen grotendeels volgebouwd; hierzijn vele kelders beerputten afkomstig.
de
Dit
van
uitén
kon
date
eeuw praktisch geheel verlaten geweest. Sedertdien wordt het terrein ge-
van
to
uitde
uitde
nog
vande
to
5)
bebouwing nadere interpretatie
bij
was
was
met
dan40
het
wasde
de
ste
in
toande
is
vane
indt
vanhet
te
in
en
en
voerd. Daarbij is een geplaveide vloer gelegd, zijn gewelven op zware pijlers gemaakt zijn opeenvolgende toegangen raamopeningen aangebracht c.q. weer dichtgezet. Deze grote kelder is gebruik gebleven recenafbraak bijbehorende huis. Dit laatste was wederom een voornaam laat-middeleeuws stadshuis, genaamd Hof van Batenburg en bekend sedert 1460. Betreffende de meer recente veranderingen huis tamelijk veel bekend grondige verbouwing in het midden van de i8e eeuw, toen het huis in bezit was van de bekende Nijmeegse familie Roukens M. Jong, 'Bij sloping patriciërshuis', Numaga (1962), 153166).
op
in
plaatsgevonden, alle baksteen uitge-
eeuw Chr.), bestaande paal-
kuilen, enkele greppels afvalkuilen. geheel bleek echter summier te veel verstoord te zijn door de latere
de militaire aanleg van twee spitsgrachten. Daarna is het gebied tot aan de 136
NW.
den vóór het begin van de 156 eeuw. Sedertdien hebben vele verbouwingen
ten lijken buigen. grachten doorsnijden oudere Romeinse sporen
civiele bewoning. In de 4e eeuw volgt
en
voor datering van de bouw; toch kan deze op andere gronden gesteld wor-
m
zich in de wanden verschillende lampnissen. Ook hier ontbraken vondsten
vanio,
dat
later is dichtgezet. Voorts bevonden
vanZO
waarboven
schuin aflopend tongewelfje (afb. 3). Tot deze eerste aanleg moet ook een langwerpig raam aan de zijde van de Stockumstraat gerekend worden,
vande
trap
en
uitgebouwde
het
de
toegankelijk vanuit Ridderstraat, ook in dit geval door middel van een
het
en
vloerdiepte
van 3,6 m. Ook deze kelder was oorspronkelijk opgetrokken uit verschillende soorten natuursteen, waaronder veel kalksteen en tufsteen, met de langzamerhand 'normale' lichte bij menging van Romeinse tegula en middeleeuwse mop. De kelder was in de NW-hoek
de
vanc8,5Xme
met
kelder binnenwerkse afmetingen
het
kumstraat. Het bestond uit een grote
van
Het tweede restant van een groot laat-middeleeuws huis bevond zich op de ZW-hoek van de Ridderstraat/Stoc-
de
strekte binnenterrein achter de bebouwing langs eerder genoemde vier straten. Dit verklaart het voorkomen meer beerputten, verspreid over gehele terrein enige concentraties aan de randen. De vorm van de putten was overwegend vierkant tot rechthoekig, derde deel rond; bouwmateriaal bijna steeds baksteen in uiteenlopende formaten. In enkele eerste vulling 146156 eeuw aanwezig, verreweg meeste dateerde deze iye 196 eeuw. Duidelijk was dat deze laatbeerputten herhaaldelijk geleegd zijn en dienst hebben gedaan tot aan de aanleg moderne riolering. heeft gevolg gehad reeks gedateerde baksteenformaten uit beerputten (men zie Bulletin KNOB, 79 (1980), niet voortgezet worden. Wel is in deze vullingen, die alle geborgen zijn, een grote reeks van gesloten vondstgroepen uit sub-recente tijd verzameld afkomstig woongebied. Van middeleeuwse bewoning terrein ouder eerste huizen en beerputten is aan grondsporen nauwelijks iets aangetroffen. Spaarzame vondsten duiden begin geregelde occupatie op dit geheel open binnenterrein 136-146 eeuw. kele vondsten en grondsporen uit de Karolingische tijd zijn aangetroffen verspreid over hele terrein. genstelling hiermee zijn sporen Romeinse tijd veel talrijker. vallen uiteen twee categorieën. jongste bestaan twee parallel verlopende spitsgrachten met een tussenafstand 5 hart hart richting volgend halverwege Stockumstraat naar de Klokkenberg, d.w.z. naar Aanvullend onderzoek bij rioleringswerkzaamheden in de Ridderstraat/Muchterstraat heeft aangetoond dat de grachten op de rand Klokkenberg naar wes-
de
megen 1896, 29-30).
Eiermarkt vormde in feite het uitge-
dei
Het gehele opgravingsareaal van de
was(H.DJvn
kend Schevichaven; Oud-Ni/megen's Stralen, Markten, Pleinen, open ruimten en Wandelplaatsen. Nij-
Clevis, M. J. A. de Haan, H. Sarfatij en Tak.
G.R
244
R.O.B., Amersfoort (H. Sarfatij)
M5
/
82/
KNOBl
Bulletin jaargang nummer november 1983
KNOB Nieuws van de Bond en actuele informatie
vane
dit
&
te
met
met
isdt
het
R.de
van
zalwthe
ine
het
de
mr.PJvande
de
Dankzij grote inzet onze adviseur Mark zijn onderhandelingen voor verkrijgen van subsidie voor deze uitgave vergevorderd stadium. 1983 repertorium betreft een beslissend jaar worden. Werkgroepen Beleid langere termijn: In maart kwam
to
te
het rapport van deze werkgroep gereed. De werkgroep adviseerde om meer over gaan regionale activiteiten om de betrokkenheid van de le-
datiom
te
werk Bond vergroten. Hoewel het bestuur grote waardering heeft voor dit standpunt, is zij toch mening financiële en personele redenen vooralsnog vande
vanmr.F
met
dr.i
dag
De
U.F
op
in
metals
Voor het eerst in de geschiedenis van de KNOB werd er ook een studiedag gehouden thema 'Monumentenbeschrijving nieuwe banen?'. Inleiders deze waren drs. Jong, prof. Th. H. Lunsingh Scheurleer, drs. Hylkema, prof. C. L. Temminck Groll, mevr. S. van Aerschot-van Haeverbeeck en A. Föhl. inleidingen werden atgerond een discussie onder leiding Th. Dijckmeester. De verhandelingen van deze boeiende studiedag zullen eind 1985 in het Bulletin worden gepubliceerd.
van
en
per
die
deb-
de
de
ophet
Tot
van
Repertorium (deel V)
denbijht
van
en
en
enVa
de
en
in
en
te
deSt.
De
to
Na lang wikken en wegen heeft het bestuur moeten besluiten de jarenlange band Brill verbreken. Tijdens verslagjaar werd een overeenkomst gesloten Bohn, Scheltema Holkema, die vanaf i januari 1983 de uitgave van Bulletin zullen gaan verzorgen. Helaas heeft prof. dr. ir. C. L. Temminck Groll wegens zeer drukke werkzaamheden de redactie moeten verlaten. In december 1982 verscheen de laatste Nieuwsbrief. Nu het Bulletin 5 x jaar gaat verschijnen extra communicatiemiddel tussen bestuur en leden niet langer nodig en zal het als aparte rubriek achter in het Bulletin worden opgenomen. Evenals in 1981 verschenen er 3 afleveringen.
Studiedagen
en
H.Wvan
de
de
vanhet
Het
De
De
winterexcursie werd gehouden Haarlem. Ter gelegenheid van deze excursie heeft de redactie van het Bulletin een speciaal nummer gewijd aan deze stad. algemene ledenvergadering werd gehouden in het Teylers Museum. belangrijkste besluit tijdens deze vergadering was de vaststelling herziene huishoudelijke reglement. Na afloop van de vergadering hield heer Kempen lezing met dia's over de restauratie van de St. Bavo. In de middag werd een bezoek gebracht aan het stadhuis, de St. Bavo en vleeshal, waarin tentoonstelling over Bavo bezichtigen was. zomerexcursie leidde naar Roermond en omstreken. In Horn vond de algemene ledenvergadering plaats. Tijdens deze vergadering werd het voorstel contributieverhoging goedgekeurd werd afscheid genomen de bestuursleden Bosch-Kruimel, Moerman Asselbergs. Verwelkomd werden de nieuwe bestuursleden Jurriëns Voorden. Na vergadering begaf ieder zich te voet naar het kasteel Horn, waar een zeer gastvrij onthaal volgde door
Het
Excursies
to
ven
vande
in
ande
DE
de
Ookin
1982 ontwikkelde Oudheidkundige Bond weer vele activiteiten, die in dit verslag puntsgewijs de revue zullen passeren.
Bulletin en Nieuwsbrief
Nade
familie Magnée. lunch werd op initiatief van de heer Jansen een ingelast bezoek gebracht aan de voormalige door waterkracht aangedreven elektriciteitscentrale Roer met afbraak wordt bedreigd. Na terugkeer Roermond werd onder zielende leiding stadsarchivaris Van Bree en enkele medewerkers van de rondwandeling door stad gemaakt, die eindigde met een bezoek aan de Munsterkerk. De historie van deze kerk werd op een heldere manier toegelicht door Baronesse van Hövell Westerflier. slot werden excursiegangers ontvangen stadhuis Roermond door Burgemeester Wethouders. experiment eendaagse zomerexcursie werd over het algemeen als geslaagd beschouwd.
de
JAARVERSLAG VAN SECRETARIS O V E R 1982
en
op
M.E
H.
