Bloemkool
Bloemkool
Aantal en plaatsing
Binnen zaaien en nadien in kweekbak Planten Oogsten
winter F M
A
lente M J
J
zomer A S
O
herfst N D
GGGGGG
@@@@@
56
7
Periode dat het plantvak in gebruik is 4 tot 6 maanden na het planten
89
0
Rotatietijd 4 jaar voor planten uit dezelfde familie
4 De middenbedden zijn niet geschikt voor de teelt van bloemkolen, omdat deze over de buurgewassen heen zullen groeien. U plaatst bloemkoolplanten best aan de rand van het bed en bij voorkeur in een hoek. 4 Tijdens de warmste periode van de dag moet de groente in de schaduw staan en kan u ze dus best ten noorden van staakbonen of tomatenstruiken planten. 4 Bij de aanpalende plantvakken moet u rekening houden met de omvang van het gebladerte van de bloemkool. Bij jonge bloemkoolplanten zullen de gewassen in het plantbed ernaast in dezelfde mate opgroeien, maar indien de bloemkool reeds een bepaalde omvang heeft, moet u voor het nieuwe plantbed toch gewassen kiezen die geen hinder ondervinden van bloemkolen.
G
m
zaaien of planten? Er bestaan variëteiten die in februari gezaaid worden om in de zomer te oogsten, andere worden gezaaid tussen april en juni en zijn oogstklaar in september en oktober. De variëteiten die pas tussen augustus en september gezaaid worden, moeten afgedekt worden om te overwinteren en kunnen vanaf maart in de moestuin geplant worden. Het is interessanter om bij een kweker plantjes te kopen omdat zij steeds per seizoen de juiste variëteit aanbieden.
{
r
50 cm
●
50 cm
62
J
4
3
Planning
1
●
Welk seizoen?
mmmmm
Het plantvak kiezen - blootstelling: - planthoogte: 40 tot 50 cm - bodem: D iep en goeddoorlatend, koel en humusrijk
12
mm
- b otanische naam: Brassica oleracea, var. botrytis - familie: Brassicaceae - Eénjarig - groentesoort:
Dankzij de techniek van schuine aanaarding is de bloemkool geschikt voor de teelt in bedden, maar om een mooie, witte krop te verkrijgen, heeft deze groente toch enkele specifieke behoeften: een schaduwrijk plaatsje, een ondergrond die koel en vochtig wordt gehouden met mulchmateriaal en regelmatig begieten. Bloemkolen kunnen tot in het najaar een mooie oogst opleveren.
Planten 1 en 2 Spit de aarde in het plantvak erg diep om, wied en verwijder
alle wortels en stenen. De groei van dit gewas zal enkele maanden duren.
3 en 4 Meng een handvol goed verteerde compost onder de aarde en maak een kuiltje aan de rand of in een hoek van het bed.
Mijn visie op de planning
5 Dompel het perspotje onder in water.
Om bloemkolen de nodige vochtige omgeving te garanderen, verkies ik een plantvak dat ‘s morgens lang in de schaduw blijft zodat de dauwdruppels er wat langer blijven liggen.
6 Zet het stekje in het plantgat en zorg ervoor dat het naar de buitenkant overhelt. Druk aan met aarde tot aan de eerste blaadjes.
Ik pas voor deze groente ook de techniek van ‘tussengewas‘ toe (zoals voor bieten, zie p. 61). Het latwerk en de planten in de nabije omgeving zorgen voor de noodzakelijke afkoeling.
Benodigdheden - rijpe compost - gehakselde houtsnippers Opgelet Geen verse mest gebruiken
7 en 8 Aard het stekje aan en vorm er een kuiltje rond. Begiet rijkelijk. 9 Bestrooi het volledige plantbed met verteerde compost. 0 Mulch (het kuiltje rondom de plant vrijhouden).
