ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
Inhoud 1 Buitenkunst 1.1 De positie van Buitenkunst in de basisstructuur 1.2 Ontwikkeling en vernieuwing 1.3 Cultuurparticipatie 1.4 Buitenkunst voor deelnemers 1.5 Buitenkunst voor medewerkers 1.6 Ondernemerschap 2. Terugblik 2.1 Buitenkunst door de jaren heen 2.2 Buitenkunst projecten en activiteiten 2.3 Bereik 3. Buitenkunst 2009-2012 3.1 Een mooier Nederland: natuur, kunst, cultuur en samenleving 3.2 Nieuwe en oude media 3.3 Groter-mooier-meer-beter 3.4 Nieuwe impulsen 3.5 Toekomstperspectief 2009-2012
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
1
1 Buitenkunst 1.1 De positie van Buitenkunst in de basisstructuur Buitenkunst organiseert al zevenendertig jaar in de zomerperiode projecten op het gebied van theater, dans, beeldende kunst, literatuur en muziek. Op deze projecten begeleiden professionele kunstenaars, theatermakers, muzikanten, dansers enz. programma’s voor deelnemers van alle leeftijdscategorieën. Daarnaast produceert Buitenkunst boeken met theaterteksten en op bescheiden schaal CD’s en kunstkaarten en worden (theater-, dans- en muziek-)producties gerealiseerd die ook buiten de zomerperiode te zien zijn. Buitenkunst heeft vele ontwikkelingen doorgemaakt en ook vele tijdsbeelden weerspiegeld. Door de opzet, waarbij de programmering steeds wordt bepaald door de (vaak recente) ontwikkelingen binnen de wereld van zowel de amateurkunst en kunsteducatie als de professionele kunsten, hebben we een tijdloos karakter altijd kunnen combineren met een bijdetijds programma. Onze doelstelling is samen te vatten in: het ontwikkelen van een kunstbewustzijn bij het Nederlands publiek, d.m.v. het ontplooien van kunsteducatieve activiteiten op het grensvlak van de amateurkunst en de professionele kunsten. We hebben een duidelijk landelijke functie: onze deelnemers en medewerkers komen evenwichtig gespreid uit het hele land. In de nieuwe cultuurnota-systematiek zien wij onszelf in de eerste plaats als een instituut voor ontwikkeling en vernieuwing. 1.2 Ontwikkeling en vernieuwing Aan de hand van de uitgangspunten voor het beleid van het ministerie voor de cultuurnota 2005-2008 vroegen wij ons indertijd in ons beleidsplan voor die periode af wat voor soort instelling wij eigenlijk zijn: In welk vakje van het beleid passen we? - Zijn wij een organisatie voor amateurkunst of voor kunsteducatie? - Zijn wij een Landelijk Centrum voor de Kunsten - Zijn wij een landelijke ondersteunende instelling? - Hebben we een werkplaats-functie? - Zijn we dan tevens productie-instituut? - Doen wij aan Community Arts? Zijn we een kunstenaarsnetwerk en/of een uitzendbureau? - Zijn we een podium? - Zijn we een ondersteunende of een cultuurproducerende instelling? In alle omschrijvingen konden wij ons wel enigszins tot heel goed vinden (zie Beleidsplan Buitenkunst 2005-2008), maar uiteindelijk concludeerden we: Buitenkunst is in ieder geval op een aantal vlakken een buitenbeentje. Al hebben we zijdelings regelmatig te maken met de professionele kunsten en hebben wij ons ten doel gesteld een actuele kennis te houden van wat zich in de kunstwereld afspeelt; onze expertise ligt bij de kunsteducatie. Dat is en blijft onze hoofdactiviteit en daar ligt onze kracht. En al stellen wij er groot belang in; alle afgeleide taken en doelen die wij ons gesteld hebben blijven ten dienste staan van het hoofddoel: steeds weer nieuwe mensen in contact te brengen met steeds weer nieuwe uitingen van wat in Nederland onder kunst wordt verstaan. En nu komt daar de vraag bij: zijn wij binnen de nieuwe beleidsstructuur een instituut voor ontwikkeling en vernieuwing? Hier kunnen we dan in onze optiek een volmondig ja op antwoorden. Bij Buitenkunst is het, anders dan in een puur dienstverlenende instelling of een ondersteunend instituut, vooral de wisselwerking tussen de deelnemers en de medewerkers waar het om draait. De medewerkers stimuleren we en geven we de gelegenheid om nieuwe methoden-programma'sworkshops te ontwikkelen, waarbij zij ook nog de gelegenheid krijgen zichzelf binnen de kunsten te ontwikkelen. (zie paragraaf 1.5: Buitenkunst voor medewerkers.) We geven deelnemers de gelegenheid dingen toe te passen die ze geleerd hebben op school, bij een cursusinstituut, centrum voor Kunstzinnige Vorming, muziekschool, enz.. We geven jong talent en gevorderd talent de gelegenheid in een professionele setting met professionals samen te werken en zich op te trekken naar een hoger niveau. (zie paragraaf 1.4: Buitenkunst voor deelnemers.) Buitenkunst als ontwikkelingsinstituut binnen de programmering. Als organisatie ontwikkelen wij jaarlijks een omvangrijk workshop-programma waarvan we vele onderdelen vaak jaren later terugvinden in de programmering elders in het land. Een deel van ons programma is in de winter aangejaagd, ontwikkeld en voorbereid (Buitenkunst Randmeer). Een belangrijk deel wordt ook op onze zomerprojecten ter plekke ontwikkeld door de medewerkers: vooral in samenspraak met collega’s en vaak ook in wisselwerking met de deelnemers. Zo begonnen wij eind jaren 70 met onze eerste percussie-workshops, waar we begin jaren 90 mee zijn gestopt toen de hype helaas ‘ongezonde’ vormen begon aan te nemen. Het landelijke idee over de
