GRATIS MAANDELIJKSE KRANT ROND NIEUWE (POP)MUZIEK DECEMBER 2006 - 24
EEN UITGAVE VAN (K-RAA-K) 3 VZW SCHELDESTRAAT 169 B-9040 GENT WWW.KRAAK.NET
ruis
BLACK FOREST / BLACK SEA PRATEN OVER PLATEN THE JULIE MITTENS PAUL FLAHERTY & CHRIS CORSANO
Edito.
B
ruis DECEMBER 2006 - NR 24
ij het verschijnen van de novembereditie van Ruis (#22), ontstond er op de kraakblog een discussie of het al dan niet verantwoord was het jazzgenre te coveren in ons magazine. Dit naar aanleiding van het artikel over de documentaire “Afijn” over Misha Mengelberg en het editoriaal over The Pan African People’s Arkestra. Twee belangrijke discussie-elementen die aan bod kwamen zijn de vraag naar het “buikgevoel” in het genre, en het feit dat jazz bij veel muziekliefhebbers nog altijd vastgeroest zit in haar academische benadering. Vooreerst wil ik meegeven dat het nog steeds de bedoeling van Ruis is om breder te gaan dan het palet waar (K-RAA-K)3 zich over ontfermt en dat bijgevolg geen enkel genre geschuwd mag worden. Jazz, en freejazz in het bijzonder, manifesteert zich steeds meer binnen de kringen van avontuurlijke muziekliefhebbers. Ik vind het dan ook een beetje achterhaald om het genre gelijk te stellen met haar stoffige academische imago. Zeker als het gaat om de twee bovengenoemde artikels. Meer nog, jazz is van oorsprong helemaal geen academische muziek, maar die connotatie is er doorheen de muziekgeschiedenis bijgekomen. Daarenboven is het zeker niet het enige genre dat aan zo’n evolutie onderhevig is (geweest). Neem bijvoorbeeld elektronica - waar (K-RAAK)3 ook veel aandacht aan schenkt - waarvan ook een hele academische vertakking bestaat, die het genre zeker niet bij
voorbaat schade toebrengt. De muzikanten die jazz hebben proberen loskoppelen van wat in de discussie “elitaire hobbyclubjes” genoemd worden, zijn legio en hun invloed is groot. De vrijheid die veel freejazzmuzikanten in hun muziek hebben gelegd (en nu nog steeds proberen leggen) gaat veel verder dan de opgeworpen vooroordelen. Bovenal reikt hun invloed verder dan het traditionele jazzpubliek. Zo beschrijft Aart-Jan Schakenbos van the Julie Mittens in dit nummer de invloed van de latere John Coltrane en Chris Corsano op zijn beurt die van Coltrane en Ornette Coleman - naast een hele reeks iconen uit andere genres. Niet bepaald eenzijdige muzikanten die verstard zijn in een of ander muzikaal patroon en een bewijs dat het genre ook in een DIY-context kan geplaatst worden (Denk ook aan The Ex). Bij jazz speelt de persoonlijke benadering een grote rol. Voor mij heeft het niets te maken met baarden en encyclopedieën, maar eerder met het volgens sommigen onbestaande buikgevoel. Ik vraag me dan ook af of het geen onwil is om dat buikgevoel te ervaren. Corsano’s soloset in kc Netwerk eerder dit jaar was voor mij een van de hoogtepunten van afgelopen concertjaar. Ook de platen van de drummer in duo met freejazzveteraan Paul Flaherty op Ultra Eczema en Family Vineyard zijn in 2006 niet onopgemerkt aan ons voorbijgegaan. Corsano speelt deze maand nogmaals in kc Netwerk en brengt voor de gelegenheid zijn saxbroeder mee. Hoog tijd om komaf te maken met vooroordelen. – Steve Marreyt
Verschijnt
maandelijks, behalve in juli en augustus. is een gratis uitgave van (K-RAA-K)3 vzw (K-RAA-K)3 vzw c/o Ruis Scheldestraat 169 9040 Gent Belgium T/F : +32 92199143 www.kraak.net
[email protected] Een abonnement kost 8 euro, een steunabonnement is 25 euro. Hiermee word je ook lid van (K-RAA-K)3 en krijg je korting op door ons georganiseerde concerten. Dit kan verkregen worden door het bedrag over te schrijven op rekening nummer 979-9945604-05 met mededeling “ruis abo” samen met je adres en het gewenste startnummer. Hoofdredactie : Steve Marreyt Eindredactie : Sara Geens, Elisabeth Cornille Kernredactie : Tommy Denys, Bert Dhondt, Dave Driesmans, Mik Prims, Bart Gielis Medewerkers : Mike Decreane, Davy Dedecker, Bart De Paepe, Sarah Kesenne, Hans Van Der Linden, Filip De Winne Illustraties : Bram Devens, Olivier Schrauwen, Wouter Vanhaelemeesch, Judith Van De Graaf (cover) Verantwoordelijke uitgever: Dave Driesmans Ruis wordt gedrukt op gerecycleerd papier en met milieuvriendelijke inkt. Met steun van:
Agenda 1/12 KC Netwerk, Aalst Phil Niblock (b/usa) & Thomas Ankerschmit (nl) 1/12 KC Belgie, Hasselt Gown (can) 1/12 Magasin 4, Brussel Metal Urbain (fr) & Grrzzz (fr) 7/12 Bozar, Brussel Dr N. Rajam & Sangeeta Shankar (India) 7/12 Logos, Gent Marc Behrens (de) 08/12 Flagey, Brussel Archie Shepp (usa)
14/12 Worm, Rotterdam Flaherty-Corsano-Yeh trio (usa) 15/12 Vooruit, Gent Erdem Helvacioglu (tr), Kapotski (b) 15/12 Artcinema OffOff, Gent Köhn (b) 15-16 /12 State X New Form, Paard Van Troje, Den Haag Sonic Youth (usa), My Cat is an Alien (it), No Neck Blues Band (usa), Dream Aktion Unit (usa), Mono (jp), Julie Mittens (usa), Rhythm&Sound (ger), ... 16/12 KC Netwerk, Aalst Flaherty-Corsano-Yeh trio (usa)
14/12 Vooruit, Gent Kattengat (b) + Tolga Sag (r)
16/12 KC Belgie, Hasselt My Cat Is An Alien (it), Fursaxa (usa), Black Forest / Black Sea (usa)
10/12 Pits, Kortrijk Aids Wolf (usa)
16/12 4ad, Diksmuide No-Neck Blues Band (usa)
13/12 Scheldapen, Antwerpen Flaherty-Corsano-Yeh trio (usa)
17/12 KC Vooruit, Gent The Red Crayola (usa)
14/12 Nijdrop, Opwijk Othin Spake (usa)
21/12 Bozar, Brussel Shahid Parvez (India) SHAVID PARVEZ
n BLACK FOREST / BLACK SEA
“0ns enige doel is goede muziek te delen met anderen” Toen Jeffrey Alexander voor het eerst een gitaar in handen toegestopt kreeg, liet hij zijn studies als beeldhouwer voor wat ze waren en trok een aantal jaar rond in het kruidig geurende voetspoor van Grateful Dead. Met Black Forest/Black Sea heeft hij net een nieuw titelloos album uit, tijd voor een interview.
