L O S S E NOS. 6 0 C E N T A B O N N E M E N T 45 C E N T PER AFLEVERING
BRANDENDE-VRAGEN EN -ACTUEELE* ONDERWERPEN-BEZIEN-1 N NETLI CMT VANONZEN TUD -
HOE STAAT HET SOCIALISME ALS WERELDMACHT T E G E N O V E R HET CHRISTENDOM DOOR
Dl J. J. BUSKES D. H. L A N G E V O O R T ROTTERDAM
-
UITGEVER-
BRANDENDE VRAGEN EN ACTUEELE ONDERWERPEN BEZIEN IN HET LICHT VAN ONZEN TIJD
HOE STAAT HET SOCIALISME ALS WERELDMACHT TEGENOVER HET CHRISTENDOM DOOR DS. J. J. BUSKES
UITGAVE
D. H. LANGEVOORT ROTTERDAM
3
/v-Z^'J-**^
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
3
Het is mogelijk, dat er menschen zijn, die in hun denken in geen enkel o p z i c h t beinvloed worden d o o r de politieke en sociale stroomingen van de laatste jaren. W i e echter met zijn tijd meeleeft en met beide voeten in het werkelijke leven staat, moet zich wel bezig h o u d e n met de vragen, v o o r welke de telkens veranderende politieke en sociale situatie ons plaatst. T o t deze vragen mag zeker wel als één van de belangrijkste gerekend w o r d e n de vraag naar de verhouding van socialisme en christendom. Een vraag, daarom z o o belangrijk, o m d a t zij de verh o u d i n g van één van de tegenwoordige wereldmachten tot het christendom raakt. Het is toch stellig geen overdrijving, wanneer wij van het socialisme zeggen, dat het een wereldmacht is en steeds meer w o r d t . M e t socialisme bedoelen wij de steeds meer groeiende beweging, welke gedragen w o r d t d o o r de gedachte, dat de gebreken van o n z e maatschappij niet zijn te verbeteren d o o r enkele maatregelen, maar dat de f o u t schuilt in den grondslag: een maatschappij van andere economische structuur moet w o r d e n o p g e b o u w d . O p de tegenwoordige maatschappij w o r d t een fundamenteele kritiek geoefend. V e r betering is niet te verwachten dan alleen, doordat grond en productiemiddelen in handen van de gemeenschap w o r d e n gebracht. O n z e bedoeling is, een a n t w o o r d te geven o p de v r a a g / l i o e dit socialisme staat tegenover het christendom. Niet minder belangrijk is zeer zeker o o k die andere vraag, hoe het christendom staat tegenover het socialisme. Maar in dit h o o f d s t u k van toch al beperkten o m v a n g stellen wij alleen de eerste vraag. Het gaat dus niet over de kwestie, o f een christen socialist kan zijn. W i j willen alleen onderzoeken, hoe het socialisme in zijn verschillende vertegenwoordigers het christendom waardeert. W i j doen het, in de h o o p , dat veel v o o r k o m e n d e misverstanden uit den weg zullen w o r d e n geruimd. — W i j willen in het verleden beginnen, o m van uit het verleden te k o m e n tot het heden. In ziin o p k o m s t in de vorige eeuw was het socialisme zeer beslist anti-godsdienstig en dus anti-christeliik. Daar is geen enkele socialist, die het zal ontkennen. U i t dezen eersten atheïstischen tijd stammen de meeste uitspraken tegen kerk en godsdienst, die o p politieke vergaderingen n o g altijd als zwaar geschut tegen het socialisme in de vuurlinie w o r d e n gebracht. D e z e eerste periode w o r d t het best gekenmerkt d o o r het w o o r d van Liebknecht: ,,wij zijn G o d l o o c h e naars", dat van Bebel: „ c h r i s t e n d o m en socialisme staan tegenover elkaar als vuur en w a t e r " en vooral dat van M a r x : „godsdienst is o p i u m v o o r het v o l k " . M e t eenvoudig te constateeren, dat het socialisme in zijn o p k o m s t
4
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
zeer beslist anti-godsdienstig was, zijn wij echter niet klaar. W i j moeten zoeken naar oorzaken. W i j moeten a n t w o o r d geven o p de vraag, w a a r o m bet socialisme in zijn o p k o m s t z o o ' n beslist u i t gesproken anti-godsdienstig karakter droeg. Als egfgte o o r z a a k moet zeker genoemd w o r d e n het feit, dat het socialisme in zijn o p k o m s t zeer n a u w v e r b o n d e n , w a s met het M a r x isme. N u sluiten christendom en M a r x i s m e elkaar volstrekt uit. D o o r meerderen is dit in den loop der jaren in den 'oreede a a n g e t o o n d . In ons land is het zeker wel P r o f . Eigeman, die de meest geargumenteerde kritiek geleverd heeft o p de wijsgeerige grondgedachten van het M a r x i s m e i ) . Geestelijk leven als iets, dat beteekenis heeft in zichzelf, bestaat voor M a r x niet. D e i n h o u d van geestelijk leven is niet anders d a n een verschijningsvorm van d a a r o n d e r verborgen stoffelijke verhoud i n g e n ; het is een willekeurig gedachtenvoortbrengsel van de m e n schen, dat, in zijn wezen teruggebracht t o t a t o o m - g e d w a r r e l en associatieweefsel, daarmee tevens weg-verklaard is. De maatschappelijke n a t u u r w e t t e n , w a a r i n het Hegeliaansche o n t w i k k e l i n g s m o m e n t begrepen is, zijn voor M a r x het wezenlijke: alleen deze zijnl Het ideëele leven, de geheele reeks van bewustzijnsverschijnselen, is niets meer dan een functie van de materie, hier gedacht als de totaliteit van de productieverhoudingen, en de bijzondere o p e n b a r i n g s v o r m e n van dat geestelijk leven, wijsbegeerte, k u n s t , godsdienst, geschiedenis, zijn in wezen niets anders d a n bewegingen of v e r v o r m i n g e n van den werkelijken grondslag, maar nu van een bijzonderen k a n t bezien. Het geestelijk leven is altijd een bijzondere u i t i n g van de w e r k i n g der stot. De materialistische levensleer, hoewel nergens d o o r M a r x met even zoovele w o o r d e n beleden, en allerminst systematisch toegelicht, d o o r trekt het geheele werk van den grondlegger van het tegenwoordig socialisme. Het menschelijk denken w o r d t uit het menschelijk zijn en meer bepaaldelijk uit het maatschappelijk zijn verklaard. Het geestelijk leven is het economisch leven zelf, maar nu bezien van een anderen k a n t . M a r x ' levens en wereldbeschouwing is monistisch materialistisch doordachtP r o f . Eigeman k o m t tot de conclusie, dat de leer van M a r x zich moeilijk verdraagt met een wereldbeschouwing, w a a r i n aan ideëele m o m e n t e n , aan geestelijke waarden, een zelfstandige beteekenis w o r d t toegekend. M e t name is elke religieuze beweging, o m d a t zij een ') Dr. J. A. Eigeman ,,De wijsgeerige grondslag der Marxistische Staathuishoudkunde en hare w a a r d e voor den tegenwoordigen tijd." Vgl. ook v a n denzelfden schrijver „ H e t Socialisme van Troelstra, een in zichzelf verdeelde beweging". De Marxist R. Kuyper heeft op het boek van Prof. Eigeman een kritiek geleverd in zijn „Het allerjongste gericht". Men leze ook F. Lieb „Christentum und Marxismus" in „Zwischen den Zeiten", 1929, N o . 4.
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
5
geestelijke beweging is, door een onoverkomelijke kloof gescheiden van de leer van M a r x , die in de natuurwetenschappelijke objectenwereld de ware, alomvattende werkelijkheid ziet. Sterker nog, zij staat daar vierkant en volstrekt tegenover en kan daarmede noch nu, noch later, ooit eenige relatie hebben. Waarlijk, deze conclusie is niet te scherp geformuleerd. In de Marxistische levens- en wereldbeschouwing heeft geestelijk leven nu eenmaal geen beteekenis in zichzelf. De stof is het eenig werkelijke. Uochdienst is een neerslag van de economische verhoudingen, daarom een waan, een hersenschim. Het ideëele is niets anders dan het in het menschelijke hoofd omgezette en overgebrachte materiede. Deze historisch-materialistische beschouwing wordt nu toegepast op het christendom. D a n is de slotsom, dat het christendom niets anders is dan dé geestelijke neerslag van sociale verhoudingen, dai Jezus niets anders is dan het product van het maatschappelijk leven Zoo verklaart Kautsky, een van de voortreffelijkste discipelen van Karl M a r x , den oorsprong van het christendom i ) . Kautsky redeneert aldus: De oorzaak van de godsdienstigheid in het algemeen rondom het begin onzer jaartelling, is gelegen in den naderenden ondergang der antieke maatschappij. De maatschappij zag haar ondergang voor oogen en zocht in dezen toestand van volstrekte hopeloosheid een zielkundig zeer verklaarbaren troost in de gedachte aan een eeuwig blijvend rijk, dat zij onder invloed van vroegere godsdienstige voorstellingen, evenzeer uit eenzelfde gemoedsstemming geboren, zich dacht als een goddelijk rijk, ergens in een andere en hoogere wereld. W a t nu de bijzondere karaktertrekken aangaat van deze godsdienstige gevoelens- en gedachtenwereld, zoo leidt Kautsky deze wederom af uit de maatschappelijke omstandigheden in den Romeinschen Keizertijd, de positie van de slaven, de beteekenis van het ééne Keizerschap, de uitwisseling der nationale grenzen, enz. Het evangelie van Jezus is het evangelie voor de arme en verdrukte volksklasse van zijn tijd. In zijn strijd tegen de geldmacht is Jezus ten onder gegaan. Domela Nieuwenhuis geeft in zijn Geschiedenis van het Socialisme aan Jezus en zijn evangelie een groote plaats: Jezus is wel geen socialist in den modernen zin van het woord, maar door zijn evangelie loopt een roode draad, het christendom is een beweging van proletariërs. D a t het socialisme, voor zoover het een is met het Marxisme, ') K. Kautsky „De Oorsprong van het Christendom". Men leze ook H. Gorter „Het Historisch Materialisme" en H . T . de G r a a f „Karl M a r x en het M a r x i s m e " . O p het boek van Kautsky leverde kritiek G . A . v. d Bergh van E y s i n g a ,,Kautsky's opvatting van het oudste Christendom aan de bronnen getoetst", J. v. d. Bergh van E y s i n g a Elias „Een historisch rationalistische bestrijding van het Christendom" en B . Knoppers „ W a s Jezus een socialist?"
6
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
principieel tegenover alle religie en dus ook tegenover het christendom staat, wordt door de socialisten zelf erkend. De M a r x i s t R . Kuyper betoogt, dat de onvereenigbaarheid van godsdienst en Marxisme, zooals het door M a r x gegeven is, en hij verklaart, dat dozijnen aanhalingen uit zijn werk kunnen gegeven worden, waarin gezegd wordt, dat de religie een door de economische verhoudingen ontstane waan is, die met andere economische verhoudingen zal verdwijnen. De levensstijl van het Marxisme, zooals M a r x het heeft gegeven, is dan ook volgens hem onreligieus i ) . Ds. S. K. Bakker, de bekende Blijde Wereld-man, schnjrt: Naar het mij voorkomt, heeft men volkomen het recht, Christus tegenover M a r x te plaatsen. M a r x zelf zou de eerste zijn geweest om dat toe te geven. Hij zou er ongetwijfeld met kracht tegen zijn opgekomen, als men tusschen zijn levensbeschouwing en de christelijke eenige overeenkomst had gezocht. Hoe men het wenden of keeren moge, zijn inzichten zijn niet te rijmen met die van het christendom. De beide wereld- en levensbeschouwingen, die door de namen Christus en M a r x aangeduid worden, staan zoo kras mogelijk tegenover elkaar 2 ) . Tenslotte een woord van Ds. G. Horreus de Haas: A l s M a r x en Engels, met hunne volgers, alle religie hebben zien verdwijnen uit een „verklaarde n a t u u r " en een ,,beheerschte maatschappij"; als zij hun socialisme hebben verbonden aan een materialistische geschiedenis- en wereldbeschouwing, dan hebben zij ook hunnerzijds de diepe kloof gegraven, die het moderne socialisme ging scheiden van het kerkelijk christendom 3 ) . Het socialisme en het christendom in zijn opkomst stonden vierkant tegenover elkaar, omdat het socialisme in znn opkomst zeer nauw verbonden was met het Marxisme. Waarom was het socialisme in zijn opkomst anti-godsdienstig? V ó ó r alles — zoo zagen wij — omdat het socialisme in zijn opkomst zeer nauw verbonden was met de Marxistische levens- en wereldbeschouwingT welke zeer beslist atheïstisch is. y/at ons land betreft, moeten ëcfiter nog een "tweetal bijzondere oorzaken genoemd worden. W i j kennen natuurlijk allen de vereeniging ,,De Dageraad". Welnu, toen in 1 8 6 9 te Amsterdam de eerste sectie der Internationale werd opgericht, was dat het resultaat van samenwerking met een aantal Dageraadsmannen. Het eerste z w a k k e begin van een organisatie op socialistischen grondslag had dus dadelijk al een Dageraadselement in zich. T o e n de Internationale te niet ging en in 1 8 7 8 te ') in zijn 2 ) 3 )
In ,.Het V o l k " van 21 Mei 1921. Het werk van R. Kuyper is gebundeld „Marxistische Beschouwingen". S. K. Bakker „ N a a s t het Kruis de Roode V a a n " , blz. 11-12. G. Horreüs de H a a s „Godsdienst en Socialisme", blz. 78.
