Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Coördinatie / afdeling open lucht Ieperseweg 87, 8800 RUMBEKE tel. 051/27 32 00 - fax 051/24 00 20 e-mail :
[email protected]
Afdeling beschutte teelten Karreweg 6, 9770 KRUISHOUTEM tel. 09/381 86 86 - fax 09/381 86 99
[email protected]
VERSLAG IMPLEMENTATIE BIOZAAD
Rassenproef bloemkool vroege zomer biologische teelt proefnummer: BT04BLK_RAS01 periode: vroege zomer, maart - juli 2004 regio: West-Vlaanderen
Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en de Administratie Land- en Tuinbouw van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en wordt uitgevoerd i.s.m. Belbior
VERSLAG
BT04BLK_RAS01
Deze publicatie is is verkrijgbaar op aanvraag bij PCBT v.z.w.
© Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt v.z.w. 2004 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van PCBT v.z.w. De tabellen en figuren uit deze uitgave kunnen worden gebruikt voor publicaties op voorwaarde dat de bron duidelijk vermeld wordt. PCBT v.z.w. stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele negatieve gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van de voorgestelde resultaten van dit onderzoek.
VERSLAG
BT04BLK_RAS01
Rassenproef bloemkool vroege zomer biologische teelt F. TEMMERMAN, J. RAPOL & L. DELANOTE 1
1
Situering .................................................................................................................................................................................... 2
2
Proeftechnische gegevens ........................................................................................................................................... 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Het proefterrein .............................................................................................................................................................. 2 Bodemkarakteristieken ............................................................................................................................................... 2 Het proefplan ................................................................................................................................................................... 3 De teeltverzorging .......................................................................................................................................................... 4 Teeltverloop ...................................................................................................................................................................... 4
3
Proefobjecten ........................................................................................................................................................................ 5
4
Waarnemingen en beoordelingen .......................................................................................................................... 5 4.1 4.2
5
Resultaten en bespreking ............................................................................................................................................. 5 5.1 5.2 5.3
6
1
Veldwaarnemingen ........................................................................................................................................................ 5 Metingen en beoordelingen bij oogst .................................................................................................................... 5
Algemeen teeltverloop ................................................................................................................................................. 5 Beoordeling gewas ........................................................................................................................................................ 6 Opbrengstresultaten en beoordeling koolkwaliteit .......................................................................................... 6
Besluiten ................................................................................................................................................................................ 10
Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt v.z.w., Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke
1
VERSLAG
1
BT04BLK_RAS01
Situering
Sinds 1 januari 2004 is een nieuwe Europese regelgeving inzake gebruik van biozaad (EG-verordening 1452/2003) van kracht. Uitgangspunt blijft dat maximaal gebruik moet gemaakt worden van de rassen die biologisch worden aangeboden. Wanneer duidelijk is dat voor een bepaald gewas geen (geschikt) biologisch alternatief voorhanden is, kan vooralsnog ontheffing worden verkregen. Om een degelijk ontheffingsbeleid te realiseren, moet in de eerste plaats meer helderheid worden gebracht voor welke gewassen nog geen kwalitatief goede rassen biologisch beschikbaar zijn. Het huidige bekende rassenaanbod voldoet echter in veel gevallen nog niet. Binnen het demonstratieproject ‘Implementatie biologisch zaaizaad’ met financiële steun van de Europese Unie en de Administratie Land- en Tuinbouw van het Vlaamse Ministerie voerde PCBT in 2004 biologisch rassenonderzoek uit in diverse groentegewassen. De demoproeven werden op diverse locaties aangelegd en hebben in hoofdzaak tot doel de kwaliteit en gebruikswaarde van het (potentieel) biologisch rassenaanbod te beoordelen.
2
Proeftechnische gegevens
2.1
Het proefterrein
Proefveldhouder: Proefbedrijf PCBT, Gabriëlstraat 11, 8800 Rumbeke - Beitem Het proefperceel was ingesloten in het praktijkperceel met als hoofdras Cassius (Bejo). De voorteelt in 2003 was zomertarwe met onderzaai klaver.