W.J
al-
inhet
bij
de
vanre-
rubriceren. Het ligt in de bedoeling om
de sterke terugloop ledental
gangen ronde doen, neemt verde
het
warring toe. Zowel particulier ini-
en
toegeroepen, het aantal blijft nagenoeg constant. Het bestuur doet een drin-
en
nuepaso
van
en
wvc onlangs wel heeft toegezegd de
de
komende jaren 100 miljoen gulden extra voor monumentenzorg vrij te
te
de
zeer overschaduwd door onopgelosdecentralisatieproblematiek.
dan
De
dit
nagenoeg gecompenseerd door de toe-
treding opvallend veel jonge leden. Nieuwe activiteiten, zoals diverse
de
metn
de
en
ditiegetrouw zijn jaarrede uit, niet nadat ontvallen volgende vande
financiële redenen zorgen weliswaar jaarlijks voor een niet onaanzienlijk ledenverlies, maar wordt
om
i
omi
lange snelle ledendaling lijkt definitief
van welkom spreekt vervolgens tra-
hijet
wat
KNOB, heel positievere geluiden horen. jaren-
een halt te zijn toegeroepen. Vergrijzing van het ledenbestand en bedankjes
voorzitter opent vergadering, die blijkens de presentielijst door 70 leden wordt bijgewoond, woord
De
inhet
de
Daarentegen laat voorzitter tweede deel van zijn rede, gewijd aan hetwlnvad
Tiel i.oo uur.
is.
vande
plaats maken. minister Datde
van
met
om
en
Opemng en jaarrede door de voorzitter
van
dat het voor verspreiding en gebruik in brede kring geschikt Sinds kort werkt deze werkgroep samen met de
Het
gehouden op zaterdag 18 juni 1983 te
te
met de voorbereiding van een gemeentelijke monumentenverordening monumentenlijst lijken
maken, is verheugend, maar wordt te
V E R S L A G VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE KNOB
riseren. rapport dient zodanig karakter zijn (duidelijke opzet, helder taalgebruik, praktische aanbevelingen),
gelijknamige werk-groep Nederlandse Vereniging van Monumentenzorgers.
gemeenten, enthousiast begonnen
van
De
tingen te geven over alle zaken de KNOB betreffende.
dat
van
en woensdag is zij altijd beschikbaar vragen beantwoorden inlich-
op
ok
uite
A.
van
Monumenteninventarisatiemethodiek: Op 25 november 1982 ging deze werkgroep onder voorzitterschap drs. M. Prins-Schimmel start. werkgroep heeft als opdracht een rapport brengen, aanbevelingen bevat voor de wijze waarop gemeenten, maar gewesten, provincies particuliere monumentenorganisaties cultuurhistorisch waardevolle objecten systematische wijze kunnen inventa-
Het dienstverband van mevr. De Haas werd ingang 1982 uitgebreid van 2 dagen naar 2 J dag. Op maandag
die
op
no.3,
vande
en
inde
het
leidt, helaas veelal begrijpelijk, tot een afwachtende, passieve houding. Vele
Bureau
de
Op
nieuwe leden te werven.
vanhet
20
om
op
gend beroep alle leden meer Werkgroep jaar Monumentenwet: verzoek bestuur heeft deze werkgroep reactie geschreven Voorlopig Standpunt Staatssecretaris. Deze reactie is gepubliceerd Nieuwsbrief 1982.
tiatief als de gemeentelijke en provinciale overheid blijven hierdoor onverantwoord lang in het ongewisse over de afloop van wat velen zien als het 'decentralisatieavontuur'. Onzekerheid
te
is
laatste jaren gelukkig halt
te
studiedag te houden over dit onderwerp.
vande
na de voltooing van dit rapport een
de
paling alsmaar uitblijft en er steeds weer nieuwe varianten in de wandel-
vanhet
toch méér leden moeten komen. Aan
ent
momenteel doende grote hoeveelheid dia's gegevens ordenen en
de
in
tralisatie monumentenzorg. Doordat een definitieve standpuntbe-
Maar wil de financiële toestand echt rooskleuriger worden, dan zullen er
te
De
aard richting plannen geringswege komen decen to
Holkema wordt voor 1983 gehoopt een nagenoeg sluitende begroting.
overgang naar Bohn, Scheltema &
van
vrijwillige medewerkers onmisbaar is. werkgroep hoopt deze grote klus 1983 te voltooien. Elen vrijwilligster is
perkt worden tot f 6.000,—. Met de
voorzitter staat eerste,
gemene deel zijn rede vooral stil voortdurende onzekerheid over
vande
vanhet
Nieuws, kon het deficit van dit jaar be-
en
Spoonvegnionumenten: Deze werkgroep verzet ongelooflijke hoeveelheid werk, waarbij de grote inzet van de
H. de Jonge, mevr. W. N. van Heekvan Hoorn.
omte
vanf
extra subsidie Ministerie van wvc voor het Archeologisch
C. Hijszeler, Molendijk, J. F. van Dissel, P. Voormolen, mevr.
vande
het
metn
het strakke beleid van de penningmees-
tern
momenteel het geval is georganiseerd worden.
deficit 13.000,-, dankzij
De
van
en
vanuit 'het bureau' kan niet méér dan
en
zalhet
Werd verslagjaar 1981 afgesloten
van
de
leden heeft herdacht: (. van der Nooy, J. Polderman, H. van der Lugt, dr. C.
Financiën
bestuur activiteiten initiatieven leden harte toejuichen, maar
de
vande
KNOB-
Nieuws Bond actuele informatie
haalbaar Desalniettemin is.
met
246
werkgroepen en studiedagen zoals die in december 1982 over de monumen-
is
bij
de
van
afte
vande
als
he-
date
omde
en
hij
in
danver
vanA-
vande
in
Hetisdanokm
die
en
hijde
het
van
kan
de
enrol
de
uite
ja-
vande
'inde
De
hijen
inde
derht
als
de
be-
to
mr.GA
vande
renis
de
date
dat
de
ande
De notulen, die tevoren ter inzage hebben gelegen op het KNOB-bureau en voorafgaande vergadering, worden ongewijzigd vastgesteld. De voorzitter spreekt verwachting uit,
isde
H.
vande
van
mr.LM
Inde
als
enir.NCGvad
de
stuur worden bestuursleden drs. Sarfatij Rijt zodanig herkozen. plaats leden jhr. Michiels Kessenich en prof. dr. J. H. F. Bloemers, niet herkiesbaar zijn, benoemt vergadering drs. U. F. Hylkema en drs. T. A. S. M. Panhuysen. Tenslotte be noemt de vergadering op voorstel van het bestuur Conyn penningmeester als opvolger van mr. L. H. A. J. M. Quant. Vervolgens staat de voorzitter stil bij verdiensten scheidende stuursleden. De heer Bloemers heeft als bestuurslid in de eerste plaats ertoe bijgedragen bestuurlijke aandacht voor archeologie afgelopen gegroeid. Daarnaast heeft belangrijk aandeel gehad in de werkzaamheden van de Werkgroep Beleid Langere Termijn. voorzitter zegt
de
te
Conform de voordracht van het be-
die
vande
om
26
te Nijmegen februari 198)
en
hijde
er-
ter
van26
omde
dat
de
bestuursleden
en
open
date
/ Verkiezing nieuwe
is
is
Gelijk notulen februari j.l. kon ook het jaarverslag van de secretaris niet tijdig genoeg worden gepubliceerd. jaarverslag, eveneens inzage heeft gelegen, wordt vervolgens vastgesteld nadat de voorzitter heeft geconstateerd, dat geen der aanwezigen heeft verzocht integrale tekst van voor te lezen. Het
van
en
de
vande
en
-
omde
vande
q Jaarverslag secretaris over 1982
de
te
Naast de gebruikelijke berichten van verhindering zijn er geen bijzondere ingekomen stukken melden mededelingen te doen.
in
is
het
kon
ande
P.Jvander
De
metd
2 Notulen Algemene Ledenvergadering
te
De
en mededelingen
verheugd zijn, heer Panhuysen op zich heeft willen nemen, om in het bestuur vooral de belangen van de archeologie te behartigen. heer Quant, vergadering laas verhinderd, heeft penningmees ter de ondankbare taak op zich genomen uitgevoerd Bond dreigende ondergang houden. Door een straf en zuinig beleid enerzijds door verandering uitgever anderzijds, waar penningmeester actief betrokken geweest, heeft hechte basis gelegd voor een financieel-structureel gezonde vereniging. Gekomen 1981 heeft door drukke werkzaamheden, waaronDecanaat Orde dvocaten Utrecht, eerder wacht, zijn functie moeten neerleggen, maar zijn verdiensten zullen tastbaar blijven. groot vertrouwen, dat wij een confrère van zijn kantoor in de persoon van de heer Conyn zijn opvolger mogen verwelkomen. De heer Michiels van Kessenich, op het laatste moment vandaag verhinderd, heeft naar binnen en naar buiten voor Bond gespeeld, nauwelijks overschat worden. Onder zijn voorzitterschap in de jaren 19781981 Bond vele problemen de voorgaande jaren snel te boven gekomen. Hij is de drijvende kracht geweest achter onder meer verkrijgen van subsidie van de overheid, mede waardoor een eigen bureau kon worden ingericht en mevr. De Haas als bezoldigd medewerkster kon worden aangetrokken. Daarmee heeft fundamenten gelegd voor de huidige opbloei van de Bond. De leden zullen hem zich bovenal blijven herinneren als uiterst bekwame aimabele voorzitter ledenvergaderingen. Door zijn vele belangrijke werkzaamheden was de heer Michiels van Kessenich gedwongen de laatste jaren zijn functie als vice-voorzitter luwte' oefeter
j Ingekomen stukken
of
Het
de volgende notulen weer tijdig gepubliceerd zullen kunnen worden.