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
2
invulling van dergelijke workshops had inmiddels niets meer met kunst te maken. Eenzelfde verhaal geldt bijvoorbeeld voor de kleinkunst, die we in de jaren 80 een plek binnen ons programma gaven. (Momenteel brengen we de kleinkunst het liefst via de achterdeur binnen: in de workshops voor theater en muziek.) Verder werkten wij al heel vroeg met mensen van de toen gloednieuwe opleidingen als de mimeschool en de moderne dansopleiding (nu SNDO) in Amsterdam. Halverwege de jaren 80 begonnen wij als een van de eersten met schrijfworkshops en halverwege jaren 90 introduceerden wij de filosofie binnen onze workshops. Kunstbeschouwing, vragen over smaak en esthetiek: de filosofie is nu binnen Buitenkunst vaak een belangrijk aanknopingspunt om verschillende activiteiten binnen Buitenkunst te bediscussiëren. 1.3 Cultuurparticipatie Cultuurparticipatie wordt het begrip waarbinnen op beleidsniveau de amateurkunst en de kunsteducatie in de toekomst zullen worden gevangen. Met de invoering van dit begrip ziet Buitenkunst zichzelf nog duidelijker een plaats hebben binnen het landelijk beleid. In de geschiedenis van Buitenkunst hebben we ons altijd al ten doel gesteld om de kunst een belangrijker plaats te doen innemen in de samenleving. Het bedienen van een specifieke groep mensen die graag een leuke cursus willen volgen in hun vrije tijd is nooit ons doel geweest. Alle activiteiten hebben altijd al (op zichzelf of gezamenlijk met andere activiteiten) tot doel gehad een verdere uitwerking te hebben op de deelnemers en de medewerkers. Begrippen als: 'vergroten van kunstbewustzijn', 'ontwikkelen van een visie op kunst', 'het plaatsen van kunst binnen maatschappelijke ontwikkelingen' en ‘uitwisselinginteractie-verdieping..' zijn altijd belangrijke uitgangspunten in het beleid van Buitenkunst geweest. Net als in vele voorgaande beleidsnota's van het ministerie, krijgen amateurkunst, kunsteducatie en cultuurparticipatie ook nu weer extra aandacht. Zo krijg je de indruk dat ondanks al die speerpunten, voornemens en bedoelingen de doelen nog steeds niet zijn bereikt. Een lange adem blijkt dus nodig. En Buitenkunst blijft nodig. 1.4 Buitenkunst voor deelnemers De kracht van Buitenkunst ligt o.a. in het creëren van een situatie, waarin deelnemers met de vaardigheden die men op dat moment heeft iets tot stand kan brengen, in een omgeving waar workshops in alle kunstdisciplines gelijktijdig plaatsvinden. Belangrijke elementen zijn dan ook interactie: tussen de deelnemers met hun verschillende achtergronden onderling en met de professionele kunstenaars en docenten die de workshops begeleiden; uitwisseling: tussen de verschillende workshops binnen één discipline, maar ook tussen de verschillende disciplines; verbreding: multidisciplinaire en interculturele projecten en kennismaking met nieuwe kunstvormen. Ook streven wij een wisselwerking met de professionele kunsten na. Op de Buitenkunstprojecten confronteren we de deelnemers met professionele kunstuitingen (concerten, voorstellingen). Via presentaties, voorstellingen, lezingen en discussies komen de deelnemers bovendien in aanraking met allerlei andere kunstvormen dan waarvoor ze in eerste instantie interesse hadden. We bieden kleuters en kinderen een eerste contact met de kunsten en een natuurlijke omgeving waarin met nieuwe vriendjes en vriendinnetjes met heel verschillende achtergronden de kunsten worden verkend. We bieden jongeren een plek om hun talenten verder te ontwikkelen (b.v. in de theaterweken) en een plek om zich te onderscheiden en te presenteren. In onze programmering zijn we er op gespitst de geijkte gedachten over de jongerencultuur tegen het licht te houden en niet al te makkelijk aan de slag te gaan met voor-de-hand-liggende jongerenworkshops (rap-breakdance-graffiti-scratch-beatbox en wat dies meer zij). Wanneer jongeren hun eigen cultuurgoed inbrengen in een groter kader komen de hypes uit de jongerencultuur vanzelf naar boven. Ook hier stellen wij inhoud boven vorm en techniek. We bieden iedereen een plek om te experimenteren, om in en uit te zoomen. We gaan in op deelaspecten en plaatsen anderzijds resultaten in een groter - kunstzinnig of maatschappelijk - kader. We bieden ouderen op Buitenkunst Randmeer workshops binnen hun interessesfeer in een leeftijdmix met jongeren en andere volwassenen van alle leeftijden. We bieden beginners een plek om zonder een gerichte keuze en zonder schroom aan een project deel te nemen en zo in contact te komen met kunstvormen waar men nog geen weet van had. (Buitenkunst Drenthe)