2.2
Bodemkarakteristieken
De grondstalen voor een standaard- en stikstofanalyse werden op 27 februari genomen. Tabel 1 en 2 geven de uitslagen van deze ontledingen. Tabel 1: Ontledingsuitslagen en beoordeling - perceel bloemkool, 2727-febfeb-04 * Bepaling Grondsoort
Uitslag
Beoordeling
Streefzone
ontleding 35
--- - ---
Lichte leem
pH-KCl
6.4
6.5 – 7.0
Tamelijk laag
C in % (humus)
1.2
1.2 – 1.6
Normaal
Fosfor (P)
53
13 – 20
Hoog
Kalium (potas) (K)
22
15 – 22
Normaal
Magnesium (Mg)
16
9 – 15
Tamelijk hoog
Calcium (Ca)
127
175 – 385
Tamelijk laag
Natrium (Na)
3.6
3.4 – 6.6
Normaal
---
--- - ---
Boor (B)
Tabel 2: Reserve aan minerale stikstof (staalname 2727-febfeb-04) * Diepte in cm
Nitrische stikstof in kg NO3-N/ha
Amoniakale stikstof in kg NH4-N/ha
0 – 30
11.5
13.2
30 – 60
7.5
14.6
60 – 90
5.9
10.0
Bemestingsadvies: 230 kg N/ha * Analyses uitgevoerd door Bodemkundige Dienst van België v.z.w. (Heverlee,mrt-04)
2
VERSLAG
2.3
BT04BLK_RAS01
Het proefplan
2.3
3.2
4.3
1.8
2.6
3.7
4.6
1.7
2.4
3.9
4.4
1.6
2.2
3.3
4.9
1.5
2.9
3.1
4.7
1.4
2.1
3.8
4.2
1.3
2.8
3.5
4.5
1.2
2.5
3.6
4.8
1.1
2.7
3.4
4.1
=14 pl x 51 cm
1.9
=1 pl ontbreekt tussen elk ras
De proef werd aangelegd in 4 parallellen, met in totaal 9 rassen (Tabel 3). Van elk ras werden 4 rijen van 14 planten geplant. Het ontwerp van het proefplan is weergegeven in Fig. 1.
= 4 rijen x 70 cm
Fig. 1: Het demonstratieve proefplan van de rassencollectie rassencollectie in vroege zomerteelt bloemkool – Beitem, 2004
3
VERSLAG
2.4
BT04BLK_RAS01
De teeltverzorging
Alle werkzaamheden met betrekking tot de aanleg van de proef, de uitgevoerde waarnemingen en het oogsten gebeurden door het personeel van het PCBT v.z.w. De bedrijfsleider stond in voor het onderhoud van het proefperceel gedurende de periode van zaai tot oogsten. Dit gebeurde volgens de goede landbouwpraktijk en conform het lastenboek voor biologische teelt. Onderstaande geeft een overzicht weer van de uitgevoerde teeltbewerkingen.
2.5
Teeltverloop
bemesting 30-mrt-04 13-apr-04 14-apr-04
30 ton/ha runderstalmest 700 kg Haspargit (15% K2O) 3000 kg Mg-kalk (Vitakal – 50% zbw) 30 ton/ha runderdrijfmest
zaaien 19-mrt-04
in persblokjes van 4 x 4 cm
planten 4-mei-04 6-mei-04
plantafstand 70 x 51 cm herhaling 4
onkruidbestrijding 24-mei-04 26-mei-04 3-jun-04 15-jun-04
schoffelen met vingerwieders schoffelen met verkruimelrolletjes om kluiten te breken schoffelen met kleine aanaardmessen aanaarden
gewasbescherming 4 - 24-mei-04 11-jun-04
afgedekt met acryldoek 1 l/ha lookextract tegen duiven
beregening 8-jun-04 9-jun-04 19-jun04 30-jun-04 5-jul-04
± 15 l/m² ± 15 l/m² ± 15 l/m² ± 15 l/m² ± 15 l/m²
oogst Er werd 3 maal/week geoogst van 14-jun tot 22-jul-04.
