Inhoudelijke en financiële verantwoording 4e (afrondende) realisatiefase bouw en materiële inrichting centrum voor technische beroepsopleidingen (CFP) in Abéné, Zuid-Senegal
Periode: 01-10-2012 t/m 30-03-14 Verantwoording Fase 4
1
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Voorblad rapportage
2 3
1. 1.1 1.3 1.4
Inhoudelijke rapportage Projectresultaten Schoolresultaten (output) Overige resultaten (outcome)
4 4 4 9
2. 2.1
2.2 2.3
Financiële rapportage Werkelijke kosten Toelichting bij de bijgestelde begroting Toelichting bij de realisatie van de activiteiten Inzamelresultaat Stichting Bantan Woro / financieringsbronnen Saldo
9 9 9 10 12 12
3.
Draagvlakversterkende activiteiten
13
4.
Monitoring
14
5.
Reflectie op de eigen organisatie
15
6.
Exitstrategie
16
Bijlage 1 Toelichting bij de projectonderdelen, die in de 4e realisatiefase werden gerealiseerd.
Verantwoording Fase 4
17
2
Voorblad rapportage
Gegevens over Stichting Bantan Woro (facilitering project) Naam organisatie Soort rechtspersoon Oprichtingsdatum Nummer Kamer van Koophandel Contactpersoon voor het project Adres Vaste telefoon Mobiel Email adres Website Bankrekeningnummer Project Fase Projectperiode
Bantan Woro Stichting 12 oktober 2005 18080312 G.A. (Guido) Annaert, Secretaris Stichting Bantan Woro Markstraat 41 4844 CP Terheijden 076-5718968 06-48745939
[email protected] www.bantan-woro.nl NL84 INGB 0001 0722 01 Ontwikkeling centrum voor professionele beroepsopleidingen in Abéné, Zuid Senegal 4e afrondende realisatiefase 01-10-2012 t/m 30-03-2014
Gegevens over de uitvoerende organisatie in Abéné, Senegal Naam organisatie Bezoekadres Contactpersoon E-mail adres Oprichtingsdatum Soort rechtspersoon en registratienummer Land van uitvoering Werkgebied Regio Website
Verantwoording Fase 4
Samaba, association des jeunes Samaba d’Abéné Abéné (in het dorp kent men geen straatnamen) Sény Souané, secretaris Samaba d’Abéné en manager van het project in Abéné
[email protected] 17 juli 1995 Association, registratienummer: 8369
Senegal Abéné Casamance Geen
3
1. 1.1
Inhoudelijke rapportage Projectresultaten De 4e afrondende realisatiefase was gericht op de financiële verzelfstandiging van het centrum voor professionele beroepsopleidingen in Abéné. Voor de realisatie van deze doelstelling werden de volgende projectonderdelen gerealiseerd (voor een toelichting zie bijlage 1): 1. Het centrum is uitgebreid met 3 theorielokalen, 2 praktijklokalen en 1 bibliotheek; 2. Er zijn boekenkasten, tafels en stoelen aangeschaft voor de bibliotheekinrichting; 3. Er zijn studieboeken aangeschaft voor beroepsgerichte en generieke vakken; 4. Er is een magazijn gebouwd en voorzien van cementen opbergrekken voor de voorraadopslag. 5. Het administratief gebouw is uitgebreid met een lerarenkamer; 6. Het centrum is voorzien van een omheining; 7. Er zijn materialen aangeschaft voor de opleidingen landbouw/veeteelt, mode en elektrotechniek; 8. Het meubilair van de studenten is aangepast aan de capaciteit van het centrum; 9. Sommige gebouwen zijn, na klein herstelwerk, opnieuw geverfd en van een naambord voorzien; 10. Er is een pedagogische cursus uitgevoerd voor de docenten en een managementcursus voor de directeuren van de 9 technische scholen van regio Casamance. 11. Er is een gedoneerde Peugeot pick-up 504 ter beschikking gesteld van de ouderraad. In oktober 2013 is het opleidingsaanbod van het centrum uitgebreid met de twee opleidingen, die in 2012 niet van start konden gaan. Het opleidingsaanbod is nu compleet en bestaat nu uit de volgende beroepsopleidingen: Horeca/toerisme (*); Mode (*); Elektrotechniek; Landbouw en veeteelt; Bouwtekenen en Kappen (*). De studenten, die zich in 2012, wegens een te laag vooropleidingsniveau, in een oriëntatiejaar hadden ingeschreven, stroomden in 2013 in één van deze beroepsopleidingen in. Vanaf schooljaar 2013-2014 wordt daardoor in drie (*) van de zes opleidingen zowel een diplomaroute als een certificaatroute aangeboden. De diplomaroute bestaat uit een uitgebalanceerd programma waarin de theorie- en praktijkcomponent redelijk in evenwicht zijn. De opleidingen duren 3 jaar en bereiden voor op het staatsexamen, waarmee een officieel staatsdiploma kan worden verkregen. In de certificaatroute ligt de nadruk op verbetering van basisvaardigheden (taal, rekenen) en beroepsvaardigheden. Omdat deze jongeren niet in staat zijn om het staatsdiploma te behalen, kunnen ze voor de beroepscomponent een certificaat verkrijgen. Hiermee kunnen ze gemakkelijker werk vinden.
-
Bedoeling is dat de gediplomeerden een baan vinden, een eigen bedrijfje opstarten of naar een hogere beroepsopleiding doorstromen. Gediplomeerden, die een eigen bedrijf willen starten kunnen bij een overheidsdienst een microkrediet aanvragen. De renteloze lening betalen ze dan af met de winst uit hun eigen bedrijfje. Door deze maatregel wordt tevens het ondernemerschap gestimuleerd. Met de realisatie van deze 4e fase is het centrum in staat om zichzelf in stand te houden. Het beschikt nu over alle voorzieningen om een kwalitatief hoogwaardig opleidingsaanbod aan te bieden. Om de continuïteit te borgen is het centrum al in 2013 formeel overgedragen aan de Senegalese overheid. De jaarlijkse exploitatiekosten (salarissen, energie- en materiële kosten) worden krachtens een ministerieel decreet voldaan vanuit het overheidsbudget van het technisch onderwijs. Daarnaast bieden inkomsten uit jaarlijkse ouderbijdragen en uit de verkoop van producten en diensten van studenten aan het centrum een extra budgettaire speelruimte, waarbinnen eigen beleidskeuzen kunnen worden gemaakt ter bevordering van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie. Ook worde extra inkomsten voor bijvoorbeeld reis- en verblijfskosten van studenten, die voor het staatsexamen opgaan, verkregen uit activiteiten, die door de ouder- en studentenraad worden georganiseerd.
1.2
Projectplanning De afronding van het project is, in overleg met de belangrijkste fondsenvertrekkers, van december 2013 uitgesteld tot eind maart 2014. De verlenging was nodig omdat de aanschaf van de studieboeken nogal complex was en meer tijd vroeg. Ook was er meer tijd nodig voor de realisatie van de lerarenkamer en de aanschaf van de materialen voor de opleidingen mode en elektrotechniek. De administratieve afronding vond plaats in mei 2014.