63
- botanische naam: Phaseolus vulgaris - familie: Fabaceae - Eénjarig - groentesoort: Het plantvak kiezen - blootstelling: - h oogte van de plant struikvariëteiten: 40 cm tot 50 cm staakbonen: 1,5 m tot 3 m - bodem: L icht en los Koel en humusrijk
a
Aantal en plaatsing struikbonen: 14
14
Hier moeten we wel van ‘bonen‘ in het meervoud spreken, want er bestaan heel veel variëteiten (prinsessenbonen, tuinbonen, verse en gedroogde bonen) en rassen (struikbonen en staakbonen). Alle soorten zijn geschikt voor het tuinieren in plantvakken en bieden een uitgebreid gamma van speciale soorten om te kweken en te bereiden. Struikbonen leveren zo’n 1,5 kg op per twee plantvakken, terwijl staakbonen hetzelfde rendement geven op één enkel plantvak.
Welk seizoen?
J
winter F M
Zaaien in volle grond Planten
A
lente M J
J
zomer A S
O
herfst N D
GGGGG
@@@@@@
Planning
20 cm
4 De planning van bonen is erg eenvoudig: - voor struikbonen reserveert u twee aan elkaar grenzende plantvakken in een hoek van de moestuin - staakbonen komen best tot hun recht ergens in het midden van een onderverdeeld plantvak. 5 cm
4 De schaduw die staakbonen werpt op de omliggende plantvakken bepaalt mee de keuze van die gewassen.
20 cm
8
● ● ● ● ● ● ● ●
20 cm Periode dat het plantvak in gebruik is 3 tot 4 maanden na het zaaien Rotatietijd 2 jaar
4 Indien staakbonen aan de rand van een plantvak gezaaid zijn, kan dit voor problemen zorgen voor de watervoorziening van de omliggende gewassen. Daar vermijdt u best groenten die gevoelig zijn voor watertekort, zoals de paardenbloem, maïs, spinazie, prei, enz.
m
staakbonen:
66
Bonen
Bonen
G
Zaaien of planten? Alleen zaaien is mogelijk, maar dit is gemakkelijk want het zaaigoed is groot. In streken met een zacht klimaat kunt u hiermee starten vanaf maart/april. Sommigen zien de IJsheiligen als referentiemoment, anderen laten zich leiden door de bloei van de meidoorn. Absolute vereiste is dat de bodemtemperatuur tussen de 12 en 15°C bedraagt en u houdt zich best aan de voorschriften op de zaadzakjes, die variëren volgens de soort.
{ Mijn visie op de planning Het probleem met struikbonen is dat u het zaaien moet spreiden en steeds twee hoekplantvakken beschikbaar moet hebben. U kunt dit oplossen door ze naast de radijzen en de rucola te voorzien, omdat deze op hetzelfde moment worden geoogst. Ze worden dan vervangen door bonen en vice versa.
67
Bonen
3
4
5
r
12
Zaaien 1 Woel de grond in de diepte los, zorg voor verluchting en breek
Opgelet - B onen houden niet van een zware, koele en vochtige bodem, noch van kalkrijke grond. Indien de bodem moet verbeterd worden, gebeurt dit best voor het zaaien omdat verse mest nadien uit den boze is. - Zaad dat 24 uur voor het zaaien wordt geweekt, zal sneller kiemen.
de kluiten. Wied indien nodig.
2 Zet de zaadlabels op zo’n 20 cm afstand van elkaar en maak ophooggeulen van 5 tot 7 cm diep.
3 Plant precies om de 5 cm een bonenzaadje. 4 Bedek de zaden met een laagje aarde van 1 tot 2 cm en behoud de vorm van de geul. Druk de zaden aan.
5 Besproei elke geul overvloedig met de gieter.
> In de moestuin van Marie Volgens de familietraditie van tante Anna mag ik vanaf Pasen de eerste boontjes zaaien, weliswaar onder een vliesdoek. Wat de najaarsbonen betreft, waag ik het erop tot in augustus, met wisselend succes. Als er dan eentje verloren gaat, vind ik dat niet erg. 68
- Halfdroge of droge bonen (coco-bonen) worden geoogst wanneer hun vruchten halfdroog of droog zijn en hun peul verdroogd en vergeeld is. Deze bonen worden gedopt omdat we enkel hun vruchten (wit, zwart of roodbruin) behouden. - Fijne bonen hebben naargelang de variëteit een groene, gele (boterbonen) of violetkleurige peul en worden jong geoogst, nog voor ze volgroeid zijn; voor het bereiden haalt u best de draden eruit. - Sluimerwten of ‘Mangetout‘ worden geoogst terwijl de vruchten nog niet gevormd zijn in de groene of gele peul. De Franse benaming geeft aan dat ze volledig eetbaar zijn. - Verse bonen worden geoogst en gedopt op het ogenblik dat de vruchten in de peul nog zacht en mooi van vorm zijn. We noemen ze peulbonen of flageolets.