4
VERSLAG
3
BT04BLK_RAS01
Proefobjecten
Tabel 3: Overzicht van de beproefde rassen nr. Zaadhuis
Ras
Bio
1
Nickerson-Zwaan
Amsterdam-F1
NCB
2
Bejo Zaden B.V.
Cassius-F1
BIO NCB
3
S&G
Cortes
4
Vitalis Biologische Zaden B.V.
E 51.129-F1
NCB
5
Hild-Nunhems
Neckarpele
NCB
6
Clause Tezier
Nemo-F1
NCB
7
Nickerson-Zwaan
NiZ 10-175 -F1
NCB
8
Bejo Zaden B.V.
Stargate
NCB
9
Bingenheimer Saatgut AG
Odysseus
BIO
4
Waarnemingen en beoordelingen
4.1
Veldwaarnemingen
Gedurende de teelt worden waarnemingen verricht op gewaskenmerken (gewasstand, uniformiteit, loofmassa, zelfdekbaarheid, …).
4.2
Metingen en beoordelingen bij oogst
Bij oogst worden alle geoogste kolen per veldje geteld en gewogen en de sortering bepaald (er wordt gestreefd naar 7 stuks/kist). Verder werden uiterlijke kwaliteitskenmerken beoordeeld zoals koolvorm, kleur, vastheid, …
5
Resultaten en bespreking
5.1
Algemeen teeltverloop
Het proefperceel lag op leemgrond met een tamelijk lage pH en een normaal koolstofgehalte (zie Tabel 1). Als onderhoudsbemesting werd 30 ton/ha runderstalmest toegediend en 3000 Mg-kalk. Verder werd bijbemest met 700 kg haspargit. Op 14 april werd aanvullend nog 30 ton drijfmest toegediend. De rassen werden op 19 maart gezaaid in persblokjes en opgekweekt door plantenkwekerij De Koster. Op 4 mei werden ze machinaal uitgeplant op het proefperceel op een plantafstand van 70 x 51 cm. Door een plotse zware regenbui tijdens het planten evolueerden de plantomstandigheden van gunstig naar slecht. Daarom werd de vierde herhaling pas 2 dagen later geplant. Direct na planten werden de plantjes afgedekt met acryldoek. Bij het verwijderen van het doek op 24 mei, bleek er reeds veel plantuitval te zijn. De natte omstandigheden tijdens en na het planten leidde algemeen tot zeer veel uitval in het perceel. Veel planten waren aangetast door zwartpoten (Rhizoctonia solani) terwijl andere later sneuvelden tijdens het schoffelen, dit vanwege de grote kluiten die waren achtergebleven na planten. Reeds verzwakte planten kregen daarenboven te maken met vraatschade door duiven en maden van de koolvlieg. De druk van rupsen bleef beperkt zodat geen bestrijding nodig was. Op 14 juni werd gestart met de oogst en op 22 juli werden de laatste kolen gesneden. Er werd een regelmaat van drie maal oogsten in de week aangehouden.
