BSO Pallas Athene
Pedagogisch beleidsplan
Kernwaarden Keuzevrijheid in Ontspanning en Ontwikkeling
versie maart 2012
1
Inhoudsopgave Inleiding ...................................................................................................................... 3 Pedagogisch visie BSO Pallas Athene (Montessori) ................................................... 3 1.1. De organisatie .................................................................................................. 4 1.2. Montessori-visie in de BSO .............................................................................. 4 1.3. Kunst & Cultuur, Sport & Spel en Natuurbeleving. ........................................... 4 2. Pedagogische doelen ............................................................................................. 5 2.1. Een veilige én uitdagende omgeving bieden: ................................................... 5 2.2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van de persoonlijke competenties: ............... 5 2.3. Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties. ............................ 6 2.4. Gelegenheid om zich waarden en normen eigen te maken. ............................ 6 3. Pedagogische middelen. ........................................................................................ 7 3.1. Groepsindeling ................................................................................................. 7 3.2. Competenties van de pedagogisch medewerker.............................................. 7 3.3. De werkwijze van de pedagogisch medewerkers. ............................................ 8 3.4. Vastleggen van observatie en volgen van de kinderen .................................... 8 3.5. Regels, afspraken en omgangsvormen ............................................................ 8 3.6. Kinderparticipatie.............................................................................................. 9 3.7. Inrichting van de ruimte .................................................................................... 9 3.8. Buitenspeelruimte ............................................................................................. 9 4 Dagelijkse praktijk .................................................................................................. 10 4.1. Naar de BSO komen en naar huis gaan. ........................................................ 10 4.2. Dagplanning na schooltijd .............................................................................. 10 4.3. Eten en drinken .............................................................................................. 10 4.4. Spelmateriaal ................................................................................................. 10 4.5. Activiteiten: ..................................................................................................... 11 5. Samenwerking met de ouders .............................................................................. 12 5.1. Contact tijdens haalmomenten ....................................................................... 12 5.2. Oudergesprekken ........................................................................................... 12 5.3. Intakegesprek en wengesprek........................................................................ 12 5.4. Oudercommissie ............................................................................................ 12 6 Samenwerking met de school, in de buurt en andere instellingen ......................... 13
2
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van BSO Pallas Athene. BSO Pallas Athene wil een kwalitatief goede opvang bieden. Om ouders en andere betrokkenen een duidelijk beeld te geven van de manier waarop er in onze buitenschoolse opvang wordt gewerkt heeft BSO Pallas Athene een eigen pedagogisch beleid. Dit pedagogisch beleid is gebaseerd op de visie en uitgangspunten van de Montessorischool Pallas Athene. Daarbij is gebruik gemaakt van de aanbevelingen uit het landelijk “Pedagogisch Kader Kindercentra 4-13 jaar”. Dit kader is in opdracht van BKK, Bureau Kwaliteit Kinderopvang, ontwikkeld en biedt de BSO concrete handvaten voor de werking van onze pedagogische visie op de werkvloer. Het beleidsplan is tot stand gekomen in samenwerking met de werkgroep BSO Pallas Athene, bestaande uit betrokken ouders. BSO Pallas Athene ziet opvoeding als een belangrijke en verantwoordelijke taak van ouders en medewerkers samen. Wij vinden het daarom van essentieel belang om de ouders blijvend te betrekken bij de uitwerking van ons pedagogisch beleidsplan. Het zal regelmatig geëvalueerd en bijgesteld worden met de pedagogisch medewerkers, de oudercommissie van BSO Pallas Athene en de school. Ons pedagogisch beleid zal steeds in ontwikkeling blijven. Naast het pedagogisch beleid is er een informatieboekje met praktische informatie over onze openingstijden en met de algemene regels en afspraken. Wij wensen kinderen en ouders een fijne tijd op BSO Pallas Athene.