Klein tuintje en balkon Een kleine oppervlakte in de tuin of een bloembak volstaat om staakbonen te telen. Door hun groei in de hoogte nemen ze erg weinig plaats is. Staakbonen kunnen samen gezaaid worden met de trechterwinde, die er heel mooi bij past en de productiviteit van het gewas geenszins belemmert. 69
carotte Bonen
Teeltzorg 4 Het aanaarden en de onderlinge verstandhouding tussen de plantvakken Wanneer de planten zo’n vijftien centimeter hoog zijn, moet u ze aanaarden. De aarde die zich aan beide zijden van de plantgeul bevindt, wordt rondom de stengels aangedrukt om ze stevig op hun plaats te houden. Meteen wordt de plant ook in de richting van het gangpad geduwd. Gaandeweg zal de plant in deze richting groeien en geen hinder veroorzaken aan de andere gewassen in het plantvak. De stokken worden aan de rand tegen de aanpalende vierkanten geplaatst om het gebladerte van de staakbonen in toom te houden. 4 Schoffelen en begieten Schoffelen is, vooral in het begin van het seizoen, altijd nuttig voor een goede doorwatering van de bodem. Nadien is de plant te omvang rijk om nog te kunnen schoffelen. Het gewas moet regelmatig begoten worden omdat bonen van een koele bodem houden en mulchen onmogelijk is. De plant wordt aan de basis begoten met de tuinslang, nooit op het gebladerte. 4 Bemesten Overbemesting of een teveel aan stikstof maakt bonenplanten breekbaar. Doordat ze reeds in het begin van het seizoen hun plaats krijgen in de moestuin en tot juli ter plaatse blijven, putten ze uit de voorbereidingen die op het einde van de winter zijn getroffen. Extra bemesting is dus overbodig, maar vanaf de vruchtzetting wordt een behandeling met sporenelementen aanbevolen. (zie p. 99).
Hun bloemen die in trossen voorkomen zijn hermafrodiet en zelfbestuivend. Volgens de variëteit kleuren ze wit, rood of violet.
Oogsten en bewaren De oogst wordt gewoonlijk gespreid tussen half-juni en half-oktober. Houd met één hand de steel vast en pluk met de andere de bonen. Het is belangrijk op het juiste ogenblik te oogsten omdat de fijne boontjes anders te dik en draderig worden en de verse bonen te snel uitdrogen. Anderzijds wordt bij regelmatig plukken ook de bloei van de plant gestimuleerd. Indien niet geoogst wordt, zal de plant geen vruchten meer voortbrengen en snel zaden vormen. Deze worden dan gebruikt als verse of gedroogde bonen nadat ze werden gedopt. Bij struikbonen is slechts één oogst mogelijk. Nadien worden de struiken uitgetrokken en indien geen volgende teelt werd voorzien, kunt u ze op het plantvak laten liggen als bodembedekking. Fijne boontjes en sluimerwten worden steeds gekookt en warm gegeten in bereidingen of koud in slaatjes. Ze bewaren slechts enkele dagen maar kunnen gesteriliseerd of ingevroren worden. Verse of gedroogde bonen worden pas na bereiding gegeten. Verse bonen kunnen ingevroren of gesteriliseerd worden, terwijl droge cocobonen ongekookt bewaard worden op een droge plaats. 70
71
Broccoli
Broccoli De eenjarige variëteiten zijn geschikt voor de teelt in bedden op voorwaarde dat u ze ophoogt (zie p. 75). Ze gedijen het best in een humusrijke bodem en een ietwat vochtige omgeving. Deze groente met verfijnde smaak kan u tot het begin van de winter opkweken.