5
VERSLAG
5.2
BT04BLK_RAS01
Beoordeling gewaskenmerken
Tabel 4 geeft de resultaten weer van de veldbeoordeling op 17 juni. De hybriden Cortes (S&G), Nemo (Clause) en NiZ 10-175 (Nickerson-Zwaan) gaven hierbij algemeen de beste indruk. Deze rassen kenden een relatief goede gewasstand en toonden een donkere bladkleur, een opgerichte groeiwijze en zeer goede zelfdekbaarheid. Cortes sprong daarbij meest in het oog met een zeer donker, sterk gekruld en mooi opgericht blad en de meest uniforme gewasstand. Ook Amsterdam (Nickerson-Zwaan) haalt algemeen goede scores in het veld, maar lijkt minder uniform. Cassius (Bejo) en E 51.129 (Vitalis) tonen eveneens een goede gewasstand en typeren zich door grote effen, goed opgerichte bladeren. Op zelfdekbaarheid scoren beide rassen iets minder goed dan de toprassen. De zaadvaste rassen Neckarpele (Hild) en Odysseus (Bingenheimer), alsook de hybride Stargate (Bejo) scoren onvoldoende op gewasontwikkeling. Dit vooral wegens de bleke bladkleur, de open bladstand en daardoor zeer slechte zelfdekbaarheid.
5.3
Opbrengstresultaten en beoordeling koolkwaliteit
De resultaten zijn weergegeven in Tabel 5 en 6. Door de slechte stand (zie boven 5.1) werd besloten om de buitenste blokken niet meer te oogsten voor proef. Deze beperkte oogst maakt dat de resultaten slechts indicatief en statistisch minder betrouwbaar zijn. Wegens de sterke uitval zijn de opbrengsten algemeen zeer laag. De significante verschillen in percentage uitval (zie Tabel 5) zijn vooral te wijten aan de uitval bij oogst door boorders. Deze verschillen vinden we ook terug in de opbrengstcijfers. Naar opbrengst en kwaliteit komen zowel Cortes (S&G) als Nemo (Clause) naar voor als toprassen. Beide geven een zeer hoog percentage kolen in klasse I en een hoogkwalitatieve kool die zeer goed presenteert dankzij een mooie bladkrans. Cortes geeft daarbij een significant hoger stukgewicht dan Nemo (zie Tabel 5). Een ander belangrijk verschil tussen deze toprassen is de oogstduur die bij Nemo meer dan 10 dagen langer was dan bij Cortes. Ook de twee rassen van Nickerson-Zwaan, Amsterdam en NiZ 10-175 mogen bij de top genoemd worden met eveneens een relatief hoge en kwalitatieve opbrengst. De kolen zijn zeer vast, hebben een mooie vorm en goed stukgewicht (zie Tabel 6). In tegenstelling tot Cortes en Nemo vertoont Amsterdam wel dikke bladstelen, wat minder goed presenteert in de bak en wat meer snijwerk vergt bij het oogsten. Verder was Amsterdam in deze proef het ras met de kortste oogstduur (20 dagen). Naar het einde van de oogst toe bleek het wat gevoeliger voor schift. Cassius (Bejo) haalt een goede opbrengst en een behoorlijke kwaliteit maar heeft een wat grovere en bonkige kool. Het nummer E 51.129 van Vitalis behaalde in deze proef, in tegenstelling tot vorig jaar, een lagere kwalitatieve opbrengst. Veel kolen waren misvormd en niet symmetrisch. Een mogelijke oorzaak hiervan is inwendige rot, dat uiterlijk niet altijd zichtbaar is. De oogstduur van dit ras was vrij lang (31 dagen). Neckarpele (Hild), Stargate (Bejo) en Odysseus (Bingenheimer), de drie vroegste rassen in deze proef, scoorden ook bij oogst onvoldoende. Het grote aandeel boorders bij deze rassen zorgde voor een significant lagere opbrengst. Ook de kwaliteit was niet naar behoren.
6
VERSLAG
BT04BLK_RAS01
Tabel 4: Veldkenmerken van de bloemkoolrassen vroege zomer (beoordeling 1717-jun) – Beitem, 2004
Cultivar
Zaadhuis
Bio
Stand
Bladkleur
massa
Uniformiteit grootte
AMSTERDAM-F1
Nickerson-Zwaan
NCB
4,5
a
7,4
b
5,0
ab
5,3
CASSIUS-F1
Bejo Zaden B.V.
