Brandweer Maarssen
2 P 7
R
20
ec ep tei
6
C
V.
. ru mi
et
P
G
HANDLEIDING ONTRUIMINGSPLAN
Handleiding ontruimingsplannen INHOUD
Brandweer Maarssen PAGINA
Voorwoord
3
0
Onderwerp en toepassingsgebied
6
1
Indeling van het ontruimingsplan
6
2
Inleiding en/of toelichting
7
3
Situatietekening (ligging van het bouwwerk)
7
4
Gebouw, installatie- en organisatiegegevens
7
5
Alarmeringsprocedure intern en extern
8
6
Stroomschema alarmering
8
7
Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie
8
8
Wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door personeel
8
9
Taken receptie/portier (of daar waar de melding binnen komt)
9
10
Taken Hoofd Bedrijfshulpverlening (coördinator bedrijfshulpverlening)
9
11
Taken bedrijfshulpverlener
9
12
Taken ontruimingsploeg
9
13
Taken directeur/directie
9
14
Tekeningen
9
15
Verklaringen van symbolen
10
16
Logboek ontruimingsplan
10
Bijlagen:
1. Wat te doen bij …… 2. Pictogrammen ontruimingsplan 3. ontruimingsfasen 4. Voorbeeld voor een ontruimingsplan
Pagina 2 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
VOORWOORD Aan u is een gebruiksvergunning verleend. Eén van de vergunningsvoorwaarden is dat er binnen 6 maanden een ontruimingplan en/of een brandveiligheidsinstructie personeel van uw bouwwerk/instelling bij de brandweer Maarssen ter goedkeuring moet worden aangeboden. Voor u ligt een handleiding ontruimingsplan/brandveiligheidsinstructie die u kunt gebruiken om een dergelijk plan op te stellen. Ondanks allerlei voorzorgsmaatregelen en preventieve voorzieningen kan het toch voorkomen dat in een gebouw brand ontstaat. Vanwege de levensbedreigende situatie die dan voor de mensen in dat gebouw kan ontstaan, vooral als gevolg van de grote rook- en hitteontwikkeling, is het van groot belang dat het gebouw zo snel mogelijk verlaten kan worden. Om dit te bereiken is het opstellen van een ontruimingsplan noodzakelijk. In een ontruimingsplan wordt, door middel van taken en instructies, aangegeven wie welke actie moet ondernemen in geval van een calamiteit. Daarnaast kan het ontruimingsplan een aantal tekeningen bevatten waarop onder meer de vluchtwegen zijn vermeld die de in het gebouw aanwezige personen moeten volgen. In deze handleiding volgt een algemene beschrijving van een ontruimingsplan. Zo worden de specifieke eisen van de brandweer, het indelen van tekeningen en een aantal standaardbegrippen uitgelegd. Ook wordt aangegeven hoe uw organisatie geïnstrueerd kan worden om tot een zo efficiënt mogelijk ontruimingsplan te komen. Verder treft u in deze handleiding een model ontruimingsplan aan en een voorbeeld ontruimingsplan. Overigens dient te worden opgemerkt dat waar "hij” staat, “hij/zij” gelezen moet worden. Als er na het lezen van deze handleiding nog vragen zijn, kunt u voor verdere informatie terecht bij de afdeling preventie van de brandweer Maarssen, telefoon 03146-561630 (tijdens kantooruren). In een ontruimingsplan wordt omschreven hoe het gebouw gecoördineerd ontruimd moet worden, waar de verzamelplaats(en) is (zijn) en waar zich de vluchtwegen bevinden. Bovendien voorziet het plan in een taakverdeling onder het personeel, hetgeen essentieel is voor een efficiënt uitgevoerde ontruiming. In deze handleiding behandelen wij achtereenvolgens de diverse punten waarop u moet letten wanneer u een ontruimingsplan gaat samenstellen. Daarover zijn namelijk een aantal afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in de Nederlandse Norm, NTA 8112 deel 1 t/m 9 waarin regels voor diverse soorten gebouwen worden gegeven. De NTA 8112 bestaat uit de volgende delen: NTA 8112-1 NTA 8112-2 NTA 8112-3 NTA 8112-4 NTA 8112-5 NTA 8112-6 NTA 8112-7 NTA 8112-8 NTA 8112-9
deel 1; Kantoorgebouwen deel 2; Onderwijsgebouwen deel 3; Kinderopvanggebouwen deel 4; Gebouwen met Publieksfunctie deel 5; Logiesgebouwen deel 6; Gezondheidszorggebouwen deel 7; Industriegebouwen deel 8; Cellen en cellengebouwen deel 9; Ontruimingshandleiding en ontruimingskaart voor niet vergunningplichtige bouwwerken.