Verantwoording Fase 4
4
1.3
Schoolresultaten (output) De schoolresultaten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Voor het volgen van de schoolresultaten zijn 12 kwaliteitsindicatoren bepaald. Elke indicator is gedefinieerd (3e kolom) en voorzien van een in onderling overleg vastgestelde norm (4e kolom). De laatste kolom bevat het resultaat. Het resultaat heeft betrekking op de situatie na 2 schooljaren (juli 2013). Tabel 1: schoolresultaten
Resultaat voldoet aan norm Resultaat voldoet niet aan norm Nr. Indicator Definitie Opleidingsaanbod centrum 1. Aanbod
Norm 6 opleidingen
Resultaat na 2e schooljaren 6 opleidingen Vanaf 2013-2014 bij 3 van de 6 opleidingen gedifferentieerd in 2 niveaus
2. 3.
Verhouding jongens en meisjes
M: 60% - J: 40% > 70%
M: 62% -J: 38% 77,3% (17/22)
Gemiddeld aantal leerlingen per klas Percentage leerlingen per schooljaar dat voortijdig is gestopt.
Max. 12 per klas
Gemiddeld 10 per klas
< 15% > 65% (bijgestelde norm) > 75%
2011-2012: 9,6% 2012-2013: 5,6% 2011-2012: 93% 2012-2013: 45,5% 2011-2012: 91% 2012-2013: 82,5%
4.
Verhouding M/J Bevoegde/bekwame docenten Ratio leerling/klas
5.
Uitval
6.
Stage
Percentage leerlingen per schooljaar dat een stageplaats had.
7.
Jaarovergang
8.
Tevredenheid ouders
9..
Tevredenheid leerlingen
Percentage leerlingen dat is geslaagd voor overgang naar het volgende jaar. Gemiddelde tevredenheid van 15% van de ouders van 2e + 3ejaars studenten Gemiddelde tevredenheid van 2e en 3ejaars leerlingen
10.
Tevredenheid docenten Diplomaresultaat Loopbaanperspectief
11. 12.
% vaktechnisch, pedagogisch en didactisch geschoolde docenten
> 7,0
2012-2013: 7,2
Opleiding: > 7,0 Organisatie: > 7,0
Gemiddelde tevredenheid docenten
> 7,0
2012-2013 - Opleidingen: 7,4 - Organisatie: 7,7 2012-2013: 8,4
Percentage gediplomeerden
> 75% > 60%
In juli 2014 operationeel In 2015 operationeel
Percentage schoolverlaters dat binnen 1 jaar een baan heeft of op HBO-niveau verder studeert
Met uitzondering van de indicator “stage” in schooljaar 2012-2013 was het resultaat bij alle indicatoren in 2011-2012 en 2012-2013 boven de norm. Kwaliteitssysteem Tijdens de managementcursus voor directeuren van de 9 technische scholen van de regio Casamance is kwaliteitssysteem ontwikkeld. Het systeem bestaat uit 3 met elkaar samenhangende bouwstenen: 1. Een sterkte/zwakte analyse op basis van het STAR-school model, dat door Edukans is ontwikkeld voor het primair onderwijs en dat we naar technische scholen hebben vertaald. De sterkte/zwakte analyse richt zich op 5 dimensies: Leeromgeving Leerlingen Leerkrachten / het onderwijs Bedrijfsvoering / management Betrokkenheid ouders / gemeenschap Het instrument wordt in de oneven jaren (2015, 2017, e.v.) alternerend met de volgende bouwsteen van het kwaliteitssysteem toegepast. De verbeterpunten vormen input voor het 2jaarlijkse kwaliteitsplan. Verantwoording Fase 4
5
2. Tevredenheidonderzoeken onder het personeel, de studenten en hun ouders. De onderzoeken worden tweejaarlijks georganiseerd. Het onderzoek onder de studenten en de docenten wordt schriftelijk afgenomen. Bij de ouders vindt het onderzoek plaats middels semigestandaardiseerde interviews omdat de ouders geen Frans spreken en nog nooit een dergelijk onderzoek hebben meegemaakt. De vragenlijsten voor deze onderzoeken zijn in kleine groepjes ontwikkeld. Zowel de ouderraad, de studentenraad als de docenten waren hierbij betrokken Bij het onderzoek onder de ouders waren 15 ouders betrokken. Deze 15 ouders vertegenwoordigen 26 leerlingen van alle opleidingen. De enquête van de studenten is uitgevoerd onder de 2e en 3ejaars omdat bij de uitvoering van het onderzoek (december 2013) de 1ejaars nog maar 2 maanden met hun opleiding bezig waren. Aan de enquête onder de docenten namen alle (24) docenten deel. 3. Een systeem voor de bewaking van 12 kwaliteitsindicatoren. Het systeem is in Excel gebouwd door de secretaris van stichting Bantan Woro. De 12 indicatoren zijn vastgesteld in overleg met de 9 directeuren van de regio, die bij de ontwikkeling van het systeem waren betrokken. Ook de normen zijn door hen vastgesteld. De metingen van de indicatoren vinden jaarlijks plaats op basis van de schoolresultaten. Voor een aantal indicatoren worden tweejaarlijks de meetgegevens gebruikt van de tevredenheidonderzoeken onder ouders, studenten en docenten. Twee indicatoren zullen pas na de 1e lichting gediplomeerden operationeel worden. De resultaten, die op de eerste twee schooljaren betrekking hebben zijn opgenomen in tabel 1 ‘Schoolresultaten’ op blz. 5. Figuur 1: Kwaliteitssysteem (2 jaarlijkse cyclus)
Sterkte/zwakte analyse m.b.v. STAR-school model
12 Kwaliteitsindicatoren
Tevredenheidonderzoek ouders Interview 15% van de ouders -
Tevredenheidonderzoek studenten Enquête onder 2e en 3ejaars
Tevredenheidonderzoek docenten Enquête onder alle docenten
-
Aanbod Gender ratio Bevoegde/bekwame docenten Ratio leerlingen/klas Uitval Stage Jaarovergang Tevredenheid ouders Tevredenheid leerlingen Tevredenheid docenten Diplomaresultaat Loopbaanperspectief
Analyseren Vaststellen sterke en verbeterpunten
Kwaliteitsplan (2 jaar) Verbeterdoelstellingen en verbeteracties
Monitoring realisatie kwaliteitsplan Voortgang (3 maandelijks) en eindevaluatie
Werking kwaliteitssysteem De resultaten van de metingen worden gebruikt voor het vaststellen van sterke en verbeterpunten. De verbeterpunten vormen input voor het kwaliteitsplan, dat tweejaarlijks wordt opgesteld. De verbeterpunten worden daarin naar verbeterdoelstellingen vertaald en in verbeteracties geoperationaliseerd. De voortgangsrealisatie van het kwaliteitsplan wordt elke periode gemonitord. Elke doelstelling wordt door een projecteigenaar gecoördineerd. Aan het einde van de cyclus vindt een eindevaluatie plaats. Nog niet of onvoldoende gerealiseerde doelstellingen vormen input voor het kwaliteitsplan, dat het resultaat is van de volgende kwaliteitscyclus. Verantwoording Fase 4
6
