Bladerend door de fotoalbums van Herman de Vries
[23]
Arnold Wentholt Wie de geboorteplaats Oldeholtpade en plaats van overlijden Steggerda van Herman de Vries (19301999) op de kaart opzoekt, zou niet verwachten dat hem vanwege grote verdiensten op het gebied van missie- en ontwikkelingswerk een hoge Indonesische onderscheiding van staatswege ten deel viel. Hij werkte bijna veertig jaar in Indonesië, eerst in Nieuw-Guinea en later in de Molukken, in dienst van de missie. Herman was een verzamelaar en kon vanwege zijn contacten aan bijzondere stukken komen, waarvan een aantal belangrijke erfgoedobjecten zich nu in musea bevindt. Van de meeste objecten maakte hij foto’s die in voornamelijk Aziatische fotoalbums werden opgeborgen. Aan de hand van een selectie van die foto’s wordt een beeld geschetst van zijn collectie. Een korte levensschets gaat aan de beschrijving van die collectie vooraf. 1 Oldeholtpade is een klein dorp in de buurt van Wolvega waar Herman de Vries werd geboren in een diep gelovige en enige katholieke familie van het dorp. Na een moeizame lagere schooltijd ging hij naar de ambachtsschool om zich te bekwamen als timmerman. In Wolvega waar de familie ter kerke ging en Herman het vervolgonderwijs volgde, woonde de familie In ’t Veld, een onderwijzersgezin, dat uit Indonesië was teruggekeerd. In Indonesië waren ze bevriend geraakt met pater Herman Tillemans, die tijdens een verlof als bisschop van Merauke de familie in Wolvega aandeed. De missie, zo vertelde hij de familie, was op zoek naar een jongeman met een opleiding bouwkunde om kerken en eenvoudige schoolgebouwen neer te zetten. Herman en zijn familie frequenteerden de kerk waar ook deze familie kwam en de vinger wees vrij snel richting Herman als
geschikte kandidaat. Bovendien bleek hij over organisatietalent te beschikken want de plaatselijke voetbalvereniging vvo had hij mee helpen oprichten en stond hij aan de wieg van de The Flying Stars, een nog bestaand cabaretgezelschap. De bisschop ging vervolgens naar Oldeholtpade waar een ongetwijfeld verbaasde familie De Vries geconfronteerd werd met dit hoge bezoek. Het gevolg was dat Herman in 1953 naar Nieuw-Guinea ging. Als 23-jarige kwam hij zo in de missievelden van de Missionarissen van het H. Hart (m.s.c.) die geheel zuidwest Nieuw-Guinea tot hun arbeidsveld konden rekenen. In het begin van de 20e eeuw was de congregatie neergestreken rond Merauke en in 1927 werd in het Kamorogebied de permanente missiepost Kaokonao gevestigd. In 1940 volgde de missiepost Agats in het Asmatgebied die vanwege strubbelingen en de oorlog vrij snel weer verlaten werd. Pas in 1953 werd hier opnieuw een missiepost geopend, ook toen een plaats waar de missie de handen vol aan had. Rond dezelfde tijd streken de paters neer in het Mappigebied met als hoofdplaats Kepi. Hier zou Herman het grootste deel van zijn verblijf in Nieuw-Guinea in de plaatselijke pastorie wonen als enige leek. Werk was er volop, overal moesten kerkjes en – om het binnenland zo snel als mogelijk tot ontwikkeling te brengen – scholen of lokalen gebouwd worden waar de jeugd als eerste generatie zou worden onderwezen. Het was missiewerk onder de vleugels van het koloniale gouvernement die zorg droeg voor de infrastructuur. Eén van de paters van de congregatie was de etnoloog/linguïst Jan Boelaars (1915-2004), van overheidswege belast met onderzoek naar de in de omgeving woonachtige Jaqai, die Herman wegwijs maakte in de lokale culturen, mythen en legenden. Wellicht kwam
Foto links Herman de Vries in 1984 te midden van diverse voorwerpen uit de archipel. 1 Ik ben voor de biografische gegevens dank verschuldigd aan pater Nico Akerboom m.s.c. en Nico de Jonge.
[24]
[25]
Foto 1 Prauwversiering, Asmat, hout en pigmenten, verzameld vóór 1961.
