Broedvogels van De Molenplas 2009. Vossen MHG Echt, december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Broedvogels van De Molenplas 2009. Vossen MHG Echt, december 2009
Vossen MHG
Pag. 2
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 Inhoudsopgave: Samenvatting ............................................................................................................................ 4 Een persoonlijk voorwoord. .................................................................................................... 5 1. Inleiding............................................................................................................................. 6 2. Natuurgebied De Molenplas............................................................................................ 7 4a. Ligging en oppervlakte....................................................................................... 7 4b. Ontstaansgeschiedenis. ....................................................................................... 7 4c. Vegetatievormen................................................................................................. 9 3. Werkwijze. ...................................................................................................................... 12 4a. Gehanteerde methode ....................................................................................... 12 4b. Aanvullende bezoeken...................................................................................... 12 4c. Het weer............................................................................................................ 13 4. Resultaten: ...................................................................................................................... 14 4a. Rode Lijst soorten in het gebied ....................................................................... 14 4b. Overzicht Bijzondere Soorten .......................................................................... 15 4c. Ecologische Vogelgroepen: .............................................................................. 16 DODAARSGROEP....................................................................................... 19 SLOBEENDGROEP ..................................................................................... 20 KUIFEENDGROEP ...................................................................................... 21 KLEINE PLEVIERGROEP ............................................................................ 22 VELDLEEUWERIKGROEP ........................................................................... 23 RIETGORSGROEP ...................................................................................... 24 GRASMUSGROEP....................................................................................... 25 WINTERKONINGGROEP ............................................................................. 26 PUTTERGROEP .......................................................................................... 27 GROEP OVERIGE BROEDVOGELS.............................................................. 28 5. Conclusie. ........................................................................................................................ 29 6. Dankwoord...................................................................................................................... 31 7. Literatuur........................................................................................................................ 32 8. Bijlagen............................................................................................................................ 33 8a. Waargenomen broedvogels 2009 per inventarisatieronde: .............................. 34 8b. Waargenomen broedvogels 2009 tijdens aanvullende bezoeken: .................... 35 8c. Waargenomen niet-broedvogels in 2009.......................................................... 36 8d. “Oude” Rode Lijst Soorten (1994) ................................................................... 37 8e. Rode Lijst Soorten (2004) ................................................................................ 39 8f. Ecologische Vogelgroepen. .............................................................................. 41 8g. Stippenkaarten broedvogels.............................................................................. 44
Vossen MHG
Pag. 3
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 Samenvatting Het is niet voor het eerst dat de Molenplas, voorheen Stevolplas, door enthousiaste (broedvogel) inventariseerders is bezocht. Geert Peeters heeft hier maar liefst 10 jaar aan gewerkt (Peeters, 2009). Wij zijn dus echte nieuwkomers. Er werden 5 vroege-ochtend bezoeken aan het gebied gebracht en een aantal aanvullende tochten. De vegetatiestructuur en –leeftijd is zeer verschillend: water in diverse verschijningsvormen (moeras, plasjes, open water) en vegetatievormen van pioniersstadium tot een eerste wilgenbos. Geen wonder dat het aantal broeders als ook het aantal territoria hoog te noemen is. Nu het gebied tot rust is gekomen van alle inrichtingswerkzaamheden kan voor het eerst een nulsituatie gecreëerd worden, van waaruit de komende jaren verder gekeken kan worden. En dit nulpunt van de Molenplas in 2009 ziet er niet slecht uit: - 46 soorten broedvogels, waarvan 5 nieuw voor het gebied; - In totaal goed voor 272 territoria - Verdeeld over 10 ecologische vogelgroepen, waarvan in de toekomst alleen maar uitbreiding te verwachten valt - Met in totaal 8 broedende Rode Lijst Soorten - En nog eens 13 soorten van deze lijst die op de voorjaarstrek in het gebied gezien zijn - Met 28 broedende Bijzonder Soorten, en een nog steeds groeiende lijst. In dit verslag wordt een eerste summiere vergelijking met het jaar 2008 (Peeters, 2009) gemaakt. Het blijkt nog niet zo gemakkelijk om na één jaar inventariseren gefundeerde ideeën voor behoud van soorten op te stellen. Toch zullen een aantal soorten om specifieke maatregelen vragen: Visdief, IJsvogel. De bedoeling is de monitoring van de broedpopulatie een aantal jaren vol te houden.
Vossen MHG
Pag. 4
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 Een persoonlijk voorwoord. Het was eigenlijk nooit de bedoeling een verslag te maken… En zeker niet een verslag als het voorliggende… Het was eigenlijk bedoeld als weer eens te proeven aan het “vogelen”… Het was eigenlijk nooit de bedoeling zo fanatiek soorten te registreren… Het was eigenlijk bedoeld om te kijken of het tellen van vogels nog bij me paste… Het was eigenlijk nooit de bedoeling om zoveel uur in het veld te zijn; zo vaak, zo vroeg uit de veren te gaan; zo aan de pc gekluisterd te zitten; zo fanatiek zaken op te zoeken… En toch: was het wel bedoeld om (opnieuw) zo diep in contact te komen met de Natuur: de Vogels die lonkten, de Vlinders die verbaasden, de Bloemen die omlijstten, het Water (de Plasjes, de Modder, de Keien) dat zoveel plezier verschafte, de Mensen die uitnodigden… Het was dus wél de bedoeling (weer) van alles te genieten, te tintelen van vreugde, een Kind in het veld te zijn en wel met volle teugen! Het was dus wél de bedoeling de Eenheid opnieuw, maar nu Bewust te ervaren! En dat is gelukt! Tjeu Vossen.
Vossen MHG
Pag. 5
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
1. Inleiding Sinds lange tijd zijn de Limburgse (natuur) gronden blootgesteld aan de vernietigende werking van de baggermolens op zoek naar grind. Nadat er al veel grote ‘levenloze’ Maasplassen gevormd waren, kwam men tot de slotsom dat de natuur in Limburg er wel “erg onder te lijden had”. Er werden herinrichtingsplannen opgesteld en de Grensmaas was een feit. De natuur kreeg meer mogelijkheden om zich opnieuw te vestigen langs de grindgaten en langs de Maas. Het Stevolgebied, genoemd naar beginletters van de drie omliggende dorpjes (STEVensweert, Ohé en Laak), is zo’n “baggergat” dat opnieuw aan de natuur geschonken werd. De schrijver had de unieke mogelijkheid in 2009 dit zich kersvers en prachtig aan het ontwikkelen gebied te mogen inventariseren op broedvogels. De resultaten zijn in dit verslag samengebracht samen met een eerste oppervlakkige vergelijking met gegevens van Geert Peeters, die het zich vormende landschap gedurende 9 jaren op vegetatie en ook steeds meer op vogels heeft geïnventariseerd (Peeters 2009). We zijn trots op de lijst met vogels die “tevoorschijn” kwam en hopen dat dit verslag een eerste aanzet mag zijn tot een monitoring voor de komende jaren.
Vossen MHG
Pag. 6
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
2. Natuurgebied De Molenplas 4a.
Ligging en oppervlakte
Opgesloten tussen Ohé en Laak, Stevensweert en het Julianakanaal vinden we in de gemeente Maasgouw de Molenplas, voorheen genoemd de Stevolplas. Middels een in 2008 aangelegde dijk dwars door de plas is de Molenplas gescheiden van de Biltplas. De totale oppervlakte van de Molenplas inclusief omliggend land bedraagt 192 ha. Het in 2009 onderzochte natuurgebied (Molenweerd, Echterweerd en Zuidelijke Riffen) heeft een oppervlakte van ongeveer 65 ha. Dit is inclusief een eilandje dat in de noordoost hoek nabij de nieuwe dam aangelegd werd, met Afbeelding 1: Overzicht van de ligging van de Molenplas t.o.v. de bedoeling hier een naburige woonkernen (Natuurmonumenten 2009). ooibosvegetatie te laten ontstaan zoals die van oorsprong in een rivier voorkwamen (Van Winden 2004). 4b.
Ontstaansgeschiedenis.
Sinds 1995 wordt ten zuiden van Stevensweert grind uit de grond gehaald. Door maatschappelijke druk ontstaan andere accenten in de grindwinning: kwaliteit van natuur en woon- en leefomgeving worden belangrijker dan alleen de delfstofwinning (Van Winden, 2004). De winning van grind werd er niet door afgeremd, maar een bewust werken naar de Afbeelding 2: een perspectiefbeeld van hoe de Molenplas er uit zou eindinrichting van een gebied werd komen te zien na afronding van het Stevolproject (Van Winden wel verplicht. 2004). Het toen op handen zijnde Grensmaasproject maakte deze nieuwe aanpak om te komen tot een aantrekkelijk landschap nog meer maatschappelijk aanvaard en zorgde tevens voor een breder kader waar
Vossen MHG
Pag. 7
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 aaneengesloten mogelijkheden voor de natuur groter werden. De ecologische hoofdstructuur van het Eiland in de Maas was een feit! De afronding van de Stevolplas was gepland in 2005, maar pas haalbaar in 2008, terwijl de start van natuurontwikkeling in 1996/1997 al een feit was (Kurstjens 2008b).
Afbeelding 3: Tekening van de Stevolplas voor 2007 toen de definitieve inrichting nog moest beginnen (Kurstjens 2008).
Op de kaart hiernaast zien we een oudere weergave van de Stevolplas (voor 2007) toen nog een deel ingericht moest worden (Kurstjens 2008b). We herkennen al de Molenweerd (deelgebied B), de Echterweerd (deelgebied C). Deelgebied A (oevers Biltplas) en D (strook tussen weg en kanaal) zijn wel eigendom van Natuurmonumenten maar vallen buiten deze broedvogelinventarisatie. De delta van de Geleenbeek als ook de bedding van de Oude Maas/Geleenbeek moeten nog worden aangepast vanaf 2007. Zo ook de verbindende dam tussen Molen- en Echterweerd en het dagstrandje en het zuidelijk deel (samen in dit verslag de Zuidelijke Riffen genoemd).
Vanaf 1999 heeft Geert Peeters het gebied bijna jaarlijks verkend, in al zijn wisselende ontstaansvormen. Omdat vanaf 2009 geen grootschalige veranderingen in het gebied De Molenplas meer te verwachten zijn is het een uitstekend moment om dit jaar met monitoring van broedvogels te beginnen.
Afbeelding 4: Grindoever langs de noordloop in de Molenweerd. Het “grijze goud” waar alles ooit om begonnen is, treffen we door het hele gebied aan. Afbeelding 5: Gebiedsgrens en deelgebieden.