Voor het toepassen van de kwaliteitscyclus is een kwaliteitscomité ingesteld onder leiding van de directeur. Het comité bestaat uit 4 leerkrachten, 2 afgevaardigden van de studentenraad en 1 afgevaardigde van de ouderraad. Het comité wordt door de secretaris van Stichting Bantan Woro begeleid bij haar werkzaamheden (meten, analyseren, concluderen, beslissen) en de integratie van de benodigde competenties. Met de regiodirecteuren is de afspraak gemaakt dat het systeem eerst in de technische school van Abéné zal worden doorontwikkeld en uitgetest en daarna aan de andere centra zal worden overgedragen. Dit zal plaats vinden in januari 2015. Resultaten tevredenheidonderzoeken onder leerlingen, leerkrachten en ouders 1. Reacties van de ouders (15%) - Er is grote waardering voor de leerkrachten, die zelfs in hun vrije tijd gratis bijles geven; - Het aantal lokalen is nog niet voldoende (inmiddels gerealiseerd); - Het centrum moet ommuurd worden om de e veiligheid te waarborgen (inmiddels gerealiseerd); - Men is ontevreden over de organisatie van de stages in het 2e jaar - Ouders stellen vast dat hun kinderen gemotiveerd zijn, zich thuis verantwoordelijker gedragen en ook al in de privésituatie toepassen wat ze op school leerden. - Men waardeert de inzet van de ouderraad over de wijze waarop ze de ouders informeren en hen vertegenwoordigen. De leden zijn door het dorp zijn gekozen. - Ouders zijn tevreden over de informatie, die ze kregen alvorens ze hun kind(eren) op een opleiding inschreven en over de wijze waarop ze, bij problemen worden betrokken. 2. Tevredenheid studenten (2e en 3ejaars) Tabel 2 Deelname studenten Opleidingen Mode Kappen/Schoonheidsverzorging (SV) Bouwkunde (bouwtekenen) Elektrotechniek Horeca/toerisme Landbouw en veeteelt
2ejaars 4 8 0 7 8 2 29
3ejaars 6 0 4 8 13 3 34
Totaal 10 8 4 15 21 5 63
Tabel 3 bevat de gemiddelde waarderingen van de studenten van: - De kwaliteit van de schoolorganisatie (informatievoorziening, schooladministratie, rechten en plichten, veiligheid, netheid, rust van het centrum, klachtenbehandeling);
- De kwaliteit van de opleidingen (onderwijs, docenten, stages, didactische materialen, organisatie toetsing) Tabel 3: Resultaten enquête leerlingen Landb./veeteelt Kappen/SV
Mode
2ejr
3ejr
Tot. 2ejr 3ejr Tot.
2ejr 3ejr Tot. 2ejr
Opl. 8,4
8,4
8,4
7,9
7,9
7,5
7,8
7,6
7,2
7,2
Org. 9,2
9,2
9,2
8,1
8,1
7,2
8,1
7,7
7,8
7,8
Waardering ( 1 – 10) 8-10 7 -8 6-7 5-6 1-5
Omschrijving Uitstekend Goed - zeer goed Voldoende Matig Onvoldoende
Bouwtekenen
3ejrs Tot.
Kwaliteits2ejr 3ejr Tot. 2ejr 3ejr Tot. niveau
7,3
7,5
7,4
5,1
6,6
5,8
7,2
7,6
7,4
4
7,7
7,2
7,4
5,2
7,0
6,1
7,5
7,9
7,7
4
Elektrotechniek
3ejr Tot. 2ejr
Horeca
Totaal
Kwaliteitsniveau 5 4 3 2 1
Uit tabel 3 blijkt dat het gemiddelde kwaliteitsniveau op organisatie- en opleidingsniveau goed tot zeer goed is (niveau 4). Tussen de afzonderlijke opleidingen zijn er wel significante verschillen. Tabel 4: kwaliteitsniveau opleidingen
Waardering Excellent Goed - zeer goed Matig/voldoende Verantwoording Fase 4
Kwaliteitsniveau 5 4 Tussen 2 en 3
Opleidingen Landbouw/veeteelt; Kappen/SV Mode; Bouwtekenen; Elektrotechniek Horeca (m.n. 2ejaars matig) 7
Conclusies De organisatiekwaliteit wordt iets hoger (gem. 0,3pt) gewaardeerd dan de opleidingskwaliteit. Aantal en kwaliteit van de didactische materialen worden matig gewaardeerd. Ofschoon 76% van de studenten (44/66) minimaal een stageplaats heet gehad behoeft de stageorganisatie op diverse terreinen verbetering. De waarderingsverschillen zijn afhankelijk van de waardering van de beroepsspecifieke vakken. Alle studenten willen dat het aantal praktijklessen wordt uitgebreid. Er worden nog geen boeken gebruikt bij het onderwijs (inmiddels aangeschaft). M.u.v. de studenten van de horecaopleiding, waarderen alle studenten de wijze van lesgeven en de organisatie van de toetsen. Het grootste deel van de studenten is niet tevreden over de klachtenbehandeling De studenten zijn onvoldoende geïnformeerd over het schoolreglement. 3. Tevredenheid leerkrachten De enquête onder de 24 leerkrachten had betrekking op de informatievoorziening; beleving van het eigen werk; het onderwijs; de didactische materialen; de collegiale samenwerking en het schoolmanagement. Omdat de leerkrachten bijna alle onderwerpen zeer hoog waardeerden is voor het vaststellen van verbeterpunten van een hoge norm uitgegaan. Alle vragen, waarbij de waardering lager dan 8 was werden als verbeterpunten aangemerkt. Sterke punten zijn: schoolmanagement; collegiale samenwerking; onderwijs en informatievoorziening. De verbeterpunten betreffen: de lesvoorbereiding; aantal en kwaliteit van de didactische materialen; het gebruik van schoolboeken; integratie ICT in het onderwijs en de collegiale vergaderingen. Kwaliteitsplan 2014-2016 De verbeterpunten uit de enquêtes vormen de basis voor het volgende kwaliteitsplan (het 1e kwaliteitsplan werd opgesteld voorafgaand aan de 4e realisatiefase). De verbeterpunten zijn onder 4 doelstellingen geclusterd. Per doestelling zijn een aantal verbeteracties vastgesteld. In juni 2014 zal over het plan een definitief besluit worden genomen door het kwaliteitscomité, nadat alle inspraak-organen (leerlingen, leerkrachten, ouders) ermee hebben ingestemd. Daarna zal het m.i.v. volgend schooljaar in werking treden met een doorlooptijd van 2 jaar. De verbeterdoelstellingen en verbeteracties zijn: 1. Uitbreiden van competenties m.b.t. het didactisch handelen van de leerkrachten Het gebruik van schoolboeken integreren in de theorie- en praktijklessen; Het gebruik van ICT integreren in het onderwijs; De lessen voorbereiden met behulp van didactische sjablonen; Collegiale vergaderingen en pedagogische leercellen organiseren voor kennisdeling, en de ontwikkeling van didactische en pedagogische competenties. 2. Verhogen van het respect voor de anderen en voor de schoolomgeving. De studenten informeren over hun rechten en plichten (schoolreglement); De ouders via de ouderraad informeren over het schoolreglement; Het schoolreglement implementeren; Verbeteren van de klachtenbehandeling. 3. Verbeteren van de organisatie van de praktijklessen. Het aantal theorie- en praktijkuren in evenwicht brengen; Een onderhoudsplan maken voor de didactische materialen en hiervoor een budget toewijzen; De materialen op een passende manier verdelen over de praktijklokalen en het magazijn; Activiteiten organiseren voor het herstel en de aanschaf van dringende materialen; Bij het ministerie een aanvraag indienen voor extra materialen; Diensten (bijv. restaurant, kapsalon) en producten (bijv. kippen, maaltijden) van het centrum verkopen. 4. Verbeteren van de voorwaarden voor en de organisatie van de stages. In samenwerking met de ouderraad op tijd stageplekken zoeken; Een planning maken van de stageperiodes; Studenten en stagebegeleiders informeren (verwachtingen/leerdoelen/ beoordelingen); Met de studenten en de stagebegeleiders contact opnemen (bezoek, telefonisch) tijdens de stages.
