BELEIDSKADER
BREDE SCHOOL LEEUWARDEN Doorpakken in nieuwe tijden 2011 en volgende jaren
1
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1. Inleiding
3
Hoofdstuk 2. Stand van zaken Brede Scholen Leeuwarden
4
Hoofdstuk 3. Relevante ontwikkelingen
6
Hoofdstuk 4. De toekomst van de Brede School
9
Hoofdstuk 5. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
15
Hoofdstuk 6. Financiën
19
Hoofdstuk 7. Aanvullende onderwerpen
23
Hoofdstuk 8. Samenvatting nieuw beleidskader
25
Afkortingen
26
2
HOOFDSTUK 1. INLEIDING De gemeente Leeuwarden was één van de eerste gemeenten die integraal beleid op het terrein van de brede school stimuleerde en ook daadwerkelijk formuleerde. In 1999 zijn wij reeds gestart met de ontwikkeling van twee buurtscholen, in de Vrijheidswijk en in Heechterp Schieringen. Op 1 oktober 2007 is het beleidskader “Hoe breed wordt de buurtschool in Leeuwarden” vastgesteld. Op basis van dit beleidskader zijn er de afgelopen jaren diverse samenwerkingsverbanden en fysieke brede scholen opgezet. Daarnaast zijn er zowel op lokaal- als op rijksniveau meerdere tijdelijke regelingen uitgevoerd om de brede schoolontwikkeling een impuls te geven. Uit de tussenevaluatie Brede School 2010 blijkt dat de streefcijfers zoals vastgesteld in het beleidskader ruimschoots zijn gehaald. Er zijn inmiddels 10 brede scholen in Leeuwarden. De forse bezuinigingen op het budget Brede scholen met ingang van 2012 vormen een duidelijke aanleiding om tussentijds de balans op te maken en de visie uit 2007 te herijken. Het beleidskader uit 2007 wordt ingetrokken en vervangen door onderliggend nieuw beleidskader. Daarbij vormen het collegeprogramma “Doorpakken in nieuwe tijden” 2010 - 2014, het financiële kader behorend bij het betreffende collegeprogramma en de uitkomsten van de expertmeeting “toekomst Brede Scholen” van 20 oktober 2010 belangrijke uitgangspunten. Het nieuwe beleidskader geeft de richting waarin de brede scholen in de gemeente Leeuwarden zich in de toekomst moeten gaan ontwikkelen. Hierbij komen aan de orde: - de ambitie voor brede scholen, - de rol en verantwoordelijkheid van de gemeente en participanten van de brede school, - de organisatie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, - de financiering.
3
HOOFDSTUK 2. STAND VAN ZAKEN BREDE SCHOLEN IN LEEUWARDEN De stand van zaken van de brede scholen staat uitgebreid weergegeven in de tussenevaluatie brede scholen, juni 2010. Deze tussenevaluatie is vastgesteld door het college en besproken in de commissie welzijn. Belangrijkste conclusie uit de evaluatie is dat de uitvoering van het huidige beleidskader redelijk op schema ligt. Het aantal gebieden waarin brede scholen operationeel zijn, is uitgebreid naar 7. In drie gebieden zijn nieuwe brede schoolontwikkelingen gestart. Zie onderstaande kaart.
BREDE SCHOLEN
Bilgaard Vrijheidswijk Oud-oost HeechterpSchieringen Potmarge Aldlân Zuiderburen Zuidlanden Wytgaard
Camminghaburen
De brede scholen hebben in de onderzochte periode heel veel verschillende activiteiten ontplooid zowel binnen- als buitenschools. Het betrof vooral activiteiten op het culturele, sociaal emotionele en sportieve vlak. De breed ingezette voor- en vroegschoolse educatie heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de taalontwikkeling van peuters en kleuters. De verbreding van het brede schoolconcept naar het voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs is nog niet in gang gezet. Binnen de brede scholen werken in de praktijk peuterspeelzalen, kinderopvang en basisscholen samen. Daarnaast nemen in veel gevallen tienerwerk, CJG, jongerenwerk, opbouwwerk, wijkverenigingen deel aan de brede school. Kort samengevat zijn de belangrijkste conclusie uit de tussenevaluatie: Uitvoering Iedere brede school heeft een eigen visie, doelstelling en profiel. De meeste visies van de brede scholen zijn aan een herijking toe. De brede scholen hebben vrijwel allemaal een eigen profiel ontwikkeld. Er is maatwerk per wijk geleverd. Er zijn veel naschoolse activiteiten ontwikkeld, vooral op het terrein van sport en cultuur
4
Verbreding van het brede school concept naar voortgezet en speciaal onderwijs is nog niet in gang gezet
Organisatie De huidige samenwerkingsvormen binnen de meeste brede scholen worden betiteld als “hand in hand”. De coördinator, basisschool, peuterspeelzaal, kinderopvang, tienerwerk, jongerenwerk, wijkvereniging/wijkpanel en cjg/jeugdgezondheidszorg moeten in ieder geval vertegenwoordigd zijn in de brede school. Dat geldt in mindere mate voor de ambtelijke vertegenwoordiging, Parnas, BV sport en het opbouwwerk. Er is nadrukkelijk een voorkeur voor een onafhankelijke gemeentelijke coördinator Budget De projectmatige, wijkgestuurde werkwijze met daaraan gekoppeld de budgetten wordt door de deelnemers gewaardeerd, de administratieve verwerking daarvan wordt als bureaucratisch ervaren Gestage groei van het budget voor brede scholen tot 2010 naar circa € 600.000 Ontwikkelingen Er wordt op ruime schaal gebruik gemaakt van elkaars voorzieningen en ruimten Het is wenselijk om CJG en brede school in de toekomst te koppelen. In het CJG plan is nadrukkelijk aangegeven dat CJG en brede school gekoppeld worden. Aanpalende beleidsterreinen en initiatieven sluiten steeds meer aan bij de brede school ( voorbeeld tienerwerk, armoedebestrijding, onderwijshuisvesting etc)
5
HOOFDSTUK 3. RELEVANTE ONTWIKKELINGEN 3.1. Landelijke ontwikkelingen met lokale effecten Het onderliggende beleidskader is gebaseerd op landelijke en stedelijke ontwikkelingen voor de brede school ( onderwijs, passend onderwijs kinderopvang, welzijn, zorg en problematiek aandachtswijken). Recente, relevante ontwikkelingen zijn hieronder kort weergegeven. Er is geen landelijk beleid brede scholen. Het kabinet vindt dat brede scholen moeten inspelen op de lokale behoefte. Juist dit maatwerk is een van de succesfactoren van de brede scholen. Er zijn in het verleden en aantal initiatieven door het Rijk genomen die een positieve invloed hebben op de verdere samenwerking in de brede school. Dit zijn onder meer: a) voor en vroegschoolse educatie: taalachterstand inlopen De gemeente ontvangt van het ministerie van OC & W middelen voor voorschoolse educatie. Voorschoolse educatie is ontwikkeld voor kinderen van twee tot vier jaar en wordt op peuterspeelzalen en kinderdagverblijven gegeven. Vroegschoolse educatie vindt plaats in groep 1 en 2 van de basisschool, voor kinderen van vier tot zes jaar. Bij VVE gaat het om het stimuleren van de cognitieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Aan de hand van uiteenlopende thema’s (bijvoorbeeld gezondheid, communicatie, natuur) leren kinderen door middel van spel, interactie en knutselen allerlei vaardigheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het ontwikkelen van motoriek, taalvaardigheid, ruimtelijk inzicht en samenwerken. De VVE compenseert niet het verschil in intelligentie; wél worden kinderen uit een weinig taalstimulerende omgeving geholpen om een goede start te maken in het onderwijs. Ook kan VVE ervoor zorgen dat de ouders van deze kinderen beter bekend raken met het belang van voorlezen en spelenderwijs leren en ze stimuleren om dit thuis ook te doen. De gemeente is verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie. De gemeente en de schoolbesturen maken binnen de Leeuwarder Educatieve Jeugd Agenda afspraken over maatregelen om meer doelgroepkinderen te bereiken, een voldoende dekkend aanbod van VVE programma’s te realiseren en een doorlopende leerlijn te ontwikkelen. b) harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang (Wet Oké) De ministerraad heeft ingestemd met de indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (wet OKE). In het wetsvoorstel wordt aangestuurd op meer en betere voorschoolse educatie in de kinderopvang en peuterspeelzalen. Kinderen met een taalachterstand kunnen zo beter worden geholpen om die achterstand weg te werken. c) impulsregeling combinatiefuncties Brede School, sport en cultuur Met deze impulsregeling wil het kabinet samen met de gemeente en de sectoren onderwijs, sport en cultuur een structurele impuls geven aan de realisering van 2500 combinatiefuncties in 2012. Voor Leeuwarden betekent dit dat er in 2012 bijna 12 fte combinatiefuncties zijn te realiseren. Dit betreffen zowel combinatiefuncties sportonderwijs als cultuur-onderwijs. d) centrum voor jeugd en gezin De gemeente en (kern-)partners willen met het ontwikkelen en implementeren van het instrument CJG een laagdrempelige plek creëren voor ouders, kinderen en professionals voor vragen over en ondersteuning bij opvoeden en opgroeien én de samenwerking tussen de (kern)partners optimaliseren. De gemeente Leeuwarden heeft besloten om de vijf gemeentelijke functies van het jeugdbeleid in de te ontwikkelen CJG’s uit te voeren. informeren en adviseren van jongeren en ouders; signaleren van problemen; verlenen van (licht) pedagogische hulp;
6
verwijzen naar hulp; het coördineren van zorg.
