BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014 1983 – 1988 – 1989 – 2010 – 2011 - 2014
Piet Vergoossen
VOSSEN M.H.G. september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014 1983 – 1988 – 1989 – 2010 – 2011 - 2014
VOSSEN M.H.G. september 2014
Tjeu Vossen, Hulststraat 20, 6101 MG Echt.
[email protected]
Vossen MHG
pag. 2
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
INHOUDSOPGAVE: INHOUDSOPGAVE: ........................................................................................................................ 3 INLEIDING.................................................................................................................................... 4 DANKWOORD............................................................................................................................... 4 SAMENVATTING........................................................................................................................... 5 HET GEBIED................................................................................................................................. 6 1. Het onderzoeksgebied – veranderingen t.o.v. 2011................................................................ 6 2. Weersinvloeden................................................................................................................... 11 3. Praktische informatie over de bezoeken .............................................................................. 12 GEHANTEERDE ONDERZOEKSMETHODE. ..................................................................................... 12 RESULTATEN. ............................................................................................................................ 13 1. Rode Lijst Soorten............................................................................................................... 13 2. Vogelgroepen ..................................................................................................................... 16 - Vogelgroepen van open water ........................................................................................ 16 - Vogelgroepen van struiken, struwelen en heggen ......................................................... 19 - Vogelgroepen van opgaand gesloten bos........................................................................ 25 - Samengevoegde Vogelgroepen....................................................................................... 31 Literatuur ................................................................................................................................. 34 Bijlagen .................................................................................................................................... 35 Soortkaarten ............................................................................................................................. 36
Vossen MHG
pag. 3
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
INLEIDING. Het kon niet uitblijven dit jaar – het Doorterbos zou en moest weer op alle vogels geïnventariseerd worden!. En wat een verbluffende resultaten! Na een zeer zachte winter moesten de aantallen van sommige soorten dan ook stijgen, zo was de verwachting. En die verwachting werd niet geschaad. De 51 vastgestelde broedvogelsoorten leverden maar liefst 635 territoria op. Waarvan Winterkoning en Zwartkop met echte klapper-aantallen kwamen! Grauwe Vliegenvanger en Groene Specht, Wielewaal en Spotvogel zijn evenals de Nachtegaal rode lijst soorten, hetgeen betekent dat hun voorkomen belangrijk is voor onze Nederlandse avifauna, en zij doen het allemaal goed in het Doorterbos! Bijzonder ook weer is het voorkomen van de Woudaap en noemenswaardig ook het territorium van een Zomertortel. De nadruk in dit verslag ligt op het voorkomen van Ecologische Vogelgroepen in het Doorterbos, waarbij een vergelijk met voorgaande inventarisatiejaren gemaakt wordt. (Voor 2011 zijn een aantal kleine correcties doorgevoerd tgv aangescherpte criteria in het Sovon-programma.)
Voorkomen van de Groene Specht 10 9 8 7 6 5 4
Dit jaar een foto-vergelijk van het Doorterbos in 2011 en 2014. Piet Vergoossen was zo goed een aantal foto’s van het gebied in 2014 beschikbaar te stellen.
3 2 1 0 1983 1988 1989 1994 2006 2010 2011 2014
Voor de eerste keer een paar foto’s van vogels, gemaakt door een andere amateurfotograaf Maarten van de Water. Omdat alle gegevens via de internetsite van SOVON zijn ingevoerd en door middel van autoclustering de territoria zijn bepaald, zijn aan het einde alle soortkaarten van SOVON toegevoegd.
DANKWOORD. John Roemen bedankt voor de aanvullende waarnemingen van enkele soorten. Dank aan Piet Vergoossen voor het ter beschikking stellen van terreinfoto’s en aan Maarten van de Water voor de foto’s van vogels. Ze fleuren dit verslag behoorlijk op. Beide heren zijn ook terug te vinden op facebook met een paar prachtige fotopagina’s die het bezoeken zeker waard zijn!
Vossen MHG
pag. 4
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
SAMENVATTING. In 2014 werd, evenals in de tachtiger jaren en in 2010 en 2011, een gedeelte van het staatsnatuurgebied de Doort (verder genoemd het Doorterbos) in de gemeente Echt-Susteren op alle soorten broedvogels geïnventariseerd d.m.v. de BMP-A inventarisatietechniek. Ruim 20 uur veldwerk leverden 51 broedvogelsoorten op, die samen 632 territoria bezetten. Hierbij zijn 8 Rode Lijst soorten: Grauwe Vliegenvanger, Groene Specht, Koekoek, Nachtegaal, Spotvogel, Wielewaal, Zomertortel en Woudaap. Nieuwe soort voor het BMP-A onderzoek is de Putter. IJsvogel, Grote Lijster en Nachtegaal die al enige jaren niet meer in dit deelgebied gezien waren, zijn dit jaar weer van de partij. Soorten die in 2010 en 2011 in grotere aantallen voorkwamen en dit jaar tegenvielen zijn: Grauwe Gans, Koolmees en Spreeuw (holenbroeders). Sinds 2010 scoren lager: Boomkruiper en Pimpelmees (holenbroeders), Heggenmus (laagste aantal ooit), Houtduif, Meerkoet, Merel en Zanglijster (eveneens laagste aantal ooit). Soorten die opvallend beter scoorden dan 2011 zijn Appelvink, Glanskop, Grasmus, Grauwe Vliegenvanger, Groene Specht, Roodborst, Spotvogel, Waterhoen, Wielewaal, Winterkoning en Zwartkop. De laatste twee zijn de absolute toppers dit jaar: het aantal Winterkoningen is verdubbeld en dat van de Zwartkop is 30% gestegen! Soorten die ontbreken zijn Dodaars, Gaai, Krakeend en Matkop. De grafieken beneden tonen dat we niet ontevreden hoeven te zijn – zowel het aantal territoria als ook het aantal verschillende soorten in het Doorterbos vallen in 2014 niet uit de toon met eerdere inventarisatiejaren. Jaarlijks voorkomend aantal Territoria
Totaal aantal Soorten 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
700 600 500 400 300 200 100 0
1983
1988
1989
1994
2006
2010
2011
1983 1988 1989 1994
2014
In termen van ecologische vogelgroepen is de WINTERKONINGGROEP het meest gestegen. Niet zo raar als we bedenken dat de grootste stijgers, Winterkoning en Zwartkop, tot deze groep behoren. In dit verslag wordt verder per groep de status van soorten besproken en van alle in het Doorterbos waargenomen soorten zijn stippenkaarten toegevoegd. Deze laatste zijn rechtstreeks uit het SOVON Auto Clustering Programma overgenomen.
Ecologische Vogelgroepen van Struweel en Bosrand 300 250 200 150 100 50 0 1983
1988
Rietgors
Vossen MHG
pag. 5
2006 2010 2011 2014
1989
Grasmus
2010
2011
Winterkoning
2014
Putter
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
HET GEBIED. 1. Het onderzoeksgebied – veranderingen t.o.v. 2011. Het Doorterbos is onderdeel van het staatsnatuurreservaat de Doort, een natuurgebied van 126 ha groot (zie Pahlplatz 2006) in de gemeente Echt-Susteren en ligt in kwartblok 60-22-2. Een uitgebreide beschrijving van de biotopen van het inventarisatiegebied alsmede de grenzen of veranderingen t.o.v. de eerste drie jaar van inventariseren vinden we in Vossen (2010a, 2010c). Het 50 ha tellende onderzoeksgebied bestaat uit loofbos, poelen en grote vijvers, houtwallen en graslanden. De laatste worden niet meer begraasd door koeien maar wel gemaaid in de zomer en kunnen dus heerlijk verruigen. In 2013 is een grote verandering te noemen in de vegetatie: het fietspad door het Doorterbos is aangelegd. Verder valt te constateren dat de bosranden minder schril afsteken tegen de omliggende weilanden en is de vegetatie in de laatste visvijver en de boomkikkerplassen behoorlijk veranderd sinds 2011. In het gehele verslag zijn foto’s opgenomen om de verandering in de vegetatie weer te geven t.o.v. voorgaande jaren.
