Heliomare Relweg 51 1949 EC Wijk aan Zee T 088 920 88 88 E
[email protected]
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit Doel van dit document: Betreft de diagnosegroep(en):
Verplichtend Kinderen / jongeren Heliomare onderwijs en polikliniek
BOTULINE TOXINE PROTOCOL Voor behandelaars van kinderen en jongeren met een Cerebrale Parese, die met botuline toxine voor de onderste extremiteiten zijn behandeld.
INLEIDING ...................................................................................................... 2 Doel van het protocol .................................................................................................................. 2 Voor wie is het protocol ............................................................................................................... 2 Indeling van het protocol ............................................................................................................. 2 HOOFDSTUK 1 .............................................................................................. 4 Stroomschema fysiotherapie vóór toediening van Botox-injecties ............................................... 4 Toelichting bij het stroomschema fysiotherapie ........................................................................... 5 Checklist voor de fysiotherapeut voor en na de botox ................................................................. 6 Therapiefrequentie ...................................................................................................................... 7 HOOFDSTUK 2 .............................................................................................. 8 Doelstelling 1 .............................................................................................................................. 8 Doelstelling 2 .............................................................................................................................. 9 Doelstelling 3 ............................................................................................................................ 11 HOOFDSTUK 3 ............................................................................................ 12 Adductoren (m. adductoren, m. gracilis, m. semitendinosus) .................................................... 12 Hamstrings (m. semitendinosus, m. semimembranosus, m. biceps femoris) ............................. 13 M. Iliopsoas ............................................................................................................................... 15 M. Rectus femoris ..................................................................................................................... 16 Triceps surea (m. gastrocnemius en m. soleus) ........................................................................ 17 BIJLAGEN .................................................................................................... 18 Bijlage 1: Literatuur ................................................................................................................... 18 Bijlage 2: Afspraken arts/secretariaat bij BTX behandeling benen............................................. 19 Bijlage 3: Voorlichtingsfolder voor ouders ................................................................................. 20 Bijlage 4: Voorlichtingsfolder voor ouders/verzorgers en jongeren ............................................ 22 Bijlage 5: Benodigde testformulieren ......................................................................................... 24 ......................................................................................................................................................
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
1
INLEIDING Er worden steeds meer CP kinderen en jongeren tot 20 jaar behandeld met botuline toxine A injecties. Het betreft de behandeling met botuline toxine injecties in de onderste extremiteiten, zowel enkelvoudige als multilevel behandeling. Dit is een medicijn dat de prikkeloverdracht van de zenuw naar zijn doelspier blokkeert, waardoor de spasticiteit in de spier tijdelijk afneemt. Dit is een veel toegepaste interventie, waarbij in Heliomare een specifiek beleid gevolgd wordt. Voor de leesbaarheid van het protocol gebruiken we de (merk)naam “botox” in plaats van de volledige naam botuline-toxine-A, maar er kan ook een ander merk botuline-toxine-A gebruikt worden. We gebruiken de term kinderen waar ook jongeren bedoeld worden. Doel van het protocol Dit protocol zorgt voor eenduidigheid tussen de fysiotherapeuten en inzichtelijkheid in de behandeling voor alle betrokkenen rondom het kind: artsen, ouders, behandelaars en school. Het doel van deze behandeling is het verkrijgen van een functionele verbetering ( b.v. lopen of transfers) en/of pijnvermindering. Ook draagt dit protocol bij aan een vloeiend logistiek verloop van het proces rondom de botuline toxine behandeling. Tevens is het voor collega’s en waarnemers gemakkelijker om een behandeling over te nemen. Dit protocol treedt in werking op het moment dat het besluit voor botuline toxine genomen is, het is dus geen beslisboom over het wel of niet toepassen van botuline toxine. Voor wie is het protocol Het protocol is met name geschreven voor fysiotherapeuten en revalidatieartsen, die kinderen behandelen na de botox behandeling. Daarnaast is het in te zien voor alle betrokken disciplines en ouders/verzorgers: - medisch (kinder)secretariaat - fysiotherapie - ergotherapie - planning - revalidatie techniek - school Indeling van het protocol Het eerste hoofdstuk bestaat uit een stroomschema en een checklist voor de fysiotherapeut. Deze bepaalt welke punten van toepassing zijn op het kind. In het stroomschema ziet de fysiotherapeut de stappen (en overwegingen) die genomen moeten worden nadat de beslissing voor botox is gemaakt. De behandelaar kan zien voor welke stappen hij verantwoordelijk is en hoe lang vóór de behandeling deze plaats moeten vinden. Er is een toelichting geschreven met uitleg over gebruik van het stroomschema. De checklist voor de fysiotherapeut is een hulpmiddel om eenduidigheid in de testen en observaties vóór en na de behandeling te verkrijgen. Er staat vermeld welke testen en observaties uitgevoerd moeten worden en wanneer deze herhaald moeten worden. Ook staan in dit hoofdstuk de principe afspraken voor de therapiefrequentie, per week, beschreven.
In het tweede hoofdstuk worden de drie doelstellingen voor de fysiotherapie beschreven. Dit hoofdstuk is deels overgenomen uit het behandelprotocol fysiotherapie van het Bolien onderzoek. Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
2
Dit is een onderzoek naar het effect van botox behandeling bij kinderen met een CP (zie literatuurverwijzing in bijlage1). In hoofdstuk drie staat per spiergroep beschreven welke orthesen je zou kunnen gebruiken om de therapiedoelen te halen en er staan voorbeelden beschreven hoe het kind zich zou kunnen verplaatsen. Daarnaast staan er, per behandeldoel, voorbeelden en ideeën genoemd voor de inhoud van de therapie, afhankelijk van het kind. Er zijn zes bijlagen bijgevoegd. Deze bestaan uit een literatuurverwijzing, het logistieke formulier voor de revalidatiearts en secretariaat, een voorlichtingsfolder voor de ouders en /of de jongere over de behandeling rond botox binnen Heliomare en een overzicht van alle af te nemen tests. Ook zit er een kopie van het informatieboekje bij, dat de revalidatiearts aan ouders mee kan geven. Hierin staat algemene informatie over CP, verschillende behandelmogelijkheden bij spasticiteit en specifiek, de behandeling met botox.
2006, eerste versie, door Petra Busschers en Inge Schoolderman. November 2009, herziene versie, door Marjo Jansen en Inge Schoolderman.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
3
HOOFDSTUK 1 Stroomschema fysiotherapie vóór toediening van Botox-injecties
1
WAT Beslissing voor botox is gemaakt +doel bespreken
2
Datum afspreken voor botox
3
Logistiek formulier wordt ingevuld en afspraken ingepland. Melding op het voorblad.
4
Spalken? JA → orthopedisch instrumentmaker.
WIE (externe) arts, in overleg met ft en ouders/verzorgers Arts Arts / Secretariaat VSO: in overleg met FT Secretariaat informeert patient. Arts / Secretariaat
Redressiegips? JA → RT
WANNEER Na gangbeeldanalyse in het VUmc of in Heliomare. Minimaal 6 weken van tevoren Zodra de datum bekend is
Orth. Instr: 5 weken van tevoren of na botox
RT: minimaal 2 dagen van tevoren
5
Zo nodig een afspraak maken voor aanmeten of aanpassen van voorzieningen door de revalidatietechniek
6
Loopbrief mbt therapiefrequenties.
