Bronnenboek Betalingsverkeer
Colofon Uitgeverij: Auteur: Inhoudelijke redactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk:
Edu’Actief b.v. Meppel C.A. Faas S. van den Heuvel, A. van den Tillart Peter Uil/Uil grafische vormgeving Edu’Actief/Peter Uil
Betalingsverkeer, bronnenboek ISBN: 906053 2260 NUR: 165 trefw. leermiddelen; bve Bank- en verzekeringen
Copyright © 2003
Uitgeverij Edu’Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel telefoon: 0522-235235 telefax: 0522-235222 e-mail:
[email protected] internet: www.edu-actief.nl
Eerste druk / eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor alle kwesties inzake het kopiëren van een of meer pagina’s uit deze uitgave: Stichting Reprorecht, Hoofddorp.
Inhoud Thema 1 De betaalrekening Taak 1 Geschiedenis en ontwikkeling van de betaalrekening 1.1 Inleiding 1.2 Geschiedenis van de particuliere betaalrekening 1.3 Geschiedenis van de zakelijke betaalrekening
Thema 3 De zakelijke betaalproducten 5
Inleiding
51
5 5
Taak 1 De zakelijke betaalproducten uitgaand betalingsverkeer 1.1 Enkelvoudige betaalopdrachten 1.2 Meervoudige betaalopdrachten
52 52 53
Taak 2 De zakelijke betaalproducten inkomend betalingsverkeer 2.1 De acceptgiro 2.2 De machtiging
55 56 57
6 6
Taak 2 De particuliere betaalrekening 7 2.1 De kenmerken van de particuliere betaalrekening 7 2.2 Het openen van een particuliere betaalrekening 7 2.3 Soorten particuliere betaalrekeningen 11 Taak 3 De zakelijke betaalrekening 3.1 Kenmerken van de zakelijke betaalrekening 3.2 Het openen van een zakelijke betaalrekening 3.3 De zakelijke betaalrekeningen van de verschillende banken
15
Begrippenlijst
17
13
Taak 3 De zakelijke toonbankproducten 3.1 Het ontvangen van chartaal geld 3.2 Het ontvangen van pinbetalingen 3.3 Het ontvangen van chipbetalingen 3.4 Het ontvangen van creditcardbetalingen 3.5 Het ontvangen van internetbetalingen
13
64 65
Taak 4 De buitenlandse zakelijke betaalproducten 4.1 Het zakelijk uitgaand buitenlands betalingsverkeer 4.2 Het zakelijk inkomend buitenlands betalingsverkeer 4.3 Documentaire betaalproducten
67 68
Begrippenlijst
70
66 66
19
Thema 4 De betalingscircuits Taak 1 De betaalproducten uitgaand betalingsverkeer 1.1 Gewone betalingen 1.2 Regelmatig terugkerende betalingen 1.3 Spoedbetalingen
59 59 62 64
13
Thema 2 De particuliere betaalproducten 19 Inleiding
51
20 20 23 25
Taak 2 De toonbankproducten 2.1 Welke toonbankproducten zijn er? 2.2 Betaalsystemen 2.3 Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (MOT)
26 26 39
Taak 3 De buitenlandse betaalproducten 3.1 Betaalproducten uitgaand betalingsverkeer 3.2 Toonbankbetalingen
45
Begrippenlijst
49
43
45 47
71
Inleiding
71
Taak 1 De geschiedenis van de betalingscircuits
72
Taak 2 Het Interpay-betalingscircuit 2.1 Geschiedenis 2.2 De rol van Interpay bij geldautomatentransacties 2.3 De rol van Interpay bij betaalautomaattransacties 2.4 De rol van Interpay bij chipkniptransacties 2.5 De rol van Interpay bij creditcardtransacties 2.6 De rol van Interpay bij I-paybetalingen 2.7 Clearing en settlement
74 74 74 75 75 76 77 77
Taak 3 Het Postbankcircuit 78 3.1 De verwerking van betaalopdrachten, bestemd voor girorekeninghouders 78 3.2 De verwerking van betaalopdrachten, bestemd voor bankrekeninghouders 78
3
4
Taak 4 Het betalingscircuit van De Nederlandsche Bank 4.1 Het settlement 4.2. Het TOP-betalingssysteem 4.3. TARGET 4.4. SWIFT
79 79 79 80 81
Begrippenlijst
84
Thema 1
De betaalrekening
Betalingsverkeer kan nog efficiënter Van onze medewerker bij DNB: Rein Kieviet Consumenten en bedrijven maken steeds meer gebruik van efficiënte producten en distributiekanalen, wat tot uiting komt in een hoge mate van giralisering en elektronisering in het betalingsverkeer.
Geschiedenis en ontwikkeling van de betaalrekening
1.1 Inleiding In het bronnenboek Inleiding bank- en verzekeringswezen hebben we uitvoerig gesproken over geld als het algemeen geaccepteerde ruilmiddel. Betalen doe je met geld. We hebben daarbij twee geldvormen onderscheiden: chartaal en giraal geld. Chartaal betalen wil zeggen: het ruilen van munten en bankbiljetten tegen goederen en diensten. Giraal betalen wil zeggen: betalen met de direct opeisbare tegoeden. Bijvoorbeeld betalen met je pinpas. Deze tegoeden staan op betaalrekeningen. Met je betaalrekening heb je direct toegang tot het girale betalingsverkeer. Het belangrijkste kenmerk van giraal betalen is: er is pas betaald als het bedrag op de rekening van de verkoper is bijgeschreven.