Het aangelegde fietspad door het Doorterbos is verkeersveilig zeker een aanwinst te noemen. Een voordeel voor de natuur is dat er een aantal vaste duikers onder de weg doorlopen en een permanente amfibieënwand is aangelegd aan beide zijden. Veranderingen voor de vogelpopulatie zijn niet geconstateerd.
Vossen MHG
pag. 6
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
De laatste jaren hebben zich een aantal opmerkelijke veranderingen in het Doorterbos voltrokken: 1. Op diverse plaatsen is de houtwal uitgebreid of verouderd. 2. Of zijn heggen ruiger geworden. 3. Het wateroppervlak is minder geworden. En overgegaan in a. Gemaaide grasvelden of b. Pitrus en wilgenopstand c. Wilgen- en andere bomen 4. Riet- en ruigtevegetatie is toegenomen. 5. Bosranden geleidelijker geworden.
3b
1 1 1 4
5
1
5 5 5
5 2
3c
3a
2
2 1
1
5
We zien dat de territoria van de Tuinfluiter geheel vallen in de toegenomen houtwalstructuren en opener bosranden.
Vossen MHG
pag. 7
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Voor een aantal soorten pakken de veranderingen in het biotoop van het Doorterbos goed uit.
Het voorkomen van de Zwartkop is duidelijk minder gebonden aan overgangsvormen. Hij zoekt duidelijk opgaande begroeiing op.
De Grasmus voelt zich het best in open heggen en houtwallen met voldoende open ruimte eromheen.
Voor sommige soorten lijkt er geen voordeel uit te komen:
Ondanks geschiktere oeverovergangen werd de Dodaars alleen in maart gehoord – niet goed voor een territorium.
De Heggenmus is zo’n soort die geen voordeel lijkt te hebben van de veranderende omstandigheden.
De Grauwe Vliegenvanger zoekt bosgedeeltes op met een open kruinlaag, vooral bestaand uit Essen. Vossen MHG
pag. 8
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Is het voor Fazant en Bosrietzanger beter om meer open plekken te hebben?
Het aantal Spreeuwen valt in 2014 tegen: 25 territoria t.o.v. 32 in 2011.
Het aantal Bosrietzangers is in 2014 ook lager: 5 territoria t.o.v. 8 in 2011.
Ook de Fazant is minder vertegenwoordigd: 7 territoria t.o.v. 10 in 2011. Vossen MHG
pag. 9
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Ook de Geelgors is het noemen waard. In 2011 met 1 territoria, maar de begroeiing langs de Middelsgraaf trekt dit jaar 3 zingende vogels aan. We zullen zien wat het opschonen van het gebied t.b.v. de Boomkikker dit najaar zal doen met de broedvogels komend voorjaar. Beneden de werkkaart van Staatsbosbeheer waarop te zien is dat de boomkikkerplassen drastisch opgeschoond worden, de houtwal langs de Middelsgraaf behoorlijk teruggesnoeid gaat worden en diverse houtsingels en bosranden een stevige snoeibeurt krijgen. Alles ter bevordering van de braamstruiken voor de boomkikkers. Het lijkt erop dat de situatie van 2011 weer terugkomt…
Werkkaart van de Doort (aug. 2014) voor snoeiwerkzaamheden in het Doorterbos. Ontvangen van John Roemen.
Vossen MHG
pag. 10
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
2. Weersinvloeden. Tijdens de inventarisatierondes was het weer steeds uitstekend om vogels te noteren. Het weer volgens het KNMI: Winter 2013/2014: Uitzonderlijk zacht, zonnig en aan de droge kant Nauwelijks vorst en sneeuw in wisselvallige, winderige winter. De winter eindigt samen met die van 1990 op een gedeelde tweede plaats in de rij van zachtste winters. In het grootste deel van ons land ontbrak het compleet aan winters weer, of sneeuw en vorst. Door het aanhoudend zachte weer is het koudegetal deze winter nog steeds nul. In ruim een eeuw is dat nooit eerder voorgekomen. De winter was aan de droge kant Lente 2014 (maart, april, mei): Extreem zacht, zonnig en vrijwel normale hoeveelheid neerslag Op één na zachtste lente in drie eeuwen. Van de afzonderlijke maanden deze lente waren maart en april zeer zacht. In mei lag de temperatuur net boven het langjarig gemiddelde. Met name maart was een droge maand. Ook in april viel wat minder regen dan de gebruikelijk. Mei was nat. De lente was zonnig. Juni 2014: Vrij warm, vrij zonnig en vrij droog Eerst zonnig en zomers warm, later koeler. De tweede helft van de maand lag het kwik gemiddeld rond of net iets onder de normale waarden. Juni was gemiddeld over het land een vrij droge maand. De meeste neerslag viel deze maand tijdens enkele zware buien. Met name in het noorden en zuiden van het land trokken in de eerste decade (10 dagen) van tijd tot tijd zware buien met onweer en hagel over.
De Middelsgraaf aan de oostzijde in het onderzoeksgebied langs de visvijvers mag wel een ander uiterlijk krijgen hetgeen o.a. voor de aan water gebonden soorten voordelen zou kunnen opleveren.
Vossen MHG
pag. 11
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
3. Praktische informatie over de bezoeken
1 2 3 4 5 6 7 8
Weersomstandigheden tijdens de bezoekrondes in 2010. Datum Tijdstippen Duur Temp. Weer Droog – windstil - zonnig 5 maart 6.30 uur – 8.30 uur 2 uur 2 °C 18 maart 6.00 uur – 7.55 uur 1 uur 55 min. 9 °C Droog – 100% bewolkt – straffe koude wind Droog – zonnig 30 maart 7.00 uur – 8.45 uur 1 uur 45 min. Droog – 100% bewolkt 5 april 6.15 uur – 8.00 uur☺ 1 uur 45 min. 11 °C 24 april 5.50 uur – 8.05 uur☺ 2 uur 15 min. 10 °C Windstil – zon met nevelwolken Droog – zonnig – windstil 28 april 9.45 uur – 11.45 uur 1(2) uur Droog – zonnig – windstil 19 mei 5.05 uur – 8.00 uur 2 uur 55 min. 14 °C Droog – zonnig – windstil 31 mei 5.00 uur – 7.15 uur 2 uur 15 min. 7 °C Droog – zonnig – windstil 13 juni 4.50 uur – 7.15 uur 2 uur 25 min. 14 °C Droog – zonnig – windstil 1 juli 9.30 uur – 11.30 uur* 2 uur 7 °C Droog – zonnig – briesje 3 juli 9.35 uur – 10.55 uur* 1 uur 20 min 17 °C Totaal tijd: 21 uur 35 min.
