Brazilië: Overzicht kansrijke sectoren
| 31-08-2012 | 1 - 18
Inhoudsopgave Inleiding
3
Agrofood
4
Binnenvaart
4
Biofuels
5
Chemie
5
Creatieve industrie
6
Grondstoffen
7
Havens
7
High-tech, life sciences, technologie en wetenschap
8
Luchthavens
8
Milieutechnologie
9
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
10
Olie & Gas / Offshore
10
Scheepsbouw
12
Solar Energy
12
Sport WK / OS
13
Stedelijk transport
14
Toerisme
14
Tuinbouw & Uitgangsmateriaal
15
Water
16
Wind Energie
17
Contact informatie
17
Colofon
18
2
Inleiding Het zelfbewustzijn van Brazilië is de laatste jaren flink gegroeid, het land wint internationaal aan aanzien, de Brazilianen hebben vertrouwen in hun situatie en president Dilma Rousseff, begin 2011 aangetreden, is zeer populair. De groei van de Braziliaanse economie is echter, na enkele goede jaren zoals de 7% in 2010, door de internationale groeivertraging in 2011 teruggevallen; de groeiverwachting voor 2012 ligt op rond de 3% en op 4-5% voor de jaren 2014, 2015 en 2016. De werkloosheid van minder dan 6% ligt op een historisch laag niveau, de middenklasse groeit (van 34% in 2004 naar 54% in 2011), de scherpe inkomensongelijkheid is wat teruggedrongen, inflatie blijft binnen de perken en het begrotingstekort en overheidsschuld onder controle. Grote economische projecten dienen zich aan zoals de olie- en gasinvesteringen voor de kust (Présal), de inhaalslag op het gebied van infrastructuur (havens, luchthavens, etc.), de wereldkampioenschappen voetbal in 2014 en ook de Olympische Spelen van Rio in 2016 bieden kansen voor Braziliaanse bedrijven en buitenlandse investeerders en leveranciers. Aan de andere kant wordt het land gekenmerkt door een hoge mate van bureaucratie, corruptie, hoge kosten van financiering, een complexe arbeidsmarkt en een ingewikkelde belastingwetgeving. Plaats 126 die de Wereldbank aan Brazilië toedeelt in Doing Business 2012 is daar de getuige van. Het is lastig voor nieuwe buitenlandse bedrijven de Braziliaanse markt te penetreren. Echter zodra toegang is verzekerd, compenseren de aantrekkelijke omzetgroei en winstmarges veel. Door de hoge kosten van zakendoen, maar ook door de appreciatie van de Real ten opzichte van de Euro en de Dollar, ondervindt Brazilië grote problemen met de afzet buiten de landgrenzen. De tanende concurrentiekracht leidt tot een terugloop in industriële productie wat leidt tot de reflex allerlei beschermende maatregelen te nemen. In sommige industriële sectoren kunnen local content eisen oplopen tot wel 70% en Braziliaanse aanbieders kunnen een overheidstender winnen ook al is deze tot 25% duurder dan die van buitenlandse aanbieders. Echter aan de echt belangrijke zaken die de concurrentiepositie aantasten, zoals de hervorming van de belastingen en de arbeidsmarkt komt men niet toe zo betogen critici. Er is veel te winnen én te verliezen voor het Nederlandse bedrijfsleven in Brazilië. Naar land van oorsprong gerekend behoort Nederland tot de belangrijkste buitenlandse investeerders in Brazilië. De bilaterale handel in goederen en diensten is met zo’n 10 miljard euro omvangrijk. Veel grote Nederlandse bedrijven hebben vestigingen en belangen in Brazilië en dat geldt ook voor nog veel meer kleine bedrijven. Om goede zaken te doen in deze aantrekkelijke maar ook moeilijke markt, dient men zich goed bewust te zijn van de lokale wet- en regelgeving en de manier van zakendoen. Het kiezen van een goede partner is daarbij veelal essentieel en een belangrijke investering vooraf. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke initiële investering eisen stelt aan de financiële draagkracht van het bedrijf.
3
Agrofood Door een overvloed aan land, water en zon is Brazilië zeer geschikt voor landbouw. De agrarische sector draagt een kwart bij aan het bruto interne product en is goed voor 30% van de werkgelegenheid. Brazilië is voor veel agrocommodities (een van) de grootste producent(en) ter wereld, met name suiker, soja, mais, pluimveevlees, rundvlees, koffie, sinaasappelsap, hout en cellulose. In veel van deze ‘high volume, low value’ agro-commodities is Brazilië de grootste exporteur ter wereld (totale exportwaarde in 2011 bedroeg ruim 72 miljard Euro, Rotterdam is 3e bestemming). Desondanks is het overgrote deel van de productie (gemiddeld tweederde tot driekwart) bestemd voor de (sterk groeiende) interne markt. Omdat er nog vele miljoenen hectares land beschikbar zijn, grote stukken land intensiever gebruikt kunnen worden (met name de rundvlees productie is nog zeer extensief), en zoet water ruim voorhanden is, zal de landbouwproductie de komende jaren verder toenemen. Verduurzaming van agro-ketens is daarbij van cruciaal belang. De ingewikkelde wetgeving rondom de import van dierlijke en plantaardige producten (sanitaire en fytosanitaire maatregelen) leidt vaak tot een non-tarifaire belemmering. Hoewel voor veel producten wel handel plaats vindt, zou de export aanzienlijk groter zijn als regels minder complex en de communicatie door de Braziliaanse overheid meer adequaat zouden zijn. Rotterdam staat in de top drie als bestemming van Braziliaanse export van agrocommodities. Diverse Braziliaanse agrobedrijven hebben een vestiging in Nederland (bijvoorbeeld Cutrale (sinaasappelsap), BrasilFoods (vlees) en Grupo Maggi (soja)). De bij import van agrarische producten geldende sanitaire- (voor dieren) en fytosanitaire (voor planten) eisen, zijn vaak aan wijzigingen onderhevig. Communicatie door de Braziliaanse overheid over wijzigingen is ronduit slecht. Brazilië is een groot land, met een eigen cultuur van zakendoen, waardoor informatieverstrekking aan nieuwkomers op de markt belangrijk is. Daarbij spreken veel Brazilianen geen Engels, en zijn websites vaak in het Portugees. De mate van bureaucratie is hoog, er zijn ingewikkelde importprocedures Door relatief lage kosten van de factoren grond en arbeid, is Brazilië concurrerend in de productie van een groot aantal commodities (zie hierboven). De kansen voor Nederland liggen met name aan het begin van de keten (veevoer, dierlijke genetica en zaden (zie ook Tuinbouw en Uitgangsmateriaal), en aan het eind van de keten: machines voor ver-/bewerking in de voedselverwerkende industrie voor extra toegevoegde waarde. In die laatste groep dient echter rekening te worden gehouden met substantiële voordelen voor lokale producenten. Verder zullen door de toenemende koopkracht consumptiepatronen veranderen, met onder andere hogere kwaliteitseisen, waardoor er kansen zijn voor export van producten in het luxe segment.
