Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
INLEIDING Het voorliggende bestemmingsplan is een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: Wro) van het bestemmingsplan Buitengebied 2005; Hengelo/Vorden, vastgesteld op 27 april 2006, en gedeeltelijk goedgekeurd op 5 december 2006 nr. 2006-011389. Dit plan beoogt de planologische basis te leggen voor de herinrichting van een aantal percelen van het landgoed ‘t Zelle, gelegen in het buitengebied van de gemeente Bronckhorst ten noordoosten van Hengelo. Deze herinrichting moet leiden tot een grotere landschappelijke en ecologische verscheidenheid en zal een bijdrage leveren aan het bestrijding van de verdroging van het gebied. Het Waterschap Rijn en IJssel levert dan ook een bijdrage aan dit project. De onderstaande luchtfoto geeft een indruk van de ruimtelijke opbouw van het landgoed.
Luchtfoto van het landgoed ’t Zelle
1
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
De percelen zijn gelegen langs de Helderboomsdijk en de Wassinkweg en in het gebied dat gelegen is tussen de Ruurloseweg en de Helderboomsdijk. De herinrichting maakt een bestemmingswijziging van een groot deel van de percelen noodzakelijk.
2
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
WETTELIJK KADER In het bestemmingsplan Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden is een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen op de plankaart aangegeven agrarische gronden omzetten naar bos en/of nieuwe natuur. In artikel 17 van de regels (beschrijving in hoofdlijnen) zijn een aantal nadere voorwaarden opgenomen met betrekking
tot
deze
wijzigingsbevoegdheid.
Voor
gebruikmaking
van
de
wijzigingsbevoegdheid moet aan de volgende drie criteria worden voldaan. 1. Het plan versterkt de bestaande landschapsstructuur en EHS en past in het landschapsbeleid van de gemeente en het Gebiedsplan Natuur en Landschap van de provincie. 2. De bestemmingsplanwijziging komt tot stand op basis van vrijwilligheid. 3. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad. Het initiatief voldoet aan bovenstaande voorwaarden. Burgemeester en wethouders zijn dan ook voornemens toepassing te geven aan deze wijzigingsbevoegdheid.
3
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
INITIATIEF Achtergrondinformatie Landgoed ‘t Zelle Het Landgoed ’t Zelle heeft een oppervlakte van 350 ha en is gerangschikt onder de Natuurschoonwet. Heel kenmerkend voor dit landgoed, waarvan het huis in zijn huidige gedaante uit de 19de eeuw stamt, is het sterrenbos dat is aangelegd binnen een stervormig lanenstelsel. Dit lanenstelsel in de loop der tijd weinig veranderd en goed in tact gebleven. Vroeger werden inkomsten vooral verkregen uit de bosexploitatie, de houtverwerking, de pachtgelden van de pachtboeren en de jacht. Momenteel is de economische basis van het landgoed verbreed. De golfbaan is een nieuwe economische “drager” geworden, hetzelfde geldt voor de verblijfsrecreatie en de functie die het landgoed heeft voor de natuur en het waterbeheer van het gebied. Het voorliggende bestemmingsplan is erop gericht het landgoed beter geschikt te maken voor beide laatst vermelde functies.
Landgoed ’t Zelle op de topografische kaart van 1897
4
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
Landschapstypering Het landgoed maakt deel uit van het essen/enken en kampenland. Dit landschapstype behoort tot de meest karakteristieke landschappen van de Graafschap en de gemeente Bronckhorst. Dit landschapstype wordt van oorsprong gekenmerkt door een grote afwisseling van kleine bosjes, bolle akkers, houtwallen en veel gebogen lijnen in de perceelsgrenzen en de tracé’s van de wegen. In de afgelopen 100 jaar is de ruimtelijke diversiteit van dit landschapstype grotendeels verloren gegaan door de vele ruimtelijke ingrepen die gedaan zijn om de agrarische productieomstandigheden van het gebied te verbeteren.