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
3
We bieden gevorderden een plek om zich te verdiepen en hun horizon te verbreden. Soms onder gevorderden, soms in een mix met deelnemers van verschillende niveaus waarin men zich aan elkaar kan optrekken, kan spiegelen. We bieden talent een plek om zich te ontwikkelen en zich te spiegelen aan professionals. 1.5 Buitenkunst voor medewerkers Buitenkunst biedt medewerkers: -een plek voor persoonlijke ontwikkeling van kunstvakdocenten Sinds begin jaren 70 is Buitenkunst een plek waar docenten, niet belemmerd door voorschriften en regels (maar wel uitgedaagd door de organisatie en getoetst door collega’s en deelnemers), hun eigen kwaliteiten als basis kunnen leren gebruiken voor eigen nieuwe lesmethoden. -een veilige setting voor uitvoerend kunstenaars Daarnaast is Buitenkunst bij uitstek een plek waar uitvoerend kunstenaars in een veilige setting hun eerste stappen kunnen zetten in het werken met amateurs. Dit is met name in de jaren 80 en 90 van groot belang geweest toen de overheid van alle instellingen ook eiste een rol te spelen in de kunsteducatie en door het wegvallen van allerlei regelingen moesten vele schilders, dansers, theatermakers enz. zo langzamerhand bij gaan verdienen met lesgeven. Maar nog steeds geven vele professionele kunstenaars aan dat ze het werk bij Buitenkunst als een belangrijke fase zien in hun ontwikkeling in het werken met amateurs. -gelegenheid tot ontmoeting en uitwisseling Buitenkunst is een plek waar medewerkers collega's ontmoeten uit hun eigen discipline, maar vooral ook van andere disciplines. Buitenkunst is door de jaren heen mede 'schuldig' aan het ontstaan van menig theatergroep, multimedia-project enzovoorts. Theatermakers ontmoeten b.v., geïnspireerd door wat ze van collega's hebben gezien, hun nieuwe regisseur, decorontwerper voor hun volgende project. -ruimte voor verdieping en ontwikkeling Aan de vergadertafel/eettafel stimuleren we een permanente discussie over de waarde van kunsteducatie, het lesgeven, het vak. Het leerproces op Buitenkunst vindt impliciet plaats in de praktijk, binnen het werk. Er is geen methode. Maar we besteden veel aandacht aan de juiste setting. Een setting waarin een vruchtbaar klimaat heerst en waar de medewerkers uitgedaagd worden nieuwe wegen te zoeken. -een blik op het geheel Buitenkunst is de optelsom van wat de medewerkers op een bepaald moment aanbieden. De organisatie stelt zich ten doel dat het resultaat meer wordt dan de som der delen. Binnen deze visie maken wij medewerkers verantwoordelijk voor hun eigen programma maar ook voor het project Buitenkunst op dat moment als geheel. Daarmee worden ze gedwongen ook commentaar te geven op programma's van anderen, de organisatie, de accommodatie enz. -een meerwaarde voor de uitvoerend kunstenaar Buitenkunst is voor veel uitvoerend kunstenaars in de zomer een goede plek waar hij/zij kan reflecteren op zijn/haar eigen werk. Buitenkunst is soms ook een 'uitprobeerplek' voor kunstenaars die hun ideeën alvast willen toetsen aan amateurs. De setting van Buitenkunst vraagt van medewerkers dat ze op een andere manier gaan werken, wat vernieuwing en inspiratie geeft en hun werk als kunstenaar een nieuwe richting kan geven. Vaak worden bij Buitenkunst ideeën geboren waar de medewerker na de zomer in het werkveld uitgebreid mee aan de slag gaat. In de weekends hebben we ook een podium waar het werk van de professional in uitvoering een aanleiding kan zijn tot het geven van een workshop. Theater en dansgroepen laten bij Buitenkunst vaak try-outs zien. -Buitenkunst Perron Om de contacten met de programmamedewerkers die in de zomer de workshops verzorgen ook in de rest van het jaar op gang te houden, heeft Buitenkunst de afgelopen jaren bijeenkomsten georganiseerd onder de naam ‘Buitenkunst Perron’. Op deze ‘Perrons’ zijn verschillende onderwerpen besproken, als ‘toekomstkansen voor Buitenkunst’, ‘het werken met amateurs’, ‘de relatie amateur-professional’, ‘het werken met kinderen en jongeren’, enz.. Soms worden de discussies aangezwengeld door een lezing. Daartoe nodigden wij de afgelopen jaren mensen van zeer verschillende richtingen uit: de kunstpraktijk, kunstfilosofie, de overheid, de kunstbeschouwing, de journalistiek en het bedrijfsleven. Mede door deze ‘Perrons’ kunnen wij onze visie op kunst en kunsteducatie levend houden.
