INKTI'OT EN ISI.OKMVAZKX.
BROUWER'S AARDEWERK DOOR R. W. P. DE VRIES JR. Simplicity and directness of aim has been ihe leading feature, and indeed the charm of the most beautiful productions of ceramic art. WILTON I'.
Toen Brouwer een jaar of tien terug voor het eerst in bescheiden kring van belangstellenden zijn aardewerk liet zien, was dit een gebeurtenis in de geschiedenis der moderne potterie. Ons aardewerk dat evenals alle andere uitingen van nijverheidskunst door verkeerd begrip van makelij en versiering opgehouden had, het aankijken waard te zijn, begon juist, dank zij Colenbrander's medewerking in de Rozenburgsche fabriek, zich in een zekere richting weder te ontwikkelen. Het was een herleving van den uiterlijken tooi, die XXXVIII. KlseviersNo.
Rix.
deze kunstenaar met zijn sterke kleur-visioenen, met zijn grillige fantasien ons bracht. Het modele van zijn vorm, het lijnenspel van zijn versieringen, zijn frissche en diepe kleuren, zij kregen een zekere reputatie bij kunstenaar en leek, en hadden door hunne bekorende oorspronkelijkheid ons aardewerk als met een spoorslag uit den sleur van het alledaagsche gerukt en op andere banen geleid. Want dra na het succes der eerste Colenbrander's Rozenburgvazenen schotels, kwamen andere fabrieken met soortgelijk werk voor den dag. Het Goudsche en Purmerender fabrikaat o. a., hoewel vrij wat minder van artistiek gehalte, zweemde er toch naar, en iemand
Wil.I.K.M C. ÜKOCWKK.
289
MELKKAN KN VAASJKS.
die zich niet de luxe van een ColenbranderWij denken hier aan Mendes da Costa, vaas mocht veroorloven, kon zich faute den genialen beeldhouwer, wiens bloempotjes, de mieux nu verheugen met een pulletje kannetjes, bakjes in Grès Cérame, als voordat er eenigszins op leek, dat geornamenteerd beelden kunnen dienen van zeer logisch, zeer was met bloem en bladmotieven, want de rationeel gemaakt en versierd aardewerk. Gevormd op de draaischijf, verfraaid door geschilderde faience vierde nu hoogtij. een geestig gebogen Naast déze wijze van tuitje, een kostelijk aardewerk versieren aangcmodeleerd ooropenbaarde zich echtje, een paar markanter te gelijker tijd, te greepjes, zijn deze mogelijk iets vroeger dingen door en door of later, het is moeilijk aardewerk gebleven, dit in juiste datums tot in de kleinste finesvast te leggen, bij ses toe. enkele kunstenaars een En dit is het, wat neiging om het aardeook Brouwer's werk werk op andere, voor kenmerkt, het is op hun begrip meer logiendc op echt, men mag sche wijze te ornamenhet mooi vinden, of teeren. En vergelijken leelijk, het is zuiver, we hunne beginselen het is onvervalscht met de toenmaals aardewerk. Zijn vorbaanbrekende denkmen zijn niet geteekend beelden waar het meumaar gedraaid, zijn belen betrof: om de versieringen niet later versiering uit de congeschilderd maar volstructie te laten voortgen uit het materiaal vloeien, om het mazelf, zij zijn ingelegd, teriaal zelf in zijn waarweggekrast of hoe dan de te laten, en het niet ook, maar immer in door verf of fineer een onverdeelden samenander aanzien te geven, WANDIIOUI) MET C.KR1NCF.I.II ORNAMENT. hang met het voordan blijkt, dat het strewerp, als een logisch gevolg van zijn ontstaan. ven van deze kunstenaars op aardewerkgebied door eenzelfde grondgedachte werd beheerscht. Ook zij zochten naar meer constructieve eenheid, naar vormen en versieringen die in het Willem C. Brouwer, met op betrekkelijk materiaal voornamelijk hun oorsprong vonden. jeugdigen leeftijd de middelbaar acte tcekenen 290