Gerard Janssen. BSO-Pallas Athene, 31 maart 2012
3
1. Pedagogisch visie BSO Pallas Athene (Montessori)
1.1. De organisatie BSO Pallas Athene is gevestigd in het schoolgebouw van Montessorischool Pallas Athene en nauw verbonden met de organisatie van deze basisschool. De BSO biedt opvang voor kinderen van 4 tot en met 13 jaar, na schooltijd en in vooraf vastgestelde schoolvakantieweken. Dagelijks kunnen er 40 tot 50 kinderen gebruik van maken. BSO Pallas Athene beschikt over een eigen groepsruimte en keuken. Verder delen zij met de school de aula en diverse speelpleinen.
1.2. Montessori-visie in de BSO Het pedagogisch beleid van BSO Pallas Athene is gebaseerd op de visie en uitgangspunten van de Montessorischool. Het gezamenlijk pedagogisch doel is gericht op de ontwikkeling van kinderen tot sociaal verantwoordelijke mensen. BSO Pallas Athene hanteert de visie van Maria Montessori, die er vanuit gaat dat kinderen krachtige, sociale en creatieve wezens zijn. Elk kind heeft een natuurlijke drang om te ontdekken en zichzelf te ontwikkelen. Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich anders. De kerngedachte van Montessori is: Help mij het zelf te doen!”. De nadruk in deze visie ligt op het feit dat kinderen zelf al veel kunnen. Bovendien leren kinderen veel van elkaar. In de dagelijkse praktijk neemt het stimuleren van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid daarom een belangrijke plek in. Bij BSO Pallas Athene gaat het om de vrije tijd van kinderen. De kinderen kunnen zelf kiezen (binnen de grenzen van de mogelijkheden) met wie, en waar, en met wat ze spelen.
1.3. Kunst & Cultuur, Sport & Spel en Natuurbeleving. Binnen de BSO-Pallas Athene worden de kinderen gestimuleerd om hun omgeving te verkennen. Experimenteren met materialen en het beleven van plezier daarbij staat voorop. Er is aandacht voor zowel kunst & cultuur, als sport & spel en natuurbeleving. We bieden activiteiten en spelmateriaal aan, die aansluiten bij de persoonlijke wensen en behoeften van de kinderen.
4
2. Pedagogische doelen Samengevat willen we de volgende pedagogische doelen realiseren: 1. het kind de ruimte en mogelijkheden geven om zich te ontwikkelen tot “wie het is”, met eigen talenten en voorkeuren; 2. het kind “bij de hand nemen” en invoeren in de wereld om ons heen, leren een plek te vinden in de groep, in de maatschappij Wij willen graag een positieve bijdrage leveren aan een brede ontwikkeling van de competenties waarover kinderen beschikken. Vanuit de Wet Kinderopvang 2005 worden vier pedagogische opvoedingsdoelen voorgeschreven, namelijk: Bieden van emotionele veiligheid; Stimuleren van de ontwikkeling van persoonlijke competenties; Stimuleren van de ontwikkeling van sociale competenties; Overdracht van waarden en normen. Deze vier kerncompetenties behoren in elk pedagogisch beleidsplan uitgewerkt te zijn. In dit beleidsplan geven we aan hoe wij, BSO Pallas Athene, met deze competenties willen omgaan. 2.1. Een veilige én uitdagende omgeving bieden: Het bieden van een gevoel van veiligheid is de meest basale pedagogische doelstelling voor alle vormen van kinderopvang. Net als op de Montessorischool staat in de BSO het kind centraal. De pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kinderen. Zij zijn er voor de kinderen. De pedagogisch medewerkers gaan op een respectvolle manier met de kinderen om, zodat ze zich prettig en gewaardeerd voelen. Een veilige basis is een belangrijke voorwaarde voor kinderen om zich te ontwikkelen en uitdagingen aan te gaan. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en een goede wenprocedure versterken gevoelens van verbondenheid. Onze pedagogische visie vraagt om een boeiende omgeving die kinderen uitdaagt. In deze omgeving krijgen zij de gelegenheid om nieuwe mogelijkheden te ontdekken. 2.2.Gelegenheid tot het ontwikkelen van de persoonlijke competenties: Met het begrip persoonlijke competentie worden brede persoonskenmerken bedoeld zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Dit stelt een kind in staat om zinvol bezig te zijn, om in allerlei soorten situaties adequaat te reageren en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Daarnaast wil het zeggen dat kinderen de mogelijkheid hebben om vaardigheden onder de knie te krijgen en zelfvertrouwen op te bouwen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het leren van taal, motorische en cognitieve vaardigheden. Daarom is er een ruim aanbod in spelmaterialen en activiteiten, gericht op de verschillende leeftijdsgroepen, voor jongens en meisjes. Er is spelmateriaal die de fijne en grove motoriek activeert, zoals constructiemateriaal en circusspel. Het buitenspelen wordt actief gestimuleerd.