Omdat de brandweer zelf ook gebruik kan maken van het ontruimingsplan, is het wenselijk om een aantal zaken, zoals indeling van het voorblad, het gebruik van pictogrammen en de uitwerking van de tekeningen te standaardiseren.
Pagina 3 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Wettelijk kader Een ontruimingsplan van gebouwen moet worden opgesteld in het kader van de Bouwverordening art. 6.1.1, en in het kader van de Arbo-wet, art. 15 en Arbobesluit, art. 2.17. Om deze reden moet een ontruimingsplan kunnen worden getoetst door de brandweer, maar ook, in samenhang met de bedrijfshulpverlening, door de Arbeidsinspectie. Beoordeling van de wettelijke eisen Het ontruimingsplan moet zo worden opgezet dat dit plan te toetsen is door de brandweer. Indien het ontruimingsplan onderdeel uitmaakt van een bedrijfsnoodplan of bedrijfshulpverleningsplan moet het ontruimingsplan als zelfstandig en uitneembaar plan worden opgenomen. De brandweer toetst alleen ontruimingsplannen en deze moeten dus met een eigen inhoudsopgave worden aangeboden. Uitgangspunten Veelal zal de eigenaar of beheerder van een gebouw vanuit het oogpunt van verstandig risicobeheer een inventarisatie maken van de in het gebouw aanwezige risico’s. Daarna zal in overleg met het bevoegd gezag en eventuele verzekeringsadviseur een verantwoord pakket van beveiligingsmaatregelen en –voorzieningen worden gekozen die ook betrekking hebben op het ontruimingsplan. Het aantal personen dat in een gebouw aanwezig is, wordt bepaald door de grootte, de functie en het gebruik van het gebouw en kan variëren van enkele tot duizenden personen. Het personeel in gebouwen is bekend met de indeling van het bouwwerk. Bovendien beschikt de werkgever over een bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV). Van de bezoekers of gasten van gebouwen kan daarentegen worden aangenomen dat zij voor het merendeel niet bekend zijn met het bouwwerk. In geval van brand of een ongeval zal het personeel de aanwezige bezoekers en gasten helpen. Het tijdstip waarop gebouwen geopend zijn, is afhankelijk van de functie van het gebouw en het gebruik. Vooral als er sprake is van zowel dag-, avond- als nachtgebruik, is de snelheid van het ontdekken van brand en de wijze van optreden van het personeel van grote invloed op het verloop van de brand, het ongeval of de calamiteit. In de praktijk zien we steeds vaker één gebouw met een eigenaar en meerdere gebruikers. Hier moe het ontruimingsplan in goed onderling overleg tussen eigenaar en gebruiker tot stand te komen. Hierdoor ontstaat een ontruimingsplan met eigen verantwoordelijkheden voor elke gebruiker. Daarbij is het voor iedereen duidelijk wie welke taken en verantwoordelijkheden hebben bij welke calamiteit. Het ontruimingsplan bij gebouwcomplexen wordt afgestemd tussen alle vergunninghouders (gebruiksvergunning), dat wil zeggen de eigenaar en de beheerder voor zover redelijkerwijs kunnen verwachten dat meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn, of dat zij anderszins moeten voldoen aan de eisen van de Bouwverordening art. 6.1.1. bij het opstellen van het ontruimingsplan, bij de ontruiming en bij de oefeningen moeten zij rekening houden met eventuele overige, nietvergunningplichtige gebruikers van het gebouw.
