Biografieën van de panelisten Klaus Rudischhauser Adjunct-directeur-generaal bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking – EuropeAid Klaus Rudischhauser kwam in dienst bij de Europese Commissie in 1989 en begon zijn carrière bij het directoraat-generaal Milieu. Van 2007 tot 2011 was hij directeur bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Betrekkingen met de ACS-landen. Hij was er ondermeer verantwoordelijk voor: Programmering van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF); pan-Afrikaanse kwesties; enz. Vervolgens werd hij directeur van Kwaliteit en Effectiviteit van de Hulp bij het DG Ontwikkeling en Samenwerking – EuropeAid. Sinds augustus 2012, is de heer Rudischhauser adjunct-directeur-generaal van DG Ontwikkeling en Samenwerking – EuropeAid en houdt hij toezicht op de directoraten ontwikkelingsbeleid van de EU; Duurzame Groei en Ontwikkeling; Mens en Maatschappij-Ontwikkeling en drie eenheden, respectievelijk Communicatie en Transparantie; Institutionele Relaties; Kwaliteit en Resultaten.
Alfredo Pérez de Armiñán Adjunct-directeur-generaal voor Cultuur bij Unesco sinds september 2014 Licentiaat in de rechten van de Universidad Complutense de Madrid, gespecialiseerd in publiek recht, cultuur en erfgoed. Pérez de Armiñán is zijn beroepsloopbaan begonnen op het Spaanse parlement. Daarna heeft de Spaanse regering hem met verscheidene opdrachten belast. Hij werd als secretarisgeneraal op het ministerie van Cultuur aangesteld en was ook directeur-generaal van Schone Kunsten, Openbaar archief en Bibliotheken. Pérez de Armiñán had zitting in de raad van bestuur van het Pradomuseum en de Raad voor het Nationale Patrimonium. Hij is lid van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten San Fernando in Madrid. Van december 2012 tot mei 2014 was Dhr. Pérez de Armiñán directeur-generaal van de Stichting José Ortega y Gasset – Gregorio Manañón in Madrid. Daarnaast was hij secretaris-generaal van de aan de stichting verbonden universitaire onderzoeksinstelling. Sinds september 2014 is Dhr. Pérez de Armiñán adjunct-directeur-generaal voor Cultuur bij Unesco.
25
EUROPEES JAAR VOOR ONTWIKKELING 2015
Frédéric Jacquemin Directeur van Africalia Alvorens de functies van directeur van Africalia op zich te nemen, was Frédéric Jacquemin expert op vlak van cultuurbeleid bij het secretariaat van de groep van ACS-landen (landen in Afrika, Caraïben en de Stille Oceaan). In deze functie coördineerde hij het ACS-Observatorium voor cultuur (Cultural Observatory), waar hij van 2009 tot 2012 onderzoek uitvoerde over de creatieve industrieën en het cultuurbeleid in de ACS-landen. Hij heeft ontwikkelingsacties en opleidingen in het beheer van culturele ondernemingen in SubSaharaans Afrika opgezet in opdracht voor de Stichting Hicter en onder andere voor de Belgische Technische Coöperatie, het Observatorium voor Cultuurbeleid in Afrika (Observatoire de politiques culturelles en Afrique) en de Internationale Organisatie van de Francofonie (Organisation internationale de la Francophonie). Frédéric Jacquemin heeft een diploma in Kunstgeschiedenis en Archeologie behaald aan de Université Catholique de Louvain en een M.A. in Business Administration aan het Instituut E. Solvay – Université Libre de Bruxelles.