Landgoed ’t Zelle op de topografische kaart van 1999
Een vergelijking van beide topgrafische kaartjes laat zien de ruimtelijke beeldbepalende kenmerken van het landgoed aanmerkelijk beter behouden zijn dan die van de omgeving. Het huidige beleid is erop gericht deze landschappelijke diversiteit door natuurontwikkeling weer te vergroten. Daarbij geldt het landschappelijke situatie van rond 1900 als inspiratiebron.
5
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
Het inrichtingsplan De initiatiefnemer heeft in 2006 en 2007 door Loo Plan uit Arnhem twee inrichtingsplannen laten opstellen. Beide inrichtingsplannen zijn als bijlage aan het bestemmingsplan toegevoegd. De onderstaande planomschrijving is aan beide plannen ontleend. Op een aantal percelen ten noordwesten van het landgoed heeft de afgelopen jaren reeds natuurontwikkeling plaatsgevonden. Zo heeft de Stichting Gelders Landschap langs de Helderboomsdijk, het Stapelbroek en de Lindense Laak poelen aangelegd en houtsingels en bosjes aangeplant. De bedoeling van dat project is dat er op den duur een ecologische verbindingszone ontstaat tussen het landgoed ’t Zelle en landgoed Het Kieftskamp. Deze natuurontwikkeling sluit aan op de hier gepresenteerde natuurontwikkeling van het landgoed. Beide ontwikkelingen passen in het beleidskader van de provincie, zoals dat is neergelegd in het Gebiedpslan Natuur en landschap van de provincie Gelderland. Ten zuiden van de Helderboomsdijk ligt een perceel dat bebost wordt met inheemse soorten. Dit perceel grenst aan reeds bestaand bos. De rand van het nieuwe bosperceel zal als een mantelzoom worden beplant en ingericht. Ten noorden van deze dijk liggen een aantal percelen die zullen worden ingericht als nat soortenrijk grasland (met een poel) en als halfnatuurlijk grasland. Hier wordt ook een elzensingel geplant. Een groot deel van deze grond heeft al een natuurbestemming. In het kader van dit bestemmingsplan wordt daar een perceel aan toegevoegd. Te oosten van deze percelen langs de Wassinkweg liggen twee percelen die zullen worden ingericht als half natuurlijk grasland. In het bijbehorende inrichtingsplan wordt er nog van uitgegaan dat er drie poelen worden gegraven. Dit plan is echter gewijzigd. Het aangepaste plan voorziet in het graven van één grote poel. Vlak ten oosten van boerderij ‘t Stapelbroek tussen de Helderboomsdijk en de Ruurloseweg liggen een aantal percelen bos. Deze bestaan in hoofdzaak uit populieren die in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn aangeplant toen het met de landbouw minder ging en de teelt van populieren veelbelovend was. Deze populieren zijn aangeplant op percelen die voorheen weilanden waren met boomsingels eromheen. Deze besloten agrarische percelen pasten goed bij het overheersende landschapstype.
6
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
Het is de bedoeling deze populieren te kappen en de oude singels te herstellen en, waar nodig, opnieuw in te planten. De tussenliggende percelen worden omgevormd tot akker, halfnatuurlijk grasland en moeras. Verder wordt een poel aangelegd. Het plangebied ligt in het stroomgebied van de Lindense en de Haller Laak. Het waterbeleid voor dit stroomgebied is erop gericht om het regenwater dat er valt langer vast te houden. De aanleg van een moeras en de poel passen in dat beleid omdat het goede maatregelen zijn om water langer in het gebied vast te houden.
