Brighten Up Ø 25 cm (10”) Ø 35 cm (14”)
Installatie instructie
TCL 09/10-04-1
ONDERDELENLIJST SOLATUBE Brighten Up Ø 25 cm (10”) en Ø 35 cm (14”)
1
2
3a
3b
1. 2. 3.
4. 5.
6.
7.
4
“RayBender™” koepel dakopstand A-tube voorgemonteerd a. koepelring b. A-tube met instelbare hoek verlengstuk 40 of 61 cm (optioneel) B-tube voorgemonteerd a. B-tube met instelbare hoek b. plafondring plafondplaat voorgemonteerd a. plafondplaat afsluitstrip (zwart rubber) b. plafondplaat bevestigingsmaterialen a. reflector b. plafondplaatclips c. folietape d. zip-ties e. afstandhoudertjes f. schroeven t.b.v. dakopstand g. schroeven t.b.v. koepel h. schroeven t.b.v. plafond i. schroeven t.b.v. verlengtube j. koepelafsluitstrip (zwart, kort) k. afsluitstrip (zwart, lang)
1 1 1 1
1 1 1 1 1 4 1 4 5 8 4 4 10 1 1
5a
5b 6a 6b
7
a
f g d
b
h
e i
c J
kort
K
lang
TCL 09/10-04-2
ALGEMENE INSTALLATIE INSTRUCTIE VOOR DE SOLATUBE BRIGHTEN UP Ø 25 cm (10”) en Ø 35 cm (14”) VOORZIEN VAN DE UNIEKE EN GEPATENTEERDE RAYBENDER® TECHNOLOGIE
Algemeen: Laat uw Solatube installeren door een ervaren installateur / bouwbedrijf. Indien u hiervoor geen adres kunt vinden neem dan contact op met Techcomlight. 1. Bepaal (in overleg met de klant) waar hij/zij de Solatube geplaatst wil hebben. In het midden van de ruimte geeft meestal het beste resultaat. 2. Bepaal hierna samen met de klant of de gekozen locatie ook technisch haalbaar is (lengte tubes / plafond en dakopstand / eventuele extra bochtstukken). Bochtstukken van 0 tot 90º, zijn los leverbaar. 3. Houd hierbij zoveel mogelijk rekening met het feit, dat het voor een maximale lichtopbrengst goed is om te zoeken naar een locatie zonder schaduwval van muren, schoorstenen e.d. 4. Stel losse tubes nooit onnodig lang aan dag- of zonlicht bloot. Hierdoor gaat de beschermende folie zich hechten aan de tubes en kan verwijdering onmogelijk worden. Bij installatie dient deze beschermfolie verwijderd te worden. 5. Brand de aluminium dakopstand nooit in terwijl de A-tube al gemonteerd is. Wij adviseren om de dakopstand volgens Vebidak richtlijnen te plaatsen. 6. In de wintermaanden kan in verband met grote temperatuurverschillen condensvorming optreden. Hoewel dit niet direct schadelijk is voor de Solatube en de werking ervan, adviseren wij u om bij de installatie gebruik te maken van bijvoorbeeld steenwol. Hiermee kunt u zowel de binnenzijde van de dakopstand alsmede de buitenzijde van de tubes isoleren.
INSTRUCTIE DAKDEEL PLATDAK (VOOR PANNENDAK ZIE BIJLAGE) plaats van de koepelafsluitstrip (nr7 j )
Stap 1 Bepaal de plaats waar de aluminium dakopstand (nr 2) moet komen. Voor de 25 cm (10”) Solatube moet de diameter van de dakopening 270 mm zijn en voor de 35 cm (14”) Solatube 365 mm. Plak de dakopstand in het dak, alvorens door te gaan met de verdere montage.
A
koepelring
Stap 2 Indien er sprake is van een flauw hellend plat dak, of u wilt om een andere reden een bocht in uw systeem, stel dan eerst de gewenste hoek van de A-tube (nr 3) in (dit is alleen mogelijk bij de enkelwandige dakopstand). Dit doet u door de beide delen van de A-tube langs de schuine naad in tegengestelde richting te draaien. Tape dan alle naden van de A-tube volledig dicht met de bijgeleverde folietape (nr 7 c). Dit is belangrijk voor de isolatie, maar ook om insecten en vuil uit uw Solatube daglichtsysteem te weren. Verwijder nu de beschermende transparante folie aan de binnenzijde van de A-tube.
folietape
B
TCL 09/10-04-3
Stap 3 De bijgeleverde reflector (nr 7 a) kunt u nu plaatsen door de „pootjes” van de reflector tussen de witte koepelring (nr 3 a) en het aluminium van de A-tube te schuiven (tekening C). In de tekening is die ruimte omwille van de duidelijkheid overdreven. Laat hierna de A-tube van bovenaf in de dakopstand zakken tot de witte koepelring op de dakopstand rust. Let hierbij op dat de reflector op het zuiden gericht staat om optimaal van het zonlicht te profiteren. Isoleer de tussenruimte tussen de dakopstand en de A-tube om iedere koudebrug te voorkomen (zie tekening D). Vergeet niet de beschermfolie van de reflector te verwijderen.