in den zak, heeft als zoovelen van ons de droeve ervaring opgedaan, dat deze acte van bekwaamheid helaas weinig praktische kennis waarborgt en zij den gelukkigen bezitter maar zeer moeilijk aan een boterham helpt. Bevoegdheid bezit men voor het geven van teekenonderwijs aan een Hoogere Burgerschool, maar hoe weinig vacatures zijn er in verhouding tot het aantal jaarlijks afgeexamineerde candidaten, en voor de directe toepassing der teekenvaardigheid, voor aanwending zijner capaciteiten in een of ander onderdeel der kunstnijverheid, daarvoor mist de betrokken actebezitter doorgaans alle practische, technische kennis, en is dan veelal niet meer in de gelegenheid zich die eigen te maken. *)
hem er toe dat hij zich wendde tot de Purmerender fabriek, — waar men, zoo als gezegd, het moderne bloemdécor a 1'instar van Rozenburg huldigde —, en der directie voorstelde, zijne gedachten aldaar te verwezenlijken. Eilagy die directie was, evenals zoovele directies, van meening, dat zij het-buiten zoo'n nieuwen voorlichter wel stellen kon, bedankte hem voor zijn aanbod en . . . Brouwer was nog even ver. Toch liet hij zijn aardewerk-denkbeelden niet los en was eenigen tijd later dan ook in de gelegenheid in de bekende Goudschepijpen fabriek van Goedewaagen te Gouda, (waar men behalve pijpen ook eenvoudige bloempotten, testen e. a. vervaardigde), zich de beginselen van het vak eigen te maken, zijn eerste vaasjes te draaien en te doen bakken.
Toen Brouwer dan ook zijn brevet van bekwaamheid in teekenen behaald had, deed zich de vraag Aanvankelijk gevoor, wat nu ? En waardeerd door enzooals het toeval kele kennissen wersomwijlen beslist, den Brouwer's potjes bracht familie-relatie in ruimeren kring bemet den Leidschen kend toen hij ze op boekbinder J. A. een ArchitecturaLoeber Jr. hem aanavond in '98 liet zien vankelijk tot de WAN'DliORI) MET WEGGEKRAST ORNAMENT. en er van vertelde. boekkunst. BoekVAASJES MEI' [NGESTEMI'EUIE VERSIERING. Zoozeer voelde men versieren, letters ontwerpen, houtsnijden was zijn eerste aan- toen voor dit eenvoudige en frissche werk, raking met de praktijk der (laat ons het dat een ieder er wat van wilde hebben en Brouwer met een notitieboekje vol bestelnoemen) kunstnijverheid. Maar toch bleek dit niet geheel overeen- lingen huiswaarts keerde. Een ernstige ziekte komstig zijn aard en richting te zijn, en belette hem echter langen tijd zelfs deze zijn denkbeelden omtrent versiering, in het bestellingen uit te voeren en eerst later kon bijzonder betreffende het aardewerk, zij leidden hij, in Gouda terug gekeerd, aan veler verlangen voldoen. *) Inmiddels is de acie m. o. teekenen gewijzigd, en zijn tal van aanteekeningen voor verschillende technieken er aan toegevoegd, waarvan men goede resultaten hooj.t.
Leerde hij, door in de fabriek van Goedewaagen hier en daar te informeeren, de grond291
VAAS MK'I' CiKTABEKRDE VERSIERING.