Vossen MHG
Pag. 8
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 4c.
Vegetatievormen
In onderstaande afbeelding is een grove weergave gegeven van de vegetatietypes die we rond de Molenplas kunnen aantreffen. Er is geprobeerd in termen te denken die Kurstjens ook gebruikt in de literatuur (Koningssteen: Kurstjens 2007 en Stevol: Kurstjens 2008b).
Deelgebied Molenweerd (28 ha.). De Molenweerd, bij vogelaars ook wel bekend als de Stevolplasjes, is het meest noordelijke deel van het inventarisatiegebied. Rondom de plasjes en moerasjes vinden we verlandingsgebiedjes en hoger gelegen drogere gronden, die bij hoge waterstand gedeeltelijk onder lopen. Aangrenzend bevindt zich jong (wilgen) bos; het enige bos (nog) in het gebied. Er is hier nog geen sprake van een struiklaag. In het donkergroene kader in de figuur treffen we meer open ruigtes aan met hier en daar struweel. De verbinding tussen het noordelijk en oostelijk deelgebied bestaat uit een dam die nog maar kort geleden aangelegd is en voornamelijk door pioniervegetaties begroeid wordt.
Vossen MHG
Pag. 9
De Stevolplasjes met veel water en oevervegetaties: een uitnodiging voor veel vogelsoorten!
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Deelgebied Echterweerd ( 27 ha.). De Echterweerd bestaat uit moerassige gedeeltes rondom open plasjes en uit ruigtes en struwelen. Enkele plasjes zijn omgeven of begroeid met jonge wilgen en elzen. Een apart te noemen deel is de (nieuwe) monding van de Geleenbeek. Hier treffen we kleine eilandjes aan die nog maar net begroeid zijn en hier en daar een enkele jonge struik laten zien. Midden in dit deelgebied ligt een vrij zanderige, open en droge strook waar enkel lage kruiden staan. In de zuidoost hoek bevindt zich een “grindput” die ooit aangelegd werd met het oog op behoud van de kamsalamander (Kurstjens 2008b). Hij is omgeven met een ruige struikenvegetatie en veel opgaande distels. Het eilandje vormt een speciaal aangelegde grind/zand enclave waarop vogels ongestoord kunnen broeden.
Het eilandje in de plas. De nieuwe meander van de Geleenbeek.
Deelgebied Zuidelijk Riffen (12 ha). Dit gedeelte bestaat uit grindoevertjes en ondiepe waterbaaitjes, waarop pas sinds twee jaar de vegetatie vat probeert te krijgen. Het is het jongste aangelegde stukje natuur van ons inventarisatiegebied. Het Dagstrandje vormt eveneens een echt pioniersgebiedje met grind/zandstrandjes en veel wandelpaden.
Het Zuidelijk Deelgebied bestaat voornamelijk uit grindeilandjes, grindoevers en kruidige grasvegetaties.
Vossen MHG
Kenmerkend voor het dagstrandje en meerdere delen van het Zuidelijk Deelgebied: zanderige grindstrandjes met nog weinig vegetatie.
Pag. 10
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Kort samengevat kunnen we de volgende vegetatietypes onderscheiden: - Open water: hiermee bedoelen we de open wateroppervlakte van de Molenplas. Grenzend aan alle drie de deelgebieden. De meeste oevers zijn met grint afgestort. - Plasjes, Moeras, Verlandingsvegetatie: in Molenweerd (zgn. Stevolplasjes) en Echterweerd. - Grindstrandjes en Pioniersvegetaties: Dam en de Zuidelijke Riffen. - Ruigtes, Struiken en struwelen (en grazige vegetatie): met name in de Echterweerd. - Jong bos: alleen in de Molenweerd (Zachthout Ooibos) en een enkel bosje in de Echterweerd (Els, Wilg, Berk). Aan oppervlakte: - Open water: 95 ha. - Moeras en Verlandingsvegetatie: 22 ha. - Grindstrandjes en Pioniervegetatie: 18,5 ha. - Ruigtes en Struwelen: 22 ha. - Jong bos: 5 ha. Uiteraard zijn de aantallen bij benadering.
Vossen MHG
De Dam, die de Molenplas en de Biltplas scheidt, kent alleen nog pioniersvegetaties.
Pag. 11
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
3. Werkwijze. 4a.
Gehanteerde methode
Om een verantwoord beeld te krijgen van de broedvogelpopulatie in de Molenplas is gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde inventarisatietechniek zoals omschreven in Van Dijk (2004). Tijdens vijf, ongeveer 3 uur durende, inventarisatierondes, die plaats vinden rond zonsopkomst, worden alle vogels die in het terrein aanwezig zijn in kaart gebracht mits ze aan bepaalde (broed)criteria voldoen. Door alleen die soorten te noteren die mogelijke broedvogel zijn (bijv. individu of paar in geschikt biotoop in de geschikte periode; of baltsende of zingende individuen; nestvondst of pas uitgevlogen jongen) krijgt men na een aantal bezoeken een vrij goed beeld van mogelijke territoria (zie bijlage 8a en b). Vogels die alleen het gebied ‘bezoeken’ en er niet in gaan broeden (zoals de Aalscholver) worden enkel kwalitatief (als soort aangekruist) geïnventariseerd (zie bijlage c). Een overzicht van de 5 inventarisatierondes: Ronde:
Datum:
Tijd:
Zon op:
Duur:
Inventariseerders:
1 2 3 4 5
24 april 7 mei 26 mei 11 juni 27 juni
8.20 uur – 11.15 uur 6.05 uur – 8.45 uur 5.30 uur – 8.10 uur 5.20 uur – 7.50 uur 5.30 uur – 8.20 uur
6.24 uur 5.59 uur 5.32 uur 5.20 uur 5.22 uur
175 min. 160 min. 160 min. 150 min. 170 min.
Vossen Vossen, Reneerkens Vossen Vossen Vossen
Totaal:
13 ½ uur
4b.
Aanvullende bezoeken
Naast bovengenoemde inventarisatiebezoeken is de Molenplas meerdere keren bezocht. Omdat in het begin nog geen kaartmateriaal tot onze beschikking stond is een 3 tal keren het gebied bezocht om een eerste plattegrond te maken waarop de gegevens genoteerd konden worden. Omdat het gebied “naast de deur” lag van de schrijver is er tussendoor ook naar vogels gekeken. Soms waren dit korte bezoekjes van een kwartier, soms langere waarbij ook De Grauwe Gans is een veelvuldige bezoeker foto’s van het terrein gemaakt werden. Steeds weer werden van de Molenplas, die in 2009 niet met pulli er kwalitatief (alleen soort werd vastgesteld) of kwantitatief gezien werd. (aantallen territoria werden vastgesteld) soorten genoteerd. In onderstaand overzicht is aangegeven welke aanvullende bezoeken meegenomen zijn in de interpretatie voor broedvogelcriteria: Datum:
Soorten die kwantitatief genoteerd werden:
Deelgebied:
4 mei 10 mei 18 mei 28/29 mei 14 juni
Veldleeuwerik en Graspieper Spotvogel Nijlgans IJsvogel, Zomertaling Kwartel
Echterweerd Molenweerd Zuidelijke Riffen Molen/Echterweerd Zuidelijke Riffen
13 juli
Dodaars, Visdief
Molenweerd, dam
Vossen MHG
Pag. 12
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 De gegevens die hiermee verzameld werden, werden alleen in de interpretatie meegenomen mits zij met andere gegevens minstens 10 dagen verschilden of indien zij een duidelijk hogere broedcode voor een soort bevatten (bijv. volwassen eenden met pulli ipv broedpaar in geschikt biotoop). 4c.
Het weer Ronde:
Datum:
Het weer:
1 2 3 4 5
24 april 7 mei 26 mei 11 juni 27 juni
Helder, bries, 14° C Bewolkt bij aanvang tot zon, 10° C Zon, 18° C Bewolkt, regenachtig, bries, 13° C Heiig, bewolkt, 18° C
Tijdens de inventarisatierondes was het weer eigenlijk steeds uitstekend om vogels te noteren. Zelfs op de ronde met het ‘slechtste’ weer, 11 juni, bleken nog veel vogels actief te zijn! Het zal dus niet aan de weergoden gelegen hebben als er te weinig soorten of individuen gezien/gehoord werden! Het weer volgens het KNMI: Voorafgaand aan het broedseizoen gaat de winter van 2008-2009 die door het KNMI als koud, zeer zonnig en droog en daarmee de koudste winter in twaalf jaar gekenschetst. Een winter met niet echt zacht winterweer en maar één vorstperiode: van 26 december tot en met 11 januari. Op 6 januari daalde de temperatuur in het Limburgse Ell zelfs tot -20,8 °C; de landelijk laagste temperatuur deze winter. In het zuidoosten werden 52 vorstdagen geteld. De neerslag, soms in de vorm van sneeuw, was minder dan normaal en daarmee was het een droge winter. Vooral januari was een zonnige maand. Het weer tijdens de inventarisatiemaanden: - April 2009: Uitzonderlijk zacht, zeer zonnig en gemiddeld over het land droog - Mei 2009: Warm en zonnig, gemiddeld over het land vrij nat - En daarmee de lente: Zeer zacht, zeer zonnig en gemiddeld over het land vrij droog Op één na zachtste lente in ruim een eeuw - Juni 2009: Aan de warme kant, vrij droog en zonnig - Juli 2009: Warm, nat en zonnig In het algemeen gezien waren de temperaturen aan de warme kant, kende de inventarisatieperiode veel zonuren en wisselden droge en meer natte maanden elkaar steeds af. Gegevens zijn afkomstig van KNMI.nl.