Daarnaast is de grote populariteit van de machtiging een factor van betekenis, waarvan het gebruik steeg van circa 225 miljoen in 1991 naar bijna 900 miljoen in 2001, ten koste van vooral de acceptgiro. De machtiging is goedkoop in verwerking, omdat de incassanten deze opdrachten met grote aantallen tegelijk in elektronisch leesbare vorm aanleveren. Bovendien biedt het de betaler het nodige betaalgemak. De laatste jaren draagt ook het grotere gebruik van elektronisch bankieren en internetbankieren sterk bij aan de elektronisering. In opkomst is het chippen dat naar verwachting in vergelijking met vorig jaar zal verdubbelen naar circa 75 miljoen transacties. Dit is vooral geschikt voor het elektronisch betalen van kleine bedragen en is een vervanging voor munten en bankbiljetten van lage coupures.
Bron: DNB magazine 4e jaargang nummer 2.
De betaalrekening
Taak 1
De giralisering houdt in dat er steeds meer wordt betaald met banktegoeden in plaats van met contant geld. Zo steeg het aandeel van dit girale geld in de totale geldhoeveelheid van 70% in 1991 naar 90% in 2001. De elektronisering houdt in dat consumenten en bedrijven steeds meer kiezen voor elektronische in plaats van papieren betaalvormen, zoals acceptgiro’s en cheques. Her aandeel van de elektronische varianten steeg van 50% in 1991 naar 86% in 2001. Meest in het oog springende ontwikkeling is de enorme opkomst van het pinnen van 20 miljoen transacties in 1991 naar 954 miljoen transacties in 2001 ten koste van cheques en contant geld. Behalve in het toonbankverkeer, heeft het pinnen ook in het contante verkeer belangrijke efficiencyvoordelen gebracht; een opname aan een geldautomaat vervangt nu de dure kasopname aan de balie van het bank- of postkantoor. Begin jaren negentig werd nog maar 20% van het contante geld bij de geldautomaat opgenomen. In 2001 was dat 90%.
5
De betaalrekening
1.2 Geschiedenis van de particuliere betaalrekening
6
In het bronnenboek Inleiding bank en verzekeringswezen is al duidelijk geworden dat in de jaren zestig van de vorige eeuw de meeste mensen een betaalrekening kregen. Veel bedrijven gingen hun loonadministraties automatiseren. Hierdoor werden werknemers min of meer verplicht een betaalrekening te openen. Daarop konden zij hun salaris ontvangen. Vóór die tijd kreeg iedereen per week een loonzakje en werd er dus chartaal uitbetaald. Ook de sterke economische groei vanaf de jaren zestig heeft aan de giralisering van het betalingsverkeer bijgedragen. In veel huishoudens ging ook de vrouw (parttime) werken. Daardoor konden veel huishoudens meer uitgeven maar ook meer sparen. Dit had tot gevolg dat tussen banken onderling een concurrentiestrijd uitbrak om de particuliere cliënt. Het was met name de voorloper van de Postbank, de PCGD (Postcheque- en Girodienst) die al vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw als doel had: het bevorderen van het girale betalingsverkeer. Rekeninghouders konden op ieder postkantoor geld storten en opnemen van hun betaalrekening. Als onderdeel van de PTT (Post, Telegrafie, Telefonie) gebruikte de PCGD het geld van de betaalrekeningen voor het geven van leningen aan de PTT en de overheid. Uit het bovenstaande kun je onder andere verklaren waardoor de Postbank op dit moment meer dan 7,5 miljoen rekeninghouders heeft.
De andere banken vonden het bevorderen van het girale betalingsverkeer tot het eind van de jaren vijftig van ondergeschikt belang. Vrijwel iedere werknemer heeft vanaf het eind van de jaren vijftig en in de jaren zestig een betaalrekening bij een bank.
1.3 Geschiedenis van de zakelijke betaalrekening Na de Tweede Wereldoorlog werd het girale geld vooral door zakenmensen als ruilmiddel gebruikt. Toch waren er in de 19e eeuw al zakenlieden met een betaalrekening. Vanaf die tijd kwamen er meer handelsbanken bij en kreeg men meer belangstelling voor de zakelijke betaalrekening, ook wel zakelijk rekeningcourant genoemd. De belangstelling ontstond vooral doordat banken deposito’s gingen aantrekken en daarvoor een rentevergoeding gaven. Voor zakenlieden werd het aantrekkelijk tijdelijk hun overtollige geld bij banken te stallen. Een andere reden was dat de schuldeiser niet meer zijn geld ging halen bij degene die hem geld schuldig was, maar andersom. De koopman bijvoorbeeld, moest het geld brengen naar zijn leverancier. Via een overschrijving van een banktegoed ging dat natuurlijk veel makkelijker. Bovendien was het veel veiliger; je hoefde niet meer met je geld over straat. Ten slotte: de automatisering van de loonadministraties betekende dat bedrijven de salarissen giraal gingen betalen. Dit had ook een toenemend gebruik van de zakelijke betaalrekening tot gevolg.