de
opte
tenbeschrijving op rijksniveau, blijken ook nieuwe leden leveren. bestuur heeft dan ook besloten, in december 1983 opnieuw een studiedag te organiseren, waarbij decentralisatie van de monumentenzorg een belangrijke plaats zal innemen. De voorzitter staat vervolgens stil bij de overgang van het Buiktin van Brill in Leiden naar Bohn, Scheltema & Holkema Utrecht. Spreker herinnert eraan, dat financiële motieven het bestuur node hebben gedwongen banden met Brill te verbreken, maar constateert dat het Bulletin bij de nieuwe uitgever in goede handen is. Het jaar 1983 voor alle betrokkenen uitgever, redactie bureau — jaar wederzijdse gewenning, mede waardoor jaarverslag secretaris ditmaal niet tijdig voor ledenvergadering worden gepubliceerd, maar alle tekenen wijzen vruchtbare samenwerking. Verheugend voorts, kopij voor deel V van het Repertorium onlangs drukker overgedragen. Dankzij het onvermoeibaar ijveren van mr. Mark, adviseur Bond, heeft de Stichting zwo een subsidie toegezegd, die publikatie van dit vijfde deel in 1983 mogelijk zal maken. voorzitter eindigt zijn jaarrede vaste oproep meer leden werven, opdat de Bond levenskrachtig zal blijven. De begroting voor 1983 is na voorgaande jaren van grote tekorten weliswaar bijna sluitend, maar voor de langere termijn is een ledental van 1500 nodig, terwijl dit aantal zich de laatste jaren rond de 1400 beweegt.
^47
ƒ/
82/
Bulletin KNOB j jaargang nummer november 1983
vande
de
en
ge-
temo-
in
nuok
gen
de
ur
13.00 vertrokken twee
de
le-
De
bij
engaf
inde
van
en
Vande
bussen met als eerste doel het vestingstadje Buren. Ook hier ging de heer Rijt weer voor kerk boeiende toelichting alle lotgevallen deze kerk. meeste den waren niet weg te krijgen uit het fraai gerestaureerde Buren, zodat te
bussen enigszins laat vertrokken
de
dieons
de
voor volgende rit, leidde langs de Linge en de plaatsen Buurmalsen, Tricht, Beesd, Geldermalsen en Gellicum. De tocht langs de Linge ging over het smalle Appeldijkje, dat de chauffeurs wel voor enkele problemen stelde en vele tegenliggers een benauwd moment bezorgde. Maar busgangers konden genieten van een prachtig landschap met vele schitteren-
De
de typische Betuwse T-boerderijen. kerkjes mooie ingesnoerde naaldspitsen bovengenoemde plaatsjes konden helaas alleen vanuit busraampje bewonderd worden. Bijzonder fraai langgerekte hoofdstraat van Beesd met zijn geschoren lindebomen, kenmerkend voor authentieke Betuwse dorpen. tocht eindigde Zaltbommel, waar bezoek gebracht werd
de
ande
en
in restauratie zijnde Maartenskerk. Verzameld koor ingebouwde winterkerk (voor velen een gruwel, voor anderen een prachtoplossing) indeht
bijde
Inde
in
90in
en
in
De
de
isokde
het
vande
methun
de
De
hemn
Hetwas
in Franeker, weer Tiel begroeten. Om
de
be-
van
de
zon
Ine
hield ons bestuurslid ir. N. C. G. van Rijt inleiding over historie
de
dat
het vertrek van de heer Michiels van
noegen de Bond na vele jaren geleden
datheg-
De
onsa-
van15
is
datbij
het
uit
als
stralende verzamelden
excursiegangers, getal, zich St. Maartenskerk Tiel. kerk
heer Valk spreekt hoop uit, de
De
het
Dit
de
is
uit
is
VANDE
zal
De
metn
in
//(f Rondvraag en sluiting
vande
VERSLAG ZOMEREXCURSIE N A A R TIEL EN Z A L T B O M M E L, OP 18 J U N I 1983
en
de
te
hulpzaam te zijn, een aanbod dat van ganser harte wordt aanvaard. Spreker zal pogen toestemming verkrijgen om te vergaderen in de statige vergaderzaal van het Gemeenlandshuis in Delft. Tijdens zomerexcursie naar het voorstel van het bestuur een bezoek aan het onlangs geopende buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum centraal staan. Gelet op de ligging van Enkhuizen en de vele bezienswaardig heden in West-Friesland stelt het bestuur voor hier tweedaagse excursie van te maken, welk voorstel door de vergadering krachtig applaus wordt ondersteund. heer Prett Bergen wordt deze genoemd deskundige van het Buitenmuseum.
op
mee in. De heer Rodenburg biedt aan, het bestuur bij de voorbereiding be-
Je
zal
is
van
to
dat
in Leiden, met daarbij de vermelding, waar mogelijk aangehaakt worden bij het gegeven, dat 1984 voor Delft 'Willem Oranjejaar' uitgeroepen. De vergadering stemt hier-
het
van
in
in
te
omde
het bestuur thans voor winterexcursie houden Delft, plaats
enht
houden in Leiden. Om deze reden stelt
de burgemeester van Tiel, de heer J. Pop. voor groot
De
Monumentenstudiedag in april 1984 te
vande
date
onlangs vernomen heeft, Stichting NCM besloten heeft de Nationale
de lunch werden leden Bond welkom geheten toegesproken door
daar verzonden. blijkt niet geval te zijn, maar zal spoedig alsnog gebeuren, aldus voorzitter. heer Franken vraagt aandacht voor plannen voor afbraak van het Huis Beaulieu te Arnhem, gebouwd door Koningin Anna Paulowna, ondanks deeltelijk (de voorgevels) van rijkswege als monument beschermd. heer Sypkens Smit Utrecht heeft derhand meegedeeld, KB juli 1980 beroep ongegrond verklaard pand lijst afgevoerd. voorzitter zegt toe, zowel Gelderse Monumentencommissie als de Gemeente Arnhem te zullen benaderen. In dit verband informeert de heer Franken naar (kennelijk) staan Stichting Maintendrai Nassau, gericht bescherming met Oranje verbonden gebouwen. voorzitter zegt toe, dat ter zake nadere informatie zal worden ingewonnen. Nadat hiermede de rondvraag is afgerond, sluit de voorzitter de vergadering en wenst een ieder een goede excursie door de Betuwe. alis
secretaris deelt mee, bestuur dathe
De
6 Voorstel excursie 1984
sociale contacten _weer hernieuwd
opgebouwd worden. Aan het einde van
De
de brief over het Canisius College in Nijmegen aan het Gemeentebestuur al-
of
Tenslotte informeert de heer Valk of
nen. Zijn spirituele geest zal echter nog lang in ons midden zijn.
en
Nieuws Bond actuele informatie vande
KNOB-
248
van dit gebouw. Vervolgens spoedde iedereen zich
sentielijst, waarop mevr. Hubert Blijenburg spontaan toezegt, Bond
nietenhof. Aansluitend werd de Algemene Ledenvergadering gehouden.
Hoogevest lezing over restauratie kerk. zijn inleiding wonderde iedereen de prachtige plafondschilderingen en drentelde op eigen houtje door kerk.
een gastenboek voor de ledenvergaderingen te zullen aanbieden.
Tijdens de lopende lunch konden alle
Om 16.30 uur vertrokken de bussen
de
de
be-
en
Na
nogwat
van
de
naar de koffie, die geserveerd werd in de naast de kerk gelegen moderne Ag-
hield de restauratie-architect ir. T. van
vande
alsidvn
zal
het
endathij
uithe
Kessenich bestuur niet definitief is toekomst bestuur terugkeren. Spreker pleit vervolgens voor een handiger pre-
Bulletin KNO B l jaargang 82 / nummer / / november 1983
het
op
dievan
die
die
die
end
deb-
te
in
van
en
is
Een
Tot
inde
die
af.Een
en
bijde
anhet
er
om-
en
methun
)i
van
en
be-
in
is
die
dat
en
vande
Inhet
en
is,
ishet
Van
Wie en wat zijn de instellingen die zich in Engeland bezig houden met monumentenzorg en met bouwhistorisch en archeologisch onderzoek? In dit hoofdstuk geen adreslijst, maar een korte beschrijving van de taken van de diverse lichamen, zowel overheid als die van de particuliere. Overigens staat hele organisatie de helling plannen voor veranderingen voorbereiding zijn, worden door de betrokkenen met zorg tegemoet gezien, meer daar zuinigingen sectoren zeer hard zijn aangekomen. slot verhandeling over de ethiek van opgraven en restaureren en over de keuzen die daarbij - vaak tegen wil en dank - gemaakt moeten worden. bibliografie ca. i; o titels en een register sluiten het boek ieder geïnteresseerd in goed gedegen, maar niet saai overzicht van de manier waarop de Engelsen historisch erfdeel gaan, doet goed boek auteur te bestellen. David Baker. Living ivitb the Past; the historie environment. B/etsoe, Bedford 198). 174 pp.; /
ay, Bletsoe, Bedford M K 44 i QG, England. Gironummer 696 6;o^.