C
Stap 4
D
reflector
A-tube
witte koepelring
reflector koepel
Plak de koepelafsluitstrip (nr 7 j zie tekening A) zo hoog mogelijk aan de buitenzijde van de dakopstand (zie tekeningen A en D). Monteer hierna de „RayBender” koepel (nr 1) m.b.v. de bijgeleverde RVS schroeven (nr 7 g): druk de koepel stevig op de dakopstand, let op dat de reflector vrij van de koepel staat, plaats de kunststof afstandhoudertjes (nr 7 e) in de voorgeboorde gaten in de koepel en schroef hem hierna vast (zie tekening D).
koepelring koepelafsluitstrip afstandhoudertje met schroef dakopstand
isolatie met steenwol in deze open ruimte bij enkelwandige dakdoorvoer
INSTRUCTIE PLAFONDDEEL:
E
Stap 5 Bepaal de plaats waar de plafondring (nr 5b) moet komen. Voor de 25 cm (10”) Solatube moet de diameter van de opening 270 mm zijn; voor de 35 cm (14”) Solatube is dat 365 mm. Bij lichte plafondsystemen is het raadzaam om een extra versteviging aan te brengen aan de bovenkant van het plafond c.q. de plafondtegel, bijvoorbeeld door middel van een pasklaar gemaakte multiplex ring of - plaat.
Stap 6 Bepaal, indien nodig, de hoek van de B-tube (nr 5) zodat hij bij plaatsing in één lijn komt te liggen met de A-tube (zie tekening E). Tape dan alle naden van de B-tube dicht met de folie-tape. Breng nu de zelfklevende afsluitstrip (nr 7 k) op 1 à 1,5 cm van de bovenkant aan om de tube die in de A-tube gaat (zie tekening F). Dankzij de afsluitstrip kunnen de tubes (bijv. als er op het platte dak gelopen wordt) over elkaar heen schuiven terwijl het systeem gewoon gesloten blijft. Verwijder nu de beschermende transparante folie aan de binnenzijde van de B-tube. Prepareer hierna de plafondring (nr 5a) m.b.v. de zip-ties (nr 7 d). (of gebruik de bijgeleverde schroeven nr 7 h) Plaats de zip-ties van bovenaf enkele centimeters in de daarvoor bestemde uitsparingen (direct achter de ronde schroefgaten, zie tekening G). Let op: de zip-ties niet te ver doortrekken, want terugtrekken kan niet meer!
afsluitstrip (nr 7 k)
F
B-tube of bovenste verlengstuk
G
zip-ties TCL 09/10-04-4
ALS U GEEN VERLENGTUBES (NR 4) GEBRUIKT, KUNT U NU VERDERGAAN MET STAP 8 Stap 7 Pak nu de eventueel benodigde verlengtubes (nr 4) uit. Dan maakt u ze klaar voor plaatsing (zie tekening H). Door gebruik te maken van de verschillende inkepingen laat u de verlengtubes conisch toelopen, dus van breed bovenaan naar smaller onderaan. Tape hierna alle naden aan de buitenzijde van de verlengtubes dicht met de folietape. Bij meerdere verlengtubes dienen de buizen in elkaar te vallen, terwijl de bovenste met de afsluitstrip (nr 7 k) om de brede kant in de A-tube geschoven moet worden (zie tekening I). De onderste valt met de smalle zijde in de B-tube. Laat de verlengtubes elkaar minimaal 2,5 cm overlappen. Verwijder de beschermfolie aan de binnenzijde van de verlengtubes. Bij gebruik van verlengtubes is het raadzaam om aan beide uiteinden twee schroefjes (nr 7 i) in de overlapping te draaien voor extra versteviging, en deze daarna ook af te tapen.
grote diameter: ondiepe inkeping
H
kleine diameter: diepe inkeping dit lipje valt naar binnen
I A-tube
afsluitstrip
Stap 8 Schuif nu de voorgemonteerde B-tube in de plafondopening. Om de zip-ties op de juiste plek te krijgen, verdraait u de driehoekige kop 90 graden en duwt u ze zo één voor één tussen de B-tube en de plafondopening tot boven het plafond (zie tekening J ). Trek hierna de zip-ties naar beneden tot ze de plafondring strak tegen het plafond klemmen. Snijd (of knip) nu de uitstekende einden af. U kunt er ook voor kiezen de B-tube vast te zetten met de bijgeleverde schroeven (nr 7 h).
B-tube
plafondopening
J B-tube
Stap 9 Klik nu eerst de vier plafondplaatclips (nr 7 b) in de uitsparingen van de plafondplaat (nr 6) vast (zie tekening K). Plaats hierna de clips in de daartoe bestemde openingen in de plafondring (nr 5 b). Deze worden aan de onderzijde van de plafondring met pijltjes aangegeven. Duw nu de plafondplaat (nr 6) naar boven totdat hij vastgeklemd zit in de plafondring en aansluit aan het plafond.
plafondring
zip-ties
K clips
plafondplaat afsluitstrip
uitsparing
Tip: Indien u de plafondplaat in een lichte plafondconstructie moet bevestigen (bijvoorbeeld in een systeemplafond) kunt u volstaan met het gebruik van één of twee stuks plafondplaatclips in plaats van de 4 getekende clips (tekening K). De plafondplaat zal dan goed vast komen te zitten maar kan, indien noodzakelijk, gemakkelijker verwijderd worden. Deze tip is ook van toepassing als u een lampunit heeft gemonteerd en u wilt de lamp vervangen. U kunt ook de plaats waar de plafondring moet komen extra verstevigen (zie Stap 5 van deze instructie).
Hiermee is de installatie afgerond.
TCL 09/10-04-5