Vossen MHG
Pag. 13
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
4. Resultaten: 4a. Rode Lijst soorten in het gebied Oude en Nieuwe Rode Lijst. In dit hoofdstuk geven we kort informatie over de Rode Lijst Soorten die in de Molenplas aangetroffen zijn in 2009. Uit de (bewerkte) gegevens van Peeters (2009) blijkt dat het aantal Rode Lijst soorten van de Molenplas jaarlijks sterk varieert. Rechts een grafiek met de “nieuwe” Rode Lijst Soorten (Hustings, 2004) en daarnaast een weergave van de Rode Lijst Soorten (1994). Verklaring zie tekst beneden en bijlagen 8e en 8f. Rode Lijst 2004 Broedvogelsoorten
Rode Lijst 1994 Broedvogelsoorten 150
150
Aantal Territoria per jaar
130
130
110
90
90
70
70
50
50
30
30
10
-10
Aantal Soorten per jaar
110
Aantal Soorten 1999-2009
10
1999
2000
2001
2002
2003
2005
2006
2007
2008
2009
-10
1999
2000
2001
2002
2003
2005
2006
2007
2008
2009
Volgens Kurstjens (2008b) zouden er voor de periode van natuurontwikkeling (voor 1996/7) 14 bijzondere soorten broedvogels (waarvan 4-5 Rode Lijst soorten) zijn en na de natuurontwikkeling zou er sprake zijn van 19-23 bijzondere en 9 Rode Lijst soorten. Door verandering van de samenstelling van de Rode Lijst blijkt het “doel” van Kurstjens misschien nog niet helemaal bereikt, maar de aantallen komen wel dicht in de buurt. In 2009 treffen we in totaal 8 Rode Lijst soorten aan met maar liefst 47 territoria. Tot en met 2009 zijn in totaal 12 verschillende Rode Lijst soorten aangetroffen in de Molenplas. In 2009 zijn de volgende Rode Lijst soorten aangetroffen als broedvogel: Rode Lijst Soorten die het terrein bezochten op de voorjaarstrek (2009) zijn: Grutto, Oeverloper, Paapje, Patrijs, Slobeend, Tapuit, Tureluur, Watersnip, Wintertaling en Zwarte Stern. Een behoorlijke lijst!
Vossen MHG
Rode Lijst Soort: Gele Kwikstaart Graspieper Koekoek Nachtegaal Veldleeuwerik Visdief Zomertaling Zomertortel
Pag. 14
Territoria 2009: 10 16 1 1 14 3 1 1
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 4b.
Overzicht Bijzondere Soorten
Onderstaand een overzicht van Bijzondere Soorten in de Molenplas (naar Kurstjens 2008b). De lijst is aangevuld met de waargenomen Bijzondere Soorten die in 2009 niet-broedvogels waren (SOVON-lijst). Om het plaatje compleet te maken is aangegeven welke soorten tot de Rode Lijst behoren en welke door Peeters (2009) als broedvogel aangetroffen zijn. In 2009 treffen we maar liefst 28 broedende Bijzondere soorten aan (waarvan 21 door Kurstjens (2008b) genoemd) en nog eens een groot aantal (22) dat het gebied bezoekt (waarvan 5 die door Peeters (2009) als broedvogel zijn aangetroffen). Overzicht van Bijzondere Soorten in de Molenplas Aalscholver Kuifeend X Bergeend º Kwartel 5 Blauwborst Nachtegaal Blauwe Reiger Nijlgans X Boomvalk Oeverzwaluw X Brandgans Paapje 1 Buizerd Patrijs X Dodaars º Pontische Meeuw 5 Fuut º 12 Rietgors Geelpootmeeuw Roodborsttapuit X Gele Kwikstaart Scholekster 10 Grasmus º 27 Slobeend Graspieper º 16 Smient Grauwe Gans º Sperwer X Grote Bonte Specht º Spotvogel X Holenduif Sprinkhaanzanger X Huiszwaluw Stormmeeuw X IJsvogel Tapuit 1 Kievit Torenvalk 2 Kleine Karekiet º Veldleeuwerik 1 Mantelmeeuw Visdief X Kleine Plevier º Watersnip 6 Kneu Wintertaling 3 Knobbelzwaan º Zilvermeeuw 4 Koekoek Zomertaling 1 Kokmeeuw Zomertortel X Krakeend º Zwarte Stern 3 Totaal Aantal Soorten: 13 Aantal Bijzondere Soorten (Lijst Kurstjens): 8 28 Rode Lijst Soort Bijzondere Soort (Kurstjens, 2008b) Broedvogel Peeters (2009) ( º : in 2008) n Broedvogels 2009 X Niet– Broedvogels 2009
2 1 1 3
º
X X º X º º
9 2 2 X X X 3 1 X X X
º
14 3
º º X 1 1 33 28
28 21
X 22 5
Zowel de Rode Lijst Soorten als ook de Bijzondere Soorten worden in de ecologische vogelgroepen uitvoeriger besproken.
Vossen MHG
Pag. 15
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 4c.
Ecologische Vogelgroepen:
Onderstaande keuze van de ecologische vogelgroepen is arbitrair, maar zo goed mogelijk overwogen. Na enige persoonlijke voorbereiding op dit gebied (Sierdsema, 1995) en gesnuffel op internet in Maas- en Grensmaas publicaties (Provincie Limburg 2003; Winden e.a. 2004; Peters 2006; Peters e.a. 2007; Kurstjens e.a. 2008a-d) zijn de keuzes genomen. Het is hier niet op zijn plek een diepgaande vergelijking te maken van de laatste 10 jaar, maar na enige bewerking van de gegevens van Peeters (2009) verschijnt onderstaande tabel, die een eerste indruk laat zien van de jaarlijkse fluctuatie van de ecologische vogelgroepen en hun groei in diversiteit. Ecologische Vogelgroepen in % 1999-2009
100%
80%
Overige Putter
60%
Winterkoning Grasmus Rietgors Veldleeuwerik Kleine Plevier Kuifeend
40%
Slobeend Dodaars
20%
0% 1999
2000
2001
2002
2003
2005
2006
2007
2008
2009
Er is gekozen voor de volgende vogelgroepen: - DODAARSGROEP - SLOBEENDGROEP - KUIFEENDGROEP - KLEINE PLEVIERGROEP - VELDLEEUWERIKGROEP - RIETGORSGROEP - GRASMUSGROEP - WINTERKONINGGROEP - PUTTERGROEP - GROEP OVERIGE BROEVOGELS. Vossen MHG
Pag. 16
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 De keuze van de groepen is gebaseerd op de aanwezige vegetatietypen en aangetroffen soorten. Zie bijlage 8g voor een meer gedetailleerde weergave. Vogelgroepen van Open Water: - 101 DODAARSGROEP voedselarm tot matig voedselrijk open water – 2 soorten als broeders in aanwezig biotoop (Zwarte Stern als bezoeker). - 102 SLOBEENDGROEP kleinschalig, ondiep (matig) voedselrijk open water – met 5-6 soorten een behoorlijk goed vertegenwoordigde groep in aanwezige vegetatievorm. - 103 KUIFEENDGROEP voedselrijk, open water (met of zonder waterplanten) – 8 soorten, veelal gebruik makend van het Open Water gedeelte van de Molenplas. - 104 IJSVOGELGROEP beken – opgenomen in de SLOBEENDGROEP en KLEINE PLEVIERGROEP Vogelgroepen van Riet- en andere Verlandingsvegetaties - 204 BLAUWBORSTGROEP verlande rietvegetaties met plaatselijk struikopslag – opgenomen in de RIETGORSGROEP. In Molenplas zijn (nog) geen verlande rietoevers. Vogelgroepen van Pioniervegetaties, Ruigten en Akkers - 302 KLEINE PLEVIERGROEP zandplaten en zandstranden bij zoet water (rivieren) – 3 soorten. Visdief in deze groep opgenomen vanwege overeenkomend broedbiotoop. - 305 FAZANTGROEP ruigten, vochtig tot nat – VELDLEEUWERIKGROEP is meer geschikt biotoop; Fazant in WINTERKONINGGROEP - 306 KIEVITGROEP akkers – overlap met VELDLEEUWERIKGROEP; biotoop niet aanwezig. Vogelgroepen van Grazige Vegetaties - 501 ZOMERTALINGGROEP drassige, structuurrijke grazige vegetaties. Plaatselijk open water – vervalt vanwege overlap met SLOBEENDGROEP; Watersnip en Gele Kwikstaart in andere groep opgenomen. - 503 VELDLEEUWERIKGROEP natte tot droge grazige vegetaties – 9 soorten. Geen overlap met de SLOBEENDGROEP, maar wel met veel soorten uit de FAZANT- en KIEVITGROEP. Vanwege ruimer aantal soorten (en opnamemogelijkheid van Scholekster!) en vegetatieomschrijving een zeer geschikte groep. Opname van de Gele Kwikstaart in deze groep ligt wel voor de hand gezien de overlappende terreinkeuze van deze soort(en). Vogelgroepen van Struiken, Struwelen en Heggen. - 601 RIETGORSGROEP ruigtes en lage struwelen(<1 m), veelal nat tot vochtig – 4 soorten. Omdat opname van Blauwborst en Sprinkhaanzanger mogelijk is kon de BLAUWBORSTGROEP vervallen. - 602 ROODBORSTTAPUITGROEP lage struwelen en heggen, hoge ruigten (heide, stuifzand en hoogveen) – heidebiotoop; vervalt dus mede vanwege overlap met GRASMUSGROEP. - 603 GRASMUSGROEP struwelen, opslag en zeer jong bos, bosranden met struiken – 9 soorten. Omschrijving van vegetatie komt helemaal overeen met die in ons gebied. - 604 WINTERKONINGGROEP jong bos, struiklaag in bossen – 6 soorten. Opname van een “bos”-groep lijkt me wel belangrijk ook met het oog op de bosontwikkeling in de toekomst. Misschien een beetje raar om de Fazant als argument aan te dragen, maar de soort hoort wel in deze groep thuis en zou anders buiten de boot vallen
Vossen MHG
Pag. 17
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Vogelgroepen van Boomgroepen, Open Bos en Bosranden, Opgaande Lijnvormige Begroeiingen. 703 PUTTERGROEP bomen en boomgroepen met struiken, bosranden – 4 soorten. Eerlijk gezegd een groep die een paar losse broedvogels aan elkaar bindt: Putter, Groenling en Zwarte kraai. De Ekster is ook een potentiële broedvogel voor de toekomst. Overige Soorten. Een groep van 10 soorten, waarvan in 2009 4 broedvogels, die in de toekomst, door voortgaande vegetatieontwikkeling, wellicht in bestaande of nieuwe groepen ondergebracht zullen gaan worden. Bijvoorbeeld VINKENGROEP of GROTE BONTE SPECHTGROEP (holenbroeders). In nevenstaand diagram en in onderstaande tabel krijgen we een goed beeld van de mate van vertegenwoordiging van de in 2009 aangetroffen vogelgroepen.
Ecologische Vogelgroepen in 2009
Dodaars
Met 33% is de GRASMUSGROEP de absolute koploper (9 soorten en 87 territoria in 2009).
Slobeend Kuifeend Kleine Plevier Veldleeuwerik Rietgors Grasmus Winterkoning
Een goede tweede zijn de KUIFEEND- (21%) en VELDLEEUWERIKGROEP (20%) met resp. 8 en 9 broedvogels en 57 en 53 territoria.