beginselen van zijn vak, meerdere studie, meerdere proeven en onderzoekingen zouden echter noodzakelijk blijken, wilde hij verschillende technische moeilijkheden overwinnen. Dat hiertoe een eigen fabriek, zij het dan ook nog zoo n bescheiden fabriekje, haast onontbeerlijk was, spreekt vanzelf en in 1901 draaide en bakte dan ook te Leiderdorp de fabriek van „Brouwer's aardewerk", waarvan het personeel behalve Brouwer zelf en zijn zwager uit één enkelen draaier bestond. Helaas, deze vreugde van een eigen fabriek was van zeer korten duur. Een te heet gestookte oven ? een slechte schoorsteenconstructie r of wat ook, deden nog geen half jaar daarna op een Zaterdag-nacht of Zondagochtend de geheele fabriek in vlammen opgaan en al zijn materiaal, al zijn voorraad van vaasjes en pullen, 292
melkkannen, bordjes, werk van maanden en maanden was verloren. Brouwer's aardewerk had echter reeds bij velen zich een dusdanige reputatie weten te verwerven dat het den jeugdigen pottenbakker mocht gelukken, ook anderen voor zijn zaak te interesseeren, waardoor hij in staat was zich een nieuwe werkplaats in te richten. Zijn oven was gelukkig behouden gebleven, en dat was een voornaam ding, want zijn oven is eigenlijk alles voor den pottenbakker. Een oven waarin het vuur zich gelijkmatig verspreidt, die genoeg hitte kan verdragen, d i e . . . want het pottenbakkersbedrijf is vóór alles, misschien meer nog dan eenig ander, een vak van technische wetenschap. Het is niet alléén de zaak, de schijf te laten draaien, de kleiklomp op te voeren tot een vaas, sierlijk van verhouding, gevoelig van lijn, noch een versiering aan te brengen die geheel met den vorm mede gaat, er als het ware uit ontstaat, noch zelfs dien vorm zóó te maken dat zij volkomen beantwoordt aan de bestemming en bruikbaarheid; maar naast en boven dit alles is het de kennis van het materiaal, die een vaas, een kan tot hun doel geschikt maakt. Ons nieuwe aardewerk heeft er het bewijs van geleverd. De eerste proeven van Brouwer's werk zoowel als die van Amstelhoek en andere fabrieken, zij hadden
C.ERIXGKU) WAXDIidRI). MELKKAN KN HKKKK MKT (1KTAHEKKH ORNAMENT.
het aantrekkelijke van het nieuwe, in vorm en kleur, maar, menigeen zal het tot zijn schade ondervonden hebben, zij moesten het in bruikbaarheid afleggen bij het leelijkste bazargoed. Een blocmenvaasje op tafel liet een natte plek achter, de melk in kan of beker kreeg een onaangenamen aardsmaak, de theekopjes craqueleerden bij het eerste gebruik, de knopjes van suikerpot of eetservies braken bij de minste aanraking, het glazuur van bakjes en pulletjes barstte er van zelf a f . . . ja legio waren de verdrietelijkheden, die men met het nieuwe aardewerk mede in huis haalde. En geen wonder, want niet ieder die zich een goede vaasvorm kan denken, deze zelfs doen tollen op de schijf, is voldoende chemisch onderlegd om de eischen van zijn fabricaat tot in finesses te kennen. Iedere kleisoort toch vereischt een eigen warmtegraad, waarmede men dus bij het mengen van twee soorten onder elkaar rekening zal dienen te houden, terwijl ook het krimpvermogen van verschillende kwaliteiten weer ongelijk is. Maar nog meer vakkennis, nog meer studie van chemische technologie vereischen feitelijk de glazuren, want hoewel niet iedere vaas of pot geglazuurd behoeft te worden en het zelfs zeer goed mogelijk is een kleimengsel te maken, dat bij bakken schier ijzerhard wordt en zelfs ondoordringbaar voor water, zoo tracht toch haast iedere pottenbakker en vooral hij die den rijkdom en pracht in Japansch aardewerk weet te waardeeren, door zijn glazuur, dat een voortreffelijk materiaal kan zijn, de schoonheid van het modele zijner vazen te verhoogen. Hiervan weet bijvoorbeeld de
Goudsche pottenbakker C. J. Lanooy op voortreffelijke wijze partij te trekken. Dat de kennis van de eigenschappen en de geaardheid der verschillende glazuren voor den echten aardewerkman noodzakelijk is, zal men begrijpen indien men slechts even nagaat, dat iedere kleisoort feitelijk ook een eigen glazuur behoeft, die weer een zelfden warmtegraad verdragen kan, een zelfde krimpvermogen heeft.
Krimpt de glazuur sterker dan de kleisoort, dan barst ze aan de buitenzijde, terwijl ze in het tegenovergestelde geval als het ware een te ruim omhulsel vormt. Wel leveren Duitsche fabriekanten vooral, u klei met daarbij passende glazuren kant en klaar en voor ebruik gereed, maar
ONTWERP VOOR
RKI.IKF-VAASYERSIERING.
VAAS MET INGELEGDE VERSIERING.
eerstens is men hierdoor te veel gebonden aan deze niet altijd even fraaie kleuren en bovendien is een rechtgeaard pottenbakker graag meester van zijn materiaal, heeft hij het graag in zijn hand, niet alleen de vormen zóó te dwingen als hij ze hebben wil, doch ook de kleuren en de geaardheid van zijn glazuren zóó samen te stellen dat zij het effect geven, dat hij zich voorstelt. Want al kan het wel eens een enkele maal gebeuren, dat een vaas als een verrassing uit tien oven komt, dat de klei of het glazuur een kleur heeft aangenomen, een tinteling verkregen, die 293
* X$X># J/-. KF.I.1F.F TF.GKI.S.
