Brandveiligheid grote brandcompartimenten Ir Ruud van Herpen FIFireE Adviesburo Nieman Lector brandveiligheid in de bouw
Grote brandcompartimenten: Brandbeheersing Is er verschil? Temperatuur: vriesveem of distributiecentrum? Vuurlast: 60 ton v.e. of 300 ton v.e. ? Brandvermogen: 250 kW/m2 of 1000 kW/m2 Ruud van Herpen, 2011
-2-
1
Grote brandcompartimenten: Rookbeheersing Is er verschil? Ruimtehoogte: 10 m of 15 m ? Vloerhoogte: 0m of 5 m ? Brandhoogte: 0m of 5 m ? Ruud van Herpen, 2011
-3-
Grote brandcompartimenten: BvB-2007 en HGB Peutz / Nieman (2010): – Inventariserend onderzoek naar het commentaar op de Methode BvB-2007 en de HGB (NEN-Werkgroep brandbeheersing en brandbeperking) – Kan het commentaar worden verwerkt in de Methode BvB-2007 of zijn we toe aan een nieuwe methode?
Ruud van Herpen, 2011
-4-
2
Grote brandcompartimenten: Suggesties BvB 2007 – Definieer ‘beheersbaar’ – Maak keuzes expliciet en navolgbaar – Gelijkwaardigheid aan BB 2003 in plaats van maatregelpakketten geef handvat voor gelijkwaardigheid – Niet alleen effectbeheersing maar ook kansbeheersing of kansreductie – Van regelgericht naar risicogericht (prestatiegericht)
Ruud van Herpen, 2011
-5-
Brandveiligheid Brandveiligheid regelgericht: – – – –
Brandveiligheid door effectbeheersing Eisen bezitten bezitten geen onderlinge relatie Ongenuanceerde goed / fout toetsing Consequentie: eenduidige en reproduceerbare toetsing, maar projectspecifieke kenmerken worden niet gewaardeerd maatwerk is dus niet mogelijk
Ruud van Herpen, 2011
-6-
3
Brandveiligheid Brandveiligheid prestatiegericht: – Brandveiligheid door risicobeheersing – Doelvoorschriften voor risicodoelen – Integrale beschouwing, geen afzonderlijke regels – Consequentie: FSE maatwerk (brandbeveiligingsconcept)
Ruud van Herpen, 2011
-7-
FSE: bron, respons en risico Gedrag van brand en rook: brandstof, zuurstof, warmte/ rook: productie en verspreiding
Gedrag van constructies (B): materiaalgedrag, constructiegedrag, draagstructuur
Ruud van Herpen, 2011
Actieve brandbeveiliging (I): brandmelding, activering, brandbeheersing, rookbeheersing
Gedrag van mensen (O): menselijk gedrag, hulpvelening, organisatie
-8-
4
FSE: bron, respons en risico Bron en respons: risico – Stochastische parameters impliceren een kans op optreden van ongewenste respons
Bron en respons: interactie – Wat is de invloed van brand op gebouw, installaties, gebruikers/hulpverleners en omgeving? – Wat is de invloed van gebouw, installaties, gebruikers/hulpverleners en omgeving op de brand?
Ruud van Herpen, 2011
-9-
Bron en respons interactie
Buitenbrand: 0 slachtoffers/jr.
Ruud van Herpen, 2011
-10-
5
Bron en respons interactie
Binnenbrand: 60 slachtoffers/jr.