Aadel Essaadani Scenograaf en technisch directeur van de Fabrique Culturelle des Abattoirs de Casablanca (Cultuurfabriek van de Slachthuizen van Casablanca). Geassocieerd directeur van het Institut des Métiers du Spectacle de Casablanca (Instituut voor Podiumberoepen van Casablanca) in Marokko Aadel Essaadani is geboren in Casablanca. Hij heeft stedenbouw en stadssociologie gestudeerd in Frankrijk, en is, na een bijkomende opleiding tot regisseur-technicus in podiumkunsten, actief als technisch directeur en directeur communicatie van diverse festivals waaronder “Les Estivales” in Perpignan en “Jazz au Chellah” in Rabat. Hij stond eveneens gedurende 3 jaar aan het hoofd van “L’Ubu”, een jazzclub in Perpignan, en van “Jazz sous le Rocher” in Casablanca. Daarnaast richtte hij ook het Institut des Métiers du Spectacle (Instituut voor Podiumberoepen) in Casablanca op, dat aan professionals een permanente vorming aanbiedt in de technische en administratieve aspecten van de podium kunsten en dat hij tot op vandaag blijft leiden als geassocieerd directeur. Sinds 2013 is Aadel Esaadani voorzitter van “Arterial Network”, een Afrikaanse organisatie die ijvert voor het statuut van de kunstenaar en voor de ontwikkeling van een creatieve economie op het continent. EUROPEES JAAR VOOR ONTWIKKELING 2015
26
Étienne Minoungou Directeur van de Récréâtrales, voorzitter van het Centre burkinabé de l’Institut International du Théâtre (Burkinese centrum van het Internationaal Theaterinstituut – ITI ) en directeur van het theatergezelschap Compagnie Falinga in Ouagadougou, Burkina Faso Naast directeur en stichter van de “Récréâtrales” (pan-Afrikaanse residenties rond het schrijven en creatie van drama en onderzoek ernaar) en van het theatergezelschap Compagnie Falinga in Burkina Faso, is hij tevens ondervoorzitter van het Centre burkinabé de l’Institut International du Théâtre (Burkinese Centrum van het Internationaal Theaterinstituut – ITI) en voorzitter van de Fédération du Cartel, een Burkinese multidisciplinaire federatie. De “Récréâtrales”, een initiatief dat gevestigd is in het hartje van een volkse wijk van Ouagadougou, treedt bij elke editie op als gastheer van een tiental creatieve projecten, die tussen 80 en 100 scheppende kunstenaars uit het hele continent bijeenbrengen. Door een dialoog aan te gaan met de bewoners van de wijk, heeft het project geleid tot een dynamiek van participatie en een toenemende betrokkenheid van de bewoners bij verschillende onderdelen van het project, dankzij de uitwerking en de concrete toepassing van een contract met lokale ontwikkelingsdoelstellingen. De “Récréâtrales” zijn niet langer alleen maar een cultuurproject, maar tegelijk ook een identiteitskenmerk van een wijk en een project waardoor de bewoners een aantal vragen aanpakken die hen bezighouden en proberen om er samen antwoorden voor te vinden
N’Diaye Ramatoulaye Diallo Minister van Cultuur van Mali Sinds haar aanstelling tot minister van cultuur, heeft Mevrouw N’Diaye Ramatoulaye Diallo blijk gegeven van een duidelijke visie op cultuur, die als volgt kan worden samengevat: “Mali is een land met een rijke en duizenden jaren oude cultuur, die nog altijd, en gelukkig maar, verankerd is in haar tradities. Mali is een land dat fier is op zijn culturele diversiteit. Mali is ook een land dat ontwikkeling nastreeft. Het is vanzelfsprekend om voorwaarden te scheppen waardoor de Malinese cultuur zich kan ontwikkelen in een context van mondialisering.” Met deze visie heeft zij deelgenomen aan het thematische debat op hoog niveau van de 68ste Algemene Vergadering over cultuur en duurzame ontwikkeling op de ontwikkelingsagenda na 2015, dat plaatsvond 27
op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. De minister heeft daar de nadruk gelegd op de visie waarvoor ze in Mali pleit, met name dat cultuur één van de pijlers van socio-economische ontwikkeling is. In deze context heeft mevrouw N’Diaye Ramatoulaye Diallo zich geschaard achter de concrete uitvoering van het project TIMBUKTU RENAISSANCE, dat de mythische stad Timboektoe wil doen herleven op basis van haar culturele rijkdom.