7
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
MILIEUASPECTEN Effecten van de ingrepen De belangrijkste ruimtelijke maatregelen in het kader van de natuurontwikkeling bestaan uit het afplaggen van de grond om gronden te vernatten en te verschralen, het graven van nieuwe poelen, het verbeteren van een bestaande poel, het vergraven van de grond ten behoeve van moerasvorming, het herstel van bestaande en het aanbrengen van nieuwe perceelsrandbeplanting en het kappen van enige percelen met populieren. Voor de omwonenden leiden deze ingrepen niet tot een aantasting van de ruimtelijke kwaliteit van hun woon- en leefomgeving. Flora en Fauna Verschillende soorten planten en dieren worden beschermd in de Flora- en faunawet. Een ruimtelijke ontwikkeling is alleen mogelijk als duidelijk is dat geen van de beschermde dieren worden verontrust, dat de nesten, holen of andere verblijfplaatsen niet worden, vernield, beschadigd of verstoord en dat planten niet worden verwijderd van hun groeiplaats. De percelen maken geen deel uit van een speciale beschermingszone op basis van de Natuurbeschermingswet (Natura 2000 gebieden). De percelen van het plangebied liggen wel binnen de Ecologische Hoofdstructuur en zijn daarbinnen
aangeduid
als
EHS-natuur
of
als
EHS-verbindingszone.
Ruimtelijke
ontwikkelingen binnen de EHS zijn alleen mogelijk als aangetoond is dat de ecologische en landschappelijke waarde van het gebied in kwestie niet wezenlijk wordt aangetast (tenzij er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang). Dit project is erop gericht de ecologische en landschappelijke waarde van het betreffende deel van de Ecologische Hoofdstructuur te vergroten. De geplande natuurontwikkeling past binnen de beleidsdoelen die voor de EHS gelden in die nader zijn uitgewerkt in het Gebiedsplan Natuur en Landschap van de provincie. Er vindt derhalve geen aantasting plaats van de wezenlijke kenmerken en waarden van dit gebied. Ten behoeve van dit project is wel onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de ruimtelijke ingrepen voor de nu in het gebied voorkomende wettelijk beschermde soorten. Dit onderzoek is in maart 2008 verricht. Het onderzoeksrapport is als bijlage aan dit
8
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
bestemmingsplan toegevoegd. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen kunnen als volgt worden samengevat.
•
Op de locatie Walgemoet zijn nestholten van de Grote bonte specht en de Zwarte specht aangetroffen. Nader onderzoek binnen het broedseizoen van deze vogels moet uitwijzen of voor deze dieren een ontheffing ex Flora- en faunawet moet worden aangevraagd. De plannen geven geen aanleiding schade te veronderstellen aan overige strikter beschermde soorten (lijst 2 en 3) aangezien de berm langs de Helderboomsdijk waar stekelbrem (een Rode lijst soort) is aangetroffen niet in de natuurontwikkeling is betrokken. Hetzelfde geldt voor de nestlocatie van de eekhoorn (lijst 2 soort) aan de Wassinkweg.
•
Werkzaamheden die de broedbiotopen van aanwezige vogelsoorten kunnen beschadigen dienen gestart te worden in de periode vóór 15 maart of ná 15 juli.
•
Voor de laag beschermde algemene soorten is een ontheffing niet noodzakelijk.
•
Voor de overige beschermde landzoogdieren en algemeen voorkomende amfibieën wordt als belangrijkste mitigerende maatregel fasering in de tijd genoemd. Schade kan worden geminimaliseerd door de noodzakelijke ingrepen zoveel mogelijk uit te voeren in de periode augustus-november, waarbij de maanden september en oktober de voorkeur hebben.
Archeologische waarden Bij het maken van ruimtelijke plannen moet rekening worden gehouden met het bekende en het nog niet bekende archeologische bodemarchief. Met de inwerkingtreding van de Wet op de archeologische monumentenzorg op 1 september 2007 zijn de uitgangspunten van het Europese Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van het archeologisch erfgoed in de bodem en de verplichting om archeologische belangen tijdig te betrekken in het ruimtelijk ordeningsbeleid. Om de verplichting in beleid te kunnen omzetten hebben de provincies, waaronder Gelderland, een Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) gemaakt. Deze kaart fungeert als toetsingskader bij de beoordeling van ruimtelijke plannen. Het plangebied waarbinnen het perceel is gelegen, behoort volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden tot een gebied met een lage archeologische verwachting. In deze gebieden is de kans op het voorkomen van archeologische resten klein. De
9
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
natuurontwikkeling en de bijbehorende bodemingrepen kunnen daarom zonder voorafgaand archeologisch onderzoek doorgang vinden. Watertoets Op 3 juli 2003 heeft het kabinet besloten tot wijziging van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 (BRO) in verband met de gevolgen van ruimtelijke plannen voor de waterhuishouding. Hiermee is het opnemen van een waterparagraaf (met watertoets) in bestemmingsplannen en bij vrijstellingen op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) per 1 november 2003 verplicht geworden. De watertoets omvat het vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in voormelde plannen en vrijstellingen. Relevante waterhuishoudkundige aspecten Aan de hand van de Handreiking Watertoets is een overzicht gemaakt van de verschillende waterhuishoudkundige aandachtspunten die een rol spelen bij het initiatief. Dit overzicht is opgenomen in de onderstaande tabel.