Taak 2 De particuliere betaalrekening 2.1 De kenmerken van de particuliere betaalrekening
1. Het belangrijkste kenmerk van de particuliere betaalrekening is: de mogelijkheid betalingen te verrichten en geld te ontvangen. Andere benamingen voor de betaalrekening zijn: privé-rekening en salarisrekening. Je kunt op allerlei manieren betalingen doen via de betaalrekening. Denk maar aan overschrijvingsformulieren en het gebruik van je bankpas en chipkaart in winkels. Hier gaan we in het volgende thema nog uitvoerig op in. In de vorige taak hebben we al besproken dat vrijwel iedereen zijn salaris door zijn werkgever gestort krijgt op zijn rekening. Méér betalen dan er op de rekening staat, is niet mogelijk. Tenzij je een afspraak met je bank hebt gemaakt om rood te mogen staan. Hiervoor sluit je dan een salariskrediet af.
2.2 Het openen van een particuliere betaalrekening Het openen van een betaalrekening is voor een bank vaak de eerste actie om een relatie met een cliënt aan te gaan. Je kent de (kandidaat-) cliënt nog niet en daarom is het belangrijk zo veel mogelijk van die (kandidaat-)cliënt te weten te komen. Met wat voor iemand gaat de bank in zee? Vandaar dat de procedure voor het openen van een betaalrekening zeer zorgvuldig moet gebeuren. Hoe verloopt de procedure voor het openen van een betaalrekening? Je kunt daarin vijf stappen onderscheiden: 1. het invullen van gegevens op de computer 2. het invullen van de handtekeningkaart 3. vragen naar een geldig legitimatiebewijs 4. controleren van de geldigheid van het legitimatiebewijs en de betrouwbaarheid van de (kandidaat-)cliënt: BKR, VIS en EVA 5. het uitdelen aan de cliënt van het rekeningnummer, overschrijvingsformulieren, een opbergmapje voor de rekeningafschriften en de Algemene Voorwaarden. 1. Het invullen van gegevens op de computer
3. De particuliere betaalrekening is vaak ‘de basis’ voor andere bankproducten. Denk maar aan spaarrekeningen en effectenrekeningen. Je kunt bijvoorbeeld van je betaalrekening op verschillende manieren geld overmaken naar je spaarrekening en andersom. Dit wordt in thema 2 behandeld. Ook kun je via je betaalrekening geld overmaken naar je effectenrekening om aandelen en obligaties te kopen. 4. Het gebeurt regelmatig dat je in de envelop van het rekeningafschrift reclame van de bank vindt. De bank gebruikt zo de betaalrekening als distributiekanaal om de cliënt te bereiken. Op deze manier houdt je bank je op de hoogte van nieuwe producten, waarvan ze natuurlijk graag wil dat je ze afneemt!
Tot voor kort gebruikten verschillende banken nog het fysieke openingsformulier. Fysiek betekent lichamelijk, stoffelijk. Hier betekent het dat er nog werkelijk sprake is van een papieren formulier. Nu gebruiken de banken dit fysieke formulier niet meer, maar voeren de gegevens direct in op de computer. Het is meestal een accountmanager of cliëntadviseur die met de klant het formulier invult omdat hij of zij later, bijvoorbeeld voor advies, toch met die persoon te maken krijgt. Allereerst vraagt de medewerker naar de NAWgegevens (Naam, Adres en Woonplaats), geboortedatum, beroep en nationaliteit. Ook moet je zeggen of je ingezetene bent of niet. Je weet van deel 1 dat je ingezetene bent als je
De betaalrekening
2. Een ander belangrijk kenmerk is dat een betaalrekening op één naam kan staan, maar ook op naam van meerdere rekeninghouders. Jijzelf en je partner kunnen één rekening aanvragen. Veel mensen hebben meerdere rekeningen: een rekening voor zichzelf, een rekening samen met de partner en vaak ook nog rekeningen bij verschillende banken.
7
ingeschreven staat in het bevolkingsregister. Je hoeft niet de Nederlandse nationaliteit te hebben om ingeschreven te staan. Als het formulier is ingevuld, moet de nieuwe rekeninghouder zijn handtekening zetten onder een uitdraai uit de computer.
2. Het invullen van de handtekeningenkaart Vervolgens zet de nieuwe rekeninghouder zijn handtekening op een handtekeningenkaart. Deze kaart is bedoeld om altijd de handtekening van de rekeninghouder te kunnen vergelijken met die op ondertekende documenten of formulieren. Deze handtekeningenkaart wordt centraal opgeslagen en gescand. Op de handtekeningenkaart staat de handtekening van de rekeninghouder. We noemen zo’n rekening: een rekening op naam. Er kunnen ook meerdere mensen gebruikmaken van eenzelfde rekening, denk bijvoorbeeld aan de partner. We noemen zo’n rekening: een en/of-rekening. Ook kun je andere mensen machtigen voor jou geld op te nemen of te storten. Denk maar aan bejaarden die slecht ter been zijn en niet zelf naar de bank kunnen gaan.