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
7
A m s t e r d a m de eerste S o c . D e m . v e r e e n i g i n g w e r d o p g e r i c h t , bleef het D a g e r a a d s e l e m e n t o o k in die n i e u w e v e r e e n i g i n g d o o r w e r k e n i). Z o o b e s t o n d er v a n a f het eerste b e g i n tusschen de socialistische b e w e g i n g en de D a g e r a a d een i n n i g v e r b a n d . D e meeste p e r s o n e n , die tusschen 1 8 6 0 en 1 8 7 0 in de socialistische b e w e g i n g een rol speelden, z i j n als D a g e r a a d s m a n n e n b e g o n n e n . O o k de b e k e n d e socialist G e r har-d c o n s t a t e e r t het feit, d a t z o o g o e d als o v e r a l v a n elke socialistische b e w e g i n g in h a a r p r i l l e j e u g d h a a r a a n h a n g e r s tevens v r i j denkers w a r e n , d . w . z . l o s v a n het k e r k g e l o o f . U i t een o o g p u n t v a n dialectiek v i n d t G e r h a r d d i t z e l f s v o l k o m e n n a t u u r l i j k , naar het w o o r d Van B e b e l : G i j , v r i j z i n n i g e n , h e b t o n s den h e m e l h i e r n a m a a l s o n t n o m e n , n u w i l l e n w i j h e m hier o p aarde h e b b e n 2 ) . M u l t a t u l i w a s de g r o o t e m a n , M u l t a t u l i , gelijk hij d o o r H o v i n g beschreven is, ,,als v i j a n d v a n het g o d s d i e n s t i g b i j g e l o o f en als v e r k o n d i g e r eener atheïstische w e r e l d b e s c h o u w i n g " . M u l t a t u l i ' s w e r k e n w e r d e n v e r s l o n d e n . V e e l w a s er, w a t de arbeiders in z i j n g e s c h r i f t e n m o e s t a a n t r e k k e n . Z i j n eigenaardige, o o r s p r o n k e l i j k e stijl sleepte h e n mee. M a a r deze i n v l o e d v a n M u l t a t u l i w a s meer d a n f u n e s t . I n h e m sloeg het a t h e ï s m e z i j n diepste a c c o o r d e n aan. I n h e m s p r a k geen h a l v e o f k w a r t v r i j d e n k e r , m a a r een heele, een c o m p l e t e 3 ) . N o g a l t i j d is de i n v l o e d v a n M u l t a t u l i , v o o r a l i n socialistische k r i n g e n , g r o o t , veel g r o o t e r d a n w i j d e n k e n . N a a s t den i n v l o e d v a n D e D a g e r a a d m o e t als t w e e d e o o r z a a k gen o e m d w o r d e n de CToote i n v l o e d v a n D o m e l a N i e u w e n h u i s . V o o r a l D o m e l a N i e u w e n h u i s ! dié v a n christen a n a r c h i s t w a s g e w o r d e n , h e e f t d o o r z i j n o p t r e d e n de gedachte, dat socialisme en o n g e l o o f é é n en h e t z e l f d e z i j n , zeer v e r s t e r k t . G o d s d i e n s t en socialisme w e r d e n d o o r h e m t e g e n o v e r e l k a a r gesteld, Z o o o n g e v e e r als e l k a n d e r s t e g e n polen. D o m e l a N i e u w e n h u i s w a s de m a n v a n de o u d e b e w e g i n g . I n 1 8 7 9 r i c h t t e h i j , , R e c h t v o o r A l l e n " o p , v a n w e l k b l a d hij j a r e n l a n g redacteur w a s . I n h e t z e l f d e j a a r b r a k h i j m e t de k e r k en later m e t den g o d s d i e n s t . D e i n v l o e d v a n d e z e n m a n , die d o o r de arbeiders beschouwd werd A l s een r o t s in de b r a n d i n g v a n het leven, W e e r k a a t s e n d het licht v a n den k o m e n d e n d a g ! 4 ) en b i j n a als een Messias vereerd w e r d , w a s b i j z o n d e r g r o o t , en alleen reeds het feit, dat hij, v r o e g e r p r e d i k a n t , m e t k e r k en g o d s d i e n s t g e b r o k e n h a d , h e e f t o p z i j n v o l g e l i n g e n een a n t i - k e r k e l i j k e n en a n t i ') VQI. B. Bymholt „Over Godsdienst en Socialistische Arbeidersbeweging". „Het V o l k " 23 Mei 1921. 2) Ggl. A. H. Gerhard „Vroomheid", blz. 121-122. V a l . in het genoemde werkje van J. Hoving over Multatuli de inleiding. 4) Vgl. Gedenkboek Domela Nieuwenhuis, blz. X V .
8
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
godsdienstigen invloed gehad i ) . Ik denk ook aan geschriften zijn hand als ,,Mijn afscheid van de Kerk", ,,Is het Atheïsme wetenschappelijk, onzedelijk, gevaaTlijk?", ,,De Vrijdenker erf ongeloof", ,,Een galerij van bijbelsche personen", en vooral aan autobiografie „ V a n Christen tot Anarchist".
van onzijn ziin
Met bet gezegde hebben wij evenwel de eigenlijke oorzaak van het anti-godsdienstig karakter van het socialisme in zijn opkomst nog niet aangewezen. De eigenlijke oorzaak willen wij nu aanwijzen. Heel de tijd, waarin bet socialisme o p k w a m , was ongodsdienstig en anti-godsdienstig. P r o f . ' Eigeman stelt de vraag: hoe stond het geslacht van het laatste gedeelte der vorige eeuw tegenover de persoonlijke en geestelijke waarden, als daar zijn godsdienst, waarheid, zedeleer, wijsbegeerte, kunst en zooveel andere meer? En zijn a n t w o o r d luidt: in het algemeen afwerend, negatief. E n dit wel als gevolg van den geest des tijds, die stond in het teeken van een materialistische, een natuurwetenschappelijke wereldbeschouwing. Werkelijk -— aldus de toenmalige overtuiging — was alleen de stof. Alleen datgene bestond, wat wij met onze zinnen vermochten waar te nemen, wat wij tastten, zagen, hoorden, en al het andere, het geestelijke leven met name, was niet meer dan een schijn, een openbaring van de werking der materie. Het rationalistische naturalisme in optima forma is, bij dezen opzet van het wezen der dingen, de eenig mogelijke wereldbeschouwing. De geheele werkelijkheid gaat op in objecten, doode en levende, die tot andere objecten in causale betrekking staan, en de vooronderstellingen der natuurwetenschap zijn de eenige, die beslissende beteekenis hebben voor de werkelijkheid. Het vermogen, deze wereld tot in haar verste schuilhoeken te doorzien, is den mensch dan ook gegeven in het verstand; de zekerheid van het leven jaagt hij na langs intellectueelen weg. Meer nog: de menschelijke natuur zelve w o r d t alzoo teruggebracht op „verstand", w o r d t vereenzelvigd met „intellect", dat alleen te maken heeft met „ w a a r h e d e n " , welke volkomen „ d o o r g r o n d " k u n n e n worden. Terecht zegt dan ook Prof. Eigeman: Begrijpen en nogmaals begrijpen, doorzien, ook de vragen des gemoeds onderwerpen aan de kritische behandeling van het analyseerende en abstraheerende verstand, dit was de leuze van het geslacht van ongeveer b n hu voegt er aan toe: zeer sprekend komt de beteekenis van deze materialistische levenshouding uit ten aanzien van het religieuze leven, waarvan men een halve eeuw geleden kon aannemen, dat het in meer ontwikkelde kringen zoo goed als uitgestorven was, en ook elders tegenover de regelmatig door')
V g l . het genoemde artikel van Bymholt in „ H e t Volk".
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
9
gaande verspreiding van natuurwetenschappelijke gefundeerde kennis zich wel moeilijk lang meer zou kunnen handhaven. Nu laat Prof. Eigeman overtuigend zien, dat de geweldige arbeid van Marx, welke zoowel in zijn individueelen als maatschappelijken ondergrond materialistisch opgezet en doordacht is en waarin de verabsoluteering der natuurwetenschap tot wereldbeschouwing hoogtij viert, een rechtstreeksche sociale terugslag is op deze levensleer. Hier zoekt Prof. Eigeman de verklaring, waarom M a r x ' denkbeelden zoo'n geweldigen opgang hebben gemaakt. Marx kwam in zijn arbeid tegemoet aan den eisch van zijn tijd en hij gaf den menschen, wat de geest van hun tijd verlangde. Zijn individueele en maatschappelijke levensleer had het voordeel van de zon in den rug: ,,inderdaad is j.Het Kapitaal" zijn eigen tijd, in gedachten vervat" i). Godsdienstloosheid en anti-godsdienstigheid zijn daarom geen specifieke kenmerken van het socialisme in ziin opkomst, maar aTj;emeenejkenrnerken van den tijdgeest. Dat het socialisme zijn leer op de materialistische wereldbeschouwing opbouwt, is dan ook volgens"(Jen christen-socialist Panli geen innerlijke noodwendigheid. Het moet verklaard worden uit de geestelijke gesteldheid van den tncT waarin het socialisme opkwam ?.). De arbeidersklasse stond aan dezelfde invloeden bloot als de bourgeoisie. Dezelfde godsdienstloosheid, die men aan het socialisme in zijn opkomst verwijt, gold en geldt nog in vele kringen van de bourgeoisie als bewijs van verlichting. Men denke slechts aan het liberalisme van de meer welgestelde burgerij. Multatuli werd ook volstrekt niet al leg" ^oor .socialisten gelezen. De tijdgeest was ongodsdienstig en anti-godsdienstig. 3 ) . Maar in elk geval: christendom en socialisme, zooals het de V6flgë éeuw opkwam, vormden ëëri 'scherpe tegenstelling^ ojndathet J w c i al isme geheel behee rsch t werd d o or'rfe n n 7e r - r hr i s t e 1 iik e n en antichristeüjken geest 4.) ') Vgl Prof. I. A. Eigeman „ D e liberale gedachte en haar tekort aan inhoud bij den Vrijheidsbond", blz. 5-10 en in zijn „Het Socialisme van Troelstra een in zichzelf verdeelde beweging", hfdst. I „Het Marxisme als maatschappelljkwijsgeerige openbaring van den geest van zijn tijd", blz. 13-38. 2) V g l . Ch. Gever en A . Pauli „Christliches und Widerchristliches lm modernen Sozialismus", blz. 15, 45. 3) Vgl. VV. Banning „Religie, Arbeiders en Kuituur", „ O m h o o g " Jan. 1919, blz. 15-16 en P. J. Troelstra „Mijn Afscheid", blz. 10-11. *) „ D e Blijde Wereld", het religieus-socialistisch weekblad, geeft in 't nummer van 17 Apri) 1926 van deze tegenstelling van christendom en socialisme in zijn opkomst een veelzeggende illustratie. Als een teekenend staaltje uit den tijd van p'.m. 30 jaren geleden vermeldt het blad; Bij den meester in een van de dorpen in noordelijk Friesland kwam de werkvrouw op een zekeren dag meedeelen, dat zij socialist w a s geworden. Zij had nu den bijbel verbrand. Dien hadden zij niet meer noodig. Troelstra vertelt in zijn „Gedenkschriften" een analoog geval: bij hem verdwijnt het wijwaterbakje.
10
SOCIALISME EN CHRISTENDOM
Het socialisme en het christendom in zijn opkomst stonden principieel tegenover elkander, omdat het socialisme zeer nauw verbonden was met het Marxisme. Het Marxisme werd bovendien gemakkelijk aanvaard als levens- en wereldbeschouwing, omdat het niet anders was dan zijn eigen tijd, in gedachten vervat. .J^Liy.^S^-i" " k j i k i s w e l een heel andere. T o c h zijn er nog altlid van die consequente Marxisten, voor wie socialisme en Marxisme onTÓsrnaïïêTij£ verbö'nTe'n"zïjn. W i j noemden reeds R. Kuyper, ,,de sociale materialist" i ) , die zijn levensleer in zuiver Marxistischen zin doordenkt. In een artikel „Sociaal democratie, marxisme en godsdienst" stelt hij voorop, dat de ideologieën slechts een secundaire rol spelen; zij zijn in den strijd om de verhouding van maatschappelijk-zijn en bewustzijn niet de primaire drijvende krachten. De religie is strijdig met de letter en den geest van het Marxisme 2 ) . Naar Kuypers vaste overtuiging zal de godsdienst dan ook in de socialistische maatschappij verdwijnen 3 ) . Naast Kuyper staat een_ Frans van der Goes, die verklaart, dat tot de proletarische levensbeschouwing de godsdienstloosheid behoort. In de socialistische maatschappij zal de behoefte naar godsdienst zich niet doen voelen 4 ) . V a n van der Goes is het getuigenis: W i j ontkennen niet en verheffen ons integendeel er op, dat de groote massa van het proletariaat, tot het socialisme overgaande, den godsdienst vaarwel zegt 5 ) . Mannen als Kuyper en van der Goes leggen er getuigenis van af, dat het consequent Marxisme in de S . p . A . P . nog volstrekt niet heett afgedaan. T q c ï ï worden in de S . D . A . P . zulke mannen zeldzamer. " D e sociaaldemocraten weten maar af t r g o e d , dat zij niet bij den M a r x en het Marxisme van het Manifest van 1847 kunnen blijven staan. Het Kommunistisch Manifest kan en mag voor hen het uitsluitend evangelie niet zijn in een werelS, waarin zóóveel veranderd is. Het Marxisme moet zich ontwikkelen op gevaar af van wetenschappelijk failliet te gaan 6 ) . \ De mannen, die nog altijd bii dat Manifest van 18^.7 zweren, moeten wij zoeken pnder de kommunisten. O m bij ons onderwerp te blijven: volstrekt anti-godsdienstig en anti-christelijk zijn in ons land de kommunistische groepen als onderdeel van de beweging in Rusland. In die beweging geldt nog altijd het woord van Marx, dat ') Prof. J. A. Eigeman „Het Socialisme v a n Troelstra", blz. 153. ) R. Kuyper „Marxistische Beschouwingen", I 99 vlg., 136. 3 ) „Het Volk", 21 Mei 1921. 4 ) Aldus het verslag in „De Nederlander". Vgl. zijn artikel over een proletarische levensbeschouwing in „De Socialistische Gids" v a n 1926. 5 ) „Nieuwe T i j d " 1904, blz. 133. 6 ) Aldus Emile v. d. Velde in „ H e t V o l k " v a n 25 Mei 1926. 2
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
11
boven de Iberische kapel bij het Kremlin geschreven staat: Godsdienst is opium voor het v o l k ! .Daar.heeft men ook de pretentie, het consequente TffiarxIsTme in pacht te hebben i ) . kan men n a t u u r l i j k ' T r i c H t e n , ' ^ d e ^ T e u z e ^ v a n M a r x , waarin de consequentie van zijn levens- en wereldTbeschouwing ten opzichte van den godsdienst tot uitdrukking w o r d t gebracht, te verzachten en de scherpe kanten er af te slijpen. O p de wijze van Mevr. R o l a n d Holst. Mevr. R o l a n d Holst heeft enkele jaren terug S o w j e t Rusland bezocht. In een buitengewoon interessant boek heeft zij haar bevindingen neergelegd. Zij is ook in R e v a l geweest en heeft daar in de groote Russische kerk een dienst meegemaakt. Het w a s de eerste keer in haar leven, dat zij een grieksch-katholieke liturgie hoorde en zij had zich die niet voorgesteld van een zóó ontroerende schoonheid. Een heerlijke, diepe basstem zingt het recitatief, een hoogere respondeert, telkens valt het onzichtbare koor in, getuigend en smeekend. De klanken zwellen en nemen weer af, het is een voortdurend vloeden en terugstroomen, een deining zonder einde, als een lied der natuur. M a a r een natuurlied, verdiept door menschelijk hunkeren en smachten; een uitstorting en reiniging van het menschelijk gemoed, beheerscht toch en vol melancholie van berusting. Een oneindige mildheid, een zachte vertroosting, een heerlijke innigheid doorruischt dien zang, maar alles verdroomd en los van de aarde. De ziel wordt uitgevoerd boven smarten en twijfelingen; zoete rust keert tot haar in. T e l k e n s vervloeit een hoogtepunt van pathos tot een nieuw gemurmel, dat dan, op zijn beurt in zich opnemend de ongestilde verlangens en geheime droomen van het menschenhart, weer uitstroomt in rijke bewogenheid, als een rivier, door duizend verborgen bronnen en liefelijke beken gevoed. N a a f l o o p van den dienst zocht Mevr. R o l a n d Holst een bank in een der groene plantsoenen, om ongestoord haar gedachten na te gaan. Het is, als begrijpt zij nu pas goed het waarschuwend woord, dat het sowjetbestuur te M o s k o u aanplakken liet boven de Iberische kapel: De godsdienst is opium voor het v o l k ! J a waarlijk is het zoo: die heerlijke muziek is thans gevaarlijk; zij verzwakt den w e r k e l i j k - heidszin, zij sust het hart tot rust over de slechte dingen dezer " wereld, in plaats van het te wekken tot daadkracht; zij effent den gang van het bloed tot verdroomde maten, in stee van het staal toe L te voeren tot den strijd. De schoonheid der oude kerkmuziek, wij mogen van haar bedwelming niet te diep drinken 2). Natuurlijk, zoo kan men M a r x ' leuze ook toelichten en uitleggen. M a a r zoo is de klaarblijkelijke bedoeling van M a r x nooit geweest. ') )
2
Vgl. de brochures v a n Lenin en R. Fülop-Miller „Lenin en H. Roland Holst „Uit Sowjet Rusland", blz. 130 vlg.