Het plantvak kiezen - blootstelling: - planthoogte: 40 tot 80 cm - bodem: D iep en goeddoorlatend, koel en humusrijk
Welk seizoen?
winter F M
Zaaien in een kweekbak Zaaien in volle grond Planten Oogsten
Aantal en plaatsing
A
lente M J
J
zomer A S
O
herfst N D
GG GGGGG
@@@@@@
Planning
3 30 cm
4 Tijdens de zomerperiode voorziet een plantbed in de halfschaduw de broccoliplant van de nodige koelte. ● ●
4 Bij het telen van broccoli te midden van andere gewassen moet u rekening houden met de omvang van het bloemscherm.
●
4 Uitplanten in de vorm van een driehoek is ideaal om het gangpad te kunnen gebruiken.
30 cm Periode dat het plantvak in gebruik is 3 tot 4 maanden na het planten
4 De broccoliplant kan tot 80 cm hoog worden en een schaduw werpen op de andere plantbedden.
Rotatieduur 4 jaar voor planten uit dezelfde familie
{
G
m
Zaaien of planten? De makkelijkste manier is uiteraard om aangekochte stekken per drie te spreiden over de plantvakken. Zaaien in volle grond of in potten is mogelijk omdat de plant niet echt veeleisend is. Het verspenen van de broccoliplantjes wordt echter niet aangeraden, daar houden ze niet van.
72
J
mmm
- b otanische naam: Brassica oleracea, var. italica - familie: Brassicaceae - Eénjarig - groentesoort:
Mijn visie op de planning Tijdens de zomer zorg ik ervoor dat het plantvak ‘s morgens schaduw krijgt, zodat de dauwdruppels langer blijven liggen. Bij de keuze van de buurgewassen hou ik rekening met de groeivordering van de broccoliplanten: bij een mooi open gebloeid bladscherm opteer ik eerder voor plantjes (zoals bijvoorbeeld sla) dan voor zaaigoed.
Wat een Boeket! Broccolikroppen bestaan uit trossen, die elk op zich honderden bloemknoppen bevatten. Ze worden geoogst wanneer de bloemknoppen nog groen, rond, bolvormig en dicht zijn, net voor het ontluiken. Wanneer de knoppen geel worden (zie foto hierboven) is de tijd rijp voor het oogsten. Nadien zullen de gele, kruisvormige bloemetjes ontluiken (foto hiernaast) en verklaren waarom deze plant, die nu tot de Brassicaceae (de koolfamilie) behoort, vroeger bij de kruisbloemigen werd ingedeeld.
73
Koolrabi
Koolrabi - b otanische naam: Brassica oleracea var. gongylodes - familie: Brassicaceae - Tweejarig, jaarlijks geteeld - groentesoort:
Deze merkwaardige plant lijkt een beetje op een bolvormige UFO die net op aarde is geland. Het is een vergeten groente met een zeer verfijnde smaak, die zich uitstekend leent voor de teelt volgens de techniek van de schuine aanaarding op plantbedden met een vochtige bodem. Een andere troef van deze groente is dat u ze tot in het najaar kunt telen.
Het plantvak kiezen - blootstelling: - planthoogte: 20 tot 40 cm - bodem: Vruchtbaar, diep en los koel en humusrijk
Welk seizoen?
Aantal en plaatsing
Planten
12
3
4
5
67
8
a
winter F M
A
lente M J
J
zomer A S
O
herfst N D
mmmmmm
Gezaaid in een kweekbak en nadien onder tunnelserre
J
GGGGGG
Oogsten
@@@@@
5
●
4 De koolrabi kan eender waar of wanneer worden geplant omdat ze niet hinderlijk is voor andere gewassen.
● ●
●
●
4 Tot mei gedijt de koolrabi op een zonovergoten plantbed, nadien verkiest het gewas toch eerder een plaatsje in de schaduw.