Handtekeningenkaart Cliëntkaart.
Adriaan Hiele beantwoordt vragen
De betaalrekening
En/of-rekening een doodvonnis? Ik ben een weduwe van 83 jaar met getrouwde kinderen en een eigen huis van 250.000 euro, zonder hypotheek. Wanneer ik handelingsonbekwaam word, moet iemand anders mijn financiën regelen. Mijn schoonzoon, die betrouwbaar is en mij veel helpt, biedt mij aan om mijn bankrekening mede op zijn naam te zetten, waardoor hij kan handelen in geval van nood. Houdt dit risico’s in? Ik heb het gevoel dat ik zo mijn eigen doodvonnis teken. Onzin? (M. van L.)
8
Een en/of-rekening waarover u beiden onafhankelijk van elkaar kunt beschikken, is een praktische oplossing, maar het gaat er natuurlijk om met wie u omgaat. U
vertrouwt uw schoonzoon. Dus. Bovendien kunt u de machtiging altijd intrekken. Uw onverhoopte overgang van het tijdelijke naar het eeuwige verloopt soepeler met een en/of-rekening. Hoewel? Leest u daarvoor het antwoord op de volgende vraag. En/of rekening splijt familie Mijn 95-jarige moeder is onlangs gestorven. Even daarvoor liet één van mijn broers haar een en/ofrekening ondertekenen, zonder dat ik het wist. De bank antwoordde op mijn vraag of de handtekening van mijn niet meer scherp denkende moeder zonder meer geaccepteerd werd, dat haar handtekening bepalend is. Zij is vrij om haar rekening om te zetten in een en/ofrekening. Een maand na haar overlijden haalde mijn broer haar spaarrekening leeg en hief deze op zonder mijn instemming, een akte van
overlijden of een verklaring van erfrecht. Dat mijn broer niet correct heeft gehandeld, begrijp ik, maar is de bank wel zorgvuldig met haar spaargeld omgegaan? (W. te H.) Dit komt voor. Soms blijven en/ofrekeningen jaren bestaan na het overlijden van een rekeninghouder. De bank moet er immers van uitgaan dat rekeninghouders handelingsbekwaam zijn tot formeel het tegendeel blijkt, en heeft niet de officieuze plicht het spaargeld van uw moeder te bewaken. Direct na haar overlijden had u als erfgenaam de kans om schriftelijk deze rekening te blokkeren en om te zetten in bijvoorbeeld een rekening voor alle erfgenamen. Overigens heeft u als erfgename een claim op uw broer. Deel hem dat per omgaande mee, via een aangetekend schrijven.
3. Vragen naar een geldig legitimatiebewijs Je kunt wel een handtekening zetten, maar de bank wil zeker weten dat jij degene bent voor wie je je uitgeeft. Ook wil de bank voorkomen dat vreemden over jouw rekening kunnen beschikken. De bankmedewerker zal daarom om een geldig legitimatiebewijs vragen. Wat zijn geldige legitimatiebewijzen? - een geldig paspoort - een geldig in Nederland uitgegeven rijbewijs - een geldige Europese Identiteitskaart. Geldig betekent in dit verband: niet verlopen en niet door verminking ongeldig gemaakt. 4. Controleren van de geldigheid van het legitimatiebewijs en de betrouwbaarheid van de (kandidaat-)cliënt. Iedere bank zal bij het aangaan van een relatie met een cliënt willen weten of die cliënt betrouwbaar is. Dit wordt op de volgende manier getoetst: - bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) - in het VIS-bestand (Verificatie Informatie Systeem) - in het EVA-bestand (Externe Verwijzings Applicatie).
Het VIS-bestand Het Verificatie Informatie Systeem is een gegevensbestand van het BKR. Met dit systeem wil de organisatie bijdragen aan de bestrijding van misdaad en fraude in het financiële verkeer. Het belangrijkste voor het betalingsverkeer is dat dit systeem nummers heeft van gestolen en vermiste legitimatiebewijzen. Daarnaast wordt bij Nederlandse rijbewijzen via VIS automatisch het bestand van het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheid) geraadpleegd op de geldigheid van een rijbewijs. Als een bankmedewerker het nummer van een legitimatiebewijs toetst aan het VIS-bestand,
De betaalrekening
Geldige legitimatiebewijzen.
Het Bureau Krediet Registratie (BKR) in Tiel In de jaren zestig van de vorige eeuw namen steeds meer mensen een krediet. Daarom riep het financiële bedrijfsleven in 1965 de Stichting Bureau Krediet Registratie in het leven. In de Wet op het Consumentenkrediet staat dat elke kredietverstrekker verplicht is zich bij de BKR aan te sluiten. Elke bank is dus lid van de BKR. Elke bank kan erachter komen of een (kandidaat-)cliënt betalingsachterstanden heeft op afgesloten kredieten. Op de BKR komen we uitvoerig terug bij de behandeling van de deelkwalificatie 'Consumentenkrediet'. Voor ons is hier van belang dat bij het openen van een betaalrekening de bank in ieder geval via een BKR-toetsing te weten komt of iemand betrouwbaar is in het aflossen van leningen.