2 Dit museum bestond tussen 1936 en 1987 waarna de collectie naar het Nijmeegs Volkenkundig Museum werd overgebracht. Regionaal Archief Tilburg 517 doos 14 en 15
hier een latente belangstelling tot ontplooiing. Via de vele contacten kwam hij in aanraking met voorwerpen van de Asmat. Ook kunstvoorwerpen van de eilanden in de oostelijke Molukken kwamen hier in Nieuw-Guinea in zijn verzameling. De vele katholieke Molukkers uit Kei en Tanimbar werkzaam in de zorg en het onderwijs zullen zijn aanbieders zijn geweest (foto 1, foto 3 p. 26). Een aantal Asmat-stukken stond hij in 1961 in langdurig bruikleen af aan het Nederlands Volkenkundig Missiemuseum in Tilburg 2. NieuwGuinea was in 1963 overgedragen aan Indonesië en dat betekende ook voor De Vries dat hij het land als Nederlander moest verlaten. In 1964 keerde hij terug naar Nederland waar hij een aanstelling kreeg als bouwopzichter bij een bejaardencentrum in Rotterdam. Lang heeft hij daar niet gewerkt, want in hetzelfde jaar vertrok hij op uitnodiging van pater Karel Sträter naar de Molukken. Ook hier werkte hij voor de congregatie, leefde in de gemeenschap van paters en kreeg hij de zorg over de timmerwerkplaats. Zijn eerste werkplaats was Saumlaki op Yamdena, hoofdplaats van de Tanimbar archipel (foto 4, p. 26). De Tweede Wereldoorlog had hier op Tanimbar flink
huisgehouden en de eilanden verkeerden in een opbouwfase. Een speciaal door de missie gemonsterde boot zorgde voor het vervoer van bouwmaterialen over zee en op de terugweg werd kopra meegenomen voor verkoop in Ambon. In deze tweede periode verwierf hij verscheidene voorouderbeelden en sieraden van zowel de zuidoostelijke als de zuidwestelijke Molukken. Dit is een periode waarin de machtswisseling plaatsvond in Jakarta en Soekarno wordt opgevolgd door generaal Soeharto. In die tijd zal De Vries weinig concurrenten hebben gehad in de verwerving van bijzondere voorwerpen, vrije toegang tot Indonesië was immers zeer beperkt en de meeste eilanden buiten het machtscentrum waren moeilijk bereikbaar. Door zijn unieke en lange verblijf heeft hij contacten opgebouwd waar hij nog decennia van heeft kunnen profiteren. In 1973 kreeg Herman de Vries het aan de stok met de Indonesische autoriteiten. In dat jaar werd een partij voorwerpen die hij vanuit Tanimbar naar Ambon had laten verschepen in beslag genomen. Min of meer in dezelfde tijd werden de Belgische
Foto 2 Tanimbar, voorouderfiguur, walut, de pen onder het beeld geeft aan dat het vermoedelijk in de plank boven het ceremoniële familiealtaar, de tavu, gestoken heeft gezeten. Dit is één van de topstukken uit de collectie, met een eenvoud aan middelen is een maximaal resultaat bereikt, monumentaal in zijn eenvoud en formaat. Tegenwoordig bevindt dit stuk zich in de National Gallery of Australia, zie Maxwell 2010, p. 224. H. 31 cm.
[26]
wetenschappers Bernard Tursch en Jean Pierret, eveneens actief in het vergaren van materieel erfgoed, met inbeslagname geconfronteerd. De ironie wil dat dit op grond van een koloniale wet uit 1931 geschiedde. Door tussenkomst van toenmalig bisschop Sol m.s.c. werd een deel van het beschermd cultureel erfgoed weer vrijgegeven, maar De Vries, Tursch en Pierret dienden wel een deel van de collectie af te staan. Zo hebben ze onbedoeld de basis gelegd voor het Museum Siwalima in Ambon. In Ambon was hij meer dan twintig jaar voor missie- en ontwikkelingswerk betrokken bij de bouw van kerken, een noviciaat, een bezinningscentrum, een cursuscentrum en een timmerwerkplaats waar hij jongens opleidde. Dat laatste gebouw kon mede tot
Foto 3 Yamdena, Tanimbar stenen voorouderfiguur, vrouwelijke veldbewaker uit het dorp Alusi Karwain, foto geplaatst in Maluku en Vergeten Eilanden, H. 35 cm.