Eind jaren negentig vormde Alexander de drijvende kracht achter bands als The Iditarod waarin meditatieve, op folk geïnspireerde soundscapes gecombineerd werden met songs niet vies van invloeden als cultklassiekers Pearls Before Swine of Pentangle. Alexanders interesse verschoof steeds meer richting improvisatie en samen met celliste Miriam Goldberg (die ook een poos deel uitmaakte van The Iditarod) begon hij in 2003 Black Forest/Black Sea. Het duo kijkt niet op een instrument meer of minder en bedient zich naast cello, akoestische en elektrische gitaren van banjo, platenspelers, elektronische effecten en omnichord. De band staat steeds open voor nieuwe invloeden en hun mix van folk, klassiek en improv werd in het verleden al uitgebreid door collaboraties met figuren als Christina Carter (Charalambides), Glenn Donaldson (Thuja) en Jan Anderzén (Kemialliset Ystävät). Het lijkt me al een poos stil rond Black Forest/ Black Sea, of is dat een verkeerde indruk? Tot eind 2004 hebben we intensief getourd in Europa en de States, maar nu hebben we beiden een fulltimejob. Het klopt dat ons nieuwe album het eerste in twee jaar is, maar ondertussen hebben we wel exclusieve tracks bijgedragen voor vijf compilaties en een aantal Black Forest/Black Seashows gedaan in New England, samen met mensen als Josephine Foster, Lau Nau en de hele Finse groep. We vormden ook de backing band voor Sami Sänpäkkilä’s Es-project, waar we een kleine tour mee deden. En we zijn altijd heel druk in de weer met ons Secret Eyelabel. En in april van dit jaar was er natuurlijk het fantastische Terrastockfestival dat we hier in Providence organiseerden, dat ons alleen al een half jaar werk heeft gekost. Tussendoor speel ik ook nog in een paar andere bands zoals Tastic; een héél, héél luide free-improvband. De bezetting verschilt van vijf tot tien mensen en draait rond Josh, de drummer van Xerxes. Ik speel elektrische gitaar met een hele resem effectenpedalen,
Je nieuwe album verschijnt op Music Fellowship, wat mogen we daar van verwachten? Twee van Miriams zussen hebben iets bijgedragen – Margot speelt phonorgan en Gillian schreef de tekst voor een van de songs die Miriam zingt. Onze goede vriend Stefano Pilia uit Bologna heeft hier en daar enkele gitaarpartijen ingespeeld. In totaal zijn er drie stukken, één op de A-kant en twee op de B-kant. Zelf ben je druk bezig met Secret Eye, maar voor je daarmee begon had je een ander label - Magic Eye. Welke dingen bracht je toen uit? Ik woonde toen in Baltimore en samen met mijn vriend Roby wilden we platen uitbrengen. Ik geloof dat we ergens rond 1995 begonnen met een reeks 7”s. De hoes recycleerden we volledig door ze uit ontbijtgraandozen te snijden. We brachten bands uit als June of 44, Sonora Pine en Modest Mouse. Maar onze toenmalige distributeur - Cargo USA – ging failliet en we verloren toen zo goed als alles: platen, geld...alles.
heel plezant! Maar nu hebben Miriam en ik meer tijd gevonden om ons opnieuw te concentreren op Black Forest/Black Sea. De laatste tijd hebben we veel opgenomen en we zijn van plan om binnenkort terug te touren. Black Forest/Black Sea bracht intussen al een drietal albums uit, zie je zelf een evolutie in het geluid? Ik denk dat ons eerste album meer op songs gebaseerd was, we speelden echt bepaalde tunes en zo. Toen we voor de eerste keer op tour gingen in de States hebben we die ideeën verder uitgediept tijdens onze liveshows met veel op textuur gebaseerde improv. Daarna vertrokken we voor drie maand naar Europa en daar zijn we de songs volledig kwijtgespeeld. Vooral wanneer mensen ons vroegen om shows van twee uur te spelen. Maar het is niet zo dat het allemaal heel bewust gelopen is, het gebeurde gewoon. Dat volledig geïmproviseerde geluid is terug te horen op “Radiant Symmetry”. Persoonlijk vind ik dat de nieuwe plaat beide aspecten combineert, iets wat ik ook heb proberen weer te geven in het artwork, door visuele elementen van onze vorige platen met elkaar te combineren.
Hoe gaat het nu met je Secret Eyelabel? Er is juist een nieuwe cd-r uitgekomen van het mij onbekende Xerxes? Ben je van plan om in de toekomst meer cd-r’s te doen? Het gaat heel goed met het label! De laatste twee jaar hebben we onze distributie verdubbeld en zo’n vijftien cd’s uitgebracht. We gaan ook beginnen met vinyl en er is de cd-r-reeks die je vermeldde. Dat zijn allemaal limited editions, met de nadruk op handgemaakte verpakking. De reeks focust ook meer op de iets luidere dingen die we goed vinden, zoals Xerxes: een instrumentale improvpsychband van Providence. Fantastische band, gitaar/bas/drums/viola/klarinet met mensen van Urdog en Ninja vs Wrestler van Fort Thunder. Ik denk dat we gewoon met het label blijven doorgaan zolang we kunnen. Hoewel alles momenteel heel goed loopt, verdienen we er nog altijd niets aan. Ons enige doel is muziek die we zelf goed vinden te delen met anderen. Niet meer, niet minder. – Bart de Paepe
Black Forest / Black Sea speelt op 16 december in KC Belgie, Hasselt samen met Fursaxa en My Cat is an Alien.