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
4
1.6 Ondernemerschap Buitenkunst heeft van het begin af aan het begrip ondernemerschap al hoog in het vaandel gehad. We zijn er altijd van uit gegaan dat de afnemer (de deelnemer) een reëel bedrag moet betalen voor dat wat hij afneemt (de workshop, de activiteit). Het is ons de afgelopen decennia altijd gelukt om voor het grootste deel in onze eigen inkomsten te voorzien. Wij bewegen ons echter in een sector waarin de ‘concurrentie’ vaak ruimer gesubsidieerd is, wat een en ander niet makkelijk maakt. Toch zijn we er al die tijd in geslaagd om zonder grote financiële problemen te blijven bestaan, ondanks het feit dat het subsidie steeds een klein deel (ca. 12%) van de omzet is gebleven. Dit subsidie blijft echter van cruciaal belang om risico’s te kunnen blijven nemen in de programmering en om nieuwe, nog onontgonnen, projecten te ontwikkelen. 2. Terugblik 2.1 Buitenkunst door de jaren heen De jaren 60: Vietnam, Parijs, maanlanding, democratisering, Beatles, Stones, Jimmy Hendrix, Fluxus, Kralingen, Paradiso, Melkweg, flowerpower, Actie Tomaat, happenings, maagdenhuis, provo, woord & gebaar. Hier liggen onze roots en de eerste generatie medewerkers ontwikkelen onafhankelijk van elkaar ideeën die later de basis vormen voor de organisatie die nu Buitenkunst heet. De jaren 70: energiecrisis, zweefcultuur, het ik-tijdperk, democratisering, Den Uyl, dekolonisatie Suriname, Abba, Bowie, Disco, Punk, de Appel, CRM. Onder de motto's 'kunst voor het volk' en 'kunst is voor iedereen' gaan we op ons eerste project in Drenthe aan de slag met, zoals we dat toen noemden, kreatieve spelvormen, expressie en beeldende vorming. Hoewel we belangrijke drijfveren hebben en ons duidelijk afzetten tegen de gevestigde orde in de kunsten, hebben we nog geen helder omschreven visie op hoe het dan wel moet. Ondanks dat herkent het ministerie van CRM al duidelijk dat deze setting iets kan opleveren en in 1971 is onze eerste structurele subsidie een feit. De jaren 80: Glasnost, val van de muur, AIDS, de PC, de CD, de eerste yup, multiculturele samenleving, Doe Maar, Prince, Madonna, Lubbers, Thatcher, Reagan, Gorbatsjov, de Trust, eerste Kunstenplanperiode, WVC. Speerpunten van het overheidsbeleid: Inhoudelijke vernieuwing en kwaliteitsverbetering. In de jaren 80 is Buitenkunst inmiddels zelf bij de gevestigde orde (binnen de kunsten) gaan horen en in die tijd krijgen de amateurkunst en de kunsteducatie een serieuzer aanzien binnen de kunstwereld en wordt het niet langer meer als onderdeel van welzijn gezien. Voor onze organisatie een tijd van bezinning en in 1986 veranderen wij onze jaren-70-naam 'Kreatieve Rekreatie' in 'Buitenkunst', en formuleren wij voor het eerst heel duidelijk onze doelstellingen en professionaliseren wij de organisatie. De jaren 90; Dance en Grunge, Golfoorlog, Joegoslavië, mobieltjes, internet, Clinton, Saddam, Mandela, Kok, Paardenkathedraal, OC&W; In de jaren 90 gaat de kunstwereld Buitenkunst serieus nemen en we doen belangrijke inspanningen om een hechtere link te leggen tussen de professionele kunst en de amateurkunst. De speerpunten van het overheidsbeleid liggen o.a. bij de multiculturele samenleving, cultuureducatie, bereiken van nieuwe doelgroepen, later bij het ondernemerschap van de kunstenaar en de instellingen, wat zich tot nu doorzet. Na 2000: Twin Towers, terrorisme, Balkenende, Fortuyn, van Gogh, Bløf, R&B, Anouk, Amy Winehouse, laptopmuziek, digitale fotografie, Idols, economisering van de kunsten; Nieuw bij Buitenkunst o.a.: Projecten voor vergevorderden (XLJAZZ), videoprojecten met kinderen en jongeren (Binnenste Buiten), de Nieuwen (i.s.m. de HKU), instantproducties. Speerpunten van het overheidsbeleid zijn o.a.: diversiteit, bereiken van jongeren, inspelen op de vergrijzing, cultuurparticipatie, innovatie, talentontwikkeling. Uit de verschillende beleidsnota’s van het ministerie en de adviezen van de Raad voor Cultuur blijkt dat Buitenkunst meestal voorloopt op de aandachtspunten van het cultuurbeleid. Dit geeft ons de energie door te gaan op de ingeslagen wegen: wegen met een actuele benadering en een eigentijdse invulling. 2.2 Buitenkunst Projecten en Activiteiten Buitenkunst Drenthe Buitenkunst Drenthe is ons oudste project met weekprogramma’s waar we de deelnemers een eerste kennismaking met de kunsten bieden en waar we kunnen experimenteren met interculturele
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
5