Het hoofddoel van het Centrum voor Jeugd en Gezin is om ouders, kinderen en professionals snel en adequaat te kunnen helpen. Zo vroeg mogelijk advies geven en de juiste hulp bieden op het gebied van opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen en voorkomen dat kinderen in zwaardere vormen van zorg terecht komen, is daarbij de leidraad. e) krachtwijken De wijk Heechterp Schieringen is in het kader van de Vogelaargelden benoemd als krachtwijk. Voor deze wijk is ook een wijkactieplan opgesteld. In het collegeprogramma zijn daarnaast nog 9 andere wijken aangewezen als aandachtswijk. Deze wijken zijn: Wielenpolle, Schepenbuurt, Mondriaanbuurt, Nijlan, Valeriuskwartier, Tjerk Hiddes Cambuursterhoek, Oldegalilieen Bloemenbuurt, Vlietzone, Vrijheidswijk. Voor deze wijken worden op dit moment in samenwerking met de corporatie wijkactieplannen opgesteld. Daarnaast zijn er ook andere initiatieven van de diverse ministeries. Bijvoorbeeld door de invoering van de verplichte maatschappelijk stage in het voortgezet onderwijs ontstaat er een extra stimulans om samenwerkingsverbanden aan te gaan tussen de brede school Primair Onderwijs en het voortgezet onderwijs. Forse bezuinigingen De effecten van de huidige recessie zullen vanaf 2011 merkbaar zijn voor alle gesubsidieerde organisaties, zowel vanuit landelijke als gemeentelijke subsidieverstrekkers. 3.2. Lokale kaders Het collegeprogramma 2010 -2014 is richtinggevend voor het Brede Schoolbeleid in Leeuwarden. Daarnaast is de Leeuwarder Educatieve Jeugd Agenda een belangrijk kader voor het lokaal onderwijs en jeugdbeleid en dus daarmede ook het brede schoolbeleid. 3.2.1. Collegeprogramma 2010 - 2014 (Brede) scholen ziet het college als belangrijke voorzieningen, die behalve voor de ontwikkeling van kinderen ook een meerwaarde hebben voor ouders en andere wijkbewoners. Het Centrum voor jeugd en gezin vervult hierbij een ondersteunende en aanvullende rol. Het college concentreert zich bij nieuwe initiatieven op de wijken met de meeste achterstanden. In andere wijken gaat het college ervan uit dat scholen, ouders en wijkbewoners op eigen kracht en desnoods met een tijdelijke ondersteuning van het welzijnswerk zaken kunnen organiseren en/of regelen. Opvallend verschil met het beleidskader is dat het college in haar collegeprogramma nadrukkelijk kiest voor brede scholen in aandachtswijken. Bovenstaande ontwikkelingen maar vooral ook de huidige tijdsgeest met de krimpende budgetten nopen de gemeente Leeuwarden tot het minder inzetten op algemeen beleid. Steeds meer zal de gemeente haar eigen rol daarin kiezen. Algemene maatregelen zullen verdwijnen en steeds meer plaats maken voor maatwerk. Wie hulp nodig heeft kan dat krijgen, maar wie het zelf kan, wordt gestimuleerd eigen initiatief te nemen. Dit alles leidt tot een aanscherping van de visie op de brede scholen, zoals neergelegd in het beleidskader van 2007. Kernelementen voor deze aanscherping zijn in ieder geval: Samenwerken Samenwerken is het kernbegrip, waarbij de gemeente steeds minder als regisseur zal optreden en steeds meer als facilitator zal functioneren. De Brede School is reeds een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen gemeente en de kernpartners op het terrein van de Brede School.
7
Burgerschap Eigen verantwoordelijkheid en minder leunen op de gemeente. Burgerschap en maatschappelijk ondernemerschap staan daarbij centraal. Ondernemerschap Juist in moeilijke tijden is het nodig te blijven investeren in onze gemeente. Daar waar mogelijk en waar interessante ontwikkelingen zijn blijven participeren. De ondernemende gemeente maakt daarbij afspraken met partners. Vertrouwen Werken op basis van vertrouwen betekent ook vermindering van bureaucratische regelen controledruk. 3.2.2. Leeuwarder Educatieve en Jeugd Agenda De Leeuwarder Educatieve en Jeugd Agenda is geïntroduceerd als een instrument om het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid vorm en inhoud te geven. Het is een instrument voor de gemeente, schoolbesturen en overige partners om in meer gelijkwaardige verhoudingen tot gezamenlijke afspraken te komen over het onderwijs- en jeugdbeleid. Kortom de Leeuwarder Educatieve en Jeugdagenda (LEJA) is het bestuurlijk overleg in de gemeente Leeuwarden dat zich richt op de leeftijdsgroep – 9 maanden tot 27 jaar. Taken van de LEJA zijn: 1) visie-ontwikkeling 2) advies geven over concept-notities van de gemeente Leeuwarden; het advies van de LEJA en een reactie van de gemeente daarop worden standaard opgenomen in de voorstellen aan het college en de raad 3) afspraken maken over de uitvoering van door de raad vastgestelde notities; wie is waarvoor verantwoordelijk 4) deskundigheid bevorderen Een eerste concept herijking beleidskader is op 11 november 2010 ter visievorming voorgelegd aan de LEJA. Belangrijkste punten uit deze bespreking waren: Ambitie wordt gedeeld: inzetten op kinderen in aandachtswijken: schaarse middelen daar inzetten waar de problematiek het grootst is. Brede school komt daarmee meer in de richting van achterstandsbestrijding ( oorspronkelijke doelstelling) Bij de keuze aandachtswijken – niet aandachtswijken aangeven dat delen van Camminghaburen en Aldlân dreigen af te glijden. Preventie is nodig om dit te voorkomen Definitie brede school Leeuwarden opstellen Duidelijk aangeven wat de rol en sturing van de gemeente in aandachtswijken en niet-aandachtswijken is Keurmerk Brede School nader uitzoeken en uitwerken. Ideaal beeld kindercentrum verder uitwerken, gemeente faciliteert visieontwikkeling daarin. Coördinatie is essentieel bij starten kindcentrum en brede schoolontwikkeling Gemeentesturing op bundeling van budgetten. Slimme verbindingen in budgetten uitwerken met bedragen. Keuze maken waar het beperkte budget wordt ingezet: activiteiten of coördinatie Op 13 januari 2011 is onderliggend nieuwe beleidskader aan de LEJA ter advisering voorgelegd. In de bijlage staat het advies van de LEJA vermeld als ook de reactie op dit advies.
