Bouwen aan partnerschap tussen ouders, welzijn en school
Colofon Deze brochure is een uitgave van Alleato, in opdracht van de provincie Utrecht Productie: Marc Engberts Tekstcorrectie: Annemiek Haalboom Teksten: Miriam Stolten en Ellen Visser Begeleiding vanuit provincie Utrecht: Marlies Olthuis Fotografie: Sabine Joosten/Hollandse Hoogte, Bert Spiertz, Ellen Visser Foto cover: Enkele ouders van de Ouderinitiatiefgroep obs De Klimroos in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Foto: Bert Spiertz. Ontwerp: Suggestie & illusie Druk: True Colours 2011
Voorwoord Samenwerking tussen ouders, school en welzijnsorganisaties is goed voor de ontwikkeling van kinderen. Als ouders weten wat en hoe hun kinderen op de peuterspeelzaal en op school leren, kunnen zij die ontwikkeling thuis ondersteunen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat ouderbetrokkenheid in de thuissituatie een positieve invloed heeft op de schoolloopbaan van kinderen en jongeren en zelfs kan bijdragen aan het voorkomen van voortijdige schooluitval. Samenwerking tussen welzijn, ouders en school kan ouderbetrokkenheid thuis stimuleren en ondersteunen. Hoe breng je ouderbetrokkenheid en partnerschap tot stand? Wat zijn succesfactoren? En zijn er goede voorbeelden in de praktijk te vinden? Op die vragen biedt deze brochure een antwoord. De informatie in deze uitgave is gebaseerd op gesprekken die Alleato voerde met professionals die bezig zijn om partnerschap tussen ouders, school en welzijn vorm te geven. Ouderbetrokkenheid is in Nederland gemeengoed, maar partnerschap staat nog in de kinderschoenen. Scholen en welzijnsorganisaties kunnen meer doen om te komen tot echte samenwerking met ouders; samenwerking waarin ouders actief bijdragen aan en meedenken over educatieve programma’s. Mogelijkheden zijn er volop. Zo kan het onderwijs voortborduren op de contacten die welzijn al heeft met ouders. Het leggen van verbindingen tussen welzijn, Centra voor Jeugd en Gezin, sportverenigingen, school en ouders biedt eveneens mooie aanknopingspunten om ouderbetrokkenheid vorm te geven. Wij hopen dat deze brochure inspireert en praktische aanknopingspunten biedt om invulling te geven aan partnerschap. Wilt u meer weten? Neem dan contact met ons op. Miriam Stolten en Ellen Visser Alleato, adviesbureau voor sociale vraagstukken
1
Ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en partnerschap Voor betrokkenheid van ouders bestaan verschillende termen. Maar wat bedoelen we eigenlijk met termen als ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie, en partnerschap? En wat is het belang ervan?
Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid betekent dat ouders weten waar hun kind mee bezig is, betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind en zich daarvoor verantwoordelijk voelen. Ouderbetrokkenheid thuis leidt er doorgaans toe dat kinderen meer zelfvertrouwen hebben, positiever staan tegenover school, beter presteren bij taal en rekenen, en hun sociale competenties beter ontwikkelen. Investeren in ouderbetrokkenheid is goed voor de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Regelmatig contact tussen ouders, peuterspeelzaal en (voor)school maakt het makkelijker om tot samenwerking te komen bij ondersteuning van de ontwikkeling van het kind thuis en op school. Het stelt begeleiders in staat om te profiteren van de kennis, het inzicht en de ervaring van ouders.
Ouderparticipatie
Meisje, geadopteerd uit Nigeria, maakt een werkje voor school. Haar moeder helpt haar. Foto: Sabine Joosten/Hollandse Hoogte
2
Ouderparticipatie betekent dat ouders meedoen met activiteiten op de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en de (voor)school. Ouders verrichten hand- en spandiensten of zijn lid van de ouderraad of medezeggenschapsraad. De mate van participatie door ouders wordt wel eens weergegeven door middel van de zogeheten ‘participatieladder’. Bij de participatieladder gaat het om ‘verticale participatie’. Impliciet is de boodschap dat ouders steeds een stapje hoger zetten op de ladder: eerst meedoen, en in een latere fase meebeslissen.
