Brabantse Wal Rit - vragen Het meest opvallend in het landschap van de Brabantse Wal is de steilrand: een abrupte overgang van de hoger gelegen zandgronden naar de lager gelegen zeekleipolders. Deze steilrand slingert van Ossendrecht langs Hoogerheide, Woensdrecht, Bergen op Zoom en Halsteren tot Steenbergen. De steilrand is aangemerkt als aardkundig waardevol gebied. Deze steilrand, ook wel hoge rand en zoom genoemd, is waarschijnlijk ontstaan door erosie door de rivier de Schelde en door de zee. De hogere zandgronden zijn vooral bebouwd en met bos en hei bedekt. De lager gelegen kleigronden zijn vooral in gebruik voor de landbouw. Ook liggen er kreekresten. Aan de voet van de Brabantse Wal ligt bij Bergen op Zoom het Markiezaatsmeer, een door de Deltawerken afgesloten deel van de Oosterschelde. Tijdens de rit worden er vragen gesteld over het gebied of de bezienswaardigheid waar u op dat moment langs rijdt. Er zijn vragen die ter plaatse op informatie borden dienen te worden opgezocht. Daarnaast zijn er een aantal kennis vragen met multiple choice antwoorden. De vragen worden in nummervolgorde weergegeven op de route kaart langs de ingetekende lijn. De antwoorden kunt u noteren op de aparte kaart, dus niet op de route controlekaart.
Vraag 1. Tijdens uw rit naar het sluishuis komt u langs de oude dijk met daarop zo geheten ‘Muralt muurtjes’. Dit is een muurtje boven op een dijk, die diende
als alternatieve en goedkope dijkverhoging. Een muraltmuur bestaat uit drie of vier horizontale betonnen platen, van ongeveer een meter hoog, tussen betonnen staanders. Sluishuis de Vijdtpolder. Het antwoord op deze vraag kunt u vinden op het Brabantse wal informatie bord bij het oude sluishuis. Wat liet de sluiswachter vroeger vollopen voor de vele zwemliefhebbers? Antwoord: De Spuikom.
Vraag 2. De volksabdij O.L.V. ter Duinen is ontstaan als werkverschaffingsproject in de jaren 30 van de vorige eeuw. In 1935 begon de bouw van een jeugdhuis. In de oorlog werd de volksabdij een noodziekenhuis om mensen uit het gebombardeerde Rotterdam op te vangen. Na de oorlog vonden de broeders uit Huijbergen er onderdak. Direct na de oorlog werd de volksabdij een opvang van kinderen van politieke delinquenten (NSB kinderen). Zij kregen er een technische opleiding en zo ontstond in 1947 de ambachtschool. Aan deze school was ook een internaat verbonden. Tot wanneer? A.
1955
B.
1960
C.
1982
D.
1995
Vraag 3. We rijden de stijlrand weer op en komen een Brabantse Wal informatiebord tegen. Het antwoord staat op het bord. Hoe diep begraven onder zeeklei en veen afzetting ligt de oude bedding van de Schelde ten westen van de Brabantse Wal. A.
4m
B.
8m
C.
10m
D.
14m
Vraag 4. De Agger is het restant van waar voorheen de schelde stroomde. Deze rivier creëerde de steilrand van de Brabantse Wal, waarop Woensdrecht nu ligt. In welke eeuw begon de verzanding van de Agger? A. 14e
B. 15e
C. 16e
D. 17e
Vraag 5. De rijzende weg, steilrand helling. Het is de icoon van de Brabantse Wal, ‘De Rijzendeweg’ in Woensdrecht. Over een afstand van ruim driehonderd meter ga je heel wat meters omhoog. Halverwege op deze weg bevindt zich een uitkijkpunt. Stop gerust even om te kijken. Wat is het maximale hoogteverschil in de Brabantse Wal? A. 4m
B. 8m
C. 15m
D. 20m
We rijden nu langs Landgoed Mattemburgh. De historie van het landgoed begint in 1807 als Cuypers, notabele en Burgemeester van Bergen op Zoom, woeste gronden ten zuiden van de stad aankoopt. Zijn weduwe liet daarop in 1847 de villa bouwen. Daarna rond 1840 werden de stijltuinen aangelegd. Dit jaar zal de jaarlijkse Brabantse Wal Dag hier georganiseerd worden, op zondag 26 mei. Er zijn tientallen activiteiten voor jong en oud. Meer informatie hierover op: http://www.debrabantsewal.nl/streekinformatie/brabantsewaldag.aspx Vraag 6. Tussenstop De Heimolen, Camping Uit en Thuis. De vraag krijgt u van Johan van Geel. Antwoord: Een banmolen was een molen waar de naburige boeren verplicht waren hun graan te laten malen.