BOURTANGE; SCHANS IN HET MOERAS
wasde
te
meth
om
in
Het huis dat in 1971 werd gebouwd op de plaats van een van de vroegere soldatenbarakken Bourtange aanleiding onderzoek doen naar de geschiedenis van dit Groningse vestingstadje. Tegelijk reconstrueren van de oude vesting verdiepte G. S.
van
in
K.
Koeman-Poel, begeleid door Sierkszich verschillende aspecten het verleden van het stadje, die zij beschrijft in haar boek Bourtange; schans
ma,
de
end
ons
ande
ge-
De
hun
indt
en
on-
en
datmen
zal
het
van
met
envad
in
Het
enal
-in
de
dane
men-uit
vanosl
Engeland geldt voor velen het land met een enorme rijkdom aan boven- en ondergrondse monumenten, waar diepgeworteld historisch besef — goed voor zorgt. In de herinnering komen perfect derhouden klooster- en kasteelruïnes met hun fameus gemaaide grasvelden, prachtige kathedralen landhuizen of het geheimzinnige Stonehenge. Dat de wereld van de Engelse monumentenzorg niet zo rooskleurig is en bovendien ingewikkeld — en historisch gegroeid elkaar zit, niemand verbazen evenmin feit . ook daar te kampen heeft met grote problemen. boek David Baker geeft een helder en aangenaam leesbaar overzicht over het huidige wel en wee van de zorg voor het historisch erfdeel Engeland — gemengde gevoelens beschouwde — plannen voor verandering daarvan. belang
de
HISTORIC ENVIRONMENT
de
mr.P
THE
L I V I N G WITH PAST; THE
die
wasernmo-
datzij
en
ofWa-
dien
nog51te
was
ande
de
BOEKAANKONDIGINGEN
daarbij te weten dat in Engeland de bebouwde historische omgeving veel minder los staat van de archeologische en vice versa, iets wat ook vaak in de organisatie tot uiting komt. Bakers boek ingedeeld tien hoofdstukken, achtereenvolgens handelen: een globaal overzicht van de ontwikkeling van het (pre)historische landschap, de nederzettingen daarin en de gebouwen andere 'voorwerpen' door mensenhand vervaardigd zijn. Eveneens in vogelvlucht wordt de ontwikkeling van de opvattingen over de historische omgeving geschetst (van oudheidminnaars tot 'new archaeology') en van de wetten en regelingen die in de loop der tijden uitgevaardigd zijn met betrekking tot de bescherming van het boven- en ondergrondse erfgoed. De opvatting over wat waard is bewaard te worden en hoe de systematische beschrijving en documentatie in Engeland geregeld vormt inhoud van het volgende hoofdstuk. Gebruik misbruik historische gegevens zijn wijdverbreid en gevarieerd. hoofdstuk daarover gaat, merkt men dat er veel overeenkomsten zijn met Nederland (en met de rest wereld), vooral waar misbruik betreft. Wel valt op dat op het gebied van onderwijs en popularisering Engeland duidelijke voorsprong heeft. Noodopgravingen, toeristenerosie wilde (pre)historische speculaties vinden hoofdstuk plaats. twee volgende hoofdstukken zijn wijd druk waaraan resp. verborgen en de bovengrondse historische gegevens zijn blootgesteld; ook hierbij komen uiteraard veel bekende verschijnselen voor. Het hele samenstel van wettelijke regelingen staat duidelijk en in grote lijnen beschreven in hoofdstuk 8, samen met de verschillenmonumentenlijsten criteria bij het maken daarvan gelden en met de planologische maatregelen.
die
de
eng-
inde
menht
Metn
bijhet
weer richting Tiel, alwaar wij afgezet werden Museum Sociëteit. kopje thee hand bezichtigde museum, voor deelte gevestigd in de pas enkele jaren geleden herbouwde Kleibergse terpoort, oorlogsjaren grotendeels verwoest. Voor liefhebbers, dit bleken er uiteindelijk zijn, gelijkheid de dag te besluiten met een diner in de Agnietenhof. Tijdens het gezamenlijke diner werd veel lof toegezwaaid bestuursleden mevr. Prins en de heer Van de Rijt, die deze excursie georganiseerd hadden. Namens aanwezige leden dankte J. van de Mark het bestuur voor het vele werk afgelopen jaar verricht heeft.
249
in bet moeras. Het boek is opgebouwd
KNOB - Nieuws van de Bond en actuele informatie
king zijn ruim 2000 nieuwe foto's ge-
tekeningen onder aandacht
van
de
vande
de
uit drie delen: historie ves-
de
250
menten van Hoorn zijn afgebeeld. Vier
ontstond spontaan idee samen' met de gemeente Hoorn een bijzondere
bijzondere stadsplattegronden,
kilometer straatgevels. Maar de initiatiefnemers beoogden
zijn omvang, zijn illustraties, zijn uitvoering en zijn prijs nog niet eerder in soortgelijke vorm land ver-
panden hebben plaatsgevonden.
den de geschiedenis van de monumentenbescherming in Nederland en in het
mende gegevens zijn hierbij zodanig
verspreid
voorko-
huis is gebouwd, gesloopt, gerestaureerd, verbeterd, verbrand, vergund
werd Wijnhuisfonds opgericht
anderszins veranderd. 127 namen van
bescherming van monumenten door
straten, pleinen stegen worden his-
aankoop en restauratie. Aardig detail is de strijd van de gebroeders Booij, die
torisch verklaard; direct afleesbaar geworden waar, behalve de eerder ge-
pand Laarstraat tientallen jaren lang schuil lieten gaan achter ontsierende reclameborden protest plaatsing gemeentelijke
noemde bouwactiviteiten, drankvergunningen werden verleend ging café-terrassen, zonneschermen, wasdrogen waterpompen
lijst.
de stoep dan wel of vóór het huis kippenhokken, paarden, keften of drie-
is
op
inos
ARCHEOLOG1SCHGEOLOGISCHE KAART
en
DFN
VAN
is
Als eerste gemeente in Nederland is
vane
en
Den Haag begonnen met het samenstellen uitgeven archeologisch-geologische kaart. Daarmee is bereikt groot aantal gegevens over zowel bewoningsgeschiedenis als de geologische historie van de stad, die voorheen slechts in wetenschapde
op
of
HAAG
daten
enhot
en
met
met
omhet
vande
wielde karren mochten worden geplaatst, zelfs kisten harpuis ja
te-
opde
uit
ande
hun gend
C.FJ
ƒ",-)•
of
werd daar een gemeentelijke monumentenlijst opgesteld en een jaar later
ter
geordend dat in één oogopslag is te zien wat op ieder stuk grond, in ieder
het
bijzonder in Zutphen belicht. In 1926
Scbriks, Zorg stadsbeeld. Drieluik. Uit ff geven ter gelegenheid van het vijfenvijftigjarig bestaan Stichting Wijnhuisfonds Zutphen. Walburg Pers, Zutphen 1982.
dat
/.
zorg voor monumenten in Zutphen. Vanuit een juridische invalshoek wor-
Tienduizenden
geschiedenis monumenten. Red. A7. Groot vele anderen. Hoorn, 1082. Uitgave Stichting Stadsherstel en Vereni ging 'Oud-Hoorn'. 384 p.; foo,jo. Verkrijgbaar bij Drukkerij West-Friesland, Kleine Noord /-o, Hoorn (verzendkosten van
op
sinds 1900 2500 btnnenstadsin
gendi
en
pagina's informeert over stad monument, recht en monumentenzorg en de
schenen. Hoorn; huiden, straten, mensen. Momenten
en
Vijftien medewerkers bewerkten twee jaar tijds 40.000 archiefstukken, die betrekking hebben veranderinin
OMHET
Een handzaam boekje dat in 280
vande
uniek boek, gelet zijn inhoud,
ten mensen worden opgezocht
end
bijzonderheden over de huizen, de straend
samenhang achtergrond opgenomen gegevens. Zo ontstond een
geschiedenis van Hoorn vast te leggen.
STADSBEELD
'handleiding' en een bijdrage over de
meer; er moesten ook zoveel mogelijk
om daarmee een stuk van de jongste ZORG
gripsverklaring en een literatuurlijst vervolmaken het geheel naast een
uitde
en
f
in
Dr.G
metn
C.-f
jubileum-uitgave te maken van deze 10
enb-
ging 'Oud-Hoorn' werden gebracht, om
ners aantal bijlagen. besluit uitvoerige bronvermelding een personenregister. Overdiep, voorzitter van de Stichting Vesting Bourtange, schreef een Ten Geleide. Koeman-Poel, Bourtange; schans het moeras. Stubeg, Hoogeland 19X3. ca. iJ4 pp.; 40,-.
het
maakt, waarop alle circa 350 monu-
Het
de Stichting Stadsherstel en de Verem
en
ting, het dagelijks leven van de bewo-
gevelfoto's opgenomen; vergelij-
den gemaakt. De kaart is vervaardigd
van
Deg-
en
enzo
ók
en
die
methun
den
alle veranderingen binnenstad
en
zijn ruim 150 oude, merendeels nog
ter
zemin
van
de
van voornaamste straten Hoorn
lezers visueel
compleet mogelijk beeld te geven van
inde
en
vande
in
de
In
1944 werd opdracht Rijksdienst voor Monumentenzorg groot aantal tekeningen vervaardigd waarop heel nauwkeurig alle gevels
winkels werden en met werkplaatsjcs die mét de ambachtslieden verdwenen. Duizenden namen van bewoners worvermeld, vaak beroep. Omde
H UI 2 K N, STRATEN, M F. N S F, N
dantou
en
met
woonbare huizen, woningen
HOORN;
de
en
wasmet
met
stallen, overbevolkte onbe-
het
nooit eerder gepubliceerde straat-
of meer in vergetelheid geraakt. Toen
De
zijn weergegeven. Daarna zijn
pelijke instituten als de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Rijks Geologische Dienst lagen opgeslagen, toegankelijk is gemaakt voor groter publiek geïnteresseerden toe. gevens voor kaart zijn bijeengebracht door een werkgroep waarin de gemeente beide rijksdiensten vertegenwoordigd waren en waarbij ook van de kennis van de Haagse afdeling van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland gebruik mocht wor-
teertouw. Ook is te lezen over wat er gaande beerputten varkens-
rijk
aan
monumentale
de
zal
date
omten-
be-
met
en
Ge-
vande
bijde
met
in
dr.GMe
van
ophet
KW
van
A.