Binnenvaart Brazilië beschikt over ruim 60.000 kilometer bevaarbare waterwegen waarvan nog te weinig gebruik wordt gemaakt. In 2005 werd ruim 60 procent van het totale goederenvervoer vervoerd over de weg, zo´n 25% per trein en rond 10% per schip. Volgens het Nationale Logistieke Transport Plan moeten, in 2025 deze verhoudingen ongeveer gelijk zijn getrokken. Verwacht wordt dat komende 15 jaar jaarlijks gemiddeld 9,9% meer uit de Braziliaanse havens wordt geëxporteerd. PAC 2 voorziet structurele projecten voor de volgende strategische waterwegen: Amazonas/Madeira, Araguaia/Tocantins, Telis Pires/Tapajós, Paranaíba, São Francisco, Tietê/Paraná, Paraguai e Taquari/Jacuí. Geschat wordt dat de totale investering voor de Braziliaanse binnenvaart 30 miljard Reais aan investering 4
nodig is voor de komende 5 jaar. Dit bedrag moet gedeeltelijk gehaald worden uit private investeringen en er wordt gezocht naar intelligente en innovatieve oplossingen om een structurele oplossing voor deze sector te bewerkstelligen. Er bestaat grote sympathie voor de Nederlandse kennis en technologie bij zowel Antaq, MoT en SEP, waar nog meer gebruik van kan worden gemaakt. In het 10 jaar jubileumrapport van Antaq wordt zelfs gemeld: “O seminário que abordou comparativamente hidrovias e navegação interior na Holanda e Brasil, em 2009, foi um marco definitivo que consolidou as bases de convicção do setor aquaviário brasileiro”. Mogelijkheden bestaan voor bedrijven actief in de scheepvaart, intermodaal en multimodaal transport, logistiek en trainingen/opleidingen voor deze sector. Concurrenten voor het NL bedrijfsleven zijn België (Antwerpen), Amerika (Mississippi) en Spanje (Barcelona).
Biofuels Sinds midden jaren ’70 is Brazilië een grote producent van bio-ethanol, momenteel is het de tweede producent, na de VS. Ethanol wordt gemaakt uit rietsuiker (in de VS voornamelijk uit mais). Gedurende enkele jaren exporteerde Brazilië ethanol, o.a. naar Rotterdam, maar door lagere oogsten als gevolg van weersinvloeden en een achtergebleven aanplant, alsmede de onverminderd sterke interne vraag, was Brazilië in 2011 een netto-importeur van ethanol. De laatste jaren is de productie van biodiesel (voor de lokale markt) sterk toegenomen. Biodiesel wordt voornamelijk gemaakt uit soja(olie), en ook hier is de lokale vraag groter dan het aanbod. Regelmatig verschijnen er in de (Nederlandse) media verhalen over (vermeende) negatieve effecten van de (uitbreiding van de) productie van biobrandstoffen in Brazilië, hetgeen in het verleden meerdere keren tot Kamervragen heeft geleid. Door de overvloedige aanwezigheid van land, water en zon, is door fotosynthese in Brazilië veel biomassa voorhanden. Beperkingen aan het gebruik van deze biomassa voor productie van biobrandstoffen zijn o.a. de hoge interne transportkosten (logistieke uitdaging). Daarnaast zijn er kansen voor hightech bedrijven die enzymen maken om ligno-cellulose makkelijker en efficiënter om te zetten in bioethanol, of die biomassa(producten) gebruiken voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld biopolymeren.
Chemie Brazil has a capacity problem in many sectors and stimulates domestic valueadding industry. “Chemistry is everywhere”. In 2010 her chemical industry showed a turnover of USD 130 billion (2.4% of GDP), ranking nr 7 on world list. NL with USD 73 billion took the 12th position. This sector is the 4th biggest in Brazil. In 2010 Brazil counted 988 factories in mainly BA, MG, SP, RJ, SP, PR, SC and RS. Asset investments mounted in that year approx. USD 26 billion. The chemical industry in Brazil has a relative long history. In 1520 the first sugar processing plants were established in Bahia; salt production since 1662 and since 1702 Brazil is producing potassium nitrate. Food chemical processing plants dates back to 1881 with F. Matarazzo, at present part of British Tate & Lyle. Since 1911 (Bayer, Germany) foreign chemical multinationals enter Brazil: e.g. Rhodia, Kodak, Esso, Pirelli, Merck, ICI, Lever, Solvay, Roche, DuPont, Johnson & Johnson, AkzoNobel, Sandoz and Eli Lilly. The chemical industry in Brazil is facing global industry trends of specialization, concentration and denationalization as well. M&As are rapidly changing the landscape of legal ownership of companies or some of their divisions (e.g. sales of DSM Elastomers to German Lanxess in 2011). Application-driven opportunities for niche-suppliers of chemicals, consumables and affiliated equipment (e.g. filters, valves, processing) for e.g. the sectors pharmacosmeticals, fertilizers, F&B, paints, paper/pulp, water treatment, civil construction, automotives and ICT. 5
Creatieve Industrie Het belang van de sector ‘Economia Criativa’ voor de Braziliaanse economie, krijgt de afgelopen jaren steeds meer aandacht in het lokale en federale beleid. Zowel de gemeente Sao Paulo als de staat Rio hebben een aantal studies uitgevoerd naar het relatieve belang van de sector, en op basis daarvan plannen ontwikkeld om de sector te ondersteunen door oa oprichten speciale units gericht op de creatieve sector. Op federaal niveau is binnen het ministerie van cultuur een apart secretariaat voor dit thema opgezet en een strategie ontwikkeld ten aanzien van de Braziliaanse creatieve industrie waarbij een ruim aantal ministeries een rol zullen gaan spelen. Het doel van het nieuwe beleid is het stimuleren van de creatieve sector en is gebaseerd op sociale insluiting, duurzaamheid, innovatie en m.n. de rijke culturele diversiteit die Brazilië kenmerkt. Het belang van de sector wordt niet alleen gezien in het genereren van werkgelegenheid, maar vooral ook in de capaciteit van de sector om andere sectoren positief te beïnvloeden en daarbij innovatie, modernisering en verbetering van het concurrentievermogen te stimuleren. De beste kansen zijn momenteel te vinden in de design en architectuur. De Braziliaanse markt opent zich langzaam voor buitenlandse initiatieven, en vooral bij jongere Brazilianen is de belangstelling groot. De modewereld is relatief nog weinig internationaal georiënteerd, al vinden -vanwege de snel groeiende middenklasse- veel grote gevestigde Europese modehuizen en –ontwerpers al wel hun weg naar de Braziliaanse markt. Voor kleinere ontwerpers met nog onvoldoende naamsbekendheid is de markt zeer lastig toegankelijk vanwege de zeer hoge importtarieven dat zich in hoge verkoopprijzen vertaalt en hoge kosten voor eventuele lokale kledingproductie. Er is zeker een groeiende belangstelling voor jonge, bekende Nederlandse ontwerpers, maar het is niet eenvoudig om dit in marktaandeel om te zetten. Sectoren als gaming en nieuwe media zijn o.a. in centra als Rio en Recife in opmars en van belang. De concurrentie van andere landen is groot. Traditioneel – gezien de afkomst van een groot deel van de Brazilianen - heeft Brazilië een goede band met landen als Italië, Frankrijk en Duitsland, en dit uit zich ook in het aantal bedrijven uit deze landen dat reeds een gevestigde naam heeft opgebouwd in Brazilië. Het potentieel voor Nederlands bedrijfsleven moet verder onderzocht worden. Deelname aan evenementen en projecten die niet direct vertaald kunnen worden in financieel profijt, is de belangrijkste manier om een reputatie op te bouwen die de basis kan vormen voor toekomstig zakelijk succes. Samenwerking met belangrijke opleidingsinstituten en met organisatoren en curatoren van belangrijke evenementen is essentieel. Instrumenten zoals eerder elders ingezet zoals ‘Design work space’ of aansluiten bij bestaande Braziliaanse initiatieven zoals Centro Design Rio, met o.a. FIRJAN, SEBRAE en nationaal technologisch instituut zijn voorbeelden die verder nagelopen moeten worden op potentieel voor BraziliaansNederlandse samenwerking
Grondstoffen Brazilië is na Canada de grootste exporteur van ijzererts ter wereld. Volgens recente gegevens van het Braziliaanse Instituut voor Mijnen (Ibram) stond de Braziliaanse mijnbouwsector garant voor een opbrengst van rond U$ 50 miljard in 2011; een stijging van 28% in vergelijking met 2010. In 2011 werkte er in totaal 165 duizend arbeidskrachten in deze sector. Het instituut verwacht dat zowel in 2012 als in 2013 de sector 5 tot 8% zal groeien. De oorzaak hiervan is niet een prijsstijging van metalen en mineralen, maar de verwachte productietoename van ijzererts, goud en koper, als gevolg van een geplande investering van US$ 65,8 miljard in de mijnbouw tussen 2011 en 2015. Hoewel deze prognose positief is, hangt Braziliaanse mijnbouw sterk af van de wereldeconomie, vooral van de industriële groei in China.