Putter Overige
Groep: Dodaars Slobeend Kuifeend Kleine Plevier Veldleeuwerik Rietgors Grasmus Winterkoning Putter Overige
Vossen MHG
2008 Soorten 1 3 6 2 3 2 7 5 3 4
Territoria 1 5 18 62 18 9 70 18 3 20
2009 Procentueel 0,4 3,1 8,0 27,7 8,0 4,0 30,8 7,6 1,3 8,9
Pag. 18
Soorten 1 5 8 2 7 3 9 6 2 4
Territoria 5 5 59 9 53 11 90 19 4 14
Procentueel 1,9 1,9 21,7 3,4 20,2 4,2 33,1 6,8 1,5 5,3
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 100 Vogelgroepen van open water We zullen nu de afzonderlijke groepen bespreken. In de tabel geven we een vergelijking met 2008 (Peeters, 2009). Met geel gemarkeerde vogels zijn (on/regelmatige) broedvogels (naar Peeters, 2009 en volgens eigen inventarisaties dit jaar) en de symbolen geven op de kaartjes de territoria aan. Vogelsoorten in rood zijn Rode Lijst Soorten. Vervolgens wordt het voorkomen in 2009 kort besproken. DODAARSGROEP Deze groep van soorten bewoont zowel zeer voedselarm water (vennen), als vrij voedselrijk water (moerassen). Ze heeft een lichte voorkeur voor meer voedselarme wateren. (Sierdsema) Nog steeds komen we deze soorten voornamelijk in de plasjes van de Molenweerd tegen. DODAARSGROEP Dodaars Geoorde Fuut Wintertaling Zwarte Stern
2008
Dodaars. De Dodaars was vroeger een Rode Lijst soort (zie bijlage 8d) die in het Stevolgebied tot broeden komt. Het verhoogde aantal broedgevallen in 2009 kan een gevolg zijn van de verhoogde waterstand na inrichting van het gebied. Op 24 juni karteren we 4 zingende vogels!
2009 1
5
0
0 voorjaarstrekker
Dodaarsgroep 2008, 2009
Wintertaling en Zwarte Stern zijn (nog) geen regelmatige broedvogels.
Vossen MHG
Pag. 19
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 SLOBEENDGROEP Deze groep van soorten heeft een voorkeur voor ondiep water met een rijke oever- en of (onder)waterplantenvegetatie. Ze is mede daarom gebonden aan met name voedselrijke wateren; in voedselarme vennen ontbreekt ze vrijwel geheel. Ook in zwaar verontreinigd water of zeer voedselrijk water ontbreken deze soorten vrijwel geheel. In de Molenplas treffen we de soorten aan in de Molenweerd. De Visdief wordt besproken bij de KLEINE PLEVIERGROEP. SLOBEENDGROEP Roodhalsfuut Grauwe Gans Smient Krakeend Pijlstaart Zomertaling Slobeend Krooneend Tafeleend Kokmeeuw IJsvogel Waterhoen
2008
Slobeendgroep 2008
2009 * 1
3
0 0
1 0
0 4
1 3
De IJsvogel broedde in 2009 in de oever van de monding van de Molenbeek. Op 29 mei treffen we zelfs 5 jongen naast elkaar aan op een tak in een struik boven de beek! En op 22 juni vinden we het nest in de steile oever vlak achter deze struiken.
Slobeendgroep 2009
De Zomertaling is gesignaleerd met 5 mannetjes en uiteindelijk met pulli (1 paar). De Krakeend kon uiteindelijk met 3 territoria ingedeeld worden. Het onderscheid tussen broedparen en overzomeraars is niet altijd duidelijk! Slobeenden zijn wel in het gebied gesignaleerd maar niet binnen de datumgrenzen. De Grauwe Gans werd ook vaker gezien, maar nooit broedend of met jongen. Wellicht ook door de wat latere start van de inventarisatierondes (24 april). De Kokmeeuw en de andere eendensoorten worden wel in het gebied aangetroffen, maar niet als broedvogels. Een vogel die normaal in andere groepen opgenomen wordt, maar in dit verslag een plaats in deze groep krijgt is het Waterhoen. Een broedvogel van ondiep water en moeras in de Molenweerd. De ondiepe moerasjes met dichte begroeiing hebben zijn voorkeur.
Vossen MHG
Pag. 20
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 KUIFEENDGROEP Deze groep van watervogels stelt weinig specifieke eisen. Ze zijn aan te treffen in allerlei soorten water; van voedselarm tot zeer voedselrijk. Oever- en waterplantenbegroeiing hoeft niet of slechts spaarzaam aanwezig te zijn. KUIFEENDGROEP Fuut Knobbelzwaan Canadese Gans Brandgans Nijlgans Bergeend Mandarijneend Wilde Eend Kuifeend Meerkoet
2008 2 3
2009 12 4
2 2
1 3 5
* 0 9
2 2 30
Kuifeendgroep 2008
Meerkoet en Fuut maken een grote opmars door en bezetten, zeker door toedoen van de verhoogde waterstand, het gehele gebied met grotere aantallen. Nijlgans en Bergeend maken gebruik van holen. Net als bij andere eendensoorten vindt inventarisatie vnl. plaats op grond van waarnemingen met pulli. De Kuifeend troffen we in 2009 aan met twee vouwtjes met jongen.
Kuifeendgroep 2009
De Knobbelzwaan (Rode Lijst Soort!) maakt duidelijk gebruik van het hele gebied met 4 broedparen. De Meerkoet springt er met zijn aantallen behoorlijk boven uit. Door de verhoogde waterstand en de aanleg van de Zuidriffen is een grote toename van deze soort te verklaren: ongeveer ⅓e van het aantal vastgesteld territoria in 2009 treffen we aan in het kersverse zuidelijk gedeelte van het gebied. De Fuut is eveneens een soort die door de verhoging van de waterstand meer geschikt biotoop bemant. In de actuele inventarisatieperiode blijken de aantallen van Molenweerd en Echterweerd gelijk te zijn (5) en is het zuidelijk deelgebied met 2 territoria ook gekoloniseerd.
Vossen MHG
Pag. 21
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 300 Vogelgroepen van pioniervegetaties, ruigten en akkers KLEINE PLEVIERGROEP Sierdsema (1995): Broedvogels van zandige pioniervegetaties in de buurt van zoet water. Deze zandstranden komen van nature voor langs rivieren. Soortgelijke situaties kunnen we ook aantreffen langs zandgaten en op opspuitterreinen. Een deel van de soorten is specifiek gebonden aan zoet water (Kleine Plevier, Oeverloper, Oeverzwaluw, Witwangstern, Griel). Zand- en grindstrandjes zijn essentieel voor Kleine Plevier en Visdief; de Oeverzwaluw is afhankelijk van steile wanden. KLEINE PLEVIERGROEP Visdief Oeverloper Kleine Plevier Oeverzwaluw
2008
2009 0
3
2 (60)
6 0
Kleine Plevier. Kleine Pleviergroep 2008, 2009 De in 2008 aangelegde kiezel- en zandstrandjes hebben hun uitwerking op de broedvogelpopulatie zeker niet gemist! In 2008 broedde de eerste Kleine Plevier op de nieuwe grindbankjes in het zuidelijk gedeelte; een aantal dat in 2009 naar 3 steeg. Ook het eilandje en de nieuw aangelegde dam boden huisvesting aan elk een paartje. De vraag blijft of de Kleine Plevier in de toekomst, met een natuurlijke plantensuccessie “op de hielen” nog wel tot de broedvogels gerekend zal kunnen worden. De grote grazers zullen de vegetatie in het gebied dan behoorlijk klein moeten houden. Visdief en Oeverzwaluw. In de Kleine Pleviergroep treffen we 1 Rode Lijst soort aan: de Visdief. De eerste is, dankzij de aanleg van een eilandje in de plas, in 2009 voor het eerst als broedvogel vastgesteld. Ook hier zal, evenals voor de Kleine Plevier, veel werk verricht moeten worden om de soort als broeder te blijven uitnodigen. De Oeverzwaluw was in 2008 met een kolonie van 60 nesten in een zandwal in de monding van de Geleen Beek gevestigd. Nadat de uitstroming van de Oude Maas in datzelfde jaar verlegd werd, verdween t.g.v. een te sterke waterstroming de gehele kolonie. Volgens Kurstjens (2008b) is het waterpeil dermate gestegen dat een natuurlijke uitslijting van de meander en dus ontstaan van een Oeverzwaluw habitat niet te verwachten is. Vossen MHG
Pag. 22
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
VELDLEEUWERIKGROEP Deze groep van weidevogels verdraagt de laagste grondwaterstanden. Soorten zoals Patrijs, Kwartel, Veldleeuwerik en Grauwe Gors zijn zelfs vrij ongevoelig voor de grondwaterstand. De meeste soorten worden gevonden in iets drogere, maar wel structuurrijke grazige vegetaties. (Sierdsema, 1995) Watersnip is in deze groep opgenomen omdat hij anders buiten de boot zou vallen. VELDLEEUWERIKGROEP Patrijs Kwartel Scholekster Kievit Wulp Veldleeuwerik Graspieper Grauwe Gors Toegevoegd: Gele Kwikstaart Witte Kwikstaart Watersnip
2008
2009 0 0 0 0
0 1 2 2
13 4
14 16
0 1 0
10 8 0
Graspieper, Veldleeuwerik zijn de 2 soorten die van deze groep het meest vertegenwoordigd zijn. Volgens Sierdsema maken beide soorten gebruik van “lage vegetaties met open plekken,open gebieden”. Dit verklaart waarom de territoriaverdeling van beide over het onderzoeksgebied bijna geheel samen vallen. 2009 blijkt een heel goed jaar voor de graspieper te zijn geweest. Ofschoon hier misschien inventarisatieperikelen aan ten grondslag liggen. Een feit is dat het zuidelijk gedeelte inclusief het dagstrandje voor beide soorten een behoorlijke uitbreiding van aantallen tot gevolg heeft in 2009.
Veldleeuwerikgroep 2008
Veldleeuwerikgroep 2009
De Kwartel werd in 2009 voor het eerst in het gebied gehoord; weliswaar tussen de datumgrenzen, doch we betwijfelen of de soort er echt gebroed heeft. De vegetatieomschrijving van Sierdsema voldoet niet echt aan de werkelijke situatie. De Patrijs is wel twee maal roepend in het gebied waargenomen, maar buiten de datumgrenzen. Kievit en Scholekster maken in de Molenplas gebruik van vergelijkbare habitat (Sierdsema: open gebied,lage grazige en pioniervegetaties). De nieuw aangelegde dam en het eilandje nodigen beide soorten uit hier te nestelen. Alleen van de Scholekster zijn in 2009 adulten met jongen gezien.