UITGAVE UTRECHTSE
van voldoende belangstellenden vóór uiterlijk
SCHUT MEESTERSREKENINGEN
i januari 1084 kan de uitgave worden gerealiseerd.
als
woonhuizen. Steden Middelburg, Veere Zierikzee vertonen grote rijkdom verscheidenheid i6e-, iye- en i8e-eeuwse gevels. Hetzelfde geldt voor veel dorpen. Fred Jilleba beschrijft in dit rijk geïllustreerde boekje constructieve, ruimtelijke stilistische ontwikkeling van het Zeeuwse woonhuis. dergelijk boekje is geen overbodige luxe in een gebied door zijn ligging tussen Brabant, Vlaanderen en Holland een bijzondere variëteit aan bouwstijlen kent. De opzet van het boekje is encyclopedisch. Het laat zich zowel als voorbereiding bezoek Zeeland tijdens zo'n bezoek gemakkelijk gebruiken. vaktermen worden aparte lijst verklaard. ige eeuw
ca.130
de
WOONHUIS
is
prijs stellen be^it de%e
uitgave, kunnen %tch melden bij de Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht, Alexander Numankade 199, )^2 Utrecht, t.a.v. heer Graafhuis, adjunct-gemeentearchivaris. Alleen bij aanmelding
HET OUDE ZEEUWSE
Zeeland
per
ishet
okde
en
inde
de
is
De
AZDen
De
voor de Volkshuisvesting, afd. Landmeten en Kartografie, Driehoekjes 31, zji) Haag (tel. 070-12)9002).
G.
De kaart is voor f i<),— verkrijgbaar bij de kaartverkoop van de gemeentelijke Dienst
Door stichting Matrijs eerste deel uitgegeven Historische Reeks Utrecht. Deze reeks behandelt de geschiedenis van de stad Utrecht en omgeving. Per jaar zullen twee delen gaan verschijnen. In het eerste deel worden de forten rondom Utrecht, die deel uitmaakten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, besproken. Het boekje rijk geïllustreerd geeft naast veel historisch-vestingbouwkundige gegevens natuurhistorische waarden van de verdedigingswerken aan. Koppert, forten rond Utrecht, Stichting Matrijs, Utrecht 1983. Verkrijgbaar bij de boekhandel voor f i;jj.
251
toekomst behulp computer voor het publiek toegankelijk te maken. De uitgave werd mogelijk dank zij de activiteiten van een der paleografische werkgroepen Utrechtse meentelijke Archiefdienst wordt voorbereid samenwerking mevr. Meyer. Deze kendmaking wordt gedaan derzoeken of voor deze uitgave interesse bestaat. Verwacht wordt, uitgave bladzijden tekst bevatten en dat de kosten ongeveer f 20,exemplaar (exclusief verzendkosten) zullen bedragen.
Zijde
FORTEN ROND UTRECHT
vane
be-
met
en
door de gemeentelijke Dienst voor de Volkshuisvesting voorzien uitgebreide legenda herziene woningsgeschiedenis. Later dit jaar zal als vervolg op de publikatie van deze kaart nog een serie wetenschappelijke artikelen verschijnen, die gedetailleerd de ontstaansgeschiedenis van de ondergrond van Den Haag en de relatie met de daarop volgende bewoningsgeschiedenis zullen behandelen.
DE
Bulletin KNO B j jaargang 82 j nummer / / november 1983
de verdedigingswerken van de stad
van de Utrechtse schutmeester, in de
maakte zijn hierbij groot belang.
van
vande
verdedigingswerken stad Utrecht
De
an
die
deG-
en
De
zijn hoge stadsmuren met kantelen, zware poorten en vele torens. Hoewel
er uit de Middeleeuwen geen afbeeldinbekend zijn, kunnen schriftelijke bronnen ons een beeld geven, Hierbij
en
van
kunnen lye-eeuwse tekeningen, die de vervallen middeleeuwse stadsversterking uitbeelden, behulpzaam zijn. Vooral enkele anonieme tekeningen in
end
Zijbe-
vande
en
Onder deze titel organiseert meentelijke Archiefdienst Utrecht deze winter tentoonstelling. middeleeuwse stadsverdediging moet er imposant hebben uitgezien met
gen
en
die
hoe
de
van
van de middeleeuwen tot heden
van
en
van
de
UTRECHT OMMUURD
van
zal
de
vande
zal
in
De
64
vande
als
an
De
wat
en
Inde
de
Een
en
an
en
de
dat
open
ok en
ornihet
1600) vele tekeningen schetsen, die Herman Saftleven op en nabij
ƒ'4,-
inde
de trant Abraham Bloemaert (ca.
ciale aandacht worden besteed de perspectieven om de informatie uit reeksen oude rekeningen, zoals
krijgt minder aandacht evenals
Het
derde kameraar der stad genoemd. Spe-
Walburg Pers, Zutphen 198). pp.;
en
F. Jilleba, Het oude Zeeuwse woonhuis, De
en
oude boeren-, arbeiders- schippershuisjes in veel Zeeuwse dorpen.
ligt bedoeling voorjaar 1984 jaarrekening een der Utrechtse schutmeesters uit te geven, vergezeld van samenvattingen van inhoud alle bewaard gebleven Utrechtse schutmeestersrekeningen uit de periode 1428-1528. Deze samenvattingen vormen wegwijzer naar informatie schutmeestersrekeningen bevatten. De rekening 1472 illustreert deze informatie gegeven wordt. De rekeningen samen leveren een beeld van de boekhouding Utrechtse schutmeesters. heerden gedeelte stadsinkomsten, die hoofdzakelijk aan 'openbare werken' in en om de stad Utrecht besteed werden. inleiding publikatie worden ingegaan op de positie van deze stedelijke ambtenaar, ook wel de
en
deb-
bijde
ge-
en
het
de
In
teb-
met
vanhetf-
in
en
Het
noguit Hetuica.
enZ.
fenfabriek Heuvel werd aanvullende lijst beschermde
monumenten in Geldrop geplaatst (art. 8). Het gebouw wordt van algemeen
belang geacht wegens oudheidkundige
en
archeologische monumenten vast (art.
endG-
Het
van
en
en
deuit8
POSTDOCTORALE CURSUS INDUSTRIËLE ARCHEOLOGIE
vanbe-
in
of
vanhet
Door het Institute of Industrial Archaeology LJniversity Birvande
opde
isen
ijzergieterij voortzetting in 1689 gestichte hoogovenbedrijf
mingham Ironbridge Gorge
seerd. De cursus duurt één jaar of twee jaar bij deeltijdbezoek. Er zijn drie trimesters, waarin vorm lezingen, seminars veldwerk volgende van
de
inde
en
uit
het in de omgeving aanwezige ijzer gecontinueerd. Het vormen en gieten heeft met name in de 2oe eeuw een me-
aspecten industriële archeologie vande
het
van
en
van de Oude IJsel aangedreven blaasbalgen. Tot omstreeks 1880 werd de eiproduktie ruw- gietijzer
en
de ovens voorzien door water
in
Museum wordt postdoctorale cursus industriële archeologie georgani-
Dat
Gaanderen. werd 1794 verplaatst naar Laag-Keppel. Hier werden
van
L.Cvan
T.J
lende auteurs zijn opgenomen. Na een inleiding van de Utrechtse stadsarcheoloog, drs. Hoekstra, volgt een bijdrage van de gemeentearchivaris, dr. J. E. A. L. Struick, die een analyse maakt van de waarde van de wal bij belegeringen. In de daarop volgende hoofdstukken beschrijft drs. der Vlerk, die op dit onderwerp afstudeerde, de eerste resultaten van haar onderzoek in de rekeningen van de stedelijke schutmeester naar de stadsverdediging van Utrecht in de Middeleeu-
te
het
verschijnt lijknamige boek Utrecht ommuurd, waarin artikelen van verschil-
8
van
van
vanwc
De
minister heeft Gedeputeerde Staten Gelderland meenteraad Hummelo Keppel in kennis gesteld van zijn voornemen (art. monumentenwet) eeuw daterende Keppelsche Ijzergieterij Laag-Keppel lijst schermde monumenten te plaatsen. De
gen
Bij de opening van de tentoonstelling
9 monumentenwet) in onder meer Spijkenisse Haelen. betreft respectievelijk laat-neolithische bewoningssporen sporen begraving (urnevelden) in de Ijzertijd. en
VAN MONUMENTEN
enht
nog
BESCHERMING
en
isdat
iser
De minister van wvc stelde lijsten van
DIVERSEN
vanJ.D
en
1910 daterend fabrieksge-
bouw van de voormalige wollenstof-
en industrieel-archeologische waarde.