5
In de visie van BSO Pallas Athene is de creatieve ontwikkeling belangrijk. De pedagogisch medewerkers en kunstenaars helpen de creativiteit van kinderen te ontplooien door een uitdagende en inspirerende omgeving te bieden. Hierdoor krijgen de kinderen alle gelegenheid om ontspannend én ontwikkelingsgericht bezig te zijn.
2.3. Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties. Het begrip "sociale competentie" omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, andere helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. In de BSO zijn de kinderen samen met andere kinderen, soms in een grotere groep, soms in kleinere groepjes. Kinderen leren door het omgaan met elkaar. De pedagogisch medewerker stimuleert positieve interacties tussen de kinderen en geeft kinderen de ruimte hun eigen weg te vinden in het contact maken met anderen. Dit geeft kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot evenwichtige personen die functioneren in de samenleving. 2.4. Gelegenheid om zich waarden en normen eigen te maken. Op school en op de BSO komen de kinderen in aanraking met andere omgangsculturen dan thuis. De groep biedt een aanvulling op de socialisatie in het gezin, en biedt eigen mogelijkheden tot cultuuroverdracht. Montessorischool Pallas Athene heeft gedragsregels geformuleerd. Deze gedragsregels zijn een belangrijke voorwaarde voor kinderen om een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Samengevat zijn deze gedragsregels: respect voor elkaar; ruimte om verschillend te zijn; en streven naar gelijkwaardigheid. De grenzen worden bepaald door wat schadelijk, vernederend of storend is voor een kind of de groep. Zo wordt lichamelijk en/of verbaal geweld, sexueel-getinte of discriminerende opmerkingen niet getolereerd. BSO Pallas Athene sluit zich aan bij deze gedragsregels. Binnen de BSO vinden we het belangrijk dat de dagelijkse omgangsregels samen met de kinderen opgesteld worden, zodat ieder zich verantwoordelijk voelt voor het naleven van deze afspraken.
6
3. Pedagogische middelen. Onze pedagogische visie werkt uiteraard door in de organisatie van de BSO: de groepsindeling, de werkwijze en de dagindeling. Ook de inrichting, keuze van spelmateriaal en activiteiten worden hierdoor beïnvloed. 3.1. Groepsindeling Kinderen worden in een stamgroep (met maximaal 10 kinderen) gekoppeld aan een vaste pedagogisch medewerker, die ook het aanspreekpunt voor de ouders is. Met name voor de vier- en vijfjarigen is het prettig om te weten in welke groep ze horen. Zij hebben nog de zekerheid nodig van vertrouwde gezichten om zich heen. In de groepsruimte hebben ze een eigen plekje om jas en tas, en persoonlijke spullen op te bergen. Bij het maken van de stamgroep wordt rekening gehouden met de norm uit het kwaliteitsconvenant voor de kind/leidster ratio (10:1). Bij voorkeur wil BSO Pallas Athene de kinderen opvangen volgens de Montessorigroepsverdeling van de school (onderbouw, middenbouw en bovenbouw). In de startfase kiezen we er echter voor om met verticale (stam)groepen te beginnen, d.w.z. 4-12 jaar. Ongeacht de leeftijd past een kind zodoende in een groep. In een later stadium wordt bekeken hoe deze verdeling pedagogisch en bedrijfstechnisch gezien in de praktijk werkt. De kinderen krijgen structureel de gelegenheid om buiten de eigen groepsruimte te spelen: in de aula of in de buitenruimtes, waar natuurlijk de nodige begeleiding aanwezig is. Ontmoeting met kinderen van andere stamgroepen is hierdoor altijd mogelijk. We spreken daarom van een open-deurenbeleid. 