30 cm Periode dat het plantvak in gebruik is 2 tot 4 maanden na het planten Rotatietijd 3 jaar (ook voor planten uit dezelfde familie)
m 102
{ Mijn visie op de planning Dit ‘buitenaardse wezen‘ verkiest een vochtige, koele bodem. Bij de eerste tekenen van droogte richt de plant zich hopeloos tot de hemel en barst ze open. Het is dus erg belangrijk om de bodem goed voor te bereiden (indien nodig reeds een week op voorhand verteerde compost en strooisel aanbrengen, zie p. 174) en vóór het planten de kuiltjes reeds wat op te hogen (zie p. 106).
r
30 cm
Planning
Planten Spit het plantvak diep om en werk goed los. 1
2 en 3 Controleer de textuur van de grond en voeg indien nodig rijpe compost eronder. Egaliseer het plantvak.
4 Haal elk stekje uit de pot en dompel de perspot onder in water.
G
5 Maak een plantgat volgens het plantschema dat niet veel dieper
zaaien of planten ?
is dan de afmetingen van de perspot.
Koolrabi is een eerder zeldzame groente en daarom zijn stekjes soms erg moeilijk te vinden. De plant kan echter gemakkelijk worden gezaaid in een zaaibak met een constante temperatuur van 10°C. Na de IJsheiligen mag dit gebeuren onder een broeibak. Vanaf het ogenblik dat de stekjes 2 of 4 bladeren (na de kiemblaadjes) hebben, mag u ze verplanten. De witte en groene variëteiten zijn geschikt voor de voorjaars- en zomerteelt. De paarse, hardere soorten kunnen tot in het najaar worden geoogst.
6 Vul het plantgat rond de hoofdsteel tot op 1 cm van de eerste
Benodigdheden - rijpe compost - mulchmateriaal Opgelet Geen gier gebruiken
blaadjes. Baken de plant af.
7 en 8 Breng het mulchmateriaal aan rondom de jonge plantjes.
Deze bodembedekker werd aanvankelijk aangebracht om de bodem koel te houden. Wanneer de kolen moeten opgehoogd worden, verwijdert u dit strooisel. 103
Bemesten De voor- en najaarsplanten teren op de bemesting die bij het begin van het seizoen werd aangebracht. Drie tot vier weken na het planten is een sproeibeurt met gier echter steeds welkom. Voor de variëteiten die in augustus en september geplant worden, brengt u één week na het planten een handvol samengestelde meststof aan. Mulchen Wordt niet aanbevolen omdat u het plantbed regelmatig moet schoffelen en de plant zelf aanaarden. Een dunne laag bladeren van de smeerwortel kan echter snel verwijderd worden en biedt toch een buffer tegen de warmte tijdens de zomer.
104
carotte maïs Het plantvak kiezen - blootstelling: - planthoogte: 1,50 m tot 2 m - bodem: los en gedraineerd koel en humusrijk
a
Welk seizoen?
winter J F M
Binnen zaaien, later ook ter plaatste Planten
lente A M J
zomer J A S
herfst O N D
@@@@
Aantal en plaatsing
3 of 4
Planning 4 Een plantvak in het midden is erg geschikt voor maïs. Hij wordt per drie geteeld. In die opstelling heeft hij twee voordelen: - omdat hij weinig onderhoud vereist, is de tuinier zeker dat hij zijn rug niet bezeert - hij geeft een beetje schaduw aan sommige plantvakken, maar laat het licht door. Sla, bonen, radijzen, spinazie, enz. zijn hier heel blij mee. 4 In de hoeken kunnen vier planten worden geteeld, die de naburige plantvakken niet hinderen door over de randen te groeien. 4 Er moeten altijd twee plantvakken voorzien worden, want de zaailingen worden uitgedund en verplant.
Oogsten en bewaren Wanneer de rapen de grootte van een sinaasappel hebben, trekt u ze uit de grond. Zorg ervoor dat ze geoogst zijn vóór de eerste vriestemperaturen, want ze zijn niet vorstbestendig. De wortel wordt afgesneden van de bladeren en de steel. Deze groente kan tijdens de winter worden bewaard in een zandbed, op een koele, droge, donkere plaats. De geschilde koolrabi kan geraspt worden om rauw te verwerken in salades. U kunt de raap en de overigens heel lekkere bladeren ook koken en bereiden.