6
Vale is het grootste mijnbedrijf in het land. Het is actief in 14 deelstaten en heeft een uitgebreid logistiek netwerk van spoorwegen en havens. Andere belangrijke Braziliaanse partijen zijn Usiminas, CSN, MMX e da Gerdau. Internationale mijnbedrijven actief in Brazilië zijn BHP Billiton en Mirabela Nickel (beide uit Australië), Rio Tinto (UK), Jaguar Mining (VS). Het is moeilijk in te schatten wat de kansen zijn voor Nederlandse ondernemers in de mijnbouwsector, hoewel dit een enorme markt in Brazilië is. Een recent rapport, opgezet in opdracht van de Nederlandse ambassade in Brasília, had tot doel een beter zicht te krijgen op de Braziliaanse situatie rondom zeldzame aardmetalen en de kansen die deze biedt voor Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen. Het rapport identificeerde de volgende gerelateerde toepassingen van zeldzame aardmetalen: permanente magneten voor de energiesector, LED-verlichting voor de hightech-sector en katalysatoren voor de chemiesector. Nederland heeft expertise op het gebied van toepassing, winning, recycling en substituering van zeldzame aardmetalen, welke in Brazilië van pas zou kunnen komen. Daarnaast zou Nederland een bijdrage kunnen leveren in de verduurzaming van de Braziliaanse mijnbouw. Het rapport concludeert dat er echter nog nader onderzoek dient te worden verricht om meer helderheid te krijgen over het economische belang van Braziliaanse zeldzame aardmetalen voor de Nederlandse economie.
Havens Er bestaan in Brazilië op dit moment 45 publieke havens en 131 private haventerminals. De Braziliaanse overheid gaat de komende jaren minstens BR$500 miljoen investeren in uitbreiding en modernisering van 22 havens die in overheidshanden zijn en door hun inefficiënt beheer en achterlopende infrastructuur zowel lokaal als internationale slecht staan aangeschreven. Petrobrás heeft onlangs aangekondigd dat de haven van Rio de Janeiro de uitvalsbasis wordt voor activiteiten in het Santosolieveld, zoals havens ten noorden van Rio en in Espírito Santo, voor al zijn noordelijk gelegen offshore olievelden. De 1.450 meter kade die hiervoor zal worden aangepast zal, naar verwachting, tussen nu en 2016 een aantal van de 600 scheepsbewegingen per maand moeten verwerken. Daarnaast wil Petrobrás ook in Espírito Santo en São Paulo (Guarujá) extra haventerminals bouwen ten behoeve van aan en afvoer van olie, gas en materieel. Verder ontwikkelt de EBX-groep het havencomplex Porto Açu in het noorden van de deelstaat Rio de Janeiro en investeert Vale in uitbreiding van de eigen vloot en in waterwegen en havenfaciliteiten voor de export van zijn mijnbouwproducten. Op dit moment zet het Ministerie EL&I, samen met het Braziliaanse Ministerie van Transport en SEP, een nieuwe MoU voor Havens, Binnenvaart en Logistiek op, wat een nieuwe impuls voor de sector zal betekenen. Het MoU voorziet een werkgroep en de eerste bijeenkomst kan dit jaar al plaatsvinden. Aan deze werkgroepbijeenkomst zullen ook bedrijven deelnemen. Men name liggen er kansen op de volgende gebieden: • In partnerships of zelfstandig investeren in lokale productie/ontwikkeling en levering van technologie. • (Lokaal) opleiden/trainen van gekwalificeerde krachten voor werven, drijvend materieel en toeleveranciers. • (Adviseren over en) ontwikkeling en uitvoering van havens en andere maritieme bouwprojecten. • (Adviseren over en assisteren bij) introductie van keuring, certificering en stroomlijning van processen in de scheepsbouw en maritieme (bouw)sector. • Gelet op de sterke internationale concurrentie, dient Nederland zich nadrukkelijker dan tot nu toe het geval is geweest in de Braziliaanse markt te profileren en onderscheiden van de concurrentie. De beoogde nieuwe opzet van Holland Marine House Brazil voorziet in nauwere samenwerking met het Consulaat-Generaal in Rio teneinde optimale synergie te bereiken tussen dit
7
particulier initiatief en de activiteiten van het postennet ter ondersteuning en positionering van de Nederlandse maritieme sector in de Braziliaanse markt.
High tech, life sciences, technologie en wetenschap The current Brazilian government understands that the country should not only rely on exports of commodities. A more sustainable and consistent growth depends on the promotion of a balanced economy with sufficient added value creation and a certain level of industrialization of the country should be part of this. These intensions of government are directly linked to investing in education, international cooperation in science and technology and development of new policy and legislation. On the other hand, the Dutch strategic bilateral agenda identifies Brazil as a priority country for several sectors including cooperation in science and technology. There is no doubt about the opportunities in Brazil for Dutch companies, universities and research centers working in innovative sectors. Many countries already enjoy a strong technological cooperation with Brazil. Today, UK and Germany can be considered the main Brazilian partners in science, based on the number of agreements signed. At the end of 2011, Brazilian President Dilma Rousseff launched a programme called ‘Science without Borders’ which aims to send Brazilian students to study science, technology and engineering in foreign countries by the end of her term. The SWB programme will provide about 100,000 student-year fellowships for students and researchers to have the opportunity to study or do research at top universities around the world. Half will be realised in cooperation with the USA and the other half with countries from Europe. This programme aims to increase the mobility of students and scientists, trying to build skills that are necessary to fully insert the Brazilian economy into the world knowledge-economy. Kansen bestaan voor Nederlandse instituten en bedrijven die beschikken over, en de ambitie hebben internationaal samen te werken op de onderwerpen van onderzoek, technologie, innovatie, hoger onderwijs en de stap naar productontwikkeling in een opkomende economie als Brazilië.