Pagina 4 van 28
Handleiding ontruimingsplannen 0
Brandweer Maarssen
Onderwerp en toetsingsgebied
De Nederlandse Technische Afspraak (NTA) geeft aanbevelingen voor het opstellen van ontruimingsplannen in gebouwen. De toepassing van deze aanbevelingen is van belang voor het verkrijgen van een gebruiksvergunning van de brandweer. De toepassing is tevens van belang voor de veiligheid op de werkplek (Arbo-wet). Bij het maken van een ontruimingsplan voor gebouwen vormen de gestelde voorwaarden de basis. Het omschreven ontruimingsplan dient als voorbeeld. 1
Indeling van het ontruimingsplan
Voorblad Op het voorblad voor een ontruimingsplan wordt ruimte gereserveerd voor: - de titel “Ontruimingsplan”; - de aanduiding op welk bouwwerk of deel daarvan het ontruimingsplan betrekking heeft; - een goedkeuringsstempel van de brandweer. Inhoudelijke indeling Het ontruimingsplan moet in hoofdstukken worden opgezet. In deze hoofdstukken komen de verschillende aspecten aan bod en worden hierin uitgewerkt. Van de volgorde en de nummering van de hoofdstukken mag niet worden afgeweken. De inhoud van het ontruimingsplan bestaat uit de volgende onderdelen, met de bijbehorende nummering: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Inhoudsopgave Inleiding en/of toelichting Situatietekening (ligging van het bouwwerk) Gebouw, installatie- en organisatiegegevens Alarmeringsprocedure intern en extern Stroomschema alarmering Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie Wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door personeel Taken receptie/portier (of daar waar de melding binnen komt) Taken Hoofd Bedrijfshulpverlening (coördinator bedrijfshulpverlening) Taken bedrijfshulpverlener Taken ontruimingsploeg Taken directeur/directie Tekeningen Verklaringen van symbolen Logboek ontruimingsplan
Pagina 5 van 28
Handleiding ontruimingsplannen 2
Brandweer Maarssen
Inleiding en/of toelichting
Dit hoofdstuk is bestemd voor een eventuele inleiding of toelichting op het ontruimingsplan. Daarin moet in ieder geval worden opgenomen wie kennis van het plan moeten nemen. Daarnaast kan deze inleiding of toelichting bijvoorbeeld de volgende zaken bevatten: - de noodzaak van het ontruimingsplan; - het plan maakt onderdeel uit van het bedrijfsnoodplan; - bij welke calamiteiten het plan van toepassing is; - een leeswijzer (ingeval van afkortingen); - eventuele afstemming met ontruimingsplannen van aangrenzende bouwwerken; - een ondertekening van de directie waardoor het plan een officiële status krijgt. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de directeur of diens plaatsvervanger. Het delegeren van de verantwoordelijkheid moet schriftelijk worden vastgelegd. 3
Situatietekening (ligging van het bouwwerk)
Een situatietekening dient als basis voor het ontruimingsplan. Op de situatietekening moet de ligging van het gebouw ten opzichte van zijn omgeving duidelijk worden. Onder de tekening moeten de adresgegevens worden opgenomen. 4
Gebouw, installatie- en organisatiegegevens
In dit hoofdstuk worden alle relevante gegevens opgenomen die noodzakelijk zijn om het ontruimingsplan goed te kunnen beoordelen. 1) Geef een overzicht van de algemene gegevens van het gebouw zoals het aantal personen dat er werkt of aanwezig zijn, het aantal verdiepingen en/of bouwdelen van het gebouw en andere bijzondere zaken. 2) Doe een opgave van de technische installatie die te maken hebben met de brand c.q. ontruiming zoals een brandmeld- of een ontruimingsinstallatie. 3) Omschrijf hoe deze installatie is uitgevoerd en hoe deze installatie werkt. □ Wordt de melding direct doorgeschakeld naar de brandweer of is er sprake van een vertraging in het geval van het aanspreken van een brandmelder? □ Gaat het ontruimingssignaal alleen op de verdieping c.q. bouwdeel of is er sprake van een totale ontruiming? 4) Benoem andere relevante technische dan wel bouwkundige voorzieningen. □ Een overdrukinstallatie in het trappenhuis? □ Beïnvloeding van de liften bij een brandmelding? □ Een brandblusinstallatie? 5) geef aan welke organisatie er in het gebouw aanwezig is om de ontruiming te begeleiden. Is er een bedrijfshulpverleningsorganisatie en uit wat voor groepen bestaat deze? 6) Geef aan over welke communicatiemiddelen de bedrijfshulpverleningsorganisatie beschikt. Hiermee wordt bedoeld de manier waarop de bedrijfshulpverleners bij een calamiteit gealarmeerd worden en hoe de onderlinge communicatie verloopt. 5
Alarmeringsprocedure intern en extern
In dit hoofdstuk wordt de alarmeringsprocedure beschreven. De alarmeringsprocedure wordt onderverdeeld in twee gedeelte.