ge-
vande
vande
dien
van
kenaars geïnspireerd, zoals bijvoorbeeld Cornelis Hardenbergh. Naar een aantal van zijn tekeningen zijn litho's gemaakt nauwkeurig beeld geven situatie rond 1830. Een halve eeuw later restte er nog maar weinig oude stedelijke verdedigingswerken: zijn hadden plaats maakt voor 'smaakvol lachend plantsoen' naar ontwerp Zocher. Zoals blijkt uit foto's van de afgelopen jaren plantsoen g'rotendeels aanwezig. Maar op andere plaatsen zoveel aangetast verminkt dat de oorspronkelijke opzet niet meer te herkennen is.
daaraan vastgebouwd een reeks bijgebouwen.
opde
te-
zijn torens heeft vóór sloop veel
van
slopen. De oude, vervallen muur met
de
de
Zij
ningen, name Herman Saftleven. Gemeentelijke .Archiefdienst, silex. Numankade 199, );72 KW Utrecht, tel. 711814. 4 november 198) t/m 21 januari 1984, Maandag t\m vrijdag 10.00 16.00 uur (mogelijk langer) ; -^aterdag van c/.ij tot 12.1; uur. Zondagen, Kerstmis en Nieuwjaarsdag gesloten. /-. Vlerk e.a., Utrecht ommuurd, Kwadraat, Vianen 1983, ca. fjo,—. met
ningen bekend. In 1828 werd besloten de verdedigingswerken van de stad te
de
ken hand lye-eeuwse teke-
C.vande
uitde196
Ook eeuw zijn veel teke-
Keppelsche om haar economische, recreatieve culturele waarden houden. voor bescherming aanmerking komende gedeelte briekscomplex bestaat uit de ten dele 1794 daterende giethal
van
opde
onshet
de
nen te zijn, terwijl de vele bomen op de wal achter muur zicht gebouwen ontnemen.
men door een Stichting met als doel de
A.vd
vooral aan de westzijde, lijken verdwe-
veel met behulp van de aanwezige oude
gietmodellen en oude gereedschappen met hand wordt gevormd gegoten. 1980 werd bedrijf overgeno-
S.K
dan men zou verwachten. Veel torens,
to
ken blijken echter minder nauwkeurig
en gedetailleerd te zijn weergegeven
van
De
stadsmuur zien. verdedigingswer-
van
be-
ok
en vele andere, buiten Utrecht kende, topografische tekenaars ons de
chanisatieproces doorgemaakt, hetgeen bij Keppelsche Ijzergieterij vrij matigd is geweest, zodat nog steeds
wen. behandelt eerste stadsversterking na 1122, de verdedigingswerken late Middeleeuwen, langhebbenden stadsverdediging en de verschillende doeleinden waarvoor stadsbuitengracht, muur, poorten en torens werden gebruikt. In het afsluitende hoofdstuk maakt Wilmer-Hazemeijer, medewerkster bij de Topografische Atlas, een wandeling rond de stad langs de verdedigingswerinde
In de 18e eeuw laten talloze stadsgezichten van Jan de Beijer, Dirk Verrijk
vande
Nieuws Bond actuele informatie
ande
KNOB-
252
aan de orde komen:
vande
De
en
vande
de
met
en
het
Er
- de economische, sociale en technologische geschiedenis - de techniek van de industriële archeologie - de conservering en de museale aspecten. wordt gebruik gemaakt faciliteiten van de universiteit van Birmingham en voor het praktijkgedeelte van Ironbridge Gorge Museum. wetenschappelijke technische staf van beide instituten zorgen samen een groot aantal gastsprekers voor wetenschappelijke inhoud cursus. Twee schriftelijke examens praktijkexamen sluiten de cursus af. Het cursusgeld bedraagt £ 850. Voor verdere informatie en voor inschrijving kan men %ich menden tot: Assistant Registar (Commerce), The University of Birmingham, PO Box )6), Birmingham BIJ
2 TT.
253
j/
82
KNOBl
Bulletin jaargang / nummer november 198}
REGISTER
Athene, Plaka Stoa 122 Aulus Gellius
Alberdingk Thijm, Albers, Cultuurhistorische betekenis villaparken
Bacchus
(boekaankondiging) 175 Alberti, 102, 103, 105, 108, 109, 110, Aleppo
Baker, David ging) 249
Living ifith the past (boekaankondi-
Bakker, Klaas
131, 140
Alexander n van Bkon
Barbiers Oude Verzameling verscheide Tuinge-^igten naar 't Chinees gevolgt, ^«genaamde Grotiverken, Koe-
Avendorp, terp
Alexandrië 27 Alkmaar, Geesterpoort Allart, Johannes 124
van
39, 40
126
197
124
10
32
24
220
40
2
J.Lvan49
Bergen
Bergen op Zoom Beuckels,
36
Berg, Herma M. van den: Ferweradeel, de Dongera-
20
delen 191-199, 200, Beringuccio Berlage, H. P. 40, 182 79
Antwerpen 37, 221, 235 Apollino 53-72 Arc-et-Senans
139
P.F73,6
28
Rijksmuseum 225, 227, Spui 196 Trippenhuis 200 Venserpolder 53~7
Beek, Beieren 219 België 220, 222, 229-241 Bekjes, Benedictus, Paus Bennekom, Landgoed Hoekelum Bentheim, Graafschap 82
202
8
18
Oude Kerk
Bedum
62
20
Amor 72 Amsterdam 21, 38, 80 Burgerweeshuis 200, 227 Elisabethgesticht 196 Jongensweeshuis Maagdenhuis 191-199 Nieuwe Kerk 202
P.JW176
176
de132
Ammersooyen
Antinous
53-72
Bakema, J.
pels, Kabinette, Boogen, Zitbanken Baronie vabn Breda Barradeel Beauvais Beauvoirt, Roger
Amersfoort
Amiens
19
de
13
van
J.A179
L.
L.B9,
23
13
37
70
21
102
Agrigentum, Pitheons Villa Agt, J. F. van 32-33, 200 Aigues Mortes Akkerdonkse Hoeve 17 Albani, Kardinaal 65
Beijer, Jan de 183, 252 Bezold, G. von en G. F. Seidel Die Kunstdenkmaler des Königreiches Bayern vom elften bis ^um hnde des acht^ehnten Jahrhunderts 180,
37
28
Ardennen
27
Argentinië
N.43
185
Arts,
Assen, Ontvangershuis
172
Bilt, De, Sandwijck
136
P.JH180
51
39
78,9
J.56,8
Cheere, China CIAM Clemen, P. 219, 230 Cleopatra 5 5 Coevorden, Weeshuis 82 Contemplatio Cornelissenwerf, terp 19, 20 Cottessen-Camerig 34 Cuypers,
A.B84
E.21
27,85
36
218
218
Dantumadeel 202 Dashwood, Sir Francis 128 Delfland Delft Denekamp 82 Denijn, J. 81 Deurne, Dinghuis Deventer Devliegher, L. 221, 224, 229 Dhanens, Ditmarsch, Dirk Wynandsz. 126, 140 Dobken,
Dodwell
24
NH
Dodewaard, kerk
79
A.P38
29,3018
139
Dokkum 37 Dommel 17 Doorn, Huis Doorn Doornik 24, 29 Dordrecht, Huis Merwcde Dreimuller, Drie 16 Drielst, Dubbe Dudok, W. M. 39 Duivelshof 82 Dun,
19
P.van3,4
Duquesnoy, F.
53, 67
Chambon, R.