Dit opklimmen kan echter niet van alle ouders verwacht worden. Meedoen, en bijvoorbeeld ervaringen uitwisselen met andere ouders - horizontale participatie - is al heel zinvol. De ene ouder gaat naar de ouderinloop, de andere ouder neemt zitting in de ouderraad. Zulke verschillen mogen er zijn. Ouderparticipatie kent allerlei vormen en de manier waarop ouders participeren, verloopt niet volgens een vast patroon.
Partnerschap Bij de begrippen ‘ouderbetrokkenheid’ en ‘ouderparticipatie’ staat de inzet van ouders voorop. ‘Partnerschap’ benadrukt het wederzijdse karakter van de relatie tussen ouders, school en welzijn. De term partnerschap geeft aan dat het initiatief en de inzet van twee kanten komen. Ouders tonen betrokkenheid, en peuterspeelzaal, het kinderwerk of de school zetten een stap naar de ouders, met als doel tot samenwerking te komen.
3
brugfigurenproject
thuis op straat
In het Brugfigurenproject werken competente vrijwilligers bij een basisschool. Zij ondersteunen professionals die zorg bieden aan taalarme, maatschappelijk kwetsbare kinderen en hun familie. Er is per school een brugfiguur actief, die voldoet aan het competentieprofiel: in het bezit van een hbo-diploma, van huis uit maatschappelijk werker, oud-leerkracht of pedagoog. Brugfiguren zijn lid van het schoolteam en werken samen met de zorgcoördinator op school. Zij hebben de taak om een ‘culturele brug’ te slaan tussen ouders en leerkracht en hebben een verbindende rol richting de jeugdzorg. Brugfiguren ‘sensibiliseren’ leerkrachten voor de positie van ouders en kinderen met een andere cultuur. Samen met de zorgcoördinator streven zij partnerschap met ouders na. Het is niet de bedoeling dat de brugfiguur als tolk optreedt. Tolkuren worden speciaal door de gemeente gefinancierd. Het opbouwen van vertrouwen bij ouders duurt lang. Het beschikbaar stellen van uren is dan ook een belangrijke voorwaarde voor succes.
Thuis Op Straat (TOS) bevordert leefbaarheid op straten en pleinen, onder andere door activiteiten te organiseren voor en met wijkbewoners, kinderen en jongeren. En door samen te werken met politie, opbouwwerk en middenstand. Medewerkers van TOS zijn voortdurend zichtbaar in de wijk. TOS vergroot ook de ouderbetrokkenheid op straat. Zo zetten de medewerkers samen met school projecten op, bijvoorbeeld met als doel dat op het schoolplein binnen een half jaar niet meer wordt gescholden en dat ook ouders weten welke regels er gelden. Tevens verzorgt TOS de tussenschoolse opvang in de brede school. Het onderwijs is positief: kinderen gedragen zich beter. En het betrekken van ouders via de jeugd bevordert de participatie en de sociale structuur: het versterkt de samenhang tussen de mensen en de leefbaarheid wordt vergroot.
www.pbdgent.be
4
www.thuisopstraat.nl
ouderconsulenten
home-start
De ouderconsulenten van Stichting De Meeuw bevorderen het contact tussen ouders, onderwijs en welzijn, fungeren als vraagbaak en ondersteunen professionals bij het maken van contact met ouders. Zij vergroten opvoedingsvaardigheden en bevorderen onderwijsondersteunend gedrag. Er zijn twee soorten ouderconsulenten. Ouderconsulenten in het primair onderwijs (voor kinderen van twee tot twaalf jaar) versterken vooral de band tussen school en ouders. Zij leggen contacten met ouders, werken met hen aan thuisgerichte programma’s en onderhouden een netwerk met allerlei organisaties. Deze thuisgerichte programma’s vormen een kapstok en lopen synchroon met de inhoud van het schoolprogramma. Ze maken het makkelijker ouders te bereiken en bij het onderwijs te betrekken. De ouderconsulenten bij de wijkfelicitatiedienst (gericht op kinderen van nul tot vier jaar) gaan op huisbezoek bij gezinnen met een tweejarig kind. Ze nemen een cadeautje mee en een map vol informatie over de voorzieningen in de wijk, waaronder peuterspeelzalen en voorscholen. De wijkfelicitatiedienst bereikt zo’n tachtig procent van de tweejarigen. De consulenten bieden ook opvoedingsondersteuning, samen met de peuterspeelzaal, aan ouders met kinderen op de wachtlijst.