Luchthavens Brazilië is veruit de grootste markt voor luchtvervoer in Zuid-Amerika met jaarlijks vervoer van ongeveer 65 miljoen passagiers intern en 4,5 miljoen passagiers op vluchten tussen de EU en Brazilië. Het land is één van de snelst groeiende luchtvaartmarkten ter werelden en heeft in totaal ongeveer 200 luchthavens en vele kleine vliegvelden. Van deze luchthavens vallen de 67 belangrijkste onder beheer van het Braziliaanse staatsbedrijf Infraero. De groei van 23 procent ten opzichte van 2009 creëerde in 2010 al structurele problemen (vertragingen door gebrek aan gates, afgelastingen en omleidingen van vluchten etc.), omdat sommige luchthavens al ver boven hun capaciteit opereren. Met de Wereldkampioenschappen voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in Rio de Janeiro in 2016 in het verschiet dreigt de situatie verder te verslechteren. De Braziliaanse overheid was hierdoor genoodzaakt drastische stappen te ondernemen om de luchthavens met spoed te moderniseren en uit te breiden. Er werd een budget vrijgegeven voor de WK van meer dan 2,5 miljard voor de 13 luchthavens in de 12 WK steden (uitbreiding van 11 luchthavens, constructie van één nieuwe luchthaven in Natal en constructie van een verkeerstoren in Recife); het Secretariaat van Civiele Luchtvaart (SAC) werd opgericht en de aanbestedingswet aangepast. Dit opende de weg om een belangrijke stap in de recente Braziliaanse privatiseringsgeschiedenis te nemen: op 6 februari, werden de concessies van 3 grote luchthavens geveild (Guarulhos, Viracopos en Brasília). Ondanks dat er grote bedrijven in de 11 consortia deelnamen aan de veiling, hebben relatief kleine spelers de concessies in handen gekregen, waaronder ACSA uit Zuid Afrika, Egis 8
Airport uit Frankrijk en de het Argentijnse Corporación América. Het bedrag dat door de consortiums moet worden neergelegd voor de concessies ligt rond EUR 11 miljard, 5 keer meer dan de overheid in eerste instantie had verwacht. Er is kritiek over het verloop van de concessieprocedure voor de drie luchthavens en er bestaat angst dat de winnende consortiums niet aan de verwachtingen kunnen voldoen. Hierdoor zullen waarschijnlijk veranderingen worden ingevoerd voor de volgende veilingen van de concessies van de luchthavens Galeão (Rio), Confins (Belo Horizonte) en Manaus. Eén van de voorwaarden was dat er een airport operator aan een consortium moest deelnemen dat minimum 5 miljoen passagiers per jaar vervoerd. ANAC wil dit criteria voor de volgende concessies verhogen. Hierdoor wordt het moeilijker voor kleinere en minder ervaren airport operators om aan de veilingen deel te nemen en nemen de kansen voor internationale gerenormeerde luchthavenoperators toe. Concurrenten van Schiphol zijn vooral Fraport, Flughaven Zürich AG, British Airports Authority (BAA), Brussels en Aeropuertos Espanõles y Navegación Aérea. Kansen voor Nederlandse bedrijven zijn er vooral waar het om luchthaven-management, ICT-systemen, logistieke, veiligheids- en trainingsproducten gaat.
Milieu technologie Migratie naar de Braziliaanse steden leidt tot toename van het afvalprobleem in urbane gebieden. De nieuwe afval wet die sinds 2010 van kracht is, verplicht alle gemeenten en deelstaten om voor juli 2012 een afvalplan gereed te hebben. Een nieuw element in het Braziliaanse afvalbeleid is 'Reverse Logistics' voor onder andere verpakkingen, afgedankte medicijnen, autobanden, kwikhoudende lampen en elektronisch afval. Of te wel, producenten en importeurs zijn (mede) verantwoordelijk voor het beheer van producten die door hen op de markt zijn of worden gebracht, dus ook het afvalbeheer. De ambitieuze doelen, waaronder gescheiden inzameling en een sterke beperking van afvalstorting moeten in augustus 2014 zijn gerealiseerd. De selectieve inzameling huishoudelijk afval in Brazilië blijft echter achter. De programma’s voor selectieve inzameling zijn nog niet echt van de grond gekomen. 3.205 van de 5.565 Braziliaanse gemeenten scheiden hun afval. In 2009 waren het 3.152 gemeentes, oftewel selectieve inzameling groeide slechts met 1,6%. Er bestaan ook mogelijkheden voor Clean Development Mecanism (CDM) projecten in Brazilië, hoewel op dit moment, vanwege de onduidelijke situatie over het voortbestaan van het Kyoto Protocol, het bedrag per ton CO2/eq laag is (rond 5 euro), wat de opzet van dit soort projecten minder winstgevend maakt. Brazilië is een belangrijke internationale speler op de CDM markt met meer dan 200 geregistreerd CDM-projecten. Daarnaast staat Brazilië op de derde plaats in de wereld (na China en India) wat betreft de hoeveelheid CDM-gecertificeerd emissiereductie credits (CER's). Brazilië heeft ook zijn eigen vrijwillige reductiedoelstellingen dat vastgelegd is in de Nationale Politiek over Klimaatsverandering (wet 12.187/2009); een vermindering van tussen 36,1% en 38,9% van de geprojecteerde CO2 emissies tot 2020. Nederland loopt internationaal voorop als het gaat om vraagstukken als (gescheiden) inzameling, hergebruik en verwerking van afval. Op dit terrein liggen grote kansen in Brazilië, mede vanwege de bovengenoemde wetgeving die een nieuwe markt zal creëren op het gebied van afvalinzameling en recycling. Onlangs is er in São Paulo een G2G programma opgestart “Mirror Group Master Plan Urban Water Management (MPUWM) São Paulo”, wat de mogelijkheid geeft om Nederlandse kennis en technologie op dit terrein te kunnen tonen. Belangrijke concurrenten in deze sector zijn Spanje, Frankrijk, Duitsland en Amerika.