7
CP onderzoek (combi)
8
Eventueel een functionele video maken (doel botox)
FT
Minimaal 1 week van tevoren
9
GMFM
FT
10
Functionele krachtmeting
FT
11
Looptesten: MPST (musc. power sprinttest), 10 meter, 1 of 6 minuten looptest.
FT
Minimaal 1 week van tevoren Minimaal 1 week van tevoren Minimaal 1 week van tevoren
12
FMS (Functionele Mobiliteits Schaal)
FT
Minimaal 1 week van tevoren
13
Huiswerk-, ZOP programma aanleren en vastleggen voor, overdragen naar huis .
FT
Minimaal 2 weken na de botox injecties
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
FT + ET
minimaal 4 weken van tevoren (muv statafel, dit is 6 weken)
Arts, secretariaat in overleg met FT
Zodra de datum bekend is, minimaal 2 weken van tevoren minimaal 2 weken van tevoren
Arts en FT
4
Toelichting bij het stroomschema fysiotherapie
Ad 1- Er moet een individueel behandelplan voor het kind gemaakt worden, waarin het (SMART)doel van de botox staat en afspraken m.b.t. eventueel gips nabehandeling, type (nacht)spalken e.d. Artsen bespreken dit met ouders. Ad 2- Denk naast de minimaal 6 weken die nodig zijn voor punt 4 t/m 12 ook aan vakanties en voorkeur van ouders. Er moeten in het team prioriteiten gesteld worden, zodat er bv door de bloktijden of OOA’s heen gepland kan worden. De therapiefrequentie van andere disciplines zou kunnen veranderen of zij kunnen worden ingeschakeld om de doelen ten behoeve van de botox te halen (bv langzit tijdens logopedie). Ad 3- De revalidatiearts geeft aan op het logistieke formulier, welke (poliklinische) afspraken nodig zijn. Deze worden door het secretariaat ingepland met kind en/of ouders en therapeuten. Ad 4- Via het logistieke formulier gaat dit centraal via het secretariaat. De behandelend ft-er kan het kind ook op de lijst voor orthopedisch instrumentmaker zetten, dit moet voor dinsdag 12 uur gebeuren. SO: deze lijst hangt op het prikbord in de schrijfruimte van de kinderfysiotherapie. VSO: mailt naar het secretariaat. Ad 5- Voorzieningen ten behoeve van de therapie maakt de RT. Denk ook aan zitvoorzieningen voor thuis en op school. Hiervoor maakt de ergotherapeut, in overleg met de fysiotherapeut een afspraak bij de RT. Vermeld bij de aanvraag dat het om een botox kind gaat. De RT zorgt dan dat de voorzieningen binnen 4 weken klaar zijn (statafel duurt 6 weken.) Eventuele aanpassingen aan schoolmeubilair vallen hier buiten. De school moet in overleg met ft hier zelf iemand voor inzetten of kan hiervoor hulp inroepen van de RT. Denk ook aan eventuele verandering voor het taxivervoer en overleg dit met ouders. Zij moeten hiervoor contact opnemen met het vervoersbedrijf. Ad 6- De arts geeft de therapiefrequentie aan op het logistieke formulier. Deze wordt standaard na week 2, 6 en 12 aangepast, tenzij anders aangegeven. Ad 7- Via het logistieke formulier plant het secretariaat de combi afspraak met kind, arts en fysiotherapeut in om het CP onderzoek af te nemen en de GMFCS te bepalen. Bij het VSO wordt combi op aanvraag FT of arts gepland. Ad 7 t/m 12- In de schrijfruimte van de kinderfysiotherapie en in de schrijfruimte boven is een vakje “botox”, waar gebundelde stapeltjes met testformulieren en de checklist liggen. Bij de krachtmeting en het opnemen van de video zijn vooral de vaardigheden die betrekking hebben op het doel van de botox belangrijk. Als het niveau van een kind sinds de laatste bespreking niet gewijzigd is, of het kind recentelijk nog getest is, vervallen de onderzoeken. Ad 13- In de schrijfruimte van de kinderfysiotherapie en in de schrijfruimte boven staat een ordner met voorbeelden van huiswerkoefeningen. In hoofdstuk 3 worden voorbeelden gegeven van oefeningen voor de verschillende spiergroepen.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
5
Checklist voor de fysiotherapeut voor en na de botox Kind:
Therapeut:
Botoxdatum:
VÓÓR BOTOX Wanneer gedaan: Teambespreking m.b.t. nabehandeling Doel botox, prioriteiten, spalken, gips, ft/ht. Afspraken komen in logistieke formulier van de arts Gangbeeldanalyse in looplab Aanmelden spreekuur orthopedisch instrumentmaker (Noppe) Overwegen voorzieningen voor rekmomenten (zie indeling per spiergroep) Afspraak met RT Video protocol / functionele video GMFM Looptesten: MPST, 10 meter en 1 of 6 minuten looptest Functionele krachtmeting (koppelen aan doel van de botox) CP onderzoek en GMFCS bepaling samen met arts/collega Functional Mobility Scale (FMS) Geven van informatie aan klas/mentor, ouders (folder) en kind Huiswerkoefeningen maken en aanleren (6-8 uur rek per dag) Afspraken en oefeningen bespreken met ouders/verzorgers en jongere. NA 6 WEKEN: dd Controle/evalueren huiswerkoefeningen / ZOP Controle/evalueren afspraken klas Controle/evalueren afspraken en voorzieningen thuis Gangbeeldanalyse in looplab *
NA 10 WEKEN: dd Video protocol / functionele video (dezelfde vaardigheden als vóór de botox) GMFM Looptesten: (zelfde als vóór de botox) Functionele krachtmeting (zelfde als vóór botox) CP onderzoek FMS Evalueren/retour hulpmiddelen thuis en school Evalueren huiswerkoefeningen / ZOP Evalueren afspraken in de klas Teambespreking (doelen evalueren) NA 12 WEKEN: dd Voortgang en therapiefrequentie in discipline overleg bespreken * Gangbeeld analyse wordt mogelijk op een later tijdstip gedaan in overleg met het VU MC (ivm eventueel langere gipsperiode.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
6
Therapiefrequentie Standaardfrequentie bij multi-level botox behandelingen: Week 1 en 2
: 3 keer 30 minuten 1 keer 30 minuten additionele werkzaamheden *
Week 3 t/m 6
: 3 keer 30 minuten 2 keer 60 minuten Popeye krachttrainingsgroep 1 keer 30 minuten additionele werkzaamheden *
Week 7 t/m 14
: 2 keer 30 minuten 2 keer 60 minuten Popeye krachttrainingsgroep In week 10 eenmalig 60 minuten testtijd alleen voor SO met eigen therapeut en arts.
Week 15 en verder
: oude therapiefrequentie hervatten
* dit is directe tijd om te overleggen met ouders en medebehandelaars of (voorbereidende) werkzaamheden m.b.t. het kind te verrichten. Alleen de hoofdbehandelaar van het kind krijgt deze tijd.