8
HOOFDSTUK 4.
DE TOEKOMST VAN DE BREDE SCHOOL
4.1. Ambitie en doelstelling Brede School De gemeente Leeuwarden constateert, op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren dat er sprake is van een groeiend draagvlak voor de ontwikkeling van brede scholen in Leeuwarden. Dit geldt niet alleen voor de schoolbesturen/scholen en instellingen. Ook ouders en kinderen geven blijk van belangstelling en maken gebruik van faciliteiten op de brede scholen. De forse bezuinigingen dwingen ons, schoolbesturen en kernpartners tot heldere keuzes in het brede schoolconcept. We moeten daarbij gaan bepalen wat onze ambitie moet zijn en wat de rol van de gemeente daarbij is. Dit vraagt van ons en van onze partners creativiteit, lef, ondernemerschap en slimme verbindingen. In het beleidskader “Hoe breed wordt de buurtschool in Leeuwarden” wordt aangegeven dat er voortaan niet meer over buurtscholen of brede wijken gesproken maar over brede scholen. Aanvullend aan het genoemde beleidskader is onderstaande definitie opgesteld. Definitie Leeuwarder Brede School De Leeuwarder Brede School is een integraal concept voor samenwerking tussen participanten op het gebied van onderwijs, welzijn, cultuur, sport en zorg. Samenwerking vindt plaats op het niveau van wijk en/of buurt. De Leeuwarder Brede School biedt een omgeving waarin kinderen van 0 – 12 jaar zich optimaal kunnen ontwikkelen. De ontwikkeling van en de zorg voor het kind is het uitgangspunt en de school neemt daarin een centrale plaats in.
Hoofddoel Het hoofddoel van de brede school is en blijft: het vergroten van ontwikkelingskansen voor kinderen in de wijk waar ze wonen en/of op kinderopvang, peuterspeelzaal of school zitten. Nader uitgewerkt hebben we het dan over de volgende vier ontwikkelingsgebieden 1. 2. 3. 4.
cognitief; taalontwikkeling, sociaal-emotioneel; versterken weerbaarheid, veiligheid, zelfstandigheid, culturele/kunstzinnig; muziek, drama, dans, beeldende kunst fysiek; sport en gezondheid
De brede school vult daarin de verantwoordelijkheid van ouders, opvang medewerkers en leerkrachten aan en geeft kinderen de gelegenheid hun talenten verder te ontwikkelen. Kinderen krijgen hierdoor erkenning en waardering voor wat ze doen. Ze krijgen binnen de brede school extra kansen om zich te ontplooien tot zelfredzame volwassenen die volop participeren binnen de toekomstige, complexe maatschappij. Een brede school biedt meer dan onderwijs alleen en niet alleen tijdens schooltijd, maar ook er voor en er na. Het onderwijs maakt als het ware onderdeel uit van het totaal aan activiteiten dat de brede school biedt op het gebied van de welzijn, sport, cultuur en zorg. De brede school biedt door die samenwerking een optimale omgeving waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. De gemeente Leeuwarden vindt het daarom wenselijk dat er brede scholen in alle wijken van Leeuwarden zijn.
9
4.2. Stroomlijning inhoud ambitie Gezien de huidige tijdsgeest en de forse bezuinigingen worden de kaders bijgesteld. De gemeente ziet de brede schoolontwikkeling nog steeds als algemeen beleid voor de hele gemeente. Bij het begrip brede school gaat het zowel om de activiteiten en voorzieningen die aan kinderen en ouders worden aangeboden ( de inhoud) als om de wijze waarop de brede scholen en hun partners samenwerken. Per brede school verschilt de participatie en samenwerking tussen organisaties. Dat is geen probleem aangezien iedere brede school maatwerk is. Toch is het verstandig om meer uniformiteit in de organisatie van de brede scholen te brengen. Daarom stellen wij voor om een en ander te stroomlijnen. Daarbij in achtnemend dat de brede school maatwerk per wijk blijft. Er moet genoeg ruimte overblijven voor een eigen invulling van de brede school in een bepaalde wijk. De behoefte van de kinderen in de wijk is maatgevend voor de inzet. De definitie van de Leeuwarder Brede School wordt ingeperkt tot 3 varianten, met een eenduidige omschrijving. De 3 varianten kunnen de beeldvorming van de brede school versterken. Het zijn korte typeringen van brede scholen waarin doelen, doelgroep en programmering in onderlinge samenhang worden beschreven. De 3 varianten zijn: A. Brede school minimumvariant Elke partner organiseert zijn eigen activiteiten en deze activiteiten zijn logistiek op elkaar afgestemd. (face to face). De activiteiten kunnen betrekking hebben op opvang, sport en cultuur en zorg. Deelname aan de activiteiten is niet verplicht. Dit is de zogenoemde minimumvariant. B. Brede school Dagarrangement De brede school als voorziening waarbij onderwijs, opvang en verrijkingsactiviteiten op geïntegreerde wijze worden aangeboden in een zogenoemd dagarrangement. Er is sprake van een gedeelde pedagogische visie en er worden structurele afspraken gemaakt over een doorgaande lijn tussen voorschoolse voorzieningen en basisschool. Daarnaast is er sprake van integraal programma –aanbod van binnen- en buitenschoolse activiteiten op het gebied van sport en cultuur. Hierbij gaat het om een groepsgericht aanbod waarbij de brede school en haar partners gezamenlijk ontwikkelingsdoelen formuleren en afspraken maken over overdacht en afstemming van activiteiten (hand in hand). C. Integraal kindcentrum Een stap verder in de brede school ontwikkeling is een kindcentrum voor ouders en kinderen, waarin aansluitend bij de groepsgerichte activiteiten van het dagarrangement, een maatwerkaanpak aangeboden wordt Dit kindcentrum zien wij als ideaalbeeld van de brede school in de toekomst. Er is in dit centrum sprake van een vergaande integrale benadering van onderwijs, opvang en vrije tijd. De doorgaande lijn is stevig verankerd. Er is sprake van één organisatorische eenheid, aangestuurd door één directeur. Belangentegenstellingen tussen deelnemende organisaties zoals in de andere typen brede scholen, zijn niet meer aanwezig, hooguit tussen de verschillende onderdelen (cheek to cheek). Speciaal en voortgezet onderwijs Duidelijk is dat de gemeente zich met de brede School richt op het basisonderwijs en de voor- en vroegschoolse voorzieningen (0-12 jarigen). Initiatieven gericht op verbreding van de Brede School met speciaal onderwijs juichen wij toe. Mogelijk dat het passend onderwijs hier een rol van betekenis kan spelen.