Tijdens alle rondes waren de weersomstandigheden goed om te Week inventariseren. Het met een * gemarkeerd 7 bezoek heeft over twee data verspreid 8 plaatsgevonden: 1 juli het westelijk deel 9 van het bos en 3 juli het oostelijk gedeelte. ☺ betekent dat er een extra deelbezoek 10 plaats heeft gevonden: 30 maart voor 5 11 april en 28 april voor 24 april. Tijdens deze 12 deelbezoeken werd enkel gekeken naar 13 bijzondere soorten (Appelvink, Buizerd, 14 Dodaars, Grauwe Gans, Kleine en 15 Middelste Bonte Specht, Sprinkhaanzanger 16 (1 uur!), Waterhoen). 17 18 19 GEHANTEERDE 20 ONDERZOEKSMETHODE. 21 22 23 Tijdens alle inventarisatiejaren werd 24 gewerkt volgens de richtlijnen van 25 SOVON: de uitgebreide territoriumkartering (Van Dijk, 2011). In 26 2014 wijken de bezoekdata in mei en juni 27 voor een deel af van die van voorgaande Tijd: inventarisatiejaren. Het aantal minuten per Per ha: ha. besteed is gelijk te noemen aan de vorige twee jaren. Vossen MHG
pag. 12
Overzicht bezoekrondes op weeknummer. 1983 1988 1989 2010 2011 2014 Maand: 1 Febr. 2 1 3 1 1 4 2 1 1 Maart 5 2 2 6* 2 2 6 3 3 4 3 3 3 7* April 7 5 4 8 6 4 4 4 7 5 5 9 6 5 Mei 10 8 7 6 11 * 8 6 5 11 6 7 7 9 7 Juni 8 8 8 38 ½
19 ¼
16 ½
19 ¾
18 ½
21 ½
46 min. 23 min. 20 min. 24 min. 22 min. 26 min.
september 2014
Juli
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Rode Lijst Broedvogelsoorten
RESULTATEN. 50
1. Rode Lijst Soorten.
45
40
In de loop van de jaren zijn in het Doorterbos 16 Rode Lijst soorten waargenomen (Roemen 2010). Tijdens onze eigen inventarisatiejaren gaat het over 13 soorten. In totaal werden in 2014 51 broedvogelsoorten met 635 territoria aangetroffen waaronder 8 van de Rode Lijst, goed voor 47 territoria.
35
30
25
20
15
10
5
0 1983
1988
1989
Aantal Territoria per jaar
Rode Lijst Soorten: Boomvalk Grauwe Vliegenvanger Groene Specht Kneu Koekoek Kramsvogel Matkop Nachtegaal Ransuil Spotvogel Wielewaal Woudaap Zomertortel
Status Ind. ‘83 ‘88 ‘89 KW GE KW GE KW GE GE KW KW GE KW EB KW
2 2 2 2 2 2 1 2 2 2 2 4 2
1994
2006
2010
Aantal Soorten per jaar
‘94 ‘06
2011
Aantal Soorten Opgeteld
‘10 ‘11 ‘14
9 1 1 4 9 2 3 1 3
9 1 1 5 7 2 3
8 1 1 1 1 4 7 3 1 6
8 2 2 4 5 3 1 2
3 3 2 1 2 2 2 -
1 14 2 1 2 1 2 2 1 2
12 3 3 2 2 2 1 1
26 7 3 1 5 3 1 1
TOTAAL:
33
28
33
27
15
28
26
47
AANTAL SOORTEN:
9
7
10
8
7
10
8
8
In 2014 is het aantal territoria van de Rode Lijstsoorten t.o.v. alle voorgaande inventarisaties het hoogst (in grafiek en tabel zijn ook de jaren 1994 en 2006 opgenomen (Phalplatz 2006 en gegevens SBB 2004). Opmerking bij de tabel: Status staat voor de Rode Lijst Categorieën op basis van zeldzaamheid. – EB: ernstig bedreigde soorten: soorten die zeer sterk zijn afgenomen en zeer zeldzaam zijn. – KW: kwetsbare soorten: soorten die zijn afgenomen en vrij tot zeer zeldzaam zijn en soorten die sterk tot zeer sterk zijn afgenomen en vrij zeldzaam zijn. – GE: gevoelige soorten: soorten die stabiel of toegenomen zijn en zeer zeldzaam zijn en soorten die sterk tot zeer sterk zijn afgenomen en algemeen zijn. (Hustings 2004). Ind. voor Indicatiewaarde: kritische soort (5) of weinig kritische soort (1) mbt biotoopeisen (naar Sierdsema 1995). [In zwart: gegevens John roemen]
Vossen MHG
pag. 13
2014
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Deze hoge score is voornamelijk toe te schrijven aan het voorkomen van de Grauwe Vliegenvanger en de Groene Specht. Ook de Spotvogel is goed vertegenwoordigd met 5 territoria en sinds lang is er weer een territorium van de Nachtegaal vastgesteld! De zeldzame Woudaap is door John Roemen weer gevonden. Al met al een bijzonder jaar voor de rode lijst soorten!
Als ‘Zugabe’ een tweetal soorten die het in 2014 erg goed gedaan hebben weergegeven over de kaart met de bosleeftijd (benden weergegeven). Op de volgende bladzijde zijn de territoria van de Winterkoning en van de Grauwe Vliegenvanger over deze kaart heen gelegd. Van de Winterkoning huist 54% in oude bos, 26% in jong bos en 19% in houtwallen. Voor de Grauwe Vliegenvanger zijn deze aantallen resp. 77%, 19% en 4%.
Vossen MHG
pag. 14
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Vossen MHG
pag. 15
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
2. Vogelgroepen. • Vogelgroepen van open water. De volgende groepen van open water komen in aanmerking voor de Doort: Soortensamenstelling van de Vogelgroepen van Water. SLOBEENDGROEP DODAARSGROEP KUIFEENDGROEP Dodaars Bergeend Grauwe Gans Wintertaling Brandgans IJsvogel Zwarte Stern Fuut Kokmeeuw Canadese Gans Krakeend Knobbelzwaan Slobeend Kuifeend Smient Meerkoet Waterhoen Nijlgans Zomertaling Wilde Eend Mandarijneend
Piet Vergoossen Een typische poel die voor de Dodaars te dicht begroeid is.
Blauw: Soorten die nog niet in de Doort voorkomen. Oranje: Soorten die John Roemen wel al vastgesteld heeft.
Ecologische Vogelgroepen van Water 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1983
1988
1989
Dodaars
2010
Kuifeend
2011
2014
Slobeend
De grafiek toont een daling in alle drie de groepen die aan water gebonden zijn. Het opschonen van de kikkerpoelen in 2011 heeft voor deze soorten dus geen soelaas gebracht. De boomkikkerplassen zijn qua wateroppervlakte zelfs afgenomen in 2014. Ook langs de visvijvers is de begroeiing niet noemenswaardig veranderd, hetgeen eerder al als een optie genoemd was om meer watervogels hier toegang tot broeden te geven (Vossen, 2011)
Vossen MHG
pag. 16
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Aan Open Water Gebonden soorten 1983 1984 1989 2010 2011 2014 DODAARSGROEP Dodaars 1 KUIFEENDGROEP Fuut Canadese Gans Knobbelzwaan Kuifeend Meerkoet Nijlgans Wilde Eend Totaal: SLOBEENDGROEP IJsvogel Grauwe Gans Krakeend Waterhoen Totaal: Totaal:
2
1
1
1
0
0 0 0 0 16 0 11
1 0 0 0 21 0 5
2 0 0 0 17 0 5
2 2 0 2 16 2 10
1 1 1 2 12 4 16
1 1 1 3 12 2 4
27
27
24
34
37
24
2 0 0 6 8
0 0 0 7 7
0 0 0 5 5
0 8 3 3 14
0 9 2 0 11
1 3 0 4 8
36
36
30
49
49
32
Piet Vergoossen
In de afgelopen vijf jaar is de waterhuishouding in de Doort op enkele plaatsen drastisch veranderd. Zo is de visvijver/kleiput die het dichtst bij de verharde weg ligt, niet meer terug te kennen. In 2011 geheel uitgebaggerd en ook de oeverbegroeiing bijna geheel verwijderd (panoramafoto boven), is deze plas in 2014 helemaal drooggevallen en overwoekerd met Pitrus en opkomende wilgen. De zoombegroeiing is een eldorado voor zangvogels.