9
krijgt hij of zij informatie over de geldigheid van het legitimatiebewijs. Ook blijkt dan of het legitimatiebewijs als gestolen of vermist bekendstaat. In het VIS-bestand staat ook informatie over buitenlandse legitimatiebewijzen uit meer dan 170 landen. Het EVA-bestand Het BKR levert ook andere diensten. Hieronder valt de Externe Verwijzings Applicatie (EVA). Dit is een fraudepreventiesysteem van de NVB (De Nederlandse Vereniging van Banken) en VFN (Vereniging van Financieringsondenemingen in Nederland) Dit fraudepreventiesysteem is sinds 1997 in werking. In dit systeem worden de namen van personen en bedrijven geregistreerd die misbruik hebben gemaakt van financiële instellingen. Via dit bestand kan de bankmedewerker nog meer zekerheid krijgen of de bank met de juiste personen in zee gaat.
Dus: 9 x 6 = 54 8 x 6 = 48 7 x 8 = 56 6 x 4 = 24 5x0= 0 4 x 9 = 36 3 x 8 = 24 2 x 7 = 14 1x8= 8 ----264 : 11 = 24 Probeer maar bij je eigen bankrekeningnummer. Ten gevolge van dit systeem krijgt de eerstvolgende nieuwe rekeninghouder dus niét een 9 op het eind van zijn rekeningnummer (het rekeningnummer: 66.84.09.879) Welk nummer dan wel? Probeer dat eens uit te rekenen. De bankmedewerker leest het volgende beschikbare rekeningnummer af van een aparte lijst. Vervolgens krijg je een setje overschrijvingsformulieren en een opbergmapje voor je rekeningafschriften. De overschrijvingsformulieren zijn gedeeltelijk voorbedrukt met in ieder geval je naam en woonplaats en je rekeningnummer. Sommige banken vermelden ook je adres.
De betaalrekening
Overschrijvingsformulier Rabobank.
10
5. Het uitdelen aan de cliënt van het rekeningnummer, overschrijvingsformulieren, een opbergmapje voor de rekeningafschriften en de Algemene Voorwaarden. - het rekeningnummer De Postbank is begonnen met rekeningnummers vanaf 1. Oude mensen hebben vaak nog een Postbankrekeningnummer dat uit vier cijfers bestaat. De meeste rekeningnummers bij de Postbank bestaan nu uit zeven cijfers. Het rekeningnummer van de andere banken bestaat uit negen cijfers en is onder andere beveiligd en controleerbaar door de elfproef. Wat is de elfproef?
De Algemene Voorwaarden Als laatste krijg je de Algemene Voorwaarden. Deze zijn bij elke bank hetzelfde. In deze Algemene Voorwaarden staan de rechten en plichten van zowel de bank als de cliënt. Deze Algemene Voorwaarden zijn in september 1995 totstandgekomen in overleg tussen de NVB (Nederlandse Vereniging van Banken) en de Consumentenbond. Deze twee organen maken deel uit van de Commissie voor Consumentenaangelegenheden van de SER (Sociaal Economische Raad).
Voorbeeld Laten we kijken naar rekeningnummer: 66.84.09.878 Het nummer bestaat uit 9 cijfers. Het eerste cijfer vermenigvuldigen we met 9, het tweede met 8, het derde met 7 et cetera. Als we dan alle getallen optellen moet daar een getal uitkomen, dat deelbaar is door 11.
Verschillende bankpassen met chipknip.
De bankpas Een bankpas met chipknip, waarmee je geld kunt opnemen en betalen, krijg je enkele weken later. Bij het in ontvangst nemen van je bankpas moet je op de achterkant je handtekening zetten.
2.3 Soorten particuliere betaalrekeningen
en bij het openen krijg je een horloge cadeau. Met de bankpas kunnen jongeren zelfstandig geld opnemen en storten. Ook de Postbank heeft voor deze leeftijdsgroep een betaalrekening: de Easy Blue Rekening. Met de Easy Blue Rekening regel je alle geldzaken via één rekening: betalen, sparen én beleggen. Al deze rekeningen geven nog geen mogelijkheid om rood te staan.
De particuliere betaalrekeningen kun je onderscheiden in: 1. betaalrekeningen voor jongeren 2. betaalrekeningen voor studenten 3. betaalrekeningen voor volwassenen 1. Betaalrekeningen voor jongeren Deze betaalrekeningen kun je onderverdelen in: - betaalrekeningen voor jongeren tot 12 jaar - betaalrekeningen voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar.