Interne alarmering: Hoe wordt de directe omgeving (gebruikers) gewaarschuwd en hoe wordt de bedrijfshulpverlening gealarmeerd?
Pagina 6 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Externe alarmering: Hoe worden de externe hulpdiensten (brandweer, politie en ambulance) gealarmeerd?
Bij externe alarmering wordt ook omschreven welke informatie aan de hulpdiensten moet worden gegeven. Indien er verschillende alarmeringsmogelijkheden zijn, worden deze alle omschreven. 6
Stroomschema alarmering.
In dit hoofdstuk wordt in een stroomschema aangegeven hoe de alarmmelding verloopt. De verschillende partijen die betrokken zijn bij een alarmering worden hierin opgenomen, waardoor duidelijk wordt hoe zij worden aangestuurd. 7
Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de ontruiming in zijn werk gaat. Er moet onder andere worden beschreven wie de bevoegdheid hebben om tot ontruiming over te gaan en hoe er ontruimd wordt. Indien er gebruik wordt gemaakt van gedeeltelijke of gefaseerde ontruiming dan moet de ontruimingsinstallatie daarop uitgerust zijn. 8
Wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door personeel.
Hier volgt een beschrijving van de te nemen acties door het personeel in geval van een calamiteit. Het gaat hier niet alleen om het personeel dat een taak heeft als bedrijfshulpverlener, maar het geldt ook voor alle medewerkers in het gebouw. Belangrijk hierbij is aan te geven dat het personeel verantwoordelijk is voor zijn of haar bezoek. De bezoekers zijn immers niet op de hoogte van de te nemen acties. In het hoofdstuk kunnen twee situaties worden onderscheiden: 1) wat te doen bij brand? 2) wat te doen bij een ontruiming? 9
Taken receptionist(e)/portier
In de taak van de receptionist(e)/portier wordt omschreven welke handelingen hij/zij moet verrichten. Hierbij kan een onderverdeling worden gemaakt in; Wat te doen bij een mondelinge of telefonische brandmelding? Wat te doen bij een melding via een handbrandmelder? Wat te doen bij een automatische brandmelding? 10
Taken hoofd bedrijfshulpverlening (HBHV)
Bij de taken van het hoofd bedrijfshulpverlening wordt omschreven welke acties hij/zij moet ondernemen na te zijn gealarmeerd. Veelal heeft deze functie een coördinerende taak en het verdient dan ook aanbeveling om bij deze taakomschrijving, naast de acties, een checklist te maken van de verantwoordelijkheden. Dit is om de taken, die niet zelf uit gevoerd dient te worden, maar wel onder de bevoegdheid vallen, op een eenvoudige wijze te kunnen controleren. 11
Taken ploegleider/bedrijfshulpverlener
bij de taken van de ploegleider/bedrijfshulpverlener wordt omschreven welke acties hij/zij moet ondernemen na te zijn gealarmeerd. Het gaat hierbij alleen om de inzetacties, wat hij/zij ter plaatse moet doen is hem/haar bekend.
Pagina 7 van 28
Handleiding ontruimingsplannen 12
Brandweer Maarssen
Taken ontruimingsploeg
bij de taken van de ontruimingsploeg wordt omschreven welke actie deze moet ondernemen op het moment dat het ontruimingssignaal afgaat. In deze taakomschrijving moet aandacht worden besteed aan een systeem dat voorkomt dat controle van deze ontruimingsploeg de personen het gebouw weer betreden. 13
Taken directeur/directie
Bij de omschrijving van de taken van de directeur/directie wordt een opsomming gegeven hoe de bevoegdheden en verantwoordelijkheden liggen, ingeval van een calamiteit binnen het bedrijf. 14
Tekeningen
Van iedere bouwlaag wordt een platte grond opgenomen met daarop aangegeven de volgende gegevens;
Vluchtwegen; Klein brandblusmiddelen; EHBO-posten; Plaats bediening ontruimingsalarmsignaal; Plaats brandmeldcentrale en brandweerpaneel; Handbrandmelders; Plaats hoofdingang; Plaats brandweeringang; Verzamelplaats; Brandwerende scheidingen;
De tekeningen moeten bij voorkeur in kleur en A4 formaat worden aangeleverd. De volgende kleuraanduidingen worden daarbij aangehouden: 15
Groen voor vluchtwegen; Rood voor brandblusmiddelen; Verklaring van symbolen
Hier worden alle symbolen verklaard die in het plan en de platte gronden worden gebruikt. 16
Logboek ontruimingsplan
Hier worden ondermeer bijgehouden: De laatste mutaties van het ontruimingsplan (wanneer, welke wijzigingen) Wanneer er ontruimingsoefeningen zijn gehouden.