Onder Visitekaartje Harm (Herman) Paulus de Vries met kaart van de Maluku Tenggara.
stand komen door Nederlands ontwikklingsgeld waarvan tevens de baan van De Vries werd betaald. Voor het eerst uit een andere pot dan die van de congregatie. Met een zekere regelmaat kwam hij op verlof. Achter de boerderij waar zijn moeder woonde bevond zich een tuinhuisje op het erf waar hij zijn aanwinsten stalde om ze aan bezoekers te laten zien. Na de dood van zijn moeder en met zijn definitieve terugkeer naar Nederland voor ogen kocht hij eind jaren 1980 een rijtjeshuis in Wolvega. Tijdens zijn afwezigheid waren de kostbare voorwerpen ondergebracht bij een klant ver weg in Zuilen. In 1994, na bijna veertig jaar, zat zijn verblijf
Foto 4 Herman de Vries staande tweede van rechts op een groepsfoto vermoedelijk op Tanimbar, ca. 1967
[27]
Foto 5 (links) Damar, zittend voorouderfiguur met een diep verweerpatina. Opmerkelijke anatomische details die we ook op Babar aantreffen (op de achterzijde is Damar als herkomst geschreven).
Foto 6 (rechts) Fordate, Tanimbar, ‘oorlogsbeeldje’, wandrar, voorouderpaar als gebundelde kracht om bescherming te bieden tijdens gevaarlijke tochten. Het oude offerpatina spreekt boekdelen. Grafisch sterk beeldje waarin de archaïsche Austronesische gespiegelde W de armen en benen weergeven. Rotan lus is aan de bovenzijde bevestigd. H. ±8 cm.
Foto 7 (links) Luang zittend voorouderfiguur met gekruiste armen rustend op de opgetrokken knieën. H. 18,5 cm.
Foto 8 (rechts) Tanimbar, een voorouderpaar in ongebruikelijke staande houding, de vrouw houdt haar borsten vast (op de achterzijde staat als herkomst Tanimbar gescheven). H. 50 cm.
[28]
[29]
Foto 9 (uiterst linksboven) Tanimbar, verguld zilveren hanger, mase, met een gedreven Hindoeïstisch geïnspireerde hoofd, vermoedelijk import uit Bali, 19de eeuw of vroeger (op de achterzijde staat als herkomst Tanimbar geschreven). Foto 10 (linksboven) Yamdena, Tanimbar, paar gouden oorsieraden, kmwene, geheel samengesteld uit filigraan en granules; ketting van glaskralen ontbreekt (op achterzijde staat als herkomst Yamdena geschreven). Foto 11 (links midden) Yamdena, Tanimbar, gouden hanger, mase, het hoofd in drijfwerk omgeven door florale motieven en horens (op de achterzijde Yamdena, Tanimbar, aangekocht in 1978).
Foto 12 (rechts) Larat, Tanimbar, gouden repoussé hanger, mase, met een centrale voorstelling van een mythische held, mogelijk Atuf met uitgesterkte armen en benen, slangen en hemellichamen. Voor een vrijwel identieke hanger: Carpenter 2011, pp. 304-305.
Foto 13 (hiernaast) Tanimbar, gouden hanger, mase, met een fraaie en oude gedreven configuratie van drie staande vrouwenfiguren, de bovenste twee staand op de armen van de figuur beneden. In het midden boven een klein figuur staand op de rechterarm van de rechter figuur.
[30]
[31]
Foto 14 (links) Leti mannelijk voorouderfiguur in karakteristieke houding, gezeten op sokkel met florale motieven, verzameld in 1962, geplaatst in Maluku, H 30 cm.
Foto 16 Collectie late vergulde voorouderfiguurtjes, ca. 1990, H. 7-12 cm.
Foto 15 (rechts) Voedselschaal, Asmat met zeldzame voorstelling van twee antropomorfe figuren, verzameld vóór 1963.