Vossen MHG
Pag. 23
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 De Gele Kwikstaart is toegevoegd aan deze vogelgroep. Van Sierdsema krijgt hij een vegetatieaanduiding: lage vegetaties met open plekken,vochtig – nat en behoort hij tot de ZOMERTALINGGROEP of de KIEVITGROEP. Om praktische redenen is hier gekozen voor plaatsing in deze vogelgroep. Het aantal territoria in 2009 is wel erg hoog! Op 11 juni werden op het dagstrandje 5 zingende mannetjes en één wijfje waargenomen. De kans is groot dat deze uit de omgeving vandaan komen. De 3 waarnemingen in de Echterweerd zijn, als gevolg van beginnende inventarisatieperikelen, misschien niet echt territoriale vogels geweest. Dan zou het aantal op 4 terugvallen. Een aandachtspunt voor volgende jaren! Ook de Witte Kwikstaart heeft een plaats in deze groep gekregen. Als broedvogel van kale, open vegetaties is hij hier wel op zijn plaats, zowel in de Molenweerd als de Echterweerd en sinds 2009 ook met 4 broedparen in het zuidelijk deelgebied. RIETGORSGROEP Vogels van ruigtes en lage struwelen, veelal nat tot vochtig. Dit vegetatietype is in allerlei landschapstypen aan te treffen. Voorbeelden zijn natte heide en randen van vennen met struikopslag (zoals gagel), hoogveen met lage berkjes, wilg en gagel, vochtige kapvlakten en natte ruigten met wat struikjes. (Sierdsema, 1995). RIETGORSGROEP Blauwborst Paapje Sprinkhaanzanger Krekelzanger Rietgors Kleine Karekiet
2008
Rietgorsgroep 2008
2009 0
0
0
1
8 1
9 1
Opvallend is de toename van de Rietgorspopulatie in de Echterweerd in 2009. In beide deelgebieden zit de soort nog steeds in een stijgende lijn. Het grote verschil in 2009 kan waarschijnlijk verklaard worden door een verhoogde waterstand waardoor de Echterweerd geschikter werd?
Rietgorsgroep 2009
De Sprinkhaanzanger is een welkome nieuwkomer in het gebied. Wellicht dat de verruiging van de Echterweerd door het ontbreken van de grazers hieraan bijgedragen heeft? De Kleine Karekiet, als broedvogel van dicht (nat) riet hebben we toegevoegd aan deze groep omdat hij hier wel in past.
Vossen MHG
Pag. 24
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 GRASMUSGROEP. Sierdsema 1995: Deze groep kunnen we in verschillende landschapstypen aantreffen: (struweelrijke) duinen, open, jonge bossen (lager dan 4-5 m), bosranden met struiken, jonge bosopslag in moeras en kleinschalig agrarisch cultuurlandschap (heggen en hakhoutwallen). Veel soorten uit deze groep hebben een voorkeur voor vochtige ecotopen. Door verdroging en het verdwijnen van kleinschalige landschappen zijn veel soorten sterk achteruit gegaan in de laatste decennia. Dit geldt niet voor veel rietmoerassen, omdat deze in dezelfde periode sterk verdroogd en verland zijn. Voor vertegenwoordigers uit deze groep was dat gunstig. Rondom de Molenplas treffen we de vertegenwoordigers van de Grasmusgroep voornamelijk aan in de Echterweerd en de Molenweerd. GRASMUSGROEP Heggenmus Nachtegaal Roodborsttapuit Bosrietzanger Spotvogel Orpheusspotvogel Braamsluiper Grasmus Tuinfluiter Fitis Grauwe Klauwier Kneu
2008
2009
Grasmusgroep 2008
3 0 1 21 0
1 1 2 28 3
19 8 15
27 8 17
3
3
Overeenkomsten en verschillen in verspreiding van de Grasmusgroepsoorten in 2008 en 2009: - Opvallend in beide jaren is dat bos, struweel en opkomende jonge boomopslag geheel in bezit genomen is. - Pioniervegetatie en zandige, open terreindelen: in 2009 komen hier de eerste soorten voor; Grasmus en Kneu in de Zuidelijke Riffen. - Nachtegaal en Spotvogel, soorten van meer opgaand bos, zien we in 2009 in de Molenweerd (terug) komen. De eerste is in 2009 een primeur: een teken dat de struiklaag zich aan het ontwikkelen is. - De toename van het aantal Grasmussen in 2009 komt ook door verruiging van de Echterweerd. Waarschijnlijk omdat hier een geheel seizoen, t.g.v. werkzaamheden, geen begrazing heeft plaatsgevonden. Ditzelfde geldt voor de toename van de Bosrietzanger, die hier graag de verruigde delen van de Oude Maas loop bezet. Vossen MHG
Pag. 25
Grasmusgroep 2009
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 - Het dalende aantal Heggenmussen kan een gevolg zijn van de relatief late start van het inventariseren in 2009. WINTERKONINGGROEP Broedvogels van struwelen en jong bos. In tegenstelling tot de soorten van de Grasmusgroep komen deze vogels ook midden in de bossen voor. De aanwezigheid van een boomlaag is meestal belangrijk. (Sierdsema) Winterkoninggroep 2008
WINTERKONINGGROEP Fazant Zomertortel Winterkoning Roodborst Merel Zanglijster Zwartkop Staartmees Matkop Goudvink
2008
2009 3 1 3
4 1 1
9 0 2
7 1 5
De Fazant lijkt een vreemde eend in de bijt wat deze groep betreft. Met aantallen van 2-4 broedparen per jaar lijkt er toch een stijgende lijn te zitten. Zomertortel en Zanglijster worden het minst waargenomen. In 2009 zijn van de eerste slechts één territorium vastgesteld ondanks het feit dat de soort regelmatig, maar dan in het zuidelijk deelgebied waargenomen werd. De Zanglijster is ook een nog nieuwe soort! De Winterkoning is pas in 2008 voor de eerste keer vastgesteld. Soorten die dus nog een ruime kans krijgen in de toekomst! Zwartkop en Merel zullen de komende jaren wel in aantal gaan stijgen indien er meer bosschages komen.
Winterkoninggroep 2009
Het overgrote deel van de vertegenwoordigers van deze groep broedde in 2009 in de Molenweerd. Een natuurlijk fenomeen omdat hier al sprake is van een jong bos. Of de grote grazers in de Echterweerd eenzelfde ontwikkeling mogelijk maken zal de toekomst moeten leren. Soorten die we dan ook mogen verwachten zijn Roodborst en Staartmees.
Vossen MHG
Pag. 26
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 PUTTERGROEP Sierdsema, 1995: Broedvogels van boomgroepen, bosranden en open bossen met struiken of struwelen. De meeste soorten uit deze groep hebben een voorkeur voor voedselrijke gebieden met een weelderige vegetatie. In Nederland is deze groep van soorten het best vertegenwoordigd in woonwijken met veel openbaar groen en bij erven in het buitengebied. 2008 Ekster Zwarte Kraai Groenling Putter
2009 0 1 1 1
0 0 1 3
Puttergroep 2008, 2009
Vanwege de mogelijke ontwikkeling van de vegetatie in de toekomst is deze groep opgenomen in dit verslag. Ook vanwege het feit dat het natuurgebied niet los te zien is van het omliggende cultuurlandschap en bebouwing. De Ekster is weliswaar wel in het gebied gesignaleerd, maar niet als broedvogel. De Zwarte Kraai is een onregelmatige broedvogel evenals de andere twee vertegenwoordigers van deze groep met 1-2 territoria. De Putter is in 2009 met 3 territoria de hoogste in getal. Een soort die overigens maar lastig als echte broedvogel te ‘betrappen’ is!
Vossen MHG
Pag. 27
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 GROEP OVERIGE BROEDVOGELS Deze groep bestaat uit vogels die bos en bosrand bevolken. Indien de ontwikkeling van de vegetatie dit toestaat zullen zij in de toekomst steeds in aantal toenemen en wellicht in nieuwe vogelgroepen opgenomen worden, zoals de VINKGROEP (vogels van opgaand bos) en de GROTE BONTE SPECHTGROEP (oud opgaand bos met dood hout; holenbroeders). OVERIGE BROEDVOGELS Grote Bonte Specht Holenduif Houtduif Koekoek Koolmees Pimpelmees Tjiftjaf Turkse Tortel Vink Zwarte Roodstaart Overige Broedvogels 2008
2008
2009 0 0 4 0 3 0 9 0 4 0
0 0 0 1 0 0 7 2 4 0 Overige Broedvogels 2009
De trefkans dat we nesten van holenbroeders op dit moment in het gebied aantreffen is natuurlijk nihil. Zingende soorten als Koolmees worden echter wel al snel in de territoriumkartering meegenomen als broedvogel. Dit geldt eigenlijk ook voor de duiven, zij het dat de in het gebied aanwezige kienhoutbomen voor de Holenduif mogelijkheden schept (en ook uiteraard voor mezen e.d.). Vink en tjiftjaf maken dankbaar gebruik van opgaande struiken en bomen en zouden de komende jaren wel eens in aantal behoorlijk kunnen gaan groeien.