Betaalrekeningen voor jongeren tussen 12 en 18 jaar Op de Eurostyle Rekening van de ABN AMRO en de Jongerenrekening van de Rabobank krijgen jongeren die 12 jaar worden een bankpasje met pincode en chip. Bij de Eurostyle Rekening is de bankpas tegelijkertijd een CJP-pas (Cultureel Jongeren Paspoort) Met deze CJP-pas krijg je korting op cd’s, cd-roms, bioscoop, theater et cetera. De Jongerenrekening van de Rabobank geeft 50% korting op museumbezoek
Een bijzondere betaalrekening voor jongeren is de Ajax-rekening van de ABN AMRO. De Ajaxrekening is bestemd voor alle Ajax-fans tot 18 jaar, die nog geen betaal- of spaarrekening hebben. Op de Europas staat het Ajax-tenue afgebeeld. Bij de Rabobank, ABN AMRO en de Postbank krijgen jongeren die 18 jaar worden bericht thuis dat hun betaalrekening automatisch omgezet kan worden naar een studenten- of volwassenenrekening. 2. Betaalrekeningen voor studenten Zowel de ABN AMRO, de Rabobank en de Postbank bieden studenten aparte studentenrekeningen aan.
De betaalrekening
Betaalrekeningen voor jongeren tot 12 jaar Jongeren tot 12 jaar kunnen wel een betaalrekening openen, maar krijgen geen bankpasje. Ze kunnen op deze rekeningen niet rood staan. Alleen met toestemming van de ouders kan van deze rekeningen geld worden bijgeboekt of opgenomen. Bij de ABN AMRO heet deze rekening Eurostyle Rekening en bij de Rabobank Jongerenrekening (is tegelijkertijd een spaarrekening). De Postbank heeft geen aparte betaalrekening voor deze leeftijdsgroep.
11
- Bij de Rabo-Studentenrekening krijg je een gratis Europas met chipknip. Je mag als student tot € 1000,- rood staan, gratis internetbankieren en je krijgt korting op de Rabocard, de creditcard van de Rabobank. Daarnaast kan de student gebruikmaken van de Rabobank Kamer Alert Service. Met deze dienst helpt de Rabobank studenten een kamer te vinden. - Ook bij de ABN AMRO Studentenrekening krijg je een gratis Europas met chipknip. Als je 18 bent, mag je ook hier tot € 1000,- rood staan. De Europas is tegelijkertijd CJP-pas. Ook met deze rekening kun je gratis internetbankieren. Wel wordt hier verlangd dat je studiefinanciering op deze rekening wordt gestort. De ABN AMRO creditcard krijg je met korting. Bovendien biedt de ABN AMRO studenten de Afstudeerservice aan. Dit houdt in dat je na je afstuderen nog een jaar gebruik mag maken van de faciliteiten van de studentenrekening. - De Postbank studentenrekening kent ook een aantal voordelen voor studenten, maar van die voordelen kun je pas gebruikmaken als de studiefinanciering op je rekening staat. Behalve een gratis giropas, kun je gratis internetbankieren met Girotel. Ook krijg je korting op de E go creditcard; een creditcard waarmee je op internet kunt betalen. Op de Postbank studentenrekening mag je ook € 1000,- rood staan, maar alleen als je dit aanvraagt en de aanvraag wordt goedgekeurd. De Postbank biedt alle studenten vanaf het eerste studiejaar een aantrekkelijk studentenkrediet, waarvan de limiet oploopt als je het eerste jaar succesvol hebt afgerond.
De betaalrekening
Postbank biedt studentenrekening aan overledene
12
Woordvoerder Dorien Moors De schoonmoeder van dhr. x ontving onlangs een curieuze brief. De Postbank bood aan een normale girorekening om te zetten in een studentenrekening of een ‘inkomsten-girorekening’. Helaas wordt het betreffende familielid van wie de girorekening zou zijn, mevrouw y, dit jaar helemaal geen achttien. Ze is geboren in 1884 en 35 jaar geleden overleden, aldus dhr. x. ‘Ze zou inderdaad binnenkort achttien zijn geworden als zij in 1984 zou zijn geboren. Zou de Postbank last hebben van een verlaat millenniumprobleem’, vraagt dhr. x zich af. Zouden er meer overleden mensen zo’n brief hebben gekregen?
Bron: de Volkskrant.
Als je het bovenstaande gelezen hebt, zal het je opgevallen zijn dat banken veel werk maken van jongeren- en studentenrekeningen. Waarom? Jongeren en studenten hebben vrij veel geld te besteden. Genoeg om interessant voor banken te zijn. Veel jongeren sparen. Maar belangrijker is dat jongeren en studenten ook de toekomstige cliënten van banken zijn. Heel veel cliënten van banken hebben een rekening bij de bank, waar zij of hun ouders een jongerenrekening of studentenrekening hadden afgesloten. Niet de betaalrekening op zich is voor de bank het belangrijkste, maar de producten die aan de betaalrekening gekoppeld zijn: spaarrekeningen, allerlei kredietproducten, verzekeringen et cetera. Op deze producten maken de banken winst. 3. Betaalrekeningen voor volwassenen De betaalrekeningen voor volwassenen hebben in het algemeen meer mogelijkheden dan de betaalrekeningen van jongeren en studenten. Aan deze rekeningen zijn vaak (hogere) kredietlimieten gekoppeld. Dat betekent dat je tot een bepaalde limiet rood mag staan. Bij de ABN AMRO, Fortis, de ING en SNS praten we over de Privé-rekening. De Rabobank noemt het de Rabo-rekening en de Postbank de girorekening. Vaak bieden banken verschillende soorten betaalrekeningen aan. Bij de Fortis Bank bijvoorbeeld kent men nog de Florissant rekening en de à la carte-rekening. Aan betaalrekeningen voor volwassenen zijn vaak kosten verbonden.