Vraag 7. Een vraag over de Wouwse Plantage. Oorspronkelijk bevond zich in dit gebied een veenmoeras, afgewisseld met enkele hoger gelegen zandgronden. Vervening vond in dit gebied plaats vanaf 1477, en zowel op het zand als op het tot het zand afgegraven veen ontwikkelde zich heide. In 1504 werd door Jan III van Glymes, heer van Bergen op Zoom, opdracht gegeven om hier bos aan te planten ten behoeve van de houtproductie. Dit was het begin van de Wouwse Plantage. Vraag: Noem ten minste 2 bezienswaardigheden op de Wouwse plantage? Antwoord: Brandweermuseum Wouwse Plantage Diverse gebouwen uit de 2e helft van de 19e eeuw, te Plantage Centrum. De ringoven van de voormalige steenfabriek. Het beeldje De Pinnenrooier van Leon Vermunt, verwijst naar de bosbouw. De Sint-Gertrudiskerk, aan Plantagebaan 219, uit 1891 en 1925.
Na de Wouwse Plantage rijdt u een stukje onverhard over de Zoomweg met links van u een heel klein riviertje, eerder een slootje. Dit is dus ‘De Zoom’, jawel het riviertje dat naam geeft aan de geweldige stad in het centrum van de Brabantse Wal: Bergen op Zoom. De Zoom is 13 kilometer lang en ontspringt in België als Oude Moervaart aan de noordkant van de Kalmthoutse Heide en stroomt als Spillebeek ten westen van Essen naar de Nederlandse grens. In Nederland stroomt zij als Zoom langs Wouwse Plantage en mondt uit in de Theodorushaven in Bergen op Zoom. Vraag 8. Fort Pinsen Twee eeuwen (16e en 17e, tot 1832) beschermde de Waterlinie van Bergen op Zoom naar Steenbergen de vaarverbinding tussen Holland, Zeeland en het eiland Tholen. Het ondersteunde de waterlinie van de vestingsteden Steenbergen en Bergen op Zoom tegen aanvallen vanuit het oosten. Fort Pinsen maakt deel uit van de Brabantse waterlinie. Fort Pinsen is gebouwd volgens het Oudnederlandse model met vier hoeken. Hoe noemt men deze hoekvormgeving? A. B. C. D.
Driehoeken. Bastogne hoeken. Gebastioneerde hoeken.
Bastion punten.
Vraag 9. Fort De Roovere. De waterlinie bestond aanvankelijk uit een aaneenschakeling van onder water gezet land en moerassen met forten op de hogere delen in het landschap. Fort de Roovere had een omvang van 220 roeden (839 meter). Omdat dit fort het meest risicovolle access moest afdekken, is de Roovere aan de oostzijde voorzien van buitenwerken, een enveloppe en een buitengracht. De (smalle) toegangspoort bevond zich aan de westzijde, aan het einde van de huidige Fort de Roovereweg. Het fort is genoemd naar Pompejus de Roovere. Er is ook een bijzondere loopgraafbrug bij fort De Roovere aangelegd. Deze heeft al verschillende architectuur prijzen gewonnen. Vraag: In welk jaar werd de bouw van de verdedigingslinie voltooid?