programma's en multidisciplinaire producties. We hanteren hier een lage drempel, maar we houden permanent in de gaten dat wat zich achter die drempel bevindt inhoudelijk van hoog niveau blijft. Het is vooral de plek waar we onze medewerkers uitdagen te experimenteren en risico's te nemen, waardoor er natuurlijk ook veel fout kan gaan. Deze kwetsbare opstelling blijkt in de praktijk een goede opening in de discussie over kunst met de deelnemers. Buitenkunst Randmeer Hier bieden we week- en weekendprogramma's voor de praktiserend amateur. Op dit project hebben we inmiddels een goede naam opgebouwd bij meer gevorderde amateurs en semi-professionals, die naar de gespecialiseerde weken en werkplaatsen toekomen. Theaterweken Op een derde terrein (de Banken) organiseren we een speciaal project voor jongeren van 12 tot en met 16 jaar: Theaterweken in de vorm van een werkplaats. Jong talent Sinds 1997 organiseren we Theaterproducties met jong talent. Het mes snijd hier aan twee kanten: professionele jonge makers (en schrijvers) krijgen de gelegenheid om een eerste eigen productie op te zetten en uit te voeren, jonge spelers en dansers (talent) krijgen hier een mogelijkheid om in een professionele setting in een productie te spelen en hun talenten te toetsen. De auditiedagen vormen een belangrijk onderdeel van het project. In de loop der jaren hebben per productie steeds tussen de 100 en 250 jonge spelers en dansers aan de auditiedagen deelgenomen. Op deze dagen geven we (gratis) een of meerdere workshops, waarvan zij wat kunnen opsteken en waarin wij een indruk krijgen van de mogelijkheden en talenten van de auditanten. Van de mensen die auditie deden, maar niet werden geselecteerd, stroomde een flink aantal door naar de speciale weken en werkplaatsen. Ook zagen we al dat velen deze producties daadwerkelijk gebruikt hebben als springplank naar de professionaliteit: ongeveer de helft is later verder doorgegaan op een opleiding als acteur, danser, theaterdocent of terecht gekomen bij studies als theaterwetenschappen e.d.. XLJAZZ XLJAZZ is de naam van ons projectorkest (extended big-band plus houtblazers en strijkers) waarin vergevorderde amateurs en semi-profs samenspelen met topsolisten. Professionele componisten en arrangeurs krijgen hier de kans om met een groot orkest te werken. In dit orkest zitten (na auditie), naast de ervaren (oudere) amateur, ook veel jonge mensen van 16-20 jaar die XLJAZZ vaak als eerste opstap gebruiken (hebben gebruikt) naar het conservatorium of de beroepspraktijk. Theaterboeken Om een leemte op te vullen gaf Buitenkunst ooit de opdracht aan Esther Gerritsen om een boekje te schrijven met korte, speelbare theaterscènes. Is dat een kapstok? (1997) werd een succes en beleefde inmiddels zijn vierde druk. Na dit eerste boek volgden integrale toneelstukken van verschillende dramaschrijvers, scèneboekjes van diverse auteurs, de bundels Monologen over de Liefde (onlangs in tweede druk gegaan), Monologen van Afscheid en de serie De Nieuwen, waarin Buitenkunst werk uitgeeft van afstuderende schrijvers aan de opleiding Writing for performance van de HKU. De samenwerking met de HKU (sinds 2004) is vruchtbaar en de opleiding beschouwt de opdracht, die Buitenkunst elk jaar geeft aan de afstuderenden van de afdeling dramaschrijven, als een belangrijke aanvulling op het programma van hun laatste jaar. De theaterboeken van Buitenkunst blijken het beoogde doel waar te maken: ze worden veelvuldig gebruikt door regisseurs, spelers, theatermakers, docenten en mensen die auditie gaan doen. Nederlandse (debuterende, maar ook de al meer ‘gevestigde’) dramaschrijvers krijgen de gelegenheid te publiceren. Voor lezers/gebruikers zijn het toegankelijke boeken met een grote diversiteit (inmiddels zijn er al 19 titels verschenen). De korte scènes zijn goed geschreven, leuk om te lezen en lenen zich erg goed voor workshop- en lessituaties. En verder We hebben een horecabedrijf (de Keuken van Buitenkunst) en we beheren sinds 2001 een eigen terrein (terrein De Wilgen, ruim 6 hectare in de Flevopolder) met theaters, studio’s, ateliers etc. (alles mobiel). Verder fungeren we officieus als informatiekanaal voor grote en kleine organisaties die onze expertise en ons grote bestand van medewerkers op alle gebied graag gebruiken bij het zoeken naar een nieuwe dirigent, een docent voor een (kunstvak-)opleiding, een decorontwerper bij een voorstelling, een workshopleider voor een middag in een bedrijf, een danser in een productie, enz..