Taak 3 De zakelijke betaalrekening
3.1 Kenmerken van de zakelijke betaalrekening Zakelijke betaalrekeningen zijn bedoeld voor zakelijke cliënten van banken. Logisch, maar wie zijn de zakelijke cliënten? Zakelijke cliënten zijn ondernemingen, instellingen, verenigingen, zelfstandigen zoals winkeliers, agrariërs, advocaten et cetera die een bedrijf uitoefenen. - Het belangrijkste kenmerk van de zakelijke betaalrekening is: zakelijke betaalrekeningen zijn niet gestandaardiseerd. Bij het openen van particuliere betaalrekeningen maken banken geen onderscheid in cliënten. De procedure en de voorwaarden zijn voor iedere particuliere cliënt hetzelfde. Elke zakelijke betaalrekening kan echter andere gebruiksmogelijkheden hebben. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van het soort en de grootte van het bedrijf. - Een ander kenmerk is: zakelijke betaalrekeningen staan op naam van een bedrijf en niet op naam van een persoon. Meestal zijn meerdere personen bevoegd van de rekening gebruik te maken. - Een ander kenmerk is: op tegoeden van zakelijke betaalrekeningen vergoedt de bank creditrente. Op vrijwel alle particuliere betaalrekeningen is creditrentebetaling afgeschaft.
ondernemingsvorm is al in het boek Inleiding bank- en verzekeringswezen behandeld, maar we zullen dit verschil nog kort herhalen. De procedure voor het openen van een zakelijke betaalrekening is: 1. vragen naar een geldig legitimatiebewijs. BKR-, VIS- en EVA-toetsing 2. tenaamstelling en beschikkingsbevoegdheid 3. het invullen van het openingsformulier 4. invullen van de handtekeningenkaart 5. uitdelen van rekeningnummer, formulieren, software en Algemene Voorwaarden. 1. Vragen naar een geldig legitimatiebewijs a. bij natuurlijke personen b. bij rechtspersonen a. Natuurlijke personen zijn: - de eenmanszaak - de maatschap - de vennootschap onder firma (VOF) - de commanditaire vennootschap (CV). Natuurlijke personen moeten zich bij het openen van een zakelijke betaalrekening legitimeren met: - een geldig paspoort - een geldig in Nederland uitgegeven rijbewijs - een geldige Europese identiteitskaart. De bank controleert de gegevens van natuurlijke personen door middel van een BKR-, VIS- en EVA-toets. Natuurlijke personen kúnnen ingeschreven staan bij een Kamer van Koophandel. Wat dit betekent voor het openen van een zakelijke betaalrekening, wordt hierna bij de rechtspersonen besproken.
- Het laatste kenmerk: grote bedrijven hebben vaak meerdere betaalrekeningen. Bedrijven met filialen hebben vaak voor elk filiaal een aparte betaalrekening, vaak ook bij verschillende banken.
De procedure voor het openen van een zakelijke betaalrekening is in veel opzichten anders dan bij de particuliere betaalrekening. De cliënt is altijd een bedrijf. Het verschil in ondernemingsvorm speelt daarbij een belangrijke rol. Is de onderneming een natuurlijk persoon of een rechtspersoon? Het verschil in ondernemingsvorm is voor de bank erg belangrijk als het om de aansprakelijkheid gaat. Op wie kan de bank een eventuele schuld verhalen? Het verschil in
b. Rechtspersonen zijn de: - besloten vennootschap (BV) - naamloze vennootschap (NV) - stichting - vereniging.