RUIS 3 - DECEMBER 2006
n THE JULIE MITTENS
In het donker zijn niet alle katten grijs
gen. “Het is een soort toestand”, zegt Aart-Jan. “De hoes is ontworpen door onze basgitarist Michel van Dam en past geweldig goed bij de muziek. Het leek ons goed eens een andere kant van ons werk te belichten, Rococo heeft ons daarin gelukkig alle vrijheid gegeven.” De nieuwsgierigheid wordt aangewakkerd, maar meer laat Aart-Jan er niet over los. Ondertussen liet het Holy Mountainlabel al hun interesse doorschemeren voor een release in 2007. “We moeten dus alweer hard aan de slag” levert de gitarist als slotsom. Als grootste inspiratie duikt John Coltrane op. Aart-Jan lauwert de muziek van de saxofonist/componist omwille van de eindeloze schare aspecten die ze in zich mee-
The Julie Mittens geeft dit jaar op de valreep nog de mogelijkheid om ieders eindejaarslijstje te vervolledigen met hun allereerste lp. “April/June” heet de schijf en zal deze maand onder het goedkeurende oog van het in Chicago genestelde Rococo Records verschijnen. Joe Sedivy, die naast zijn vrouw en familie de veruitwendiging vormt van dit fidele label, was danig onder de indruk van het Leidse trio en stelde hen prompt een release voor. Het label hanteert in hun releases als enige criterium hun liefde voor de muziek in kwestie, en kon op die manier een divers georiënteerd en indrukwekkende selectie voorgangers aan The Julie Mittens voorleggen. Over de specifieke keuze van muziek, hoesontwerp enzovoort, kreeg de band voor hun vinyldebuut een onbelemmerde vrijheid toegereikt.
The Julie Mittens manifesteert zich ver weg van de platgetreden muzikale wegen van de Benelux en brengt in stapvoets opgetrokken mistlagen subtiele incisies en inkepingen die accumuleren tot brede ontladingen van allerwegen inslaande noten. Het drietal verwerkt ruwe grondstoffen tot messcherpe texturen, scharnieren worden uit hun hengsels getrokken en de luisteraar verliest zich naar alle RUIS 4 - DECEMBER 2006
waarschijnlijkheid in een ijle vervoering. Aart-Jan Schakenbos, die de gitaarpartij bij The Julie Mittens vertegenwoordigt, verhaalt dat ze voor de nieuwe plaat vier stukken hebben uitgekozen die qua sfeer perfect bij elkaar passen en samen een cyclisch geheel vormen. Op die manier is er geen sprake van een A- of B-kant of een begin of een einde en kan iedereen op die manier overal zijn luisterbeurt aanvan-
draagt. De drie leden van The Julie Mittens halen elk iets totaal anders uit z’n muziek en het heeft hen als band bij elkaar gebracht. “Voor mij persoonlijk is Coltrane een voorbeeld omdat hij altijd maar door bleef zoeken naar wat hij in zijn hoofd reeds leek te horen. Soms weet je dat er een geluid bestaat dat uitdrukking geeft aan je hele wezen, als een soort visioen. De zoektocht naar de realisatie van dat geluid maakt de muziek. De muziek is steeds een voorlopig resultaat” maakt Aart-Jan op. Daarin schuilt volgens hem het belang van Coltranes laatste liveopname, die een beeld creëert van zijn laatste inzichten. Aart-Jan interpreteert: “Hij speelde steeds vrijer, steeds intenser en steeds meer op zoek naar manieren om de functionaliteit van de verschillende instrumenten, zoals die binnen de jazz waren gegroeid, te doorbreken en te vervangen door een bevrijd totaalgeluid.” Voor Aart-Jan klinkt die laatste opname als een uitgestrekte hand naar de toekomst, uitgedrukt in geluid. Hij was zich niet bewust dat zoiets kon bestaan en dat ontroert hem beduidend: “Ik krijg er nog steeds de tranen van in mijn ogen als ik er naar luister. Ik denk dat de manier waarop Coltrane aan het eind van
zijn leven gebruik maakte van een groep muzikanten om verschillende niveaus van intensiteit te bereiken de grootste inspiratiebron vormde voor the Julie Mittens.” The Julie Mittens hebben zijn middelen als uitgangspunt gebruikt en er een eigen inhoud aan gegeven. “Het gaat om bevrijding en niet om jazz” bevindt Aart-Jan. Saxofonisten vormen voor hem een onmiddellijke inspiratie. De directe koppeling van ademhaling en instrument draagt volgens AartJan een speciale schoonheid met zich mee en hij ondervond dat die dynamiek bij een gitaar ontbreekt. “Doordat ik me dat realiseerde ben ik gaan zoeken naar nieuwe manieren om met
de omgeving het scheppen beïnvloeden of zelfs bevorderen, antwoordt Leo dat hij zich niks van wierook herinnert maar ze wel ettelijke malen in een pikdonker oefenhok gespeeld hebben en dat het een overdonderend effect had. “Toen we laatst in Parijs speelden, deed iemand ook ineens het licht uit, maar dat vond de organisator blijkbaar niet zo’n goed idee want hij deed het meteen weer aan. Misschien moeten we het eens zelf organiseren”, bedenkt Leo zich. AartJan beaamt dat het wegnemen van het visuele aspect een heel andere luisterervaring oplevert. De opnames in het donker waren volgens hem evenwel nooit beter of slechter of anders dan de
maakt. De ruimte lijkt dan een grotere invloed op het geluid te hebben dan wij zelf. Inmiddels zijn we gelukkig wat beter geworden in het onder controle houden van het geluid in zalen.”
de gitaar om te gaan. Abe, Urabe, Gustafsson, Sauter/Dietrich ... van hen heb ik uiteindelijk gitaar leren spelen”, besluit hij.
opnames waarbij ze met het licht aan speelden. “Of een opname geslaagd is, dat ligt kennelijk aan heel andere, meer mysterieuze zaken”, knipoogt hij. Aart-Jan informeert ons verder ook dat in Nederland wierook branden er helaas niet bijhoort als je muziek maakt. “Dan gaat onmiddellijk het brandalarm af met alle gevolgen van dien. Hier ter lande wordt werkelijk alles in het werk gesteld om de mensen creatief dood te maken in naam van de veiligheid. Maar het heeft niet mogen baten.”
Chiizu”, die de cd “Girls Like Us” vervaardigden. “Een soort “Best of” van onze piano- en bouzoukikronkels. We treden niet vaak op, het laatste optreden was ter gelegenheid van een Japanse fototentoonstelling. Een vaak voorkomend probleem is de zoektocht naar plaatsen voorzien van een geschikte piano. We probeerden het om die reden al eens met een elektrische piano, maar daardoor ging een groot deel van de charme uit onze muziek verloren. Piano en bouzouki klinken zo mooi samen. Het is vreemd dat dit nooit eerder ontdekt is”, besluit hij. – Filip De Winne
Leo Fabriek, de drummer van de groep, bekent gedwee dat de drummers van Coltrane hem enorm veel bijgebracht hebben. De vaardigheden van Rashied Ali en diens horizontaal drummen, de subtielere trucjes van Elvin Jones en meer recent Jim White (die de onderlinge inwisselbaarheid van onderdelen propageert) vindt Leo stuk voor stuk getuigen van een erg grote leerzaamheid. Qua inspiratiebronnen deelt bassist Michel ons mee dat hij naar alles wat los en vast zit luistert en meestal niet zo bezig is met namen. Op de website van Sloow tapes werd gewag gemaakt van een kleine met wierook verlichte kamer bij de totstandkoming van de The Julie Mittenseditie. Gevraagd of bepaalde aspecten in
Leo vindt dat de ruimtelijke werking van de omgeving sowieso een gigantische invloed op hun muziek heeft. “Dat merkten we pas echt toen we vaker gingen optreden en zagen dat, hoe goed we er ons ook op voorbereidden, het altijd moeilijk bleef om het geluid goed het werk te laten doen zoals tijdens het oefenen. Op zulke momenten neemt het geluid de leiding over en hebben we zelf niet meer door wie welke klank
Ook met de zijprojecten van the Julie Mittens gaat het voor de wind. Het duo “Sugar Coated Mind Bombs” waarin Michel de basgitaar aanslaat, slaagt er nu al twaalf en een half jaar in het publiek te verbazen met hun enorme hoeveelheid herrie annex energie. De bassist wijst op de aanwezigheid van filmpjes op Google Video en nodigt uit om zelf een oordeel te vormen. Leo vormt met Aart-Jan de formatie “Tenuzu No
Het enigma van The Julie Mittens ontvouwt zich graag in uw bijzijn, 15 december op het State-X New Forms Festival in Den Haag. Vanaf 10 december is het mogelijk hun fonkelnieuwe lp “April/June” op te pikken en hem zo snel mogelijk op uw functionele platenspeler te plaatsen.