Denk aan: Elk kind indelen in de Popeyegroep. Als het kind jonger is dan 6 jaar de Popeyegroep vervangen door individuele fysiotherapie. Ook kinderen uit Leerweg 3 doen niet mee in de Popeyegroep. samen oefenen van kinderen die behandeld zijn met botox. Bijvoorbeeld in een loopgroep, krachttrainingsgroep, CP-trainingsgroep, fietsgroep, ZOP of fitness. de mogelijkheid om bv 2 x per week een kind in de periferie te laten oefenen, als er in Heliomare geen plaats is. de mogelijkheid om fysiotherapie in het water te geven. de mogelijkheid om Heliomare Sport hier in de toekomst een rol in te laten spelen. het feit dat de fysiotherapie door bloktijden heen gepland kan worden als de therapie prioriteit heeft. Dit gebeurt op indicatie van de arts. Een lagere frequentie is mogelijk bij pijnklachten, behandeling van een enkele spier of bij gips nabehandeling. Deze moet dan individueel bepaald worden, door de behandelend revalidatiearts.
Blokken maar (so): Kinderen die in een Blokken-maar-groep zitten , zullen voor extra fysiotherapie (naast de blokkenmaar tijd) ingedeeld worden : - 3 weken vóór de botox : 1 x per week 1 uur bij de eigen therapeut (andere kinderen evt. verzetten naar iemand anders). Dit om testen , video en voorzieningen te kunnen doen. - bij start van de botoxperiode : 1 x afstemmingsoverleg van 30 min. indelen met de fysiotherapeuten die het kind hebben of krijgen tijdens de botoxperiode. - de eerste 2 weken : 1 x per week 1 uur, mag evt. bij een andere therapeut. - week 3, 4 en 5 : 2 x per week 1 uur. - week 6 t/m 12 : 1 x per week 1 uur. - vanaf week 13 weer alleen blokken maar.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
7
HOOFDSTUK 2 Doelstelling 1 Herwinnen/ onderhouden en verbeteren van de passieve mobiliteit van de heupflexoren, heupadductoren, knieflexoren en enkelplantairflexoren in het kader van de functionele loopmogelijkheden of transfers. Uit de CP-richtlijn blijkt dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de effecten van rekken op de mobiliteit van myogene en collagene structuren. Kortdurend rekken als voorbereiding op actieve oefentherapie wordt vaak als prettig ervaren. Voor het onderhouden van de mobiliteit van een gewricht moet er actief bewogen worden over de volledige ROM. Indien actief bewegen niet mogelijk is, kan meermalen per dag passief bewegen door therapeut of goed geïnstrueerde ouders/verzorgers overwogen worden, ondanks het feit dat er geen direct effect te verwachten is op reflexen, spierlengte of bindweefsel. Langdurige rek van minimaal 6 uur per etmaal d.m.v. ortheses is nodig om afname van de ROM te voorkomen. Het effect van rekken van myogene structuren is groter indien de spieren warm zijn, dit is onder andere te bereiken door middel van pakkingen of bewegen.
Onderdelen fysiotherapie i.v.m. herwinnen/ behouden en verbeteren mobiliteit (actief, passief) 1
Actieve oefentherapie, gericht op vergroten van de mobiliteit, in zo functioneel mogelijk uitgangshoudingen waarbij de verkorte spieren in een verlengde toestand zijn. In deze uitgangshouding activiteiten uitvoeren waarbij er statische contracties ontstaan in de verlengde musculatuur. Na deze (kortdurende) contracties kan het kind zelf trachten de betreffende spiergroepen verder op rek te brengen. Deze manier van oefenen heeft invloed op de myogene en serieel gelegen collagene structuren (endo- en perimysium) DUUR: In de literatuur wordt niet aangegeven hoe lang exact de aanspanning van de agonist moet zijn en hoe vaak dit moet gebeuren. Na het aanspannen van de agonist kan het kind rustig zelf progressief dezelfde agonist op rek brengen, gedurende 10-20 seconden door aanspannen van de antagonisten of invloed van gewicht en/ of de zwaartekracht. 2
Passieve oefentherapie, gericht op het mobiliseren van myogene structuren (en serieel gelegen) collagene structuren (endo- en perimysium) in een gemakkelijke, ontspannen uitgangshouding. Langzaam progressieve rek, voorafgegaan door een fase van accommodatie van de te sterk geactiveerde (spastische of rigide) spier. Deze accommodatie kan ontspanning of inhibitie genoemd worden. De pijngrens mag niet overschreden worden en de rek moet enige tijd worden aangehouden. Werkt meer effectief als het bij hogere temperaturen gebeurt. DUUR: kleine spiergroepen 10-40 sec, grote spiergroepen tot enige minuten. HERHALING: 10 x FREQUENTIE: dagelijks
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
8
Naast de fysiotherapie is het erg belangrijk om de mobiliteit van het myogene en collagene weefsel te verbeteren. Dit wordt in de thuissituatie gedaan d.m.v.:
3
Mobiliseren van collagene structuren: De halfwaardetijd van collagene vezels ligt tussen de 200 en 500 dagen. Dus er is een rekperiode nodig van minimaal 200 dagen om resultaat te krijgen. Wordt bereikt door het dragen van nacht- en /of dagortheses enz. DUUR: minimaal 6 tot 8 uur FREQUENTIE: iedere dag
4
Huiswerkoefenschema waarbij de meest verkorte (geïnjecteerde) musculatuur langere tijd (20-30 minuten) uit de voorkeurshouding, in een verlengde positie wordt gebracht. Ook het gebruik van een eventueel aanwezige sta-unit of sta-rijder kan hierin passen. Werkingsmechanisme van deze langere (statische) rek wordt in de literatuur niet exact beschreven.