- botanische naam: Zea Mays, verschillende variëteiten - familie: Poaceae - Eénjarig - groentesoort:
30 cm
Aanaarden Tijdens de opgroei van het gewas moet u de aarde regelmatig tegen de bolvormige stengel aandrukken opdat deze zou groeien. Bij elke ophoping van aarde moet u ook altijd een kuiltje voorzien waarin u de plant kunt begieten en waardoor de aanaarding niet verloren gaat.
Dit graangewas wordt in de moestuin geoogst en gegeten in de vorm van suikermaïs of pofmaïs. De vele varianten hebben graankorrels met uiteenlopende kleuren (geel, rood, bruin, enz.). Een plant produceert één tot twee aren. Het is de enige groente van deze botanische familie die de teelt van andere gewassen, rondom, voor of na haar vergemakkelijkt.
m
Schoffelen en begieten Om de bodem steeds koel te houden, moet u het gewas regelmatig besproeien, voornamelijk tijdens de hete, droge hoogzomerdagen. Zo niet zal de koolrabi openbarsten, draderig worden en bijgevolg niet meer eetbaar zijn. Om de grond goed doorlaatbaar te maken, is het aangewezen even te schoffelen vooraleer u gaat begieten.
mmm
Teeltzorg
Maïs
● ●
●
●
●
●
●
30 cm Periode dat het plantvak in gebruik is 4 tot 5 maanden na het zaaien Rotatietijd 4 jaar
G
Klein tuintje en balkon
zaaien of planten?
Suikermaïs wordt in afzonderlijke potten gezaaid en verplant in bloemperken. Hij brengt verticale esthetica tussen de sierplanten en geniet mee van het aan hen toegediende water. Hij kan erg goed geteeld worden in hoge bloembakken van 40 cm, samen met bonen (zie de volgende bladzijde).
Het is een plant die zelf gezaaid moet worden door middel van biozaad. De zaden zijn groot en het zaaien is uiterst gemakkelijk. Kinderen proberen dit graag uit en zijn gefascineerd door de maïspluim en de maïsharen in de wind.
105
maïs
Teeltzorg 4 Uitdunnen Als de jonge planten 20 tot 30 cm groot zijn, wordt er slechts één behouden: de sterkste. De anderen worden voorzichtig ontworteld met behulp van een verplantschopje en de stevigste daarvan opnieuw geplant in een ander plantvak. Ze worden iets later geoogst, zodat de oogst goed gespreid wordt.
12
4 Aanaarden De planten ontkiemen op de bodem van de zaaikuiltjes en de grond wordt langzaamaan gedicht op ze te onderhouden. Anders komen hun wortels uit de grond en breken de planten af bij de minste windstoot (met het risico op andere plantvakken te vallen).
34
r
5
Zaaien
Opmerking Deze groente houdt niet van zware bodems en is ideaal om een moestuin mee te beginnen. Hij is immers tevreden met een goede grond, zonder dat die verrijkt is met compost. De volgende jaren, in een goede, humusrijke grond, zal hij zich helemaal op zijn gemak voelen.
1 en 2 Schoffel het plantvak goed diep om de bodem te verbrokkelen en verwijder alle steentjes en wortels (dit om het onderhoudswerk te verminderen, vooral als het plantvak zich in het midden bevindt). Een spitvork is niet nodig: de groente wordt in het begin van het seizoen gezaaid en de zaaibedden werden normaal voorbereid (zie p. 45 en 60). 3 Graaf 3 zaaikuiltjes van 7 cm en houd een onderlinge afstand van 30 cm.
4 Leg op de bodem van elk zaaikuiltje 3 tot 4 zaadjes. 5 Bedek de granen met 1 cm aarde, maar gooi ze nog niet helemaal dicht. Begiet met een sproeiertje.