RUIS 5 - DECEMBER 2006
n CHRISTIAN MARCLAY, MARTIN TÉTREAULT, EMIL BEAULIEAU
Praten over platen Het is al enige Ruisen geleden dat we over schijven schreven. Dat waren leuke tijden en die willen we herbeleven. We gaan dus nog wat praten over platen en de bijhorende apparaten. En vooral dan over wat we bestempeld hebben als avant-turntablism, waarvan we in onze vorige reportage (Ruis 21 - september 2006) enige voorgangers belichtten. Men is het er algemeen over eens dat Christian Marclay de eerste echte avant-turntablist is. Daarmee gaat men in tegen wat wij de vorige keer voorzichtig opperden omtrent Milan Knazik. Christian Marclay zelf, die zegt pas later in zijn carrière van Knazik gehoord te hebben, vindt dat men gelijk heeft. Hij erkent wel dat door het werk van Knazik en anderen het zijne aan originaliteit moet inboeten, maar wijst er ook op dat Knazik zijn bewerkte platen louter afspeelde, slechts één platendraaier gebruikte en die niet live manipuleerde. We zullen hem maar gelijk geven. Vandaag op het programma: drie Noord-Amerikanen, waaronder een Canadees en een halve Zwitser.
CHRISTIAN MARCLAY Christian Marclay is de zoon van een Zwitserse papa en Amerikaanse mama. Zij zetten hem in 1955 op de Californische aarde, maar sleuren hem zes maanden later mee naar Zwitserland. Daar groeit hij op in een zeer beschermde omgeving, op katholieke kostscholen en met zijn moeders Bing Crosbyplaten op de achtergrond. De enige andere muziek die hij te horen krijgt en die hem interesseert, is klassiek. Tot een vriend hem “The White Album” van The Beatles laat horen en “Revolution No. 9” hem zo verrast dat het plafond bijna te laag is. Na zijn middelbare school gaat Christian studeren aan de Ecole des Beaux Arts van Genève, tot zijn mama vindt dat het nu wel eens tijd wordt dat hij Engels leert en hem in 1976 naar Harvard stuurt voor een zomercursus. Christian heeft daar niet veel zin in en gaat les volgen bij kunstdocent Lowry Burgess, die hem in het Massachusetts College of Art in Boston binnenloodst om beeldhouwkunst te studeren. Via een uitwisselingsprogramma komt hij in 1977 terecht in New York. Christian is geen voorbeeldig student, want in plaats van zich in kunstgalerijen en musea op te houden, bezoekt hij vooral muziekclubs, waar hij punk en no-wave en performance art à la Joseph Beuys leert smaken. Op een dag vindt hij een plaat op straat. Het is een Batmanplaat en verbaasd door de achteloosheid waarmee men eroverheen rijdt en eraan voorbijgaat, raapt hij ze op. De plaat is danig aangetast door haar verblijf in de buitenlucht, maar Christian is in de wolken met dit gevonden object. Als hij de plaat afspeelt, kraakt ze zwaar en verspringt de naald voortdurend. Geïntrigeerd luistert hij naar de speciale effecRUIS 6 - DECEMBER 2006
ten die daardoor ontstaan. Na een jaar keert hij terug naar Boston om zijn studie voort te zetten. Dat is zes maanden te laat, wat niet wordt geapprecieerd. Men verzoekt Christian vriendelijk te stoppen en hij schrijft zich prompt in bij een andere afdeling. Daar ontmoet hij gitarist Kurt Henry, waarmee hij “The Bachelors” opricht. Omdat ze geen drummer hebben, zorgt Marclay terwijl hij zingt ook voor het ritme door bijvoorbeeld met een bijl te keer te gaan of breekbare spullen kapot te slaan. Niet veel later begint hij ook tapes te maken met platen die hij doet blijven hangen door er kleine stickers op te plakken waardoor er loops ontstaan. Voor elk nummer maakt hij een andere tape, maar die opnames verslijten nogal snel en het blijkt gemakkelijker de platendraaiers en de platen zelf mee het podium op te nemen. Van dan af beperkt hij zich niet meer alleen tot loops, maar begint hij de platen op allerlei manieren te bespelen en te manipuleren. Hij bekrast hen, plakt er van alles en nog wat op en takelt hen op verschillende wijzen toe. Ook assembleert hij nieuwe platen door stukken van verschillende exemplaren aan elkaar te plakken. “The Bachelors” stoppen ermee, maar Marclay gaat door met zijn “recycled records”, want zo noemt hij ze. Hij wordt een vaste waarde in de New Yorkse downtown scene waar hij samenspeelt met mensen als John Zorn en Elliott Sharp. Hij probeert ook samenwerkingen aan te gaan met hiphop-dj’s, maar de kloof blijkt te groot. Marclay heeft geen kaas gegeten van hun wens om dansmuziek te maken en te scoren. De fun telt voor hem, niet de hits. Voorts blijft de relatie tussen het object en de muziek erop erg belangrijk: de vinylplaat als medium en de manier waarop zij de muziek
beïnvloedt. Gekraak, ruis, overslaande naalden, het zijn vaste elementen in zijn werk. Het citaat is bijna vanzelfsprekend ook alom aanwezig en daarmee zwemt hij een beetje in dezelfde poel als John Oswald en consorten. En hij verzaakt niet aan zijn eerste roeping: die van beeldend kunstenaar. Een link met platen en muziek is quasi constant in zijn beeldend werk, video’s en installaties aanwezig, en de relatie tussen de twee blijft een vast thema. Voor de installatie “Footsteps” plaveit hij bijvoorbeeld de vloer van een Zwitserse galerij met platen, waarover de bezoekers zich naar hartenlust mogen voortbewegen (zonder hun schoenen uit te doen!). Nadien worden de platen door het Zwitserse label RecRec Music te koop aangeboden. In de jaren negentig neemt het beeldend werk het meest van zijn tijd in beslag en hij bouwt een omvangrijk oeuvre op, oogst roem en faam en ziet tot zijn opluchting dat de afstand tussen het publiek voor zijn muziek en dat voor zijn beeldende kunst afneemt. Hij leeft nu nog altijd lang en gelukkig.