Ruud van Herpen, 2011
-11-
Bron en respons interactie
Ruud van Herpen, 2011
-12-
6
Risicomodel
lokale brand
Ruud van Herpen, 2011
compartiments brand
-13-
Risicomodel Vlinderdasmodel
Foutenboom
Ruud van Herpen, 2011
Maatgevende incident compartimentsbrand
Gebeurtenissenboom
-14-
7
Foutenboom primary water supply [S] fire start risk area 1 [F]
[S] fire start risk area 2 [F] offensive fire attack? [S] fire start risk area 3 [F]
[S] fire start risk area 3 [F]
conditions in compartment and protection fire crew
local fire
compartment fire 8180 m2
Ruud van Herpen, 2011
-15-
Foutenboom per scenario
Ruud van Herpen, 2011
-16-
8
Maatgevende incident Referentie situatie (Bouwbesluit): – – – –
Kans op ontstaan van brand: referentiewaarde (1) Compartiment maximaal 1000 m2 Alleen defensieve brandweerinzet (buiten compartiment) Risico oppervlakte (branduitbreiding): 1000 m2
Ontwerpsituatie (groot compartiment): – Kans op ontstaan van brand: referentiewaarde (1) – Compartiment > 1000 m2 – Offensieve/defensieve brandweerinzet (binnen/buiten compartment), afhankelijk van brandscenario – Risico oppervlakte (branduitbreiding): < 1000 m2 Ruud van Herpen, 2011
-17-
Gevolgen (gebeurtenissenboom) Indien risico oppervlakte <1000 m2: gebeurtenissenboom niet relevant voorzieningenniveau conform Bouwbesluit Risico-aversie: max. branduitbreidingsgebied > 1000 m2! Veiligheid omgeving borgen: consequenties voor defensieve brandweerinzet en secundaire watervoorziening
lokale thermische belasting op constructie Risico van lokaal bezwijken consequenties voor stabiliteit draagconstructie
Ruud van Herpen, 2011
-18-
9
Robuustheid risico-analyse Gevoeligheidsanalyse: – – – – –
Brandstof (vuurlast) Compartimentsoppervlakte Oppervlakte per brandstofsoort (brandscenario) Referentie brandvermogensdichtheid Tijdconstante voor branduitbreiding
Ruud van Herpen, 2011
-19-
Voorbeeld supermarkt (d)
(d)
(c)
(b) 40 meter
UIT
IN (d)
(d)
(a )
60 meter
Indeling winkelfunctie:
Ruud van Herpen, 2011
-20-
(a) (b) (c) (d)
10 25 35 30
% % % %
ingangszone met lage displays uitgangszone met kassagebied en inpaktafels doorloopgebied met winkelrekken 2 m hoog doorloopgebied met versafdelingen groent fruit aardappelen vlees vis brood kaas en zuivel
10
Voorbeeld supermarkt
Compartiment compartiment grootte Abc
winkel 2 2400 m
hoogte hbc
5m
Brandweerinzet deel compartiment waar brandweerinzet mogelijk is ontdekkings- en alarmeringstijd opkomsttijd inzettijd benodigde tijd voor water op vuur capaciteit 1 TS ( 4 x LD of 2 x HD)
Ruud van Herpen, 2011
2400 5 8 7 20 1200
m2 min min min (LD) min (LD) l/min (LD) lage druk
auto detectie auto doormelding
-21-
Voorbeeld supermarkt Brandscenario's scenario lage druk inzet a b c d
kans pi [-] 0.1 0.25 0.35 0.3
kenmerken op tijdstip water op vuur (natuurlijk brandconcept) (LD) Kref tc Qf i (LD) Af i (LD) Hr (LD) Tr (LD) [kW/m 2] 250 250 500 250
[s] 150 300 150 300
[m 2] 256 64 128 64
[MW] 64 16 64 16
[m] 1.8 4.2 3.8 4.2
[ oC] 155 90 220 90
Consequenties (risico brandoppervlakte) scenario opp. [m 2] waterbehoefte [l/min] binnenaanval? [j/n] (LD) (LD) a 240 1024 n b 600 256 j c 840 512 j d 720 256 j 2400
risico-oppervl. [m 2] (LD) 240 16 45 19 0 restrisico compartimentsbrand 0 TOTAAL
320 (LD)
m2
NB: niet gecorrigeerd op ontstaanskans van brand
Ruud van Herpen, 2011
-22-
11