10
4.3. Focus op de aandachtswijken In de kadernota van 2007 is aangegeven dat het doel is om in ieder gebied een brede school te hebben. Daarbij wordt in de kadernota ook een onderscheid gemaakt in aandachtsgebieden en niet-aandachtsgebieden. Aandachtsgebieden krijgen blijvend aandacht en ondersteuning. Niet-aandachtsgebieden krijgen alleen een startsubsidie voor de brede school en moeten daarna op eigen kracht verder. We moeten op dit moment onderkennen dat de omstandigheden voor een brede school per wijk sterk verschillen. In sociaal- economisch kwetsbare wijken, de zogenoemde aandachtswijken, wordt van het onderwijzende personeel een grotere inspanning gevraagd. Veel kinderen uit deze wijken hebben te maken met armoede, gebrek aan aandacht en kansen. Kinderen hebben minder fysieke en financiële mogelijkheden voor georganiseerde vrijetijdsbesteding na schooltijd. Het kost meer inspanning om ouders bij de school te betrekken. De gemeente ziet de brede school in sociaal-economisch kwetsbare wijken ook als een instrument voor de uitvoering van haar jeugdbeleid en als een investering in het versterken van sociale cohesie en veiligheid in deze aandachtswijken. De problematiek is in deze wijken het grootst. Daarom zullen zij extra aandacht moeten krijgen ook binnen de brede school. Aandachtswijk versus niet- aandachtswijk De kadernota gaat uit van aandachtsgebieden die vaak meerdere wijken bevatten, waaronder aandachtswijken en niet-aandachtswijken. Zie onderstaande tabel. Aandachtswijken collegeprogramma 2010 – 2014 Wielenpôlle Schepenbuurt Mondriaan buurt Heechterp Schieringen Nijlan Valeriuskwartier Tjerk Hiddes Cambuursterhoek Oldegalilieen bloemenbuurt Vlietzone Vrijheidswijk
Brede School aandachtsgebieden kader nota 2007 Potmarge gebied Potmarge gebied Bilgaard Plataan/Heechterp Schieringen
Oud oost Oud oost Oud oost Vrijheidswijk Camminghaburen Zuiderburen Wytgaard Zuidlanden Adlân
Ter verduidelijking het volgende kaartje:
11
AANDACHTSGEBIEDEN
College programma
Kadernota Brede School Aandachtsgebied Niet aandachtsgebied
wytgaard zuidlanden
Aldlân, Camminghaburen en de Potmarge zijn in het oude beleidskader brede scholen wel als aandachtsgebied genoemd. En Nŷlan en het Valeriuskwartier zijn in het collegeprogramma genoemd als wijken in de wijkaanpak terwijl deze niet als aandachtsgebied binnen het brede schoolconcept zijn aangemerkt. Ook gaan niet alle leerlingen uit een aandachtswijk ook naar een brede school in die wijk. Kind centraal Het uitgangspunt is, dat het kind afkomstig uit een achterstandswijk/aandachtswijk centraal staat. Concreet betekent dit dat brede scholen in genoemde aandachtswijken van het collegeprogramma in de ambitie passen evenals brede scholen niet gelegen in een achterstandswijk maar wel met kinderen uit een aandachtswijk op school. Ter illustratie, de kinderen uit de aandachtswijk Wielenpolle bezoeken de Potmarge-school en de basisscholen in Aldlân. Deze genoemde scholen worden in de uitvoering van de bijgestelde ambitie meegenomen. 4.4. Kwaliteitsbeleid brede scholen Gekoppeld aan de eerder genoemde profielen/varianten brede scholen kan er een keurmerk voor brede scholen in de aandachtswijken worden ingesteld. Een keurmerk stelt eisen aan de brede school en biedt daarmee de ouders de garantie voor een school die goed is ingebed in de wijk en kwalitatief goede relaties onderhoudt met de relevante voorzieningen. Een dergelijk keurmerk stelt de inhoudelijke samenwerking van de partners van de brede school centraal. En richt zich dus op de effectiviteit van werkzaamheden van professionals en hun organisatie in de brede school. Uiteindelijk zal deze effectiviteit zichtbaar moeten worden in de prestaties van kinderen op het cognitieve, sociale en fysieke vlak op de betreffende brede school.
12
In het collegeprogramma staat dat er geen zwakke scholen in Leeuwarden zijn. Mede in dit kader zien wij voor de gemeente een taak weggelegd in het bevorderen van het keurmerk en dit type kwalitatief goede brede scholen die onderdeel zijn van de Leeuwarder samenleving, vooral in de aandachtwijken. Om in aanmerking te komen voor dit keurmerk moet de school voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria. Alleen scholen die aan deze criteria voldoen komen in aanmerking voor een ondersteuning ( in financiële en inhoudelijke zin) van de gemeente. De criteria voor een dergelijk keurmerk zullen in goed overleg met de partners van het LEJA worden opgesteld. Criteria voor een dergelijk keurmerk zijn: Brede ontwikkeling van kinderen een gedeelde (pedagogische) visie en doelstellingen van betrokken partners van de brede school. Daarin komt in ieder geval aan de orde hoe de desbetreffende vier ontwikkelgebieden van de brede school (cognitief, sportief, cultureel en sociaal-emotioneel) ingevuld worden effectieve programma ’s en activiteiten gericht op het voorkomen van onderwijsachterstanden een aantoonbare en op elkaar afgestemde zorgstructuur binnen en buiten de voorschoolse voorziening en basisschool en binnen de centra voor jeugd en gezin Doorgaande lijn aantoonbaar structurele afspraken over een doorgaande lijn tussen voorschoolse voorzieningen en basisschool een integraal programma –aanbod van binnen- en buitenschoolse activiteiten op het gebied van sport en cultuur Organisatie aantoonbare structurele samenwerking tussen de vaste kernpartners van de brede school te weten kinderopvang, peuterspeelzaal en basisschool afstemming en samenwerking met combinatiefunctionarissen, tienerwerk en de directe omgeving van de school ( kinderen, ouders, wijkbewoners, wijkpanels, wijkverenigingen) onafhankelijke coördinatie (zie hierna) Voor brede scholen in niet-aandachtswijken, wordt dit keurmerk niet dwingend opgelegd. Het staat (brede) scholen in deze wijken vrij om toe te werken naar het keurmerk. Wij verwachten wel dat een keurmerk brede scholen een positieve werking zal hebben op de profilering van de school, naar ouders en partners in de wijk. Een mogelijk alternatief voor een keurmerk is dat bovenstaande criteria/voorwaarden worden verwerkt in de subsidietoekenning aan de brede scholen in aandachtswijken. Op verzoek van de partners van de LEJA zal er in het voorjaar 2011 een bijeenkomst worden georganiseerd over het keurmerk. Bij deze bijeenkomst zullen de ervaringen van brede scholen elders uit het land met het keurmerk centraal staan. Wat is nieuw?
Drie varianten brede school
Kindcentrum als stip aan de horizon voor de brede school
Focus op de kinderen uit de 10 aandachtswijken uit het collegeprogramma. Deze brede scholen krijgen extra impulsen. Criterium is het aantal kinderen dat uit deze wijken de brede school bezoekt
13
Nader onderzoek en verkenning naar het keurmerk voor brede scholen.
