BrancheMonitor 2010 Samenvatting
November 2010 Boaborea BrancheMonitor 2010, onderzoek door MarketConcern i.o.v. Boaborea
Samenvatting De branchemonitor 2010 geeft inzicht in de activiteiten van arbodiensten, jobcoachorganisaties, interventiebedrijven en re-integratiedienstverleners in 2009. Waar pas eind 2008 de eerste signalen van de aankomende economische en arbeidsmarktcrisis zichtbaar werden, was 2009 het jaar van een groeiende werkloosheid en banenverlies. Veel dienstverleners die zijn aangesloten bij Boaborea hebben daarop dan ook direct moeten anticiperen. Werkgevers waren genoodzaakt mensen te ontslaan en boden mogelijk mobiliteitstrajecten aan. Vacatures werden niet ingevuld. Dat resulteerde er in dat het aantal werknemers dat via werkgever was aangesloten voor arbodienstverlening substantieel daalde. In 2009 stonden ook de uitgaven voor opleiding, training en gezondheidsmanagement onder druk. Er werd door werkgevers nadrukkelijk aan kostenbesparing gedaan. De groeiende werkloosheid heeft er toe geleid dat er in het laatste kwartaal van 2009 meer trajecten zijn ingekocht UWV voor met name werklozen. Over het geheel heeft de publieke overheid in 2009 ongeveer eenzelfde aantal cliënten re-integratieondersteuning aangeboden. Het gaat daarbij niet alleen om mensen in de WW, maar ook om WWB-ers en (jong-)arbeidsgehandicapten. De omzetcijfers van de bedrijven die in deze markt opereren zijn direct gerelateerd aan de prestatie die geleverd wordt, doordat veelvuldig op basis van no cure less pay wordt ingekocht. Toch hebben re-integratiebedrijven en jobcoachorganisaties hun omzet en resultaten zien stijgen. Belangrijkste oorzaak daarvan is dat zij ondanks de arbeidsmarktcrisis er steeds beter in zijn geslaagd mensen duurzaam naar ander werk te begeleiden. Dit komt overigens overeen met de toegenomen arbeidsmarktdynamiek in 2009, waar bij het aantal baanwisselingen op peil is gebleven.
Het onderzoek Binnen Boaborea bundelen meer dan 175 private dienstverleners hun krachten. In de brancheorganisatie zijn arbodiensten, interventiebedrijven, re-integratiebedrijven en jobcoachorganisaties – van groot tot klein, breed en specialistisch georiënteerd, werkzaam voor zowel mens en organisatie – verenigd. Met uitvoerder MarketConcern is gewerkt aan de BrancheMonitor 2010. Aan deze Boaborea BrancheMonitor 2010 namen 78 bedrijven deel. Zij vertegenwoordigen 85% van de totaalomzet van de leden. Boaborea BrancheMonitor 2010 levert managementinformatie voor de leden van Boaborea die hebben deelgenomen en een betrouwbaar en consistent beeld van de branche als geheel over het jaar 2009. Deze samenvatting geeft een inkijk in de beschikbare data en de mogelijkheden tot benchmarking.
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -1
De volledige rapporten en benchmark zijn enkel beschikbaar voor deelnemers. De betreffende leden krijgen de rapportages beschikbaar via de contactpersonen uit de individuele organisaties. De rapportage bestaat uit: Rapport BrancheMonitor 2010
managementsamenvatting
schets van de markten B2B en B2G
analyse van de referentiegroepen arbo, interventie, re-integratie, jobcoach
tabellen met data in totalen en gemiddelden
Benchmark BrancheMonitor 2010
beschikbaar via de beveiligde webapplicatie ‘Combo Benchmark’, optie ‘rapportage’, waarbij u het rapport in pdf-formaat kunt genereren en downloaden
vergelijking van de eigen cijfers met de aangegeven referentiegroep
mogelijkheid om zelf aanvullende analyses te maken (bijvoorbeeld ook op totalen, andere referentiegroepen en omzetgrootte)
rapportage in ratio’s om herleidbaarheid te voorkomen
Op welke markten zijn Boaborea-leden actief? De leden van Boaborea leveren dienstverlening aan een privaat gefinancierde business-tobusiness markt (met als opdrachtgevers: werkgevers, verzekeraars, branches en sectoren) en een publiek gefinancierde business-to-government markt (met als opdrachtgevers UWV en gemeenten). In de branchemonitor zijn vier referentiegroepen onderscheiden. Deelnemende bedrijven hebben zelf gekozen in welke groep zij het grootste deel van hun omzet realiseren. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen andere diensten worden geleverd buiten de opgegeven referentiegroep. Over deze andere diensten is eveneens gerapporteerd. Onderscheiden zijn: Arbodiensten
Interventiebedrijven
Re-integratiebedrijven
Jobcoachtorganisaties
Over de vier referentiegroepen heen, wordt ruim tweederde van de totale omzet van de leden gerealiseerd in het business-to-business segment (67%). Een derde van de omzet realiseren de deelnemers in het business-to-government segment. De verdeling van de omzet tussen de B2B en B2G deelnemers is nagenoeg gelijk aan 2009. Per referentiegroep is de verdeling B2B - B2G verschillend. Zie figuur 1 voor een overzicht van de bruto omzet naar opdrachtgever.