Waterthema
Relevant
Toelichting
Veiligheid
Nee
In het plangebied liggen geen primaire of secundaire waterkeringen. In het plangebied bevinden zich geen regionale waterbergingsgebieden.
Wateroverlast
Nee
De planlocatie bevindt zich in een relatief hooggelegen gebied. In het plangebied zijn geen beekdalen aanwezig.
Riolering
n.v.t.
Het plangebied wordt niet bebouwd.
Watervoorziening
Nee
Het
plangebied
maakt
geen
deel
uit
van
een
beschermingsgebied rondom een drinkwaterwinning. Volksgezondheid
n.v.t.
Het plangebied betreft onbebouwd landelijk gebied. Mogelijke risico’s voor de volksgezondheid spelen geen rol.
Bodemdaling
n.v.t.
Het plangebied wordt niet bebouwd.
Overlast grondwater
n.v.t.
Het plangebied wordt niet bebouwd.
Oppervlaktewater-
Nee
In het plangebied is een poel aanwezig en worden nieuwe
kwaliteit
poelen gegraven. De natuurfunctie van het plangebied komt de waterkwaliteit in deze poelen ten goede.
Grondwaterkwaliteit
Nee
Het plangebied wordt niet bebouwd of intensief bewerkt.
Verdroging/Kwel
Ja
Aangenomen wordt dat de natuurontwikkeling zal leiden tot
10
Toelichting Buitengebied 2008; Natuurontwikkeling Walgemoet ’t Zelle ______________________________________________________________________________________________
een vernatting van de betreffende percelen. In die zin past deze natuurontwikkeling in het antiverdrogingsbeleid dat voor dit gebied geldt (zie het volgende punt) Natte Natuur
Ja
De percelen liggen in een Actiegebied van het Derde Waterhuishoudingsplan Gelderland 2005-2009 en binnen een Beschermingszone Natte Landnatuur. Het beleid in deze gebieden is gericht tegen de verdere verdroging van de aanwezige waardevolle natte landnatuur. Het project is grotendeels gericht op het langer vasthouden van het regenwater en een vergroting van het areaal waardevolle natte natuur en natte landnatuur.
Inrichting en Beheer
Ja
Een groot deel van plangebied ligt naast de Lindense Laak. Deze waterloop is in beheer van het waterschap Rijn en IJssel. Het natuurontwikkelingsproject komt mede tot stand in samenwerking met dit waterschap.
Recreatie
Nee
Op de percelen waar de natuurontwikkeling plaatsvindt worden geen voorzieningen getroffen die deze gronden voor de recreant toegankelijk maken. Het primaire doel is de natuurontwikkeling.
Natuur en landschap
Ja
De landschappelijke inpassing en vormgeving van deze natuurontwikkeling
is
in
de
plantoelichting
en
de
inrichtingsplannen verantwoord.
Afstemming met de waterbeheerder In het kader van de watertoets is een concept van deze paragraaf voorgelegd aan de waterbeheerder. De waterbeheerder heeft zich op 13 november 2008 per e-mail akkoord verklaard met de waterparagraaf. PLANECONOMISCHE ASPECTEN De plankosten worden grotendeels gedragen door de initiatiefnemer, de eigenaar van het landgoed ‘t Zelle. Naar verwachting kan een belangrijk deel van de inrichtingskosten worden gefinancierd via de Subsidieregeling Natuurbeheer (SN).
11