Vossen MHG
Pag. 28
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
5. Conclusie. Voor een eerste broedvogelmonitoring jaar heeft 2009 voor een paar leuke verrassingen gezorgd. Met in totaal 46 broedvogelsoorten verdeeld over 272 territoria en nog eens 49 nietbroedvogelsoorten tijdens de inventarisatieperiode alleen al, lijkt de inventarisatie van de Molenplas op broedvogels een veel belovend project te worden. Nu de graafmachines het terrein (voorgoed) verlaten hebben en de Vereniging Natuurmonumenten de officiële nieuwe eigenaar van het gebied geworden is, lijken er geen obstakels meer te zijn om uit de voormalige Stevol grindplas een prachtig natuurgebied te (laten) ontstaan. Van het in totaal 69 ha grote natuurterrein (plus nog eens 95 ha open water) zijn 3 deelgebieden gemaakt. De Molenweerd is hiervan het oudste en vegetatiekundig gezien ook het meest geëvolueerde deel. De plasjes, moerasjes en wilgenbosjes herbergen ¾ van de broedvogelsoorten en bijna de helft van het aantal territoria. De Echterweerd, waar de watergedeeltes nog veel opener zijn en nog weinig opgang in de beplanting is, herbergt toch ook ⅔e van de aantallen soorten en een bijna evenredig deel aan territoria. De Zuidelijke Riffen zijn nog maar net een jaartje oud en het minst beplant, maar nemen toch ook ⅓e van het de broedvogelsoorten en 1/5e van de territoria voor zijn rekening. 2009 betekent voor de Rode Lijst soorten een topjaar. In Peeters (2009) kunnen we 2005 als een vergelijkbaar jaar benoemen. De verandering van de samenstelling van de Rode Lijst van broedvogels (Hustings e.a., 2004) heeft de noodzaak van een natuurgebied als de Molenplas alleen maar duidelijker benadrukt. Een verschil is het gegroeide aantal territoria in 2009 t.o.v. 2005. Graspieper, Veldleeuwerik en Gele Kwikstaart zijn hierin de grote koplopers. Ook de Bijzondere Soorten (broed)vogels doen het in de Molenplas goed in 2009: maar liefst 28 soorten volgens de lijst van Kurstjens (2008b). Hiervan zijn 21 soorten broedend aangetroffen (goed voor 129 territoria; de helft van het totale aantal!!). Maar Kurstjens noemt niet alle Bijzondere Soorten die op de lijst van SOVON staan; dan mogen Brandgans, Kneu, Kwartel, Nachtegaal, Visdief en Zomertortel ook nog genoemd worden… Voor het eerst is geprobeerd de broedvogels onder te brengen in ecologische broedvogelgroepen. In 2009 doen de GRASMUSGROEP, de KUIFEENDGROEP en VELDLEEUWERIKGROEP het als beste. De grote terugval van de KLEINE PLEVIERGROEP t.o.v. 2008 komt volledig voor rekening van het wegvallen van de oeverwal waarin in 2008 60 territoria van de Oeverzwaluw geteld werden. In het totale aandeel van vogelgroepen mogen we van de WINTERKONINGGROEP, PUTTERGROEP en (evt. nieuw te verwachten in de toekomst) de VINKENGROEP en de GROTE BONTE SPECHTGROEP (nu deels ondergebracht in de GROEP OVERIGE SOORTEN) het meeste verwachten. De zich ontwikkelende plantensuccessie zal hier de graadmeter voor zijn. Leuke nieuwkomers in de broedvogelpopulatie zijn de Brandgans, Kwartel, Nachtegaal, Turkse Tortel en Visdief. Volgens de tabellen van Peeters (2009) ‘misten’ we dit jaar: de Blauwborst, Grauwe Gans, Patrijs, Slobeend en Watersnip. Of we ze allemaal in de aankomende jaren zullen gaan aantreffen?
Vossen MHG
Pag. 29
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 Of er grote veranderingen zullen komen in de samenstelling van de broedvogelpopulatie op grond van de gehanteerde vogelgroepen zal niet alleen de spontane vegetatieontwikkeling maar mede het beheer van het natuurgebied moeten uitwijzen. Inmiddels lopen grote grazers (Konikpaarden en Galloway runderen) weer in het gebied rond – de terreinbeheerders voor de lange termijn. Een groepje vrijwilligers is al druk bezig geweest met het opschonen van het eilandje ten behoeve van de Visdiefpopulatie. We kunnen ons de vraag stellen of er meer soorten zijn die ook zo’n handje hulp kunnen gebruiken: IJsvogel (vrijhouden oeverwanden Molenbeekmonding), Oeverzwaluw (kunstmatige oeverwal). Wat als een spontane inventarisatiebui van broedvogels begonnen is en (onbedoeld) uitgemond in dit lijvige (eveneens spontane) verslag, zal de komende jaren pas echt waarde krijgen als jaarlijks de Molenplas op alle soorten broedvogels blijft gemonitord. Om een breder beeld van o.a. de eendenpopulatie te krijgen zal er dan eerder in het seizoen gestart moeten worden. En de inventarisatieperikelen voor soorten als Graspieper en Gele Kwikstaart zullen ook het hoofd geboden moeten worden. Desalniettemin moge nu al geconcludeerd worden dat we met een uniek stukje natuur te maken hebben in Midden-Limburg! Naast de andere pareltjes in de Grensmaas kan ook hier een eldorado voor vogels ontstaan en behouden blijven voor de toekomst. Laten we hopen dat Natuurmonumenten, samen met al zijn vrijwilligers, in staat is om dit ook waar te maken. Aansluitend op het aanhoudende werk van Geert Peeters (Peeters, 2009) hopen wij in de komende jaren vergelijkbare resultaten te mogen presenteren. De aanzet is gemaakt. Voor nu is het klaar!
December 2009, Tjeu Vossen Hulststraat 20 6101 MG Echt
[email protected]
Vossen MHG
Pag. 30
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
6. Dankwoord Dankwoord Op de eerste plaats wil ik mijn oprechte en vreugdevolle dank uitspreken aan Nicole Reneerkens die mij voor alles uitnodigde om de Stevolplas te inventariseren op bijzondere soorten. Hier ligt de kern van vele uren van volle vreugde en verbazing die ik daarna in het veld en ook thuis aan de pc of snuffelend in boeken weer mocht proeven sinds vele jaren. Ook nadat alle veldwerk ten einde was, bleek Nicole een grote steun om o.a. alle soortkaarten kritisch maar evenzo respectvol met mij door te nemen. De verslaglegging kende ook genoeg momenten van terugkoppeling met haar en waardevolle tips van haar. Geert Peeters wil ik op de eerste plaats danken voor het zonder meer opnieuw opnemen van een jarenlange (vogel)vriendschap. Geerts integriteit in en om het vogels kijken bleek verder te gaan dan alleen dit. Zijn jarenlang met veel geduld verzamelde gegevens rondom de Stevolplas liet Geert met vertrouwen in mijn handen toe. Geerts zeer minutieuze kanttekeningen tijdens het gehele proces van veldwerk tot en met verslaglegging had ik zeker niet willen missen. Ton Cuijpers en Gaby Dollen, beide medewerkers van Vereniging Natuurmonumenten, mag ik danken voor diens steun en vertrouwen opdat dit verslag kon worden wat het geworden is. Arend van Dijk (SOVON) ben ik dankbaar voor het kritisch en opbouwend doornemen van de interpretaties van de broedvogelkaarten. Hij heeft er toe bijgedragen dat er voor de komende jaren uniformer naar veld- en soortkaarten gekeken gaat worden. Tot slot, een beetje lyrisch misschien, maar niet minder wel gemeend: de Vogels en alle natuur van de Stevolplas zelf. Wat een voorrecht om met hen (opnieuw) kennis te hebben mogen maken. Wat een voorrecht om zo dicht bij huis, op fietsafstand, zoveel puur genot te mogen ervaren! Dank Alles en Allen!
Vossen MHG
Pag. 31
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
7. Literatuur -
-
Dijk, van. 2004. Handleiding Broedvogel Monitoring Project (Broedvogelinventarisatie in proefvlakken). SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Hustings F., Borggreve C., van Turnhout C. & Thissen J. 2004. Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN-criteria. SOVONonderzoeksrapport 2004/13. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Kleunen, A. van 2008. Monitoring Zoete Rijkswateren. pp. 37-44. In: van Dijk A.J., Boele A., Hustings F., Koffijberg K. & Plate C.L. 2009 Broedvogels in Nederland in 2007. SOVONmonitoringrapport 2009/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Kurstjens, G., B. Peters en & P. Calle, 2006. Maas in Beeld. 1 Koningssteen. Uit: Maas in Beeld tussenrapport 2006. Bureau Drift / Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Berg en Dal / Beek-Ubbergen. Kurstjens, G., B. Peters en & P. Calle, 2008. Maas in Beeld. Resultaten van 15 jaar ecologisch herstel. Gebiedsrapport 2: Maasplassengebied. 2 Laakerweerd / Schroevendaalse plas. Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Beek-Ubbergen / Bureau Drift, Berg en Dal. Kurstjens, G., B. Peters en & P. Calle, 2008. Maas in Beeld. Resultaten van 15 jaar ecologisch herstel. Gebiedsrapport 2: Maasplassengebied. 3 Stevol. Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Beek-Ubbergen / Bureau Drift, Berg en Dal. Kurstjens, G., B. Peters en & P. Calle, 2008. Maas in Beeld. Resultaten van 15 jaar ecologisch herstel. Gebiedsrapport 2: Maasplassengebied. 6 Overlaat in Linne. Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Beek-Ubbergen / Bureau Drift, Berg en Dal. Kurstjens, G., B. Peters en & P. Calle, 2008. Maas in Beeld. Resultaten van 15 jaar ecologisch herstel. Gebiedsrapport 2: Maasplassengebied. 7 Isabellegreend. Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Beek-Ubbergen / Bureau Drift, Berg en Dal. Peeters, 2009. Natuurwaarden in het Stevol-gebied. Monitoring 2008. Peeters Consult, Roermond. Peters, B. 2006. Ecologische Herstel- en Inrichtingprojecten Maasdal. Inventarisatie van kansrijke en geplande projecten en maatregelen voor de periode 2006 – 2027. Bureau Drift, Berg en Dal. Peters, B., Kurstjens, G. & P. Calle, 2007. Maas in Beeld. 1 De Brandt. Concept 14 april 2008. Bureau Drift / Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Berg en Dal / Beek-Ubbergen. Peters, B. & G. Kurstjens, 2008. Maas in Beeld: succesfactoren voor een natuurlijke rivier. Projectgroep Maas in Beeld. Bureau Drift / Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Berg en Dal / Beek-Ubbergen. Provincie Limburg 2003, Handboek Streefbeelden voor Natuur en Water in Limburg, 2e gewijzigde druk. Natuurbalans-Limes Divergens, Nijmegen. In opdracht van de Provincie Limburg, Maastricht. Roomen M.W.J. van, Boele A., van der Weide M.J.T., van Winden E.A.J. & Zoetebier D. 2000. Belangrijke vogelgebieden in Nederland, 1993-97. Actueel overzicht van Europese vogelwaarden in aangewezen en aan te wijzen speciale beschermingszones en andere belangrijke gebieden. SOVONinformatierapport 2000/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Sierdsema H. 1995. Broedvogels en beheer. Het gebruik van broedvogelgegevens in het beheer van bos- en natuurterreinen. SBB-rapport 1995-1, SOVON-onderzoeksrapport 1995/04. SBB/SOVON, Driebergen/Beek-Ubbergen. SOVON & CBS 2005. Trends van vogels in het Nederlandse Natura 2000 netwerk. SOVONinformatierapport 2005/09. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Winden, A. van, W. Braakhekke en G. Litjens, 2004. Eiland in de Maas / Stevol. Verkenning van de mogelijkheden voor vergroting van de ruimtelijke kwaliteit van het Eiland in de Maas door innovatieve aanpak van de grindwinning en inrichting in de eindfase van het Stevolproject. Bureau Stroming. / In opdracht van de Panheel Groep, Nijmegen