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -2
Figuur 1: Bruto omzet naar opdrachtgever business-to-business/business-to-government (n=78)
Totaal
67
20
Arbodienst
12
95
Interventiebedrijf
41
83
Re-integratiebedrijf
19
Jobcoachorganisatie
17 0%
2 56
9 20%
1
15
25
2
70 40%
60%
4 80%
100%
business-to-business business-to-gemeenten business-to-UWV business-to-overige publieke opdrachtgevers
Boaborea-leden in 2009 Het jaar 2009 kenmerkte zich door een grote conjuncturele neergang. De werkloosheid nam toe met 26% van 300.000 tot 377.000. Het aantal banen daalde met 2% (148.000) tot 7.841.000 (CBS seizoensgecorrigeerd kwartaal 4 2008-2009). De effecten voor de dienstverlening zijn direct merkbaar geweest. De omzet voor arbodienstverlening is gedaald in vergelijking met 2008. Het aantal aangesloten werkgevers is gedaald naar 210.000 en daarmee samenhangend ook het aantal aangesloten werknemers naar 5. miljoen. Daarnaast is merkbaar dat werkgevers in 2009 nog steeds terughoudend waren in het investeren in specifiek beleid op terrein van gezondheidsmanagement. Dienstverleners op het terrein van interventies, re-integratie en jobcoaching hebben hun omzet zien groeien. Verklarende factoren daarvoor zijn allereerst een groeiende vraag als gevolg van de vraag naar mobiliteitsoplossingen. Het feit dat in sommige organisaties het werk met minder mensen gedaan moet worden, verlangt veelvuldig een snellere interventie om langdurig ziekteverzuim te voorkomen. De groei aan omzet op re-integratie is voornamelijk toe te rekenen aan het – ondanks de crisis- succesvol uitplaatsen van mensen die een traject gevolgd hebben. De succespercentages bleven ook in dit crisisjaar op een goed niveau en mede doordat financiering op basis van resultaat plaatsvindt, hebben reintegratiebedrijven hun omzet weten vast te houden. Daarnaast hebben reintegratiebedrijven in het kader van de inburgering en de implementatie van de Wet Wij extra activiteiten in opdracht van gemeenten ontplooid. De omzet bij UWV ligt iets onder het niveau van 2008 en is alsnog op dit niveau gekomen nadat het UWV voor langdurig werklozen eind 2009 besloten had dat extra ondersteuning noodzakelijk was. Dat ook
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -3
jobcoachorganisaties hun omzet hebben zien groeien duidt direct op een grotere inspanning mensen met een beperking (Wajong en WSW) via coaching duurzaam in regulier werk te begeleiden. De totale omzet in de sector is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van 2008, namelijk zo’n 900 miljoen euro. Voor de omzetontwikkeling per referentiegroep, zie onderstaande figuur.
Figuur 2: Index omzetontwikkeling naar referentiegroep (2008=100)
98 100
Arbodienst
107 100
Interventiebedrijf
110
Re-integratiebedrijf
100 2009
106 100
Jobcoachorganisatie 0
25
50
75
100
2008 125
Uit de BrancheMonitor blijkt dat het aantal werkzame personen en fte’s bij Boaborea leden nagenoeg gelijk is gebleven aan vorig jaar. Naar schatting zijn ruim 13.000 medewerkers werkzaam in de branche.