BIO
4,5
a
7,0
bc
4,8
ab
6,4
CORTES-F1
S&G
NCB
6,0
a
8,5
6,1
a
4,8
ab
E 51.129-F1
Vitalis Biologische Zaden B.V
NCB
4,1
NECKARPELE
Hild-Nunhems
NCB
1,9
NEMO-F1
Clause Tezier
NCB
5,1
bc a
7,1
a b
6,0
d
7,8
ab b
b a b
groeiwijze
krulling 7,0
b
4,0
7,0
b
7,8
a
6,1
bcde
5,0
7,1
b
7,0
a
7,5
7,9
8,0
a
6,9
a
8,0
a
a
5,3
ab
6,6
5,9
de
5,5
7,0
4,0
b
4,9
b
5,4
e
6,0
5,4
4,6
ab
4,9
b
7,0
6,0
7,5
ab b
a
b
NiZ 10-175-F1
Nickerson-Zwaan
NCB
4,3
a
7,5
5,5
ab
6,1
6,8
bc
5,0
7,0
STARGATE-F1
Bejo Zaden B.V.
NCB
3,6
abc
6,3
cd
4,3
b
4,8
b
6,5
bcd
7,0
6,3
ODYSSEUS
Bingenheimer Saatgut AG
BIO
1,6
c
5,6
d
5,0
ab
5,0
b
6,3
bcd
7,0
5,3
a
Zelfdekbaarheid
b d
c d
3,5 7,5
a
7,8
a
2,8
b
2,5
b
Gemiddelde
4,0
7,0
4,9
5,4
6,5
6,7
6,0
K.W.V. aan P0,01
2,9
1,1
1,9
1,1
1,1
0,8
2,1
2,2
0,8
1,4
0,8
0,8
0,6
1,6
37,7
8,0
19,4
10,1
8,3
6,0
18,2
K.W.V. aan P0,05 V.C. (%) F-waarde
Quotering:
3,7
1= 9=
Z.S.
zeer slecht zeer goed
10,5
bleek donker
Z.S.
1,8
weinig veel
N.S.
7,6
klein groot
Z.S.
8,0
effen gekruld
Z.S.
20,5 Z.S.
heterogeen uniform
open groei gesloten
b
18,4 Z.S.
zeer slecht zeer goed
7
VERSLAG
BT04BLK_RAS01
Tabel 5: Opbrengsten van de bloemkoolrassen (geplant 44-mei, oogst van 1616-jun tot 2222-jul) – Beitem, 2004
Cultivar
Zaadhuis
Bio
50 % oogst aantal dagen na poten
AMSTERDAM-F1
Nickerson-Zwaan
NCB
69
Oogstspreiding dagen 20
Opbrengst 1
Stukgewicht
kg/are
g
Uitval op het veld 3
Sortering % 2 Klasse I
Klasse II
214
a
1317
ab
93
a
5
%4
Klasse III e
2
a
41
cd
CASSIUS-F1
Bejo Zaden
BIO
69
24
167
a
1237
abc
81
ab
15
cde
4
a
52
bcd
CORTES-F1
S&G
NCB
73
17
162
a
1498
a
90
a
8
de
2
a
59
bcd
E 51.129-F1
Vitalis Biologische Zaden
NCB
65
31
149
ab
1093
bc
68
8
a
51
bcd
NECKARPELE
Hild-Nunhems
NCB
62
35
73
1014
bc
29
NEMO-F1
Clause Tezier
NCB
69
29
200
a
1143
bc
92
a
8
NiZ 10-175-F1
Nickerson-Zwaan
NCB
66
15
193
a
1133
bc
78
ab
20
STARGATE
Bejo Zaden
NCB
52
35
82
bc
1045
bc
37
d
42
ODYSSEUS
Bingenheimer Saatgut
BIO
59
25
33
c
968
c
50
cd
38
c
Gemiddelde
141,5
1,2
K.W.V. aan P0,01
103,3
0,4
K.W.V. aan P0,05
70,9
0,3
V.C. (%)
21,8
10,7
F-waarde
8,6
1
Rupsschade werd buiten beschouwing gelaten
2
Percentage van de geoogste kolen
3
Algemeen veel uitval wegens slechte omstandigheden bij het planten + uitval door boorders
4
Percentage van de geplante kolen
Z.S.