Home-Start is een programma voor opvoedingsondersteuning. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden ondersteuning, praktische hulp en vriendschap aan ouders met ten minste één kind van zeven jaar of jonger. Er mogen ook oudere kinderen in het gezin zijn. De gezinnen geven zélf aan op welke gebieden zij steun wensen: hun vragen staan centraal. Home-Start is ontstaan in Engeland als aanvulling op professionele hulp- en dienstverlening. Het wordt wereldwijd in twintig landen uitgevoerd. Home-Start is een voorbeeld van een grass root-programma, opgezet door sociaal bewogen burgers in nauw overleg met de doelgroep. Sinds de opzet in 1993 is Home-Start in Nederland uitgegroeid tot een erkend en professioneel programma in de opvoedingsondersteuning. www.home-start.nl
www.stichtingdemeeuw.nl
5
Visie en beleid Om met succes te bouwen aan ouderbetrokkenheid en partnerschap is het essentieel dat school en welzijnsorganisaties hierop een heldere visie ontwikkelen. De visie is uitgangspunt voor beleid, dat moet aansluiten bij de missie van de school of organisatie en worden gedragen door betrokkenen.
Om dat te realiseren is het zaak om eerst de volgende vragen te beantwoorden: • Hoe zien we de rol van ouders, passend bij onze missie? • Welke investering doen wij in ouders? • Wat verwachten we van ouders en wat mogen ze van ons verwachten? • Hoe communiceren we met ouders over zaken die de welzijnsorganisatie of school en hun kind betreffen? • Welke rol kunnen de ouders in de welzijnsorganisatie of school spelen (formele en informele rollen)? • Wat verstaan we onder partnerschap? Een volgende stap is de concretisering van uitgangspunten in beleid. Daarbij moeten de volgende vragen worden beantwoord: • Wie betrekken we bij de totstandkoming van het beleid? • Wie informeren we? • Hoe zorgen we dat het beleid in de praktijk ook echt gaat werken? • Hoe communiceren we het beleid naar ouders en andere betrokkenen? • Wanneer en hoe evalueren we het beleid? Om te zorgen dat beleid wordt gepland, uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld, moeten heldere en reële doelen worden geformuleerd, gericht op resultaten en effecten. Bovendien is het aan te bevelen om kritisch te kijken naar het eigen handelen en daarvan te leren. Het betrekken van het hele team en ouders bij het formuleren van beleid en vervolgens de evaluatie is daarvoor een belangrijke voorwaarde. 6
In de voorbereidingsfase én bij de uitvoering is het nodig om te investeren in toerusting van ouders, leidsters en leerkrachten. Aandachtspunten voor beide partijen zijn: • Wacht niet af maar zoek op. • Geef aandacht en luister. • Durf te vertrouwen op elkaars inzet en kennis. • Ga uit van mogelijkheden. • Wees transparant en duidelijk. • Maak helder wie wat kan en wie wat nodig heeft. • Stimuleer ontmoeting. • Benadruk wederkerigheid.
Leerling deelt flyers uit over schoolactiviteit in de buurt. Foto: Ellen Visser
7
vve-cursussen ouderbetrokkenheid Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is een voorziening voor kinderen van tweeënhalf tot zes jaar die risico lopen op een vroege (taal) achterstand. De effecten van VVE op de schoolloopbaan van kinderen zijn groter naarmate de ouders meer betrokken zijn. Het versterken van de relatie tussen ouders en (voor)school verdient daarom veel aandacht. Het ROC Midden Nederland heeft speciale cursussen voor ouders ontwikkeld. Cursussen op het gebied van opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering, voor ouders met een peuter op de voorschool of met een kleuter op de vroegschool (groep 1 en 2). Tijdens de cursus wordt informatie gegeven over de (voor)school en over de ontwikkelingsfasen van het kind. Dit programma loopt synchroon aan dat van de (voor)school. Daarnaast is er ruimte voor uitwisseling van opvoedingsideeën tussen en suggesties van ouders.
brede school academie In Utrecht is in 2010 de Brede School Academie (BSA) gestart. In de wijk Overvecht werken elf basisscholen en een school voor voortgezet onderwijs daarin samen. Doel is: meer doorstroom naar havo en vwo en leerlingen beter voorbereiden op het voortgezet onderwijs. De aanpak heeft twee elementen. Allereerst: extra begeleiding onder schooltijd. Alle leerlingen profiteren daarvan. Daarnaast kan een selecte groep leerlingen (met havo- of vwo-potentie) vier uur per week extra onderwijs volgen. Dit gebeurt onder leiding van excellente leerkrachten. Belangrijke aspecten van het project zijn: persoonlijke begeleiding van leerlingen door mentoren, en versterken van de ouderbetrokkenheid. Door de selectiviteit en het appel op het gevoel dat ze het beste voor hun kind willen, is een grote groep ouders gemotiveerd. Zij hebben een contract getekend dat zij akkoord gaan dat hun kinderen naar de BSA komen.