3.2. Competenties van de pedagogisch medewerker Pedagogisch medewerkers zijn professionals met een opleiding om met kinderen te werken. In de CAO-kinderopvang staat de functie-omschrijving met de daarin vastgelegde kwalificatie-eis. Het werken met kinderen vergt een bepaalde beroepshouding. De pedagogisch medewerkers zijn betrokken en hebben een onderzoekende houding. Ze maken warm contact met de kinderen en hun ouders, en zijn enthousiast en positief in het omgaan met kinderen. Pedagogisch medewerkers die open staan voor ideeën van collega’s, ouders en kinderen vinden aansluiting bij de steeds veranderende behoeftes van de kinderen. Een andere belangrijke competentie is het samenwerken in een team. Een BSO-team heeft de taak om een veilige en stimulerende vrijetijdssituatie te bieden. In de uitvoer van taken moeten ze voortdurend afstemming zoeken met collega’s. Dit vraagt om structureel overleg over de werkwijze en de taakverdeling. De BSOcoördinator biedt hen hierbij ondersteuning. Ook krijgen zij bijscholing om kennis en vaardigheden uit te breiden, in de eerste plaats over de montessori-werkwijze.
7
3.3. De werkwijze van de pedagogisch medewerkers. Dagelijks begroeten de pedagogisch medewerkers de kinderen persoonlijk. Voor verhalen van de schooldag bieden zij een luisterend oor. Dit geeft de kinderen het gevoel dat ze welkom zijn en dat de begeleiders er voor hen zijn als dat nodig is. Er wordt in de stamgroep gegeten en gedronken. Daarna begeleiden zij de kinderen in de keuze van de activiteiten die ze willen ondernemen. De pedagogisch medewerkers observeren en stimuleren daarbij: ze kijken en luisteren voortdurend met aandacht naar de kinderen om te weten wat hen bezighoudt. Zij bieden vervolgens spelmaterialen en activiteiten aan, die passen bij de behoeften en wensen van de kinderen. Dit vraagt om een individuele benadering binnen de groepsgewijze opvang. 3.4. Vastleggen van observatie en volgen van de kinderen Vanaf het moment dat de kinderen binnenkomen kijkt de pedagogisch medewerker hoe de sfeer onderling is. Hoe is de stemming, wat willen de kinderen en wat hebben ze nodig? Door oplettend rond te kijken pikt de pedagogisch medewerker signalen van de kinderen op, en houdt hij/zij overzicht over de groep. Belangrijke gegevens over een kind of een groepje kinderen worden door de pedagogisch medewerker op regelmatige tijden vastgelegd. Daarnaast kunnen de (oudere) kinderen op de BSO ook zelf gevraagd worden over het welbevinden. Zo krijgt de pedagogisch medewerker beter zicht op de verandering in interesses en spelvoorkeuren bij de kinderen. De medewerkers kunnen hiermee het BSO-aanbod goed afstemmen op de wensen van de kinderen. De gegevens worden besproken tijdens de oudergesprekken en in overleg met collega’s of met de leerkracht op school. 3.5. Regels, afspraken en omgangsvormen Kinderen hebben een enorme drang om de wereld om hen heen te ontdekken. Hierdoor ontwikkelt een kind zich. Deze behoefte vraagt van de pedagogisch medewerkers behalve aanmoediging ook begeleiding en begrenzing. Regels bieden een kind houvast en duidelijkheid, en hierdoor ook veiligheid. Het kind weet zo wat er van hem of haar wordt verwacht. En omgekeerd weet het kind wat het van de begeleiders kan verwachten. Deze duidelijkheid helpt het kind om zelfvertrouwen op te bouwen. Van de pedagogisch begeleiders verwachten we dat zij aangeven waar de grenzen liggen, en dat ze kinderen aanspreken indien zij daar over heen gaan. Grenzen stellen betekent niet voortdurend dingen verbieden, maar juist aangeven wat wel mag. En zo leren kinderen rekening te houden met gevoelens en wensen van anderen. Het aftasten van grenzen is normaal gedrag. Kinderen die juist behoefte hebben aan duidelijkheid zullen soms de grenzen langer aftasten en overschrijden. Daarom vinden we het belangrijk om regels consequent te hanteren.