Piet Vergoossen
De Boomkikkerplas voor de observatiepost is in oppervlakte behoorlijk gereduceerd t.o.v. de situatie in 2011 (foto rechts boven). Het water in de plas direct aan de verharde weg (foto rechts beneden) is geheel verdwenen.
Vossen MHG
pag. 17
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
In de DODAARSGROEP bevindt zich maar een soort die in de Doort tot broeden komt: de Dodaars en die is in 2014 enkel gehoord op 30 maart. 1 ex. zingend in de visvijvers en een ander in de boomkikkerplassen. Helaas niet genoeg voor een erkend territorium. John Roemen heeft de soort echter op beide plekken in de geldige periode gezien (10 april t/m 10 juli) hetgeen zou betekenen dat er twee geldige territoria zijn! De KUIFEENDGROEP zit niet meer in de lift: de Wilde Eend telt dit jaar slechts 4 territoria. De Meerkoet blijft in aantal op de laagste waarde ooit. Een duidelijke oorzaak is niet bekend. Van de Mandarijneend is enkele keren een mannetje gesignaleerd, en allen op 1 juni een paartje gezien (Sjoerd van der Schuit, waarneming.nl). Ook dat maakt een territorium geldig! De SLOBEENDGROEP toont wederom een lichte daling omdat de Grauwe Gans dit jaar slechts 3 territoria heeft. Het Waterhoen doet het erg goed met maar liefst op vier plekken roepende vogels. De Krakeend ontbreekt, doch John Roemen heeft op 6 mei een paartje op de visvijvers gezien (in de geldige periode 20 april t/m 15 juni) en dit mag als territorium erkend worden; terwijl de IJsvogel weer eens van de partij is. De zachte winter werkt de een in het voordeel maar het wegblijven van de ander is er niet mee verklaard…
De vogelsoorten van Open Water apart 25
20
15
10
5
0 1983
1988
Dodaars
1989
Fuut
2010
Meerkoet
2011
Wilde Eend
Voorkomen van de Grauwe Gans
2014
Waterhoen
Voorkomen van de Meerkoet 30
10 9
25
8 7
20
6 5
15
4
10
3 2
5
1 0
0
1983 1988 1989 1994 2006 2010 2011 2014
1983 1988 1989 1994 2006 2010 2011 2014
De aan water gebonden soorten hebben het niet gemakkelijk in het Doorterbos. Wilde Eend, Nijlgans, Grauwe Gans, Meerkoet dalen in aantallen. De Knobbelzwaan is er wel ieder jaar en het Waterhoen doet het dit jaar goed, maar zit ook in een neerwaartse stroming. Tijd dat er goed gekeken wordt naar de waterhuishouding in het gebied! Een lichtpuntje is het aanwezig zijn van IJsvogel en Woudaap. Vossen MHG
pag. 18
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
• Vogelgroepen van struiken, struwelen en heggen. De volgende groepen zouden in aanmerking kunnen komen voor de Doort: Soortensamenstelling van de Vogelgroepen van Struweel en Bosrand. RIETGORSGROEP
GRASMUSGROEP
WINTERKONINGGROEP
PUTTERGROEP
Blauwborst
Bosrietzanger
Fazant
Ekster
Kleine Karekiet
Braamsluiper
Matkop
Groenling
Rietgors
Fitis
Merel
Putter
Sprinkhaanzanger
Geelgors
Roodborst
Zwarte Kraai
Grasmus
Staartmees
Heggenmus
Winterkoning
Kneu
Zanglijster
Nachtegaal
Zomertortel
Roodborsttapuit
Zwartkop
Spotvogel Tuinfluiter Blauw: Soorten die nog niet in de Doort voorkomen. Oranje: Soorten die John Roemen wel al vastgesteld heeft.
We zien drie van de vier groepen nagenoeg gelijk in aantal blijven. De W INTERKONINGGROEP neemt in aantal toe – hoe kan het ook anders de Winterkoning zelf neemt een hoge vlucht met een recordaantal van 56 territoria.
Ecologische Vogelgroepen van Struweel en Bosrand 300 250 200 150
100 50
0 1983
1988
Rietgors
Vossen MHG
1989
Grasmus
pag. 19
2010
Winterkoning
2011
2014
Putter
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Struiken, Struwelen en Heggen RIETGORSGROEP
GRASMUSGROEP
Piet Vergoossen
1984
1989
2010
2011
2014
Kleine Karekiet
21
13
9
22
16
19
Rietgors
5
0
0
0
0
0
Sprinkhaanzanger
1
1
2
0
0
4*
Bosrietzanger
0
7
1
5
8
5
Braamsluiper
3
0
0
0
0
0
Fitis
5
2
4
3
0
0
Geelgors
1
8
8
3
1
3
Grasmus
7
2
2
9
14
12
Heggenmus
18
11
8
13
6
5
Kneu
0
0
1
0
0
0
Nachtegaal
9
7
7
0
0
1
Roodborsttapuit
0
0
0
0
1
0
Spotvogel
3
2
3
1
2
5
Tuinfluiter WINTERKONINGGROEP Fazant
20
19
23
21
23
28
PUTTERGROEP
Voor deze groep van vogels is er veel te vinden in het Doorterbos: Houtwallen, Rietmuren en Dijkruigtes.
1983
10
3
6
11
11
7
Matkop
6
5
4
1
2
0
Merel
49
65
77
66
49
49
Roodborst
28
30
34
27
20
30
Staartmees
3
6
4
2
2
3
Winterkoning
47
34
40
22
28
56
Zanglijster
24
28
28
39
21
18
Zomertortel
3
3
6
2
1
1
Zwartkop
30
30
29
41
55
81
Ekster
1
0
0
0
0
0
Groenling
0
0
0
1
0
0
Putter
0
0
0
0
0
3
Zwarte Kraai
3
5
4
7
5
4
281
300
296
266
334
Totaal: 297
RIETGORSGROEP. De Kleine Karekiet varieert in aantal tijdens de onderzoeksjaren. De rietkraag is blijkbaar niet altijd in een juiste staat. Op 5 maart en 6 april werd een Rietgors gehoord – eerst in de boomkikkerplassen en vervolgens in de vijsvijvers. Helaas geen erkend territorium omdat 1 waarneming in de periode 15 april t/m 30 juni moet vallen. De Sprinkhaanzanger is met maar liefst vier (4!) zingende mannetjes waargenomen op 24 april (en op 9 mei nog eens 2) in de open ruimtes tussen het Doorterbos en het Horsterbos. Binnen de GRASMUSGROEP maakt de Geelgors evenals de Nachtegaal een nieuw entree. De “Vijfde van Beethoven” werd maar liefst op 3 plaatsen in de houtwal langs de oostelijke oever van de Middelsgraaf gehoord en de diverse slagen van de Nachtegaal waren in de nachtelijke voorjaarsuren op diverse plaatsen tussen de Doort en de visvijvers in Dieteren te beluisteren! Het aantal van de Spotvogel is verdubbeld – 5 “Gelbspötter” in de houtwallen rond kleiputten en boomkikkerplassen. Zangposten Spotvogel in 2014.
Vossen MHG
pag. 20
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
De Tuinfluiter volgt de verandering van de bosranden bijna op de voet (kaartje pag. 7). De open plekken die ontstaan door omgevallen bomen of de ruigere struikages die aan het bos grenzen geven en goed heenkomen voor deze zanger. De grafiek toont dat deze snelle brabbelaar zich steeds meer op zijn gemak voelt in de Doort. Als de plantensuccessie zo doorgaat zou het aantal nog wel eens kunnen toenemen!
Jaarlijks voorkomen van de Tuinfluiter 30 25 20 15 10 5 0 1983 1988 1989 1994
2006 2010 2011 2014
De geleidelijke overgang van bos naar wei komt de Tuinfluiter zeker ten goede!