Pagina 8 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
BIJLAGE 1;
Wat te doen bij: BRAND:
112 Vermeld: - Uw naam - Plaats incident - Soort brand - Eventueel slachtoffers Eventueel met blussen beginnen
ONGEVAL:
112 Vermeld: - Uw naam - Plaats ongeval - Soort ongeval - Aantal slachtoffers - Welke hulp is geboden
ONTRUIMEN:
Stop werkzaamheden Sluit ramen en deuren Volg instructie bedrijfshulpverlening op Volg vluchtroute naar buiten Maak geen gebruik van de lift Ga naar de verzamelplaats Meld u bij uw direct leidinggevende Blijf op de verzamelplaats
Pagina 9 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
BIJLAGE 2; PICTOGRAMMEN ONTRUIMINGSPLAN
Versamelplaats
diverse Vluchtwegen
Slanghaspel
brandblusapparaat
X
zelfsluitende deur
handbrandmelder
hoofdschakelaar electra
Brandweeringang
ontruimingssignaal
brandmeldcentrale
afsluiter
G = Gas W = Water
lift
Pagina 10 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
BIJLAGE 3; Fase 1 Horizontale ontruiming zal in de meeste gevallen kunnen plaatsvinden bij brand in 1 ruimte van het gebouw. Handel volgens de voor u geldende instructies. 1. 2. 3. 4. 5.
Eerst de ruimte waar de brand is begonnen (voor zover mogelijk). De tegenoverliggende ruimten. De naastgelegen ruimten. De naast de tegenovergelegen ruimten. Enz.
Overzichtstekening van een verdieping met daarop aangegeven de vluchtrichtingen.
Hoofdtrappenhuis Noodtrappenhuis
Noodtrappenhuis
Dwarsdoorsnede van een gebouw met 7 verdiepingen met daarop aangegeven de vluchtrichting vanaf een verdieping.
Pagina 11 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Fase 2 Gedeeltelijke (verticale) ontruiming vindt in opdracht van de Bedrijfshulpverlener(BHV-er) of de brandweer plaats. Het gebruik van liften is niet toegestaan. Al het personeel dient te handelen volgens de instructie. Het personeel wordt gemobiliseerd en begeeft zich via de trappenhuizen naar de verzamelplaats. De bewoners/gebruikers worden begeleid naar een veilige plaats (verzamelplaats), zoals aangegeven op tekening. De in de tekening aangegeven cijfers geven de volgende ontruiming aan.
Hoofdtrappenhuis Noodtrappenhuis
Noodtrappenhuis
2 1 3
Dwarsdoorsnede van een gebouw met 7 verdiepingen met daarop aangegeven de vluchtrichting vanaf de verdiepingen boven en onder de plaats van het incident.
Pagina 12 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Fase 3 Algehele ontruiming geschiedt in opdracht van de brandweer, verdiepingsgewijs via de veilige trappenhuizen (zoals aangegeven op tekening). Het gebruik van liften is niet toegestaan. Bewoners/gebruikers dienen te worden begeleid en ondergebracht in de met name te noemen verzamelplaats. De in de tekening aangegeven cijfers geven de volgorde van ontruiming aan.
Hoofdtrappenhuis Noodtrappenhuis
Noodtrappenhuis 5 4 2 1 3 4 5
Dwarsdoorsnede van een gebouw met 7 verdiepingen met daarop aangegeven de vluchtrichting voor de andere verdiepingen.