Doelstelling 2 Herwinnen, onderhouden en verbeteren van de functionele kracht en coördinatie in de benen 1. Krachtmeting en training Met name dynamische spierkracht heeft een duidelijke relatie met de gevraagde functionele kracht die nodig is voor het lopen. Het bepalen van het beginniveau van spierkracht vóór aanvang van de training is essentieel. Vanuit de beginsituatie kunnen de individuele einddoelen op spierkrachtniveau worden bepaald en kan het individuele (functionele) trainingsschema voor dit onderdeel worden opgebouwd. Puur isometrische spierkracht, zoals strekken van het been onder een vaste hoek tegen een vaste uitwendige kracht in, heeft een zwakkere relatie met de gevraagde functionele kracht. Het bepalen van de beginsituatie van dynamische spierkracht is anders dan van isometrische spierkracht: Type spierkracht Dynamische spierkracht Isometrische spierkracht
Bepalen beginsituatie Uitvoeren van de gevraagde functionele vaardigheid of beweging (of deelbeweging), of afgeleide hiervan. Meetapparatuur, bijv. hand held dynamometrie
Trainingsschema dynamische spierkracht Vooraf moet eerst worden bepaald welke soort krachttraining nodig zal zijn. Afhankelijk van het aantal malen dat een functionele vaardigheid herhaald kan worden, zijn er 5 typologieën van spierkracht te onderscheiden. Voor kinderen met CP wordt onderscheid gemaakt zoals aangegeven is in het trainingsschema in tabel 1. Het trainingsschema wordt in de behandeling als volgt toegepast: frequentie 3-5 x per week minimaal 3 maanden trainingsduur met warming-up en cooling down 15-30 minuten
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
9
belasting (%) 90-95%
herhaling
maximale 1-3 krachtstraining explosieve krachtstraining 75-90% 8-12 tempoduur krachtstraining 50-75% 10-15 duurkrachttraining <50% 20-50 coördinatietraining <30% 30-70 Tabel 1: trainingsschema spierkracht bij kinderen met CP
series
herstel
4-8
2-4 min
3-5 3-5 3-5 4-6
90-120 sec 45-90 sec <45 sec <45 sec
Dit trainingsschema is gebaseerd op de “methode van het Repetition Maximum (RM)”van Delorme en Holten, beschreven door Vos (1997). Op basis van 1 RM bepaal je de trainingsintensiteit. 1 RM betekent dat je een maximale krachtsinspanning levert. (je kunt dus 1 x een beweging uitvoeren, bv opkomen uit schuttershouding) Maar omdat een maximale krachtsinspanning (1 RM) niet veilig is voor CP kinderen, maken we gebruik van een aangepaste manier om het 1 RM te bepalen, via een 8 RM test. Je verzwaart de oefening totdat het kind de oefening maximaal 8 x uit kan voeren. Met dit gegeven kan voor het trainen van elke beweging of vaardigheid de mate van belasting (30%, 50%, etc.)worden vastgesteld. Aan de hand van het trainingsschema (tabel 1) kan je belasting aanpassen tot je binnen de juiste vorm van krachttraining traint. Gezien de pathologie bij kinderen met CP en de consequenties voor de spiertypes zal de training veelal geschieden op het niveau van tempoduur en explosieve krachttraining. Voor meer informatie, zie Popeye protocol. 2. Opbouw van elke spierkrachttraining Nadat de beginsituatie is vastgesteld zal de training van de spierkracht binnen een dynamische functionele beweging als lopen beginnen vanuit de onderstaande volgorde: 1. in de loopbeweging in de adequate musculaire keten. maximaal effect 2. in deel van de loopbeweging in adequate musculaire keten 3. in afgeleide loopbeweging in adequate musculaire keten 4. in geconstrueerde loopbeweging in adequate musculaire keten 5. in geconstrueerde loopbeweging (aspecifiek) minimaal effect
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
10
Doelstelling 3 Leren / herleren van motorische vaardigheden met als doel het lopen te verbeteren. Naast onderhouden / verbeteren van mobiliteit en trainen van spierkracht is een belangrijk aandachtspunt bij de behandeling het stimuleren van de adaptieve variabiliteit of adaptatieruimte. Dit houdt in dat het kind op basis van neurologische en fysiologische adaptatie vooruit kan gaan op functie-, activiteiten- en participatieniveau. Basisvaardigheden als lopen, hurken, opstaan, klimmen, traplopen e.d. worden geoefend in een steeds veranderende omgeving. Het kind moet leren zich in te stellen op en aan te passen aan deze veranderingen.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
11
HOOFDSTUK 3 Adductoren (m. adductoren, m. gracilis, m. semitendinosus)
Bedenk dat je bij het rekken van de lange adductoren extensie van de knie moet geven. Ortheses: - lange beenbeugels met extra abductie - statafel met extra abductie - swash-orthese - paardstoel, Verplaatsen:
Therapie: Doel 1:
-
brede abductieklos in rolstoel buiklig op rola, benen in abductie fietsen met bananenzadel of abductieklos (pommy?)
Passief rekken - zit op dikke rol/paardstoel tijdens spel gedurende 30 minuten - statafel met abductieklos gedurende 30 minuten. Actief rekken - kleermakerszit of kortzit, ft duwt de knieën naar de bank, 10 x 10-40 sec volhouden - kortzit met de voeten tegen elkaar, rechterhand op linkerknie en linkerhand op rechterknie. Kind duwt de knieën naar elkaar toe en houdt ze tegen, na 5 sec ontspannen en knieën naar de grond duwen. 10 x 10-40 sec. - ruglig op de bank, benen gestrekt. Ft zit ter hoogte van de knieën, kind duwt 5 sec zijn knieën naar elkaar toe, ontspant en ft duwt de benen gestrekt naar buiten 10 x 10-40 sec
Doel 2:
Spierversterken abductoren: - kniehoogstand - kniehoogstandloop - zijwaarts lopen - 1 been stand - zijlig, bovenliggende been heffen - ruglig, billen optillen en vasthouden (brug) - hydrotherapie
Doel 3:
Motorische vaardigheden - lopen (kwaliteit, afstand, tijd) - verschillende loopvormen, zijwaarts - opstaan via schutterstand - traplopen - hurken -
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
12
Hamstrings (m. semitendinosus, m. semimembranosus, m. biceps femoris)
Bedenk dat je bij het rekken van de mediale spiergroepen extra abductie en exorotatie kunt geven. Ortheses: - lange beenbeugels i.c. met langzit - nachtspalken (KEVO’s) - statafel (als spieren fors verkort zijn) Verplaatsen: - rolstoel met comfort beensteunen of extra plank (door RT gemaakt) t.b.v. langzit (denk aan taxivervoer!) - biocar of castercar - pommy - (driewiel) fiets Therapie: Doel 1: Passief rekken - Langzit met knieën in extensie gefixeerd. Dagelijks 2 x 30 min. 1. dmv fixatie met lange beenbeugels 2. dmv een plank in de rolstoel en de knieën te fixeren met een band 3. dmv driehoekstoeltje op de grond, band of verzwaringdeken over de knieën (kleine kinderen) - ruglig: ene been plat op de onderlaag gefixeerd, andere (te rekken) been wordt door de behandelaar naar flexie heup en extensie knie gebracht. Geleidelijk steeds meer flexie heup (met extensie knie) verkrijgen (eventueel na actief aanspannen van hamstrings). Rek max 2 minuten aanhouden. Deze oefening 10 x herhalen voor elk been Actief rekken. - stand met handen gesteund op een laag tafeltje (hoogte afhankelijk van de lengte van de hamstrings), knieën zo goed mogelijk gestrekt. Hamstrings aanspannen (even oprichten, komen staan), weer terug naar steunen op de handen en heupen verder buigen en knieën verder strekken. - langzit, in het betreffende been hamstrings aanspannen (hak in de onderlaag drukken en naar je toe trekken), ontspannen en romp verder naar flexie brengen, terwijl de knie in extensie blijft. (evt een handdoek om de voet voor extra rek) - bij erg verkorte spieren: theravital of motomed 30 minuten - fietsen met zo optimaal mogelijke extensie van de knieën, 30 minuten (evt. hometrainer) Doel 2:
Spierversterken m. quadriceps -
squatten, diepe kniebuigingen, met knieën zoveel mogelijk op dezelfde plaats, evt. met verzwaringvest. lopen met grote stappen en doorzakken na elke pas. opstaan en gaan zitten op een laag bankje (hurken) traplopen schuine helling op- en aflopen. fietsen roeien steppen (life stepper)
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
13
Doel 3:
90 gr flexie heupen en knieën tegen muur aanzitten op- en afstapjes op een bankje m.b.v. theraband in gesloten keten oefenen hydrotherapie
Motorische vaardigheden - lopen (kwaliteit, afstand, tijd) - verschillende loopvormen, rennen - traplopen - fietsen - opstaan vanaf de grond - hurken - uitrekken, reiken in stand - bal wegtrappen (geïsoleerd bewegen) -
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
14
M. Iliopsoas
Ortheses:
Verplaatsen:
Therapie: Doel 1:
-
statafel (let op voorover kanteling van bekken) slapen in buiklig rola rolbrancard starolstoel
Passief rekken - ruglig, ene been in maximale flexie in heup en knie. Andere been naar extensie toe rekken door langzaam progressieve rek te geven 10 x max 2 minuten aanhouden per been - buiklig (met wig) 2 x 30 minuten (bv TV kijken) - schuttersstand over de rol heen - Stand, te rekken been met de knie op een stoel, contralaterale been stap naar voren en heupen naar voren duwen. Actief rekken - schredestand, voeten plat, gewicht op beide voeten, romp in alignement. Iets door het voorste been heen zakken, (achterste hiel mag loskomen), 5 sec aanspannen iliopsoas achterste been, spanning loslaten en romp verder opstrekken. 10 x 10-40 sec - buiklig in hoge puppy. 5 sec aanspannen iliopsoas eenzijdig, daarna ontspannen, romp verder oprichten. 10 x 10-40 sec
Doel 2:
Spierversterken heupextensoren -
Doel 3:
bruggetje maken in ruglig (spelletjes in) kniehoogstand kniehoogstandloop lopen met grote passen en doorzakken na elke pas. stand, voorover bukken en weer omhoog komen/hurken 1 been stand hydrotherapie
Motorische vaardigheden - lopen (kwaliteit, afstand, tijd) - verschillende loopvormen - traplopen - rennen - opstaan via schutterstand - hurken - fietsen -
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
15
M. Rectus femoris
Ortheses: Verplaatsen: Therapie: Doel 1:
-
kniestoel (bij forse verkorting) rola (knieën gebogen)
Passief rekken - kniehielzit, langzaam achterover leunen met de romp - kniehoogstand, langzaam achterover leunen met de romp - schuttersstand over rol heen Actief rekken - kniehoogstand, achteroverleunen met de romp, dan gaan zitten op de hielen en verder achteroverleunen - roeibank (zonder weerstand) - op 1 been staan, andere hiel naar bil brengen en 5 sec wegduwen, vervolgens 10-40 sec hiel tegen bil duwen, waarbij de heup gestrekt blijft -
Doel 2:
Spierversterken heupextensoren en knieflexoren - bruggetje maken in ruglig - kniehoogstand - kniehoogstandloop - met grote passen lopen en doorzakken naar elke pas - hydrotherapie -
Doel 3:
Motorische vaardigheden - lopen (kwaliteit, afstand, tijd) - ergens overheen stappen - hurken - traplopen - opstaan via schutterstand - fietsen met een laag zadel (pommy met veel flexie) -
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
16
Triceps surea (m. gastrocnemius en m. soleus)
Bedenk dat bij het rekken van de gastrocnemius extensie van de knie noodzakelijk is. Ortheses: - redressiegips - dagspalken (EVO’s, FRO’s) - nachtspalken (EVO’s, KEVO’s) - statafel, met extra dorsaalflexie Verplaatsen: - starolstoel Therapie: Doel 1: Passief rekken - staan bij het wandrek op een wigplank, 10 x 10-40 sec volhouden - staan in het wandrek of op een traptrede hiel naar beneden laten wijzen. 10 x 10-40 sec volhouden - ruglig, ft brengt bij gebogen knie de enkel naar maximale dorsaalflexie. (eventueel eerst 5 sec triceps surea aanspannen). In deze eindstand wordt langzaam de knie geëxtendeerd, terwijl de enkel in max. dorsaalflexie blijft. 10 x 10-40 sec - staan met handen naar voren tegen de muur (of wandrek), 1 voet stapt naar achter. Gewicht op achterste been, hiel naar de grond brengen. 10 x 10-40 sec Actief rekken - tegen de schuine bank op lopen. En: 5 sec op de tenen staan en weer laten zakken tot hiel de bank raakt of hielen over de rand van de bank. 10 x 10-40 sec - losstaan op een wigplank en een activiteit uitvoeren, bv bal gooien. - stand bij het wandrek, door de knieën zakken, hielen aan de grond houden. (alleen soleus) 10 x 10-40 sec - op een klein bankje/traptrede of in het wandrek op de tenen staan, 5 sec, daarna hielen over de rand laten zakken, 10 x 10-40 sec - schredestand bij muur of wandrek, triceps surea aanspannen 5 sec, en daarna ontspannen en hiel naar de grond brengen. 10 x 10-40 sec - steppen, waarbij hielen goed contact houden met apparaat. Bv 10 min Doel 2:
Spierversterken dorsaalflexoren (m. tibialis anterior) -
Doel 3:
op de hielen lopen. roeien op roeitrainer weerstand geven bij dorsaalflexie van heuvel aflopen (excentrisch) hydrotherapie
Motorische vaardigheden - op blote voeten in het zand lopen - balansoefeningen met accent op tibialis anterior (wiebelplank/balkussen) - Helling op en af lopen.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
17
BIJLAGEN Bijlage 1: Literatuur 1. Behandelprotocol fysiotherapie, Bolien onderzoek; R. de Jong, E. Rameckers, H. Gorter, P.E.M. van Schie, V.A.B. Scholtes, J.G. Becher (2002) 2. Tijdschrift kinderfysiotherapie, “Het Bolien onderzoek” V.A.B. Scholtes, J.G. Becher (juli 2002) 3. Dynamiek van het menselijk bindweefsel; J.J. Morre, (1993) 4. Kracht- en conditietraining bij kinderen met een aangeboren Centraal Neurologische Aandoening. Deel 1: Krachttraining in functioneel perspectief; E.A.A. Rameckers, M. Coenen; (Keypoint, november 2001) 5. Paramedische trainingsbegeleiding Hfst 7 door J.L.M. Gestel / C.M.C. Hoeksema-Bakker (1997) 6. Richtlijn; Diagnostiek en behandeling van kinderen met spastische Cerebrale Parese Geïnitieerd door Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen. (2008) Hoofdstuk 4. 7. Effect of a lower limb strength training program on physical functioning in children with cerebral palsy (the Popeye study) V.A.B. Scholtes PhD, A.J. Dallmeijer, PhD , J.G. Becher , PhD 8. Conceptversie behandelmodule BTX van VUmc , door M. Brehm.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
18
Bijlage 2: Afspraken arts/secretariaat bij BTX behandeling benen
Naam patiënt: Invuldatum:
Arts:
Geplande datum BTX:
-
- 20 . .