Kneepjes van de tuinman
zaaien in zaaikuiltjes
‘Zaaikuiltje‘ is de naam die aan kuiltjes gegeven wordt waarin tegelijkertijd meerdere zaden worden gedaan. Dit is het geval voor bieten, waarbij de zaaikuiltjes net zo diep worden gegraven dat de zaden met aarde bedekt worden tot vlak boven de grond. Voor staakbonen en suikermaïs zijn ze dieper (7 tot 10 cm) en worden de zaden bedekt, maar worden de kuiltjes niet volledig gedicht: de groenten ontkiemen en daarna wordt de grond langzaamaan bedekt om die aan te aarden, om het groeien van wortels en het onderhoud te behelpen. 106
> In de moestuin van Marie Een origineel idee van Pierre om de plaats optimaal te benutten: de laatste staakbonen in juli vlakbij de maïs zaaien die al ingeplant werd en de bonen staken geeft.
4 Bedekken met strooisel en begieten Deze groente kan niet goed tegen droogte. U moet regelmatig begieten om de bodem fris te houden en het strooisel helpt hierbij (afgemaaid gras, gehakseld snoeihout, klaver).
Oogsten en bewaren Maïs wordt geoogst wanneer de maïspluim uitgedroogd is. Open de aren half en duw met uw nagels in de zaadkorrels. Als er een melkachtig sap uitkomt, is de maïs klaar om te oogsten. De stelen en bladeren mogen eraan blijven in de winter: ze bieden een schuilplaats aan insecten. Vóór consumptie verwijdert u de bladeren en de pluim. Suikermaïs wordt in water gekookt of gestoomd (en kan zo worden ingevroren). Hij is ook heerlijk op de barbecue of op een vuurtje. Pofmaïs wordt in olie gedrenkt om popcorn te maken.
Elke plant wordt een mannelijke plant, terwijl er op de steel vrouwelijke bloemen groeien. De bevruchting kan plaatsvinden dankzij de wind of door regelmatig schudden door de tuinier. De maïspluim is de naam die gegeven wordt aan de haren van de vrouwelijke bloemtrossen, die een rode of bleekgele kleur hebben, naargelang de soort. 107
Rode Biet
Rode Biet De rode biet behoort tot dezelfde botanische soort als de snijbiet (p. 164), met het verschil dat de eerste een vlezige, gekleurde wortel heeft om van te smullen, vaak ‘raap‘ genoemd. De jonge blaadjes zijn eetbaar, net als die van de snijbiet. De biet is gemakkelijk te zaaien, vraagt weinig verzorging en zorgt voor een heel goede opbrengst in een vierkante moestuin. De oogst gebeurt in een handomdraai en is gespreid tot aan de herfst.
Het plantvak kiezen - plaatsing: - hoogte van de plant: 40 cm - bodem: L icht en gedraineerd Fris en rijk aan humus
a
Welk seizoen?
Aantal en plaatsing
winter F M
Binnen zaaien, daarna onder afdak Zaaien in volle grond Oogsten
9 later 5 15 cm
J
● ● ●
A
lente M J
J
zomer A S
O
herfst N D
mmm
- botanische naam: Beta vulgaris - familie: Chenopodiaceae - Tweejarig, jaarlijks geteeld - groentesoort:
GG
@@@@@
Plaatsing
● ● ●
4 De rode biet is een groente die zich aan iedere situatie in een vierkante moestuin aanpast: - ze groeit goed naast alle andere groenten - ze heeft graag licht, maar u kunt ze ook in een vak planten dat deels in de schaduw ligt.
● ● ●
15 cm Periode dat het plantvak in gebruik is 4 tot 5 maanden na het zaaien
4 Houd best twee plantvakken vrij voor de biet: wanneer het ene vak dan uitgedund wordt, kunnen de uitgetrokken plantjes in het andere gezet worden.
Rotatieduur 3 jaar
{
G
m
ZAAIEN OF PLANTEN? Bieten zaaien is echt gemakkelijk. Aangezien de zaadkorrels vrij groot zijn, kunt u ze één voor één inzaaien. Bieten zijn ook ideaal om kinderen vertrouwd te maken met tuinieren met een grote, ronde groente die u letterlijk uit de grond zal zien komen. De plantjes die na het uitdunnen overgeplaatst zijn, hebben meer tijd nodig om te ontwikkelen. Dat is ook de reden waarom de plantjes onder een afdak gezaaid worden in afzonderlijke potten en pas na een halve maand tot één maand geplant worden met de grond waarin ze ontkiemd zijn, omdat ze dan minder verstoord worden.
