AFNAMERICHTLIJNEN Voorbereiding patiënt
Positie o Bloedafname gebeurt bij voorkeur in liggende positie, nooit zittend zonder rugsteun of staand.
Nuchter onderzoek o Geen voedselinname vanaf 12 uur vóór de afname o Voedselinname kan bepaalde parameters beïnvloeden Stijging: glucose, fosfaat, ALT, kalium, triglyceriden Lichte stijging: urinezuur, totaal proteïne, calcium, cholesterol o Drinken van 1 glas water is toegestaan
Medicatie o Afname bij voorkeur vóór de inname van medicatie
Lichamelijke inspanning o Zware inspanning te vermijden vanaf 24 uur vóór de afname
Circadiane variatie o Maximale waarde tijdens: Ochtend: cortisol Namiddag: ijzer Nacht: renine, aldosteron, groeihormoon, PTH
Staalidentificatie
Verifieer bij staalafname steeds de identiteit van de patiënt.
Identificeer leesbaar en eenduidig elk staalrecipiënt met naam en voornaam van de patiënt. Initialen zijn het uiterste minimum!
Bij potjes met deksel dient de identificatie aangebracht te worden op het potje en niet op het deksel.
Het aanvraagdocument dient dezelfde eenduidige identificatie te vertonen als de stalen. Vermelding van de geboortedatum, geslacht, datum aanvraag en afname zijn wenselijk. Identificatiegegevens en handtekening van de aanvragende arts zijn noodzakelijk.
Stalen en/of aanvraagformulieren zonder patiëntidentificatie zijn onaanvaardbaar!
Verpakken en bewaren van stalen
Verwijder naalden en eventuele leidingen van de afnamebuizen en berg deze veilig op in een naaldcontainer. De aanwezigheid van naalden of andere “sharps” bij afgeleverde stalen is onaanvaardbaar!
Verifieer de correcte sluiting van alle staalrecipiënten om lekkage te voorkomen.
Pagina 1 van 6
Plaats de stalen en het overeenkomstige aanvraagformulier samen in een plastic zakje.
Verifieer dat alle noodzakelijke afnamerecipiënten aanwezig zijn.
Bewaar de afgenomen stalen in afwachting van het transport, op een droge plaats, bij voorkeur afgeschermd van het licht en bij kamertemperatuur.
Bepaalde analyses vergen specifieke bewaar- en transportcondities, zoals op ijs, afgeschermd van het licht en dergelijke. Deze specifieke condities staan vermeld op het aanvraagformulier en in de labogids.
Indien transport op ijs vereist is, dient vooraf het laboratorium verwittigd te worden, zodat aan de geschikte transportcondities kan voldaan worden.
Acceptatiecriteria stalen en aanvragen
Enkel correct afgenomen, geïdentificeerde en behandelde stalen komen in aanmerking voor analyse.
Onderstaande aanvragen zijn niet-conform: o Niet-geïdentificeerde of onleesbare aanvraagformulieren o Discrepantie tussen identificatie aanvraagformulier en stalen
Onderstaande stalen zijn niet-conform: o Niet-geïdentificeerde stalen o Discrepantie tussen identificatie aanvraagformulier en stalen o Foutief staaltype o Te lage vullingsgraad o Lekkende stalen o Onhygiënische of bevuilde stalen o Vervallen of beschadigde afnamerecipiënten
Non-conformiteiten worden geregistreerd in het labo.
In bepaalde gevallen (pediatrische afname, problematische afname, precieuze of unieke stalen) van non-conformiteit kan de verantwoordelijke klinisch-bioloog in overleg met de aanvrager besluiten om de stalen te aanvaarden voor analyse. In deze gevallen worden de resultaten onder voorbehoud gerapporteerd, met vermelding hiervan op het rapport.
Deze non-conformiteiten kunnen aanleiding geven tot het verwerpen van de stalen, het niet analyseren van bepaalde parameters of het niet rapporteren van resultaten.