Verantwoording Fase 4
8
1.4 Overige resultaten (outcome) Het project heeft zeer veel teweeggebracht in het dorp. Doordat de projectmanager continu de bewoners informeerde over de projectvoortgang is het centrum stevig verankerd in haar omgeving. Het project heeft een bewustwordingsproces op gang gebracht over ontwikkelingssamenwerking en de eisen waaraan projecten moeten voldoen. Er is ter plaatse kennis opgebouwd, die op veel andere terreinen wordt en kan worden toegepast. Het project staat in omgeving en bij de overheid bekend als een good practice. We ontvingen daarvoor van de Senegalese overheid een erecertificaat. Er zijn geen jongeren meer, die doelloos op straat hangen. Ze maken nu in de loop van hun opleiding plannen voor hun toekomst / arbeidsperspectief. De oudervereniging heeft het plan opgevat om hen daarbij te ondersteunen door de ontwikkeling van een markt, waar de gediplomeerden hun producten en diensten kunnen aanbieden (zie ook exitstrategie).
2.
Financiële rapportage De financiële rapportage is opgemaakt in relatie tot de oorspronkelijke en tussentijds bijgestelde projectbegroting. In onderstaande is inzichtelijk gemaakt: a. De aanvankelijke projectplanning en begroting (kolom 3) b. De bijgestelde projectplanning en begroting (kolom 4) c. De werkelijk gemaakte kosten (kolom 5) d. Het verschil tussen de bijgestelde begroting en de werkelijk gemaakte kosten (kolom 6). 1 A. A1. A2. A3. A4. A5. A6. A7. A8. A9. B. B1. B2. B3. B4. B5. B6.
2 Oorspronkelijke projectactiviteiten 3 theorielokalen, 2 praktijklokalen, bibliotheek Magazijn en gemetselde opbergrekken Aanbouw lerarenkamer bij administratie Omheining centrum Voorziening afwerking en onvoorzien Materialen voor opleiding landbouw/veeteelt Aanvulling meubilair studenten Pedagogische cursus docenten Managementcursus directeuren regio Totaal 1 (oorspronkelijke projectactiviteiten) Extra projectactiviteiten Boeken, etc. voor bibliotheek Boekenkasten voor bibliotheek Meubilair voor bibliotheek Materialen opleiding mode en elektrotechniek Invoer gedoneerde Peugeot pick-up 504 Opening extra bankrekening (eis Wilde Ganzen) Totaal 2 (extra projectactiviteiten) Algemeen totaal (A.+ B)
3 Begr. okt. 2012 38.315 9.885 3.432 3.465 2.216 1.000 4.619 1.608 1.960 66.500
4 Bijgest. begr. 44.562 9.866 5.336 3.116 1.979 991 4.497 1.949 2.377 74.673
5 Werkelijk 44.560 9.778 5.346 3.116 1.170 1.003 4.497
66.500
10.000 2.427 1.486 3.500 442 762 18.617 93.290
6 Verschil -2 -88 10 0 -809 12 0
4.338
12
73.808
-865
10.000
0
3.773
-140
3.507 442 762 18.484 92.293
7 0 0 -133 -997
Toelichting bij de bijstelling van de begroting De projectbegroting is twee maal tussentijds bijgesteld. De eerste keer was op voorstel van Impulsis. Vanuit kwaliteitsoverwegingen en m.n. ter verrijking van de leeromgeving werd voorgesteld om in een bibliotheek te investeren. De tweede bijstelling vond plaats op verzoek van de projectmanager, dhr. S. Souané, secretaris van onze partnerorganisatie Samaba van Abéné. Hij is verantwoordelijk voor het binnen de begroting realiseren van het onroerend goed en de aanschaf van de benodigde didactische materialen. Vanuit deze verantwoordelijkheid stelde hij voor om de afmetingen voor de geplande praktijklokalen, theorielokalen en bibliotheek aan te passen omdat deze niet aan de eisen van de overheid voldeden en er m.n. voor de praktijklessen meer ruimte nodig was om alle apparaten op een verantwoorde wijze te kunnen installeren. Ook werd besloten om de afmetingen van de lerarenkamer te vergroten omdat het aantal leerkrachten veel hoger was dan aanvankelijk was ingeschat.
Verantwoording Fase 4
9
Daarnaast droegen de volgende onvoorziene kosten bij aan de noodzaak om begroting te actualiseren: - De invoerkosten van een gedoneerde Peugeot pick-up 504. De auto is door de donateur zelf naar het centrum in Abéné gebracht. - De kosten voor opening van een extra bankrekening. Wilde Ganzen, dat een deel van het project had gefinancierd, had dit als eis gesteld voor de overmaking van hun bijdrage. - De aanschaf van additionele didactische materialen voor de opleidingen elektrotechniek en mode. Diverse eerder geleverde naaimachines bleken van onvoldoende kwaliteit, waardoor een extra aanschaf noodzakelijk was. Tot deze additionele aanschaf is besloten nadat uit de enquêtes onder de studenten en de leerkrachten gebleken was dat men over de beschikbare didactische materialen niet tevreden was.