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
6
2.3 Bereik Deelnemers: Hieronder volgen beknopt een aantal cijfers. In de verschillende seizoensverslagen geven we uitgebreidere informatie over de deelnemers, de spreiding, leeftijden enz.. Jaarlijks ontvangt Buitenkunst op haar week- en weekendprojecten gemiddeld circa 8500 deelnemers (aantallen schommelden de laatste 10 jaren tussen de 8000 en 9200 actieve deelnemers), daarnaast bezoeken op de eigen projecten en op andere locaties nog enkele duizenden mensen de voorstellingen en presentaties. Gemiddelde cijfers per seizoen in deze cultuurnotaperiode: weekprojecten: 5.000 deelnemers weekend projecten: 3.000 deelnemers bijzondere projecten: 500 deelnemers Totaal 8.500 deelnemers Meer gespecificeerd: op de weekprojecten volgen de deelnemers elk gemiddeld 12 workshopdagdelen van elk 2,25 uur. Voor de weekendprojecten geldt een totaal van 5 dagdelen per deelnemer. Bij de bijzondere projecten is dit wisselend (2 tot 60 dagdelen). weekprojecten: 5000 x 12 60.000 dagdelen weekend projecten: 3000 x 5 15.000 dagdelen bijzondere projecten: 5.000 dagdelen Totaal 80.000 dagdelen (=180.000 workshop-uren) Daarnaast zijn er op de projecten nog in totaal gemiddeld 500 presentaties te zien met in totaal circa 50.000 toeschouwers. En dan zijn er nog de voorstellingen en concerten: ingekochte professionele voorstellingen: 6.000 bezoeken (ca. 16 voorstellingen) eigen producties (op locatie): 2.500 bezoeken eigen producties (in het land): 2.000 bezoeken Totaal 10.500 bezoeken Medewerkers: Buitenkunst heeft een actief medewerkersbestand van ruim 500 theatermakers, acteurs, regisseurs, dansers, choreografen, beeldend kunstenaars, muzikanten, componisten, schrijvers, kunstvakdocenten en ondersteunend personeel. Van deze 500 werken er jaarlijks ruim 300 mee aan de verschillende projecten en producties van Buitenkunst. 3. Buitenkunst 2009-2012 In de vorige paragrafen maakten we al duidelijk dat Buitenkunst nog steeds springlevend is en ook een duidelijk herkenbare functie vervuld binnen het landelijk bestel van amateurkunst en kunsteducatie. Voor ons is het onverminderd helder hoe we met onze projecten voort moeten en zien - onder andere in het feit dat we de laatste jaren bijvoorbeeld weer heel veel nieuwe jonge mensen van 12 t/m 25 jaar voor onze projecten interesseren - dat ook de nieuwe generaties onverminderd geïnteresseerd zijn in dat wat wij te bieden hebben. Maar ook hebben we laten zien dat de medewerkers van verschillende generaties Buitenkunst graag als werkplek-podium-broedplaats gebruiken om met hun vak aan de slag te gaan. Hieronder volgen nog een aantal zaken van bijzondere aandacht. 3.1 Een mooier Nederland: natuur, kunst, cultuur en samenleving Het hoofdstuk een mooier Nederland in de nota 'Kunst van leven', geeft ons een onverwacht aanknopingspunt voor iets waar Buitenkunst bij uitstek een bijdrage aan zou kunnen leveren. Op de locaties waar wij onze activiteiten ontplooien staan wij in zeer direct contact met ons 'gemaakte Nederland'. Vooral de laatste jaren hebben wij aanleiding gezien om dat middels de kunsten te becommentariëren of als onderwerp te gebruiken binnen workshops. Indirect via workshops op het gebied van de landschapskunst en het feit dat we het landschap gebruiken als decor voor onze voorstelling, exposities en presentaties. Maar ook direct als uitgangspunt voor workshops over bijvoorbeeld land-art (waarmee je ook commentaar geeft op het landschap) en landschapsfotografie. Daarnaast hebben we ook al een enkele keer workshops georganiseerd op het gebied van
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
7