24
168
17
84
der
Eberson, L. H. 168 Eberts Reallexikon Vorgeschichte Eesteren, C. van 39, 41 Egelsgraaf Elswout 137, Elzinga, G.19
167
184
176
56
J.van
G.B69,70
Caccini, Caen 24 Callantsoog 18 Campen, 105, Canova Cannenburgh Cataneo, P. 100, 102 4bécédaire, oit rudiment (TarCaumont, Arcisse de cheoloffe Cavaceppi, Bartolommeo 64 Chambers, William
25
E.van168
D.JG176
80
i29
19
53,62
A.251
A.C196
253
17
Binnenveld Birmingham Bleijs, Bloemaert, Böhm, Jos 24 Boitard, M. L'Architecture desjardins 132 Bokrijk, Openlucht Museum 36 Bol, Hans 3 5 Bologna, Giovanni Bond Heemschut 7 Borgbenningen 82 Bosch, Jeroen 3 5 Bourtange 249, 250 Bovenkarspel Brabant, Hertog van 17 Brahe, Tycho 122 Bremen 82 Breughel, Pieter 3 5 Breukelen, Gunterstein Brink, B. ten Kunstkronyk 51 Broek in Waterland 140 Broekweien 17 Brunelleschi 40 Brussel 237, 238 Budel 36 Buikslotermeer, Het Breed 41 Butendiic Buurmalsen 88 Buurman, Bijhouwers, J. T. P. Nederlandsche tuinen en buitm169 Byzantium 27
Euterpe 54~7 2 Evelyn, Eyck, Jonkheer Jacob van
's-Gravenhage 218, 250 Catshuis Clingendaal 166 Haagse Hofwijck 105, 107
249
Gouda
218
Graetbroek, kasteel
12, 13
17
J.10
56,
Engeland 220, 222, Ermelo 13
Bos16
80
74, 76
Ferweradeel, de Keegen
197
13, 191-196, Ferwerd 13, 194 Filips En^yklopadisches Handbuch der \ror- und Frühgeschichte Europa s 84
:66
166
Mauritshuis 105, 227 Moerwijk Oranjeplein Scheveningse Bosjes Sorgvliet 166, 170, 171 Tuin van Maurits 99, 105, 109, 114, 172 Zuiderpark 166 Goar, St. 197 Gregorius van Tours 79, 80 Gressent, M. Parcs etjardins 132 Grienveen, Peelkolonie Groen, J. van der Den Nederlandtsen Hovenier 56 Groeninx Zoelen, Otto Paulus Grohmann, J. G. Ideenmaga^in 128, 134, 137, 139, 140, 168 Groningen, Prinsentuin Groot, Hoorn, huiden, straten, mensen (boekaankondiging) 250
16
R.12
16
52,9618
Florence Fludd,
Huis ten Bosch
Houtwijk 39
184
196
Fowler
32
van
81
14
41
en
9,
am
Fox, Cyril 85 Frankfurt Main Frankrijk 56, 220, 222 Frederik Hendrik 104, 105, 106, 112, Fremy, Mammes Claude
be-
en
in
N.J
172
189
J.Hel
Galleé, boerenhuis Nederland %i/n woners Ganymedes 53-74 Gasparetto, A. 27 Geerdink, pastoor 82 Geestmerambacht Geldrop 252 Gent 2 3 5 , 236, Gerechtigheid Gheijn, van den 80 Gheijn, Jacques 100, 101, 102, 105, Giffen, Ginkel, Giorgi, F. 112 Girouards M. Ufe in the English Country House Godecharle, G. L. 51 Goederede 81 Godsvrucht 74 Goethe 179 Goll van Frankenstein, J. 134, 135 Goltzius Gooi, van (plan) 41 Göttingen
4
12
238
van13
18
Gulik, Hertog Gulpen, Burggraaf Guttecoven
50,14
Hof28
172
Haarlem 49-72, 166 Grafelijke Haarlemmerhout Nieuwe Hout 51 Provinciehuis
49-72
Welgelegen, Paviljoen
49-72
12
Hades Hadrianus
65, 66
25
Haelen
Halbertsma, H. 88, 89, 90, 242 Halfpenny, William en John 126
Halle-Vilvoorde Hallum Harden, 19
168
D.29
26
10
E.van84
A.Evan85
den
7
80,
137
G.
Fontainebleau 111 Forster, 183,
mr.
Faam
234
Jacobi, H. W.
252
Baronesse
139
en
Baron
251
W.19
197
H.8
Jappe Alberts, Jellumer Noordburen, Stinswier 3 Jilleba, F. Het oude Zeeuwse woonhuis (boekaankondiging) Joure, Heremastate
M.van87
van
88
Janse,
Th.von58
A.vander
Hardenbergh, C. van Hart, 196, Hattem 90 Haubois 172 Haupt, Heeckeren Twickel, van 168 Heemskerck, Heemstede Heerlen 13
78
de13
79, 81
105,111
25
Hermes 65, 121 Hersey 102 's Hertogenbosch
Keppler, Arie
12
St.Jan20 W.M:
KNOB
50
83
7, 176
Koeman-Poel, G. S. Bourtanpe: schans in het moeras (boekaankondiging) 249 Kok, Koppert, jorten rond Utrecht (boekaankondiging) 251 Korf, J. 176 Kraakman, C. J. 33 Krauss, J. C. Afbeeldingen der fraaiste meest uitheemse Boomen Heesters versiering tingelsche Bosschen en tuinen^ op on-^en grond kunnen geplant en gekweekt worden 126 Kugler, F. Handbuch der Kunstgeschichte 182 Kuile, 182, 191, 200, G.De
van
129
H.enJW
217
F.A187
Hoekstra, T. J. 252 Höfke-Scbweiberg 33 Holbein, Dodendans Hondius, H. 100 Honselersdijk 99, 104, 106, 107, 108, 109, in, 112, 114 Hooren, A. van 38 Hoorn 250 Hope, 49-72 Huisduinen 18 Huygens 100, 101, 105, 106, 107, 116, 119, 120, 121, 123, 129, 170
dieto
168
der
Theorie Gartenkunst
Hoefer,
en
36
A.189
Hilvarenbeek C.L
41
Keppler, Johannes Kerkhoff, D. 49 Kleve 219
36, 37
Heuven, E. 78 Heijnen, Broodnijd tussen korenmolenaars, broodbakkers en de fiscus 1765-1790 Hildebrand
Hirschfeld,
191
m56
13
E.Hter
Henri iv
230
Kampen, Bovenkerk Karel Kaukasus Keegen, Kennemerland 18 Keppel, ijzergieterij
32
Heksenberg (Abschnittsmotte) Helmarhansen 79 Hemony, Fran5ois en Pierre
181, 186, 187, 189,
J.
Kalf,
168
129
41
B.
G.van
23
R.
27
37,
74 73
54
Le Ingetogenheid Iperen, J. van Iran 78, 79 Isings, C. 26 Italië 56
27
86
82
H wang Ti Hijszeler
Laar, 124-141, Lammers, S. 88 Langley, 126, Lacocoön 49, 50, 51, 52 La Rochelle, raadhuis 40 Corbusier Leda Leiden 217, Rapenburg 226, Rijksmuseum voor Oudheden Lemaire, 220,
242
May, E.
Lepanto 5 ^ Leuven 221, 233,
Mazzola, W. A. 88 Mechelen 81, 238 Mecklenburg 219 Medici 53-72, 103 Medici, Ferdinand (kardinaal) Meditatie 51 Medmenham Abbey Meester kleine landschappen Meischke, R. Burgerweeshuis, Maagdenhuis 191194, 200, 202, 227 Meniswerf (terp) 19 Menkeweer (kwelderrug) 8 Mercurius 53-72 Mérimée, Prosper 178, 184 Michaël, J. G. 51 Michielsgestel, Mollet, A. 98-115 Monte, Guidobaldo del 103 Muiderslot München, Schloss Nymphenburg Munning Schmidt, Lisman Meischke Plaatsen aan de Vecht en de Angstel (boekaankondiging)
P.Cvan27
16
de
24
54, 55, 71, 227
173
167
49
E.BM196
81
St.36
Loughborough
105
Louis xiir
175
de
ande
Luyken, J.
173
ande
R.van
82
P.J
enR.
van168
Lunteren, Lutgers, Ge^igten rivier Vecht Lutte, Huis Bever Lutterveld, Buitenplaatsen Vecht
139
172
Ludwig I van Beieren 139 Luik, St. Lambert 52
E.AJM
van
't
Kew
Loenen a/d Vecht, Terra Nova (buiten) 139 Londen, Gardens Loo, 113, 169, 172, Loosjes, A. Hollands Arkadia of Wandelingen in de omstreken Haarlem Losser 81, 82 Lottman,
35
Lodewijk Napoleon
12
128
Limbricht, het Graetbroek Lipsius, J. 99, 107
175
H
Lienden, N kerk
vande
Leijden, Liempde
41
62
238
G.ThM176
Lemmens,
74, 76
56
56
Napels Napoleon Nieuwendoorn, kasteel Nieuwe Waterweg
61
Lysippos 2,835
Maas
33
32
Nieuwstad
20
en
14
32
Wijck Macquenoise 28 Maersbergen 168 Marolois, S. J 08 Marot, Daniel
22
Noord- Oost Salland 197, Numan, Nurks, R. 51 Nijhof, Nijland, NH kerk 87 Nijmegen, Benedenstad Rijk van Nijmegen 191-196 Valkhof 189 Nijvel 232, 2 3 3 ,
24
34
Stokstraatkwartier Van Veldekeplein 24
Noord Frankrijk
238
23,4
OLV kerk 24, 194 St. Servaes 194 Staargebouw
Nispen tot Sevenaer, E. C). M. van
H.135
34
Boschstraatkwartier Jeker 34
P.35
Bassin
Oedenrode, St. 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 106, Oirschot 36
16, 17
Oldenzaal, Hondeborg
82
13,94
Marrum Maurits, Prins 114, 172
28, 29
217
2,3
Maastricht
189
Rheinfels (burcht) Rheinprovinz Ridderkamp 82 Ridderkerk, Huis ten Donck 137 Righetti, 49-72 Ringpolder Roermond, Munsterplein Rolle, Gisteren. haast onherkenbaar, Ve toen thans 8 3 Rome Capitool S. Loreto Foro Traiano Vatikaan Villa Luovisi 71 Roosegaardc Bisschop, G. 189 Rosendael (huis) 168, 169 Rotterdam 2, 8 Rouge, jardms Anglo-Chinois 134, Rousseau, J. ]. /itlie on la Nouvelle rléloise Rovere, della Ruige, P. N. 176 197
18
82
en
hen
34
.
S.
Paddenburgh, G. T. van 55,61
Palladio 103 Panhuysen, T. 24 Papirius Praetextus Parijs
5 3-72
65
G.LIe
20
J.Fvan6
ui
25
J.W168
13
33
van
Ranke, von 215 Regteren Altena, Reims 183, Rembrandt 101
219
Saftleven, 251, Sint Germain-en-Laye Salines de Chaux 37 Sallustius 71 Samberg, Sandenburg Sander, H. 135 Sanders, Sarfatij, H. 244 Sart, (hoeve) Sassenheim, Koepel Terwegen Scamozzi 108, Schagen 19, 20 Terp Hemkewerf 6
de
173
Sachsen
17
L.19
20
A.167
Pope, Portugal Praxiteles 59, 61 Prins, Pythagoras 103, 109, 112 Quaedvlieg, G. M. I. Queeckhoven
36
Ruys, Mien 173 Ruijters, W. 35 Rijksdienst voor de Monumentenzorg 7 Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek 7 Rijnland 22, 217 Rijswijk 218
H.