3 Herman de Vries wordt overigens nergens in de catalogus vermeld. 4 De Jonge & Van Dijk 1995. In de dankbetuiging op p. 15 wordt de verzameling Herman de Vries prominent genoemd. Niet minder dan 28 objecten zijn afkomstig van De Vries.
in Indonesië er definitief op. Begin jaren negentig werd hij getroffen door een hersenbloeding waarna zijn onderscheidingsvermogen verdween of, zoals een handelaar het destijds uitdrukte, dat ‘hij zijn oog verloren’ had. In de laatste tien jaren van zijn leven kwamen zo meer en meer objecten in zijn verzameling die eertijds zo consciëntieus was opgebouwd. Hij liet, met het oog op zijn inmiddels zeer uitgebreide verzameling, een huis bouwen in Steggerda waar hij overigens niet lang van heeft kunnen genieten, want in 1999 overleed hij onverwachts, 69 jaar oud. Onder grote ook internationale belangstelling
werd de collectie van Herman de Vries bij een veilinghuis in Zwolle in 2001 aangeboden. Meer dan 1500 objecten ondergebracht in meer dan 700 kavels vonden een nieuwe eigenaar. Dat waren overigens niet alle voorwerpen die hij in de loop van de tijd om zich heen had verzameld, want rond 1996 weet een Spaanse handelaar een aantal vroeg verzamelde en unieke stukken uit de Molukken in consignatie te bemachtigen, die hij vervolgens in het najaar van 1997 via een expositie en bijhorende catalogus aanbiedt. Van de 65 objecten komen er 27 uit de collectie van De Vries, getuige de vermelding van het jaar van verwerving (foto 14). 3 Zeer waarschijnlijk werd de handelaar daarbij aangetrokken door de verscheidene voorwerpen die in de catalogus bij de tentoonstelling Vergeten Eilanden waren opgenomen als particuliere collectie (pc) 4. In de aanloop naar de veilingverkoop is nog geprobeerd deze de facto tot de collectie behorende stukken bij de veiling te betrekken, maar de handelaar had inmiddels na de dood van de eigenaar een regeling getroffen met de erfgenamen. Vermoe-
delijk had hij het hele bedrag met de verkoop van één kalkstenen voorouderbeeld al vergaard. In de catalogus van het Barbier Müller-Museum Arts of the South Seas uit 1999 is het beeld op pagina 145 opgenomen, nu wél met de herkomst De Vries. 5 Honderden foto’s van verscheidene omvang, zwart-wit en kleur, professioneel en amateuropnamen, bleven achter na de veiling. Ze hadden een functie gehad om de objecten uit zijn verzameling te determineren op leeftijd en eiland. De oudste foto’s zijn in zwart-wit en laten voorwerpen uit NieuwGuinea zien en de Molukken: Asmat-beelden, prauwversieringen en een paar voedselschalen, antropomorfe amuletten in diverse materialen en voorouderbeelden uit de zuidwestelijke eilanden (foto 15). Achter op de foto’s stonden data in zes cijfers gestempeld, corresponderend met de jaren 1963, 1967 en 1975. Die eerste foto’s zijn gemaakt toen hij in Nederland op verlof was. Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig zijn de opnamen in kleur en vanaf de jaren tachtig zijn de foto’s in Ambon afgedrukt wat ook duidelijk zichtbaar is aan de fotomapjes. Vanaf die tijd waaiert het
verzamelaarspalet breed uit van oud, authentieke naar twijfelachtig en zelfs tot gemaakt voor de markt. Die laatste categorie zit in mapjes die, gelet op de afbeelding aan de voorkant, aan het begin van de jaren negentig moet zijn aangeboden. Het zijn kunstig gemaakte verguld blikken voorouderbeeldjes en sieraden (foto 16). Het zijn dezelfde voorwerpen die in 1993 en 1994 in het Museum Siwalima in Ambon zijn bijgeschreven in de inventaris. 6 Een fotoreportage waarop jonge Tanimbarezen (?) in traditionele dracht zijn te zien voorzien van sieraden geeft mogelijk uitsluitsel. Oude en nieuwe sieraden worden naast elkaar gedragen, waarbij de nieuwere exemplaren van oude zijn afgeleid (foto 17, p. 32). Wanneer we naar de fotoverzameling kijken dan is er een grote discrepantie tussen items uit de Molukken en de rest van de Indonesische Archipel. Hier en daar duiken foto’s op van voorwerpen uit overige eilanden, kennelijk stukken die voor De Vries een bijzondere waarde vertegenwoordigden. Een goed voorbeeld hiervan is een zeldzaam Enggano ceremonieel vrouwenhoedje; hij liet dit bijzondere object van verschei-
5 In 2001 verkocht en doneerde Barbier o.a. 692 voorwerpen uit Indonesië aan het Musée du Quay Branly, waartoe ook dit beeld behoorde. 6 Kuhnt-Saptodewo a.o. 2012 64-65 fig. 69, 67; 66-67 fig. 72; 78-79 fig. 84-85; 84-85 fig. 90-91.