14
HOOFDSTUK 5. TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN De verandering in ambities betekent een herziening van de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden tussen het onderwijs, gemeente en overige brede schoolpartners. Daar waar de gemeente de afgelopen jaren vooral de initiator en trekker van het brede schoolbeleid was, zullen de kernpartners Brede School ( scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen) zelf een grotere rol gaan spelen in aandachtswijken en nietaandachtswijken. De rol van de gemeente in de brede school wordt adviserend en faciliterend en niet langer intensief coördinerend. De rol van de kernpartners concentreert zich op visievorming, het ontwikkelen van gericht personeelsbeleid en het afstemmen van formatie en taken die nodig zijn als inzet van de brede school. De regelgeving en de financiering van brede scholen zijn ingewikkeld. Voor een goed aanbod aan ouders en kinderen blijft een beperkte gemeentelijke advies- en consultatie voor de brede scholen nodig. Daarnaast zal het opstarten van de brede school ontwikkeling in de nieuwe aandachtswijken Valerius en Nijlan en het speciaal onderwijs nog de nodige inzet vergen. Wij verwachten dat we de komende jaren in de aandachtswijken nog de regie blijven voeren op de vormgeving van de verschillende samenwerkingsrelaties binnen de brede school en de wijk. De rol van de gemeente concentreert zich voor zowel de aandachtswijken als niet aandachtswijken in concreto op de volgende punten: de overkoepelende visie op de brede scholen in Leeuwarden, zoals hier voor ligt de relatie met de gesubsidieerde instellingen consultatie- en adviesfunctie voor de scholen in vrij ingewikkelde regelgeving rondom brede schoolactiviteiten en – partners samenhang bevorderen in het gemeentelijke beleid op het gebied van onderwijshuisvesting, accommodaties, peuterspeelzaalwerk, CJG en overige door de gemeente gesubsidieerde instellingen voor jeugd en jongeren de huisvesting van de brede scholen en het bij elkaar brengen van meerdere functies onder 1 dak. Voor wat betreft de aandachtswijken zal de gemeente als extra impuls de ontwikkeling van de brede scholen ondersteunen en stimuleren door: sturing te geven aan interne en externe processen die de brede school ontwikkeling bevorderen (inbedding in de wijksamenleving, doorgaande lijn, netwerkvorming) de beschikbare budgetten in de aandachtswijken in te zetten sturen op een integrale inzet van de budgetten in de aandachtswijk voor de uitvoering van de brede school kwaliteitsbeleid rondom de brede school te bevorderen. effectmeting en evaluatie van de brede scholen De rol van de kernpartners van de brede school wordt cruciaal in de komende jaren. School en opvang staan midden in de samenleving en van daaruit worden verschillende diensten aangeboden aan kinderen en ouders in samenwerking met andere partners. Daar waar de gemeente in de 10 aandachtswijken de ontwikkeling van de brede scholen ondersteunt en stimuleert zullen in de niet-aandachtswijken de kernpartners veel meer initiatiefnemer voor de start en regisseur voor de verdere ontwikkeling van de brede school zijn. De kernpartners kiezen zelf de andere partners en zijn ook zelf verantwoordelijk voor de eigen brede schoolontwikkeling in dit gebied. 5.1. Aanjagen en coördineren Brede School Eigen verantwoordelijkheid en minder leunen op de gemeente is het uitgangspunt voor het college. Dit geldt ook voor de brede scholen. De gemeente zal kaderstellend richting
15
de brede scholen zijn. Daarnaast heeft zij daar waar nodig een faciliterende, initiërende en stimulerende rol. Om de toekomst van de brede scholen in Leeuwarden te faciliteren en te waarborgen worden de volgende functies onderscheiden: aanjager en ontwikkelaar brede school aandachtswijken adviseur beleid en consultatie aandachtswijken en niet aandachtswijken coördinator brede school Ter voorkoming van versnippering van de benodigde budgetten en formatie uren wordt voorgesteld een ondergrens van 25 kinderen uit aandachtswijken te hanteren bij toekenning van budgetten en formatie. Met andere woorden wanneer 25 kinderen uit een aandachtswijk(en) een school bezoeken kan de desbetreffende brede school gefaciliteerd worden of samen met de kernpartners tot een brede school ontwikkeld worden . 5.1.1. Aanjager en ontwikkelaar Brede School aandachtswijken De aanjager en ontwikkelaar Brede Scholen richt zich op de kinderen uit de aandachtswijken en de (brede) scholen die deze kinderen bezoeken.
4 nieuwe brede scholen met meer dan 25 kinderen uit aandachtswijken
aantal kinderen uit aandachtswijken
Deze functionaris houdt zich enerzijds bezig met het aanjagen en opzetten van 4 nieuwe brede scholen in nieuwe gebieden met kinderen uit aandachtswijken waar nu nog geen brede school ontwikkeling is. Het betreft:
1. nijlan/huizum
193
2. vosseparkwijk/binnenstad/transvaal
121
3. vogel/muziekwijk/valerius/westeinde
58
4. lekkum
27
speciaal onderwijs
137
Totalen
536
Daarnaast zorgt deze aanjager er voor dat de ontwikkelingen in de bestaande brede scholen met kinderen uit de aandachtswijken gestimuleerd worden en dat er stappen gezet worden. Daartoe richten de werkzaamheden van de aanjager zich vooral op het bijeenbrengen van samenwerkende partners, opzetten van een organisatiestructuur, ontwikkelen van een gezamenlijke visie, leggen van verbindingen en zorgen voor consolidatie van de desbetreffende nieuwe brede school in de toekomst. Daarnaast zal deze aanjager zich richten op het beter toegankelijk maken van de brede scholen voor kinderen uit het speciaal onderwijs en dan vooral de kinderen uit deze groep die in de 10 aandachtswijken wonen. Dat zou op de eigen school voor speciaal onderwijs kunnen en/of op de brede school in de eigen wijk.
16
Kosten en dekking In totaal gaat het om 1 fte. Deze functie wordt ondergebracht bij de gemeentelijke organisatie. De dekking voor deze functie is uit gemeentelijke budget voor brede scholen ad € 65.000 euro en de middelen voor onderwijsachterstanden ad €15.000,5.1.2 Consultatie, beleid- en adviesfunctie aandachtswijken en niet aandachtswijken Naast de aanjaagfunctie onderscheiden wij de consultatie, beleid- en adviesfunctie. Hij of zij zorgt voor uitwisseling met/tussen de coördinatoren van alle brede scholen aandachtswijken en niet aandachtswijken. Initieert nieuwe ontwikkelingen binnen de brede scholen, legt op gemeentelijk nivo verbindingen met aanpalende beleidsterreinen zoals onderwijshuisvesting, CJG, veiligheid, gezondheid, participatie, tienerwerk etc. Hij of zij formuleert en bewaakt het kwaliteitsbeleid brede scholen en draagt zorg voor effectmeting, evaluatie en communicatie .Stuurt op de integrale inzet van budgetten voor brede scholen. Deze help desk functie wordt uitgevoerd door de huidige beleidsmedewerker brede school binnen de sector jeugd en onderwijs. Kosten en dekking Het gaat om circa 0,3 fte . Deze functie is ondergebracht bij de gemeentelijke organisatie en gedekt uit het gemeentelijke personeelsbudget sector jeugd en onderwijs 5.1.3. Coördinator brede scholen Tijdens de expertmeeting en de daarop volgende overleggen binnen de LEJA is het belang van onafhankelijke en kwalitatief voldoende coördinatie van de brede scholen meerdere malen benadrukt. De coördinatiefunctie is cruciaal voor het welslagen van de brede schoolontwikkeling. Wij maken daarbij een onderscheid in coördinatie van de brede scholen aandachtswijken en brede scholen niet aandachtswijken
bestaande brede scholen met > 25 kinderen uit aandachtswijken
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bilgaard/Mondriaanbuurt Vrijheidswijk Oud-Oost Heechterp-Schieringen Potmarge Aldlân Camminghaburen
Totalen
aantal kinderen uit aandachtswijken
A. Coördinatie brede scholen aandachtswijken Rekening houdend met de ondergrens van 25 kinderen uit aandachtswijken gaat het om de volgende brede scholen in de aandachtswijken:
43 145 709 132 46 53 32 1160
De totaal benodigde coördinatie wordt geraamd op 1,6 fte rekening houdend met een taakbelasting van 2 dagen per week voor Oud-Oost en 1 dag per week voor de overige brede scholen afzonderlijk. Het verdient aanbeveling deze functie door maximaal 2 a 3 personen uit te laten voeren om versnippering te voorkomen.