8
3.6. Kinderparticipatie BSO is vrije tijd voor kinderen. Daarom geven we de kinderen de ruimte om te kiezen met wat, met wie en waar ze willen spelen. Bij het ontwikkelen van nieuwe activiteiten vinden we het belangrijk om te luisteren naar de wensen van de kinderen. We betrekken de kinderen bij de inrichting van de ruimte, de aanschaf van nieuw spelmateriaal, het eten en drinken, en het opstellen van gedragsregels in BSO Pallas. Kinderparticipatie betekent dat kinderen een stem hebben in allerlei zaken die hen direct aangaan. Door samen na te denken, rekening te houden met wensen van anderen, een mening te formuleren, en naar elkaars ideeën te luisteren biedt de kinderen een kans om zich te ontwikkelen in hun zelfstandig functioneren. Kinderparticipatie heeft een positief effect op het zelfvertrouwen en de communicatieve vaardigheden van kinderen. Tegelijkertijd stimuleert het de betrokkenheid van de kinderen bij de BSO. Kinderen vrijheid en verantwoordelijkheid geven betekent ook risico’s nemen. De balans tussen beschermen en vrijlaten verschuift met het ouder worden van de kinderen steeds meer naar vrijlaten. De pedagogisch medewerker schat daarbij voortdurend in hoeveel vrijheid kinderen aankunnen. Dit gebeurt natuurlijk in samenspraak met de ouders. Kinderparticipatie geeft de pedagogisch medewerkers veel informatie over wat de kinderen belangrijk vinden, en over wat ze graag willen doen. Van de groepsleiding vraagt dit om een open houding voor de ideeën van kinderen en de bereidheid om die samen met hen vorm te geven. Kinderparticipatie is geen activiteit, het is een bewuste manier van werken met kinderen. 3.7. Inrichting van de ruimte De inrichting van de BSO is duidelijk anders dan de inrichting van de school. De nadruk ligt op huiselijkheid. We bieden een sfeervolle omgeving, waarbij vrij spel en ontspanning centraal staat. In de Montessori-opvatting over ruimte staat het begrip “voorbereide omgeving” centraal. De omgeving is zo ingericht dat de kinderen zelfstandig kunnen spelen. Het spelmateriaal wordt zo aangeboden dat de kinderen er zelf bij kunnen. Er zijn kleden op de vloer om op te spelen. De ruimte is overzichtelijk en herkenbaar. De kinderen leren zorg te dragen voor hun omgeving door zelf op te ruimen. In de BSO-ruimte vinden vooral huiselijke activiteiten plaats, zoals samen kokkerellen, drinken en eten, spelletjes doen, lego of knutselen. In de aula is er alle ruimte voor bewegingsspel. Bij realisatie van de nieuwbouw is er in het atelier gelegenheid voor experimenteren met materialen, en het maken van objecten. 3.8. Buitenspeelruimte BSO Pallas Athene vindt het belangrijk dat de kinderen veel gelegenheid krijgen om buiten te spelen. Hiervoor heeft het de beschikking over het zogenaamde karrenplein en zandbakkenplein. In de buitenruimte ligt ook een schooltuin. Daarnaast maken we gebruik van het speelveld, dat aan de overkant van de basisschool ligt. Hier is ruime gelegenheid om spontane en geplande natuuractiviteiten te ondernemen. Er is altijd begeleiding op de verschillende speelplekken.