MARTIN TÉTREAULT
T
erwijl Marclay al enkele jaren records aan het recyclen is, zit iets noordelijker, in Montréal, een meneer papier te knippen. Die meneer is natuurlijk Martin Tétreault en met dat geknipte papier maakt hij minimale sculptuurtjes, want hij is beeldend kunstenaar. Tot hij in 1984 zijn schaar wel eens in iets anders wil zetten en een vinylplaat neemt. Hij snijdt ze in tweeën, draait een van de helften om en plakt ze weer aan elkaar. Dat fabricaat blijkt afspeelbaar te zijn. Tof! Sindsdien is het papier vooral goed voor de prullenbak. Enkele jaren blijft Tétreault op zijn eentje experimenteren met zijn platen, af en toe muziek makend voor een theaterproductie. Dan ontmoet hij de muzikanten van het collectief en label Ambiances Magnétiques. Hij begint met hen te spelen en te improviseren en vooral dan met gitarist René Lussier, die hem ook wijst op het werk van Christian Marclay. Tétreault was tot dan toe namelijk totaal niet op de hoogte van Marclays bestaan en bezigheden. In 1989 ontmoeten de twee draaitafelaars
Wouter Vanhaelemeesch
elkaar naar aanleiding van de tentoonstelling Broken Music in New York en treden ze ook samen op. Op dat ogenblik liggen hun stijlen nog dicht bij elkaar, in die mate zelfs dat ze een aantal dezelfde platen gebruiken. Nadien gaat Tétreault echter een andere richting uit. Het gebruik van de platendraaier als een soort analoge sampler interesseert hem alsmaar minder en hij begint de geluidsmogelijkheden van het apparaat zelf te exploreren. Het geluid van de motor wordt versterkt, de toonarm wordt een percussie-instrument, allerlei materialen worden op de draaitafel gelegd om nieuwe geluiden te creëren en de naalden worden geprepareerd, bijvoorbeeld door er een ballon over te schuiven. Slechts af en toe horen we nog een fragment van de platen zelf. De platendraaiers worden verbouwd, hij geeft ze een extra toonarm en voegt controles toe voor de snelheid en de draairichting. Tétreault staat met deze aanpak veel steviger in het huidige muzieklandschap en belichaamt, hoewel nagenoeg even lang bezig als Marclay, een nieuw stadium in het avant-turntablism.
EMIL BEAULIEAU
M
annen met platen moeten blijkbaar Franse namen hebben, maar of deze ook de taal machtig is, lijkt onwaarschijnlijk. Emil is namelijk een volbloed Amerikaan die eigenlijk Ron Lessard heet. Hij is niet alleen de Godfather of American Noise, maar naar eigen zeggen ook America’s Greatest Living Noise Artist. Wat er ook van aan is, met zijn platenlabel RRRecords heeft deze inmiddels vijftigjarige man zonder twijfel een onschatbare rol gespeeld in de verspreiding en de ontwikkeling van de Amerikaanse en wereldwijde noise. Hij mag tevens de titel van bedenker van de term “antirecord” op zijn borst spelden. Daarmee worden in de handel gebrachte platen bedoeld die niet op reguliere wijze afgespeeld kunnen worden. Ron Lessard was hoegenaamd niet de eerste om zulke platen uit te brengen, maar RRRecords heeft er wel tal van in zijn cataloog. Het meest illustere voorbeeld is waarschijnlijk RRR 500, een compilatie met 500 lockgrooves van 500 verschillende artiesten. Maar dat is niet de reden van Emil Beaulieau’s aanwezigheid op deze pagina.
De Minutoli, daar gaat het hier om. Een obscuur Italiaans automerk? Een monster uit de Griekse mythologie? Nee, natuurlijk niet! De Minutoli is een platendraaier met vier toonarmen die zijn naam dankt aan zijn schepper, Michael Minutoli, een vriend van Emil Beaulieau. De Minutoli is het favoriete instrument van America’s Greatest Living Noise Artist, dat hij tijdens zijn hyperactieve performances gebruikt om speciaal geperste platen live te remixen. De platen heeft hij doorgaans vooraf goed onder handen genomen met verf, boren, schuurpapier en andere foltertuigen. Elke toonarm is anders, de kwaliteit varieert van prul tot hifi en elk heeft dan ook een specifiek geluid. Doordat iedere arm een eigen uitgang heeft, kan de output individueel gecontroleerd en verder bewerkt worden met effecten. De armen kunnen vastgezet worden om er loops mee te creëren en onafhankelijk of samen bediend worden. Het vierarmig monster is dus tot heel wat in staat, maar wat Beaulieau er het liefst mee doet is natuurlijk zo veel mogelijk lawaai maken. “Make some noise” plegen rappers hun publiek toe te roepen, maar als ze Beaulieau te horen krijgen, dan is het plafond zeker te laag. – Mik Prims RUIS 7 - DECEMBER 2006
n PAUL FLAHERTY & CHRIS CORSANO
De redders van de gehate muziek EEN BAARD VOL MANUSCRIPTEN
NIET BEVOEGD VOOR JAZZ
Paul Flaherty (°1948, Hartford - Connecticut) begint als tienjarig jongetje op school saxofoon te spelen. Na een zestal jaren in allerlei schoolbands én zijn broer in een Beatlescoverband aanschouwd te hebben, besluit hij dat het meer dan genoeg is. Muzikale passie kan voor hem niet uit vormelijke training voortkomen maar enkel recht uit het hart ontstaan. Gelukkig komt Flaherty via de radio snel met jazz in contact en begint hij gaandeweg te improviseren bij de jazzplaten die op de achtergrond spelen.
Chris Corsano (°1975, Englewood - New Jersey) begint op dertienjarige leeftijd te drummen. De jonge Corsano wordt hiervoor gestimuleerd door zijn oudere halfbroer Tony, die in een grijs verleden nog deel uitmaakte van The Contortions en nadien bij het Harlem Gospel Choir drumde. Net zoals Flaherty leert Corsano eveneens met zijn eigen instrument omgaan. De lessen die hij in het prille begin van zijn carrière volgt, namen naar eigen zeggen al snel het plezier weg. Uiteraard strooit zijn broer ook kwistig met praktische tips, maar de jonge Corsano heeft de discipline niet om regelmatig te oefenen en leert bijgevolg voornamelijk drummen door met een boom box mee te spelen.