Toelichting bij de realisatie van de activiteiten De realisatie van de projectonderdelen (activiteiten) wordt hierna per projectonderdeel toegelicht. De nummers verwijzen naar de nummers van de projectonderdelen (activiteiten). Ten opzichte van de geactualiseerde begroting is in totaal € 997 minder uitgegeven. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bedroegen de meerkosten € 25.793. A1. 3 theorielokalen, 2 praktijklokalen en een bibliotheek De begroting van dit onderdeel is bijgesteld naar aanleiding van nieuwe inzichten over de noodzaak om de afmetingen van de lokalen aan de eisen aan te passen. De werkelijke kosten waren € 6.225 hoger dan de aanvankelijke geraamde kosten. A2. Magazijn en gemetselde stellingen voor opberging van in voorraad gehouden didactische materialen De werkelijke kosten waren € 88 lager dan de bijgestelde begroting. De bijgestelde begroting was iets lager (€ 19) dan de oorspronkelijke begroting A3. Aanbouw lerarenkamer bij administratie Besloten is om de afmetingen van de lerarenkamer te vergroten omdat er meer docenten werkzaam zijn in het centrum, dan bij de opmaak van de oorspronkelijke begroting was ingeschat. De meerkosten ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bedroegen € 1.914 en ten opzichte van de geactualiseerde begroting € 10. A4. Omheining centrum Bij de bijstelling van de begroting werden de geraamde kosten met ongeveer € 350 verlaagd, nadat de projectmanager zich tot deze bezuiniging had verbonden. De werkelijke kosten kwamen nagenoeg overeen met deze verlaagde kostenraming. De bezuiniging is gerealiseerd door het onderste cementen deel van de omheining minder hoog te maken. A5 Voorziening afwerking gebouwen De voorziening voor afwerking van alle gebouwen betrof schilderwerk (binnen en buiten) van bouwonderdelen, waaraan herstelwerkzaamheden waren verricht ten gevolge van een lichte verzakking door de zeer overvloedige tegenval tijdens het regenseizoen. A6. Materialen opleiding landbouw/veeteelt Dit onderdeel is op € 3 na overeenkomstig de oorspronkelijke begroting gerealiseerd. De materialen betroffen materialen voor de tuinbouw en de kippenteelt. A7. Aanvulling meubilair studenten Bij de actualisering van de begroting is een definitieve prijs afgesproken met een meubelmaker van het dorp, waardoor de werkelijke kosten € 122 lager waren dan het oorspronkelijke begrote bedrag.
Verantwoording Fase 4
10
A8+9 Pedagogische cursus voor docenten en managementcursus voor 9 directeuren van technische scholen van de
regio Casamance De meerkosten van deze 2 projectonderdelen waren het gevolg het feit dat docenten en directeuren een vergoeding (“perdium”) ontvangen als ze in hun vrije tijd deskundigheidsbevorderingsprogramma’s volgen. De vergoeding wordt gezien als een compensatie van de verloren vrije dag c.q. als een vergoeding voor de gemaakte overuren. Omdat we deze extra kostenpost niet hadden geraamd, hebben we met de docenten en de betrokken directeuren onderhandeld over de hoogte van de vergoeding per dagdeel. Nadat we hen hadden opgeroepen om ook een persoonlijke bijdrage te leveren kon men zich in een lagere vergoeding vinden dan gebruikelijk was. De totale meerkosten ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bleven daardoor beperkt tot € 770 . B1. Boeken voor bibliotheek De realisatie van dit projectonderdeel was het meest complex en maakte dat de projectplanning moest worden bijgesteld. Het samenstellen van de boekenlijsten had nogal wat voeten in de aarde en moest in 2 rondes worden uitgevoerd omdat alle gegevens op internet moesten opgezocht worden en de docenten het lastig vonden om een keuze te maken. Ook moesten deelbudgetten worden verdeeld om te waarborgen dat voor alle vakken voldoende boeken zouden worden besteld en om te voorkomen dat een opleiding onevenredig minder boeken zou verkrijgen dan andere opleidingen. Pas nadat we druk hadden uitgeoefend om voor een bepaalde datum tot overeenstemming te komen omdat de aanschaf anders niet zou doorgaan, kwam men uiteindelijk tot een gezamenlijk besluit. Nadat de boekenlijsten waren samengesteld was het noodzakelijk om de boeken bij goede en betrouwbare boekhandels in Dakar te bestellen. Diverse boeken bleken niet voorradig en moesten in Frankrijk worden besteld. Uiteindelijk zijn alle boeken geleverd (het laatste deel in april 2014) , waarna ze via de boot van Dakar naar Ziguinchor werden verscheept en daar werden opgehaald. Een docent Engels aan de universiteit van Dakar, die afkomstig is uit het Abéné, heeft het hele proces begeleidt en uiteindelijk in goede banen kunnen leiden. De werkelijke kosten kwamen overeen met de geactualiseerde begroting. Een klein bedrag (€ 117) is gebruikt voor een deel van de transportkosten. De werkelijke transportkosten waren hoger (+/- € 300). De niet gedekte transportkosten zijn door onze projectpartner voor haar rekening genomen. B2+3 Boekenkasten en meubilair voor bibliotheek
De werkelijke kosten waren € 140 lager dan de geraamde kosten omdat we een met de meubelmaker, die de boekenkasten, tafels en stoelen een aangescherpte prijsafspraak hadden kunnen maken.. B4. Materialen voor de opleidingen elektrotechniek en mode Bij de bespreking van de tevredenheidonderzoeken onder de docenten en de 2e en 3ejaars studenten bleek dat er aantal essentiële apparaten ontbraken en een vrij groot aantal machines van ondeugdelijke (niet herstelbare) kwaliteit waren waardoor de 3ejaars studenten niet goed konen voorbereid worden op hun staatsexamen. Op voorwaarden dat een onderhouds- en herstelplan zou worden opgezet voor de bruikbare en herstelbare apparaten is besloten om voor een beperkt bedrag (€ 3.500) extra apparatuur en machines aan te schaffen. Het betrof een oscilloscoop (in Nederland aangeschaft) voor de opleiding elektrotechniek en 11 naaimachines voor de opleiding mode. De werkelijke kosten waren € 7 hoger. Bij de ingebruikname van het magazijn zijn alle materialen en apparaten geregistreerd en is een onderhouds- en herstelplan opgezet en onder beheer gebracht van een docent/magazijnbeheerder. B5. Invoer gedoneerde Peugeot pick-up 504 Toelichting: zie blz. 10. B6. Opening extra bankrekening (eis Wilde Ganzen) Toelichting zie blz. 10. Verantwoording Fase 4
11
2.2 Inzamelresultaat Stichting Bantan Woro / financieringsbronnen De inkomsten zijn per inkomstenbron inzichtelijk gemaakt in onderstaande tabel. We onderscheiden daarbij: A. Restant inzamelresultaat fase 3, B. Inkomsten uit subsidies en fondsenwerving; C. Inkomsten uit voorlichtingsactiviteiten. Nr.
A. Inkomsten uit fase 3
A1.
Over van fase 3 Subtotaal A
€ 1.444 1.444
B. Inkomsten uit subsidies en fondsenwerving B1. B2. B3. B4. B5. B6. B7. B8. B9. B10. B11. B12. B13. B14. B15. B16.
Subsidie gemeente Breda Subsidie Impulsis Donatie Marthe van Rijswijk Foundation Donatie stichting HVO Donatie Stichting Mundo Crastino Meliori Donatie Nederlandse Provincie Dominicanen Prioriteitenfonds Subsidie Wilde Ganzen Donatie ASML Foundation Donatie ASN Foundation Donatie Stichting Jong Donatie Hofstede Stichting (overgeheveld vanuit fase 3) Donatie Stichting de Westberg Donatie Johanna Donk Grote Stichting Milleniumplatform gemeente Drimmelen Emmaus Regenboog Wageningen Emmaus Bilthoven Subtotaal B
5.000 14.033 6.897 1.000 2.000 5.000 17.716 12.000 2.500 5.000 5.000 3.500 2.000 25 350 1.500 83.521
C. Inkomsten uit voorlichtingsactiviteiten C1. C2. C3. C4. C5. C6. C7. C8.
Lagere school t' Diekske Afferden + Parochie Rudolf Steiner School Breda Vitalis college, team veiligheid Afrikafeest Stichting Bantan Woro 2013 en 2014 Statiegeldactie Groen Drimmelen Onderwijsstichting Kempenkind Inkomsten uit particuliere donaties Subtotaal C
Algemeen totaal (A+B+C)
1.050 705 1.400 270 101 150 450 3.202 7.328
92.293
2.3 Saldo Uit onderstaande tabel blijkt dat het project is afgerond met een dekkende financiering. Totaal inkomsten Totaal projectkosten Saldo
Verantwoording Fase 4
92.293 92.293 0
12
3.