Tabel: Aantal werkzame personen en fte’s bij Boaborea-leden
Totaal
aantal werkzame personen
13.400
aantal werkzame fte
10.850
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -4
De gemiddelde verhouding direct-indirect personeel onder de respondenten is 71% staat tot 29%. Deze verhouding is nagenoeg gelijk aan 2009 (69% staat tot 31%). Deze verhouding is overigens bij de verschillende typen dienstverlening significant verschillend.
Indirect personeel 29% Direct personeel 71%
Onderstaande tabel schetst een beeld van de omvang van de branche in aantallen klanten, onderverdeeld naar de verschillende typen dienstverlening.
Tabel: aantallen klanten bediend door deelnemers BrancheMonitor aangesloten werkgevers arbodienstverlening aangesloten werknemers arbodienstverlening Interventies jobcoach trajecten re-integratie/outplacement trajecten voor werknemers trajecten voor arbeidsgehandicapten (excl. Wajong) trajecten voor werklozen (WW en WWB, excl. arbeidsgehandicapten) trajecten inburgeraars IRO-trajecten Wajong-trajecten o.b.v. extrapolatie, bron: Boaborea
2009 210.000 5.000.000 250.000 9.000 40.000 8.000 40.000 17.500 10.000 7.000
Marktontwikkelingen business to business Kijkend naar de ontwikkeling van de omzet van arbodiensten in relatie tot het effect van hun inspanningen op het ziekteverzuim laat zien dat het verzuimpercentage gelijk is gebleven ten opzichte van 2008. De omzet is licht gedaald.
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -5
Figuur 3: Verzuimpercentage in relatie tot omzet arbodiensten
Omzet (eur) 1200
7
1000
6
Verzuimpercentage
5
800
4 600 3 400
2 1
0
0
Verzuimpercentage Omzet arbodiensten
19
93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09
200
Door wijzigingen in de sociale zekerheid, met name de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter (2001), de Wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte (2004) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (eind 2005) en in het verleden de wet REA, zijn werkgevers en hun werknemers steeds meer – ook financieel – verantwoordelijk voor de reintegratie bij langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid. Hierdoor is het ziekteverzuim tussen 2001 en 2005 gedaald. Er begint in toenemende mate aandacht te ontstaan voor duurzame inzetbaarheid. Het algemene bedrijfsbeeld is, dat met het huidige verzuimniveau, een optimum is bereikt in het terugdringen van uitval van werknemers. Veel bedrijven en branches hebben echter in toenemende mate te kampen met een vergrijzing van het werknemersbestand. Daarnaast wordt om het voorziene tekort aan werknemers door uittredende babyboomers in de komende jaren (deels) op te lossen het overheidsbeleid erop gericht om werknemers in de komende decennia langer te laten doorwerken. Gebleken is dat met name de lager opgeleide werknemers de huidige pensioenleeftijd niet in goede gezondheid halen, laat staan langer kunnen doorwerken. Vanwege de veranderende behoeften vanuit de markt, zijn vrijwel alle arbodienstverleners de afgelopen jaren bezig geweest met het verbreden van het aanbod. Deze verbreding biedt de mogelijkheid voor arbodiensten om hun toegevoegde waarde voor de klant te vergroten. De arbodiensten zijn daardoor in de laatste jaren hun omzet uit andere bronnen en behoeften gaan genereren. Uit de Bedrijfsgezondheidszorgmonitor komt naar voren dat maar een relatief klein deel (gemiddeld 10%) van het arbeidsomstandighedenbudget bestemd is voor zaken die niet tot de “traditionele arbodienstverlening” behoren, maar te maken heeft met het gezond en inzetbaar houden van medewerkers. De mate waarin bedrijven hierin investeren lijkt dan ook op dit moment nog gering.