Gandhi",
12
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
En in Rusland wordt het woord van M a r x wel heel anders uitgelegd, in woord en daad. Mevr. Roland Holst moet zoo spreken, omdat zij het Marxisme als levens- en wereldbeschouwing — niet het historisch materialisme als methode van geschiedbeschouwing —• heeft losgelaten. Maar in Rusland is en blijft de geestelijke achtergrond: het oorspronkelijk Marxisme. In het algemeen — zoo schrijft D r . D. de Lange •—• wordt door de officieele partij-instanties aan h u n leden een wereldbeschouwing opgedrongen, die in het geheel geen rekening met de ontwikkeling der geestes- en natuurwetenschappen in de laatste halve eeuw h o u d t en ook de toonaangevende theoretici op dit gebied in Rusland, jBoecharin en Preobraschenski, schijnen nog geheel bevangen door het rationalistisch materialisme, zooals dat b.v. een halve eeuw geleden in Büchner's bekende werkje „Kracht en s t o f " belichaamd was i ) . Het verwondert ons dan ook in het geheel niet, dat men in kommunistischen kring zeer verontwaardigd was, toen Mevr. R o l a n d Holst lid werd van het Relig. Soc. verbond. Partijgenoot S. schreef toen het verschrikkelijke w o• o—r d•• :— Laat•;• ons toch vooral oppassen • i. . . m i - M . l u j i • ui - , i— L.. i • • '*;.'" " ~***- ~ *-**^ipmr voor God, al is Hij nog zoo democratisch en schijnbaar t a m als in "KëTK.S.V. Hi) wilde* vastleggen, dat elke Ieidënde persoonlijkheid in de kommunistische beweging uitgesproken materialist moet zijn cn geen lid kan zijn van eenige godsdienstige of religieuze gemeen~s~cïïap~2"T In denzelfden geest schreef J a n M . ; Het is duidelijk, dat de arbeidersbeweging vijandig moet staan tegenover deq gfifjs^1't'TliSt Hjj was dankbaar, dat Mevr. R o l a n d Holst weer bedankte als lid van het R . S . V . In dezen tijd en in ons land oordeelde hij een scherpe stellingname van de kommunisten tegen den godsdienst meer dan ooit noodzakelijk 3 ) . W i j geven slechts een enkel getuigenis. Z o o is inderdaad de geest in heel de kommunistische beweging. De uitvoerende macht der kommunistische Internationale heeft dan ook uitdrukkelijk verklaard, dat de kommunistische avant-garde der arbeidersklasse dezen plicht heeft, haar partijgenooten in te enten met de scherp o m schreven, alles omvattende wereldbeschouwing van het Marxisme, waarvan het atheïsme een wezenlijk bestanddeel is 4 ) . Tijdschriften, wier namen reeds voor zichzelf spreken, als ,,De Atheïst", „ D e goddelooze", moeten dit werk volbrengen. Een centraal bureau voor 11
J
J
t
>) Dr. D. de Lange „De Kommunist", 22 Aug. 1925. ) „De Kommunist" 28 M a a r t 1925. ) „De Kommunist" 12 Juni 1925. 4 ) V g l . Prof. J. R. Slotemaker de Bruine „Communisme, Kerk en School" in „ W o o r d en D a a d " , Oct. 1923, blz. 226 vlg. 1. Lagonskij „Da, w o man mit Gott k ä m f t " in „Orient und Occident", 1929, N o . 1. 2 3
3
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
13
de bestrijding v a n den godsdienst en een „ V e r b o n d der g o d d e l o o z e n " zijn opgericht. O v e r a l w o r d e n lezingen gehouden, om den menschen het d w a z e v a n alle religie aan te toonen i ) . N o g scherper w o r d t de tegenstelling, wanneer het k o m m u n i s m e en het M a r x i s m e zelf tot religie w o r d e n . I n zijn Russische i n d r u k k e n heeft M r . v a n Blankenstein, de bekende ster-correspondent v a n de N . R . C t . , hierover m e r k w a a r d i g e mededeelingen gedaan. Hij schrijft over het L e n i n i s m e als godsdienst. Het k o m m u n i s m e is tegen alle godsdiensten, maar het heeft zelf alle v o r m e n v a n een godsdienst aangenomen. D e leiders hebben R u s l a n d een nieuwen G o d gegeven: L e n i n . E r is reeds een L e n i n - t h e o l o g i e . Het L e n i n i s m e is een geloof, dat met hartstocht w o r d t aangehangen. Het groote strijdmiddel is de school, gedeelelijk door v e r z w i j g i n g , passieve geringschatting v a n de bestaande godsdiensten, gedeeltelijk o o k d o o r een stelselmatige en zeer suggestieve p r o p a g a n d a v o o r de nieuwe religie: het k o m m u n i s m e . D e school in R u s l a n d is een school met den bijbel, d . w . z . met den M a r x i s t i s c h e n bijbel. M a r x is A l l a h en L e n i n is zijn profeet 2 ) . D r . J D . de L a n g e heeft dan o o k terecht maar tevergeefs gewaars c h u w d tegen deze verkerkelijking v a n 't Russisch k o m m u n i s m e 3 ) . Het Russische k o m m u n i s m e is religie g e w o r d e n . E e n toepassing behoeven w i j d i t m a a l niet te maken. Hier is een volstrekte tegenstelling met het christendom. M e n denke er echter aan, dat w i j het tegenwoordige socialisme volstrekt n j £ l ffiet het Russische k o m m u n i s m e mogen vereenzelvigen. * ~ W i j stellen nu eerst de v r a a g ^ h^eft h ^ j ^ i s t e n d o ^ j j ^ denj-jjd^ w a a r i n het s o c i a H s m e _ ^ p k ^ m J _ z . i i n roepirig beseft en ziin taak verv u l d ? Is het christendom in zijn o n t m o e t i n g met bet socialisme geweest. w a t het behoorde te^zijn?. Het a n t w o o r d is naar onze overtuiging niet onzeker. Het is een k o r t , m a a r k r a c h t i g , , n e e n " . G e y e r en P a u l i maken enkele zeer scherpe, maar o o k zeer juiste opmerFing'en. T5e vertegenwoordigers van christendom en kerk zelf hebben niet w e i n i g er toe bijgedragen, dat de godsdienst der liefde als een b o l w e r k v a n z e l f z u c h t en reactie werd b e s c h o u w d en dat h u n kerkelijke organisatie slechts gewaardeerd w e r d als een organisatie, die v o o r de massa slechts aalmoezen, tevredenheidspreeken en hemelvertroosting had. Zeker, niet het christendom en de kerk ideëel genomen, verdienen deze aanklacht. D e oude Liebknecht wekte de partijgenooten op, toch v o o r a l den Bijbel te lezen. O o k is het merkw a a r d i g , dat de socialistische aanvallen v o o r den persoon van J e z u s ') Vgl. Mr. Dr. A. A. van Rhijn „Bolsjewisme en Religie" in „Bergopwaarts", 17 Mei 1924. 2 ) Vgl. de N.R.Ct. 17 Sept. 1924 vlg. 3 ) „De Kommunist", 18 Oct. 1924.
14
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
halt houden. M a a r juist daarom dringen de felle aanvallen van de socialisten op christendom en kerk in hun werkelijkheid tot zelfonderzoek en zelfbeschuldiging. Alleen -wanneer wij ons onder het oordeel stellen, worden wij niet geoordeeld. moeten niet slechts bekeenné~prediken, ' m a a r zelt ons be keer en. "Wanneer wil ons zelt, ~* de christenen, aanklagen, zullen wij het christendom rechtvaardigen. W i j h e b b e n geleeYd in eeiTscKüTdige o n w e t e n d h e T 3 v a n de' w e r k e ™ " lijke v e r h o u d i n g e n in de arbeiderswereld. De afstand tusschen ons en de arbeiderswereld was veel te groot. T e onbezorgd hebben wij naast haar geleefd, in burgerlijken stijl, W i j hebben tegen het egoisme in de kapitalistische maatschappij niet beslist genoeg geprotesteerd. W i j hebben de strenge eischen van Gods W o o r d te veel beperkt tot het persoonlijk geloofsleven en zoo al te gemakkelijk tusschen sociale en individueele ethiek onderscheiden. D a t ook het sociale leven gesteld moet worden onder de kritiek van het komend Godsrijk, hebben wij te veel vergeten. W i j hebben allerlei sociaal onrecht te lang en te gemakkelijk geduld. W i j hebben aan allerlei reformatiepogingen te weinig zedelijken en daadwerkelijken steun geschonken. De geest van het materialisme, de tijdgeest, dien wij allen ernstig wilden bestrijden, was — veel dieper dan wij het zelf vermoedden — in onze eigen harten binnengedrongen. W i j waren in veel sterker mate kinderen van onzen tijd, dan wij het zelf wisten. T e zeer onder den indruk van het feit, dat het socialisme atheïstisch was, zag men in kerkelijken kring de julstëlcern, den zedehjken eisch der beweging over het h o o f d i f . Misschien moeten wij het nog sterker zeggen: dat er zooveel socialisme zonder christendom was, vond ziin oorzaak in het feit. . dat er zooveel christendom zonder socialisme, d . w . z . zonder sociaal besef en zonder sociale idealen was. Dr. Kuyper heeft dit in vroeger jaren zoo kras mogelijk uitgesproken. Zijn rede ,,Het sociale vraagstuk en de christelijke religie" is een onafgebroken zelfaanklacht. Het was in i 8 o i . Het sociaal congres werd o November van dat jaar door Dr. K u v o e r geopend. " U T vraag zou worden besproken: ,,Wat ons als belijders van den Christus te doen staat, met het oog op de sociale nooden van onzen tijd" 2 ) . De vraag had jaren eerder moeten worden besproken. Ons optreden, aldus Dr. Kuyper, valt niet te vroeg, maar eer te laat; wij komen achteraan, waar vóórgaan ons mogelijk was geweest 3 ) . De stoffelijke nood in dien tijd was ontzettend. M a a r nog grooter, nog ') Geyer und Pauli „Christliches und Widerchristliches im modernen Sozialismus", blz. 26 vlg„ 58 vlg. Dr. A. Kuyper „Het sociale vraagstuk en, de christelijke religie", blz. 5. 3 ) Idem, blz. 6.
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
15
I " o n t z e t t e n d e r w a s de geestelijke n o o d . E n v a n deze geestelijke ellende ! g i n g , naar 't o o r d e e l v a n D r . K u y p e r , een g e r o e p v a n a a n k l a c h t tegen j o n s , christenen, uit. O f w e r d e n niet b i j n a allen, die n u z o o r a z e n , ' eens g e d o o p t ? E n w a t is er na dien d o o p aan die d u i z e n d e n ten k o s t e g e l e g d , o m naast het s p o t b e e l d v a n de christelijke religie, w a a r tegen z e n u h u n v l o e k u i t s t o o t e n , h e n iets, iets o o k m a a r , te d o e n j v e r s t a a n v a n de w e z e n l i j k e liefde G o d s , die in C h r i s t u s J e z u s is? I W a t is er d o o r ons, c h r i s t e n e n i n N e d e r l a n d , u i t g e r i c h t , o m , t o e n (A het gif der F r a n s c h e R e v o l u t i e o n g e m e r k t v o o r t s l o o p i n de aderen / v a n het m a a t s c h a p p e l i j k l i c h a a m , die v e r g i f t i g i n g v a n het sociale ƒ l e v e n s b l o e d te s t u i t e n ? J a , w a t is er g e d a a n , o m , t o e n d a n het k w a a d ten leste naar b u i t e n u i t s l o e g en de sociale k r a n k h e i d een e p i d e m i s c h k a r a k t e r a a n n a m , o o k o n z e r z i j d s artsenij en b a l s e m a a n te d r a g e n v o o r h a a r g e n e z i n g ? N u pas o n z e eerste z w a k k e p o g i n g , o m in sociaal c o n g r e s den d o o d s n o o d der m a a t s c h a p p i j o n d e r de o o g e n te z i e n , w a a r reeds v o o r t w i n t i g en v o o r d e r t i g j a r e n o n z e christelijke d e n kers z i c h h a d d e n m o e t e n o p m a k e n , o m m e t iets v a n den ernst en met iets v a n den w e t e n s c h a p p e l i j k e n z i n v a n een M a r l o en S c h a e f f l e de diepte v a n d e z e n n o o d s t a n d te peilen i ) . _ "^Tan'neer"wy^Heze w o o r d e n v a n D r . K u y p e r e r n s t i g o v e r d e n k e n , w o r d t de h a a t v a n de socialisten tegen het c h r i s t e n d o m en de k e r k z o o al niet g e r e c h t v a a r d i g d , d a n t o c h zeer b e g r i j p e l i j k . H e t w a s niet a n t i - g o d s d i e n s t i g e verried s o m s een fel v e r z e t tegen G o d , m a a r heel v a a k w e l d e het e n k e l uit v e r z e t tegen h e t g e e n m e n s c h e n o f k e r k e n z o o z e e r h a a t tegen den g o d s d i e n s t , als w e l tegen de reactie. H e t m e t den g o d s d i e n s t deden. G e l o o f en reactie, deze s a m e n v o e g i n g k o m t z e k e r niet u i t s l u i t e n d v o o r r e k e n i n g v a n het socialisme. H i e r h e b b e n g o d s d i e n s t en k e r k z w a r e s c h u l d . D e k e r k is v a a k g e w e e s t een m a a t s c h a p p e l i j k m a c h t s i n s t i t u u t . V e l e socialisten n o e m d e n z i c h atheïsten, o m d a t z i j d o o r het o f f i c i e e l e c h r i s t e n d o m g o d l o o c h e n a a r s g e w o r d e n w a r e n . Z i j h e b b e n de g o d s l a s t e r a a r s - d o o r - h u n - l e v e n , die G o d slechts m e t de l i p p e n eeren, g e l o o f d , en z o o een valsche v o o r s t e l l i n g van G o d en j f e i j g o d s d i e n s t o n t v a n g e n . Z i j b e b h e n ' g e z e g d : liever geen (Jod dan z o o é é n 2 ) . E r w a s i n Eet socialisme een juiste kern, een z e d e l i j k e eisch, die d o o r c h r i s t e n d o m en k e r k m i s k e n d w e r d . G r o e n v a n P r i n s t e r e r h e e f t het u i t g e s p r o k e n , dat in het socialisme een w a a r h e i d g e m e n g d ligt, die het k r a c h t geeft 3 ) . ') Dr. A. Kuyper „Het sociale vraagstuk en de christelijke religie", blz. 33 en 34. 2 ) Vgl. J. R. Slotemaker de Bruine „Christel. Soc. Studiën" III blz. 666; Idem „Communisme, Kerk en School" in „ W o o r d en Daad", 2 ). 4, Oct. '23, blz. 223; Idem „Religie en Socialisme" in „Stemmen des Tijds", 5 j. 4, Febr. '16, blz. 427; A. H . Gerhard „Vroomheid", blz. 127; B. de Ligt „Ontwerp Beginselverklaring Bond van Christen-Socialisten", blz. 49. 3 ) Dr. A. Kuyper, „Het sociale vraagstuk en de christelijke religie", blz. 7.