17
De kernpartners zorgen voor aanstelling van onafhankelijke coördinatoren. Gekoppeld aan het keurmerk kunnen kwaliteitseisen worden gesteld aan de brede school coördinatoren. Kosten en dekking Om een beeld te geven wat de kosten zijn van de inzet van een coördinator voor een brede school is een raming opgesteld. Totale kosten van 1,6 fte coördinatie bedragen : ca. €105.000 (gebaseerd op een schatting van de tarieven van de kernpartners). Binnen het beschikbare gemeentelijke budget voor brede scholen is geen dekking voor deze kosten. De coördinatie functie zien wij als een taak van de kernpartners brede school. De dekking zal dan ook gevonden moeten worden binnen de budgetten van deze kernpartners brede school. B. Coördinatie brede scholen niet aandachtswijk De volgende bestaande dan wel nog te ontwikkelen brede scholen hebben minder dan 25 kinderen uit aandachtswijken: BREDE SCHOLEN MET < 25 KINDEREN UIT AANDACHTSWIJKEN Zuiderburen (bestaand) Zuidlanden; (bestaand) Wytgaard; (bestaand) Wirdum;(nog te ontwikkelen) Goutum;(nog te ontwikkelen) Kosten en dekking De totale coördinatie bedraagt hier indicatief 0.4 fte.: ca. € 25.000 Deze brede scholen zijn zelfvoorzienend. De keuze om in deze gebieden een brede school te continueren en/of te ontwikkelen is aan de kernpartners ( basisschool, kinderopvang en peuterspeelzaal) De wijze van invulling van de coördinatie van deze brede school is aan hen. Coördinatie en activiteiten worden ook hier volledig gefinancierd door de participanten dan wel uit bijdragen van externe partijen. Voor mogelijke dekking daarvan wordt verwezen naar 6.4. Het betreft hier overigens gebieden waar ook onder het beleidskader uit 2007 geen extra middelen voor coördinatie en activiteiten beschikbaar zouden worden gesteld. Wat is nieuw?
Rol van de gemeente meer op afstand: regie op samenwerking Kernpartners meer inhoudelijk betrokken en verantwoordelijk voor de brede school Kernpartners ontwikkelen visie en uitwerkingsplan per brede school en zorgen voor verankering 1 aanjager en ontwikkelaar nieuwe brede scholen aandachtswijken gefinancierd door het gemeentelijke budget Coördinatie brede school is een aangelegenheid van de kernpartners brede school. Er kan geen financiering fte coördinator brede scholen plaatsvinden binnen huidig bestaand gemeentelijk budget.
18
HOOFDSTUK 6. FINANCIEN 6.1. De financiering vanaf 2012 De bezuinigingen op het huidige brede school geoormerkte budget voor coördinatie en activiteiten zijn zeer fors. Kort samengevat loopt het budget terug naar van €630.000,naar €65.000,- in 2012 (zijnde een korting van 90%). Dit betekent dat de verantwoordelijkheid voor uitvoering van de brede school veel meer teruggelegd wordt bij de kernpartners Brede School. De kernpartners kunnen veel minder dan voorheen rekenen op de gemeente voor wat betreft de inzet aan capaciteit en financiële middelen voor de brede school. De kernpartners zijn zelf verantwoordelijk voor de eigen brede schoolontwikkeling. De gemeente zal ter ondersteuning daarbij op zoek gaan naar slimme verbindingen met alternatieve financieringsbronnen. De brede school is een netwerkconstructie waarbij op dit moment geen sprake is van een eenduidige geldstroom. We hebben te maken met gemeentelijke subsidies en particuliere bijdragen ( kinderopvang). Door het aan elkaar verknopen van verschillende gemeentelijke budgetten langs een breed scala aan beleidsterreinen (sport, cultuur, jeugdzorg, onderwijshuisvesting, sociaal cultureel werk, onderwijs-achterstandenbeleid etc.) kan financiering van de brede school plaatsvinden, naast een geoormerkt gemeentelijk brede schoolbudget. 6.2. Beschikbaar budget vanaf 2012 aandachtswijken Zoals gesteld is er aan structurele financiering voor de brede scholen een budget van € 65.000 vanaf 2012 beschikbaar. De forse bezuiniging leidt tot een keuze voor een beperkt aantal activiteiten/werkzaamheden welke de gemeente met het structurele budget kan uitvoeren. Wij kiezen daarbij voor het uitvoeren van de aanjaagfunctie, een werkbudget voor het uitvoeren van activiteiten en de consultatiefunctie. Het coördineren van de brede school is een taak van de kernpartners brede school. Onderstaand een overzicht. Activiteit gemeente Leeuwarden Aanjager en ontwikkelaar brede school aandachtswijken 1 fte Werkbudget voor activiteiten van de coördinatoren en combinatiefuncties Totale inzet gemeente uit beleidsbudgetten = Totale kosten
Kosten € 80.000,-
50.000,-
Dekking -Gemeente brede schoolbudget ad € 65.000,- * -GOA restant: € 15.000,-Gemeente: GOA
130.000,-
Personele inzet Gemeente Consultatie, advies en beleidsfunctie 0.3 fte
Activiteit kernpartners Coördinatie brede scholen aandachtswijken 1, 6 fte Coördinatie brede scholen niet aandachtswijken 0.3 fte TOTAAL KERNPARTNERS
Gemeente: personeelsbudget jeugd en onderwijs **
Kosten € PM of 105.000,-
Dekking Eigen budget kernpartners ***
PM of 25.000,-
Eigen budget kernpartners ***
130.000,-
* Tarief begroting 2011, projectmedewerker dienst Welzijn, tariefgroep 2 met werkplek ** Tarief begroting 2011, beleidsmedewerker dienst Welzijn, tariefgroep 2 *** Bedrag is op basis van een schatting van de tarieven van de kernpartners
Kortom er kan 1 fte aanjaagfunctie voor de nieuwe brede scholen aandachtswijken en het speciaal onderwijs gefinancierd worden binnen het gemeentelijke structurele budget.