9
4 Dagelijkse praktijk 4.1. Naar de BSO komen en naar huis gaan. De kinderen van de onderbouw worden opgehaald bij een afgesproken punt. De kinderen van de midden- en bovenbouw kunnen zelf naar de BSO komen, aangezien de BSO in de school is. Vanaf half 5 kunnen de kinderen gehaald worden door de ouders of verzorgers. We vinden het belangrijk om deze tijd te hanteren, zodat er tijd en rust is om een activiteit of spel te doen met eenzelfde groepje kinderen. Tot een half uur voor sluitingstijd is er alle ruimte om te spelen en te ontspannen. Dan richten de pedagogisch medewerkers zich tot de laatste kinderen en ouders, waarna ze in het laatste kwartier de laatste spullen opruimen. 4.2. Dagplanning na schooltijd Als de kinderen om kwart voor drie uit school komen eten en drinken ze iets in stamgroepen. Het is een kort moment om even tot rust komen. Zodra de kinderen klaar zijn met eten en overlegd hebben over wat ze gaan doen, ruimen ze hun beker en bordje op en gaan spelen. Tussendoor krijgen de kinderen de gelegenheid om nog iets te drinken. Op woensdag komen de kinderen van de onderbouw om kwart over twaalf. De kinderen van de midden- en bovenbouw komen om half één. Tussen twee en vier uur worden er activiteiten ondernomen. Op donderdag worden de kind(eren) uit groep 1 t/m 3 van twaalf tot half drie opgevangen. Op deze voormiddag kan er bijvoorbeeld een kookactiviteit of creatieve activiteit plaatsvinden. Verder is er ruimte voor vrij spel, binnen of buiten. Om kwart voor drie komen de kinderen van de overige groepen naar de BSO, de dagplanning is voor hen zoals op de andere schooldagen. 4.3. Eten en drinken Gezonde en gevarieerde basisvoeding is het uitgangspunt van onze BSO. Op de lange middagen en schoolvakantiedagen wordt een lunch aangeboden. Het aanbod is gebaseerd op de richtlijnen van het voedingscentrum. BSO Pallas Athene houdt rekening met individuele behoeftes. Keuzevrijheid en plezier vinden wij bij voeding een belangrijk aspect. Bovendien er is aandacht voor elkaar en voor de sfeer van het samenzijn. Omdat we de ontwikkeling van de zelfredzaamheid belangrijk vinden, betrekken we de kinderen bij kleine huishoudelijke taakjes zoals tafeldekken en afruimen. 4.4. Spelmateriaal In principe kiezen de kinderen zelf met welk speelgoed ze spelen. Op onze BSO is er een breed aanbod in spelmateriaal, van constructiemateriaal tot circusspel, van auto’s en poppen tot gezelschapsspelletjes. Bij de Montessorivisie passen materialen die de kinderen de mogelijkheid biedt om zoveel mogelijk zintuiglijk bezig te zijn. Kinderen kunnen met dit materiaal experimenteren en genieten van de zintuiglijke ervaring. Spelmateriaal (voor binnen én buiten) is op dit uitgangspunt uitgezocht. Televisie en computer worden alleen bewust ingezet op BSO Pallas. De pedagogisch medewerkers zijn bekend met de inhoud, en bepalen vooraf de tijd waarin er mee gespeeld wordt.
10
4.5. Activiteiten Kinderen kunnen op de BSO individueel of in kleine groepjes zelf activiteiten ondernemen en zich ontspannen in een met zorg voorbereide omgeving. Bovendien is er met regelmaat een aanbod van activiteiten, die kinderen in de verschillende leeftijdsgroepen aanspreken. Met name op de woensdag- en op donderdagmiddag is er tijd om grotere activiteiten te doen. De pedagogisch medewerkers organiseren zelf daarvoor activiteiten rond handenarbeid, koken, en als het mogelijk is tuinieren. Kinderen zijn dol op bewegingsspel, en zijn graag buiten. We willen daar graag gehoor aan geven. Sportieve activiteiten vinden we noodzakelijk omdat het bijdraagt aan een gezonde ontwikkeling van kinderen. In de vakanties en op schoolvrije dagen organiseren de pedagogisch medewerkers grotere activiteiten, op bijvoorbeeld sportief of creatief gebied. Vooraf wordt er een evenwichtig programma gemaakt, in samenspraak met de kinderen. Ook zullen er af en toe uitstapjes georganiseerd worden. Bij voorkeur worden de activiteiten in thema’s aangeboden. Natuurlijk zal er op deze dagen voldoende ruimte zijn om vrij spel te ondernemen. In de toekomst wil de school buitenschoolse activiteiten aanbieden op het gebied van muziek, dans, toneel, beeldend, sport en denksport, natuur en milieu.