BTX in Heliomare: secretariaat plant datum BTX in VUMC: secretariaat vraagt datum na
Loopbrief met standaard frequenties naar planning: ja - nee* (actie secretariaat) * wanneer afgeweken wordt van standaard frequenties: extra loopbrief met gewenste frequenties invullen (actie arts)
Melding op het voorblad (SO), in team (VSO) Afspraken met patiënt in Heliomare: Aankruisen Afspraken indien gewenst Pt + Arts + FT
Gewenst tijdstip / tijdsduur (arts geeft aan) Minimaal 2 weken voor BTX ivm CP-onderzoek,
Geplande datum (door secretariaat)
30 minuten
GBA (aanvraagformulier invullen)
6 weken na BTX
Pt + Arts + FT na BTX
10 weken na BTX
looplab deelt afspraak in en geeft door aan secretariaat
CP- onderzoek en evaluatie van effect botox, 60 minuten
Pt + Arts + ouders / jongeren ouders uitnodigen: ja/nee
12 weken na BTX
Pt + Arts + RT (redressie gips)
1 week na BTX
i.v.m. evaluatie botox, frequentie aanpassing 12 weken na BTX, 30 minuten
.. weken na BTX .. weken na BTX .. weken na BTX GBA (aanvraagformulier invullen)
3 maanden na BTX
looplab deelt afspraak in en geeft door aan secretariaat
Overige gewenste afspraken:
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
19
Bijlage 3: Voorlichtingsfolder voor ouders
Behandeling met botox (botuline toxine type A) informatie folder voor ouders en verzorgers
Heliomare revalidatie kind en jeugd Inleiding Botox wordt toegepast bij spasticiteit en/of bij te hoge spierreflexen die problemen geven in het normale functioneren. Bij de patiënteninfobali ligt een informatiebrochure met als titel: “Informatie voor ouders en hulpverleners over hersenverlamming bij kinderen en de behandeling ervan, met inbegrip van het gebruik van BOTOX-injecties”. Als dit niet het geval is, dan kunt u deze alsnog vragen bij de arts. In deze folder wordt verteld over de aandoening cerebrale parese en de soorten behandelingen. In de folder wordt specifiek ingegaan op de behandeling met Botox en de werking van deze stof. Deze folder is erop gericht u informatie te geven over de gang van zaken binnen Heliomare. Daarnaast kunt u lezen over wat Heliomare verwacht van u als ouder/verzorger en wat u en het kind kunnen verwachten van Heliomare. Tenslotte kunt u lezen over vervolgafspraken na de behandeling met botox. Algemene gang van zaken De revalidatiearts besluit, samen met u, wanneer de behandeling met botox plaats vindt. Tijdens dit overleg worden met u de prioriteiten voor de komende tijd besproken. Ook worden de consequenties voor het school- en therapieprogramma van uw kind besproken. Voor de daadwerkelijke behandeling legt de revalidatiearts, samen met de fysiotherapeut, de huidige situatie nauwkeurig vast. Dit gebeurt door een aantal observaties en onderzoeken te doen. Tien weken na de toediening van botox worden dezelfde onderzoeken herhaald. Indien het kind ook een spasmebehandeling van de arm of hand heeft ondergaan, is ook de ergotherapeut bij het onderzoek betrokken. De observaties en onderzoeken vinden allemaal in Heliomare plaats en u hoeft hierbij zelf niet aanwezig te zijn. Voor kinderen waarbij de behandeldoelen betrekking hebben op het lopen, kan het mogelijk zijn dat er een gangbeeldanalyse nodig is. Deze kan zowel in het VU MC in Amsterdam als in Heliomare gemaakt worden. Als de behandeling betrekking heeft op een enkele spier, dan wordt de botox toegediend door de revalidatiearts in Heliomare. Bij een behandeling van meerdere spieren en/of toepassing van narcose, wordt de botox toegediend in het VU MC.
Doel van de botox Het doel van de behandeling met botox wordt van tevoren vastgesteld in overleg met u en uw kind. Ieder kind is anders en dus verschilt het doel per kind. Vaak hebben de doelen betrekking op het lopen. De behandeling kan echter ook gericht zijn op het verbeteren van de zithouding, pijnbestrijding of verzorging van uw kind. Aan de hand van het behandeldoel wordt een behandelplan gemaakt. De revalidatiearts bespreekt dit met u.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
20
Consequenties voor u en uw kind Botox is van twee tot twaalf weken na toediening het meest werkzaam. Om de werktijd van de botox zo goed mogelijk te benutten, is het belangrijk na de toediening van de botox de fysiotherapiefrequentie te verhogen. Dit betekent dat fysiotherapie voorrang heeft op het lesprogramma op school of andere therapieën. Naast de intensieve fysiotherapie krijgt uw kind in de twaalf weken dat de botox werkzaam is meestal ook een huiswerkprogramma. Het is de bedoeling dat dit op school en thuis gedaan wordt. Dit kan inhouden dat u tijdelijke hulpmiddelen (zoals statafel, spalken of een andere rolstoel) aan moet vragen. Als uw kind tijdelijk in een andere rolstoel moet zitten kan dit consequenties hebben voor het vervoer van en naar school. De behandelend fysiotherapeut neemt contact met u op om het huiswerkprogramma met u door te nemen en te oefenen. Vervolgafspraken Na zes weken zal de fysiotherapeut contact met u opnemen om het huiswerkprogramma te evalueren en om eventueel nieuwe afspraken te maken. Ook zal de fysiotherapeut een aantal observaties en onderzoeken herhalen om het effect van de totale behandeling vast te leggen. Voor de volgende bespreking wordt de uitslag hiervan meegenomen in de verslaglegging. Na zes tot acht weken volgt er meestal een gangbeeldanalyse in Heliomare of in het VU MC. De arts en fysiotherapeut zien uw kind na tien weken op een gezamenlijke afspraak tijdens therapietijd en leggen een aantal gegevens vast. U kunt bij deze afspraak zijn als u dat wenst. Na twaalf weken worden u en uw kind verwacht voor een afspraak bij de revalidatiearts. Hij of zij zal de voortgang tot dan toe bespreken en opnieuw de prioriteiten voor de komende tijd doornemen. Ook de therapiefrequentie en eventuele hulpmiddelen worden besproken. Naast de onderzoeken door de arts en fysiotherapeut zal er soms opnieuw een gangbeeldanalyse plaatsvinden.
Tot slot Deze folder is bedoeld als aanvulling op het gesprek dat u met de revalidatiearts van uw kind heeft gehad en de informatiebrochure over botox. Als u nog vragen heeft of als er onduidelijkheden zijn, neem dan contact op met de revalidatiearts of behandelend fysiotherapeut van uw kind.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
21
Bijlage 4: Voorlichtingsfolder voor ouders/verzorgers en jongeren
Behandeling met botox (botuline toxine type A) informatie folder voor ouders/verzorgers en jongere
Heliomare revalidatie kind en jeugd Inleiding Botox wordt toegepast bij spasticiteit en/of bij te hoge spierreflexen die problemen geven in het normale functioneren. Bij de patienteninfobali ligt een informatiebrochure met als titel: “Informatie voor ouders en hulpverleners over hersenverlamming bij kinderen en de behandeling ervan, met inbegrip van het gebruik van BOTOX-injecties”. Als dit niet het geval is, dan kunnen jullie deze alsnog opvragen bij de arts. In deze folder wordt verteld over de aandoening cerebrale parese en de soorten behandelingen. In de folder wordt specifiek ingegaan op de behandeling met Botox en de werking van deze stof. Deze folder is erop gericht jullie informatie te geven over de gang van zaken binnen Heliomare. Daarnaast kunnen jullie lezen over wat Heliomare verwacht van de ouder/verzorger en jongere en wat jullie kunnen verwachten van Heliomare. Tenslotte kunnen jullie lezen over vervolgafspraken na de behandeling met botox. Algemene gang van zaken De revalidatiearts besluit, samen met jullie, wanneer de behandeling met botox plaats vindt. Tijdens dit overleg worden de prioriteiten voor de komende tijd besproken. Ook worden de consequenties voor het school- en therapieprogramma besproken. Voor de daadwerkelijke behandeling legt de revalidatiearts, samen met de fysiotherapeut, de huidige situatie nauwkeurig vast. Dit gebeurt door een aantal observaties en onderzoeken te doen. Tien weken na de toediening van botox worden dezelfde onderzoeken herhaald. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door de revalidatiearts en/of behandelend fysiotherapeut. Indien er ook een spasmebehandeling van de arm of hand is gedaan, wordt ook een ergotherapeut bij het onderzoek betrokken. De observaties en onderzoeken vinden allemaal in Heliomare plaats. Indien de behandeldoelen betrekking hebben op het lopen, kan het mogelijk zijn dat er een gangbeeldanalyse nodig is. Deze kan zowel in het VU ziekenhuis in Amsterdam als bij Heliomare gemaakt worden. Als de behandeling betrekking heeft op een enkele spier, dan wordt de botox toegediend door de revalidatiearts in Heliomare. Bij een behandeling van meerdere spieren en/of toepassing van narcose, wordt de botox toegediend in het VU Ziekenhuis.