9
Gekeken kan worden naar een mogelijke link tussen de Nederlandse afvalverwerkende expertise en het Geïntegreerde Project voor Afvalbeheer en Carbon Finance. Dit US$ 50 miljoen project van de Caja Econômica Federal en de Wereldbank heeft als doelstelling de verbetering van de behandeling van stedelijk afval d.m.v. de constructie van moderne en milieuvriendelijke stortplaatsen en de bestrijding van armoede van mensen die bij of op vuilnisbelten wonen. Kansen bestaan met name voor bedrijven met kennis en producten gerelateerd aan afvalverwerkingstechnieken (hergebruik, correcte manier van storten, composteren, inclusief drainage en behandeling van percolaat en biogas), recycling van bouwmateriaal, verwerking van afval uit de gezondheidssector en elektronisch afval.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) MVO is niet meer weg te denken uit het hedendaagse internationale zakendoen. Voor de Nederlandse overheid is het belangrijk dat Nederlandse bedrijven en hun ketenpartners people, planet en profit integraal onderdeel maken van hun activiteiten en dit ook uitstralen. Brazilië is geselecteerd als een van de focuslanden voor een MVO-pilot vanuit Nederland. Ook in Brazilië krijgt MVO steeds meer aandacht van overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Bovendien is de groeiende middenklasse steeds meer bereid om iets extra te betalen voor duurzame producten. Het land wordt door media en NGOs scherp in de gaten gehouden als het bijvoorbeeld gaat om milieu en de inheemse bevolking. Mochten Nederlandse bedrijven en hun partners negatief in het nieuws komen, dan straalt dat negatief af op de BV Nederland. Positieve voorbeelden kunnen op hun beurt het imago van Nederland als geheel weer versterken. Bovendien besteedt Nederland – zoals verwoord in de Mensenrechtennotitie - aandacht aan de verantwoordelijkheid die bedrijven hebben voor het respect voor mensenrechten (Ruggie Principles). Daarom is in 2011 een seminar georganiseerd met Instituut Ethos, een van de belangrijkste MVO-organisaties in Brazilië over het thema ‘business en human rights’, waarbij dieper is ingegaan op de milieu en arbeidsomstandigheden in de sectoren rietsuiker, textiel en infrastructuur. Nederlandse bedrijven die MVO hoog in het vaandel hebben kunnen hiermee hun voordeel doen.
Olie & Gas/ Offshore De productie van olie en gas bereikte in 2011, volgens cijfers van het Braziliaanse toezichtsorgaan voor de olie- en gasindustrie ANP, recordhoogtes van 768 miljoen vaten ruwe olie en 24 miljard m3 aardgas. Bij voortzetting van de huidige trend, zal Brazilië nog vóór 2020, naast een voorname exporteur van aardolie, ook een netto exporteur van aardgas zijn. De grootste diepzee olievelden tot nu toe liggen voor de kust van Rio de Janeiro waardoor Rio zowel de statutaire zetel als het voornaamste centrum is van operationele activiteiten van Petrobrás. Afgezien van Petrobrás, zijn eveneens in Rio gevestigd en actief bedrijven als BP, Chevron, Devon, Maersk, Repsol, Schlumberger, Shell, Starfish, Statoil, Braziliaanse nieuwkomer OGX, een tak van de EBX-groep van miljardair Eike Batista, en 70 andere bedrijven die samen meer dan 300 olie- en gasconcessies opereren (78 waarvan op zee). Hierdoor zitten ook de meeste toeleveranciers en dienstverleners aan de olie- en gassector in Rio. Enkele van de 60 tot 80 lokaal actieve Nederlandse namen zijn Dockwise (transport zwaar materieel), Fugro (bodemonderzoek), Heerema (maritiem 10
installatiewerk), Royal Lankforst Euronete (bekabeling), SBM Offshore, Thomassen (compressoren), Smit (sleep- en baggerdiensten) en Randstad (detacheringen). De schatting van ANP is dat tot nu toe slechts 5% van de totaal geschatte olievoorraad werkelijk wordt aangesproken. Dus tegen de tijd dat alle geïdentificeerde olie- en gasvelden in productie zijn, zullen de productiehoeveelheden zodanig toenemen dat Brazilië (thans no. 11) in 2020 zal stijgen tot de top 5 van olieproducerende landen. Nu de eerste vaten pre-sal olie daadwerkelijk worden opgepompt, neemt ook de druk verder toe op de voortgang in de uitvoering van het veelbesproken investeringsprogramma van US$225 miljard van Petrobrás en US$175 miljoen van andere bedrijven. Belangrijke randvoorwaarde voor de realisatie van de productiedoelstellingen is uitvoering van het ambitieuze investeringsprogramma van enkele honderden miljarden dollars dat winning, transport en distributie van de olie en gas mogelijk moet maken. Behalve het bouwen van meer drijvend materieel, moeten ook havens en overige infrastructuur aan land de nodige transformatie ondergaan. De Braziliaanse regering stimuleert deze ontwikkeling met miljarden uit de overheidskas en via de nationale ontwikkelingsbank en streeft ernaar een zo groot mogelijk deel van het ontwikkelingsprogramma door lokale handen te laten uitvoeren. Op zo kort mogelijke termijn moet het mogelijk zijn om booreilanden, tankers, opslaginstallaties en andere kapitaalgoederen uit tenminste 60% ‘local content’ te laten bestaan. De regering hoopt hiermee zoveel mogelijk van de door de economische groei gegenereerde inkomsten en welvaart in eigen land te houden. De vraag naar buitenlandse knowhow en technologie is enorm en door het beginstadium waarin de ontwikkeling van de Braziliaanse industrie zich bevindt, zijn de kansen groot voor buitenlandse bedrijven die de juiste producten en diensten weten te leveren. Velen hebben inmiddels hun weg naar Brazilië gevonden waardoor bij aanbestedingen, behalve kwaliteit, ook prijs een belangrijke rol speelt. Ofschoon veel van de benodigde kennis en technologie om dit ambitieuze doel te bereiken lokaal niet voorhanden is, blijft de regering vasthouden aan het ‘local content’ beleid en probeert men dit zelfs naar zoveel mogelijk andere sectoren uit te breiden. Onder dergelijke omstandigheden is succes voorbehouden aan bedrijven die dermate specialistische producten en diensten leveren dat Brazilië niet anders kan dan ze te importeren en/of aan bedrijven die via lokale vestigingen en partners hun producten en diensten aan de man brengen en zo voor minimaal een deel aan de ‘local content’ vereiste voldoen. Teneinde meer kans te maken in de vele aanbestedingen voor grote projecten, kunnen Nederlandse bedrijven –naast lokaal gevestigd zijn- het beste samenwerken met lokale partners om zowel voldoening aan de ‘local content’ regels als toegang tot de complexe lokale markt te vergemakkelijken. Verder dienen Nederlandse bedrijven zich in de Braziliaanse markt, individueel en in georganiseerd verband, nadrukkelijker te profileren en onderscheiden van de concurrentie. Ofschoon de kwaliteit van Nederlandse bedrijven doorgaans boven de concurrentie uitsteekt, blijft het van belang om ook te werken aan de zichtbaarheid en vergroting van de lokale aanwezigheid. Het postennet zal de sector hierin ondersteunen en faciliteren.