Mário Lúcio Matias de Sousa Mendes Minister van Cultuur van Kaapverdië, musicus, dichter, dramaschrijver Mário Lúcio Matias de Sousa Mendes, beter gekend onder zijn artiestennaam Mário Lúcio Sousa, is geboren in Tarrafel op het Kaapverdische eiland Santiago. Naast Minister van Cultuur van Kaapverdië sinds 2011, is Mário Lúcio Sousa eveneens kunstenaar, schrijver, advocaat, én oprichter en leider van de muziekgroep Simentera. Met zijn muziek zorgde hij voor een nieuwe wind in de Kaapverdische muziek, meer akoestisch en met Afrikaanse cultuur als deel van de Kaapverdische culturele identiteit. Hij was tevens de auteur van de muziekprojecten waarmee zijn land vertegenwoordigd was op de wereldtentoonstellingen van Sevilla in 1992 en Lissabon in 1998. Mário Lúcio Sousa bespeelt meerdere instrumenten en stond in voor het arrangement van een heel aantal Kaapverdische albums. Hij is stichtend lid en directeur van de vereniging Quintal da Música, dat beschikt over een privaat culturele centrum dat zich toelegt op de opwaardering van de traditionele muziek.
Babacar Sarr Voorzitter van het Festival International de Folklore et de Percussions de Louga (Internationaal Folklore- en Percussiefestival van Louga- FESFOP), Senegal Babacar Sarr is geboren in Louga, Senegal, in het hart van de Sahel. Hij is leraar van beroep en engageerde zich al zeer vroeg in het verenigingsleven in al haar diversiteit, waaronder ondere andere jeugdhuizen. Sinds april 1999 is Babacar Sarr stichter-voorzitter van de vereniging Festival International de Folklore et de Percussions de Louga (Internationaal Folklore- en Percussiefestival van Louga- FESFOP), dat als drager fungeert als een cultureel, apolitiek, integrerend en verenigend project voor een duurzame ontwikkeling van de bevolking in de regio van Louga. 28
Behalve het festival zet het FESFOP ook lokale ontwikkelingsprojecten op: een museum, percussie- en dansworkshops, een gemeenschapsradio, een toeristisch dorp, solidair toerisme, een beurs met ambachtelijke producten… Die activiteiten maken van het FESFOP een culturele onderneming die werkgelegenheid schept en middelen genereert op lokaal niveau.
Jordi Pascual Coördinator van de Agenda 21 voor cultuur van de Verenigde Steden en Lokale Overheden (UCLG) Jordi Pascual coördineert het proces “Agenda 21 voor cultuur” (www.agenda21culture.net) en de culturele commissie van Verenigde Steden en Lokale Overheden (UCLG). Hij onderwijst stadscultuurbeleid en management aan de Vrije Universiteit van Catalonië (UOC-www.uoc.edu). Hij heeft boeken, artikels en rapporten geschreven (vertaald in meer dan 20 talen) over internationale culturele betrekkingen en lokale ontwikkeling. Hij neemt eveneens deel aan conferenties over de rol van de cultuur in duurzame ontwikkeling. Hij was lid van de jury van de Culturele Hoofdstad van Europa 2010, 2011, 2013 en 2016.
Gie Goris Hoofdredacteur van het Magazine MO* Van 1980 tot 1990 was Gie Goris werkzaam in de sector van de ontwikkelingseducatie. In 1990 startte hij met zijn journalistieke carrière als hoofdredacteur van het Magazine Wereldwijd. Sinds 2003 is hij hoofdredacteur van het Magazine MO*, een maandelijkse uitgave waarin wereldkwesties worden behandeld en dat op 120.000 exemplaren wordt verspreid. Gie Goris schrijft doorgaans over thema’s als interculturaliteit, religie en mondialisering. Hij is naar alle uithoeken van de wereld gereisd en heeft daar zowel schrijvers, denkers als politici en landbouwers geïnterviewd, waaronder Tariq Ali, Nasr Hamid Abu Zayd, Arundhati Roy, Toni Morrison, Ellen Johnson-Sirleaf en Amartya Sen.
29
EUROPEES JAAR VOOR ONTWIKKELING 2015