16
V
V,
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
E n K u y p e r heeft geschreven: W a t kracht aan het socialisme geeft, is niet z i j n b e g e e r z u c h t , m a a r de z e d e l i j k e eisch v a n het s o c i o l o g i s c h leven i ) . H e t is b u i t e n g e w o o n v e r d r i e t i g , d a t h e t c h r i s t e n d o m en de k e r k d e z e n z e d e l i j k e n eisch niet t o t z i c h h e b b e n l a t e n s p r e k e n . H e t is niet alleen v e r d r i e t i g , h e t is o o k s c h u l d . T h u c n e y s e n h e e f t d i t h e e l s t e r k b e s e f t 2). D e o n t m o e t i n g v a n s o c i a l i s m e en c h r i s t e n d o m w a s een a a n e l k a a r v o o r b i j g a a n , een e l k a a r niet v e r s t a a n . A a n d e n k a n t v a n de k e r k k w a m h e t niet t o t e r n s t i g e b e z i n n i n g , o m h e t v e r l o s s e n d e w o o r d te s p r e k e n . E r o n t b r a k i n 'zicht in de g r o o t t e en den o o r s p r o n g v a n d e n n o o d en i n de d i e p t e v a n eigen o n m a c h t en s c h u l d t e g e n o v e r d e z e n n o o d . D e c h r i s t e n e n w a r e n beati p o s s i d e n t e s 3 ) . D e k e r k w a s rijk en v e r r i j k t en h a d a a n geen d i n g g e b r e k . H e t c h r i s t e n d o m v e r s t o n d h e t w o o r d n i e t , d a t in h e t raadsel v a n de G o d v e r v r e e m d i n g en k e r k v e r v r e e m d i n g v a n het proletariaat tot het christendom gesproken w e r d . D e z i n v a n d i t w o o r d w a s een o p r o e p t o t z e l f k r i t i e k : niet over anderen, maar over z i c h z e l f gericht h o u d e n . Het socialisme heeft C h r i s t u s niet g e z i e n , m a a r w e l h e t g e w e l d i g e v a n d e n n o o d . H e t s o c i a l i s m e h e e f t b e s e f t de m a c h t v a n het g e l d . H e t c h r i s t e n d o m h a d h e t g r o o t e g e v a a r d e z e r m a c h t k u n n e n en m o e t e n b e s e f f e n — n e r g e n s W o r d t sterker tegen d e z e m a c h t g e w a a r s c h u w d d a n in G o d s W o o r d — m a a r het h e e f t d i t g e v a a r niet b e s e f t . D e k e r k w a s meer k e r k d a n K o n i n k r i j k v a n G o d . I n de k e r k w e r d w e i n i g o f niets g e v o n d e n v a n den geest, die de p r o f e t e n v a n h e t O u d e T e s t a m e n t b e z i e l d e . H e t c h r i s t e n d o m riep o p t o t b e k e e r i n g , m a a r bekeerde z i c h z e l f niet. H e t s p r a k het o o r d e e l u i t o v e r h e t o n g o d s d i e n s t i g e en a n t i - g o d s d i e n s t i g e s o c i a l i s m e , m a a r h e t stelde z i c h z e l f niet o n d e r h e t o o r d e e l . D e t e g e n s t e l l i n g t u s s c h e n s o c i a l i s m e en c h r i s t e n d o m w a s — en is n o g heel vaak — n i e t : de w e r e l d t e g e n o v e r G o d en g o d s d i e n s t , m a a r : de g o d d e l o o z e w e r e l d t e g e n o v e r de v r o m e w e r e l d , d . w . z . t e g e n o v e r de V e r w e r e l d l i j k t e en w e r e l d s c h e k e r k . D e k e r k is o p s o c i a a l terrein niet g e w e e s t g e t u i g e v a n J e z u s C h r i s t u s en v a n de v e r l o s s i n g , die in J e z u s C h r i s t u s is. D a a r o m : het o o r d e e l v a n G o d , d a t o v e r h e t s o c i a l i s m e g a a t , g a a t o o k o v e r o n s , o v e r <Jë" k e r k , o v e r de. . c h r i s t e n h e i d " W i e een g r o o t w o o r d h e e f t o v e r het o n g o d s d i e n s t i g e en a n t i g o d s d i e n s t i g e s o c i a l i s m e , t o t h e m k o m t de v r a a g : gij, die a n d e r e n o o r d e e l t , o o r d e e l t gij u z e l f n i e t ? D a t het s o t i a l i s m ? in z i j n o p k o m s t z o o fel a n t i - c h r i s t e l i j k w a s , is v o o r een g r o o t deel de s c h u l d v a n het o f f i c i e e l e c h r i s t e n d o m . ') Dr. A. Kuyper „Het Sociale vraagstuk en de Christelijke religie", blz. 8. ) E. T h u r n e y s e n „Sozialismus und Christentum" in „Zwischen den Zeiten" 1923. Vgl. ook Günther Dehn over Stöcker in „Zwischen den, Zeiten" 1924 en F. Lieb „Christentum und Marxismus" in „Zwischen den Zeiten" 1929, 7 j. N o . 4. 3 ) „Gelukkige bezittenden", rijk en verrijkt. 2
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
17
_Het socialisme in zijn o p k o m s t was zeer beslist anti-godsdienstig. D e eerste periode w o r d t dan o o k gekenmerkt door het w o o r d van M a r x : „de godsdienst is opium voor het v o l k " . T o t op den dag van vandaag werkt de geest van deze eerste periode door. T o c h wordt het aantal socialisten, die socialisme en godsdienst een principieele ing achten, voortdurend kleiner. O p de eerste periode van anfï-gódsdienstigheid volgde een periode" van ongodsdienstigheid, van neutraliteit. De .godsdienst wordt privaatzaak. Het is van belang na te gaan7"lïT wellcen""7n" deze nieuwe leuze bedoeld wordt. D e woorden komen voor in hstML0SJ3m. d e r Duitscbe partij, zooals dat in . .\875_te j 3 o t h a i s vastgesteld. Eerst worden de socialistische beginselen uiteengezet. D a a r n a worden eenige eischen genoemd, die aan den tegenwoordigen Staat worden gesteld. D a a r onder b e h o o r t : „Algemeene en gelijke opvoeding door den Staat, leerplicht, kosteloos onderwijs. V e r k l a r i n g y?fi den godsdieqst tot ^ J P r j v a t s a c h e " . " Deze woorden — aldus P r o f . Slotemaker — zijn duidelijk. TTe Staat — niet: de partij -—- moet den godsdienst verklaren t o t een zaak, die alleen de enkelen en niet den Staat aangaat. D e Staat als zoodanig rekent niet met den godsdienst. I n het program van E r f u r t in 1 8 9 1 vinden wij dezelfde gedachte. Onder deeischen, aan den tegenwoordigen Staat gesteld, vinden wij o . a . : . . d e g o d s ; djenst moet_ zaak zijn van ieders persoonliike___p:yeitu^^^ precies hetzelfde. D a t de partij den godsdienst t o t privaatzaak zou verklaren in den zin v a n : d a t ^ e j D g | t i £ j e d e r ; n zijn godsdienstige^ overtuiging vrijlaat — staat er niet. D e bedoeling is alleen: volstrekte scheiding van Kerk . D e leuze „godsdienst p r i ven a a t zStaat a a k " 1) heeft echter in den volksmond
een andere beteekenis gekregen. E r ^ ^ j s c h fceteekent. zii. dat ae partli j z é S L i O J Ó U l J g ^ d j e n s t i g e overtuiging vrij laat. Gerhard schrijft over de uitspraak, dat godsdienst privaatzaak "I's," waarmede niet anders bedoeld w o r d t dan vast te leggen, dat wie wil deelnemen aan den strijd van het socialisme, niet de geringste belemmering in den weg gelegd w o r d t in verband met zijn overtuiging op godsdienstig gebied. Theoretisch kunnen vogels van de meest diverse geloofspluimage deel uitmaken van de socialistische partij 2 ) . O f , gelijk Ds. Bakker het zegt: de S . D . A . P . laat hare leden vrij in hun godsdienstige overtuiging, bestrijdt geen enkele kerk, k o m t alleen in 't geweer, wanneer eenige kerk haren invloed zou willen aanwenden, o m de belangen der arbeiders te benadeelen, erkent door deze houding dus, dat ') V g l . D r . J. R . Slotemaker de Bruine „Christ. Sociale Studiën", blz. 6 7 5 vlg, Idem ,.Het geestelijk zedelijk karakter der Sociaal-Democratie" in „Stemmen des T i j d s " , 3 j. 1, N o v . 1913. 2) A. H. Gerhard „Vroomheid", blz. 127. D e bladzijden 120/146 bespreken de vraag: „Is godsdienst privaatzaak?"
18
i * ^
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
socialisten het christendom als levensbeschouwing k u n n e n a a n vaarden i ) . Hoe men t o t deze koersverandering, tot dezen overgang v a n : ,,de godsdienst o p i u m voor het v o l k " tot ,,de godsdienst p r i v a a t z a a k " gekomen is? Verschillende motieven hebben hier gewerkt. Het was den socialisten in h u n strijd om het socialisme en niet o m den godsdienst te doen. D e godsdienst liet hen in den g r o n d der zaak v o l m a a k t k o u d . De v o o r m a n n e n zagen o p den d u u r , dat strijd tegen den godsdienst lang niet altijd identiek was met strijd voor het socialisme. Vele anti-godsdienstigen waren en zijn door en door conservatief en reactionair. Verder —- en dat is zeker wel het meest dringende motief geweest — : men wilde de christelijke arbeiders tot zich trekken en men merkte, dat practische toepassing van de leuze „godsdienst o p i u m voor het v o l k " de kloof tusschen de socialisten en de christelijke arbeiders al grooter maakte. T o c h wilde men de christelijke arbeiders bereiken. Z o o werd een meer conciliante h o u d i n g tegenover den godsdienst en tegenover het christendom noodzakelijk. De godsdienst werd p r i v a a t z a a k . E v e n w e l : z o o k w a m de anti-godsdienstige grondslag v a n het M a r x i s m e — en de socialistische beweging is d o o r M a r x en de zijnen philosophisch ingezet — in de knel. Een conciliante h o u d i n g van h e t socialisme tegenover den godsdienst is in strijd met het M a r x i s m e . D e sociaal-democraat de Jager heeft dat meerdere malen in „ H e t V o l k " uiteengezet. M e n heeft gekozen voor een godsdienst vriendelijke politiek, die in lijnrechten strijd is met de philosophische grondslagen van de beweging 2 ) . M e n wil niet anti-, maar ongodsdienstig zijn. M e n wil ten opzichte van den godsdienst neutraliteit. Het socialisme — z o o n o g k o r t geleden in ,,Het V o l k " — is noch voor, noch tegen den godsdienst. Het eenige w a t n o o d i g is, en w a t bij ons genoegzaam a a n w e z i g is, dat is de onderlinge verdraagzaamheid voor elks bijzondere levensbeschouwing 3 ) . Hiermede zijn wij echter n o g niet klaar. D a a r is nog altijd het beginselprogram, dat wij toch zeker gebruiken mogen, om een a n t w o o r d te geven o p de v r a a g : welk zedelijk geestelijk karakter v e r t o o n t de S . D . A . P . ? W e l n u , w a t de zedelijk geestelijke gedachtenwereld in het beginselprogram betreft, moeten wij zeggen, dat de partij Marxistisch denkt, d . w . z . historischmaterialistisch, d . w . z . anti-godsdienstig 4 ) • Het w o r d t t r o u w e n s ' ) S. K. Bakker „ N a a s t het Kruis de Roode V a a n " , blz. 10. ) Vg!. J. de Jager in het „Wetenschappelijk Bijvoegsel" v a n „ H e t V o l k " in 1923. N o . 137, 149. 150, 162; een van zijn artikelen heeft tot opschrift: „ O v e r de principieele onjuistheid van de privaatzaaktheorie". 3 ) ,,Het Volk", 3 Juni 1926, „Partij en levensbeschouwing". 4 ) V g l . het genoemde artikel van Dr. Sloteraaker de Bruine in „Stemmen des Tijds". 2
SOCIALISME EN CHRISTENDOM
19
door den sociaal-democraat K u y p e r eerlijk erkend. De theoretische achtergrond van "het beginselprogram wordt naar zijn oordeel gev o r m d door de Marxistische wereldbeschouwing. De S . D . A . P . is wel degelijk op een bepaalde manier philosophisch georiënteerd, is wel degelijk de draagster van een bepaalde wereldbeschouwing. Het S . D . A . P . - p r o g r a m is een uitvloeisel van Marxistische grondgedachte i ) . Sam. de W o l ff verdedigt de stelling: Het beginselprogram der is m zijn gedachtingang T/larxistiscb. Het is inkonsekwent, dat degenen, die dit beginselprogram onderschrijven, de opvattingen van het M a r x i s m e voor het f o r u m van strenge en onpartijdige wetenschap gevonnist achten 2 ) . Ook Troelstra erkent dit: Het program plaatst zich op den grondslag"van de economische opvatting der geschiedenis, ook wel genoemd het historisch materialisme 3 ) . _Eii_X2s J _Horreüs_de_Iiaas^de bekende religieuze socialist, schrijft, dat in het program van de S . D . A . P . de Marxistische grondgedachte voortleeft 4 ) . N u werkt deze geestelijk zedelijke gedachtenwereld van het beginsel-program door — ook al ontkent men dit telkens weer — in heel den levenskring der S . D . A . P . Een christen houdt het in deze sfeer en in die omgeving onmogelijk uit^ Waarlijk niet uit zelfvoldaanheid en eigengêre^tigheici M e t hoe groote verwachting is E n k a de S . D . A . P . binnengetreden. Het werd één groote teleurstelling? Z i j kon in den kring der S . D . A . P . niet aarden, omdat de gezindheid, die de S . D . A . P . kenmerkt, haar geestelijke sfeer, in zijn diepste wezen de sfeer is van het historisch materialisme. Niet straffeloos hebben de socialistische pioniers van het vorig geslacht hun materialisme gezaaid in de moede harten, die reeds lang bereid waren, zich van den traditioneelen ,,lieven Heer" wrevelig af te wenden, en in de leege arbeidershersenen, die zich, met de oppervlakkige logica van den onontwikkelde, van het Godsgeloof afkeerden. De arbeidersklasse leeft nog voor het grootste deel uit de conclusies van de materialistische wetenschap, waarvan ze het wezen niet kan doorgronden. De proletarische jeugd van heden groeit goeddeels op in een milieu, waar men in zake den godsdienst niet anders hoort dan spotternijen en leeft uit een minachting, waarvalTmTn"zelfTTet groteske niet opmer^f, Het materialisme is gedragen en versleten door de bourgeoisie; afgedragen wordt het nu door het proletariaat, en het proletariaat heeft helaas de kunst geleerd, zuinig met zijn afleggertjes om te g a a n s ) . Geen wonder, dat Troelstra ' ) R. Kuyper „Marxistische Beschouwingen", blz. 99-115 en „ H e t Volk", 14 A u g . 1906. 2 ) „Het Volk", 14 Febr. 1928. 3 ) „Het Volk", 19 Jan. 1912. 4 ) G. H o r r e ü s de H a a s „Godsdienst en Socialisme", blz. 63. 5 ) E n k a in „ O p w a a r t s " , 28 Juni 1918 en in „Relig. Soc. Stroomingen in N e d e r l a n d " , blz. 5 vlg.