Draagvlakversterkende activiteiten, PR en erkenning Gedurende de looptijd van het project zijn de volgende draagvlakversterkende activiteiten uitgevoerd. a. Uitgifte van drie nieuwsbrieven, waarin we inhoudelijk en financieel over de voortgang van het project rapporteerden, nieuwe activiteiten aankondigden en achtergrondinformatie verschaften. b. Met hetzelfde doel actualiseerden we 1 x per half jaar de informatie op de website. c. We gaven twee maal voorlichting aan alle studenten van de opleiding veiligheid van het Vitalis college in Breda. De studenten organiseerden naar aanleiding daarvan een sponsorloop. Voor het verkrijgen van sponsors maakten ze gebruik van een flyer over het project, die we hen ter beschikking hadden gesteld. d. We organiseerden in april 2013 en 2014 een Afrikafeest, waarvoor we alle belangstellenden en donateurs uitnodigden. Bij aanvang van het feest gaven we voorlichting over het project en lieten via een diapresentatie de voortgang zien. Ook informeerden we de aanwezigen over de activiteiten, waarop we ons in de nazorgfase zullen richten. e. In de Rudolf Steiner school te Breda verzorgden we in samenwerking met de leerkrachten een themaweek over Senegal in het algemeen en het project in Abéné in het bijzonder. We maakten daarbij gebruik van het thematisch opgezet voorlichtingmateriaal en van de leskoffers, die we in de loop van de vorige fase hadden ontwikkelen. De week werd opgestart met een presentatie, waarin we de kinderen informeerden over allerlei aspecten van het dagelijkse leven in Senegal en de problemen, waar de kinderen in Senegal mee te maken hebben. De week werd afgesloten met een presentatie aan de ouders van wat de kinderen in de loop van de week hadden geleerd. De hoogste klas heeft in de maand na de themaweek het initiatief genomen om een winkel op te zetten waarin ze tweede hands spullen verkochten en informatie gaven over het project, dat ze hiermee ondersteunden. f. We organiseerden een inzamelactie van 2e hands laptops voor de docenten van het centrum, ten behoeve van hun lesvoorbereidingen en het geven van bijlessen na de schooltijd. De locale TV van gemeente Drimmelen pikte deze actie op en nodigde ons uit om het project en de inzamelactie tijdens een uitzending te komen toelichten. De uitzending werd gedurende een maand op zaterdag herhaald. De actie leverde 16 nog goed bruikbare 2e hands laptops op. g. Een leerkracht van basisschool ’t Diekske in Afferden, die zich sterk verbonden voelt met het project organiseerde voor de 5e en laatste keer een Senegalproject in haar school. Ze heeft zelf diverse malen het project bezocht. h. We hebben zowel in Senegal (certificat d’honneur) als in Nederland veel erkenning verkregen voor ons werk. We wonnen de 1e prijs in een wedstrijd van good practices, die door Bureau Internationale Samenwerking te Tilburg was georganiseerd, wonnen de 2e prijs van de Ontwikkelingsprijs van BN de Stem en werden door relatiebeheerder K. Roos van Impulsis als good practice aangemerkt. .
Bereik Met onze draagvlakverstekende acties bereiken we ongeveer 5.550 personen. Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Draagvlakversterkende acties Sponsorloop Vitalis college Afrikafeest 2013 Senegalproject RK Basisschool 't Diekske Afferden Themaweek Rudolf Steiner School Breda Nieuwsbrieven Website Inzamelactie laptops Totaal
Verantwoording Fase 4
Bereik 600 100 500 600 150 100 3.500 5.550
13
4.
Nazorg Met de realisatie van deze 4e fase is het centrum in staat om zichzelf in stand te houden,. Het centrum is al in 2013 overgedragen aan de Senegalese overheid, waardoor de Staat verantwoordelijk is geworden voor de continuïteit van het centrum. De exploitatiekosten (salarissen, energiekosten, aanvullende materiële kosten) worden jaarlijks voldaan vanuit het staatsbudget voor het technisch onderwijs, dat de laatste jaren de 2e prioriteit is van het overheidsbeleid, inkomsten uit ouderbijdragen/schoolgeld en de verkoop en verhuur van producten en diensten van studenten van het centrum. Exitstrategie In de nazorgfase, die tot eind 2015 doorloopt, zal stichting Bantan Woro de ontwikkeling van het centrum in de rol van adviseur monitoren. In het bijzonder zullen de inspanningen worden gericht op de verdere ontwikkeling/implementatie van en de kennisoverdracht m.b.t. het kwaliteitssysteem. Het systeem biedt n.l. de garantie dat het centrum continu haar kwaliteitsontwikkeling monitoort en waar dat aangewezen is verbeteringen realiseert. Het systeem borgt tevens de actieve betrokkenheid van de ouders, de leerlingen en het personeel bij de op kwaliteitsverbetering gerichte beleidsbepaling. Tot slot zal stichting Bantan Woro haar partner nog in beperkte mate financieel ondersteunen bij de realisatie van een werkgelegenheidsproject voor gediplomeerden van het centrum. De bedoeling is om een moderne markt te ontwikkelen, waar coöperatieven van afgestudeerde kapsters, kledingmaaksters, horecapersoneel en tuiniers hun producten/diensten aanbieden. De markt moet een regionale aantrekkingskracht uitoefenen, betere producten aanbieden tegen lagere prijzen en toch meer winst opleveren. Dit laatste omdat de kwalitatief mindere groenten tot nu uit Dakar en Ziguinchor moeten worden ingevoerd en tegen een vrij hoge prijs moeten worden verkocht om nog enige winst te kunnen maken.
Verantwoording Fase 4
14
5.