www.alleato.nl www.bredeschoolacademieovervecht.nl
8
families and schools together (fast) FAST is een preventieproject van GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen in Leiden. In groepsbijeenkomsten komen zes tot twaalf gezinnen, met kinderen van vier tot twaalf jaar, bij elkaar. Het zijn gezinnen waarvan de kinderen een risico lopen op een minder gezonde ontwikkeling. FAST is erop gericht om risicofactoren te verminderen en beschermende factoren te ontwikkelen via wekelijkse, en later maandelijkse bijeenkomsten. Het programma wordt acht tot tien weken in de school aangeboden. Het team bestaat onder meer uit medewerkers van school, kinderopvang en jeugdzorg. Uit onderzoek in Amerika, Australië en Engeland blijkt dat het programma een groot positief effect heeft: minder gedragsproblemen bij de kinderen, verbeterde leerresultaten, minder schooluitval en aanzienlijk betere relaties tussen gezinnen en school. In Nederland zijn de resultaten van de pilot veelbelovend. familiesandschools.org en www.ggzkinderenenjeugd.nl
tawazoun en forza Tawazoun en Forza zijn naschoolse opvangvoorzieningen in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Hoograven. Ze bieden intensieve opvang en begeleiding van jongens en meisjes. Kinderen van 6 tot en met 12 jaar kunnen er na schooltijd terecht voor leuke en leerzame activiteiten binnen een sterke structuur. Het initiatief heeft als doel om de kansen van kinderen in een achterstandspositie te vergroten door hen te ondersteunen, in het onderwijs en in de gezinssituatie. Het project maakt kinderen bewust van hun kansen en talenten, zodat hun zelfvertrouwen wordt versterkt en maatschappelijke uitval op latere leeftijd wordt voorkomen. Goed gedrag wordt beloond, ongewenst gedrag wordt besproken. Dat helpt voorkomen dat kinderen op latere leeftijd ernstig probleemgedrag ontwikkelen. Omdat ieder kind anders is, formuleren Tawazoun en Forza samen met de ouders/verzorgers duidelijke leerdoelen. In het begin zijn deze doelen gericht op het functioneren in de groep, later is er meer aandacht voor het functioneren op school, in de vrije tijd en thuis. www.doenjadienstverlening.nl en www.portes.nl
9
Partnerschap in de praktijk Partnerschap impliceert dat ouders, school en welzijn elkaar zien, horen, op elkaar reageren, elkaar willen leren kennen en bereid zijn samen op te trekken. Dat laatste is nog niet altijd het geval. Soms worden ouders als lastig gezien, omdat ze ‘te mondig’ zijn, of andersom: niet thuis geven, ook al doet de school naar eigen idee van alles om ze bij het onderwijs te betrekken. Bouwen aan partnerschap lukt vaak het beste wanneer ouders worden benaderd als ervaringsdeskundigen - zij kennen hun kind als geen ander - en als gelijkwaardige gesprekspartners. Het kan goed werken om ouders te vragen wat zij zouden willen en kunnen bijdragen. Uitgangspunt is altijd dat iedere ouder het beste wil voor zijn of haar kind.
Contact opbouwen met ouders Het opbouwen van een goed contact met ouders is cruciaal. De ervaring leert dat sommige zaken daarbij kunnen helpen. • Een stimulerende factor bij het realiseren van ouderbetrokkenheid is het aanstellen van een oudercontactpersoon, die vrijgesteld is om te werken aan ouderbetrokkenheid en ouderbeleid. • In een ouderkamer op school kan onder professionele begeleiding (bijvoorbeeld door de oudercontactpersoon) gewerkt worden aan een programma dat ouders handvatten geeft om thuis aandacht te besteden aan thema’s die op school worden behandeld. • De behoeften, competenties en Sociaal Economische Status (SES) van (autochtone en allochtone) ouders kunnen sterk uiteen lopen. Ouders en professionals kunnen verschillende ideeën en normen hebben over opvoeding en ondersteuning van kinderen in de thuissituatie, op straat of binnen welzijn. Focus op wat ouders nodig hebben en heb oog voor diversiteit.