Doel van de botox In overleg met jullie wordt het doel van de behandeling met botox van tevoren vastgesteld. Iedereen is anders en dus verschilt het doel per persoon. Vaak hebben de doelen betrekking op het lopen. De behandeling kan echter ook gericht zijn op het verbeteren van de zithouding, pijnbestrijding of verzorging. Aan de hand van het behandeldoel wordt een behandelplan gemaakt. De revalidatiearts bespreekt dit met jullie.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
22
Consequenties voor u en uw kind Botox is de eerste twaalf weken na toediening het meest werkzaam. Om de werktijd van de botox zo goed mogelijk te benutten, is het belangrijk na de toediening van de botox de fysiotherapiefrequentie te verhogen. Dit betekent dat fysiotherapie voorrang heeft op het lesprogramma op school of andere therapieën. Naast de intensieve fysiotherapie krijg je in de twaalf weken dat de botox werkzaam is meestal een huiswerkprogramma. Het is de bedoeling dat dit op school en thuis gedaan wordt. Dit kan inhouden dat je tijdelijke hulpmiddelen (zoals statafel, spalken of een andere rolstoel) aan moet vragen. Als je tijdelijk in een andere rolstoel moet zitten kan dit consequenties hebben voor het vervoer van en naar school. De behandelend fysiotherapeut neemt contact met jullie op om het huiswerkprogramma door te nemen en te oefenen. Vervolgafspraken Na zes weken zal de fysiotherapeut samen met jou het huiswerkprogramma evalueren en om eventueel nieuwe afspraken maken. Verder volgt er na zes tot acht weken meestal een gangbeeldanalyse in Heliomare of in het VU MC. Na tien weken zullen de fysiotherapeut en/of arts een aantal observaties en onderzoeken herhalen om het effect van de totale behandeling vast te leggen. Voor de volgende bespreking wordt de uitslag hiervan meegenomen in de verslaglegging. Na twaalf weken worden jullie verwacht voor een afspraak met de revalidatiearts. Hij of zij zal de voortgang bespreken en opnieuw de prioriteiten voor de komende tijd doornemen. Ook de therapiefrequentie en eventuele hulpmiddelen worden besproken. Naast de onderzoeken door de arts en fysiotherapeut zal er soms opnieuw een gangbeeldanalyse plaatsvinden.
Tot slot Deze folder is bedoeld als aanvulling op het gesprek dat jullie met de revalidatiearts hebben gehad en de informatiebrochure over botox. Als jullie nog vragen hebben of als er onduidelijkheden zijn, neem dan contact op met de revalidatiearts of behandelend fysiotherapeut.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
23
Bijlage 5: Benodigde testformulieren De meeste formulieren zijn digitaal te vinden op het net in het botoxprotocol. Alle scoreformulieren zitten in de testbundel. Deze testbundels liggen in de schrijfruimte van fysiotherapie bij het SO en bij het VSO. CP onderzoek scoreformulier ( ontwikkeld door het VUMC) FMS formulier; Functionele Mobiliteits Schaal (FMS) Looptesten : 1 minuut- 6 minuten- , 10 meter-looptest . Herhalingsmaximum functionele krachtoefeningen.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
24
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
25
FMS_rapport (in te vullen door de FT): Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
26
Score voor BTX
Score na BTX
1minLT (1-minuutlooptest) Achtergrond
(Waar de FMS en FAQ zich richten op de loopvaardigheid gemeten op comfortabele loopsnelheid, is het ook relevant) Om inzicht te krijgen in de loopvaardigheid gemeten op maximale snelheid. Deze component van loopvaardigheid hangt mogelijk samen met aspecten als dynamische balans, spierperformance, en loopduur. Een test waarmee de maximale loopsnelheid gemeten kan worden is de 1-minuutlooptest (1minLT) .
Doel
In het kader van deze behandelmodule is het doel van de 1minLT te bepalen of door de behandeling de gelopen afstand op de test toeneemt.
Doelgroep
geen restricties; de 1minLT kan bij alle doelgroepen worden afgenomen
Protocol
De 1minLT omvat een vrij eenvoudig protocol, namelijk:
De test wordt bij voorkeur uitgevoerd op een ovaal parcours 1 minuut lopen op een door de patiënt zelfgekozen maximale loopsnelheid. Aan het eind van de test wordt de gelopen afstand gemeten. De patiënt draagt zijn/haar eigen kleding en schoeisel, en indien nodig mag ook gebruik gemaakt worden van orthesen en andere loophulpmiddelen. Type schoen, orthese en overig wordt op het registratieformulier genoteerd. De test wordt 1x uitgevoerd De patiënt krijgt de volgende instructie: “Loop gedurende 1 minuut zo snel mogelijk, maar zonder te rennen. M.a.w. probeer zoveel mogelijk rondjes te lopen. Start nadat tot 3 is geteld en het startsein “JA’’ is gegeven.”. Tegelijk met het startsein wordt de stopwatch ingedrukt. Nadat de patiënt 1 minuut gelopen heeft wordt de behaalde afstand (m) afgemeten.
Instructie
Benodigdheden
Tijd Uitkomstmaten
Medische status met gegevens van de patiënt Registratieformulier 1minLT + pen Stopwatch Voer de test bij voorkeur uit op een ovaal parcours met om elke meter een afstandsmarkering. De tijd die nodig is om de test af te nemen bedraagt 2 minuten
Behaalde loopafstand (m) over de test
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
27
1minLT_Rapport (in te vullen door de fysiotherapeut):
Naam/ Patiëntnummer Geboortedatum Baseline
Afname datum Aantal weken pre/post OK Tester/onderzoeker Schoenen (kruis aan) Confectie Semi-orthopedisch Orthopedisch Orthesen (kruis aan) Dorsale EVO met scharnier Dorsale EVO zonder scharnier FRO Supramalleolaire spalk Zoolverstijving Loopafstand (m) Soort parcours
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
Follow up 1
Follow up 2
O O O
O O O
O O O
O
O
O
O
O
O
O O
O O
O O
O
O
O
28
6 minuten wandeltest Naam kind Datum
: ………….. : …………….