11
5. Samenwerking met de ouders In samenspraak met de ouders vertaalt de groepsleiding van BSO Pallas Athene de uitgangspunten van het pedagogisch beleid naar de dagelijkse opvangsituatie. We vinden het contact met ouders belangrijk, daarom is een open communicatie op basis van gelijkwaardigheid ons streven. 5.1. Contact tijdens haalmomenten Tijdens de haalmomenten wordt er persoonlijk met ouders gesproken over de dagelijkse gebeurtenissen. Wanneer een kort gesprekje bij het halen van de kinderen niet voldoende is, dan is er altijd de mogelijkheid om een afspraak voor een oudergesprek te maken. 5.2. Oudergesprekken Naast de dagelijkse mondelinge overdracht worden ouders jaarlijks uitgenodigd voor oudergesprekken. Daarin wordt het welbevinden van het kind besproken. De ouders kunnen hier hun verwachtingen uitspreken en vragen stellen m.b.t. de opvoeding en de opvang. 5.3. Intakegesprek Zodra een kind geplaatst is worden ouders uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit gesprek heeft twee doelen: het uitwisselen van alle informatie betreffende het kind (van voorkeuren m.b.t eten en spelen tot bijzonderheden zoals allergieën van het kind), en het doorspreken van alle informatie betreffende het kindercentrum (van huisregels tot pedagogisch beleidsplan). Het intakegesprek is het eerste echte contact dat de ouder(s) of verzorger(s) hebben met de pedagogisch medewerkers. Het is belangrijk dat de ouders na het intakegesprek het gevoel hebben dat ze hun kind(eren) met een gerust hart kunnen achterlaten. 5.4. Oudercommissie De wet schrijft voor dat iedere BSO een door ouders gekozen oudercommissie heeft. De oudercommissie adviseert gevraagd en ongevraagd de BSO-coördinator over bijvoorbeeld de kwaliteit van de opvang, de openingstijden en de prijs van de opvang. Zij vergadert periodiek in aanwezigheid van de BSO-coördinator. De oudercommissie werkt volgens een landelijk opgesteld reglement, aangevuld door een eigen huishoudelijk reglement. Hierin staan de afspraken omtrent de taken en bevoegdheden, samenstelling, benoeming en werkwijze vastgesteld. Periodiek zal er een klanttevredenheidsonderzoek worden gedaan. Hiermee wordt gemeten of ouders zich thuis voelen en vertrouwen hebben in de manier van opvang. De resultaten worden verwerkt en besproken met de oudercommissie, en daar waar nodig zal een verbetertraject worden ingezet.
12
6 Samenwerking met de school en andere instellingen In de BSO staat het werken aan welbevinden van kinderen hoog in het vaandel. Kinderen krijgen steun bij het leggen van sociale contacten, kinderparticipatie en ontwikkeling van hun talenten. Dit gebeurt niet alleen op de buitenschoolse opvang. Ook op school en bij andere vrijetijdsorganisaties zijn dit belangrijke opvoedingsdoelen. Door samen te werken kan de pedagogisch medewerker de verschillende leefwerelden van het kind met elkaar verbinden. Kindgericht samenwerken betekent ook informatie-uitwisseling. Zo weten ouders, leerkrachten en andere betrokkenen beter wat een kind meemaakt als het niet bij hen is, en kunnen zij daar op inspelen. Hierdoor voelt het kind zich in vertrouwde handen. Respect voor de privacy van het kind is hierbij een belangrijk aandachtspunt voor de pedagogisch medewerkers. Deze vorm van samenwerking vraagt om het onderhouden van positieve banden met ouders en leerkrachten en andere partners.
13