[ 32 20]1 5 ] 3 2
Foto 17 Geënsceneerde foto, late jaren ‘80. Op de foto zijn oude sieraden (bijvoorbeeld oor- en borsthanger) en nieuwe (het voorhoofdmasker) te zien.
Foto 18 Enggano vrouwenhoedje, hout en tinfolie, H. 16,5 cm.
dene kanten fotograferen of deed dat zelf (foto 18). Nog in 1987 lukte het De Vries om twee uiterst zeldzame erfgoedstukken te bemachtigen. Dat waren een houten kistje uit Ceylon geheel met ivoor belijmd en in reliëf versierd met o.a. voorstellingen van Adam en Eva in het paradijs en een ivoren voorouderfiguur. Beide fraaie objecten stammen uit de 17e eeuw. Deze voorwerpen werden door pater Geurtjens beschreven in z’n boek Zijn plaats onder de zon dat in 1941 uitkwam en verslag doet van zijn verblijf onder de bevolking van Fordate, één van de Tanimbar eilanden, aan het begin van de 20ste eeuw. Op een enkele foto die ik in de fotocollectie heb gevonden, staan aan de achterzijde op een standaard velletje gekopieerd papier herkomst en naam, Rumyaan en To Ranso.
[33]
Foto 19 (boven) Fordate, Tanimbar, gouden hanger, mase, met in het midden een gedreven voorstelling van een mythische held, Atuf (?), wijdbeens en met gestrekte armen, aan weerszijde een viervoeter, slangen en vegetatieve ornamenten. B. 10,5 cm.
Foto 20 (rechtsboven) Yamdena, Tanimbar, dorp Alusi verguld zilveren hanger, mase, met drie dansende figuren en aan weerszijden twee viervoeters, waaronder een hond. Foto Ben Grishaaver, Opgenomen in catalogus Vergeten Eilanden p. 119. B. 15 cm.
Foto 21 (rechtsonder) Hanger in de vorm van een vis, hoorn gevat in een zilveren montuur. (Gevonden op Kei is aan de achterzijde geschreven.) De hanger vertoont overduidelijk Chinese invloed en is waarschijnlijk door een Chinese smid gemaakt.
Foto 22 (linkerpagina rechtsboven) Tanimbar, kralensieraad voor op het hoofd met antropomorfe staande figuren en hanen, schelp pendantjes. Figuratieve overeenkomsten met Sulawesi en Sumba. H. 45 cm. Foto 23 (linkerpagina grote foto) Een geënsceneerde foto (jaren 1980) waarop een jonge vrouw is aangekleed als voorname Tanimbarese gekleed in ikat weefsel kralen hoofdtooi, een gouden haarsieraad i.v.v. een vlaggenschip, een kralenstreng, ngoras, een gouden hanger, mase, en ivoren armbanden, balusu. In haar rechter hand houdt ze de balg van een paradijsvogel. Alle voorwerpen zijn door De Vries gekocht.
Foto 24 (linkerpagina rechtsonder) Leti, gouden hoofdsieraad in de vorm van een antropomorfe kop, bekroond door een florale tooi, gedreven details. Als onderdeel van de Schenking Liefkes nu in het bezit van het Nationaal Museum van Wereldculturen. (aan de achterzijde is als herkomst Leti opgegeven) Gepubliceerd in Living with Indonesian Art p. 295. H. 25,5 cm.
[35]
Foto 25 (links) Tanimbar, gouden hanger, mase, met een gedreven antropomorfe kop en dubbele horens als hoofdtooi, sikkelvormige pendant. Voor een identiek exemplaar: Maxwell 2010, p. 140. Foto 26 (rechts) Kisar, bijzondere hoofdversiering bestaande uit een katoenen band met kralen overtrokken en drie kralenwerk pendanten, de middelste met verscheidene segmenten en hoornen tussenverdelers. L. 101 cm.