Invloed van hemolyse, lipemie en icterie
Hemolytische stalen o o
Vrijstelling van intracellulaire componenten zoals hemoglobine, kalium, LDH en GOT, in het serum, door lekkage of beschadiging van de (rode) bloedcelmembraan. Suboptimale pre-analytiek is belangrijkste oorzaak van in vitro hemolyse Disruptie van rode bloedcellen bij moeilijke bloedafname Contaminatie tijdens bloedafname met ontsmettingsmiddel Stockage en transport bij te lage of te hoge temperatuur Groot tijdsinterval tussen bloedafname en analyse Pagina 2 van 6
o
Interferentie als gevolg van hemolyse Verhoging van intracellulaire componenten in het serum Chemische beïnvloeding van de analytische procedure Optische verstoring van bepaalde analyses door het vrij hemoglobine
o
Alle serumstalen worden spectrofotometrisch getest op de aanwezigheid van hemolyse. De mate van hemolyse en de potentiële interferentie op de verschillende analyses worden vermeld op het rapport.
o
Lipemische stalen o o o o
Troebeling van het serum of plasma als gevolg van verhoogde lipoproteïneconcentraties. Meestal veroorzaakt door voedselinname 6-12 uur vóór de bloedafname. Minder frequente oorzaken zijn dyslipidemie en de infusie van lipiden. Naast lipiden kunnen tevens andere moleculen, zoals koude agglutininen en monoklonale immuunglobulinen, troebeling van het serum of plasma veroorzaken.
o
Interferentie als gevolg van lipemie Optische verstoring van bepaalde analyses Volumedepletie-effect bij indirecte potentiometrie Vals verlaagde natrium- en kaliumconcentraties
o o
Alle serumstalen worden spectrofotometrisch getest op troebeling. De mate van lipemie en de potentiële interferentie op de verschillende analyses worden vermeld op het rapport.
Icterische stalen o
Verkleuring van het bilirubineconcentratie.
serum
of
plasma
als
gevolg
van
een
verhoogde
o
Interferentie als gevolg van icterie Optische verstoring van bepaalde analyses (spectrale interferentie). Chemische interferentie door competitieve binding door of reactie met het bilirubine bij bepaalde analyses.
o o
Alle serumstalen worden spectrofotometrisch getest op de aanwezigheid van icterie. De mate van icterie en de potentiële interferentie op de verschillende analyses worden vermeld op het rapport.
Werkwijze bloedafname
Selecteer de plaats van venapunctie. o De oppervlakkige venen in de antecubitale regio krijgen de voorkeur o De venen op de handrug vormen een degelijk alternatief o Vermijd punctie ter hoogte van littekens, huidlaesies of hematomen o Punctie aan de zijde van een mastectomie is verboden!
Span de knelband aan ter hoogte van het midden van de bovenarm. Beperk de tijdsduur van het afklemmen tot ongeveer 1 minuut. Langdurige afklemming kan een invloed hebben op bepaalde bloedparameters, zoals kalium, calcium, albumine en lactaat. Pagina 3 van 6
De patiënt kan een vuist maken om de oppervlakkige armvenen beter te visualiseren. Het pompen van de vuist wordt echter afgeraden.
Ontsmetting van de punctieplaats o Gebruik ontsmettingsalcohol en ontsmet met een circulaire beweging van centraal naar perifeer o Laat de alcohol volledig verdampen vooraleer tot punctie over te gaan o Bij venepunctie voor ethanolbepaling dient een niet-alcoholisch ontsmettingsmiddel gebruikt te worden.
Gebruik bij voorkeur afnamebuizen met vacuümsysteem. Afname met droge spuit wordt afgeraden!
De knelband wordt bij voorkeur reeds verwijderd tijdens het vullen van de eerste buis.
Bij gebruik van een vleugelnaald, dient bij het afnemen van een citraatbuis, het afnamesysteem vooraf met bloed gespoeld te worden. Dit gebeurt door het vooraf afnemen van een “dummy buis” (bv. een serumbuis) die na de afname weggegooid wordt. Deze procedure wordt toegepast om contactivatie van de stolling in de citraatbuis te voorkomen.