Pagina 13 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
BIJLAGE 4:
Voorbeeld voor een ontruimingsplan
Ontruimingsplan Brandweer/KLPD Binnenweg 2-4 3604 AC Maarssen
GOEDGEKEURD De Commandant brandweer Maarssen
Datum:
Pagina 14 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Inhoudsopgave Pagina 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Inhoudsopgave Inleiding en/of toelichting Situatietekening (ligging van het bouwwerk) Gebouw, installatie- en organisatiegegevens Alarmeringsprocedure intern en extern Stroomschema alarmering Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie Wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door personeel Taken diverse personeelsleden Tekeningen Verklaringen van symbolen Logboek ontruimingsplan
1 2 3 4 5 6 7 8 9 11 13 14
Bijlagen: A. Instructie Veiligheidsfunctionaris B. Instructie Derden C. Overzicht personeelsleden Brandweer D. Overzicht personeelsleden KLPD
15 16 17 17
Pagina 15 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
2. Inleiding en toetsing in ieder gebouw, dus ook in ons gebouw, kunnen zich situaties voordoen die het noodzakelijk maken dat bezoekers en personeel het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten. Deze situatie kan zich voordoen bij: Brand; Wateroverlast; Stormschade Bommelding; Gaslekkage; Of andere voorkomende gevallen. Hiervoor is naast de genomen preventie- en preparatiemaatregelen een ontruimingsplan nodig. Voorwaarde voor een goede ontruiming is dat de opzet van dit plan bij alle medewerkers bekent moet zijn. In een ontruimingsplan wordt, door middel van taken en instructies, aangegeven wie welke actie moet ondernemen in geval van een calamiteit. Het ontruimingsplan bevat plattegronden waarop onder meer de vluchtwegen zijn vermeld die gevolgd dienen te worden voor een geordende en veilige ontvluchting van personeel en/of bezoekers.
Ondertekening:
De commandant Brandweer
Groepshoofd KLPD
Pagina 16 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
3. Situatietekening
Pagina 17 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
4. Gebouw-, installatie- en organisatiegegevens Brandweer Adres Commandant Telefoon Telefax Noodnet Noodnet fax
: Binnenweg 2 : : 0346-561630 : 0346-561110 : 34438 : 34650
Aanwezige personen maandag - vrijdag Aantal personeelsleden 08.00 – 17.00 uur
: 11
(ma-vr)
Aantal personeelsleden 17.00 – 08.00 uur
:1á2
(ma-vr)
Aantal bezoekers
08.00 – 17.00 uur
: ± 5 á 10
(ma-vr)
Aantal bezoekers
17.00 – 08.00 uur
:1á2
(ma-vr)
Uitzonderingen Maandag Jeugdbrandweer
18.30 – 22.00 uur : 24
Dinsdag SGG
19.00 – 22.00 uur : 20
Woensdag Oefenavond
19.00 – 02.00 uur : 50
Donderdag,Vrijdag Cursus/vergadering
: 20
Tijdens een uitruk
: minimaal 6 maximaal 50
Tijdens een feestavond (diverse dagen)
: ± 100
KLPD Adres Groepshoofd Telefoon Telefax
: Binnenweg 4 : : 0346-559000 : 0346-559009
Aanwezige personen maandag - vrijdag Aantal personeelsleden 08.00 – 17.30 uur
:3
(ma-vr)
Aantal bezoekers
:1
(ma-vr)
08.00 – 17.30 uur
Uitzonderingen Gedurende gehele week Cursus/Vergadering
: 30
Pagina 18 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Alarmering:
Brandmeldinstallatie; op de verdieping zijn de gangen en kantine uitgevoerd met handbrandmelders en rookmelders; Brandmelding wordt direct doorgemeld aan de alarmcentrale. Aan de brandmelding is direct de ontruimingssignalering gekoppeld. Bij brandmeldingen wordt het totale gebouw ontruimd. Ontruimingsinstallatie is ook handmatig aan te sturen vanuit de centraalpost.
Bedrijfshulpverleningsorganisatie: Hoofd van de bedrijfshulpverlening (tevens coördinator ontruiming) Bedrijfshulpverleningsploeg met volledige opleiding. Communicatiemiddelen: De bedrijfshulpverlening beschikt over portofoons voor onderlinge communicatie. Het ontruimingsplan ligt bij de hoofdingang en bij de personeelsingang.