Dat laatste is een verbastering van Teran So (de oude heer So). In Geurtjens’ verslag staat er nog een Nederlandse naam bij: Cornelis, een benaming die in de tweede helft van de 17de eeuw vermoedelijk door een predikant aan deze snode voorvader is gegeven. Nog 75 jaar zouden het beeld en het kistje in hetzelfde dorp waar Geurtjens het had gezien, bewaard blijven. In de verkoop, mogelijk via een tussenpersoon verdwijnt de Nederlandse naam. Waren de mensen van wie het stuk in eigendom was die vreemde Nederlandse naam in de loop van die ca 75 jaar vergeten of is die gemakshalve weggelaten, zoals de naam To Ranso ook zonder voorkennis niet meer te herleiden valt (foto 32, p. 38)? 7
[36]
Foto 27 (linksboven) Yamdena, Tanimbar Eilanden, oorhanger in de vorm van een haan, goud en zilver amalgaam. Collectie NMVV Leiden Schenking Liefkes (op de achterzijde staat Yamdena als herkomst geschreven). Opgenomen in de catalogus Living with Indonesian Art, p. 304. L. 5,2 cm. Foto 28 (rechtsboven) Zuidwestelijke Molukken, Sermata, Kisar, gouden hanger, tanduk, met twee uiteinden i.v.v. horens en een centraal weergegeven antropomorf hoofd met bekroning van vier ‘horens’ in repoussétechniek.
Foto 29 (rechts) Leti, paar atypische gouden oorhangers met dubbele spiralen en hoornvormige uiteinden; in de binnenkant is rode stof gelegd (aan de achterzijde is Leti als herkomst geschreven).
Foto 30 (rechtsonder) Sermata, gouden hanger in sikkelvorm met drie opstaande ‘bladen’ en versierd met florale motieven in filigraan techniek (aan de achterzijde is geschreven kampung Malita, pulau Sermata hoofdversiering, 1978). B. 18 cm.
Niet alle objecten die ooit deel uitmaakten van de collectie Herman de Vries zijn gefotografeerd, zoals publicaties aantonen. Hij maakte zelf foto’s of liet die maken. Een aantal foto’s van objecten die hij afstond voor de tentoonstelling Vergeten Eilanden bevond zich in zijn fotocollectie, vermoedelijk gegeven voor zijn belangeloze medewerking. Toch geven de foto’s vaak ongesorteerd naar datum en materiaal een redelijk goede afspiegeling van de gehele collectie. Niet alleen is iedere verzameling een afspiegeling van iemands smaak, financieel vermogen, ze laat in het gunstigste geval zien wat er in een bepaalde tijd voorhanden was. De Vries had een uitzonderlijke positie als een van de weinige blanken die met een meer dan gemiddelde belangstelling in de jaren zestig in het verre Oost-Indonesië kon vergaren wat hem onder ogen kwam. Tien jaar later toen het toerisme onder een nieuwe president Soeharto op gang begon te komen en meer wetenschappers toegang kregen tot de Archipel, was de concurrentie al veel groter. 8 In de jaren tachtig en begin jaren negentig wordt er kennelijk veel aangeboden en dat heeft geen gunstige resultaten tot gevolg. Je vraagt je onwillekeurig af wanneer het niet meer kunnen onderscheiden van wat wel en niet goed is, begint. Wie de fotoalbums van de latere jaren doorbladert, ontmoet een nieuwe wereld van vraag en aanbod. Niet langer is het vertrouwen waarborg voor goede waar. Inventieve ontwikkelingen halen de werkelijkheid van de liefheb-
ber-verzamelaar in en De Vries laat zich dingen aansmeren; zijn hierboven reeds vermelde hersenaandoening zal daar mede debet aan zijn geweest. Hij heeft zijn eigen markt gecreëerd en zijn zucht naar meer laat zich niet zondermeer beteugelen. In die schemerwereld van echt en namaak laat hij zich inpakken. Een andere inventieve partij, het Zwolse veilinghuis, zal na zijn dood dit aanbodstokje overnemen. Zonder scrupules en voorbijgaand aan de ingeroepen expertise worden kavels met authentieke en niet authentieke stukken door elkaar aangeboden. Onervaren kopers denken een slag te kunnen slaan, maar komen bedrogen uit. Anderen weten een uniek voorwerp voor een relatief laag bedrag te bemachtigen. De veiling verliep zoals de verzamelaar in de
[37]
7 Voor een uitvoerige beschrijving van dit beeld zie, Nico de Jonge ‘The old master So Cornelis: an ancestor statue from Tanimbar’ in Brinkgreve & Stuart-Fox 2013 8 Naast de hierboven genoemde Tursch en Pierret waren dat o.m. Steven Alpert, Alain Schoffel, Marc Felix
Foto 31 Babar (?), ceremoniële trom waarbij de klankkast bovenop een paar mannenbenen is geplaatst waartussen een groot mannelijk geslacht zichtbaar is; op het basement een varken. Mogelijk heeft de trom bij vruchtbaarheidsrituelen gediend; verworven in de jaren ‘80. H. ca 78 cm.