Vossen MHG
Pag. 32
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
8. Bijlagen 8a. 8b 8c 8d 8e 8f 8g.
Vossen MHG
Waargenomen broedvogels 2009 per inventarisatieronde: Waargenomen broedvogels 2009 tijdens aanvullende bezoeken: Waargenomen niet-broedvogels in 2009 “Oude” Rode Lijst Soorten (1994) Rode Lijst Soorten (2004) Ecologische Vogelgroepen. Stippenkaarten broedvogels
Pag. 33
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 8a. Soort Bergeend Bosrietzanger Brandgans Dodaars Fazant Fitis Fuut Gele Kwikstaart Grasmus Graspieper Groenling Heggenmus IJsvogel Kievit Kleine Karekiet Kleine Plevier Kneu Knobbelzwaan Koekoek Krakeend Kuifeend Kwartel Meerkoet Merel Nachtegaal Nijlgans Putter Rietgors Roodborsttapuit Scholekster Spotvogel Sprinkhaanzanger Tjiftjaf Tuinfluiter Turkse Tortel Veldleeuwerik Vink Visdief Waterhoen Wilde eend Winterkoning Witte Kwikstaart Zanglijster Zomertaling Zomertortel Zwartkop
Waargenomen broedvogels 2009 per inventarisatieronde: (M = Molenweerd; E = Echterweerd; Z = Zuidelijke Riffen) 24-4-2009 M E Z º 1 1 1 º º º º º º º º º
º º º º
1 8 3 1 3 1
3 4 3 6 1
1 2 6
1
1
3
1 1 2 1
1
7
º º º º
1 1
8
5
1
2 2 1 1 5 4 1
2
2 3 9 4 1 9 4
2 2 10 7 2 10 5
1 2 2 10 4
2 3 3 5
1 8 3 2
3 2 3
1 1 2
3
1 4 5
8 1
5 3
3
2 1 3 4
* 1 3 2
1 3 2
2
1
3 5
8
2 * 1 1 1 3
8
1 31
14
22
126
96
50
272
4
*
*
1
2
2
*
2 1 2 1
* 2
2
13
6
9 2
10 1
13
10 5
8 1
5
1 1 4
1 2
* 1
*
*
1 * 6
1 *
* 1
1
*
1
2 5
1 1
5
2
3
*
3 1 *
1 1
3
1 4
1
1
4
2 1
2 2
1
4 3
2 5
5
6 7 2 4
3
2
1 1 2
2 2 *
1 *
3
2
22
3 27
3
1 1 1 1
1
3 2
5
4 1 2
1 5 1
76 1
1
1
9
3 30
4
2
2
1
1 1 1
Totalen: E Z 2 16 1 1 1 5 5 2 3 7 12 3 6 7
4 37
7 1
2 1 23 4
2 6
4 3 12 5 12 3 1 1
10 5 1 1 1 3 1 3
1
1 20 2
12 3
M 3 12
5 28 1 5 4 17 12 10 27 16 1 1 1 2 1 6 3 4 1 3 2 1 30 7 1 3 3 9 2 2 3 1 7 8 2 14 4 3 3 2 1 8 1 1 1 5 46
1
3
1 3 4
27-6-2009 M E Z 1 1 6 7 1 4 2 1 7 2 6 3 2
1
1 3
4
3
6 7 2 3 3 3 2 1 1 2 1 1
1 1 1 1 1 2
Aantal broedvogels: Aantal territoria:
48
1 21
9
4 24
17
17
88 22 64 44 25 195 67 55 Rode Lijst Soort Bijzondere Soort (Kurstjens, 2008b) Broedvogel Peeters (2009) ( º : in 2008)
Pag. 34
1 13
109 38 (8) (21) (41 / 31)
3 2
1 1 11 2 1
1 9
1 2
6 2 1 1 1 1 4 1
7
1 1 2
2 1 17
Vossen MHG
1
11-6-2009 M E Z 4 1 9 7
1
6 º º
2 1 3
*
º º º º
1 3 3 1 8 3
26-5-2009 M E Z 4 1 7 14 2
2
25
º º º º
1 7 1 2 10 2
7-5-2009 E Z 1
1 1
º
º º
M 2
4
1
14
1 27
19
43
84
50
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 8b.
Waargenomen broedvogels 2009 tijdens aanvullende bezoeken: (M = Molenweerd; E = Echterweerd; Z = Zuidelijke Riffen)
Soort
23-4
1-5
2
*
Deelgebied: Bergeend Bosrietzanger Brandgans Dodaars Fazant Fitis Fuut Gele kwikstaart Grasmus Graspieper Groenling Heggenmus IJsvogel Kievit Kleine Karekiet Kleine Plevier Kneu Knobbelzwaan Koekoek Krakeend Kuifeend Kwartel Meerkoet Merel Nachtegaal Nijlgans Putter Rietgors Roodborsttapuit Scholekster Spotvogel Sprinkhaanzanger Tjiftjaf Tuinfluiter Turkse tortel Veldleeuwerik Vink Visdief Waterhoen Wilde eend Winterkoning Wintertaling Witte Kwikstaart Zanglijster Zomertaling Zomertortel Zwartkop Aantal broedvogels: Aantal Territoria:
Vossen MHG
4-5 E *
9-5 M 6
10-5 M
18-5 Z
20-5
28-5 M
29-5 E
14-6
13-7
* 1 1 5 2 3 2
* * * * 2
1 * * * 8
* * * * *
*
*
1
1
3 1 1
1
* 1 1
*
1
6 1 3
1
*
3
* *
12
*
5 1
1 *
2
*
1
2
1
3
1
*
1 1
7 1 * 1
*
*
6
* * 1
1
1
4 1 *
* * 1
1
* *
3 1
* *
*
1 *
* * 1
* 1
13
*
1 3
*
* 1
*
* *
1
1
3 2
12 26
11 26
3
11
2 1
2
* 3
1 20 68
3 4
2 2
Pag. 35
1 1
4 14
5 9
3 3
2 3
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 8c.
Waargenomen niet-broedvogels in 2009 (M = Molenweerd; E = Echterweerd; Z = Zuidelijke Riffen)
Soort:
23 -4
Datum: Deelgebied: Aalscholver Blauwe Reiger Boerenzwaluw Boomvalk Bosruiter Buizerd Ekster Gaai Geelpootmeeuw Gierzwaluw Grauwe gans Groenpootruiter Grote bonte specht Grote Canadese Gans Grote Zilverreiger Grutto Holenduif Houtduif Huismus Huiszwaluw Indische Gans Kanoet Kauw Kleine Mantelmeeuw Kleine Zilverreiger Kokmeeuw Koolmees Noordse Kwikstaart Oeverloper Oeverzwaluw Paap Parkgans Patrijs Pontische meeuw Rietgans spec. Slobeend Smient Sperwer Spreeuw Steenloper Tapuit Torenvalk Tureluur Watersnip Wintertaling Witgat Zilvermeeuw Zwarte kraai Zwarte Stern
24-4-2009 M E
6 1 3
15
Z
12 7 *
*
45
7-5-2009
E
M E
* * *
* * *
Z
9- 10 18 20 5 -5 -5 -5
26-5-2009
M M Z
M E
Z
* *
* 2
52 9 *
*
2 *
28 29 -5 -5 M E
11-6-2009 M E
Z
* * *
*
* *
14 -6
27-6-2009 M E
Z
* * *
* * *
* *
27 * * *
1 2
1
4
1
1
1
*
1 * *
º
* 1
2
* 1
*
* *
* * 1
*
* 4
* *
*
* * 2
*
3
* *
3
* *
*
*
*
*
*
*
*
*
*
* *
*
*
*
*
*
1 2 1
2 1
1
*
1
1 1 * *
*
º
*
* *
1 *
*
1 1 1 6
1
* 4
º
º
1 2
6 1
1 2
2 11 7
* 2
3
3
*
*
*
*
16 3 40
1 4
1
1 1
1 1
1
1 1 2 2
*
1
1 1 *
*
1
*
1 *
*
*
*
1
1 6
1
1
1 2 1
1
1 1 1
1
1 3
3 5
º
TOTAAL 49
Vossen MHG
1
* Rode Lijst Soort
*
* *
*
8 *
Bijzondere Soort (Kurstjens, 2008b)
Pag. 36
13 * *
2 * *
*
2 * *
1 *
Broedvogel Peeters (2009) (º : broedvogel 2008)
december 2009
7 *
Broedvogels van de Molenplas 2009 8d.
“Oude” Rode Lijst Soorten (1994)
In eerste instantie waren alle gegevens van Peeters (2009) en onze eigen gegevens berekend en uitgewerkt op grond van de vroegere Rode Lijst van broedvogels. Het was Geert Peeters die er ons op attendeerde dat deze lijst in 2004 vernieuwd was. Toch, ondanks de verouderde situatie, leek ons een vergelijk van de twee lijsten een leuke aanvulling in dit verslag. Hieronder een lijst van de Rode Lijst Soorten van 1994 met in geel gemarkeerd de soorten die tussen 1999 en 2009 als broedvogel gekarteerd zijn (Peeters 2009 en eigen waarnemingen). ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 Baardmannetje Bergeend Blauwborst Blauwe Kiekendief Bontbekplevier Dodaars Draaihals Duinpieper Dwergstern Eidereend Fuut Geelgors Gele Kwikstaart Geoorde Fuut Grasmus Graspieper Grauwe Gans Grauwe Gors Grauwe Kiekendief Grauwe Klauwier Griel Groene Specht Grote Bonte Specht Grote Karekiet Grote Stern Grutto Holenduif Hop IJsvogel Kemphaan Kerkuil Kievit Klapekster Kleine Karekiet Kleine Plevier Kluut Knobbelzwaan Koekoek Korhoen Krakeend Krooneend Kuifeend Kuifleeuwerik Kwak Kwartelkoning Lepelaar Nachtzwaluw Nijlgans
Vossen MHG
0 0
1 1 1 1,5 2 1 0,5 1 0 3
1,5 4,5
1 4
2 0
5 0
0
0
0
0
0
1
1
2
1
5
1
1
2
3
3
4
1
0
2
12
1
0
0
1
1
2
2
0
0
10
0 1,5 3,5 8 1 1 2 0 0 0 0 0
7 11 11,5 11 19 27 3 6,5 6 6 4 16 0 3 2 2,5 2 0
0
0 0,5
0
0
0
0 1,5 1 0,5 1,5 1
0
0
0
0
1,5
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
4
6
1
0
2
1
2
2
0
2
0 1 4 2,5
1 0
2 1
1 2
1 6
2 0
2 0
3 0
4 1
0 0 0 4 2,5 2,5 1,5 3 1 0
2 0
2 0
3 0
3 2 0 0,5
0
0
0
0
0 0,5 0,5
0
1
3
0
0
1
0
1
2
1
1
0
2
1
1
0
1
1
3
2,5
2
2
3
Pag. 37
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 Noordse Stern Oeverzwaluw Ooievaar Ortolaan Paapje Patrijs Porseleinhoen Purperreiger Raaf Rietgors Rietzanger Roerdomp Roodborsttapuit Roodkopklauwier Scholekster Slobeend Snor Spotvogel Steenuil Strandplevier Tapuit Tureluur Veldleeuwerik Velduil Visdief Watersnip Wintertaling Woudaapje Zomertaling Zwarte Stern Aantal Territoria Aantal Soorten Soorten Cumulatief
Vossen MHG
0
0
0
0
0
0
0
0
60
0
0 0 0 0 0 2 2,5 3,5 3,5 6
0 3
0 1
0 1
0 0
0 0
9,5
9
8
9
1 1,2 1,5
3
2
2
0 0
0 1
0,5 1
0 0
0 0
2 0
2
4
0
3
0
2
3
4 8,5 7
0
0
0
1
0,5 1 0,5 0 0 0 0 0 0
0
0
1
0
2
0 0 0 0 2,5 4
0 0 4
0 0 6
0 0 8
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 13 15 13 14
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 1 1
0 0 0
0 0 0
0 0 0
3 0 0
0
1
1
0
2
0
0
0
0
1
16,5 29 27,5 41 53,5 84 69,5 69,5 122 132 10 15 15 15 16 27 23 18 15 22 10 16 17 20 20 29 29 29 30 32
Pag. 38
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 8e.