Houd rekening met de minimale vullingsgraad van de afnamebuizen; vooral bij citraatbuizen is deze richtlijn van primordiaal belang. Bij onvoldoende vulling is er een suboptimale verhouding citraat/bloed die aanleiding kan geven tot verstoorde stollingsparameters. De optimale verhouding is 1 deel citraat op 9 delen bloed en wordt bekomen bij volledige vulling van de citraatbuis.
Respecteer de voorgeschreven afnamevolgorde:
Pagina 4 van 6
Meng de buizen na afname adequaat op door deze te inverteren (zie bovenstaand schema). 1 mengbeweging bestaat uit het volledig inverteren (2 x 180°) van de afnamebuis.
Verwijder de afnamenaald en deponeer deze in de naaldcontainer.
Stelp het eventuele nabloeden en dek de punctieplaats af met een pleister.
Werkwijze hemoculturen
Ontsmet de huid grondig met ontsmettingsalcohol om contaminatie met normale huidflora te voorkomen.
Laat de alcohol volledig verdampen vooraleer over te gaan tot venapunctie.
Per hemocultuurafname worden 2 afzonderlijke hemocultuurflessen afgenomen, respectievelijk de aërobe en de anaërobe cultuurfles.
De afname gebeurt door middel van een plastic spuit van 10 of 20 mL.
Pagina 5 van 6
Het afgenomen bloedvolume bepaalt mede de gevoeligheid van de hemocultuur. Het toevoegen van 5 mL bloed per hemocultuurfles is wenselijk. Indien onvoldoende bloed voor 2 hemocultuurflessen kan afgenomen worden, wordt voorrang aan de aërobe fles gegeven.
Hemocultuurflessen krijgen steeds voorrang op eventuele andere afnamerecipiënten, om contaminatie te voorkomen.
Werkwijze urinecollectie
Midstream urine o o o
Identificeer het urinerecipiënt met de patiëntengegevens op de wand van het potje (niet het deksel). Licht de patiënt in over het adequaat desinfecteren en het verwijderen van de eerste urinestroom. Sluit na afname het urinepotje zorgvuldig om contaminatie en lekkage te voorkomen.
24-uurs urinecollecte o o
o
Identificeer het urinerecipiënt met de patiëntengegevens op de wand van de container (niet het deksel). Licht de patiënt in over het correct collecteren gedurende 24 uur. De patiënt dient bij het starten van de 24-uurs collectie de blaas te ledigen. In de daaropvolgende 24 uur dient de patiënt steeds in de voorziene urinecontainer te urineren. Exact 24 uur na het starten van de collectie, moet de blaas een laatste maal in de urinecontainer geledigd worden. Sluit na afname de urinecontainer zorgvuldig om contaminatie en lekkage te voorkomen.
Werkwijze spermacollectie
Bij fertiliteitsonderzoek o o o o o o o
De collecte dient voorafgegaan door 3 dagen seksuele onthouding Net vóór de collecte dient een urinelozing te gebeuren Grondig wassen van de handen en de genitale streek met water en zeep Het staal mag enkel opgewekt worden door masturbatie Opvangen van het volledige ejaculaat in het daartoe voorziene recipiënt Het recipiënt op lichaamstemperatuur houden (bv. in jaszak) en binnen het uur na collecte op het laboratorium afleveren Duidelijke vermelding van de patiëntgegevens, het aantal dagen onthouding en het tijdstip van collecte.
Post-vasectomie onderzoek o o o
Een post-vasectomie spermaonderzoek is pas aangewezen vanaf 4-5 maand na de ingreep of na minstens 24 ejaculaties. Er is geen voorafgaande seksuele onthouding noodzakelijk. De werkwijze is benevens het bovenstaande analoog aan deze bij fertiliteitsonderzoek.
Pagina 6 van 6