11
Scheepsbouw Nauw verbonden met de olie- en gassector, zijn de Havenontwikkeling en Scheepsbouw in het ressort Rio de Janeiro, waarin zwaar geïnvesteerd wordt om de gevonden olie- en gasvoorraden naar de markt te brengen. Nu door Petrobrás en andere oliemaatschappijen de eerste vaten pre-sal olie daadwerkelijk uit de zeebodem omhoog worden gepompt, neemt de druk verder toe op de uitvoering van het investeringsprogramma van US$225 miljard van Petrobrás. Daarnaast hebben ook particuliere ondernemingen als de EBX-groep, Shell en anderen grote investeringsplannen (US$175 miljard volgens ontwikkelingsbank BNDES) en werkt de Braziliaanse marine aan vlootuitbreiding, terwijl ook de economische expansie grootschalige modernisering en uitbreiding vergt van havens en waterwegen. Dit schept werk voor Braziliaanse scheepswerven, maritieme bouwbedrijven en overige dienstverleners die, ongeacht het ‘made in Brazil’ beleid, in de praktijk sterk van het buitenland afhankelijk blijven voor hoogwaardige kennis, ervaring en technologie. Het streven om industriële productie zoveel mogelijk lokaal te laten plaatsvinden is van een vrijblijvende richtlijn uitgegroeid tot een dwingend voorschrift van soms wel 70% ‘local content’ teneinde de eigen industriële basis te versterken en lokale bedrijven te beschermen tegen import. Dankzij agressieve acquisitie, is de deelstaat Rio de Janeiro erin geslaagd om 17 van de 20 grootste scheepswerven in Brazilië naar Rio te halen c.q. voor de deelstaat te behouden. Middels het per 2012 ingevoerde stimuleringsprogramma CODIN (coördinatie industriële ontwikkeling) wil men de verdere ontwikkeling van de havensector en de scheepsbouw begeleiden en faciliteren. Door de Pre-Salontwikkeling, voorziet men de komende jaren een explosieve groei in de vraag naar lokaal niet verkrijgbare onderdelen, geavanceerde technologie en kennis. Volgens gegevens van Petrobras-dochter Transpetro en de Braziliaanse scheepsbouwvereniging Sinaval, moeten de komende jaren meer dan 500 eenheden drijvend materieel worden opgeleverd, waaronder 28 nieuwe boorplatformen, 49 tankers en tientallen fabrieksschepen waarvan de bouw veel hoogwaardige buitenlandse technologie vergt. Rio de Janeiro wil een op scheepsbouw en havenontwikkeling toegespitste kennis- en technologiezone te ontwikkelen. Met deze import van technologie, kennis en internationale partnerships, nemen de succeskansen van lokale bedrijven toe, versterkt de deelstaat Rio zijn positie als koploper op gebied van scheepsbouw en krijgen deelnemende buitenlandse bedrijven een 'captive market' van afnemers en investeringspartners. Kansen: Met het lokaal ontbreken van veel cruciale technologie, kennis en ervaring, zijn – gezien de ‘local content’ vereisten- de beste kansen voor Nederlandse bedrijven die • in partnerships of zelfstandig willen investeren in lokale productie en/of ontwikkeling en bedrijven, • beschikken over een technologische voorsprong en bereid zijn deze met Braziliaanse partners te delen, • opleidingen en advies geven over o.a. projectuitvoering, keuringen, certificering e.d.
Solar Energy Solar power still is a relatively unexplored source of electricity in Brazil. It is however, increasingly being used for thermal energy, particularly for water heating. To transform this natural resource into energy, the challenge is to develop cost efficient technologies to collect the solar energy so that it can be used in a market economy where other forms of energy have been competing for a long time. 12
To that end the Federal Universities of Santa Catarina, Rio Grande do Sul, Ceará and Rio Grande do Norte have dedicated studies to better understand the different forms of electricity generation based on solar power, as well as the economic characteristics and cost efficiency of these alternatives. Compared to the use of Wind Energy in Brazil, solar energy is still in an earlier phase inasmuch as the Ministry of Mines and Energy, as well as EPE (Empresa de Pesquisa Energética), the state entity that dedicates efforts for the research and development of the energy sector, have not yet established a purchase framework which should ultimately stimulate the development of the solar energy industry. Information collected from CHESF (Companhia Hidro Elétrica do São Francisco), indicates a new legal framework is being proposed by the Ministry of Mines and Energy, basically similar to the auction system currently in place for the Wind Energy industry. This latter economic sector, by the way, has grown significantly in the last three years. In particular for Dutch technology companies or research institutions interested technology transfers or local production of selected inputs, and investors willing to partner with local players I the solar energy market there are ample opportunities in this sector.
Sport WK / OS Brazilië heeft een unicum door in een periode van twee jaar gastheer te zijn van ’s werelds twee grootste sportevents: het WK voetbal in 2014 (twaalf speelsteden, opening São Paulo) en de Olympische Spelen in 2016 (Rio de Janeiro). In de aanloop hiervan, vindt in 2013 ook nog eens de FIFA Confederations Cup in Brazilië plaats (5 speelsteden, opening Brasilia). Deze sportevents geven een extra boost aan de groei die Brazilie meemaakt en bieden ook commerciële mogelijkheden voor buitenlandse ondernemingen. De schattingen voor investeringen lopen uiteen van EUR 10 mld tot EUR 50 mld (www.abdibcopa2014.org.br) in urbaan transport, stadions, luchthavens, hotelwezen, veiligheid en sanitatie. Bedrijven kunnen al goed verdienen door hier een graantje van mee te pikken. Brazilie loopt achter met de voorbereidingen van het WK en met name de gebrekkige infrastructuur is een probleem, dat echter voor NL kansen biedt (zie MIB-fiche transport). De concurrentie is groot en Braziliaanse bedrijven zijn goed in staat om de benodigde infrastructuur te bouwen. Bovendien worden zij beschermd door hoge tariefmuren, een complex belastingstelsel en inflexibele arbeidswetgeving en worden zij bevoordeeld bij internationale aanbestedingen. Zo wint een Braziliaans bedrijf een tender ook al is het tot 25% duurder dan de buitenlandse concurrent. Daarom worden Nederlandse bedrijven die in Brazilië zaken willen doen, net als in andere sectoren, geadviseerd om een lokale partner te kiezen. Ook de privatisering van bedrijven, zoals van luchthavens, biedt kansen. In februari 2012 werden 3 luchthavens al geveild, waarbij Nederlandse toeleverende bedrijven betrokken zijn. Met nog ruim twee jaar te gaan tot het WK wordt Brazilië aangespoord om haast te maken met de voorbereiding. Volgens een rapport uit oktober 2011 van de Braziliaanse regering zijn er van de 81 grote infrastructurele werken 52 nog niet eens gestart. Ook de FIFA heeft een paar keer kritiek geuit op het langzame ritme van de voorbereidingen voor het WK. De vertraging kan echter ook weer kansen bieden voor buitenlandse aanbieders als men op het laatst op zoek gaat naar oplossingen. Daarom is het goed dat het Nederlands bedrijfsleven vaak zijn gezicht laat zien in Brazilië en deelneemt aan handelsmissies. Brazilië is daarnaast een land waar de overheid een flinke vinger in de pap heeft bij de organisatie van de sportevents, economische diplomatie is daarom een belangrijk instrument. 13
Er zijn zowel kansen voor grote Nederlandse ondernemingen als voor het MKB. Ook voor sportorganisaties zijn er kansen voor samenwerking.
Stedelijk transport Het wegtransport is verantwoordelijk voor 60% van alle goederenvervoer in Brazilië en volgens het Braziliaanse Departement van Transport (Denatran) is de hoeveelheid personenauto’s tussen 2000 en 2011 met 137% gestegen; van 29,7 naar 70,5 miljoen. De grootste problemen vormen de benarde situatie waarin het wegennet zich bevindt en het groeiende autopark die de grote steden verstoppen. Ook het aantal auto ongevallen is schrijnend; per jaar vallen er ongeveer 37 duizend doden en belanden er 180 duizend in het ziekenhuis, met een economische impact van rond de BR$ 34 miljard. 62.000 km van de totale hoeveelheid wegen zijn publiek en 7.000 km zijn geprivatiseerd. De overheid bestudeerd de mogelijkheid om nog 7 tot 9 duizend km aan de private sector over te laten, maar nu zullen er eisen worden gesteld aan de bedrijven die de concessies in handen krijgen, zoals de conditie van het wegdek, signalisatie en veiligheid. PAC 2 voorziet een investering van BR$ 18 miljard voor stedelijke mobiliteit. Nederland is koploper op het gebied van ITS. De trekker van deze initiatieven is Connekt, een onafhankelijk netwerk van bedrijven en overheden dat partijen verbindt om te werken aan duurzame verbetering van de mobiliteit in Nederland. Bij het Braziliaanse Ministerie van Transport bestaat interesse in Nederlandse expertise in veiligheid van wegtransport. Kansen bestaan voor bedrijven en instanties gericht op ITS/ design en management van moderne stedelijke transportsystemen. Nederland heeft op dit gebied de belangstelling van de Braziliaanse autoriteiten.