Laat het kind op een comfortabele snelheid lopen. De originele 6 minuten wandeltest van Tim Takken is lopen tussen 2 lijnen 10 meter uit elkaar, werd later 50 meter uit elkaar. Het kan ook in lange gangen en zonder keerpunten. Per kind kan je afhankelijk van het doel kiezen welke manier je gebruikt. Vermeld duidelijk hoe je de afstand hebt laten lopen. Materiaal : stopwatch , meetwiel , pen en papier. Standaard aanmoedigingen : Na 1 minuut: het gaat goed. Je hebt nog 5 minuten te gaan. Na 2 minuten: ga zo door. je hebt nog 4 minuten te gaan. Na 3 minuten: het gaat goed. Je bent halverwege. Na 4 minuten: ga zo door. Je hoeft nog maar 2 minuten. Na 5 minuten: het gaat goed. Je hebt nog maar 1 minuut te gaan.
Tijd (min.)
Eventueel Borgschaal vermoeidheid
Rust 1 2 3 4 5 6 Herstel (1 min.) Totaal afgelegde afstand in 6 minuten: Borgschaal vermoeidheid na 6 minuten: Borgschaal vermoeidheid na 1 min. herstel: Baseline Follow up 1 Afname datum Aantal weken pre/post OK Tester/onderzoeker Schoenen (kruis aan) Confectie Semi-orthopedisch Orthopedisch Orthesen (kruis aan) Dorsale EVO met scharnier Dorsale EVO zonder scharnier FRO Supramalleolaire spalk Zoolverstijving Loopafstand (m)
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
Follow up 2
O O O
O O O
O O O
O
O
O
O
O
O
O O
O O
O O
O
O
O
29
10mLT (10-meterlooptest) Achtergrond
Naast de 1minLT kan mogelijk ook de 10-meterlooptest (10mLT) informatie geven over loopvaardigheidaspecten als dynamische balans, spierperformance en loopduur. De 10mLT is een betrouwbare, valide en responsieve test (1). Bovendien is uit onderzoek gebleken dat er een statistisch significante samenhang bestaat tussen de snelheid van lopen op de 10mLT en de kwaliteit waarmee men loopt (2). Voor kinderen met CP echter, is deze relatie nog niet onderzocht.
Doel
In het kader van deze behandelmodule is het doel van de 10mLT te bepalen of door de behandeling de gelopen afstand op de test toeneemt.
Doelgroep
geen restricties; de 10mLT kan bij alle doelgroepen worden afgenomen
Protocol
De 10mLT omvat een vrij eenvoudig protocol, namelijk: 10m lopen op een door de patiënt zelfgekozen comfortabele loopsnelheid. De patiënt draagt zijn/haar eigen kleding en schoeisel, en indien nodig mag ook gebruik gemaakt worden van orthesen en andere loophulpmiddelen. Type schoen, orthese en overig wordt op het registratieformulier genoteerd. De test wordt 3x uitgevoerd (met een 1-minuut rustperiode tussen de testen), waarna de gemiddelde tijd over de 3 testen wordt bepaald.
De patiënt krijgt de volgende instructie: “Loop op een comfortabele manier naar de overkant en loop door tot over de streep. Start nadat tot 3 is geteld en het startsein “JA’’ is gegeven.” (3). Tegelijk met het startsein wordt de stopwatch ingedrukt. Nadat de patiënt met één voet over de eindstreep is, wordt afgeklokt. Als het nodig is, loopt de therapeut met de patiënt mee; hierbij mag de patiënt niet verder aangemoedigd worden (3).
Instructie
Benodigdheden
Tijd Uitkomstmaten
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
Medische status met gegevens van de patiënt Registratieformulier 10mLT + pen Stopwatch Start en stoplijn op 10 meter afstand van elkaar De tijd die nodig is om de test 3x af te nemen bedraagt 5 minuten Gemiddeld behaalde gelopentijd over 10 meter van de 3 testen
30
Naam/ Patiëntnummer Geboortedatum Baseline Afname datum Aantal weken pre/post OK Tester/onderzoeker Schoenen (kruis aan) Confectie Semi-orthopedisch Orthopedisch Orthesen (kruis aan) Dorsale EVO met scharnier Dorsale EVO zonder scharnier FRO Supramalleolaire spalk Zoolverstijving Looptijd (min) test 1 Looptijd (min) test 2 Looptijd (min) test 3 Gemiddelde looptijd (min)
Follow up 1
Follow up 2
O O O
O O O
O O O
O O O O O
O O O O O
O O O O O
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
31
Herhalingsmaximum m.b.v. functionele oefeningen Bij de functionele metingen wordt gewerkt met behulp van een Herhalingsmaximum (HM). Bij onderstaande functionele vaardigheden wordt het HM bepaald op basis van de uitvoeringskwaliteit. Het HM is het aantal herhalingen/uitvoeringen waarbij de beweging goed wordt uitgevoerd. Zodra de bewegingsuitvoering slechter wordt is het HM bereikt. 1.
Lateral step up test (links). Uitgangspositie: Plaats het kind in stand zijwaarts naast een bank van 20 cm hoog (GMFCS III: met steun aan handen voor evenwicht, gewicht moet door benen gedragen worden). Instructie: Vraag het kind om met zijn linker been op de bank te stappen, en vervolgens zijn rechter been bij te trekken. Het kind moet zich op de bank zo ver mogelijk opstrekken Het kind wordt gevraagd dit zo vaak mogelijk te doen.
2.
Lateral step up test (rechts). Uitgangspositie: Plaats het kind in stand zijwaarts naast een bank van 20 cm. hoog (GMFCS III: met steun aan handen voor evenwicht, gewicht moet door benen gedragen worden). Instructie: Vraag het kind om met zijn rechter been op de bank te stappen, en vervolgens zijn linker been bij te trekken. Het kind moet zich op de bank zo ver mogelijk opstrekken Het kind wordt gevraagd dit zo vaak mogelijk te doen.
3.
Zittend vanaf een bank gaan staan met 90 flexie knie Uitgangspositie: Zet het kind op een bankje. Het kind zit op de juiste hoogte wanneer beide voeten plat op de vloer en de knieën 90º gebogen zijn. Instructie: Vraag het kind zo vaak mogelijk te gaan staan, waarbij het kind zich helemaal uit moet strekken; met benen zover mogelijk gestrekt en de billen naar voren (GMFCS III: handen mogen voor balans gebruikt worden zodra het kind staat).
4.
Opstaan vanaf de grond met linker been vóór Uitgangspositie: Plaats het kind in schuttersstand op de grond, met het linker been voor. Instructie: Vraag het kind zo vaak mogelijk op te staan en weer te gaan zitten. Het kind staat als het gewicht door beide benen wordt gedragen.
5.
Opstaan vanaf de grond met rechter been vóór Uitgangspositie: Plaats het kind in schuttersstand op de grond, met het rechter been voor. Instructie: Vraag het kind zo vaak mogelijk op te staan en weer te gaan zitten. Het kind staat als het gewicht door beide benen wordt gedragen. Van item 1 tot en met 5 wordt de totaalscore berekend voor zowel het linker- als het rechterbeen.
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
32
Herhalingsmaximum m.b.v functionele oefeningen Naam : ………….. Datum : …………….
Lateral step up Zittend vanaf een test bank gaan staan met 90 flexie knie HM HM Links Rechts links +rechts a b c
Opstaan vanaf de grond met één been voor HM Links Rechts d e
Totaalscore voor linkeren rechter been
Links a+c+d
Rechts b+c+e
Baseline:
Follow-up 1: datum
Follow-up 2: datum
Behandelprotocol Botuline Toxine onderste extremiteit
33