20
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
nog in 1 9 0 2 in verband met al wat er gistte en bruiste en een uitweg zocht in de S . D . A . P . , schreef: de arbeider, die vóór alles hangt aan Z+ü. //T-v-Ct zijn geloof, zal zich niet thuis gevoelen in onze beweging 1 ) . Dit ( woord van Troelstra geldt nog altijd. Ik denk alleen maar aan de stuitende en grievende wijze, waarop ..Het V o l k " — uit journalistiek oogpunt beschouwd een voortreffelijk blad — over christendom en kerk spreekt. Het is bijna onmogelijk, dat een positief geloovig arbeider het uithoudt in een kring, die op deze wijze wordt voorgelicht. W i j lezen sinds vele jaren ,,Het V o l k " . En wij probeeren na te gaan, in welken geest ons volk door dit hoofdorgaan der S . D . A . P . in geestelijk en godsdienstig opzicht opgevoed wordt. Wanneer wij dan de balans opmaken, huiveren wij. Hier wordt de volksziel vergiftigd. De uitslag van de laatste verkiezingen spreekt trouwens een heel duidelijke taal. In ,,Het V o l k " heeft men druk gediscussieerd over de vraag, waaraan de achteruitgang van de S . D . A . P . in het Zuiden te wijten is. O.i.. is er maar één antwoord: aan de wijze, waarop de S . D . A . P . in de praktijk van eiken dag tegenover den godsdienst staat. Ds. Banning heeft dan ook zeer terecht geschreven, dat de leuze „godsdienst privaatzaak" in den zin van: ,,in de S . D . A . P . is plaats voor alle godsdienstige overtuiging", practisch een mislukking is gebleken 2 ) . Tenslotte nog één opmerking. Godsdienst privaatzaak. Deze leuze beteekende in de praktijk ook heel vaak: de godsdienst is uitsluitend een binnenkamer-aangelegen- • heid. Maar dat kunnen wl] nooit aanvaarden. Godsdienst is nooit ~prïvaatzaaïï7Tn geen enkëTopzicht. Het kan onmo gelijk. De leuze d.sdicnst privaatzaak" is de ondermijning van allen godsdienst. Wie verklaart: uw godsdienst doet er niet toe, toont daarmede — aldus terécht P r . Slotemaker — geen begTïp van godsdienst te hebben.. Tedere partn, 3Te~groote dingen wil eri niet eerst zijn standpunt tegenover den godsdienst bepaalt, heeft zich daarmede reeds ongods-. dienstig, ia, anti-godsdienstig getoond Tegenover de vraag van de kracht en den dienst en den wil van TjocT is neutraliteit onbestaan_ Eaar. Wie optreedt met een program als dat van de S.D.A.P. en dan, 'den godsdienst terzij laat — ook al bestrijdt hij hem niet — dus _noch het licht, noch de kracht van God behoeft voor de totale ver-_ nieuwing v.in menschen cn toestanden die is ongodsdienstig 3.1, Zoo getuigt ook de christen-socialist van der Zee: de zaak is niet /deze, dat de S.D.A.P. ons niet zou toelaten, maar dat wij niet toe') P. T. Troelstra ..Theorie en Beweging", blz. 29. *) ,.De Blijde W e r e l d " , 9 M a a r t 1929. 3) V g l . Dr. J. R . Slotemaker de Bruine „Christelijk Sociale blz. 6 7 9 vlg. en het genoemde artikel in „Stemmen des T l j d s " .
Studiën"
III,
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
21
gelaten wenschen te worden, o.a. ook, omdat onze weg een andere is dan die der S.D.A.P. Wij, christen-socialisten, loopen in den weg van het Godsgebod, omdat het Gods gebod is. W i j erkennen, dal / ook de S.D.A.P. dat Godsgebod helpt volbrengen, maar weten, dat zij het niet doet, omdat het Gods gebod is. De S.D.A.P. erkent ons Gods-wil-volbrengen slechts als privaatzaak, terwijl het voor ons is de kracht onzer beweging. Bij het toetreden tot de S.D.A.P., bij het aanvaarden van haar neutrale standpunt, was onze beweging dood. Dit neutrale standpunt tegenover God blijft voor ons God» verloochening i ) . W . Banning, die zelf S.D.A.P.'er is, erkent, dat de religieus-socialisten tegen deze rest van liberalisme in socialistische • kringen voortdurend moeten strijden 2 ) . Neutraliteit ten opzichte van den godsdienst kan de godsdienst niet erkennen. Integendeel, belangstellinglooze onverschilligheid is hem pijnlijker dan uitgesproken vijandschap. W i j kunnen de leuze ..godsdienst privaatzaak" onmogelijk aanvaarden. et socialisme in zijn opkomst was zeer beslist anti-godsdienstig. De" eerste periode wordt dan ook gekenmerkt door het woord van M a r x : de godsdienst is opium voor het volk. T o t op den dag van vandaag werkt de geest van deze eerste periode door. O p de eerste p e n o d r ^ n ^ a r ï f i - g o d s d ï e n s t i g h e i d volgde eenter een
periode van ongodsdienstigheid, van neutraliteit. De godsdienst
w o r d t privaatzaak. Ook de geest van deze tweede periode werkt
—-~~~.doOT_tot_Jn onzen tijd._ . . Maar de geschiedenis staat niet stil. O p de tweede periode volgt — wij gebruiken met opzet den tegenwoordigen en niet den verleden tijd, het proces is nog in vollen gang, wij leven in den overgang ^r - een derde periode. Geestelijke behoeften zoeken naar vervulling. ' * " ^ v ^ ' u e v n S o t f v a n cfe"^él-loosheid wordt beseft. Het verlangen naar een nieuwe, een vernieuwde menschheid wordt wakker. Het dorre materialisme bevredigt niet meer.. Zeker, duizenden staan buiten deze kentering der tijden, maar in de besten leeft het verlangen en op de besten komt het aan. Zij verwachten weinig of niets van allerlei theoretische constructies. Zij gelooven, dat de vernieuwing begint, wanneer de socialisten inzien, dat revolutie met dynamiet en machinegeweren onmogelijk tot het socialisme leiden kan, maar dat daartoe voor alles de revolutie in ons en tegen ons noodwendig is, niet de uiterlijke, maar de innerlijke revolutie. Wij zien de koersverandering: ethische eisch in plaats van economische motiveering, oproep tot . ^ i n n a ^ S J S i W Ê i i m a S i D e j i a a m Jezus krijgt i n _ _ d j u ') Daan van der Zee „Een nieuwe stem", blz. 83 vlg. Vgl. ook B. de Ligt „Ontwerp-Beginselverklaring Bond van Christen-Socialisten", blz. 102 vlg. en vooral zijn mooie boekje over „ChristervSocialisme en S.D.A.P." 2 ) „De Blijde Wereld", 2 Maart 1929.
22
w i M i
1 \
V
<4 J \
\ ^ i
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
fo|eur en kl^nfo. P e arbeiders komen niet los van Zijn persoon. De religieuse socialist Matthieu vertelt, hoe hij in het Brusselsche volkshms een Christusbeeld zag hangen. Hij vroeg, waarom dat beeld er hing. Tïét besliste antwoord was: heel eenvoudig, omdat Jezus bij ons hoort, onder de socialisten en niet in de kerk, omdat wij geroepen zijn met zijn geest de wereld te vervullen i ) . Achter het graf van Eberl staat een Christusbeeld. Op het voetstuk het woord: Het is. volbracht. Bij het graf bad een der aanwezigen het ,,Onze Vader" .42). Tn cfcn boekhandel, die dnor het Onifsrhe Vakvprhond geleid wordt, is kort geleden het Nieuwe Testament opgenomen. Het bestuur van dit verbond stelt er prijs op, dat ook dit boek in handen van zooveel mogelijk van zijn leden komt. Het rekent het Nieuwe Testament tot de boeken, waar J e wat aan hebt 3^. Op 't congres der S . D . A . P . werd de laatste jaren herhaaldelijk aangedrongen, dat in ,,Het V o l k " gesproken zal worden over de innerlijke vragen, die het gemoed bewegen 4 ) . Voor het laatste S.D.A.P.-congres werd een wijdingsavond gehouden. Op Kerstmis of voor den 1 -Meidag belegt „men religieuze bijeenkomsten^ ïn de uitstalkasten~van socialistische boekwinkels liggen tallooze werken, waarvan de titel een verband legt tusschen godsdienst en socialisme. De sociaal-democratische uitgeversmaatschappij ,,Ontwikkeling" geeft sinds enkele jaren veel meer religieus-socialistische geschriften uit. De Blijde Wereld-groep geeft haar weekblad ,,De Blijde Wereld" de laatste jaren in vergroot formaat uit. Het Rehgieus"Socialistisch Verbond en de Arbeidersgemeenschap der WooaErokers groeien ^voortdurend. De laatste geeft een reeks geschriften uit: ,,Religieus-socialistische Vragen", waarin aïlê" vragen van 3e moderne arl^cTèrsBewejgmg" beschouwd worden als vragen van een geestelijk vernieuwingsproces, dat zich in onze wereld voltrekt. Wij denken ook aan de A . J . C . als onderdeel van de internationale socialistische jeugdbeweging. In de laatste plaats noemen wij het boek van HgpdfiV dp M a l V ,,De Psychologie van het Socialisme", dat aan de kentering in socialistiscïïen kring de meest principieele uitdrukking heeft gegeven. Zoo legt de socialistische beweging op allerlei wijze getuigenis af van het niet te loochenen feit, dat de geestelijke dingen weer beslag op de menschen leggen. Het Marxisme kan niet bevredigen als levens- en wereldbeschouwing. Veelzeggende getuigenissen zijn er in overvloed. Wij geven een enkel, bij wijze van illustratie. ' ) Georg Merz „Religiöse Ansätze im modernen Sozialismus", blz. 19 vlg. V g l . 00k Gustav Landauer „Aufruf zum Sozialismus". 2) V g l . N.R.Ct. 6 Maart 1923. 3) V g l . het artikel „Het Nieuwe Testament als maatschappelyke kracht" in „De Blijde W e r e l d " , 17 April 1926. V g l . het artikel „Het Geloof der D a d e n " , „Het V o l k " , 2 0 Jan. 1923.