Als drieëntwintigjarige geeft hij zijn eerste concert en speelt korte tijd in bands met John Ciffirelli en Gordon Cohen. Helaas wordt zijn drang naar muzikale vrijheid hem daar niet in dank afgenomen. Flaherty ziet zich genoodzaakt om zich tot privésessies te beperken. Vanaf het einde van de jaren zeventig loopt hij gelukkig muzikanten tegen het lijf die zijn muzikale visie delen en in 1978 volgt zijn debuut “In The Midst of Chaos”, wat hij met de band Orange uitbrengt. Vier jaar later volgt “Trinity Symphony” waarop Flaherty wordt bijgestaan door twee gitaristen - Froc Fillipetti en Bill Walach - maar de jaren daarop brengen absoluut geen heil voor zijn vrije muziek. Hij is actief als straatmuzikant en schildert huizen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het duurt zelfs tot het einde van de jaren tachtig voordat Flaherty echt gelanceerd geraakt, en dat heeft veel te maken met het feit dat hij op dat moment drummer Randall Colbourne tegenkomt. Samen brengen ze meer dan een dozijn wilde improvisatieplaten uit waarbij eveneens muzikanten zoals Mike Murray, Richard Downs, Steve Scholz en Jim Hunt in de line-up figureren. RUIS 8 - DECEMBER 2006
Op negentienjarige leeftijd loopt Corsano stage bij een platenlabel uit New Jersey en komt zo in contact met Byron Coley, bezieler van het platen- en boekenlabel Ecstatic Yod. Het klikt meteen en de volgende jaren geraakt Corsano meer en meer geobsedeerd door al die vreemde muziek die hij bij Coley te horen krijgt. Corsano zal vervolgens zelfs een tijdje in Coleys Ecstatic Yodwinkel werken. “Het is moeilijk om één bepaalde plaat als mijn favoriete te bestempelen. Volgens mij heb ik er geen”, meent Corsano. “Natuurlijk zijn er platen waar ik gek van ben en die voor mij heel belangrijk zijn geweest. In de volgorde dat ik ze hoorde zijn dat: Minutemens “What makes a man start fires?”, veel van Billie Holiday, ook veel van Ornette Coleman - maar vooral zijn platen op Atlantic records en “Live at the Golden Circle vol’s 1 & 2” maakten een grote indruk op me - John Coltranes “Om” en “Ascension”, John Lee Hoo-
kers “Sittin’ Here Thinkin’”, DNA’s “A Taste of DNA”, Sonic Youths “Kill Yr Idols”, Milford Graves’ “Percussion Ensemble”, Sun City Girls’ “Torch of the Mystics”, Frank Wright & Muhammad “Ali’s Adieu”, Little Man en Nusrat Fateh Ali Khans “In Concert In Paris”. En dan vergeet ik er nog een hele hoop. Uit dit lijstje één favoriete plaat selecteren is onmogelijk en waarschijnlijk ook irrelevant.” Coley brengt Corsano in contact met Michael Ehlers die op dat moment concerten organiseert onder de noemer Eremite, een initiatief dat later zal uitgroeien tot het gelijknamige label dat zich wijdt aan vrije jazz. Corsano verkoopt er tickets aan de deur en kan op die manier veel bands aan het werk zien. Zijn aanwezigheid op een show van TEST! verandert zijn leven compleet. Corsano is eveneens zwaar onder de indruk van Flaherty die op een avond in 1996 het podium deelt met Randall Colbourne, Mike Murray, James “Chumly” Hunt en Richard Downs. Hij is erg enthousiast en raakt met hen aan de praat. Flaherty stelt voor om een keer samen te jammen. Corsano zou dit naar eigen zeggen zelf nooit gevraagd hebben omdat hij geen jazz studeerde en zich niet bevoegd voelde. Maar hoe meer hij met hen omgaat, hoe meer hij inziet dat zij zichzelf ook niet als jazzmuzikanten zien. Corsano voelt zich meteen erg met hen verbonden omdat ze zich niet aan een bepaalde stijl vastklampen.
DE METERS LIEFST IN HET ROOD In 1998 spelen Flaherty en Corsano voor het eerst samen. Afgezien van de speelduur - op vraag van de zaal dient de set steeds tot veertig minuten beperkt te blijven - spreken ze nooit af wat ze zullen doen. Twee jaar later besluit Flaherty een plaat op te nemen. Het resultaat wordt “The Hated Music” gedoopt en verschijnt op Coleys Ecstatic Yodlabel. Corsano’s manische drumspel jaagt Flaherty als het ware de hele tijd op terwijl deze laatste gepast reageert en met een sputterende saxofoon een intense muzikale dialoog met zijn kompaan aangaat. De sublieme kracht van de muzikale combinatie is meteen duidelijk, maar Corsano houdt er zijn eigen visie op na: “Flaherty’s saxofoonspel is ongelooflijk, vol en eenvoudig. Als hij een duo zou vormen met een rol papieren zakdoeken, dan zou het nog steeds fantastisch klinken, gewoon op basis van zijn verdiensten. Het enige dat ik moet doen, is de zaak niet verknoeien.” De titel van het debuut geeft aan dat Flaherty tamelijk pessimistisch denkt over hoe het publiek hun geïmproviseerde stukken zou ontvangen. Maar de reacties zijn goed en het duo besluit om het lot uit te dagen en een van hun volgende releases “The Beloved Music” te dopen. Voor Corsano gaat niets boven de magie van
Hell yeah ... Flaherty man ... intense red-face screamer rich in reed weirdo vocab. Local legend has it he dyed his beard in white toner that he used to copy secret manuscripts in his basement about his alto and tenor techniques. ... Chris Corsano – the man in blue and an unknown H throwback to match. He’s been down on the skins for YEARS man, while tons of underground types switch styles, instruments, looks, CC has stuck to his palate of thub mastery / young gun stick killer. Johnny Coorz, Michigan, Spring 2006 A Rock In The Snow (Flaherty/Corsano/Yeah)