A.
1525
B.
1628
C.
1728
D.
1654
Vraag 10. We rijden nu langs de dijk door de Oud-Glymespolder richting Nieuw-Vossemeer. In grote lijnen kan het landschap van de Brabantse wal verdeeld worden in een laag deel, ten westen van de steilrand, en een hoog deel ten oosten van de steilrand. Het lage deel bestaat uit voormalige schorren en slikken en uit polders. Waaruit bestaat het hoge deel? A. Loofbos
B. Grasland en Heide
C. Heide en Bossen
Vraag 11. We rijden recht op een molen af. De naam van deze molen is ‘De Assemburg’ gebouwd in 1897. Het is een achtkantse korenmolen. Naast een oorlog heeft de molen ook een watersnoodramp meegemaakt. Ter nagedachtenis waarvan is het kruis voor de inrit van de molen geplaatst? A. Wereldoorlog 1
B. Wereldoorlog 2
C. Watersnood
Vraag 12. Koevering (een verdronken dorp). Het gebied rond het huidige koevering zou circa 5500 jaar geleden op een smal schiereiland hebben gelegen. In het westen stroomde de Schelde, in het oosten lag een veengebied. In het dorpje verdiende men het brood met landbouw en turf. In 1376 werd de koeveringsedijk aangelegd. Rond welk jaartal verdronk dit gehucht? A. 1285
B. 1325
C. 1365
D. 1425
Vraag 13. Fort Henricus. Dit is het meest noordelijke fort van de verdedigingswerken. Uit archiefstukken blijkt dat, althans in de eerste jaren, de militairen zich geheel uit de stad terugtrokken en zich op het fort vestigden. Vanaf 1648 bewees het fort diverse malen goede diensten, bijvoorbeeld na de invallen van de Fransen in 1672 en 1747. Fort Henricus is nu in bezit van de Vereniging Natuurmonumenten. In 2008 is begonnen met het herstel van de profielen van de aarden wallen van Fort Henricus, dat inmiddels rijksmonument is geworden. Vraag: Wanneer is deze vesting door de Spanjaarden gebouwd? A. 1582
B. 1626
C. 1682
D. 1726
Vraag 14. Heense polder. Aan het einde van de 16e eeuw vonden in de regio Steenbergen grote inpoldering werkzaamheden plaats. In 1609 werden ook de gorzen van De Heen van een dijk voorzien, zodat het water buiten gehouden kon worden. Het nieuw gewonnen land werd vooral voor de landbouw benut en dit is eigenlijk nog steeds zo. In de polder heerst vooral rust en kunt u genieten van weidse panorama’s. Noem ten minste 3 gewassen welke in deze polder verbouwd worden? Antwoord: Spruiten, Asperges, zilveruien, bieten, aardappels, tarwe
Vraag 15. De Brabantse Wal is bijna wereld beroemd geworden. In welk kaartenboek van 2012 komt het toponiem “Brabantse Wal” voor? Antwoord: De Grote Bosatlas
Brabantse Wal ondernemers.
Ondernemers uit de gemeenten Bergen op Zoom, Woensdrecht en Steenbergen hebben sinds 28 april 2010 de handen ineen geslagen om de Brabantse Wal te promoten. Dat doen ze in de ondernemersvereniging 'Toerisme en Recreatie Brabantse Wal.' Ter ondersteuning van deze rit hebben verschillende ondernemers prijzen kosten loos ter beschikking gesteld. De ondernemers van de start - tussenstop en finish locatie hebben een korting tarief aangeboden ter ondersteuning van deze rit. Over de Brabantse Wal is de laatste jaren veel gesproken en geschreven, maar nog niet op één plaats verzameld in een boek. Dit boek is o.a. verkrijgbaar bij de VVV aan de Kortemeestraat 19. Maar ook in de boekhandel, ISBN nr. 978-90-808206-0-9 Het boek heet: 'Ontdek de Brabantse Wal' van samensteller en auteur Willem de Weert.