KLEINE TUIN EN BALKON
Mijn planning De biet is ideaal als tussengewas (foto rechterpagina): voor een latwerk dat later een komkommerof augurkenplant moet ondersteunen. Die bieten zijn rijp voordat het loof van de komkommer- of augurkenplanten volledig ontwikkeld is. Ze zullen elkaar dus niet hinderen. Na de pluk in augustus, zet ik nog twee kleine slaplantjes op die plaats. Nadien laat ik het vak braak liggen want de biet is een vrij veeleisende plant.
Deze groente kan geteeld worden in verhoogde plantvakken, in goede tuinaarde met humus. 132
133
Het plantvak kiezen - blootstelling: - planthoogte: 20 cm - bodem: Licht en los koel en humusrijk Aantal en plaatsing 5 later 4
Een waaier aan soorten, die per vijf in één plantvak passen en weinig onderhoud vragen: in de zomer oogsten we snijsla, in het voor- en najaar de Romeinse sla; andere variëteiten zoals eikenbladsla en krulsla worden dan weer in het voorjaar en de zomer geoogst. Ze kleuren groen en rood, zijn glad of krullen lichtjes, voelen zacht, stevig of robuust aan, maar allemaal zijn ze overheerlijk!
Welk seizoen?
J
Gezaaid in kwekerij, daarna in broeikas Planten Oogsten
winter F M
A
lente M J
J
zomer A S
O
herfst N D
mmmmmmmm
- b otanische naam: Lactuca sativa, verschillende variëteiten - familie: Asteraceae - Eénjarig - groentesoort:
Sla
Sla
GGGGGGG
@@@@@@@@@@@@
25 cm
Planning ●
● ●
●
●
25 cm Periode dat het plantvak in gebruik is 1 tot 5 maanden Rotatietijd 1 jaar (twee culturen per jaar op hetzelfde vierkant)
4 Sla vraagt niet veel meer dan een humusrijke bodem. Samen met de radijsjes kunnen ze als ‘joker‘ ingezet worden omdat u er in elk plantvak mee terecht kunt, zelfs in de schaduw. 4 Plantvakken in het midden zijn echter niet zo praktisch voor de tuinier omdat u er toch regelmatig moet kunnen schoffelen. 4 Er moet wel rekening gehouden met de gewassen in de vakken ernaast (zoals bijvoorbeeld kolen of bonen) die hinderlijk kunnen zijn voor de sla.
G
m
zaaien of planten? De kiemtemperatuur bedraagt 5°C, waardoor u reeds vroeg kunt beginnen zaaien in een broeibak die zich ergens in een hoek van de moestuin bevindt. Daarmee worden de zaailingen enerzijds beschermd tegen weekdieren, die er tuk op zijn, en anderzijds blijven ze in de zomer beschut tegen hoge temperaturen, die hun ontkieming belemmeren. Het zaaien van de passende variëteiten volgens seizoen blijkt wel een hele opdracht. De eenvoudigste oplossing is plantjes te kopen bij een kweker of tuinder en zo verschillende soorten en variëteiten te leren kennen. 140
{ Mijn visie op de planning Eenvoudig en doeltreffend: ik laat sla en radijzen elkaar twee maal opvolgen op een en hetzelfde plantvak. Het zijn twee verschillende families: sla is van het ‘bladtype‘ en radijzen behoren tot het ‘worteltype‘ en beide zijn niet veeleisend voor de bodem. U moet altijd minstens vier plantvakken reserveren, waarvan er twee ingenomen zijn door sla. Dankzij dit rotatiesysteem kunt u continu sla oogsten en bijgevolg ook radijsjes, die zich in de 2 andere plantvakken bevinden. Vanaf augustus onderbreek ik deze cyclus en vervang ze door najaars- of wintergroenten, zoals kolen en prei. 141