Rietgorsgroep 25
20
15
10
5
0 1983
1988
1989
2010
Kleine karekiet
Rietgors
2011
2014
Sprinkhaanzanger
Grasmusgroep
30
25
20
15
10
5
0 1983
1988
Bosrietzanger Heggenmus Vossen MHG
1989
Braamsluiper Nachtegaal pag. 21
2010
Fitis Spotvogel
2011
2014
Grasmus Tuinfluiter september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Winterkoninggroep
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1983
1988
1989
Fazant Winterkoning
2010
Matkop Zanglijster
2011
Merel Zomertortel
2014
Roodborst Zwartkop
In de WINTERKONINGGROEP blijft de Merel hangen op een lager aantal dan ooit. En ook de Zanglijster is net als vorig jaar weer gezakt in aantal en Jaarlijks voorkomen van de Zanglijster daarmee ook op een dieptepunt gekomen (grafiek hiernaast), terwijl de Roodborst weer in de klim zit 50 (zachte winter). Het is niet duidelijk waarom de twee 40 lijsterachtigen zo sterk in aantal gedaald zijn – Sierdsema noemt ‘hoge dichte struiken’ een belangrijke factor in 30 hun habitat. Of hier de Doort in veranderd is?? 20 Winterkoning en Zwartkop zijn de absolute toppers: 10 beide halen de hoogste aantallen ooit! De eerste is met 100% gestegen – de tweede met 1/3 e deel… De 0 1983 1988 1989 1994 2006 2010 2011 Winterkoning bleek tijdens elke bezoekronde de hoogste aantallen ooit te scoren en de Zwartkop kwam na een langzame start al direct aan zijn maximum (zie ronde grafieken).
2014
Zwartkop per ronde
Winterkoning per ronde 60
90 80
50
70 40
60 50
30
40 30
20
20 10
10 0
0 7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
1983
1988
Vossen MHG
1989
2010
2011
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
1983
2014
pag. 22
1988
1989
2010
2011
2014
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Het matig voorkomen van Zanglijster, Roodborst en Merel doet vermoeden dat in de opbouw van de bosetages veranderingen hebben plaatsgevonden die voor ons menselijk oog onopgemerkt blijven… Misschien dat het door storm en onweder omvallen van grote bomen zijn uitwerking heeft op de struiklaag in het bos.
Zanglijster waarnemingen 2014.
Piet Vergoossen
Roodborst waarnemingen 2014.
Merel waarnemingen 2014.
Piet Vergoossen
De structuur van de boslagen in het Doorterbos blijft aan verandering onderhevig!
Vossen MHG
pag. 23
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Piet Vergoossen Putters vertoeven graag in een gevarieerd landschap zoals deze wei omzoomd door houtwallen.
De laatste vogelgroep van Struiken, Struwelen en Heggen is de PUTTERGROEP. Het aantal territoria is gelijk aan 2011 maar de verdeling is duidelijk anders. Voor de eerste keer is de Putter met drie territoria vertegenwoordigd. Deze vrolijk gekleurde ‘kanarie’ is op elke ronde minimaal één keer gezien en dan vooral in de omgeving van de observatiepost, waar de verdwenen 1e boomkikkerplas veranderd is in een zeer gevarieerd stukje natuur met jonge wilgen en opgaande elzen. De hoge boomkruinen van de Canadese Populieren in de directe omgeving fungeren eveneens herhaaldelijk als zangpost. In de maand juli is de Groenling een enkele keer gespot in de omgeving op de foto. Tijdens de inventarisatieperiode werd hij niet waargenomen.
Puttergroep 8 7 Maarten van de Water
6 5 4 3 2 1 0 1983
1988
Ekster
Vossen MHG
1989
2010
Groenling
pag. 24
Putter
2011
2014
Zwarte kraai
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
• Vogelgroepen van opgaand gesloten bos. Als vogelgroepen van het bos onderscheidt Sierdsema (1995):
Vinkgroep Gaai Houtduif Koolmees
Soortensamenstelling van de Vogelgroepen van het Bos. AppelvinkGrote Bonte Kleine Bonte Boomklevergroep Specht groep Specht groep groep Appelvink Boomkruiper Glanskop Boomklever Grauwe Fluiter Groene Specht Bosuil Vliegenvanger Grote Bonte Grote Lijster Kleine Bonte Specht Holenduif Specht
Ransuil
Houtsnip
Ringmus
Middelste Bonte Specht
Vink
Tjiftjaf Wielewaal
Spreeuw
Pimpelmees
Havikgroep Buizerd Havik Sperwer
Kauw
Blauw: Soorten die nog niet (niet meer)in de Doort voorkomen. Oranje: Soorten die John Roemen wel al vastgesteld heeft.
Deze vogelgroepen zijn goed voor 40% van het totaal aantal aangetroffen territoria in het Doorterbos en de helft van het aantal soorten. De APPELVINKGROEP en KLEINE BONTE SPECHTGROEP floreren het best – dit zijn soorten van opgaand loofbos met voldoende dode bomen, die in alle vegetatielagen broeden en deels in holen van niet al te dikke bomen. Holenbroeders die dikke bomen prefereren (GROTE BONTE SPECHTGROEP en BOOMKLEVERGROEP) doen het minder goed.
Ecologische Vogelgroepen van het Bos 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1983
Vink
Vossen MHG
1988
Appelvink
1989
G.B.S.
2010
K.B.S.
pag. 25
2011
Boomklever
2014
Havik
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Vogelgroepen van opgaand gesloten bos
1983 1984 1989 2010 2011 2014
Vinkgroep Deze groep van vogels broedt in allerlei soorten bos van meer dan 10 meter hoog.
Gaai Houtduif Koolmees Ransuil
3 27 26 2
2 10 30 0
1 19 23 0
3 25 25 0
3 15 23 0
0 18 16 0
Vink
11
24
30
38
33
39
Appelvink
69 0
66 0
73 2
91 2
74 2
73 4
1 29
1 28
0 37
0 46
0 45
2 50
1
0
1
2
2
3
Boomklever Bosuil
31 8 1 5 52 24 90 4 9 1 0 29 43 4 3
29 12 1 5 11 18 47 3 9 1 0 25 38 6 0
40 10 1 5 5 21 42 1 8 0 0 18 27 7 0
50 26 2 10 0 41 79 4 14 2 1 33 54 7 0
49 15 3 9 0 36 63 4 12 2 1 22 41 9 1
59 16 7 12 0 25 60 7 26 2 2 23 60 7 1
Holenduif
7
4
3
5
9
4
Buizerd Havik
14 0 0
10 0 1
10 0 1
12 1 0
19 0 0
12 1 0
Totaal: 248
191
193
287
241
265
Totaal: Appelvinkgroep
Broedvogels van bossen met opgaande loofbomen hoger dan 10 m. Grote Lijster De soorten broeden zowel in de kruinen, in de struiklaag, als op de Tjiftjaf grond. Deze groep is het best vertegenwoordigd in vochtige, Wielewaal voedselrijke loofbossen.
Totaal: Grote Bonte Spechtgroep Holenbroeders die zowel in loof- als naaldbomen broeden, veelal met een voorkeur voor loofbomen. Deze groep is het best vertegenwoordigd in oude bossen met veel (staand) dood hout.
Boomkruiper Groen Specht Grote Bonte Specht Ringmus Spreeuw
Totaal: Kleine Bonte Spechtgroep
Glanskop Holenbroeders die vrijwel uitsluitend broeden en voedsel zoeken in Grauwe Vliegenvanger loofbomen en ook goed vertegenwoordigd kunnen zijn in bossen Kleine Bonte Specht zonder dikke loofbomen. De aanwezigheid van veel dood hout (in het bijzonder berk) en oude bomen heeft een grote positieve invloed. Middelste Bonte Specht Pimpelmees
Totaal: Boomklevergroep Holenbroeders van dikke loofbomen (stamdiameter ten minste 40 cm). Voor deze soorten is de aanwezigheid van oude dikke loofbomen van groot belang.