En nauw verwant aan die schoonheid is men niet verwachtte, toch zullen deze toeweer de bruikbaarheid, feitelijk het uitgangsvalligheden in het pottebakkersbedrijf tot de groote uitzonderingen moeten behooren, daar punt in deze. Wat zouden wij hebben aan men er bezwaarlijk op zou kunnen voort- een sierlijke melkkan, waarvan het oor onbouwen, en indien een tweede soortgelijk gemakkelijk aanpakte en een tuit steeds deed exemplaar besteld werd, in de onmogelijk- morsen, wat aan een bloemenvaas met een te enge hals waar geen steel door kon, of heid verkeeren het te maken. Waar het technische gedeelte van het vak een te klein grondvlak die ze dra deed dus meer een zaak van zuiver positief weten tuitelen ; vóór alles dus bruikbaarheid, dit heeft is, daar lijkt het mij van Brouwer dan ook zeer dan ook bij Brouwer steeds vooropgestaan. juist gezien dat hij Zijn.eerste vaasdit onderdeel zijjes en zijn kanner fabrikage aan netjes waren, in een techniker, zijn den ruitnsten zin zwager, den heer opgevat, wat men Breedt Bruyn toe zegt „gebruiksvertrouwde. Het voorwerpen' en spreekt vanzelf bij een afwijking dat hierbij veel van den meest in onderling overgangbaren vorm leg geschiedt, en dier voorwerpen er gemeenschapuit onze dagelijkpelijk beraadsche omgeving GF.VF.I.VKKSIKRINC IN SKCT1KI.F-N slaagd wordt welhad hij zich .,het ke resultaten, welke kleuren men bereiken doel" steeds goed voor oogen gehouden. wil, maar die menging der verschillende grond- Zoo ontstonden zijn bloemvaasjcs met wijd stoffen, hun juiste verhouding, hun kwaliteit, uitstaanden rand waarin gaatjes gemaakt zijn de geheimen van het laboratorium. waren om de bloemen niet in een te dichten Moge het bovenstaande eenig begrip geven prop op elkaar behoeven te rangschikken. van de, laat ons het noemen, wetenschappe- Aan den logischen bouw der voorwerpen lijken kant van het pottenbakkersbedrijf, paarde hij een even rationcele versieringszonder een voldoende even- ja overwicht van wijze. De meest eenvoudige ornamentatie, artistieke kwaliteiten zouden wij echter geen die als onder 't maken vanzelf ontstond, waarlijk mooie vazen en pullen kunnen krijgen. waren de even ingegroefde randen, die langs 294
de bovenzijde van een kannetje het eentonige ervan even wegnamen, en door het iets dikker glazuur daar ter plaatse, een kleine verlevendiging van tint gaven, een klein ingedrukt motiefje beoogde hetzelfde doel en gaf een soortgelijk effect. Bij déze wijze van versieren, geheel voortvloeiende uit den aard van het materiaal sloot zich een andere aan, iets meer gecompliceerd, maar daardoor tot rijkere effecten voorbestemd. De vaas werd namelijk, nagenoeg droog zijnde, geheel of gedeeltelijk in zeer dunne kleipap van een andere kleur gedompeld. In dit dunne laagje tabeer-aarde werden nu lijnen en vakken voorzichtig wegge- • krast, waardoor de oorspronkelijke fond weer zichtbaar werd. Deze versieringstechniek door Brouwer veelvuldig toegepast, vooral langs den onderkant van kannetjes en bij de aanhechting der ooren gaven hem aanleiding tot zijn bekende lijn ornamenta-' ties, die nu eens donker op lichten fond, dan weer licht op donkeren ondergrond het KI.OKOMKAMINV,. sl'KCIMKN oor omvat houden en door hun verhouding een zekere stabiliteit suggereeren. Waar hij meende dat beschilderen van het aardewerk uitgesloten moest zijn, en een extra aangebracht kleurtje het effect toch dikwijls kon verhoogen, daar was behalve dit tabeeren, het inleggen van een andere kleisoort schier als van zelf aangewezen. Kleine figuurtjes werden gestempeld in de nog vochtige vaas en daarna ingevuld met een