Toerisme Toerisme vanuit Brazilië: Met een groeiende middenklasse en een relatief sterke nationale munt ten opzichte van de dollar en de euro, gaan steeds meer Brazilianen op vakantie (5,5 mln in 2011), ook buiten de eigen regio (31% in LAregio, vooral Argentinië, 13% naar VS, rest intern Brazilië en deel buiten het continent). De Caribische landen in het koninkrijk, Curaçao, Aruba en Sint Maarten, ontvangen een toenemend aantal toeristen uit Brazilië, dit aantal zou echter nog veel verder kunnen stijgen. Ook Europa ziet het aantal toeristen uit Brazilië stijgen. De meeste daarvan gaan echter naar Spanje, Italië, Portugal, Frankrijk en het VK. Behalve het toenemende aantal, valt ook op dat Braziliaanse toeristen gewoonlijk meer uitgeven. Een teken hiervan is het grote aantal Brazilianen met een (tweede) woning in Florida. In 2011 werd bekend dat het aantal Brazilianen dat naar Nederland tussen 2009 en 2010 zou zijn verdubbeld. In 2011 kwamen er 30% meer bezoekers uit Brazilië naar Nederland dan in 2010, tot een totaal van rond 100.000i. Net zoals andere intercontinentale bezoekers, komt men vaak 2 tot 3 dagen naar NL op een Europa-tour. Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) heeft groeimarkt Brazilië onlangs aangemerkt als focusland. NBTC werkt daarmee samen met KLM en Schiphol. Toerisme naar Brazilië: groeimarkt (totaal 5,5 mln toeristen in 2011, jaarlijkse groei van 16%-22%), voor luchtvaartmaatschappijen (en luchthavens, jaarlijkse passagiersgroei van ca 15%), hotels (slechts 173.000 bedden in heel Brazilië, terwijl bij WK 600.000 verwacht worden, slechts 20% zijn int ketens) en de hospitality sector ((cruise)schepen, resorts, restaurants, uitgaansgelegenheden, pretparken, excursies, etc.)ii. Meeste toeristen komen uit Argentinië, VS, Italië, Duitsland en Frankrijk. De sportevents, Confederations Cup 2013, WK2014, OS&PS2016 geven hier een extra boost aan. In 2015 worden 6,7 mln toeristen in
14
Brazilië verwacht, waarvan 72% per vliegtuig binnen reizen en de rest 26% over de weg (buurlanden) en 2% per boot. Men verwacht een groei tussen 2012 en 2015 van 35% in de uitgaven die toeristen in Brazilië zullen doen. Er zijn kansen voor het aantrekken van meer Braziliaanse bezoekers naar NL, het aantrekken van meer bezoekers naar Aruba, Curacao en Sint Maarten en kansen voor Nederlandse ondernemers in Brazilië die in de sector willen investeren en activiteiten in deze sector met technologie en informatie kunnen ondersteunen, inclusief de afgeleide industrie, zoals in voedings- en veiligheidsindustrie. Net als in andere sectoren is het belangrijk om bij zaken doen in Brazilië een partner te zoeken en rekening te houden met complexe en limiterende douane-, arbeids- en belastingregels. De groeiperspectieven van de Braziliaanse toeristenindustrie bieden kansen voor zowel grote als kleine bedrijven uit Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Tuinbouw & Uitgangsmateriaal De tuinbouwsector in Brazilië groeit gestaag, maar verdwijnt in de statistieken onder het geweld van de grote commodities zoals suiker, soja, vlees en koffie (zie fiche Agrofood). De sector concentreert zich rond Holambra, een voormalig Nederlandse landbouwkolonie op 140 km van de stad Sao Paulo, met her en der in het land wat kleinere clusters (bijv. rozen in Ceara). In Holambra wordt jaarlijks de tuinbouwbeurs Hortitec gehouden, de grootste in zijn soort in Zuid-Amerika. De bloementeelt in kassen heeft de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt, en de in 2010 geopende nieuwe bloemenveiling in Holambra is inmiddels al weer uit z’n jasje gegroeid. De jaaromzet in de bloementeelt wordt geschat op ruim 1 miljard Euro, de bestemming is de interne markt. De ontwikkelingen in de voedingstuinbouw lopen daarbij vooralsnog achter, hetgeen kansen biedt voor een verdere professionalisering en verduurzaming van de teelt en de logistiek in de gehele kolom. Met name tuinbouwzaden zijn kansrijk voor Nederland. Vrijwel alle groenten worden nog op open veld geteeld, de omzet wordt geschat op 4 miljard Euro per jaar. Naast de toegevoegde waarde is de tuinbouwsector belangrijk voor de Braziliaanse werkgelegenheid gezien het arbeidsintensieve karakter. Het aantal directe banen wordt op 2 miljoen geschat. Uit contacten met het bedrijfsleven blijkt dat de ingewikkelde wetgeving rondom de import van plantaardige producten (fytosanitaire maatregelen) vaak leiden tot een non-tarifaire belemmering. Hoewel voor veel producten wel handel plaats vindt, zou de export aanzienlijk groter zijn als regels minder complex en de communicatie door de Braziliaanse overheid meer adequaat zouden zijn. Dat geldt zeker voor de goedkeuring van nieuwe variëteiten. Het postennet besteedt veel aandacht aan het zoveel mogelijk voorkomen van problemen voor Nederlandse exporteurs, en als het niet anders is, het faciliteren van praktische oplossingen voor ontstane onwenselijke situaties. De Braziliaanse interne vraag naar tuinbouwproducten, zowel(snij)bloemen als groenten, is de laatste jaren sterk gestegen als gevolg van de toegenomen koopkracht. De verwachting is dat die ontwikkeling de komende jaren zal voortzetten. De grootste kansen liggen in de levering van uitgangsmateriaal, voornamelijk groentezaden en pootaardappelen, aan Braziliaanse tuinders. Door de voortdurende stijging van de arbeidskosten, zal automatisering op termijn ook kansen bieden, maar daarvoor lijkt het vooralsnog te vroeg. Bevoordeling van lokale producenten (‘local content’ en hoge importtarieven) spelen daar overigens een rol bij. De grote Nederlandse zadenproducenten zijn reeds meerdere jaren actief in Brazilië, waarbij sinds 2010 een duidelijkere intensivering van de inzet valt waar te nemen: kantoren zijn geopend, en lokale productie wordt uitgebreid. De Nederlandse export van zaden naar Brazilië wordt geschat op jaarlijks Euro 30-40
15
miljoen, en een verdubbeling tot 2015 is mogelijk, hoewel dat mede afhangt van de ontwikkelingen op fytosanitair gebied. Ook voor andere bedrijven in de toelevering aan de kolom zijn volop mogelijkheden. Voor grote projecten van kassenbouwers en automatisering lijkt het nog te vroeg.