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
23
Daar is het merkwaardige geschrift van T r o e l s t r a : ,,De wereldoorlog en de {T.D.7^.P7T'"HeF historisch-materialisme heeft zijn verdienste, o m d a t het sociaal licht geeft, maar om als wereldbeschouwing te k u n n e n gelden, daartoe is het -— aldus Troelstra — in zijn uitgangspunt te beperkt en in zijn methode te eenzijdig. Het belicht de werking der verandering in de productiewijze op maatschappijen, staten, klassen en partijen; maar kosmische werkingen in het heelal en de diepere instincten en behoeften der menschelijke persoonlijkheid vallen buiten zijn sociologisch gebied. Het laat daarom de meer intieme roerselen der menschenziel onbevredigd en ziet de persoonlijkheid van den mensch slechts van één kant, n.1. in hare functie van agent van maatschappelijke krachten. Het leidt gemakkelijk tot een zeker fatalisme, dat bevredigd is, als het bepaalde feiten sociologisch heeft verklaard; het kan leiden tot een „ E r k e n t n i s " van de „noodzakelijkheid" van zekere het menschelijk geweten beleedigende feiten, die de behoefte, den wil en moed en het élan, o m er tegen te strijden, niet versterkt, maar verlamt. Het levert, in één woord, de proletarische beweging diep sociologisch inzicht, een sterk wetenschappelijke methode ter verklaring van bet kapitalisme in al zijne uitingen, en een zekere rustige „Ueberlegenheit" bij de beoordeeling van het politieke en maatschappelijke gebeuren. Maar het levert haar niet, w a t zij mede noodig heeft: een krachtige, de persoonlijkheid vormende en verheffende ideologie, en o n t h o u d t haar die wijding, die uit het besef van eenheid en verbinding met kosmische krachten, boven het louter maatschappelijke, ontstaat. Het kan dan ook op den duur den religieuzen aanleg der menschen niet bevredigen. Het zoeken naar aanvulling van het historisch materialisme, zoowel van den kant van Dietzgen's philosophie en de Nieuw-Kantianen, als van dien der christen-socialisten, zal door het optreden der sociaal-democratie — aldus Troelstra aan het begin van den oorlog — zeker worden g e s t e r k t : ) . Met deze erkenning van geestelijke waarden, met den val dus van het neutralisme en het materialisme als wijsbegeerte en als wereldbeschouwing zakt het geheele Marxisme ineen. Naast het getuigenis van Troelstra dat van Henriëtte Roland Holst., In een inleiding tot de brochure van T r o t z k y ,,De oorlog en de Internationale" fundeert zij haar levensleer. Eenerzijds wenscht Zij de enorme waarde der Marxistische methode tot het opsporen van de factoren der maatschappelijke ontwikkeling en het verklaren van de sociale wortels der ideologieën in het minst niet te verkleinen, maar anderzijds constateert zij tevens, dat er in den mensch nog ') P. J. Troelstra „De wereldoorlog en de S.D.A.P., blz. 109. Vgl. ook Dr. J. R. Slotemaker de Bruine „Christelijk Sociale Studiën" III, blz. 657 vlg.; Dr. I. A. Eigeman „Het socialisme van Troelstra een in zichzelf verdeelde beweging", blz. 71, 119, 124, 129, 137, 143; P. J. Troelstra „Mijn Afscheid", blz. 18; „De Nieuwe Samenleving", l e j. 1, „Om de ziel der arbeiders".
SOCIALISME
24
EN
CHRISTENDOM
a n d e r e k r a c h t e n w e r k e n d a n in de n a t u u r f a c t o r e n der z . g . n . d o o d e s t o f , geestelijke k r a c h t e n n a m e l i j k , w a a r v a n w i j , in het h u i d i g e s t a d i u m v a n o n z e k e n n i s , niet w e t e n , w a a r t o e h u n w i s s e l w e r k i n g z a l leiden i ) . H e t h i s t o r i s c h m a t e r i a l i s m e m o e t z i j n a a n s p r a k e n m a t i g e n , als z o u het alleen in s t a a t z i j n het v o l l e licht der e r k e n n i n g te d o e n o p g a a n o v e r alle sociaal-geestelijke v e r s c h i j n s e l e n , als z o u het v e r m o g e n , hen a l l e n , v o o r z o o v e r zij v e r k l a a r b a a r z i j n , v o l k o m e n te v e r k l a r e n . Z o o m i n als het uiterlijke e m p i r i s c h e leven het geheele leven v o r m t , z o o m i n b e z i t het h i s t o r i s c h m a t e r i a l i s m e het m o n o p o l i e t o t de v e r k l a r i n g des levens. E n z o o m i n als de m e n s c h u i t s l u i t e n d uit het b e w u s t e en rationeele leeft, z o o m i n k u n n e n de g o d s d i e n s t , de k u n s t en de p h i l o s o p h i e geheel en al tot rationeele o o r s p r o n g e n h e r l e i d en d o o r het v e r s t a n d v o l k o m e n o p g e l o s t w o r d e n 2). H e n d r i k de M a n v e r d e d i g t in z i j n b o e k , , D e P s y c h o l o g i e v a n h e t S o c i a l i s m e " , dat niet a n d e r s is d a n een s t u k geestelijke a u t o b i o g r a f i e , de b e v r i j d i n g v a n de M a r x i s t i s c h e d e n k w i j z e . D a a r is een b e w u s t e t e g e n s t e l l i n g tusschen z i j n d e n k w i j z e en de M a r x i s t i s c h e . H e t M a r x isme h e e f t den socialisten niet de w e g e n g e w e z e n , die k o n d e n v o e r e n tot v e r v u l l i n g v a n h u n z e d e l i j k e n p l i c h t ten o p z i c h t e v a n de m e n s c h h e i d . D e M a n ' s k r i t i e k o p het M a r x i s m e ligt d a n o o k niet z o o z e e r o p het terrein v a n het w e t e n als w e l v a n het g e w e t e n . H i j w i l het s o c i a l i s m e z i e n o n d e r een l e v e n d i g e r , universeeler, b u m a n i s t i s c h e r , ethischer, z e l f s g o d s d i e n s t i g e r v o o r k o m e n , d a n het M a r x i s m e d i t k a n d o e n . H e t s o c i a l i s m e z a l de w e r e l d slechts d a n geestelijk k u n n e n v e r h i e u w e n , o p v o o r w a a r d e , d a t het z i c h z e l f geestelijk v e r n i e u w t , D a a r o m is heel het w e r k v a n D e M a n een h a r t s t o c h t e l i j k g e t u i g e n i s : H e t M a r x i s m e is d o o d , leve het s o c i a l i s m e 3 ) . I n o n s l a n d g e t u i g t in den geest v a n D e M a n v o o r a l D s . W . B a n n i n g ; D s . B a n n i n g is met h a r t en ziel socialist. M a r x i s t is h i j in geen enkel o p z i c h t . N a t u u r l i j k k e n t o o k D s . B a n n i n g het b e s t a a n d v e r b a n d tusschen s o c i a l i s m e en M a r x i s m e . E v e n w e l : in dit h i s t o r i s c h v e r b a n d is het M a r x i s m e v o o r h e m niet een e c o n o m i s c h s y s t e e m , m a a r een religie. D e g r o o t e w a a r d e v a n het M a r x i s m e ligt niet a l l e r eerst in z i j n w e t e n s c h a p p e l i j k e j u i s t h e i d , m a a r in het feit, d a t het ') Dit citaat ontleen Ik aan het boek van Dr. Eigeman blz. 67. ) H. Roland Holst-van der Schalk „Over Leven en Schoonheid", blz. 484, Vgl. ook van dezelfde „Communisme en Moraal" en de artikelen „Communisme en Religie", „Het Rellg. Soc. Verbond" In „De Kommunist", 28 Maart en 4 April 1925. Ook „De weg tot de Eenheid" en haar referaat „Soziallsmus als persönliche Lebensgestaltung" In „Soziallsmus aus dem Glauben". 3 ) Men leze H. de M a n „De Psychologie van het Socialisme", „Het Socialisme als Kuituurbeweging", „Socialisme en Marxisme" en zijn referaat „Die Begründung des Soziallsmus" In „Soziallsmus aus dem Glauben". Een belangwekkende bespreking van De Man s boek gaf Ds. F. Kuiper in „Eltheto", April 1928 „De wil tot Socialisme". 2
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
25
in wetenschappelijken v o r m u i t d r u k k i n g heeft gegeven aan wat er in de ziel van de proletarische massa leefde. D o o r zijn meerwaarde theorie gaf M a r x klaarheid aan het besef van onrecht, aan de arbeiders gepleegd. D o o r zijn materialistische geschiedenisbeschouwing gaf hij aan de arbeidersmassa de zekerheid, dat het socialisme o n a f w e n d baar k o m t , het vaste vertrouwen op de verlossing, waarbij tenslotte nog k o m t zijn klassenstrijdtheorie, die den weg der bevrijding teekent. W a r e n de meerwaardetheorie, de materialistische geschiedenisbeschouwing en de klassenstrijdleer wetenschappelijk te verdedigen? Het is voor den historischen samenhang van socialisme en M a r x isme van weinig belang. Het proletariaat voelde onmiddellijk als waarheid, wat M a r x leerde. Zijn oproep moest inslaan, o m d a t de zielsgesteldheid der arbeidersmassa deze boodschap als verlossende boodschap k o n verstaan. V o o r het geestelijk ontwortelde en ongodsdienstig geworden proletariaat was het Marxisme niet een louter wetenschappelijke theorie, maar heeft het de rol van godsdienst vervuld. De G o d van het Marxisme heette: Evolutie, zijn Messias: Revolutie, zijn Koninkrijk Gods: Heilstaat. De wereldhistorische daad van het Marxisme ziet Ds. B a n n i n g dan ook in het feit, dat het de wetenschappelijke u i t d r u k k i n g heeft gegeven aan de zielkundige werkelijkheid van het in het kapitalisme in w a n h o o p verzonken, maar naar bevrijding hunkerende proletariaat. De wereldoorlog heeft echter de door het Marxisme gegeven zekerheid ondermijnd. Een geestelijke crisis was het gevolg. Ds. B a n n i n g erkent rond en eerlijk: de wetenschappelijke zekerheid, dat het socialisme k o m t als eindpunt van de maatschappelijke ontwikkeling, is aan de massa ontvallen; de Evolutie is niet meer de met almacht bekleede socialistische Godheid en de Revolutie niet meer de vurig verbeide Messias. Een nieuwe periode begint: de strijd om nieuwe levenswaarden, om een nieuw zedelijk begrip van het socialisme, de worsteling om het socialisme als zedelijk levensideaal, worsteling ook om nieuwe grondslagen van levens- en wereldbeschouwing i ) . De philosophische grondslagen van het Marxisme zijn inderdaad verouderd. Het werk v a n P r o f . Eigeman is van deze stelling het bewijs. T r o u w e n s , zelfs eêrT^Marxist als* R. Kuyper erkent de beperktheid van het Marxisme. Hij schrijft: Vooral bij de Marxistische verklaring van moraal en recht — en ook van de religie — is voor') W . Banning „Om den Groei der Gemeenschap". Men leze vooral ook Heinz M a r r „Die Krise im volkstümlichen Marxismus und die Christliche A u f g a b e " in „ M a r x , Kant und Kirche" en „Der Proletarische Sozialismus in den W a n d l u n g e n seines Glaubens" in Deel I v a n C. Schweitzer „ D a s religiöse Deutschland der G e g e n w a r t " . D a t de beschouwingen van De M a n en Banning leiden tot een geheel andere waardeering van den klassenstrijd dan die van het Marxisme, blijkt uit hun geschriften zeer duidelijk. Ruimte ontbreekt ons, op deze andere waardeering nader in te gaan.
26
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
zichtigheid geboden. Het gaat hi'er om verschijnselen, omtrent welker oorsprong slechts een zeer beperkt feitenmateriaal beschikbaar is. De Marxistische theorie is hier niet veel meer dan een hypothese. Men kan er slechts van zeggen: zoo kan de oorsprong, het wezen van moraal, recht en religie op de meest voor de hand liggende, de minst gedwongen wijze gedacht worden. Wie geen religieuze behoefte heeft legt er zich bij neer. W i e wel religieus is, zal nimmer door de Marxistische theorieën omtrent moraal, recht en religie tot een andere overtuiging gebracht worden i ) . T h . v. Waerden, eveneens een M a r x i s t , wijzigt het Marxisme zoo, dat er voor geestelijk leven als een zelfstandig iets ruimte komt 2 ) . Theoretisch is het Marxisme onvoldoende. E n practisch kan het niet bevredigen: wie religieus is, zal nooit door Marxistische beschouwingen over moraal, recht en religie tot een andere overtuiging gebracht worden. Het verlangen van het hart en de behoefte der ziel kunnen onmogelijk vervuld worden door de dorre afgetrokkenheden van de Marxistische levens- en wereldbeschouwing. V o o r a l de oorlogstijd, waarin velen de harde werkelijkheid van leven en dood leerden kennen en het kultuuroptimisme van de vorige eeuw werd stukgeslagen, is een ontdekkende tijd geweest. Daar zijn behoeften, die alleen door den godsdienst bevredigd kunnen worden. Gedurende en na den oorlog kan in socialistische lezingen een religieuze o p w a k i n g geconstateerd worden. Ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in God. Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in God. De religieuze opwaking in socialistischen kring, welke door ons als een onv/. sprekelijk feit werd geconstateerd, getuigt van deze onrust. W i j willen dit feit echter niet alleen constateeren, maar ook waardeeren. Is hier toenadering tot het christendom? Het spreekt vanzelf, dat niet elke religieuze uiting van den eersten den besten socialist van beteekenis is. E r is veel namaak, omdat er veel mode is. Zooals de tijd, waarin het socialisme o p k w a m , on- en anti-godsdienstig was, z o o is de tegenwoordige tijd religieus. De tijdgeest is nu, evenals toen, een groote macht. Ook mogen wij niet vergeten, dat bij vele socialisten de afkeer van deze religieuze o p w a k i n g vrij sterk is. A l het gepeuter aan hun ziel, om te ontdekken, of er hier of daar niet een gevoelig plekje zit, dat toch op den een of anderen stroom van godsdienst reageert, maakt hen wee. Zij zien in de religieuze beweging van hun partijgenooten een zoeken, niet naar geestelijke verheldering en verdieping, maar naar ' ) R. Kuyper „De toepassing v a n de sociaal-utilaire moraal- en rechtstheorie in de politieke practijk", „De Socialistische Gids", Aug.-Sept. 1921, blz. 818 vlg.; vgl. ook zijn artikel „Bymholt en, M a r x " in „ H e t V o l k " , 5 N o v . 1921. 2 ) T h . van W a e r d e n „De grenzen v a n het Historles-Materialisme".