5. Alarmeringsprocedure intern en extern ALARMERING INTERN In geval van brand - handbrandmelder inslaan, hiermee wordt tevens de ontruimingsinstallatie ingeschakeld. Neem contact op met de Veiligheidsfunctionaris op telefoonnummer: 555 Vertel hem/haar waar de plaats is van de brand of het ongeval. De Veiligheidsfunctionaris alarmeert iedereen door middel van de intercomfunctie op de telefooncentrale. Verder kan gebruik gemaakt worden van het ontruimingspaneel in de meldkamer ALARMERING EXTERN Het gebouw is voorzien van een brandmeldinstallatie met directe doormelding naar de Alarmcentrale van de brandweer. Gegevens die bekent zijn, bij een automatische melding, bij de alarmcentrale zijn: OMS- nummer : 3468 Naam object : BRANDWEER / KLPD Via de telefooncentrale kan via 112 de benodigde hulpdiensten worden gealarmeerd.
Pagina 19 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
6. Stroomschema alarmering Naar Brandweer
Brandmelding
Automatische melding
Handmelding
Veiligheidsfunctionaris begeeft zich naar plaats melding
Veiligheidsfunctionaris beslist geen ontruiming
Actie melden veiligheidsfunctionaris
Veiligheidsfunctionaris beslist ontruiming
naar Hoofdingang
Ontruiming in opdracht veiligheidsfunctionaris
Resultaat melden aan veiligheidsfunctionaris
Opvang Brandweer
Pagina 20 van 28
Brandweer ter plaatse
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
7. Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie a) Ontruimen geschiedt in overleg met de Bevelvoerder/OvD van de brandweer. b) Ontruimen geschiedt in opdracht van de Veiligheidsfunctionaris. c) In de avond en nacht uren door de Veiligheidsfunctionaris. Het ontruimen geschiedt in 3 fasen: Fase 1: horizontaal ontruimen (voorbij minimaal 1 brandwerende scheiding). Fase 2: gedeeltelijk verticaal ontruimen (verdieping boven en onder de brand). Fase 3: geheel ontruimen.
VERZAMELPLAATS VAN DE HORIZONTALE ONTRUIMING In de gang voorbij minimaal 1 brandwerende scheiding.
VERZAMELPLAATS VAN DE VERTICALE ONTRUIMING Bij gedeeltelijk verticaal ontruimen worden de aanwezigen naar de verzamelplaats (begane grond) gebracht. Op de verzamelplaats vindt een controle plaats door koppen te tellen.
VERZAMELPLAATSEN BIJ GEHELE ONTRUIMING Bij geheel ontruimen is het verzamelpunt: buiten voor het gebouw, zijde brandweerpersoneelingang op het parkeerterrein.
APPEL Op de verzamelpunten wordt appel gehouden. Vermissing van personen wordt aan de bevelvoerder van de brandweer doorgegeven.
Pagina 21 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
8. Wat te doen bij brand of ontruimingsalarm door personeel. 8.1. Bij het ontdekken van brand blijf kalm; meld de brand - door het glaasje van de dichtstbijzijnde handbrandmelder in te slaan; aanwezige veiligstellen, mogelijk met eigen personeel. Denk aan uw gasten en eigen veiligheid; uitbreiding voorkomen door; - ramen en deuren te sluiten; - indien mogelijk, zelf te blussen gebruik nooit de lift maak gebruik van de dichtstbijzijnde (nood0uitgang volg de instructie van de bedrijfshulpverlening op; blijf bij rookontwikkeling laag bij de grond; begeef u naar de verzamelplaats, dit is het parkeerterrein naast de brandweeringang; verlaat nooit zonder toestemming de “verzamelplaats”
8.2. Hoe te handelen bij brand of ontruimingsalarm
u wordt gewaarschuwt door het ontruimingssignaal (slow-whoop); sluit ramen en deuren; instrueer uw bezoekers/gasten, u bent verantwoordelijk voor hen; verlaat direct de verdieping of het gebouw; gebruik geen lift; maak gebruik van de dichtstbijzijnde vluchtweg; volg de instructies van de bedrijfshulpverlening op; blijf bij rookontwikkeling laag bij de grond; begeef u naar de verzamelplaats, dit is het parkeerterrein naast de brandweeringang; verlaat nooit zonder toestemming de “verzamelplaats”
8.3. Hoe te handelen (buiten kantooruren) In de avond-en nachtelijke uren wordt dit pand o.a. gebruikt door verschillende diensten en/of onderdelen. Per onderdeel wordt hieronder vermeld wie als veiligheidsfunctionaris kan/mag op treden. Gebruiker Jeugdbrandweer SGG Vereniging Vrijwillige Brandweer Maarssen Brandweer KLPD
Veiligheidsfunctionaris Leider van Dienst * Een aanwezige SGG-er * Een aanwezige brandweermens * Een aanwezige brandweermens * Een aanwezige politiemens *
(*) dit dient een geïnstrueerd persoon te zijn die bekend is met de instructie Veiligheidsfunctionaris uit dit ontruimingsplan en hetgeen daarin wordt vermeld alsmede punt 6 van dit plan. Voor de overige gebruikers van bovenstaande diensten en/of onderdelen geldt dat zij handelen volgens punt 7. Hoe te handelen in geval van brand – Personeel (08.00 – 17.00 uur) Voor andere gebruikers (bijvoorbeeld SOBRU/BRUL) geldt dat indien er geen geïnstrueerd persoon van de brandweer/SGG/KLPD aanwezig is, de instructeur (of een ander persoon die de leiding heeft tijdens het gebruik) als veiligheidsfunctionaris zal functioneren.