Monitoring
We hebben het project tweemaal, in augustus en december 2013, bezocht. Tijdens deze bezoeken hebben we met onze projectpartner en de inmiddels aangestelde directeur, waarmee we gezamenlijk de stuurgroep vormen, de tussentijdse stand van het project geëvalueerd en een kasboekcontrole uitgevoerd. Tijdens deze evaluaties kwamen telkens de volgende onderwerpen aan bod: De onderlinge samenwerking; De wederzijdse communicatie en informatievoorziening; De activiteiten, die Stichting Bantan Woro in Nederland onderneemt t.b.v. de financiering van het project; De stand van zaken van de projectrealisatie; De projectplanning in relatie tot de bekostiging; Het budgetverloop en financiële prognose (inkomsten versus uitgaven); De organisatie van de cursussen (organisatorisch en inhoudelijk); De voorlichtingsactiviteiten van onze projectpartner in het dorp over de voortgang van het project, de inspanningen van Stichting Bantan Woro en bijdrage van Impulsis en gemeente Breda. Mogelijke (positieve en negatieve) scenario’s m.b.t. de projectfinanciering in relatie tot de projectrealisatie. De rol- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de leden van de stuurgroep als volgt. Partijen
Rol
Verantwoordelijk voor:
Projectpartner Samaba
Projectmanager
-
de realisatie van de bouwplanning; de oplevering van het gerealiseerde onroerend goed; de aanschaf van materialen en meubilair in Senegal. de inzet van dorpsbewoners bij de projectrealisatie; het doen van bankverrichtingen en betalingen; de bewijsvoering van alle gedane uitgaven; de informatievoorziening (inhoudelijk en financieel) over de voortgang en resultaten van het project in het dorp;
Directie CPF van Abéné,
Ontwikkelen van
dhr. G. Correa
beroepsopleidingen
-
de opgave van ontwikkelbehoeften en wensen van het CFP; de opgave van benodigde materialen en meubilair; de ingangscontrole en installatie van de materialen; de ontwikkeling van de beroepsopleidingen van het CFP; de opgave van personele- en exploitatiebehoeften van het CFP aan het ministerie van technische beroepsvorming van Senegal; de organisatorische inrichting van het CFP; de werving van stageplaatsen; de ontwikkeling van een avondcursusaanbod; de kwaliteitszorg van het CFP.
dhr. S. Souané(secretaris)
in het CFP van Abéné
-
Stichting Bantan Woro
Projectfinanciering en -advisering
-
D. van den Hoof, voorz. G. Annaert, secretaris -
Verantwoording Fase 4
het werven van de benodigde fondsen; het, rekening houdend met de verwachte inkomsten, opmaken van een projectplanning t.b.v. de realisatie van het onroerend goed en benodigde materialen en meubilair; de inhoudelijke en financiële controle van het project; de informatievoorziening over en inhoudelijk en financiële verantwoording van de projectresultaten; adviseren over de organisatie ontwikkeling in het algemeen en de ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem; versterken van de capaciteit van de projectpartners middels scholing, instrumentontwikkeling, kennisoverdracht, competentieontwikkeling en coaching
15
6.
Reflectie op de eigen organisatie We kijken met veel voldoening terug op de realisatie. In het bijzonder noemen we daarbij de volgende succesfactoren: - De samenwerking met en de eigenaarschap van onze projectpartner; - De samenwerking met het ministerie van technisch onderwijs van Senegal, dat al haar afspraken nakwam. - De wijze waarop het project door de projectmanager werd gemanaged; - De monitoring/controle van het project in inhoudelijk, planmatig en financieel opzicht, waarbij tijdig werd geanticipeerd op zich aandienende meerkosten en de nodige bijsturende acties (bezuinigen op projectonderdelen en werven aanvullende middelen) werden ondernomen om de meerkosten binnen de perken te houden en te bekostigen. Verbeterpunten waren: - De begroting baseren op een degelijke behoeften inventarisatie, om tussentijdse bijstellingen te voorkomen en de fondsenwering beter te kunnen richten. - Bij de projectplanning uitgaan van een realistische inschatting van de tijd, die nodig is om de projectonderdelen te realiseren.
Verantwoording Fase 4
16
Bijlage 1
Toelichting bij de projectonderdelen, die in de 4e realisatiefase werden gerealiseerd.
1. Uitbreiding lokalen De onderwijsgerelateerde gebouwen zijn uitgebreid met 3 praktijk- en 2 theorielokalen en een bibliotheek. Het aantal praktijk- en theorielokalen is nu afgestemd op de maximale capaciteit van 220 studenten, gespreid over 6 beroepsopleidingen: mode, kappen/uiterlijke verzorging, horeca/toerisme; landbouw / veeteelt; bouwkundig tekenen en elektrotechniek. De leeromgeving is verrijkt met een bibliotheek, waar de studenten informatie kunnen opzoeken in vakboeken en op internet, waar ze kunnen studeren en hun opgedane kennis verdiepen. De bibliotheek maakt onderdeel uit van een groot nieuw gebouw, dat uit een parterre en één etage bestaat Uit veiligheidsoverwegingen is een lokaal gekozen op de 1e etage. Het totale gebouw (gelijkvloers en etage) is, om aan de eisen van de overheid te voldoen en om aan de ruimtelijke behoeften van het centrum tegemoet te komen,. groter geworden dan aanvankelijk was gepland. Met name voor de opleidingen kappen/uiterlijke verzorging en mode waren grotere praktijklokalen nodig om de machines en apparaten op een functionele wijze in de ruimte te kunnen verdelen. De grotere theorielokalen bieden ook een efficiencyvoordeel. Bij de generieke vakken (Frans, Engels, Wiskunde, EHBO, e.d.) kunnen groepen van het zelfde jaar gecombineerd worden. 2. Bibliotheekinrichting De bibliotheek is voorzien van 5 grote houten boekenkasten. Op de boekenplanken staan zowel vakboeken voor de beroepvorming als boeken voor de generieke vakken (Frans, Wiskunde, etc.) . Het laatste deel van de boeken is eind maart geleverd. Er zijn voldoende boekenkasten om alle aangeschafte boeken een plaats te kunnen geven en eventuele aanschaf in de toekomst te kunnen opvangen. Een van de docenten heeft de taak om de bibliotheek te beheren. Alle boeken zijn opgenomen in een registratieen uitleensysteem. De studieboeken zullen worden geïntegreerd in het onderwijs om de lessen te verrijken. Studenten kunnen zich nu ook na de lessen in bepaalde onderwerpen verder verdiepen. De bibliotheek is, naast de boekenkasten ingericht met tafels, stoelen, 4 computers met internetaansluiting om informatie op te zoeken en een TV met een extra groot beeldscherm voor didactische doeleinden (instructieve DVD’s). 3. Studieboeken De realisatie van dit projectonderdeel was het meest complex en maakte dat de projectplanning moest worden bijgesteld. Het samenstellen van de boekenlijsten had nogal wat voeten in de aarde en moest in 2 rondes worden uitgevoerd omdat alle gegevens op internet opgezocht moesten worden en de docenten het lastig vonden om een keuze te maken. Ook moesten deelbudgetten worden verdeeld om te waarborgen dat er voor alle vakken voldoende boeken zouden zijn en om te voorkomen dat opleidingen onevenredig zouden worden toebedeeld. Pas nadat we druk hadden uitgeoefend om voor een bepaalde datum tot overeenstemming te komen, kwam men uiteindelijk tot een gezamenlijk besluit. Nadat de boekenlijsten waren samengesteld was het noodzakelijk om de boeken bij goede en betrouwbare boekhandels in Dakar te bestellen. Diverse boeken bleken niet voorradig en moesten in Frankrijk worden besteld. Uiteindelijk zijn alle boeken geleverd (het laatste deel in maart 2014). Ze werden via de boot van Dakar naar Ziguinchor verscheept en daar met de auto opgehaald. Een docent Engels aan de universiteit van Dakar, afkomstig uit het Abéné, heeft het hele proces begeleidt en uiteindelijk in goede banen kunnen leiden. 4. Magazijn Er is een groot magazijn gebouwd, voorzien van cementen opbergrekken om alle reservematerialen en reservemeubels, die voorheen verspreid over diverse lokalen waren opgeslagen, veilig te kunnen opbergen. Bij de ingebruikname van het magazijn, zijn alle materialen in een materiaalbeheersysteem geregistreerd. De voorzitter van Stichting Bantan Woro heeft het systeem ontwikkeld en aan de beherende docent overgedragen.