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
27
geestelijke bedwelming aan wat klink-klank, op zijn best een zoeken naar vastheid door een jammerlijk geslacht in een jammerlijke maatschappelijke periode. De levensonzekerheid drijft de menschen naar de religie. Het religieuze reveil heeft geen werkelijke kracht, geen waarachtig idealisme, geen eenheid i ) . N a deze twee opmerkingen komen wij tot de h o o f d v r a a g : Is de religieuze kentering in socialistischen kring een toenadering tot het •christendom? Het is immers niet alleen de vraag, of er kentering is, maar waarheen er gekenterd wordt. W i j moeten een zeer beslist antw o o r d geven. Wie de verschijnselen der religieuze opwakine; in socialistischen kring_bestudeert^_v1nat wel religiositeit, maar geen totsntiftijiDaar )aar zijn ziin tallooze religieuze socialisten, voor wie het socialisme zelf tot religie geworden is. D o o r hen wordt het socialisme, wat de verlossingsbehoefte betreft, op één lijn gesteld met het christendom. Het is de nieuwe Messias 2 ) . Men leze slechts de Kerst-, Paasch- en Pinkster-artikelen in ,,Het V o l k " . Kerstfeest. Het KerstartiEëT teekent een kleine en schamele huiskamer. Hen klein rood lantaarntje toovert een w a r m schijnsel over het vertrekje. E r hangt hier geen Kerstkindje in den boom, geen kruisbeeld aan den w a n d , noch een geborduurde bijbelspreuk. M a a r het roode lantaarntje in het kleine vertrek vervult de ruimte met de boodschap van vrede op de aarde en welbehagen in de menschen. De deur staat wijd open, een uitnoodiging voor allen, die vergeefs licht gezocht hebben en vrede en menschelijk welbehagen daarginds, waar het Kerstlicht gedoofd is rondom kruisbeeld en statenbijbel 3 ) . Paaschfeest. Een hoofdartikel: ,,Opstanding, het feest der Levenden . w i j willen Paaschfeest vieren als een feest van Opstanding inderdaad, voorhof eener heilige opstandigheid, van een opwaartswillend verzet tegen al w a t den geest belet op te stijgen en het lichaam beknelt in den greep van stofvergoders 4 ) . _ Pinksterfeest. I n ,,Het V o l k " een vers: ,,Een nieuw E v a n g e l i e " : O p alle hoofden blinkt een v l a m ; E r klinkt in alle talen: Hosannah! onze Heiland k w a m ! 't Is Pinksterfeest, ') Vgl. C. W e r k h o v e n „Godsdienst en Socialisme" in „ H e t Volk", 11 Febr. 1922. K. Vorrink „Kultuurtaak v a n het Socialisme", idem 25 Febr. 1922; het scherpe stuk v a n W e r k h o v e n en Vorrink samen „Harten- en nierenproevers", idem 28 Juli 1925, tegen de door Ds. Banning ingestelde ejiquete n a a r de opvatting over religie en socialisme bij de socialistische arbeiders; het artikel van R. K u y p e r over het geestelijk reveil in socialistischen kring, idem 12 N o v . 1921. 2 ) V g l . D r . J. R. Slotemaker de Bruine „Christ. Soc. Studiën" III, 657 vlg., „Buitenkerkelijke Religie", blz. 16 vlg. 3 ) „Het Volk", 24 Dec. 1925. 4 ) „Het V o l k " , 11 April 1925.
28
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
G o d s Heilige Geest K w a m o p ons nederdalen. M i j n v o l k , dat lag in schande en pijn, Het w i l niet langer lijden, M i j n v o l k z a l eigen Heiland z i j n ; Het z a l door n o o d V a n strijd en d o o d Z i c h z e l f ter redding leiden. Staat o p ! M i j n v o l k is opgestaan, U i t zijnen smaad herrezen; M a a r nooit z a l z i j n verlangen gaan Naar hemelvaart; Het w i l o p aard' V e r l o s t en z a l i g w e z e n i ) . Geen w o n d e r , dat men g e l o o f t , dat G o d s Geest zich o p n i e u w in de socialistische b e w e g i n g incarneeren zal. ,,Het_^ocialisme_ g o d s d i e n s t , " schreef M e v r . Heiiermans na de begra'fepjs van haar m a n 2 ) . E n vele socialisten vullen 00 h u n bil iet v a n de v o l k s telling in, dat de S . D . A . P . h u n kerkgenootschap is. D a t deze religie met het christendom niets, te m a k e n heeft, spreekt
1
.xanzgUu M e n m a g echter volstrekt niet v a n alle religieuze socialisten zeggen, dat het socialisme h u n godsdienst is. D a a r z i j n er niet in, maar naast h u n socialisme religie zoeken. M a a r het is t o c h meestal z o o , dat het karakter v a n h u n reÏÏgie door h u n socialisme bepaald w o r d t . Het is geen christendom, maar zuiver Pantheïsme. V a n een persoonlijk G o d , die hemel en aarde geschapen ti'e'eirt, w i l men niet weten. V o o r z o n d e e n . genade is geen_ plaats, o o k niet v o o r Jezus C h r i s t u s als den Schuldverzoener en den Z o o n v a n G o d . D e l a a t s t e jaren z y n m , ^ H e t " V o l k " over deze vragen telkens o p n i e u w interessante discussie's gevoerd, maar het w a s en het is altijd o p n i e u w weer h e t z e l f d e : een w o r d e n d e G o d , w i j groeien in _God jn_God_grogit_ in ons, in de inensckiïelcf.'' Het oude christendom is onaanvaardbaar. N i e t de b i j b e l o p v a t t i n g en de C h r i s t u s w a a r d e e r i n g z i j n de kern v a n het religieuze leven. Het gaat o m de g e h o o r z a a m h e i d aan de stem v a n het goddelijk ideaal, het Christus-ideaal, de v l a m v a n het eeuwige leven, b r a n d e n d in ons hart. D e religie bestaat in den dienst v a n het leven in z i j n heiligste rechten, in het kennen v a n het groote gemeenschapsgevoel, dat ieder mensch b i n d t aan den medemensch en het A l l e v e n , in de innerlijke h o u d i n g en richting der ziel. Een monarchale G o d s o p v a t t i n g w o r d t v e r w o r p e n , men w i l een demo') „Het Volk", Pinksternummer 1902, ontleend aan Dr. Slotemaker de Bruine „Christ. Soc. Studiën" III, 664. !) „Het Volk", 16 Jan. 1925.
-
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
29
cratisch Godsbegrip. God is de samenhang van al het bestaande, het Alleven, de eeuwige Idee. Godsbesef is de ervaring, dat het werkelijke leven in ons klopt. W i j geven als illustratie enkele citaten uit een artikelenreeks van FL • H.MIIA. Brinkhorst Q . De schrijver is er van overtuigd, dat in de j socialistische arbeidersbeweging reeds nu stuwende krachten aanwezig zijn, die onzen toekomstigen wereldkijk bepalen en hij ziet zijn werk aan den o p b o u w eener nieuwe ideologie als het geven van een kosmischen achtergrond aan zijn sociale idealen. Hij spreekt dan inzonderheid over de solidariteits- en de evolutiegedachte. Eerst over de solidariteitsgedachte. De idee, dat het gemeenschappelijke van meer belang is dan het persoonlijke, vindt wijsgeerig baar uitdrukking in de erkenning, dat het geheele universum door een innerlijke kracht wordt saamgebonden in onverbrekelijke eenheid. God is niet een persoon, die ver boven de zondige wereld troont, maar de eenheid van alle openbaringen van het universum. Het moderne denken en voelen en willen grijpt naar het alles-doorwonende Eene, waarin het bijzondere en bepaalde, het individueele en verdeelde, begrepen is en besloten ligt. Dan volgt de evolutiegedachte. De samenleving is een wordende werkelijkheid, een groei naar steeds hoogere organisatie. Het in de massa levende vertrouwen, dat uit de kapitalistische wanorde een samenleving zal groeien, die gegrondj vest is o p algemeene broederschap, is kosmisch te zien als uiting van het geloof in een geestelijke idee, die in steeds hoogere vormen zich realiseert. In dit opzicht heeft de wijsbegeerte dan ook principieel ! gebroken met de kerkelijk-dogmatische voorstellingen, die uit de bijbelsche scheppingsverhalen zijn ontstaan. De aanvaarding van een in de wereld zich vertoonend streven naar meerdere volmaking brengt met zich mee, dat men in een eenmalige schepping van hemel en aarde niet meer kan gelooven. De nieuwe mensch wil niet meer weten van een scheppenden God en van een Vader in de hemelen, wil niet meer weten van een Heer, die ver boven natuur en menschheid troont, maar aanvaardt als hoogste beginsel: de groeiende en o m h o o g willende kracht in leven, wereld en kosmos. ? Dit is zuiver Pantheïsme. _
'
W i j zouHëïPmeerdërFcitatën*kunnen geven, uit de geschriften van Banning, Eldering. Horreüs de Haas, de Jager, Reitsma, Drop, Gerbard e.a.; het is niet noodig; het is altijd dezelfde toon en de zelfde kleur: 'wij rt^et^n^e^jri^nsc}iheid, onze pigon mpnsrhbpid aller menschheid liefhebben in G o d ; wij moeten G o d liefhebben in de mensch"Fe~idr~alIer menschEeid, ook" onze pjgpne- wij mneton Aa God-menschheid liefhebben, want deze twee ^iin <;en! Het klinkt misschien hard, maar onze conclusie mag geen andere ' ) H. A . Brinkhorst „Arbeidersontwikkeling en wereldbeschouwing", „Het V o l k " 9, 16, 23 Dec. 1925 en zijn „Maatschappelijke en geestelijke krachten".
1
30
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
z i j n d a n d e z e : de religieuze o p w a k i n g in socialistischen k r i n g h e e f t met het c h r i s t e n d o m in den g r o n d der z a a k niets te m a k e n . H e t bijbelscbe c h r i s t e n d o m , of z o o men w i l : het r e f o r m a t o r i s c h e christend o m en dit h u m a n i s m e z i j n niet te v e r z o e n e n i ) . H e t religieus-socialisme v a n d e z e n tijd staat, w a t de eigenlijke en diepste m o t i e v e n b e t r e f t , in t e g e n s t e l l i n g m e t het c h r i s t e n d o m . E v e n w e l , m e t dit algemeene oordeel z i j n w i j n o g niet k l a a r . D a a r z i j n o o k p o s i t i e v e christenen, die^zich uit „overtuiging. 7.jjde rya_n. het spciaTIimê steileiL-_ In vroeger tijd w a r e n het er slechts enkelen. T e g e n w o o r d i g w o r d t h u n getal steeds g r o o t e r , z o o w e l o n d e r de P r o t e s t a n t e n als o n d e r de R o o m s c h - K a t h o l i e k e n . I n o n s l a n d is n o g altijd het meest sprekende voorbeeld Enka. E n k a h e e f t het niet g e m a k k e l i j k g e h a d als o r t h o d o x christensocialist. , , N e r g e n s t h u i s " , dat w a s het k o r t b e g r i p v a n h a a r p o s i t i e : o n d e r de socialisten een v r e e m d e l i n g o m h a a r c h r i s t e n d o m , o n d e r de christenen een v r e e m d e l i n g o m h a a r socialisme. V o o r a l het laatste h e e f t z i j altijd g e v o e l d als een smartelijke v e r e e n z a m i n g 2 ) . V o o r een deel is deze v e r e e n z a m i n g het g e v o l g v a n h a a r fel en h a r t s t o c h t e l i j k o p t r e d e n . V o o r een deel is o n z e christelijke s a m e n l e v i n g v o o r deze v e r e e n z a m i n g v e r a n t w o o r d e l i j k ; niet a l t i j d w a s h a a r h o u d i n g tegenover E n k a , gelijk die b e h o o r t te z i j n t e g e n o v e r een d a n toch „ d w a l e n d e zuster". I n het socialisme ziet E n k a G o d s w i l v o o r het m a a t s c h a p p e l i j k leven. E e n m a a l h e e f t z i j g e s c h r e v e n : , , M i j w a s het, o f ik geleid w e r d o p een h o o g e n berg, v a n w a a r ik n e d e r z a g o p de o n t e l b a r e n , die o v e r 't r o n d der aard strijden v o o r het socialisme, v o o r een g e m e e n s c h a p , w a a r i n g e r e c h t i g h e i d w o n e n k a n . E n een stem z e i d e : G a heen t o t deze m e n s c h e n en arbeid m e t hen. M a a r ik a n t w o o r d d e : G e e n s z i n s , Heere! w a n t ik h e b m i j n i m mer v e r m e n g d m e t lieden, die u w n a a m niet l o o f d e n en u w eer niet b e d o e l d e n . D o c h de stem geschiedde: V a n h e n , die G o d u i t v e r k o r e n h e e f t o m dit g r o o t e w e r k te d o e n , z u l t gij u niet a f s c h e i d e n . E n die deze stem g e h o o r d h e e f t , m o e t h a a r g e h o o r z a m e n " 3 ) . E n k a h e e f t h a a r c h r i s t e n d o m in de socialistische b e w e g i n g
nooit
') Men leze vooral ook W . Banning „Om den Groei der Gemeenschap" en G. Horretis de Haas „De oude en de nieuwe religie" in „Vijf religieus-socialistische voordrachten". Van belang is ook Mr. P. S. Gerbrandy „Het religieussocialisme van onzen tijd" in „Antirevolutionaire Staatkunde", Juli-Aug. 1928. Ds. Banning besprak dit artikel in zi]n „Een antirevolutionaire kritiek op het religieus socialisme" in „De Socialistische Gids", Oct. 1928. Uit vroeger tijd zijn C. Smeenk „Het Christen-Socialisme" en H. J. Nieman „Het Rel. Socialisme". 2) A. Tjaden v. d. Vlies (Enka) „Relig. Soc. Stroomingen in Nederland", blz. 7-9. 3) Enka „Voortgaan", blz. 16.
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
31
verloochend. Integendeel. M e t w a t een geestdrift k o n z i j in een zaal v o l socialisten getuigen van haar g e l o o f : „ G i j kent het niet...." D a n vertelde zij van haar vrome moeder, die 's morgens, als de kinderen nog rustten, in haar huiskamer sterkte vergaderde en haar gebedsoffers v o o r de haren bracht. G o d s verborgen o m g a n g vinden Zielen, daar Z i j n vrees in w o o n t . O f van haar v r o m e n vader, die zich nog eenmaal oprichtte, toen de dood naderde, en met een wondere nadruk getuigde: Neen, de wereld weet het niet, W a t G o d s liefde in Christus biedt; Z o o zij 't wist, met zielsbegeeren Z o u zij zich tot Jezus keeren 1 ) . E n k a is een echte christin. V o o r haar beteekent socialisme het gemeenschappelijk bezit van grond en productiemiddelen, niet M a r x i s m e . Christendom en M a r x isme sluiten elkander uit. Z i j erkent het feit van de z o n d e als een macht, die knaagt aan den wortel van al het bestaande, o o k aan de socialistische gemeenschap van straks. Z i j verwacht daarom geen heilstaat: „ I k geloof niet aan de komst v a n het Godsrijk in deze bedeeling. Ik geloof niet aan een o n t w i k k e l i n g tot een reine, schoone menschheid. D e meerderheid der menschheid verandert wel van zondevormen, niet van zondige gezindheid." Haar socialisme is daarom „ h e t socialisme van het nocht a n s " . Haar maatschappelijk ideaal reikt niet hooger dan: v a n een zondige samenleving maken, w a t er van te maken is. Het socialisme biedt echter kansen v a n recht en broederschap, w a a r v a n onder het kapitalisme geen sprake is 2 ) . Het socialisme w o r d t door E n k a dus als eisch gesteld, omdat het christendom tot rijker o n t p l o o i i n g kan k o m e n in een socialistische maatschappij. land zijn er tallooze christenen, die, gelijk E n k a , voor het or»-i?licmp vTpy.pn, In Duitschland moeten genoemd worden Hermann Kutter en C h r i s t o p h B l u m h a r d t , positieve christenen, geheel vreemd aan den geestelijken achtergrond van de nieuwere religieuze stroomingen, toch overtuigde socialisten. Z i j zien het socialisme in een zeer bepaalde belichting: G o d s beloften vervullen zich in het werk ') Vgl. haar „Leeke-preeken", zes toespraken, gehouden in samenkomsten van het Religieus Socialistisch Verbond. 2 ) Vgl. Enka „Kan een rechtzinnig Christen socialist zijn?", „Relig. Soc. Stroomingen in Nederland", „Voortgaan", „Optimisme-Pessimisme" in „De Samenwerking", Nov. 1912.