Totaal: Havikgroep
Bij de VINKENGROEP valt op dat de stijging vooral komt door de (lichte) vooruitgang van de Houtduif en de Vink. De Gaai is dit jaar niet genoteerd en de Koolmees zakt van 23 naar 16 territoria – een behoorlijke daling die eigenlijk al een paar jaren bezig is. Het is ons niet duidelijk waarom er minder Koolmezen in het Doorterbos voorkomen. Sierdsema geeft geen specifieke sleutelfactor op voor deze soort behalve de term ‘bomen’. Een holenbroeder die toch niet voldoende nestholtes kan vinden blijkbaar…
Vossen MHG
pag. 26
Jaarlijks voorkomen van de Koolmees 35 30 25 20 15 10 5 0 1983 1988 1989 1994 2006 2010 2011 2014
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Vinkgroep 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1983
1988
Gaai
1989
Houtduif
2010
Koolmees
2011
Ransuil
2014
Vink
Alle soorten in de APPELVINKGROEP zijn gestegen t.o.v. voorgaande jaren. Van de Appelvink werden er vier vastgesteld, van de Grote Lijster, sinds enkele jaren weer twee en van de Wielewaal werden drie volop zingende mannetjes tegelijkertijd gehoord. De Tjiftjaf brak een persoonlijk record: 50 zingende mannetjes dit jaar,daarmee de aantallen uit de jaren tachtig bijna verdubbelend.. Deze groep is volgens Sierdsema het best vertegenwoordigd in vochtige, voedselrijke loofbossen. De Tjiftjaf is een grondbroeder, de andere drie hoog in de kruinen.
Appelvinkgroep
60
50
40
30
20
10
0 1983
1988
Appelvink
Vossen MHG
1989
Grote Lijster
pag. 27
2010
Tjiftjaf
2011
2014
Wielewaal
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Grote Bonte Spechtgroep 60
50
40
30
20
10
0 1983
1988
1989
2010
Boomkruiper
Groene Specht
Ringmus
Spreeuw
Binnen de GROTE BONTE SPECHTGROEP lijkt de Spreeuw na 2010 in een vrije val te zijn gekomen. de grafiek hiernaast geeft een beeld van het aantal spreeuwen dat per inventarisatieronde genoteerd werd. De aantallen in week 14 en 17 (aprilbezoeken) blijven achter bij die van voorgaande jaren. Wellicht dat door het vroege voorjaar de soort al met jongen zaten (de spreeuwen bleken in ons land 2 volle weken eerder eieren te hebben dit jaar). Zie kaartje.
2011
2014
Grote bonte specht
Spreeuw per ronde 40 35 30 25 20 15 10 5 0 7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
1983
1988
1989
2010
2011
2014
De Groene Specht doet het met 7 territoria boven verwachting goed – genoeg keus in holen blijkbaar… De Grote Bonte Specht en Boomkruiper blijven met een lichte stijging nagenoeg gelijk aan andere jaren.
Waargenomen zingende Spreeuwen tijdens de rondes in 2014. Het valt op dat veel zangers (32!) geen tweede keer genoteerd worden. Dit brengt het totale aantal mogelijke territoria naar beneden.
Vossen MHG
pag. 28
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Kleine Bonte Spechtgroep 35 30 25 20 15 10 5 0 1983
1988
1989
2010
Glanskop
Grauwe Vliegenvanger
Middelste Bonte Specht
Pimpelmees
2011
2014
Kleine Bonte Specht
In de KLEINE BONTE SPECHTGROEP valt de Jaarlijks voorkomen van de Grauwe Grauwe Vliegenvanger met zijn enorme spurt Vliegenvanger vooruit op. Van 12 naar 26 territoria die alle 30 tijdens één ronde vastgesteld werden. Een 25 stijging van 100%. De groei zat er vanaf 2010 20 al een beetje in maar is nu wel spectaculair. Sierdsema geeft als sleutelfactor ; oude 15 loofbomen’ op, terwijl de waargenomen 10 vogels alleen in grote essen gehoord werden. 5 Deze hebben ruime boomkruinen waar het vangen van insecten gemakkelijk kan 0 plaatsvinden. (kaartje beneden) 1983 1988 1989 1994 2006 2010 2011 2014 De Glanskop is ook goed vertegenwoordigd dit jaar. – 7 vogels t.o.v. vier in de jaren ervoor. Het ontbreken van genoeg dikke loofbomen is voor deze vogels niet zo erg als voor de leden van de Grote Bonte Spechtgroep. Net als de Koolmees doet de Pimpelmees het magertjes dit jaar. Over de jaren heen vallen de aantallen wel mee. 35
Voorkomen van Koolmees en Pimpelmees
30 25 20 15 10 5 0 1983 1988 1989 1994 2006 2010 2011 2014
Vossen MHG
pag. 29
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Boomklevergroep 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1983
1988
1989
Boomklever
Bosuil
2010
2011
Holenduif
2014
Kauw
In de BOOMKLEVERGROEP, holenbroeders van dikke loofbomen (stamdiameter ten minste 40 cm), is de Holenduif na een forse stijging in 2010 en 2011 weer behoorlijk gedaald. Voor de soorten uit deze groep is de aanwezigheid van oude dikke loofbomen van groot belang. Het voorkomen van de Boomklever geeft geen aanleiding tot denken dat er te weinig dikke bomen zijn, maar hun invlieggat is natuurlijk maar de helft van dat van de Holenduif. Van de HAVIKGROEP kan gezegd worden dat de Buizerd een jaarlijkse broedvogel is. Ook dit jaar werden regelmatig volwassen vogels gezien en in juli roepende jongen gehoord.
Havikgroep 5
4
3
2
1
0 1983
1988
1989
Buizerd
Vossen MHG
1994
Havik
pag. 30
2006
2010
2011
2014
Sperwer
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
• Samengevoegde Vogelgroepen. In dit hoofdstuk een blik op breder samengestelde vogelgroepen: vogels van LOOFHOUT, HOLEN en OUD BOS, zoals die ook al in het verslag van 2010 gehanteerd werden.
BOSRANDSTRUWEEL
Bosrietzanger (Braamsluiper) (Ekster) (Fitis) Geelgors ++
Soortensamenstelling andere Vogelgroepen van het Bos. LOOFBOOMVOGELS HOLENBROEDERS VOGELS VAN OUD BOS Appelvink + Appelvink + Boomklever Boomklever Boomklever Boomkruiper Boomkruiper Bosuil
Bosuil
Bosuil
Glanskop +
Glanskop +
Glanskop +
Grasmus Groene Specht ++ (Groenling)
Grauwe vliegenvanger ++ Grauwe vliegenvanger ++ Grauwe Vliegenvanger ++ Groene Specht ++ Groene Specht ++ Grote Bonte Specht
Grote Bonte Specht (Grote Lijster) +
Holenduif (Houtsnip)
Holenduif -
Holenduif (Houtsnip)
Kleine Bonte Specht Middelste Bonte Specht
Kleine Bonte Specht Middelste Bonte Specht
Kleine Bonte Specht Middelste Bonte Specht
Pimpelmees -
Pimpelmees (Ringmus)
Pimpelmees (Ringmus )
Spreeuw --
Spreeuw -Tjiftjaf + Wielewaal +
(Grote Lijster) + Heggenmus --
(Kneu) (Kramsvogel) Matkop -
Nachtegaal+ Putter ++
Spotvogel ++ Tuinfluiter + Tjiftjaf + Wielewaal + Zomertortel Zwarte Kraai 3/12
6/12
3/12 4/12 6/12 2/12 5/12 3/12 4/12 5/16 7/16 4/16 (zwart) Soort die sinds 2010 niet jaarlijks als broedvogel is vastgesteld (rood) Soort die sinds 2010 niet meer als broedvogel is vastgesteld (wel in 80-er jaren)
Opmerking bij de tabel: Groene en rode vlakken geven voor- en achteruitgang aan. Onder aan de kolom het aantal soorten op het totale aantal per groep.