[38]
Foto 32 (deze pagina) Fordate, Tanimbar, ivoren voorouder voorstellend Teran So Cornelis
[39]
Foto 33 (rechts) Yamdena, Tanimbar, tussen de dorpen Amdasa en Sangliat Karwain geplaatste stenen bewaakster, Andriet, staand met tussen haar geheven armen een offergave recipiënt. De uitdrukking van het gelaat laat aan de functie geen twijfel, ze bewaakt weert af en kijkt toe. Gepubliceerd in Vergeten Eilanden p. 86. H 88 cm. Foto 34 (rechtsonder) Ansichtkaart waarschijnlijk jaren ’80 waarop een Tanimbarese vrouw poseert voor Andriet. Gekleed in traditionele dracht lacht ze het beeld toe. De opname roept meer vragen op dan ze beantwoordt. Staat het beeld op de oorspronkelijke plek of is de opname geënsceneerd?
Foto 35 Tanimbar zittend voorouderfiguur met tussen de handen een offerbakje. In tegenstelling tot de meeste voorouderbeelden rusten de ellebogen hier niet op de knieën. Dit object bevindt zich sinds 2011 in het Musée Quay Branly. Opgenomen in de catalogus Maluku nr 30. H. 40 cm.
[41]
Foto 36 (boven) Tanimbar, collectie voorouderfiguurtjes, amuletten, eveneens walut geheten die voor allerlei doeleinden werden meegenomen. De diversiteit van uitbeelding van rond plastisch tot blokvorm is groot. Verzameld jaren ’60, hout en been. Het tweede beeldje van links op de onderste rij is onderdeel van de Thomas Jaffe schenking aan Yale Art Gallery.
Foto 37 (rechtsboven) Idem, hout en been, eveneens verzameld jaren ’60. Foto 38 (rechtsonder) Idem, been en hout. Het tweede beeldje van links op de bovenste rij is een ‘oorlogsbeeldje’ wandrar en het beeldje links daarvan bevindt zich sinds 2012 in het Yale Art Gallery als deel van de schenking van Thomas Jaffe.
[42]
laatste vijftien jaar had verzameld, chaotisch, er was vooral veel. Verschillende musea hebben objecten uit zijn verzameling in hun bezit gekregen, waaronder Yale Art Gallery, Nationaal Museum van Wereldculturen, Musée du Quay Branly, National Gallery of Australia en het Universiteitsmuseum Groningen dat de collectie van het voormalig Volkenkundig Museum Gerardus van der Leeuw beheert.
nnnn Fotografie Herman de Vries
Literatuur Brinkgreve, Francine & David Stuart-Fox (eds.) (2013), Living with Indonesian Art. The Frits Liefkes Collection, Amsterdam: KIT Publishers Carpenter, Bruce W. (2011), Ethnic Jewellery from Indonesia: Continuity and Evolution. The Manfred Giehmann Collection, Singapore: Editions Didier Millet Geurtjens, H. (1941) Zijn plaats onder de zon, Roermond en Maaseik: J.J. Romen & Zonen Jonge, Nico de (2013), ‘The old master So Cornelis: an ancestor statue from Tanimbar’ in: Brinkgreve & Stuart-Fox eds., 292-293 Jonge, Nico de & Toos van Dijk (1995), Vergeten Eilanden. Kunst & Cultuur van de Zuidoost-Molukken, Hong Kong: Periplus Editions i.s.m. C. Zwartenkot, Amsterdam Kuhnt-Saptodewo, Sri a.o. (2012), Maluku. Sharing Cultural Memory, Vienna: Museum für Völkerkunde Maluku , Arte Tribal de las Islas Molucas (1997), catalogue Arte Y Ritual, Barcelona Maxwell, Robyn (2010), Life, death and magic: 2000 years of Southeast Asian ancestral art, Canberra: National Gallery of Australia Newton, Douglas (ed.) (1999), Arts of the South Seas; Island Southeast Asia, Melanesia, Polynesia, Micronesia. The Collections of the Musée Barbier-Mueller, Munich etc.: Prestel Verlag
[43]
Foto 39 (links) Sulawesi, Toraja, bovenste deel van een grafluik met archaïsche voorstelling van staand mannenfiguur.