landschapsarchitectuur en de rol van beeldende kunst bij de ruimtelijke ordening. Nederland is er bij gebaat wanneer iedereen zich een mening kan vormen over de inrichting van ons kleine stukje aarde. Juist deze discussie kan door de setting van Buitenkunst (letterlijk en figuurlijk niet tussen vier muren) een inhoudelijk interessante en belangrijke inspiratie opleveren voor zowel de medewerkers als voor de deelnemers. Onze workshops beperken zich voor de deelnemers niet tot de twee of drie dagdelen per dag en juist in de uren ertussen ligt er een kans om filosofie, architectuur, kunst en maatschappij enz. in allerlei aanvullende programma’s aan de orde te stellen. Dit alles bij elkaar vormt een meerwaarde voor zowel de deelnemer als de medewerker. 3.2 Nieuwe en oude media Ondanks het feit dat de activiteiten van Buitenkunst zich vaak en veel buiten afspelen en er heel veel kunst wordt gemaakt zonder stekkers, hebben de nieuwe media langzamerhand ook een duidelijke plek ingenomen. De digitale revolutie heeft het mogelijk gemaakt om snel en eenvoudig te kunnen werken met fotografie en video: Fotografie gaat dan helemaal niet meer om de techniek van het afdrukken, verstand van chemicaliën, etc.. Je kan nu, nog beter dan voorheen, in de week waarin je met amateurs en fotografie aan de slag gaat, het over de inhoud hebben. De opmars van de digitale video maakt het bijvoorbeeld mogelijk in een weekend een filmpje te maken en direct via Youtube te verspreiden. En ook bij Buitenkunst wordt er natuurlijk muziek gemaakt met laptops. De nieuwe media zijn bij ons echter altijd een middel en geen doel. Buitenkunst is bij uitstek de plek waar nieuwe media en traditionele middelen naast elkaar staan en samengaan. Hiernaast is er natuurlijk een enorme verschuiving in de publiciteitsmiddelen via internet: naast het feit dat je websites kan gebruiken om snel met potentiële klanten te communiceren over je programma, biedt het ook een platform om resultaten van workshops te laten zien en via links bijvoorbeeld nieuwe workshops in een inhoudelijk kader te plaatsen. 3.3 Groter-mooier-meer-beter Ook in de kunsten zijn de kijkcijfers, de bezoekersaantallen, de verkoopcijfers, de media-aandacht, de winstprognoses en de groei steeds bepalender voor het succes dat de organisatie, de kunstenaar wordt toegedicht. Het moet elk jaar weer groter en meer. Alles wordt afgerekend langs de economische meetlat. Wij hebben altijd al de vraag gesteld of wij daarin mee moeten gaan. Vaak hebben wij zaken waar we succes mee hadden, afgestoten om plaats te maken voor nieuwe ontwikkelingen. Om experimenten een kans te geven en daarmee zakelijke risico’s te nemen. Het subsidie vormt daarbij een belangrijk onderdeel van onze inkomsten (hoewel slechts 12% van de omzet) om deze permanente vernieuwingen een blijvende plek in de programmering te kunnen geven. Het streven naar grotere deelnemersaantallen kan soms juist inhoudelijk noodzakelijke nieuwe ontwikkelingen in de weg staan. Daar kiezen we dus niet altijd voor. Voor ons zijn de inhoudelijke doelen die we ons stellen vaak belangrijker en zien we de financiën als middel om dit mogelijk te maken. We accepteren dan ook soms een lichte daling van bezoekersaantallen, zoals we eerdere jaren ook een duidelijke stijging hebben waargenomen. Zolang wij in de gaten houden dat het allemaal financieel haalbaar blijft, zitten wij ons inziens (zakelijk en inhoudelijk) op een juist spoor. Het onmeetbare vertaalt zich wél in het feit dat nog steeds alle generaties medewerkers graag en met grote inzet voor relatief weinig geld bij ons aan de slag willen gaan. Wij behandelen hun ideeën met respect en geven ze de ruimte om zich blijvend te ontwikkelen. Aan de andere kant zijn wij ons ook al 37 jaar lang bewust van het feit dat de kunst niet allemaal maar gratis en voor niets hoeft te worden aangeboden en dat de afnemer ook een reële bijdrage dient te betalen voor de prestaties die de kunstenaar levert. Wij hebben er dan ook altijd voor gezorgd dat we een belangrijk deel van onze inkomsten zelf verwerven. We zijn er trots op dat we daar al zo lang in slagen en merken dat we nog steeds een van de weinige organisaties zijn die zo’n belangrijk deel van haar inkomsten uit deelnemersgelden verwerft. Zeker nu vanuit de overheid steeds meer geluiden opgaan om gesubsidieerde kunstinstellingen een groter deel van hun inkomsten uit entreegelden, uitkoopsommen en andere bronnen te laten verwerven, lijkt het billijk Buitenkunst te blijven subsidiëren voor dat gedeelte van haar omzet dat het mogelijk maakt om naast een solide basis van goede programma’s met een vast publiek grensverleggend, trendsettend en vernieuwend te kunnen zijn. Hierin liggen ook de wortels van het
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
8