Rode Lijst Soorten (2004)
Hustings e.a. (2004) hebben de Rode Lijst aangepast. Hieronder een overzicht van de lijst met aangegeven welke soorten in Peeters (2009) als broedvogel genoemd zijn, aangevuld met eigen waarnemingen in 2009. ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 Blauwe Kiekendief Boerenzwaluw Bontbekplevier Boomvalk Brilduiker Draaihals Duinpieper Dwergmeeuw Dwergstern Engelse Kwikstaart Gele Kwikstaart Goudplevier Graspieper Grauwe Kiekendief Griel Groene Specht Grote Mantelmeeuw Grote Stern Grote Zilverreiger Grutto Hop Huiszwaluw Kemphaan Kerkuil Kleine Zilverreiger Kleinst Waterhoen Koekoek Korhoen Kramsvogel Kuifleeuwerik Kwak Kwartelkoning Lachstern Middelste Zaagbek Nachtegaal Nachtzwaluw Oeverloper Paapje Patrijs Pijlstaart Porseleinhoen Purperreiger Ransuil Roerdomp Roodhalsfuut Slechtvalk Slobeend Snor Steenuil Steltkluut Strandplevier Tapuit
Vossen MHG
1
0
0
1
1
2
2
0
0
10
1
1
2
0
3
6,5
6
6
4
16
0
0
0
0
0
0,5
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
6
3
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
2
0
2,5 3,5 3,5
0
0
0
Pag. 39
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 Tureluur Veldleeuwerik Velduil Visdief Watersnip Wintertaling Woudaap Zomertaling Zomertortel Zuidelijke Bonte Strandloper Zwarte Stern Aantal Territoria: Aantal Soorten: Soorten Cumulatief
Vossen MHG
2,5
4
4
6
8
20
13
15
13
14
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 1 1
0 0 0
0 0 0
0 0 0
3 0 0
0 0
1 0
1 0
0 0
2 0
0 0
0 0
0 0
0 1
1 1
6,5 8,5 10,5 10,5 20 35 23 4 4 4 3 5 8 5 4 5 5 5 5 9 9
22 3 9
18 47 3 8 10 12
Pag. 40
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 8f. Ecologische Vogelgroepen. Lijst van broedvogels (1999-2009) met aangegeven in welke vogelgroep(en) zij thuishoren volgens Sierdsema (1995):
IJsvogelgroep
Blauwborstgroep
Kleine Pleviergroep
Fazantgroep
Kievitgroep
Zomertalinggroep
Veldleeuwerikgroep
Rietgorsgroep
Roodborsttapuitgroep
Grasmusgroep
Winterkoninggroep
Puttergroep
Bom.
101
102
103
104
204
302
305
306
501
503
601
602
603
604
703
Bergeend Blauwborst Bosrietzanger Brandgans Dodaars Ekster Fazant Fitis Fuut Gele kwikstaart Grasmus Graspieper Grauwe Gans Groenling Grote Bonte Specht Heggenmus Holenduif Houtduif IJsvogel Kievit Kleine karekiet Kleine plevier Kneu Knobbelzwaan Koekoek Koolmees Krakeend Kuifeend Kwartel Meerkoet Merel Nachtegaal Nijlgans Oeverzwaluw Patrijs Pimpelmees Putter Rietgors Roodborsttapuit Scholekster Slobeend Spotvogel Sprinkhaanzanger Tjiftjaf Tuinfluiter Turkse Tortel Veldleeuwerik Vink Visdief
Vossen MHG
Struiken, struwelen
Kuifeendgroep
Pioniersvegetaties Grazige veg.
Slobeendgroep
Vogelgroep:
Riet
Dodaarsgroep
Open Water
Tot. 1 2 1 1 1 1 2 2 1 2 2 2 1 1 0 1 0 0 2 2 0 1 2 1 0 0 1 1 2 1 1 1 1 2 3 0 1 1 2 2 2 1 2 0 1 0 2 0 3
Pag. 41
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Blauwborstgroep
Kleine Pleviergroep
Fazantgroep
Kievitgroep
Zomertalinggroep
Veldleeuwerikgroep
Rietgorsgroep
Roodborsttapuitgroep
Grasmusgroep
Winterkoninggroep
Puttergroep
Bom.
IJsvogelgroep
Struiken, struwelen
Kuifeendgroep
Pioniersvegetaties Grazige veg.
Slobeendgroep
Vogelgroep:
Riet
Dodaarsgroep
Open Water
101
102
103
104
204
302
305
306
501
503
601
602
603
604
703
TOTAAL:
0 2 1 1 2 0 1 2 1 1 0 1
2
6
8
2
2
3
4
6
6
6
3
4
9
Groep Overige Soorten
Waterhoen Watersnip Wilde eend Winterkoning Wintertaling Witte kwikstaart Zanglijster Zomertaling Zomertortel Zwarte Kraai Zwarte Roodstaart Zwartkop
Tot.
6
4
Slobeendgroep
Kuifeendgroep
Kleine Pleviergroep
Veldleeuwerikgroep
Rietgorsgroep
Grasmusgroep
Winterkoninggroep
Puttergroep
Vogelgroep:
Dodaarsgroep
Uiteindelijke keuze van vogelgroepen en hun samenstelling:
101
102
103
302
503
601
603
604
703
Bergeend Blauwborst Bosrietzanger Brandgans Dodaars Ekster Fazant Fitis Fuut Gele kwikstaart Grasmus Graspieper Grauwe Gans Groenling Grote Bonte Specht Heggenmus Holenduif Houtduif IJsvogel Kievit Kleine karekiet Kleine plevier Kneu Knobbelzwaan Koekoek Koolmees
Vossen MHG
Pag. 42
december 2009
Kuifeendgroep
Kleine Pleviergroep
Veldleeuwerikgroep
Rietgorsgroep
Grasmusgroep
Winterkoninggroep
Puttergroep
101
102
103
302
503
601
603
604
703
2
5
8
3
9
4
9
6
4
Groep Overige Soorten
Slobeendgroep
Vogelgroep:
Dodaarsgroep
Broedvogels van de Molenplas 2009
Krakeend Kuifeend Kwartel Meerkoet Merel Nachtegaal Nijlgans Oeverzwaluw Patrijs Pimpelmees Putter Rietgors Roodborsttapuit Scholekster Slobeend Spotvogel Sprinkhaanzanger Tjiftjaf Tuinfluiter Turkse Tortel Veldleeuwerik Vink Visdief Waterhoen Watersnip Wilde eend Winterkoning Wintertaling Witte kwikstaart Zanglijster Zomertaling Zomertortel Zwarte Kraai Zwarte Roodstaart Zwartkop
TOTAAL:
Vossen MHG
Pag. 43
10
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009 8g.
Stippenkaarten broedvogels
Bergeend 2009
5
Bosrietzanger 2009
Brandgans 2009
1
Dodaars 2009
Vossen MHG
Pag. 44
28
5
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Fazant 2009
Fuut 2009
Vossen MHG
4
12
Pag. 45
Fitis 2009
17
Gele Kwikstaart 2009
10
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Grasmus 2009
Groenling 2009
Vossen MHG
27
1
Pag. 46
Graspieper 2009
16
Heggenmus 2009
1
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
IJsvogel 2009
1
Kievit 2009
2
Kleine Karekiet 2009
2
Kleine Plevier 2009
6
Vossen MHG
Pag. 47
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Kneu 2009
3
Knobbelzwaan 2009
4
Koekoek 2009
1
Krakeend 2009
3
Vossen MHG
Pag. 48
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Kuifeend 2009
2
Meerkoet 2009
30
Vossen MHG
Pag. 49
Kwartel 2009
1
Merel 2009
7
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Nachtegaal 2009
1
Nijlgans 2009
3
Putter 2009
3
Rietgors 2009
9
Vossen MHG
Pag. 50
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Roodborsttapuit 2009
2
Scholekster 2009
2
Spotvogel 2009
3
Sprinkhaanzanger 2009
1
Vossen MHG
Pag. 51
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Tjiftjaf 2009
7
Tuinfluiter 2009
Turkse Tortel 2009
2
Veldleeuwerik 2009
Vossen MHG
Pag. 52
8
14
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Vink 2009
4
Visdief 2009
3
Waterhoen 2009
3
Wilde Eend 2009
2
Vossen MHG
Pag. 53
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Winterkoning 2009
1
Witte Kwikstaart 2009
8
Zanglijster 2009
1
Zomertaling 2009
1
Vossen MHG
Pag. 54
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Zomertortel 2009
2009
Vossen MHG
1
Zwartkop 2009
1
2009
Pag. 55
5
1
december 2009
Broedvogels van de Molenplas 2009
Vossen MHG
Pag. 56
december 2009