Verantwoording Fase 4
17
5. Lerarenkamer Het bestaande administratieve gebouw is uitgebreid met een lerarenkamer, die aan de docenten (eindelijk) de mogelijkheid biedt om elkaar in collegiale beslotenheid te ontmoeten. De lerarenkamer is groter dan gepland omdat deze aanvankelijk was berekend op een lager aantal docenten. De ruimte beidt nu een werkplek aan 22 docenten, wat de lesvoorbereiding en de uitvoering van schooltaken ten goede komt. Ongeveer drie kwart van de docenten is voorzien van een laptop, die we via een inzamelactie, ter beschikking hebben gesteld. 6. Omheining Het centrum is met een omheining beschermd tegen inbraak van loslopend vee (koeien, varkens, geiten, schapen) en de binnenkomst van ongenode gasten. De studenten van de sector landbouw-/veeteelt kunnen nu beter praktijkervaring opdoen in de schooltuin, die achter de gebouwen van het centrum is gelegen en de helft van het totale grondoppervlak van het centrum (1ha) omvat. De gemetselde onderkant van de omheining heeft een cementen fundering. Om het open karakter van het centrum te bewaren is de bovenkant gemaakt van een zeer stevig gaas. 7. Didactische materialen voor de opleidingen landbouw/veeteelt, mode en elektrotechniek. Naast een beveiligde schooltuin geven ook de voor de praktijklessen aangeschafte didactische materialen aan de studenten van de opleiding landbouw/veeteelt de mogelijkheid om ten volle te genieten van de praktijklessen. De directie van het centrum heeft uit inkomsten van ouderbijdragen een kippenkwekerijtje gebouwd omdat kippenteelt voor deze studenten onderdeel uitmaakt van het staatsexamen. Een gedeelte van de ter beschikking gestelde middelen is besteed aan de aanschaf van materialen voor deze voorziening. De studenten van deze opleiding zijn het meest tevreden over de kwantiteit en de kwaliteit van de materialen. Het enige wat ze nog missen is een pomp om een waterirrigatiesysteem te installeren. Bij de bespreking van de tevredenheidonderzoeken onder de ouders, docenten en 2e en 3ejaars studenten bleek dat er een aantal essentiële apparaten ontbraken en dat een deel van de machines van ondeugdelijke kwaliteit was waardoor de 3ejaars studenten niet goed konden voorbereid worden op hun staatsexamen. Op voorwaarden dat een onderhouds- en herstelplan zou worden opgezet voor de bruikbare en herstelbare apparaten is besloten om voor een beperkt bedrag extra apparatuur en machines aan te schaffen. Het betrof een oscilloscoop (in Nederland aangeschaft) voor de opleiding elektrotechniek en 11 naaimachines voor de opleiding mode. Alle in het centrum aanwezig materialen zijn nu opgenomen in een materiaalbeheerssysteem (zie ook onder 4.) 8. Meubilair voor studenten Met de aanschaf van extra meubilair beschikken alle huidige en toekomstige studenten nu over een werkplek (tafel / stoel). Het meubilair is zoals gepland door een lokaal timmerbedrijf gemaakt. 9. Schilderwerk Alle gebouwen waaraan door de ouderraad kleine herstelwerkzaamheden waren verricht, zijn opnieuw geverfd. Ook zijn voor alle klassen en praktijklokalen borden gemaakt om de bestemming van het betreffende lokaal aan te geven. Bij het opmaken van deze eindrapportage moesten er nog wat interne verhuizingen plaats vinden om de lokaalbestemming beter op de onderwijsdoelen (theorie/praktijk) af te stemmen. 10. Cursussen voor docenten en directeuren regio Casamance De pedagogisch-didactische cursus voor de leerkrachten is, gespreid over het jaar in 2 schooljaren uitgevoerd. De eerste 6 bijeenkomsten werden uitgevoerd van januari tot juni in schooljaar 2012-2013 en de laatste vier bijeenkomsten van oktober tot januari in schooljaar 2013-2014. Dit had tot gevolg dat de nieuwe leerkrachten, die pas in oktober 2013 op het centrum arriveerden, slechts aan de laatste 4 bijeenkomsten konden deelnemen. Wel is aan alle docenten een reader overhandigd en zijn er afspraken gemaakt om de inhoud ervan aan de nieuwe collega’s over te dragen.
Verantwoording Fase 4
18
De cursus was praktijkgericht en levert daardoor een directe positieve invloed op in het pedagogisch handelen en bevordert de professionaliteit van de lesvoorbereiding en lesuitvoering. Het didactisch handelen van de leerkrachten wordt door de studenten hoog gewaardeerd (bron: enquête onder 2e en 3ejaars studenten. Zie ook hoofdstuk 2.2 Schoolresultaten). De cursus is uitgevoerd door een docent/trainer, die geregistreerd is bij de internationale organisatie ‘leerkrachten zonder grenzen’. In bijlage 1 van deze rapportage is het cursusprogramma toegevoegd. De managementcursus voor 9 directeuren van technische scholen in de regio had tot doel de leiderschaps- en managementvaardigheden te ontwikkelen. - Voor de uitbreiding van de leiderschapsvaardigheden zijn inzichten overgebracht over stijlen van leidinggeven en vooral veel oefeningen (rollenspelen) gedaan voor de integratie van coachingsvaardigheden. - De uitbreiding van de managementvaardigheden stond in het teken van kwaliteitsmanagement. In de loop van de cursus is met de directeuren een kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van het STAR-school model en van de daarbij horende instrumenten, die eerder door Edukans voor basisscholen werden ontwikkeld. De sterkte/zwakte analyse en het indicatorenvolgsysteeem werden naar technische scholen vertaald en doorontwikkeld. Aanvullend daarop werden instrumenten (enquêtes) ontwikkeld voor het meten van de tevredenheid van ouders, studenten en docenten. De instrumenten zullen in het centrum van Abéné worden uitgetest en daarna aan de andere centra worden overgedragen via het maandelijkse collegiaal overleg van de betrokken directeuren. Aan de cursus werd ook deelgenomen door een medewerker van de Senegalese onderwijsinspectie. 11. Peugeot pick-up 504 Eén van onze particuliere donateurs verraste ons met Peugeot pick-up 504, die hij zelf naar het centrum in Abéné heeft gebracht. De pick-up is officieel aan de chef van het dorp overhandigd en daarna ter beschikking gesteld van de ouderraad van het centrum. De ouderraad gebruikt de kleine bestelauto voor betaald transport van materialen en personen en heeft daarmee een inkomstenbron om het klein onderhoud van het centrum te bekostigen.
Verantwoording Fase 4
19