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -6
Marktontwikkelingen business to government Sinds 2004 werd er een daling van het aantal mensen dat een beroep doet op werkloosheidsuitkeringen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen waargenomen (bron: CBS Statline en Raad voor Werk en Inkomen). Sinds 2005 was de totale instroom in de WW kleiner dan de uitstroom. Aan deze trend is in 2009 een eind gekomen. Onder invloed van de recessie is het aantal reguliere werkloosheidsuitkeringen gegroeid, los van de deeltijdWW, die ook voor een stijging van het aantal uitkeringen heeft gezorgd. Eind 2009 zaten 309.000 mensen in de WW. Eenzelfde ontwikkeling is waarneembaar voor de bijstandspopulatie, gemeenten hebben in 2009 hun bestand ook zien groeien. Het aantal bijstandsgerechtigden nam in 2009 toe met 8,5% tot 280.830. De extra instroom in de bijstand is het gevolg van de economische crisis. Mensen vonden minder snel een baan en bleven in de uitkering zitten, de nieuwe instroom was groter dan voorheen én degene die de maximale uitkeringsduur in de WW hadden bereikt, vielen vaak terug op de bijstand. Door de bedrijven in het onderzoek werden in 2009 meer dan 9.000 jobcoachtrajecten in het kader van WIA uitgevoerd. De stijgende lijn, die sinds de invoering is ingezet, zet door. Het aantal arbeidsongeschikheidsuitkeringen is in 2009 ten opzichte van voorgaande jaren gedaald. Ten opzichte van 2008 is een kleine stijging waar te nemen, veroorzaakt door met name de Wajong en voor een klein deel de WIA. Het totaal aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen bedraagt in 2009 864.000, waarvan eind 2009 192.000 cliënten een Wajong uitkering ontvingen. Vanuit de politiek ligt de focus op de Wajong doelgroep, in januari 2010 is onder andere de nieuwe Wet Wajong ingevoerd, waarin de nadruk ligt op wat jongeren wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Van alle jongeren wordt verwacht dat zij werken of leren, als ze dat kunnen, wat ook geldt voor jongeren met een beperking. Zowel gemeenten als UWV kopen trajecten in voor bovenstaande doelgroepen. Een deel van de trajecten voert men zelf uit. Van het publieke re-integratiebudget van ruim 2 miljard euro wordt ruim 15% privaat uitbesteed. Van het participatiebudget van 1,8 miljard van gemeenten wordt het grootste deel van het budget wordt benut voor loonkostensubsidies en gesubsidieerde arbeid. Ongeveer een kwart wordt ingezet voor begeleidingstrajecten naar werk. Een deel wordt door gemeenten via de eigen dienstverlening en of de SW-organisatie ingezet, het andere deel wordt ingekocht bij private dienstverleners. Voor wat betreft het UWV liggen die verhoudingen substantieel anders. Het aantal uitkeringsgerechtigden dat geholpen zou kunnen worden met het beschikbare inkoopbudget is substantieel hoger omdat de focus geheel op trajecten naar werk is, en de trajecten over het algemeen wat goedkoper zijn.
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -7
De bedrijven actief op de B2G segment halen een omzet van zo’n 300 miljoen euro. Dat is ongeveer gelijk aan de omzet in 2008. De situatie in 2010 is ondertussen geheel anders. De discussies over bezuinigingen overheersen in 2010. Door overschrijding van het budget eind 2009 en begin 2010 is UWV terughoudend geworden met inkoop in 2010 op WW en ook enigszins voor arbeidsgehandicapten. Ook zien we dat in 2010 ook gemeenten al terughoudender zijn met de inzet van externe inkoop.
Grote verschillen in rendementen De totale bedrijfstak boekt een mager rendement van krap 3%. Onderstaande figuur toont de belangrijkste kengetallen voor de vier groepen. De arbodienstverleners springen er uit met een hoge productiviteit per FTE: € 107.303. De totale kosten per medewerker liggen bij de gemiddelde arbodienstverlener op bijna € 110.000, waarvan de arbeidskosten 72 procent innemen. Het rendement/resultaat per medewerker komt hierdoor uit op een negatief resultaat van € 3.842. Bij de bedrijven in de andere referentiegroepen liggen de productiviteit en arbeids- en materiële kosten lager. Interventiebedrijven komen gemiddeld tot het hoogste economische resultaat per FTE: bij een gemiddelde productiviteit van € 83.712 wordt een gemiddelde winst van € 8.656 per FTE geboekt. Re-integratiebedrijven behalen bij een productiviteit van € 71.000 een gemiddelde winst van € 2.572 per FTE. De jobcoachorganisaties hebben met een productiviteit van € 65.422 de kleinste winst per FTE; € 1.662 gemiddeld.