32
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
der s o c i a a l - d e m o c r a t e n . Z i j m o e t e n i ) . Z i j d o e n w a t G o d v a n a f het b e g i n , bij m o n d e v a n Z i j n getuigen, h e e f t geëischt. Z i j k o m e n o p d o o r t a s t e n d e w i j z e o p v o o r a r m e n en v e r d r u k t e n , tegen het o n r e c h t . H e t o n r e c h t is het v o o r a l , d a t deze m a n n e n t o t de s o c i a a l - d e m o c r a t e n dreef: de g r o o t e massa v a n het v o l k , d a t in duisternis w a n d e l t ; de u i t b u i t i n g en de v e r d r u k k i n g v a n het v o l k ; z i j n n i e t - z i j n en nieth e b b e n v a n al w a t de anderen z i j n en h e b b e n ; z i j n materieele, geestelijke en g o d s d i e n s t i g e a r m o e d e ; en d a n het h a r t s t o c h t e l i j k p r o t e s t tegen dit alles in den k r i n g v a n de s o c i a a l - d e m o c r a t i e . I n d e z e n n o o d w i l d e n K u t t e r en B l u m h a r d t i n k o m e n ; meeleven in het o n r e c h t , het v o l k a a n g e d a a n , en i n het p r o t e s t v a n het v o l k tegen dat o n r e c h t . E n d a n w i l d e n z i j in d e z e n n o o d i n k o m e n als christenen, g e l o o v e n d e in de m a c h t der g o d d e l i j k e v e r g e v i n g en h u l p , g e t u i g e n d v a n J e z u s C h r i s t u s als H e i l a n d , als v r i e n d v a n hoeren en t o l l e n a r e n , sprekende v a n de g e r e c h t i g h e i d G o d s tegenover alle m e n schelijke g e r e c h t i g h e i d . D e s o c i a a l - d e m o c r a t i e d i e n t G o d d o o r h a a r d a d e n . H u n lid w o r d e n v a n de s o c i a a l - d e m o c r a t i e bedoelde tegelijkertijd de k e r k o p te roepen t o t b e k e e r i n g 2 ) .
1
j
G e l i j k e m o t i e v e n als die v a n K u t t e r en B l u m h a r d t h e b b e n o o k B a r t h en T h u r n e y s e n , M e n n i c k e en T i l l i c h tot het socialisme gedreven. ~ U i t den laatsten tijd is i n z o n d e r h e i d b e k e n d G . W ü n s c h , t h e o l o g i s c h h o o g l e e r a a r te M a r b u r g . W a n n e e r deze staat v o o r de k e u z e k a p i t a l i s m e o f socialisme, kiest hij als p o s i t i e f christen v o o r het socialisme, o m d a t het d o e l v a n het m a a t s c h a p p e l i j k leven v o o r het eerste de v e r r i j k i n g v a n enkelen, v o o r het laatste de b e v r e d i g i n g v a n de b e h o e f t e n v a n a l l e n is. B l i j f t de v r a a g , of het socialisme als m a a t s c h a p p e l i j k s y s t e e m m o g e l i j k is. D i t is echter een technisch o r g a n i satorisch p r o b l e e m . O p c h r i s t e l i j k - z e d e l i j k e g r o n d e n m o e t het socialisme gerealiseerd w o r d e n , z o o d r a de technisch-organisatorische m o g e l i j k h e d e n bestaan. W ü n s c h kiest d u s v o o r het socialisme als regulatieve idee 4 ) . W i j t r e k k e n a a n het s l o t enkele conclusies, t e r w i j l w i j n o g eenm a a l u i t s p r e k e n , dat het er o n s alleen o m te d o e n w a s , een o n d e r ') )
Z o o luidt de titel van een boek van Kutter. Vgl. E. Thurneysen „Hermann Kutter" in „Zwischen den Zeiten", 1923 IV, blz. 13; idem, „Christoph Blumhardt" l.z. blz. 83 vlg.; Eugen Jäckh „Blumhardt, Vater und Sohn" i.z. blz. 122 vlg. Over Blumhardt is vooral van beteekenis L. R a g a z „Der Kampf um das Reich Gottes bei Blumhardt, Vater und Sohn und weiter". In Christoph Blumhardt „Ihr Menschen seid Gottes" vindt men Blumhardt's overgang tot het socialisme zeer breed beschreven. 3) K. Barth „Der Christ in der Gesellschaft". C. Mennicke „Der Sozialismus als Bewegung und Aufgabe", P. Tillich „Grundlinien des religiösen Sozialismus". 4) G. Wünsch „Evangelische Wirtschaftsethik" i.z. blz. 448-537 en zijn tijdschrift „Religion und Sozialismus". 2
V ]fi |
SOCIALISME
EN
CHRISTENDOM
33
zoek in te stellen naar de verhouding van het socialisme tot het christendom. D a n is het eerste dit, dat wij gedrongen worden tot het doen van boete. Kutter en B l u m h a r d t , die zich aan de zijde der sociaaldemocratie hebben geschaard en deze keuze beschouwden als een demonstratie ter eere Gods in het maatschappelijk leven, hebben ons iets te zeggen. Z i j roepen de kerk, de gemeente van Christus, op tot bekeering. W i j moeten de vraag verstaan, die in den strijd van het socialisme gesteld wordt en aan ons is de taak, van uit ons geloof in den levenden G o d , den Schepper van hemel en aarde, van Wien de aarde is en haar volheid, het a n t w o o r d op deze vraag te geven. G o d spreekt ook door het socialisme tot de christenen. Ds. Sikkel schrijft in zijn , . V r i j m a k i n g van den A r b e i d " — een krachtig getuigenis voor het recht G o d s in bet maatschappelijk leven — : Hoe redden wij ons v o l k ? D o o r te razen op de socialisten; door den duivel hun ook onzerzijds in 't lijf te jagen; en voorts de dingen te laten, zooals ze zijn; — als Farizeërs dankzeggende? Neen, zóó zeker niet! Neen, maar door het W o o r d Gods. D o o r geloof. D o o r liefde. D o o r gehoorzaamheid. D o o r schuld te zien en te belijden. D o o r bij het licht van Gods W o o r d de wegen te onderscheiden. D o o r naar onze christenroeping den weg te wijzen aan het verdoolde leven. D o o r , welbewust, een w o o r d te spreken, een woord, dat de waarheid G o d s is, waarin het recht en de liefde leven i ) . In de tweede plaats: W i j moeten treken "met de te onzaliger ure in onzen kring inedrongen verzotheid op ongodsdienstige en onchristelijke citaten. n „ H e t V o l k ^ T a s T T T e n s " d i t " w o o r d e n ik verstond het als een aanklacht tegen ons, christenen; Onze tegenstanders zijn gelukkiger met één atheïst uit ons midden, die hun een geschikt citaat oplevert om daarmede geloovige arbeiders bang te maken, dan met dozijnen socialisten, die den geestelijken kant van ons streven naspeuren en naar voren brengen 2 ) . Het groote gevaar, dat ons bedreigt, is het gevaar van de politiek. D a t gevaar bedreigt ons het~~meest, wanneer een verkiezing aanstaande is: het alles beschouwen en beoordeelen van uit het belang van onze politieke groep. M a a r dan vergeten wij één ding: hoe belangrijk de politiek ook is, zij is niet het hoogste. O o k onze politieke arbeid moet ondergeschikt blijven aan den arbeid voor Gods Koninkrijk. Misschien wordt dit gevaar daarom het sterkst beseft door hen, die in de evangelisatiearbeid werken. Z i j voelen, hoe veel k w a a d een verkeerd opgevatte politieke actie aan de doorwerking van Gods Koninkrijk doet. Een man als Baas, de Amsterdamsche straatprediker, weet er van mee te praten. TïnKelë jaren terug
II
!
') )
2
J. C . Sikkel „Vrijmaking van den Arbeid", blz. 60. „Het V o l k " , 14 Jan. 1922.
U
SOCIALISME
34
EN
CHRISTENDOM
schreef hij: Het is o n g e t w i j f e l d een groote tactische f o u t geweest, steeds te loeren o p uitspraken, w a a r i n socialisten h u n G o d s v i j a n d schap uitspraken, o m die in t r i o m p h (treurig, maar w a a r ! ) den menschen v o o r te h o u d e n : zie je, z o o s n o o d zijn die socialisten n u ! W a s het niet veel meer in den geest v a n het evangelie gehandeld, den vinger b . v . te leggen bij de citaten, w a a r i n het menschenhart zijn innerlijken vrede en zijn onrustig zijn naar G o d uitspreekt? i ) W i j voegen aan deze v r a a g geen w o o r d toe. I n de derde p l a a t s ^
vP
W i j mogen niet meer doen, alsof de tegenstelling tusschen sociali^mtrTjr'c^ tu^schen~fv!arxisffl^. en christendom. Het socialisme in zijn o p k o m s t moge onlosmakelijk met het M a r x i s m e verbonden zijn geweest, het is toch niet v o l te houden, dat de socialistische beweging v a n het oogenblik door het M a r x i s m e gedragen w o r d t . C h r i s t e n d o m en M a r x i s m e , deze twee v o r m e n een volstrekte tegenstelling. M a a r M a r x is de sociaal-democratie niet 2 ) . W i j moeten in onze beoordeeling eerlijk zijn. I n de vierde g l a a t s : W I T mogen de religieus-socialistische stroomingen niet z o o maar o p ^ e n T ï ï n ^ t ê T I ë S mêtjEiet bïTbeische christen^ftjp. V o o r zoover het religieus socialisme h u m a n i s m e beteekent, hebben w i j het als religie principieel af te wijzen. M a a r de discussie met dit religieus socialisme zal dan o o k inderdaad een principieele moeten zijn. __Een_vyfdej3pmerking. *" Wij moeten in de wereld v a n het socialisme getuigen v a n J e z u s Christus. In geestelijk opzicht schiet de S . D . A . P . te kort en voldoet niet aan de meest wezenlijke behoeften v a n velen harer leden. D i t is niet een 'klacht v a n ons, maar v a n vele socialisten zelf. V e l e n zien in het socialisme bovenal een zichzelf z o o w e l verdiepende als verbreedende k u i t u u r b e w e g i n g . M a a r de heerschende partijgeest is v o o r hen verkillend 3 ) . N o g een ander getuigenis: v o o r onze jongeren is het socialisme niet allereerst verlossing uit materieele, stoffelijke nooden, maar de belofte v a n een geheel nieuwen levensvorm, een nieuwe k u i t u u r , w a a r i n v o o r a l h u n geestelijke behoeften bevredigd zullen w o r d e n . Z i j w i l l e n een socialistische gemeenschapscultuur. Z i j hunkeren naar socialistisch genot, liefde, schoonheid, kunst. D a t verlangen w o r d t echter niet bevredigd in de b e w e g i n g 4 ) . ') )
N. Baas in „De Reformatie", 11 Febr. 1921. Vgl. Enka „Kan een rechtzinnig Christen socialist zijn?" Joh. Breevoort „Is een Christen-socialist een dwalend Christen?" S. K. Bakker „Naast het Kruis de Roode Vaan". 3 ) D. Kuy en M. Zwalf „De partij, haar jongeren en religie", „Het Volk", 21 Jan. 1922. 4 ) G. J, Zwertbroek „Jong Socialisme", 4 en 11 Febr. 1922. 2
SOCIALISME EN
CHRISTENDOM
35
N o g weer een andere stem: Zoodra zich politieke kwesties voordoen, die het geestelijk leven raken, waarbij stuur moet worden gegeven aan het geestelijk leven, in al deze gevallen staat de sociaaldemocratie met leege handen i ) . E r is dus verlangen. Een verlangen, dat zijn vervulling alleen in Jezus Christus vinden zal. Hier is plaats voor evangelisatiearbeid. O p de vergaderingen, waar de vragen van het socialisme besproken worden, moet lectuur verspreid worden. W i j komen ook in dit opzicht achteraan. Meer dan eens w o o n d e ik een vergadering bij, waar Domela Nieuwenhuis sprak. In de pauze ging Domela zelf de zaal I r o n d , o m te colporteeren met zijn „ D e Vrijdenker en zijn ongeloof". W a a r o m colporteeren wij niet o p zulke vergaderingen met „De Christen en zijn geloof"? W i j worden hier tevens voor de vraag gesteld: hebben wij eigenlijk wel geschikte lectuur, die de vragen, over welke 't hier gaat, eerlijk onder de oogen zien? Maar in alle geval bestaat de mogelijkheid, om in het debat te getuigen van Jezus Christus. Niet alleen van Jezus Christus als den redder van zondaren. Maar de kosmische beteekenis van Jezus Christus laten u i t k o m e n : Jezus Christus als de redder der wereld, de redder ook van het sociale leven. Spreken van het recht Gods tegenover alle menschelijke gerechtigheid. W i j k u n n e n ook zelf vergaderingen organiseeren, waar deze vragen besproken worden. In de laatste plaats: Wij moeten aanvaarden, dat het socialisme als maatschappelijk stelsel enkel beteekent socialisatie van grond en productiemiddelen, het streven naar een zeer radicale omzetting van ons maatschappelijk leven. V a n dit stelsel k u n n e n wij niet zeggen, dat het in zichzelf christelijk of anti-christelijk is. De vraag, die tenslotte o m een a n t w o o r d roept, is daarom deze, of wij als christenen de maatschappelijke strevingen van het socialisme k u n n e n aanvaarden. Een beantw o o r d i n g van deze vraag kan onmogelijk in enkele woorden gegeven worden. Zij behoort ook niet tot de taak, die wij ons in dit h o o f d s t u k gesteld hebben.
')
J. de Jager „Relig. Soc. problemen", „Het Volk", 7 Sept. 1923.
•
ZIJT 6 IJ NOG NIET G E A B O N N E E R D OP DEZE SERIE, GEEFT U DAN HEDEN OP BIJ U W E N B O E K H A N D E L A A R OF BIJ D E N UITGEVER
Losse Nos. 6 0 cent Abonnement 4 5 cent per aflevering
D, H. L A N G E V O O R T ROTTERDAM N O O R D M O L E N S T R A A T 71a
•
VRAAGT VOLLEDIG PROGRAMMA