plezier en de gedrevenheid waarmee de medewerkers van Buitenkunst zich in hun vak graag willen onderscheiden en waarmee wij als organisatie inhoudelijk waardevolle projecten kunnen opzetten. 3.4 Nieuwe impulsen Wij blijven op zoek naar nieuwe impulsen om onze projecten uitdagend te houden voor zowel ouddeelnemers als nieuwe deelnemers en medewerkers. In voorafgaande paragrafen hebben we al uiteengezet welke initiatieven we de laatste decennia hebben ontwikkeld. In de komende periode willen we o.a. extra aandacht besteden aan het benaderen van de nieuwste generaties binnen de kunstwereld. Onder de werktitel MIX willen wij in het voorseizoen elk jaar, een zestal keren drie kunstenaars uit verschillende disciplines bij elkaar brengen die dan in een week tijd op onze locatie Randmeer een instant multimedia-voorstelling voorbereiden. Deze voorstelling (theater-beeldsoundscapes of dans-tekst-fotografie, enz.) vormt dan steeds voor de bezoekers/deelnemers het begin van een workshopweekend. De spelers en makers geven dat weekend ook workshops ‘naar aanleiding van’. Zo willen we een nieuwe impuls kunnen geven aan onze weekendprojecten en de medewerkers een onderzoekstraject bieden voor nieuwe vormen, die zij direct kunnen toetsen aan hun publiek. Wij willen hiermee niet een nieuwe tak beginnen als productiebureau, maar we zien de setting van Buitenkunst als een unieke kans om de kunsteducatie weer input te geven uit een andere hoek, binnen deze hele ‘naakte’ confrontatie tussen de professionals en de amateurs. Het zal duidelijk zijn dat we dit project niet uit eigen middelen kunnen financieren. We geven dan ook in onze begroting aan dat we voor de realisatie van dit project een bedrag van 22.500 euro meer subsidie nodig hebben. De werkelijke kosten voor dit project zijn natuurlijk hoger maar worden gedragen door onze overhead en door een besparing op de kosten van ingehuurde voorstellingen. 3.5 Toekomstperspectief 2009-2012 De nota Kunst van Leven sterkt ons op diverse punten in de gedachte dat wij op de goede weg zijn. Wij hebben in ons bestaan altijd al een een sterke aansluiting bij ons publiek en de kunstwereld nagestreefd en ons gedragen als een bedrijf dat zich bewust is van zijn positie in de markt. Toch zal een instelling als de onze (een gesubsidieerde stichting), juist door de inhoudelijke doelen die we nastreven en de voortrekkende rol die we hierin ambiëren, altijd anders functioneren dan een commercieel bedrijf. Zo is het bijvoorbeeld voor ons onmogelijk financiële reserves op te bouwen, die een bedrijf minimaal nodig heeft om te kunnen investeren. We herkennen onszelf onverminderd als instituut voor ontwikkeling en vernieuwing met een landelijke betekenis en een landelijke uitstraling naar andere sectoren in de amateurkunst en de kunsteducatie. Mede door de directe relatie met het werkveld onderscheiden wij ons van organisaties als Kunstfactor, Kunstconnectie en Cultuurnetwerk. Wij zijn een organisatie die zich gedraagt als opdrachtgever, bemiddelaar, producent, producer… We brengen deelnemers en medewerkers bij elkaar. We geven gelegenheid…, maar zijn ook een wegberijder en bieden een setting waarbinnen de medewerkers optimaal kunnen functioneren. De setting waarin zich dit alles afspeelt is hierbij een van de belangrijkste factoren. Wij dagen onze medewerkers uit iets nieuws te ontwikkelen, de grenzen op te zoeken. Tegelijkertijd nodigen we de deelnemers uit zich open-minded op te stellen. Maar dit kan natuurlijk alleen wanneer er een professionele setting omheen zit die ervoor zorgt dat alle randvoorwaarden geregeld zijn: een goedgeoliede zakelijke en organisatorische machine; een vangnet bij obstakels en problemen; een flexibele technische ondersteuning die erop ingericht is de meest onmogelijke wensen mogelijk te maken; een ruime keuze in unieke en inspirerende presentatielocaties binnen (tenten) en buiten die allemaal anders zijn dan de vier muren waarbinnen iedereen meestal moet werken en een directe beschikbaarheid van veel materiaal en apparatuur. We koesteren onze verworvenheden uit het verleden en zien met deze ruggengraat nog een rijke toekomst voor ons, waarin wij een bijdrage kunnen leveren aan het kunstleven en het culturele klimaat van ons kleine kikkerlandje in een mondiale samenleving en schijnbaar grenzeloze wereld. Arthur Schmidt Amsterdam, januari 2008
BUITENKUNST ACTIVITEITENPLAN 2009-2012
9