10
• Organiseer bijeenkomsten voor ouders zo gemengd mogelijk: allochtoon, autochtoon, man en vrouw bij elkaar. Dat bevordert de integratie en maakt het mogelijk dat ouders en professionals van elkaar leren over verschillende rollen in de opvoeding. Als ouders positief benaderd worden over de toekomst van hun kind, zijn ze vaak gemotiveerd om mee te doen. • Het werkt goed om opvoedingsondersteuning door welzijnsorganisaties via scholen aan te bieden aan ouders. Betrek ouders bij de totstandkoming van programma’s. Vraag hen waar ze behoefte aan hebben.
Succesfactoren Op verschillende plaatsen in Nederland is de afgelopen jaren met succes gewerkt aan ouderbetrokkenheid en partnerschap. In kaders, verspreid in deze brochure worden acht van deze good practices beschreven. In veel good practices dragen de volgende factoren bij aan het succes:
Deelnemers aan Home-start, een programma voor opvoedingsondersteuning. Foto: Bert Spiertz
• Er is sprake van samenwerking tussen welzijn, onderwijs, jeugdzorg en ouders. Die samenwerking heeft tot doel om de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. • Er zijn vrijwilligers actief die ouders ondersteunen: op straat, binnen welzijn en op school. De vrijwilligers draaien volwaardig mee binnen de betreffende organisatie. • Er zijn ouderconsulenten actief die de schakel vormen tussen (voor) school en ouders thuis. • Ouders worden actief betrokken bij de schoolloopbaan van hun kind en wisselen onderling ervaringen uit. • Er is voorzien in tijd, geld en ondersteuning bij de beleidsontwikkeling en de uitvoering.
11
meer kansen met ouders
Verder lezen
Om basisscholen met een voorschool te ondersteunen bij het planmatig werken aan hun beleid en activiteiten voor ouders, is door de gemeente Den Haag in 2004 samen met het Kenniscentrum Jeugd en Opvoeding van De Haagse Hogeschool het project Meer Kansen Met Ouders ontwikkeld. Elk schooljaar start een groep van ongeveer tien scholen met dit twee jaar durende traject. Deze scholen krijgen twee jaar extra middelen van de gemeente en ondersteuning van het HCO om intensief en planmatig op het thema ouderbetrokkenheid in te zetten. De extra middelen zijn bedoeld om per school minimaal een tot maximaal drie dagen per week een oudercoördinator specifiek voor ouderbetrokkenheid in te zetten. De extra inzet resulteert in een structureel ouderbeleid dat is ingebed in het schoolbeleid, enthousiaste teamleden en meer betrokken ouders.
• Ouderbetrokkenheid thuis: sleutel voor schoolsucces. Spectrum, maart 2007 • Handboek Ouders in de school. Peter de Vries, CPS, 2010 • Schaamte en strategisch handelen. Opvoeding in Marokkaanse en Turkse gezinnen. Ibrahim Yerden, 2010 (Van Gennep) • De kunst van het stijgen. Over sociale mobiliteit en welzijnswerk dat er toe doet. Heinz Schiller, 2010 • Samen kun je meer dan alleen. Educatief partnerschap met ouders in primair en voortgezet onderwijs. Q+Primair en KPC Groep, 2008 • Ouders als partners in opvoeding en onderwijs – wens en werkelijkheid. Alleato, 2007 • Ouderbetrokkenheid in de brede school. Een literatuuronderzoek naar effectieve manieren om het ontwikkelingsondersteunend gedrag van ouders te stimuleren. Nynke van der Schaaf & Tonny van den Berg, 2009 • Handboek Opvoedingsondersteuning aan specifieke groepen ouders. JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding, 2006 • Evaluatieonderzoek van de functie ouderconsulenten. De betrokkenheid van ouders bij Rotterdamse basisscholen en welzijnsinstellingen. Oberon, Utrecht, april 2009 • The impact of Parental Support and Family Education on Pupil Achievements and Adjustment: a Literature Review, C. Desforges, 2003
www.ouderbetrokkenheiddenhaag.nl
12
www.ontwikkelingsstimulering.nl www.opvoedingsondersteuning.info www.de-meeuw.nl www.oudersbijdeles.nl www.ouderbetrokkenheid.nl www.actiefouderschap.nl www.expertisecentrumouders.nl