kleisoort die na het bakken een andere kleur vertoonde. Om in zijn ornamentatie echter nog vrijer te zijn benutte hij ten slotte een werkwijze, niet ongelijk aan die waarmede de suikerbakkers hunne taarten orneeren. Met de ringeloor, een soort bakje dat in een fijn tuitje eindigt, weet hij evenals de taartkunstenaar met zijn peperhuisje, of de Javaansche batikster met hare tjanting sierlijke slingertjes, mopjes, krullen, haantjes, letters, ja heele spreuken in doorgaans lichter kleurige klei op zijn borden te schrijven. Die wandborden met de „morgenstond" er op, of met een verwijzing naar „eigen haard" zijn geen onbekenden meer, en al worden ze thans door verschillende fabrieken in den handel gebracht, en vertoonen de verschillende fabrikaten somwijlen aandoenlijke overeenkomst — wanneer zal dan eindelijk ons artistiek eigendom eens in be scherming genomen worden — toch zijn, voornamelijk aan de letters, Brouwer's borVOOR llorW-liKEUUYKKK den wel te onderkennen. Niet immer tevreden met al deze min of meer vlakke versieringswijzen en zijne neiging volgende, die eenigermate uitging naar beeldhouwwerk, modcleerde hij tal van ontwerpjes voor oortjes, tuitjes, pootjes, op aapjes, slakken, muizen en andere diertjes gebaseerd, waarvan de toepassing echter achterwege bleef, daar zij voor het gewone aardewerk te kostbaar bleek, en Brouwer's fabriek, inmiddels een vennootschap geworden, 295
niet van die enkele vazen, waarvan er geen tweede bestaat, zou kunnen rendeeren.
En uit die terra-cotta kleurige pate maakte hij groote bloembakken als Romaansche doopvonten, tuinsieraden met inscripties, grafVerstaat het publiek, laat ons zeggen de steenen en kerkhof monumenten, modelleerde kunstzinnige leek, onder „Brouwers aarde- hij leeuwen en adelaars en kwam zoodoende, werk" alleen zijn bekende potterie, de inge- blijvend op zijn terrein, tot wat men heden wijde weet dat juist in lateren tijd Brouwer ten dage bouw-beeldkunst pleegt te noevoor zijn aardewerk meer praktische toepas- men, en waarin de bouwmeester van het sing zocht in de architectuur. Vredespaleis aanleiding vond hem de binIn zeer vlakke renenplaats-versiering op liefs boetseerde hij opte dragen. tochten van kameelen In afwisselende bodie als een fries boven gen van bladornament effen tegels voor wandgedragen door krachdecoratie aangewezen tige sluitstukken met waren, — in verschil vogelmotieven zullen lend kleurig aardewerk daar zijn terra-cotta's maakte hij tableaux, wier kleur zoo juist sectielen, bestemd als in harmonie met het opschriften tusschen geheel is, door hun metselwerk in, waarrelief een speling van mede de kleur en de licht en schaduw geven, die een rustige stof uitstekend harmobekoring waarborgt. nieerden. Zijn geest zocht Of dit ten slotte vooral naar dingen van meer de kant is die nut en gebruik. Hij Brouwer uit zal gaan wilde van gebakken of hij zijn gaven en talenten geheel ten klei datgene maken dienste der architecwat essentieel dienst tuur zal wijtien, wij kon doen en daarbij weten het niet, en ik toch zuiver logisch zou haast zeggen wij aardewerk blijven. hopen het niet, want Als gevolg hiervan onze jonge ambachtsontstonden ook zijn kunst heeft ook mantuinsieraden. 't Kan noodig die voor zijn dat Liberty's fabrinen vaatwerk zorgen caat hem op de gehet bij deze kunnen dachte gebracht heeft, GRAFMONrMKVI en Brouwer voorloot kan zijn dat hij zich Wij ergerde aan de doorgaans weinig met de omgeving overeenstemmende majolica-bloempotten, of aan de marmeren of hardsteenen bloemvazen en tuinbeclden, die om niet stuk te vriezen 's winters in een houten getimmerte moeten schuilen — hoe ook, Brouwer zocht naar een kleimengsel dat, gebakken, goed tegen weer en wind bestand was, vorstvrij en daarbij in kleur aangenaam met het groen in een tuin samenging. 296