Vossen MHG
pag. 31
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Deze rangschikking van vogels in breder samengestelde groepen is wellicht een andere manier om zicht te krijgen op bewegingen in de soortsamenstelling van het Doorterbos. Denk eens met ons mee… Van de BOSRANDSTRUWEELVOGELS (12 soorten) is de helft van de sinds 2010 jaarlijks aanwezige soorten vooruitgegaan in aantal en ¼ is achteruitgegaan. Deze groep doet het dus goed. De ontwikkeling van de vegetatie speelt deze groep zeker in de kaart! Per soort worden er niet grote aantallen bereikt maar over het algemeen betreft de vooruitgang slechts een paar territoria. Belangrijk is te vermeldend at de Putter voor het eerst als broedvogel vastgesteld kon worden. En dat Spotvogel en Tuinfluiter de enige twee zijn die sinds 2010 elk jaar met enkele territoria (2-5) toenamen De afname van Holenduif en Pimpelmees bij de LOOFBOOMVOGELS (eveneens 12 soorten) valt weg tegen de vele stijgers, wat hier ook de helft van het aantal soorten betreft. Deze twee holenbroeders komen in 2010-2011-2014 erg fluctuerend voor. Bij de Appelvink, Glanskop en Grauwe Vliegenvanger is het aantal verdubbeld t.o.v. vorige keer. Voor de vliegenvanger, Tjiftjaf en Wielewaal zijn de aantallen jaarlijks gestegen t.o.v. de 80-er jaren. Bij de HOLENBROEDERS (eveneens 12 soorten) zijn er vier soorten die achteruitgegaan zijn (1/3), 3 stijgers ( ¼ ) en 5 die gelijk bleven in aantal. Grote verliezer is de Spreeuw, die die de laatste drie inventarisatiejaren alleen maar in aantal gedaald is en nu bijna net zo laag staat als in de 80-er jaren. De Boomkruiper is t.o.v. vorige keer gelijk gebleven maar t.o.v. 2010 met 10 territoria gedaald. De achteruitgang zette dus toen al in. Dit gebeurde trouwens ook bij de Pimpelmees (en Heggenmus, Houtduif, Merel en Zanglijster!). VOGELS VAN OUD BOS (16 soorten) scoren beter met 7 stijgers (bijna de helft), 5 gelijkblijvers en 4 dalers ( ¼ ). Deze groep lijkt een optelsom van de beide voorgaande groepen. En dus ook hier dezelfde tegenstrijdigheden: broeders van grotere holen zoals Holenduif nemen af terwijl er een record aantal aan Groene Specht gekarteerd is: 7 territoria! Gebruikmakers van kleinere holtes nemen toe (Glanskop en Grauwe Vliegenvanger) en af (Boomkruiper). Al met al blijkt het trekken uit conclusies op basis van de huidige resultaten nog niet zo eenduidig te zijn. Zij het dat de holenbroeders het toch het meest op achteruitgaan (1/3) en het minst op vooruit. Toch wel duidelijk dat er iets met de samenstelling van de oudere bomen is in het Doorterbos. Kan het zijn dat er teveel dikke Zoete Kersenbomen en Canadese Populieren de laatste jaren gesneuveld zijn door storm en de Essen hier hun voordeel mee gedaan hebben? Ecologische Vogelgroepen Alle Soorten 250 194
200
174
147
150
144 124
100
189
178
130
122
115
129
110
95
88
78
119
77
72
73
79
77
70
74
68
50
0 1983
1988
Bosrandstruweel
Vossen MHG
1989
2010
Holenbroeders
pag. 32
Oud Bos
2011
2014
Loofboomvogels
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
In een paar laatste tabellen kijken we naar de toppers in OUD BOS, JONG BOS en HOUTWAL.
In OUD BOS heeft de Zwartkop de Merel die in de voorgaande inventarisatiejaren de kroon spande gepasseerd. Op de tweede plaats staat de Winterkoning die sinds voorgaande jaren aan een felle klim van steeds 33% begonnen is. De Roodborst
In JONG BOS staat ook de Zwartkop aan top met ook nog eens het hoogste gemiddelde over de laatste 3 inventarisatiejaren. De Winterkoning scoort dit jaar hoog maar in de vorige twee niet – het gemiddelde is vrij laag. De zachte winter heeft hem extra goed gedaan!
Soorten die het in de HOUTWAL gemiddeld goed doen zijn Tuinfluiter, Zwartkop, Tjiftjaf en Merel. De kaatste is het meest teruggevallen in aantal en de Tuinfluiter is het meest geleidelijk gestegen.
Vossen MHG
Oud Bos Zwartkop Winterkoning Merel Vink Tjiftjaf Grauwe Vliegenvanger Roodborst Spreeuw Pimpelmees Boomkruiper
2010
2011
2014
Gemid
13
27
39
26
14
21
30
22
27
29
25
27
18
20
22
20
18
18
21
19
11
11
20
14
19
15
19
18
23
20
12
18
18
13
12
14
16
13
10
13
Jong Bos Zwartkop Winterkoning Tjiftjaf Merel Spreeuw Tuinfluiter Roodborst Vink Pimpelmees Zanglijster
2010
2011
2014
Gemid
14
17
22
18
Houtwal Zwartkop Tuinfluiter Tjiftjaf Grasmus Merel Vink Winterkoning Bosrietzanger Houtduif Spotvogel
pag. 33
6
6
17
10
13
15
16
15
19
9
14
14
14
13
11
13
7
5
10
7
6
5
8
6
10
6
7
8
11
4
6
7
14
10
4
9
2010
2011
2014
Gemid
15
14
20
16
13
19
18
17
16
15
13
15
9
13
11
11
20
11
10
14
11
7
10
9
2
2
9
4
3
8
5
5
8
4
5
6
1
2
5
3
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Literatuur. - Hustings F., Borggreve C., van Turnhout C. & Thissen J. 2004. Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN-criteria. SOVON-onderzoeksrapport 2004/13. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. - Hustings F., van der Coelen J., van Noorden B., Schols R en Voskamp P. 2006. Avifauna van Limburg. Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht. - Hustings, F., Schols, R., Bakhuizen, J., Berlijn M., Jansen J., Kikkert J., B van Noorden, Ovaa A., Reneerkens N. 2010. Avifauna van Limburg update 2010. Aanvullingen 200609, correcties en een bijlage over oude collecties. Pdf-formaat. - Pahlplatz R.A.J. 2006. De broedvogels van de Doort in 2006. SOVONinventarisatierapport 2006/40. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. - Roemen J. 2010. Inventarisatie van de Doort, 1993-2010. Jaarverslag 2010. Vogelwerkgroep de Haeselaar, Echt.. - Sierdsema H. 1995. Broedvogels en beheer. Het gebruik van broedvogelgegevens in het - beheer van bos- en natuurterreinen. SBB-rapport 1995-1, SOVON-onderzoeksrapport - 1995/04. SBB/SOVON, Driebergen/Beek-Ubbergen. - Vossen M.H.G., 2010a. Broedvogelinventarisaties in De Doort in 1983,1988 en 1989. (Een gedateerd verslag). Persoonlijke publicatie, Echt. - Vossen M.H.G., 2010b. Avifauna van de Doort 1965 – 1988 (een gedateerd verslag). Persoonlijke publicatie, Echt. - Vossen M.H.G., 2010c. Broedvogels van het Doorterbos. Persoonlijke publicatie, Echt.