De betaalrekening
3.2 Het openen van een zakelijke betaalrekening
13
Rechtspersonen staan ingeschreven bij een Kamer van Koophandel (natuurlijke personen kunnen ook ingeschreven staan). Bij het openen van een zakelijke betaalrekening controleert de bank of het bedrijf werkelijk bestaat door te vragen naar een recent uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel of een in Nederland opgemaakte notariële akte. Voor buitenlandse bedrijven geldt dat de notariële akte moet zijn opgemaakt door een notaris in het betreffende land waar het bedrijf gevestigd is. Degene die namens de rechtspersoon de rekening aanvraagt, moet zichzelf legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. 2. Tenaamstelling en beschikkingsbevoegdheid
Eenmanszaak
VOF
BV
NV
Eén m a n
De betaalrekening
Zij hebben elkaar en ik ben maar alleen!! Snif
14
Natuurlijke personen Bij een eenmanszaak is er één eigenaar. Bij een commanditaire vennootschap zijn er meerdere eigenaren met dezelfde bevoegdheid. Bij deze ondernemingsvormen is het voor de bank vrij gemakkelijk vast te stellen wie er vanuit het bedrijf bevoegd is de rekening te gebruiken en tevens aanspreekbaar is voor eventuele schulden. Bij de eenmanszaak is dat de eigenaar en bij de commanditaire vennootschap zijn dat de beherende vennoten. Bij de maatschap of een vennootschap onder firma (VOF) is dit ingewikkelder. Waarom? Omdat bij een maatschap niet alle maten bevoegd zijn namens de maatschap te handelen. Dit kan zich ook bij een VOF voordoen. Stel je voor dat één vennoot of maat voor de zaak schulden maakt terwijl de andere vennoten of maten hier niets van weten. Als zij erachter komen, kunnen ze zeggen: "Daar wisten we
niets van en daarom zijn wij er ook niet verantwoordelijk voor." De bank zou hierdoor het risico lopen zijn geld niet terug te krijgen. Vandaar dat de bank bij het openen van een betaalrekening een derogatieakte laat tekenen. In deze akte verklaren álle vennoten van een VOF en álle maten van een maatschap dat zij ieder afzonderlijk voor de hele schuld hoofdelijk aansprakelijk zijn. Hoofdelijk wil hier zeggen: ook met hun privé-vermogen: hun huis, boot, auto et cetera. Bij een maatschap praten we niet over een derogatieakte, maar over een maatschapverklaring. Op deze manier loopt de bank geen risico en zullen de maten en vennoten er wel voor zorgen dat niet één persoon, zonder dat de anderen het weten de maatschap of VOF opzadelt met grote schulden. Bij een VOF of commanditaire vennootschap moet men ook het vennootschapscontract overleggen, al dan niet notarieel opgemaakt. Rechtspersonen Wie is bevoegd om gebruik te maken van de betaalrekening bij rechtspersonen? Dat is niet moeilijk na te gaan. Iedere rechtspersoon moet zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Bij deze inschrijving staat vermeld wie bevoegd is namens de rechtspersoon transacties met de bank aan te gaan. Meestal staat dit ook in de statuten. Deze bevoegden moeten bij de bank een openingsformulier en handtekeningenkaart invullen en ondertekenen. Ook het bestuur van de rechtspersoon moet dit ondertekenen. De betaalrekening staat natuurlijk niet op naam van de bevoegden maar op naam van de rechtspersoon! Degenen die bevoegd zijn over de zakelijke betaalrekening te beschikken, worden door de bank getoetst. Zowel een BKR-, VIS- als EVAtoets. Bij een BV of NV moet ook een kopie van de oprichtingsakte/statuten worden overlegd. Bij een stichting of vereniging kunnen de oprichters ervoor kiezen zich wel of niet in te schrijven bij een Kamer van Koophandel. Dit kan gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid, de geldigheid en de toetsing. Ook als de oprichters besluiten zich niet in te schrijven, moet er een kopie van de oprichtingsverklaring worden overlegd. Daardoor kan de bank toch achterhalen wat de vereniging of stichting wel of niet mag, en wie haar kan of mag vertegenwoordigen. 3. Het invullen van het openingsformulier Net als bij het openen van een particuliere betaalrekening, moet de zakelijke cliënt bij het openen van een zakelijke betaalrekening een openingsformulier invullen. Natuurlijke personen
moeten zich persoonlijk legitimeren als zij het formulier willen ondertekenen. Is de cliënt een rechtspersoon, dan vraagt de bank statuten en een uittreksel uit het Handelsregister te overleggen.
3.3 De zakelijke betaalrekeningen van de verschillende banken
4. Invullen van de handtekeningenkaart Als het openingsformulier is ingevuld en ondertekend, moet de zakelijke cliënt ook nog de handtekeningenkaart tekenen. Dit zal bij natuurlijke personen meteen gebeuren, terwijl bij rechtspersonen de handtekeningenkaart naar de bedrijven wordt gestuurd. Iedereen die bevoegd is om over de betaalrekening te beschikken, moet zijn handtekening zetten. De Rabobank De Rabobank kent als zakelijke rekening de Rekening Courant. Deze rekening heeft enkele belangrijke kenmerken: - Hoe hoger het tegoed, hoe hoger het rentepercentage. - De kosten zijn niet afhankelijk van de hoogte van het te verwerken bedrag, maar van het type transactie. De kosten weerspiegelen de verwerkingstijd van de bank. Elektronische handelingen zijn dus goedkoper dan handmatige handelingen, doordat de verwerkingstijd lager is. - Het bedrijf blijft rente ontvangen gedurende de verwerkingstijd van de bank.
5. Uitdelen van rekeningnummer, formulieren, software en Algemene Voorwaarden Het bedrijf krijgt een rekeningnummer, dat ook aan de elfproef voldoet (behalve bij de Postbank). Behalve overschrijvingsformulieren krijgt de cliënt software, zodat hij via de computer betaalopdrachten aan kan leveren. Als laatste krijgt de cliënt de Algemene Voorwaarden. Zijn er speciale afspraken met het bedrijf gemaakt, dan krijgt de cliënt ook nog bijzondere voorwaarden mee.
De ING Bank en Fortis Bank De zakelijke betaalrekening van de ING Bank en Fortis Bank heet ook de Rekening Courant.
De betaalrekening
Handtekeningenkaart zakelijke relaties.
15