livemuziek: “Ik luister niet graag naar mezelf op plaat, en zeker niet naar iets dat in de studio opgenomen is”, bekent hij. “Het lijkt altijd alsof het opnameproces het leven wegzuigt.” Corsano is dan ook het meest opgezet met liveplaten die liefst met slechts enkele microfoons zijn opgenomen, bij voorkeur nog met een smerig geluid en de meters helemaal in het rood. Onder zijn favoriete eigen opnames rekent hij The Beloved Music en Full Bottle met Paul Flaherty, Moth Lake met Vampire Belt en een plaat die hij met Mick Flower opnam, onder andere bekend van Vibracathedral Orchestra en die hopelijk dit jaar nog op Textile Records zal verschijnen. “Daarnaast zijn er ook nog twee cd’s met onuitgebrachte opnames van Paul, Wally Shoup en Thurston Moore die uit 2002 dateren die ik erg goed vind”, vertelt Corsano. Naast de befaamde duobezetting, zijn Paul Flaherty en Chris Corsano eveneens de spil voor een brede waaier aan interessante muzikale combinaties. Zo ging het duo eerder de strijd aan met Greg Kelleys trompet op Sannyasi, Steve Baczkowski’s baritonsax op Dim Bulb en Spencer Yeh’s stem en viool op Snow Blind Avalanche en A Rock In The Snow. Verder figureert het duo in Cold Bleak Heats It’s Magnificent But It Isn’t War en Blood Shadow Rampage van Dream/ Aktion Unit. En dan beperken we ons enkel nog maar tot de combinaties die tot opnames leidden, want het duo deelde eveneens reeds het podium met Jim O’Rourke, Tony Conrad, Daniel Carter, Christina Carter, Heather Murray en Steve Swell. “Uiteraard speel ik graag met al die mensen, anders zou er geen reden zijn om platen te maken. Het is erg plezant om samen te spelen met muzikanten waarmee je voldoende deelt om er een directe band mee te hebben, maar ook voldoende verschilt zodat de muziek op een bepaalde manier verandert en in nieuwe richtingen geduwd wordt”, aldus Corsano. Het lijstje van mensen waar Corsano - al dan niet in duo met Flaherty - mee wil samenwerken lijkt oneindig. “Iedere improviserende vrije jazzmuzikant who can really kick out the jams en die iets nieuws en spannends aan de muziek kan toevoegen”, is zijn antwoord, waarop hij een willekeurig lijstje geeft: “Peter Brötzmann, Adris Hoyos, Okkyung Lee, Fred van Hove, Roy Campbell, Milford Graves, Mochizuki Harutaka, Kidd Jordan, Evan Parker, Irene Schweizer, Masayoshi Urabe, Alan Wilkinson, Junko, Mats Gustafsson, John Edwards, William Parker, Borah Bergman, Han Bennink, enzovoort, en ook iedereen waarmee we in het verleden al gespeeld hebben maar die we een tijdje niet gezien hebben”, laat hij weten. – Hans van der Linden Flaherty/Corsano/Yeh zijn te zien in de Hallen van Schaarbeek (Brussel, met Sonic Youth, 12/12), Scheldapen (Antwerpen, 13/12), Worm (Rotterdam, 14/12) en het Netwerk (Aalst, 16/12). Dream/Aktion Unit speelt op het State-X festival (Den Haag, 15/12).
RUIS 9 - DECEMBER 2006
TOP 5 | MAURO PAWLOWSKI
MAURO OP DEATH PERTOL 2005 - Foto : www.moid.be
Een man van het leven. Een man van alles. Een doe-het-aller. En soms komt Mauro zelfs op tv. Dan zwaaien we.
SUN CITY GIRLS 98.6 Is Death De Drie Wijzen. Kunnen zowel spelen op Toetanchamons bruiloft als op een 23ste eeuwse luxespacecruise rond een Zwart Gat. You are not alive!
STRAPPING FIELDHANDS Wattle & Daub Vonden Psych opnieuw uit, nog voor het ontstond. Ergens in een schuur begint de kosmos aan zijn terugweg. Mythologische rockers. Boo-hoo-hoo I’m in luv with you.
THE FROGS It’s Only Right And Natural Boze clowngebroeders waarop je kan rekenen als de rest van de showbizz treurt om zichzelf. I’ve got drugs coming out of the mist tonight...
KING CRIMSON: Red Riffs en ritmes zo demonisch dat hun numerologisch teken elke pentagram verflauwt tot madelief. Broo-haha.
THE TROGGS: From Nowhere/Trogglodynamite. Bram Devens & Olivier Schrauwen
RUIS 10 - DECEMBER 2006
Bij elk nummer herbegint het jaar nul der tienerklanken. Goud van oud achtergelaten in een vochtige steeg. Parapapapaa, parapapaa.
Reviews
BELGIE
JOANNA NEWSOM Ys cd (Drag City / Konkurrent) Na haar wonderlijke debuut The MilkEyed Mender, is de 24-jarige harpiste
THE MAGIC CARPATHIANS & LECHISTAN’S ELECTRIC CHAIR Mirrors cd (Vivo)
Joanna Newsom terug met een album
The Magic Carpathians, ze vielen al eens
“Ys” werd opgenomen met de hulp van
op door een paar verrassend coherente
Steve Albini, Jim O’Rourke en Van Dyke
tracks op een split-cd met Six Organs
Parks. Vooral de invloed van deze laat-
en
Polen
ste is duidelijk te horen. Je hoort echo’s
stond plotsklaps op de wereldkaart
van Song Cycle in de arrangementen
wat folkgetinte improvisatie betrof. Het
die fijntjes gepenseeld werden over
duo trok afgelopen zomer naar het ge-
de mooie harmonieën. Het album telt
renommeerde Terrastock Festival in de
vijf lange nummers en is op zijn minst
States en deze cd doet dienst als een
ambitieus te noemen. Newsom slaat
soort reisverslag. Opener “Lechistan’s
niet enkel op muzikaal vlak een nieuwe
Electric Chair” legt de lat meteen hoog,
weg in. Haar teksten zijn opnieuw zeer
te hoog misschien. Aan Charalambides
lyrisch en deze keer niet voor liefheb-
herinnerende gitaarlijnen vallen in her-
bers van het meezing-genre. Ys is zeker
haling, slepen traag voort en worden
een leuke groei- en luisterplaat en voor-
uiteindelijk opgezwolgen in een dampig
lopig durven we dan ook niet te zeg-
moeras van ronkende generatoren en
gen of het album een “classic” wordt.
eindeloze loops. Zeventien en een halve
✰✰✰✰ -TD
Vibracathedral
Orchestra.
www.kunstencentrumbelgie.com
waarvan het opnameproces alleen al vele liefhebbers zal doen watertanden.