pig nog niet missen. In tegenstelling met het moderne aardewerk dat tot vervelens toe met vierkantjes en cirkeltjes verfraaid (?) werd, heeft dat van Brouwer een zekere distinctie, en de samenwerking met zijn zwager doet ons de hoop koesteren, dat hij hoe langer zoo meer in het materiaal zijn kracht zal gaan zoeken, dat hij uit de dof-ruwe klei, uit de kleurig glanzende glazuur zal weten te halen wat
er uit te halen valt. Wij zagen vaasjes uit den laatsten tijd die nieuwe beloften voor de toekomst bevatten (want bleef Brouwer's aardewerk wat het tot dusverre is, wij zouden het als een afgesloten periode in de historie onzer moderne potterie kunnen beschouwen) die vaasjes echter waren soberder van ornamentatie, maar ik zou zeggen mooier, fijner, beschaafder van stof. Een maaksel van buitengewone hardheid, ondoordringbaar voor water, zelfs zonder binnenglazuur, en prachtig donkergrijs en bruingeel van kleur. Als bij het goede oude Japansche aardewerk, — waarom zou men daar niet naar zien —, liep daar van af den hals een glazuur, dat in diep bezonken plekken als gestold was en slechts gedeeltelijk de vaas bedekte. 't Kan zijn dat voor den theoreticus deze wijze van versieren onlogisch is, dat zij niet past in het systeem der snijdende lijnen, der diagrammen, vierITINYU hoeken en cirkeltjes, maar och laat ons er eens eventjes uitkomen, laat ons zonder angstvallige bespiegelingen het resultaat bezien en dan is zoo'n vaas bij de deugdelijkheid van zijn maaksel, een genoegen voor het oog. Wat wil men meer 1 Ja, ik weet het, men wil wel meer; men wil volgens vaste grondplannen onze ambachtskunst opbouwen, men wil dat zij een onver-
valscht Hollandsen karakter zal dragen, dat zelfs de ornamentaties, en de wijze van versieren een zelfde type zouden vertoonen, men wil een zekere uniformiteit al voelt men toch ook even iets voor persoonlijke kunstuitingen, men wil . . . maar waarlijk onze oplevende ambachts-, nijverheidskunst of hoe ze ook genoemd worde, laat zich niet in een keurslijf dwingen, zij wil zich vrij uit ontwikkelen ; slechts op de scholen zijn dergelijke principen door te voeren. Maar zij die werken in de praktijk van eenig vak, zullen allengs ertoe komen indien zij hunne zaak serieus opvatten, in de zuivere juiste bewerking van het materiaal hunne kracht te zoeken. Hieruit zullen zij hunne vormen opbouwen, hieraan zullen zij hunne versieringen ontleenen, geleid door hun gevoel en hun smaak. Kn zoo zij dan bij andere nationaliteiten, bij groote voorgangers datgene aantreffen, wat als een superieure uiting in hun vak te be•;iKRiNc.
schouwen
is,
och
waarom zouden zij daar dan geen voorbeeld aan nemen. Kan een pottenbakker beter doen dan zich tot de Japanners te wenden, een metaalbewerker schoonere exempels zoeken dan bij de Perzen, een boekversierder juistere harmonie vinden tusschen ornamentatie en letters dan bij de eerste Itaiiaansche drukkers. Neen, laat onze nijverheids-kunstenaars die het ernstig mecnen maar kalm en rustig hun 297
p-mo- o-aan laat hen maar werken, en uit hun materiaal nieuwe vormen scheppen, wij zijn dan zeker dat die vormen niet zijn uitgedacht, maar logisch gegroeid, ontstaan door den hamerslag van den metaaldrijver, omhoog o-erezen op de draaiende schijf van den pottenbakker. Wij krijgen dan logisch en ge-
zond werk, is het daarbij extra-mooi, des te beter, maar laat het voor alles eerlijk en degelijk zijn. En dit is Brouwer's aardewerk in ieder opzicht, als zoodanig dan ook een verkwikking in dezen tijd. H i l v e r s u m , Sept. 1909.
1'RAIIMKNT VAN' KKN VKKSIKRING VOOR IIKI' VRK1 IKSPA1.F.IS.