Pagina 22 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Hij/zij krijgt daartoe de beschikking over bijlage B waarin vermeld wordt wat er van hem/haar verwacht wordt alsmede een instructie ten aanzien van de andere “onbekend” aanwezige personen.
8.4. Hoe te handelen bij calamiteit anders dan brand Naast brand zijn er nog andere calamiteiten die reden kunnen zijn om te ontruimen. Dit kunnen zijn: Bommelding Incident met gevaarlijke stoffen Bouwkundige instabiliteit Ander ongeval waarbij geheel of gedeeltelijke ontruiming wenselijk is. Over het algemeen kan op bovenstaande incidenten gelijk worden gehandeld als met brand. Met uitzondering van de alarmering, waarbij eventueel andere diensten gewaarschuwd dienen te worden. De wijze van ontruiming is gelijk.
9. Taken diverse personeelsleden 9.1. Taken personeel 08.00–17.00 UUR a) U WORDT gewaarschuwd door de VEILIGHEIDSFUNCTIONARIS via de telefooncentrale b) BEGEEF u naar uw eigen verdieping (gebruik geen lift!) BIJ BRAND OP UW VERDIEPING c) BEL de VEILIGHEIDSFUNCTIONARIS TEL: 555 d) GEEF korte en duidelijke informatie omtrent plaats, grootte en aard van de brand. e) BRENG personeel/aanwezigen buiten het bedreigde gebied. f)
VOLG de instructies van de VEILIGHEIDSFUNCTIONARIS op.
BIJ BRAND OP EEN ANDERE VERDIEPING g) HOUDT u gereed op uw verdieping h) GA niet bellen naar VEILIGHEIDSFUNCTIONARIS of andere afdelingen. i)
VOLG de instructies van de VEILIGHEIDSFUNCTIONARIS op.
Pagina 23 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
9.2. Taak Veiligheidsfunctionaris. a) U WORDT gewaarschuwd door de geluidssignalen van de brandmeld- ontruimingsinstallatie of door de ontdekker van de brand op uw mobiele pikettelefoon (deze is te vinden in de Lesruimte). b) NEEM maatregelen om de brandweer in kennis te stellen indien dit nog niet heeft plaatsgevonden. c)
BEGEEF u naar de brandverdieping (gebruik geen lift!).
d) GEEF leiding aan de ontruiming d.w.z. breng personeel/aanwezigen uit de bedreigde zone (horizontaal). e) BEGIN met brandbestrijding, geef leiding aan de vooraf samengestelde brandploeg (zo nodig hiervoor brandploeg samenstellen). f)
U neemt na aankomst plaats in het Coördinatie Team Plaats Incident.
Pagina 24 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
10. Tekeningen
Pagina 25 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
Pagina 26 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
11. verklaring en symbolen
Versamelplaats
diverse Vluchtwegen
Slanghaspel
brandblusapparaat
X
zelfsluitende deur
handbrandmelder
hoofdschakelaar elektra
Brandweeringang
ontruimingssignaal
brandmeldcentrale
afsluiter G = Gas W = Water
lift
Pagina 27 van 28
Handleiding ontruimingsplannen
Brandweer Maarssen
12. Logboek Datum
Datum
Mutaties ontruimingsplan Reden Omschrijving
Ontruimingsoefeningen Bijzonderheden
Pagina 28 van 28