minuut later grijpen we licht ontregeld flesh metal om te beschrijven wat ons
ALEXANDER TUCKER Furrowed Brow cd (ATP)
zonet overkomen is. De destructie op
Met zijn donkere droney composities,
zijn subtielst, grote klasse! Op “Radio
afgewisseld met vocale harmonieën
Lechistan” wordt de subliem sluimeren-
en fingerpicking songs komt Alexander
de agressie ingeruild voor een enigszins
Tucker erg dicht in de buurt van gees-
directere aanpak. De gitaar gaat aan de
tesbroeders als Six Organs of Admit-
kant en het duo stort zich een kwartier
tance. Vooral de wijze van componeren
lang volledig op de knoppen, de schui-
gaat in deze richting, waarbij dubbele
ven, de schakelaars. Stuurloosheid troef
zanglijnen ondersteund worden door
echter en ook de rest van het album, en-
dezelfde repetitieve melodielijnen in
kele kortere tracks met relatief lauwe in-
open stemming. Ook de instrumen-
strumentaaltjes en veldopnames (veelal
tale nummers zijn telkens gefocust op
dialogen) van op hun Amerikaanse trip,
een enkele melodie of patroon. Bij de
zet geen zoden meer aan de dijk. Een
songs denken we wel eens aan Gary
sterke start die al gauw ontaardt in een
Higgins. Vooral door de subtiele man-
losse compilatie van ongefocuste ge-
tra-achtige opsmuk van de songs. Voor
luidsflarden. Er zat meer in. ✰✰1⁄2 -BG
een artiest die al in kringen van Fuxa,
en ietwat paniekerig naar een term als
Ginnungagap en Jackie-O-Motherfuc-
PSYCHIC ILLS Early Violence cd (The Social Registry)
ker resideerde, is dit het derde bewijs
Psychic Ills wisten de wereld, of tenmin-
tische albums in elkaar kan draaien.
ste de paar mensen die aan het luiste-
✰✰✰1⁄2 –SM
dat hij ook in zijn eentje licht fantas-
ren waren, eerder dit jaar te verrassen
shoegaze en ritmisch tribalisme. In de
SPIRES THAT IN THE SUNSET RISE This Is Fire cd (Secret Eye / CLear Spot)
nasleep van hun debuutalbum komt
Op This Is Fire doen de vier dames van
Social Registry op de proppen met een
Spires wat we van ze verwachten, en
compilatie van het eerste werk van de
nog beter. Songs in de beste Comustra-
groep, destijds verdeeld over twee ep’s,
ditie met de weerom schitterende
een 7” en een 12”, respectievelijk Men-
vocalen van vooral Kathleen Baird en
tal Violence I en II genaamd. We horen
Taralie Peterson. Meer nog dan op hun
een groep jonge wolven die niet meteen
vorige releases gaat het hier om vrij
kunnen beslissen of ze nu meer als My
klinkende maar toch netjes in elkaar
Bloody Valentine, Sonic Youth, Gang
gestoken folkliederen. Uitschieters zijn
Gang Dance of simpelweg Joy Division
openingstrack “Spike Fiddle Song” en
willen klinken, maar het eindresultaat is
“Sea Shanty”, hoewel het volledige
al bij al nog vrij verfrissend. Het album
album op zich redelijk adembenemend
“Dins” is ongetwijfeld beter geschikt als
is. Let ook op de schitterende lyrics,
eerste kennismaking, maar laat dit toch
die hun inspirator Charles Baudelaire
een mooie aanvulling zijn voor de lief-
alle eer aandoen. Best te beluisteren bij
hebbers. ✰✰✰ -BG
volle maan! ✰✰✰1⁄2 –SM
met hun donkere aanstekelijke mix van postpunk, psychedelica, drones,
THE SCIENCE OF SLEEP, Michel Gondry
✯
c
o
n
c
e
r
9/12
GOWN (ANDREW MacGREGOR - US) OTTO VON SCHIRACH (US)
16/12
MY CAT IS AN ALIEN (IT)
1/12
+ NETLABELISM > DJ@@URK - GREEN THINGS (B, DJ AKWALEK vs. VJ OVIDE)
+ FURSAXA (US) + BLACK FOREST/BLACK SEA (US)
31/12 (RE)MIXED P a r t y # 5
✯ 2/12 12/1
✯ 1/12
✯
t
EATS TAPES (Tigerbeat6, US), SMASH TV (Bptich Control, D),
Dj SVN (B), t.b.c. THE GUCCI SOUND SYSTEM (UK) + ...
f
i
l
m
TAXIDERMIA / Györgi Palfi (HU/FR/AT) THE SCIENCE OF SLEEP / Michel Gondry (F)
p
o
d
i
u
m
TINSELTOWN / ABATTOIR FERME
> Chiel van Berkel, Veerle Malschaert, Joost Vandecasteele, Kreng, Kirsten Pieters, Pepijn Caudron
e
x
p
o
22&23 ‘ART MONK’ / RAF TIMMERMANS d e c . > 22&23/12 PERFORMANCE ‘ART MONK’ - STUUR UW AAP! > t.e.m. 20/1/07 expo ‘ART MONK’ met o.a. resultaten van de happening en beeldend werk van RAF TIMMERMANS
FRODE GJERSTAD QuarBELGIE Kunstencentrum Burg. Bollenstraat 54, 3500 Hasselt 011-22.41.61
[email protected] www.kunstencentrumbelgie.com
RUIS 11 - DECEMBER 2006
(K-RAA-K)3
SILVESTER ANFANG
R.O.T.
satanische vrede lp “Blending a droning instrumental backbone with improvised percussion and twanging guitars the band creates the most haunting and addictive soundscapes I ‘ve heard in a long time.” - Boomkat
ADV-RUIS-VOORUIT-ISTANBUL
13-11-2006
12:02
Pagina 1
l’écurie lp “Sounds like a very stoned Starfuckers jamming at the bottom of an emptied swimming pool, or like an alien army of sentient music making machines left to hum and rattle and drone until their batteries slowly run out. Really cool. ” - Aquarius
www.kraak.net
VOORUIT EN DE CENTRALE STELLEN VOOR
ISTANBUL EKSPRES ////////// DO 07 - DI 19.12
//////////
Muziek, mediakunst en literatuur uit de metropool waar Oost en West elkaar ontmoeten VR 15.12 /// ERDEM
HELVACIOGLU (TR) + KAPOTSKI (BE) EMIELTAPES FEAT. DJ SERHATULLAH (TR) & STEVEN DE BRUYN (BE)
Indrukwekkende elektronische klanktapijten, gevolgd door een muzikale conversatie tussen de impro van Kapotski, het harmonicaspel van Steven De Bruyn en geluidscollages van dj Serhatullah, alias Turks dj-fenomeen Serhat Koksal. ZA 16.12 /// BABA ZULA (TR) FEAT. BRENNA MCCRIMMON, KRISTOF ROSEEUW, JOACHIM BADENHORST & DREE PEREMANS (CA/BE) Turkse livesensatie Baba Zula met de hemelse Canadese zangeres McCrimmon en een Belgische soulsectie.
INFO & TICKETS: WWW.VOORUIT.BE - WWW.DECENTRALE.BE HET SEIZOEN 2006-2007 IS MOGELIJK MET DE STEUN VAN: VLAAMSE REGERING / PROVINCIE OOST-VLAANDEREN / STAD GENT / STUDIO BRUSSEL / KLARA
RUIS 12 - DECEMBER 2006