Figuur 4: kengetallen per referentiegroepen 2010 (n=78)
Arbodienst -3.842 Interventiebedrijven
19.408 8.656
Re-integratiebedrijven
18.398
1.236 Jobcoachorganisaties 1.662 -20.000
79.695
30.110
0
17.150
20.000
40.000
107.303
83.712
54.144 64.998
45.134
65.422
46.434
60.000
80.000 100.000 120.000 140.000
Netto omzet per FTE
Arbeidskosten per FTE
Materiële kosten per FTE
Economisch resultaat per FTE
Hieruit kan, net als over 2008 geconcludeerd worden dat de rendementen onder druk staan, het meeste bij arbodiensten, maar ook bij re-integratiebedrijven en jobcoachorganisaties. Voor deelnemers aan de monitor zijn andere kengetallen beschikbaar.
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -8
Marktverwachtingen respondenten verdeeld De verwachtingen van de aan dit onderzoek deelnemende arbodiensten ten aanzien van de omzet zijn verdeeld. Op korte termijn verwacht de helft van de arbodiensten dat de omzet op de core business (arbo-verzuim en -herstel) zal krimpen, mede als gevolg van een zich nog langzaam herstellende arbeidsmarkt. Een derde van de deelnemende organisaties verwacht een stabiele markt en een klein deel denkt dat de markt op korte termijn zal groeien. Voor de langere termijn zijn de verwachtingen positiever. Kansen worden met name gezien op het gebied van preventie, vitaliteit en duurzame inzetbaarheid, eventueel in een totaalbenadering (integraal gezondheidsmanagement). Evenals in 2008 worden de bedreigingen bij de deelnemende arbodiensten in 2009 met name gezien in de druk op prijs in de markt en een focus op de korte termijn bij opdrachtgevers; een ad-hoc aanpak gericht op het terugdringen van het verzuim, in plaats van investeren in preventie voor de lange termijn. De aan dit onderzoek deelnemende interventiebedrijven verwachten op korte termijn bij de dienst arbo- verzuim en –herstel veelal een stabiele omzet (60 procent). 20 procent van de deelnemende organisaties verwacht een krimp. De overige 20 procent denkt dat de markt sterk gaat groeien. Op langere termijn verwacht 60 procent van de deelnemende interventiebedrijven groei, 20 procent verwacht zelfs een sterke groei van de omzet. Het inkrimpen van de markt op langere termijn wordt door 20 procent van de deelnemende organisaties verwacht. De verwachtingen voor wat betreft de ontwikkelingen in omzet op hun core business (reintegratie/outplacement) zijn bij de aan dit onderzoek deelnemende re-integratiebedrijven sterk verdeeld. Ongeveer 41 procent verwacht dat hun omzet op korte termijn (sterk) zal krimpen. 35 procent verwacht een groei, tot sterke groei op dit terrein. Voor de langere termijn zijn de verwachtingen van de deelnemende organisaties vergelijkbaar. Kansen worden met name gezien in dienstverlening aan Wajongers, outplacement, jobcoaching. Specialisatie en innovatie van producten en diensten bieden eveneens kansen. De politieke situatie en bezuinigingen worden als een belangrijke bedreiging gezien. De verwachtingen van de aan dit onderzoek deelnemende jobcoachorganisaties ten aanzien van de omzet op hun core business jobcoaching zijn verdeeld. Voor de korte termijn verwacht 30 procent van de organisaties een krimp, 40 procent verwacht een groei, tot sterke groei. Voor de langere termijn wordt een vergelijkbaar beeld geschetst. Als belangrijkste kansen worden de toenemende aandacht voor Wajong en specialisatie op specifieke doelgroepen gezien. Belangrijkste bedreigingen zijn volgens de deelnemende organisaties het inbesteden van UWV Werkbedrijf en gemeenten, bezuinigingen en toenemende concurrentie.
Boaborea BrancheMonitor 2010 Samenvatting -9