11 2
223
168
Pontus de Tyard
Ruiter, H. 219, 220, 222,
in
20
234
13
S.74
C.
F.179
68
Pesaro Petzold 131 Pevsner, N. Buildings oj lïngland Piper, Pirlot, 232, Pitiscus, Plaw, 126, Plaw, J. Ferme Ornée 128 Polybius 99, 107 Polycletus 68 Pommeren 219 J.
167
68
200,
C.JA
Peeters,
Th.40
Palermo
168
168
56,9
67
51,62
51,2674
M.di
187
J.C
Onderdendam 8 Oud-Alblas, Tiendweg 5 Oude Kaag 18 Overton, T. C. 126 Overveen, Elswout 124 Overvoerde, 177, 181,
al
Ootmarsum
F.
7
8
219
139
De
Olst, Haere (landgoed) Olympos 66 Onderwierum (kwelderrug) Oorlog Oostergo, noordelijk 191-202
Schagerkogge
Susanna, hl. Syrië
17,9 19, 20
Schelde 3 5 Scherpenzeel
168
40,1
Tafuri, Manfredo Ter Apel 172 Taverne, E. 99 Taylor
F.183
Schlegel,
Schieland
218 der
81
182
Ten Hulst 16, 17 Tessenderloo, Hooghuis
82
C.
Schnaases, Gescbichte Bildende Kiinste Schoemakers (aquarel)
220
36
Schotland
5 3-72
24,7
Schagerwiel
Theophilus
Schutte, S.
mesolithische nederzetting Tjaarsdorp (terp) Tjallewal (terp) 19
21
167
19
84
Toledo Treub,
W.MF40
81
79
80
Serlio 102, 103, 110 Sesselschreiber Sheratt Cambridge Encyclopedia of archeology
Tsjecho-Slowakije Twickel
220
168,
Urania
36
32,4
26,80
F.42
77
A.FvanDe
191
Sterrebos 82 Stevin, S. 99, 100, 101, 102, 103, 105, 106, 107, 108, 113 Stoepker, H. 42
85, 149 175
196
D.e
Stoopendaal, ^egepraalende Vecht Stourhead 56 Straatsburg
109
12
Styx Suetonius
252
Venus 53-72 Vergilius 112 Vermeulen, J. G. 163 Verrijk, Veurne Vicenza, Palazzo Valmarana 238
8;
Struick, J. E. A. L. Stuart Piggot
124,
Velserbeek 129, 132, 134, Venetië 22, 27 Venlo
74
103
Strong, R.
Velsen, Beeckestein
135
Stonehenge
Valadier, L. 5 5 Valkoog 18 Veen, Soetichheydtttyien-Levens, vergheselschapt met de botteken 173 Veenklooster, Vogelsangstate (park) Veere 73, 77
139
35
Stamford 220 Standvastigheid
16
Stalbent, A. van
173
desB
13,456 252
Steegh, A.
225
De Oorsprong 131 Soestbergen (begraafplaats)
32
vande
J.19
Utrecht Dom
Speetjens, Speuld(e)
Spijkenisse
66
Urmond
Spahr Hoek, Spanje 220
D.25
Sone
D.F106
Slothouwer, Breughel
Trouw
169
Si ren, O. China and gardens of Europe of the eighteenth century \ 67 Sittard 32
74
Simpson, A. B.
Thümmel, von Tienen Tilburg
79
42
26
De diversis artibus
36
250
Schriks, C. F. J. Zorg om stadsbeeld (boekaankondiging) Schulte, A. G. Rijk van Nijmegen, west-gedeelte 191199, 200
Wolton, H.
193
85
21
Vlaanderen Vlerk, L. C. v.d. l'trecht ommuurd
218
132, 133
103
W.
173
19
140
Wou, van 80 Wrighte, 126, 1 3 3 , Wijchen Wijnaldum (wadzandrug)
Voorburg, Hofwijck 116-123 Voorzichtigheid 77 Vorden, Wierse Vrede 77 Vredeman de vries, H. 98, 108 Vries, de 86 Vrins, G. P. P. 191 Vrijheid
Wijnman, H. F. Xavery, J. B.
10, n, 12
26, 27, 29 227
74
de
251 (boekaan-
J.de27
S.K25
73,5
J.128
v,
24
98,
122
L.van124
Voorburg
/7ra«caise 184-186 Vitruvius 100, 103, 104, 1 0 5 , 1 1 1 , 113, 118,
en
kondiging) Vliet 117, i2i
Wetering Comp., Weurt 192, Weve, J. J. 189 Wheeler Wiersma, I. 192 Wilkes, Willem iv, Prins 73 Willem Prins Wilmer-Hazemeyer, Wilton tuinen 109 Wit, Witte, H. Tuinen, villa s en buitenplaatsen Woltering, P. J. 6
Viervant, L. 50 Vignola 100 Villa Gmlia 108 Villa Madama 108 Villers-en-Brabant Viollet-le-Duc Dictionnaire raïsonné de F architecture
62
103
F.
Yates, 102, Yorkshire, Newby Hall
218
80,25
169
13
Zaltbommel 32 Zeist Slot Zeus 66 Zocher, Beurs 40 familie 168, 173, 252 Zoffoli, Giovanni 66 Zuidhollandse eilanden 218 Zutphen Zwentibolt, Koning van Lotharingen Zwitserland 20
18
C.39,40
13
14
29
80
Waardenburg, kromme akkers 5 Wagheven Warmenhuizen, historisch reservaat Wassenaar 218 Watergraafsmeer, Frankendael Sweedenrijk Weeber, Weldam 172 Wenen 220 Westfalen 219 Westfriese Omringdijk Westfriesland 18, 19 Westland
13
het
en
uw
Naast woordenboek(en) hoort Handboek Taaihantering praktische communicatiegids voor bedrijf, instelling overheid
van
Deze nieuwe losbladige uitgave zou letterlijk onder handbereik moeten staan van iedereen geregeld communiceert met een doel. U haalt er per situatie precies die informatie uit die op dat moment nodig Tientallen auteurs laten profiteren deskundigheid ervaring: beschrijven mogelijkheden, stellen checklists op, geven talloze nuttige tips en waarschuwen voor valkuilen. De inhoud van het handboek, dat ongeveer 1500 pagina's gaat omvatten, deelonderwerp gedetailleerd, maar strijkt bovendien het hele, brede terrein van communiceren doel. schrijven van verkoopbrieven of tijdschriftartikelen speeches jubileum leiden hoorzitting. u
ze
OÉ
c
a 2. o o c
•o o
3
uals
Alsu
te
ƒ
ƒ
ude
anV
zal
en
Noteert u mij voor... abonnement(en) tot wederopzegging op het Handboek Taaihantering (90L5462009). Teken ik in vóór 15 december, dan betaal i k voor het hoofdwerk geen 60,-, maar/ 45,-. Zendt handboek rechtstreeks/via boekhandel *
te______________________ Naam:____________________ Adres:_____________________ Postcode:___________________ Plaats:_____________________
Van Loghum Slaterus wetenschappelijke uitgeverij Postbus
Datum:_____________________ Handtekening:
23
I
z.
7400 Deventer Tel.(05700)10811 GA
>O m & C en 5
CD (D
Een nuttige aanschaf. Voor een relatief geringe prijs beschikt abonnee straks over een naslagwerk dat op vele momenten uitkomst blijken zijn. onderstaande coupon vóór 15 december a.s. ingevuld opstuurt Loghum Slaterus, Antwoornummer 426,7400 VB Deventer, ontvangt eerste aflevering in band niet voor 60,-, maarvoor 45,-. Een voordeel dus van ƒ 15,-. De vervolgafleveringen worden berekend tegen de paginaprijs, momenteel 30 cent. U kunt voor uw bestelling of nadere informatie ook even bellen: (05700)91153.
ƒ
Vanhet
bij
vane
ofhet
en
toenm
metn
be-
isper
Q> (/>
In de tweede aflevering, die i n december verschijnt, o.a.: begrijpelijkheid van de boodschap; mondelinge communicatie historisch ...; juist formuleren; argumenteren; personeelsadvertenties; persuasieve brieven; verkoopbrieven.
umijhet
T
en
is.
die
-
» 3 3 CT (D
cn
van
de
en
A.
K.
<&O
O S Q. (P
vanhu
2 So-
CJl^
In eerste aflevering, punt verschijnen staat, o.a.: communicatie in het algemeen; communicatiestrategie; het schrijven goodwillbrieven; interpunctie; mondelinge taaihantering in het algemeen; organisaties (p.r., voorlichting, pers). dieopht
Redactie-adviesraad: Anthierens, J. Ghysen, J.L. Heidring, Langebent, A. van der Meiden en W.A.C. Whitlau
dr.
ï S
dr.St
_* o
Redactie: Verrept, J.A. KolkhuisTanke, drs. C.J.J. Korswagen D. Depreeuw
* Doorhalen wat u niet wenst. Genoemde prijzen zijn incl. btw en excl. verzendkosten.