19
De functie coördinatie brede school aandachtswijken en niet aandachtswijken is des kernpartners van de brede school en wordt niet gefinancierd binnen bestaande gemeentelijke budgetten. Slimme verbindingen Naast het geoormerkte budget ad € 65.000 voor de brede school zullen er slimme verbindingen gelegd worden met andere budgetten op het gebied van jeugd en onderwijs. Onderstaand een korte opsomming van budgetten welke de doelstellingen van de brede school onderschrijven en mogelijk ingezet kunnen worden voor de Brede School in aandachtswijken. GOA Zowel bij de gemeente als het rijk is sprake van forse bezuinigingen op het GOA-budget. Deze ontwikkelingen maken het noodzakelijk het beleid voor GOA te herzien vanaf het schooljaar 2011-2012. De herziening van dit beleid sluit aan bij de harmonisatie kinderopvang/peuterspeelzalen/ VVE en bij de herijking van het beleid voor brede scholen; beleid gericht op de vergroting van de ontwikkelingkansen van kinderen van 0 tot 12 jaar. De visie van het GOA houdt in: kinderen ondersteunen die door opvoeding of omgeving onvoldoende zijn voorbereid op het leren op school of tijdens hun schoolloopbaan onvoldoende gestimuleerd worden. Deze visie sluit aan bij het doel van de brede school om ook de cognitieve ontwikkeling van kinderen in aandachtswijken. Derhalve kan er een beroep worden gedaan op de GOA middelen. Wij denken daarbij vooral aan de budgetten voor taalachterstand. Sport en Cultuur Door de inzet van de combinatiefuncties sport en cultuur kunnen sport- en cultuuractiviteiten voor kinderen in aandachtswijken tijdens en na schooltijden worden georganiseerd. Mogelijk dat er in de toekomst door herijking van het cultuurbeleid extra middelen beschikbaar komen voor cultuureducatie. Veilig en gezond opgroeien/jeugd en veiligheid Voor de bevordering van de sociaal – emotionele ontwikkeling van kinderen kan een beroep worden gedaan op de budgetten van veilig en gezond opgroeien en jeugd en veiligheid. Jaarprogramma Het verdient aanbeveling om een jaarcyclus op te stellen waarin alle belangrijke momenten voor de brede scholen aangegeven zijn. Daarmee wordt een meer uniforme aanpak tot stand gebracht. Om bedrijfsmatige redenen verdient het de voorkeur om te werken met kalenderjaren in plaats van schooljaren 6.3. Verdeling van de budgetten 2012 aandachtswijken De beschikbare budgetten voor brede scholen zullen worden verdeeld naar rato van het aantal kinderen uit de tien aandachtswijken. In aantallen en percentages binnen de huidige en toekomstige brede scholen levert dit het volgende beeld op:
20
Brede scholen
Kinderen uit 10 aandachtswijken
Bestaand Bilgaard Vrijheidswijk Oud-Oost Heechterp-Schieringen Potmarge Aldlan Camminghaburen Zuiderburen Zuidlanden Wytgaard
43 145 709 132 46 53 32 2 0 0
nog te ontwikkelen nijlan/huizum westerparkwijk/binnenstad/transvaal vogel/muziekwijk/valerius/westeinde Lekkum
193 121 58 27
speciaal onderwijs
121
Totaal
1682
De aantallen zijn ontleend aan de leerlingenadministratie van het basisonderwijs, dus in de leeftijd 4-12 jaar. Het aantal kinderen in aandachtswijken bedraagt circa 20% van het totale aantal kinderen in geheel Leeuwarden in deze leeftijdscategorie. Het overzicht laat zien dat de kinderen uit de tien aandachtswijken vooral geconcentreerd zijn in de wijken in Oud-Oost. Verder valt op dat relatief veel kinderen afkomstig uit Valeriuskwartier en Nijlan in Leeuwarden West naar school gaan. In deze gebieden is op dit moment nog geen brede schoolontwikkeling. Deze zullen de komende jaren ontwikkeld moeten worden. Opvallend is verder het aantal kinderen uit de aandachtswijken die op het speciaal onderwijs zitten (SO, SBO, Renn4). Voor deze zeer kwetsbare groep uit aandachtswijken zal het brede schoolconcept de komende jaren nader ingevuld moeten worden. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de ontwikkelingen rondom passend onderwijs. De inzet van de afzonderlijke budgetten en tienerwerk vindt evenals in voorgaande jaren plaats in nauw overleg met de betrokken partners. Op hoofdlijnen worden daarover jaarlijks binnen het LEJA afspraken gemaakt. Binnen de diverse projectgroepen wordt dit uitgewerkt in concrete activiteiten, vertaald in een jaarlijks activiteitenprogramma. De coördinator vervult hierin een belangrijke rol. Het gaat om activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. Een substantieel deel daarvan moet ten goede komen aan de peuters en kleuters .Binnen brede scholen met relatief weinig kinderen uit aandachtswijken en dus minder budget worden activiteiten zoveel mogelijk voor de doelgroep uitgezet of samenwerking gezocht met naburige brede scholen. Om de budgetten niet te veel te versnipperen wordt voorgesteld een ondergrens van 25 kinderen uit aandachtswijken te hanteren bij toekenning van budgetten. 6.4. Budget Brede Scholen niet aandachtswijken De brede school met kinderen uit niet-aandachtswijken is zelfvoorzienend en krijgt geen middelen voor coördinatie en activiteiten. Daarom zal naar alternatieve financiering
21
moeten worden gezocht. Een niet-limitatieve opsomming waar dat gevonden zou kunnen worden: 1. Invoering van andere schooltijden zoals continurooster kan in combinatie met een verruimd BSO-programma een goede basis bieden voor dit type brede school. Het budget dat daarmee vrijkomt -de overblijfvergoeding aan scholen (€23,44 per leerling) variabel - kan ingezet worden om het naschoolse programma te financieren. 2. De middelen voor versterken cultuureducatie in het onderwijs (€10,90 per leerling). 3. Tienerwerk is in vrijwel iedere wijk actief. De koppeling met de brede school ook in niet aandachtsgebieden ligt voor de hand. 4. Inzet van basisaanbod ouderondersteuning vanuit CJG . 5. Bijdragen van stichtingen, maatschappelijke ondernemingen, wijkpanels, specifieke acties. 6. eigen middelen deelnemende organisaties; bijvoorbeeld de inzet van de vrijkomende tijd door het uitvoeren van beweegonderwijs door combinatiefunctionarissen sportonderwijs cf. afspraak convenant. (maximaal 3,7 fte met ingang van 2012) . 7. eigen bijdrage ouders. 8. inzet van vrijwilligers, stagiaires, maatschappelijke stages, leer- en werktrajecten. Het ROC Friese Poort heeft bijvoorbeeld het aanbod gedaan om brede scholen te ondersteunen in de vorm van stages op terreinen van onderwijsassistenten, spw huiswerkbegeleiding, sport, cultuur. De inzet van de alternatieve financieringsbronnen hoeft overigens niet beperkt te blijven tot de niet-aandachtswijken maar kan ook in de aandachtswijken een extra impuls voor de brede scholen opleveren. 6.5. Overgangsjaar 2011 2011 is een overgangsjaar met de start van het nieuwe beleidskader. Het voorstel is (reserve budgetoverheveling) om van middelen die in 2010 resteren een deel over te hevelen naar 2011 voor het betalen van al aangegane verplichtingen. Voor de periode augustus 2011 tot januari 2012, de laatste 5 maanden zal een beroep worden gedaan op het GOA-budget. Er zal nader bekeken worden welke activiteiten, in deze overgangsperiode ter voorbereiding op het nieuwe beleidskader in 2012 ontwikkeld moeten worden. Wat is nieuw?