Vossen MHG
pag. 34
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Bijlagen. Broedvogels in het Doorterbos.
Vossen MHG
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68
Appelvink Boomklever Boomkruiper Bosrietzanger Bosuil Braamsluiper Buizerd Canadese Gans Dodaars Ekster Fazant Fitis Fuut Gaai Geelgors Glanskop Grasmus Grauwe Gans Grauwe Vliegenvanger Groene Specht Groenling Grote Bonte Specht Grote Lijster Havik Heggenmus Holenduif Houtduif IJsvogel Kleine Bonte Specht Kleine Karekiet Kneu Knobbelzwaan Koekoek Koolmees Krakeend Kramsvogel Kuifeend Matkop Meerkoet Merel Middelste Bonte Specht Nachtegaal Nijlgans Pimpelmees Putter Ransuil Rietgors Ringmus Roodborst Roodborsttapuit Spotvogel Spreeuw Sprinkhaanrietzanger Staartmees Tjiftjaf Tuinfluiter Vink Vuurgoudhaan Waterhoen Wielewaal Wilde Eend Winterkoning Witte Kwikstaart Woudaap Zanglijster Zomertortel Zwarte Kraai Zwartkop Aantal broedvogels: Aantal territoria:
1983 0 4 8 0 3 3 0 0 1 1 10 5 0 3 1 4 7 0 10 1 0 5 1 0 18 7 27 2 1 21 0 0 1 26 0 0 0 6 16 49 0 9 0 29 0 2 5 52 28 0 3 24 1 3 29 20 11 0 6 1 11 47 0 0 24 3 3 30 48 582
pag. 35
1988 0 6 12 7 0 0 0 0 2 0 3 2 1 2 8 3 2 0 9 1 0 5 1 1 11 4 10 0 1 13 0 0 1 30 0 0 0 5 21 65 0 7 0 25 0 0 0 11 30 0 2 18 1 6 28 19 24 0 7 0 5 34 0 0 28 3 5 30 44 509
1989 2 7 10 1 0 0 0 0 1 0 6 4 2 1 8 1 2 0 8 1 0 5 0 1 8 3 19 0 0 9 1 0 1 23 0 1 0 4 17 77 0 7 0 18 0 0 0 5 34 0 3 21 2 4 37 23 30 0 5 1 5 40 1 0 28 6 4 29 46 524
2010 2 7 26 5 0 0 1 2 1 0 11 3 2 3 3 4 9 8 14 2 1 10 0 0 13 5 25 0 2 22 0 0 2 25 3 0 2 1 16 66 1 0 2 33 0 0 0 0 27 0 1 41 0 2 46 21 38 0 3 2 10 22 1 1 39 2 7 41 50 634
2011 2 8 15 8 1 0 1 1 1 0 11 0 1 3 1 4 14 9 12 3 0 10 0 0 6 9 15 0 2 16 0 1 3 23 2 0 2 2 12 49 1 0 4 22 0 0 0 0 20 1 3 36 0 2 48 24 33 1 0 2 15 29 0 1 21 1 5 58 51 574
2014 4 7 16 5 1 0 1 1 0 0 7 0 1 0 3 7 12 3 26 7 0 12 2 0 5 4 15 1 2 19 0 1 3 16 0 0 3 0 12 49 2 1 2 23 3 0 0 0 30 0 5 25 4 3 50 28 39 0 4 3 4 56 0 1 18 1 4 81 51 632
september 2014
BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS 2014.
Soortkaarten. Op de nu volgende pagina’s zijn de stippenkaarten van de in het Doorterbos vastgestelde broedvogelterritoria opgenomen. Zij zijn samengesteld door het AutoClustering Programma van SOVON en direct in dit verslag opgenomen.
Vossen MHG
pag. 36
september 2014
527 De Doort 2014 Knobbelzwaan 1 territorium
Pagina 1/50
527 De Doort 2014 Grauwe Gans 4 territoria
Pagina 2/50
527 De Doort 2014 Canadese Gans 1 territorium
Pagina 3/50
527 De Doort 2014 Nijlgans 2 territoria
Pagina 4/50
527 De Doort 2014 Kuifeend 3 territoria
Pagina 5/50
527 De Doort 2014 Wilde Eend 4 territoria
Pagina 6/50
527 De Doort 2014 Fazant 7 territoria
Pagina 7/50
527 De Doort 2014 Woudaap 1 territorium
Pagina 8/50
527 De Doort 2014 Fuut 1 territorium
Pagina 9/50
527 De Doort 2014 Buizerd 1 territorium
Pagina 10/50
527 De Doort 2014 Waterhoen 4 territoria
Pagina 11/50
527 De Doort 2014 Meerkoet 12 territoria
Pagina 12/50
527 De Doort 2014 Holenduif 4 territoria
Pagina 13/50
527 De Doort 2014 Houtduif 18 territoria
Pagina 14/50
527 De Doort 2014 Zomertortel 1 territorium
Pagina 15/50
527 De Doort 2014 Koekoek 3 territoria
Pagina 16/50
527 De Doort 2014 Bosuil 1 territorium
Pagina 17/50
527 De Doort 2014 IJsvogel 1 territorium
Pagina 18/50
527 De Doort 2014 Groene Specht 7 territoria
Pagina 19/50
527 De Doort 2014 Grote Bonte Specht 12 territoria
Pagina 20/50
527 De Doort 2014 Middelste Bonte Specht 2 territoria
Pagina 21/50
527 De Doort 2014 Kleine Bonte Specht 2 territoria
Pagina 22/50
527 De Doort 2014 Wielewaal 3 territoria
Pagina 23/50
527 De Doort 2014 Zwarte Kraai 4 territoria
Pagina 24/50
527 De Doort 2014 Pimpelmees 23 territoria
Pagina 25/50
527 De Doort 2014 Koolmees 16 territoria
Pagina 26/50
527 De Doort 2014 Glanskop 7 territoria
Pagina 27/50
527 De Doort 2014 Staartmees 3 territoria
Pagina 28/50
527 De Doort 2014 Tjiftjaf 50 territoria
Pagina 29/50
527 De Doort 2014 Grasmus 12 territoria
Pagina 30/50
527 De Doort 2014 Tuinfluiter 28 territoria
Pagina 31/50
527 De Doort 2014 Zwartkop 81 territoria
Pagina 32/50
527 De Doort 2014 Spotvogel 5 territoria
Pagina 33/50
527 De Doort 2014 Bosrietzanger 5 territoria
Pagina 34/50
527 De Doort 2014 Kleine Karekiet 19 territoria
Pagina 35/50
527 De Doort 2014 Boomklever 7 territoria
Pagina 36/50
527 De Doort 2014 Boomkruiper 16 territoria
Pagina 37/50
527 De Doort 2014 Winterkoning 56 territoria
Pagina 38/50
527 De Doort 2014 Spreeuw 25 territoria
Pagina 39/50
527 De Doort 2014 Merel 49 territoria
Pagina 40/50
527 De Doort 2014 Zanglijster 18 territoria
Pagina 41/50
527 De Doort 2014 Grote Lijster 2 territoria
Pagina 42/50
527 De Doort 2014 Grauwe Vliegenvanger 26 territoria
Pagina 43/50
527 De Doort 2014 Roodborst 30 territoria
Pagina 44/50
527 De Doort 2014 Nachtegaal 1 territorium
Pagina 45/50
527 De Doort 2014 Heggenmus 5 territoria
Pagina 46/50
527 De Doort 2014 Vink 39 territoria
Pagina 47/50
527 De Doort 2014 Putter 3 territoria
Pagina 48/50
527 De Doort 2014 Appelvink 4 territoria
Pagina 49/50
527 De Doort 2014 Geelgors 3 territoria
Pagina 50/50