3,6
bc d
10,31 S.
14,42 Z.S.
24 58
bcd
13
a
74
de
0
a
38
d
bcde
0
a
38
d
ab
14
a
71
abc
abc
13
a
88
a
a
23,67 6,62 Z.S.
59,55 1,38 N.S.
ab
14,42 4,73 S.
8
VERSLAG
BT04BLK_RAS01
Tabel 6: Beoordeelde koolkwaliteit van de bloemkoolrassen vroege zomer – Beitem, 2004
Cultivar
Zaadhuis
AMSTERDAM-F1
Nickerson-Zwaan
Bio
Vorm
Kleur
Vastheid
Schift
Grofheid
Losse bloemhoofdjes
Bonkigheid
NCB
7
7
8
7
7
8
7
CASSIUS-F1
Bejo Zaden B.V.
BIO
7
7
8
9
6
8
6
CORTES-F1
S&G
NCB
7
7
7
9
7
7
8
E 51.129-F1
Vitalis Biologische Zaden B.V.
NCB
8
7
6
8
7
7
6
NECKARPELE
Hild-Nunhems
NCB
6
6
6
7
6
7
6
NEMO-F1
Clause Tezier
NCB
7
8
7
9
7
8
8
NiZ 10-175-F1
Nickerson-Zwaan
NCB
8
8
8
9
7
8
7
STARGATE-F1
Bejo Zaden B.V.
NCB
6
5
6
7
8
7
7
ODYSSEUS
Bingenheimer Saatgut AG
BIO
6
7
5
8
7
6
7
platovaal hoogrond
geel wit
los vast/gesloten
zeer veel geen
zeer grof zeer fijn
veel geen
sterk bonkig niet bonkig
Quotering:
1= 9=
9
VERSLAG
6
BT04BLK_RAS01
Besluiten
De twee beste rassen die in deze proef naar voor kwamen zijn Cortes (S&G) en Nemo (Clause). Beide geven een zeer hoog percentage kolen in klasse I en een hoogkwalitatieve kool die zeer goed presenteert dankzij een mooie bladkrans. Ook Amsterdam en NiZ 10-175 behoren tot de top. Ze haalden eveneens een goede opbrengst met zeer vaste en weinig bonkige kolen. Minpuntje bij Amsterdam zijn de dikke bladstelen wat minder goed presenteert. In het veld toonden al deze hybriden een relatief goede en opgerichte gewasstand, een donkere bladkleur en zeer goede zelfdekbaarheid. Cortes sprong daarbij meest in het oog met een zeer donker, sterk gekruld en mooi opgericht blad en de meest uniforme gewasstand. Cassius (Bejo) en E 51.129 (Vitalis) lieten een algemeen goede gewasgroei zien maar scoren iets minder op zelfdekbaarheid dan de toprassen. Cassius (Bejo) heeft verder een goed en kwalitatief opbrengstpotentieel met een wat grovere en meer bonkige kool. Het nummer E 51.129 van Vitalis behaalde in deze proef een lagere kwalitatieve opbrengst, niettemin bleek uit de resultaten van 2003 dat dit ras een goed opbrengstpotentieel biedt. Dit ras komt vanaf 2005 biologisch beschikbaar onder de naam Edith. Van de andere genoemde, goed bevonden rassen wordt enkel van Cassius biologisch zaad aangeboden. De zaadvaste rassen Neckarpele (Hild) en Odysseus (Bingenheimer), alsook de hybride Stargate (Bejo) scoren over de hele lijn onvoldoende. Wegens het grote aandeel boorders kunnen we besluiten dat deze rassen niet geschikt zijn voor de vroege zomerteelt.
10