Vaste verbinding tussen diverse financieringsbronnen en brede scholen Meerjarig perspectief Werken met kalenderjaren ipv schooljaren Hoogte van budgetten wordt gekoppeld aan het aantal kinderen uit aandachtswijken Brede scholen in niet-aandachtswijken dragen zorg voor eigen financiering Gemeente financiert alleen aanjager en consultatiefunctie. Uitvoering en financiering coördinatiefunctie is taak van de kernpartners
22
HOOFDSTUK 7. AANVULLENDE ONDERWERPEN 7.1 Huisvesting De gemeente Leeuwarden heeft de afgelopen 10 jaar fors geïnvesteerd in onderwijshuisvesting. Het leeuwendeel is besteed aan de noodzakelijke herhuisvesting van het voorgezet onderwijs als gevolg van de decentralisatie van rijk naar gemeenten. De middelen voor het primair onderwijs zijn ingezet voor projecten in de nieuwbouwwijken en het verbeteren/nieuwbouw van diverse locaties tot brede school. Op onderwijshuisvesting is er een incidenteel tekort ontstaan in het financieren van de jaarschijven 2011 en 2012. Het tekort in de jaarschijven 2011 en 2012 is ontstaan aan de inkomstenkant door achterblijvende indexatie van het gemeentelijke budget, teruglopende leerlingenaantallen, oplopende OZB -lasten en een gemeentelijke ombuiging van € 20.000, - per 2011. Vanaf 2013 ontstaat geleidelijk meer investeringsruimte. Naar aanleiding hiervan vindt er op dit moment een heroriëntatie plaats over de projecten waar al middelen beschikbaar zijn gesteld en over projecten die zijn opgenomen in de meerjarenraming maar waarvoor door gemeenteraad nog geen krediet beschikbaar is gesteld. De ontwikkelingen rondom de brede scholen, vooral de fysieke kant, zullen worden opgenomen in het nieuwe kaderstellende nota “Brede scholen onder dak” In deze nota zullen ook de ontwikkelingen in het kader van het gemeentelijke maatschappelijk vastgoed, gymnastiekonderwijs, passend onderwijs en de gevolgen van de harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk moeten worden opgenomen. De nieuwe kadernota wordt ontwikkeld in samenwerking met de schoolbesturen en de betrokken instellingen. 7.2 Beweegonderwijs Gymnastieklokalen zijn niet langer alleen en exclusief bestemd voor bewegingsonderwijs. Er wordt tegenwoordig veel meer aansluiting gezocht bij andere welzijnsfuncties. Ook de combinatie functionarissen sport en in mindere mate de combifunctionarissen cultuur vragen om ruimte voor activiteiten binnen de brede school in de bestaande accommodaties. Schoolgebouw en gymnastieklokaal vervullen een zelfstandige functie in het samenspel met andere instellingen en organisaties in het kader van de brede school. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de brede school in Heechterp/Schieringen waarbij het gymnastieklokaal (bouwkundig) is ingepast in andere voorzieningen, zoals het peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, buitenschoolse opvang, muziekonderwijs, drama en dans en de op de wijk gerichte activiteiten (digitaal trapveld). In de toekomst zullen nieuwe gebouwen/gymlokalen worden gerealiseerd die niet louter en alleen geschikt zijn voor basis- of voortgezet onderwijs, maar waarbij in het ontwerp al rekening wordt gehouden met multifunctioneel gebruik. De kosten voor het multifunctionele gebruik (exploitatiekosten) komen voor rekening van de brede school(schoolbesturen en/of na/naastschoolse instellingen). 7.3 Koppeling brede school-CJG-sociaal wijkteam In het plan CJG is als voorwaarde vastgelegd de koppeling van het CJG met de brede school. In het kader van de ontwikkelingen van de Jeugdamaryllis tot 12 jaar kan de koppeling met de sociale wijkteams, welke in de aandachtswijken door de gemeente en welzijnsinstellingen worden opgestart daaraan toegevoegd worden. Het CJG heeft als taak om voor kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar laagdrempelige opvoed- en opgroeiondersteuning te bieden. Onderwijs en opvang zijn belangrijke partners van het CJG. Via het onderwijs kunnen in principe alle kinderen en bij jonge kinderen ook de ouders voor informatie en advies bereikt worden. Onderwijs heeft als
23
geen ander de kinderen in beeld en heeft ook een signaleringsfunctie als het gaat om persoonlijke problemen en in het verlengde daarvan problemen die gerelateerd zijn aan de thuissituatie. Uit de ervaringen met het frontlijnteam Heechterp-Schieringen blijkt dat het frontlijnteam/sociaal wijkteam regelmatig wordt geconfronteerd met problemen waar kinderen bij betrokken zijn vooral in de thuissituatie. CJG, brede school en sociaal wijkteam hebben met elkaar gemeen dat zij allemaal erop gericht zijn problemen van kinderen te voorkomen. Dit vanuit de gedachte dat voorkomen beter is dan genezen. Maar verschillen zijn er ook: De brede school werkt vooral vanuit de organisaties van onderwijs, opvang, welzijn, sport en cultuur en houdt zich bezig met het organiseren en uitvoeren van collectieve preventieve activiteiten. Het CJG opereert vooral curatief op casusnivo, Daarnaast wordt vanuit het CJG het collectieve en individuele aanbod van ouderondersteuning uitgezet. Aan het CJG nemen aan de zorg gerelateerde professionals deel. Het is de bedoeling om in elke wijk een CJG te realiseren. Het sociaal wijkteam werkt sterk persoonsgericht en vanuit de wijk. De insteek is vooral curatief en niet exclusief voor kinderen en jongeren. Verschillende welzijnsorganisaties zijn vertegenwoordigd in het sociaal wijkteam van social workers. De sociale wijkteams zijn alleen in de aandachtswijken actief. Voor de rest van de stad wordt een stedelijk team geformeerd. Deze verschillen maken het lastig om de drie functies over één kam te scheren en te organiseren. De pilots met brede school en CJG in Oud-Oost en Heechterp-Schieringen hebben dat wel duidelijk gemaakt. Aan de andere kant komen er uit alle drie onderdelen een heleboel signalen die onderling verbonden moeten worden en omgezet in aanbod van activiteiten of concrete acties. Die verbinding kan het beste door de trekkers van de verschillende onderdelen gelegd worden in een regulier overleg. Tijdens dat overleg kunnen bijvoorbeeld signalen vanuit het sociaal team en/of CJG vertaald worden naar concrete activiteiten. Andersom kunnen individuele problemen die bij brede schoolactiviteiten aan de orde komen doorgeleid worden naar CJG of sociaal team. Verder is het wenselijk incidenteel brede school, CJG en/of sociaal team aan elkaar te koppelen rondom een specifiek thema dat in de wijk speelt. Dit kan ook tot een jaarlijks terugkerende gezamenlijke bijeenkomst leiden. Het driehoeksoverleg tussen de coördinatoren brede school-cjg-sociaal team neemt daartoe het initiatief.
Wat is nieuw?
De coördinatoren CJG-brede school- sociaal wijkteam zijn verantwoordelijk voor het leggen van de verbindingen in de uitvoering daar waar het betreft een kindeen hulverlener – een plan.
Gebouwen en ruimten worden nog meer multifunctioneel ingezet.
24
HOOFDSTUK 8 SAMENVATTING: NIEUWE BELEIDSKADER Onderstaand een samenvatting van wat is nieuw? Wat is nieuw? Ambities
Drie varianten brede school Kindcentrum als stip aan de horizon voor de brede school Focus op de kinderen uit de 10 aandachtswijken uit het collegeprogramma. Deze brede scholen krijgen extra impulsen. Criterium is het aantal kinderen wat uit deze wijken de brede school bezoeken. Nader onderzoek en verkenning naar keurmerk brede scholen. Brede scholen met kinderen uit aandachtswijken aan moeten voldoen. Overige brede scholen kunnen ervoor kiezen dit keurmerk te verkrijgen
Rol en sturing
Rol van de gemeente meer op afstand: regie op samenwerking Kernpartners meer inhoudelijk betrokken en verantwoordelijk voor de brede school Kernpartners ontwikkelen visie en uitwerkingsplan per brede school en zorgen voor verankering 1 aanjager en ontwikkelaar brede scholen aandachtswijken door de gemeente Coördinatie brede school aandachtswijken en niet aandachtswijken is een aangelegenheid van de kernpartners brede school
Financiering
Vaste verbinding tussen diverse financieringsbronnen en brede scholen Meerjarig perspectief. Werken met kalenderjaren ipv schooljaren Hoogte van budgetten wordt gekoppeld aan het aantal kinderen uit aandachtswijken Brede scholen in niet-aandachtswijken dragen zorg voor eigen financiering Gemeente financiert alleen aanjager en consultatiefunctie. Uitvoering en financiering coördinatiefunctie is taak van de kernpartners brede school
Ontwikkelingen
De coördinatoren CJG-brede school- sociaal wijkteam zijn verantwoordelijk voor het leggen van de verbindingen in de uitvoering daar waar het betreft een kindeen hulpverlener – een plan.
Gebouwen en ruimten nog meer multifunctioneel inzetten.
25
AFKORTINGEN CJG VVE Wet oke LEJA GOA SO SBO Renn 4 BSO
Centrum voor jeugd en gezin Voor- en Vroegschoolse Educatie Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Leeuwarder Educatieve Jeugd Agenda Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid Speciaal Onderwijs Speciaal school basisonderwijs Regionaal educatiefcentrum Noord Nederland buitenschoolse opvang
26