Water Brazilië beschikt over 12% van de wereldwijde zoetwaterreserves waarvan 80% in het Amazonegebied. Het meeste water voor consumptie in het land is oppervlaktewater, afkomstig van neerslag. Tegelijkertijd herbergt het land in het zuidwesten een belangrijk ondergronds waterbassin, Aquífero Guarani. In verschillende delen van het land is water echter schaars, vooral in het noordoosten. Water is er belangrijk voor de energievoorziening; bijna 70% van de energie wordt opgewekt door waterkrachtcentrales. De Braziliaanse landbouw en veeteelt is sterk afhankelijk van water. Hoewel slechts 10% van de landbouwgronden (4,5 miljoen hectares) beschikt over irrigatiesystemen, is deze sector voor 70% verantwoordelijk voor het totale watergebruik in Brazilië. Problemen in deze sector zijn de lage efficiëntie bij irrigatie – geschat wordt dat de waterverliezen rond de 35% liggen – en de vervuiling van oppervlakte- en grondwater door het gebruik van pesticiden. De grote steden kampen met ernstige watervervuiling door onder meer gebrekkige riolering en een tekort aan waterzuiveringsinstallaties. Slechts 44,5% van de bevolking is aangesloten op het openbaar rioleringsnet, en hiervan wordt maar 38% gezuiverd. De WHO schat dat jaarlijks 28 duizend Brazilianen overleiden tgv watergedragen ziekten, zoals parasieten en hepatitis. 35 miljoen Brazilianen zijn niet aangesloten op de waterleiding. Het Nationale Water Agentschap (ANA) publiceerde in 2011 een rapport waarin het signaleert dat meer dan de helft van de Braziliaanse gemeenten – bij aanhoudende groei vanaf 2015 problemen dreigt te krijgen met watertoevoer als niet op korte termijn minstens BR$ 22 miljard wordt geïnvesteerd in diversificatie van waterbronnen, versterking van de productie-, opslag- en distributiecapaciteit van drinkwater en in de infrastructuur voor waterzuivering. Sanitatie is één van de overheidsprioriteiten van het Program voor de Versnelling van de Groei (Programa de Acelercão para o Cresimento-PAC). De centrale overheid verkondigde vorig jaar de doelstelling dat tot 2030 praktisch de hele bevolking van schoon drinkwater wordt voorzien en dat 88% van het huishoudelijk afvalwater wordt behandeld, maar deze kostbare projecten zijn tot nu toe nog niet echt van de grond gekomen. Het nieuwe investeringsprogramma, PAC 2, voorziet voor 2012-2015 een totale investering van R$ 3,7 miljard voor 1.144 bouwwerken in heel Brazilië. Een ander probleem is de toename van milieurampen in Brazilië. Het zijn vooral de aardverschuivingen en overstromingen die verantwoordelijk zijn voor de toename van het aantal slachtoffers en economische schade in dit land. Volgens het Ministerie van Nationale Integratie lopen 251 steden overstromingsrisico, voornamelijk in de Zuid- en Zuidoost regio’s van Brazilië. Het PAC 2 voorziet R$ 11 miljard voor risicopreventieprojecten in kwetsbare locaties. Duidelijk is dat het voor de Braziliaanse overheid ernst is om de waterproblematiek aan te pakken en Nederlandse kennis en technologie kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Enkele NL overheidsactiviteiten vinden al plaats, zoals het G2G project “Exchange of goodpractices on flood risk management” (RWS Waterdienst en ANA) en Brazilian Dutch Dialogue (São Paulo). Verwacht wordt dat deze activiteiten de kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven kunnen bevorderen komende jaren. Bij ANA bestaat de interesse om een directe coöperatie aan te gaan met Nederland. De grootste kansen voor Nederlandse bedrijven liggen op het gebied van technologie voor drinkwaterbehandeling en afvalwaterzuivering, waaronder
16
hardware (pompen, motoren, kleppen etc.), slibverwerking, anaerobe zuivering en energie uit afvalwater (omzetten van methaan in energie) en overstroming preventie. Bij het laatste gaat het voornamelijk om leveranties van hydrometeorologische meetapparatuur, het ontwerp en beheer van vroegtijdige waarschuwing voor overstroming, communicatiesystemen en opleidingen en training op dit gebied.
Wind Energy Given its enormous size and its geographic features, Brazil has become increasingly aware of its richness in alternative energies. Initially wind energy potential was estimated at 140.000 MW, but a revised estimate has suggested a capacity of 300.000 MW. There are two regions in the country which have taken the lead in wind energy: the Northeast, in particular the states of Ceará, Rio Grande do Norte and Paraiba; and the South, in particular the state of Rio Grande do Sul. Brazil has recorded investments of US$ 18 billion in wind energy projects in the last 10 years, and one estimates that approximately US$ 30 billion will be invested in the alternative energy sources until 2020 (wind, biomass, small hydro electric plants and solar). Given the Federal Government´s policy to stimulate alternative energies by means of its PROINFA programme, many opportunities have arisen, and many new opportunities will occur. This has encouraged the beginning of new local companies, such as Renova Energia, Multiner, Desenvix (of Engevix group), WEG (with M. Torres Olvega from Spain) and Bioenergy. Due to the Federal government´s policy to stimulate the (partial) production and assembly of the windmills in Brazil, many of the mayor foreign players already perform part of the production process locally. Along the last 3 years prices have tumbled and as a result, wind energy 'on land' is becoming more competitive. Most of the local financing facilities are made available by BNDES (the Federal Development Bank) and Banco do Nordeste (The Federal Development Bank in the Northeast), as well as by private entities such as equity funds and other investors. Entry in the market is regulated by the Ministry of Mines and Energy through EPE (Empresa de Pesquisa Energética – a state owned entity) which organizes auctions. In particular for Dutch companies with comparative advantages in production, maintenance and optimization technologies and (equity) investors willing to partner with local investors/ operators, there are opportunities in this sector.
Meer informatie Agentschap NL / NL EVD Internationaal / Informatie & Advies Remko Triezenberg, adviseur Brazilië Tel: 088 602 80 60 E-mail:
[email protected]
17
Colofon Dit is een publicatie van: Agentschap NL / NL EVD Internationaal / Unit Informatie & Advies Prinses Beatrixlaan 2 / 2595 AL den Haag Postbus 93144 / 2509 AC Den Haag T +31 (0)88 602 80 60 E
[email protected] www.agentschapnl.nl © Agentschap NL | Augustus 2012 Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving.
Agentschap NL streeft naar correcte en actuele informatie in dit dossier, maar kan niet garanderen dat de informatie juist is op het moment waarop zij wordt ontvangen, of dat de informatie na verloop van tijd nog steeds juist is. Daarom kunt u aan de informatie op deze pagina's geen rechten ontlenen. Agentschap NL aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onjuistheden en/of gedateerde informatie. Binnen onze website zijn ook zoveel mogelijk relevante externe links opgenomen. Agentschap NL is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de sites waarnaar wordt verwezen.
18