Biochemische principes
Hans V. Westerhoff Biochemische principes
Leerstof: • Voet, Voet & Pratt: Fundamentals of Biochemistry (1999 editie) • Hoofdstukken 13-17, 21 (zie syllabus voor details) • Syllabus: de principes van het metabolisme (III.A-E) • Syllabus: • Sheets college via blackboard en: http://www.bio.vu.nl/hwconf/teaching Biochemische principes
Leerstof: • Voet, Voet & Pratt: Fundamentals of Biochemistry (1999 editie) • Hoofdstukken 13-17, 21 (zie syllabus voor details) • Syllabus: de principes van het metabolisme (III.A-E) • Syllabus: • Sheets college via blackboard en: http://www.bio.vu.nl/hwconf/teaching Biochemische principes
Collegeschema Colleges zijn van 12h30 – 14h30 (met uitzondering van 28-10; dan zijn ze van 10h00-12h00), Voor docent en onderwerp: zie tabel in syllabus
Biochemische principes
Collegeschema 2003
Biochemische principes
Biochemie 2003: rol van colleges • Alle stof staat in syllabus plus de daarin aangegeven delen van het boek • Alle op het tentamen gevraagde stof wordt expliciet behandeld op college of practicum Collegestof << Boekstof • Weten maar vooral begrijpen! Biochemische principes
Biochemische principes op het wwweb • Oefententamen en sheets college zie: • Blackboard of • http://www.bio.vu.nl/hwconf/teaching/
Biochemische principes
De principes van het metabolisme • A. Algemene principes • B. Koolstof- en energie metabolisme • C. Controle en regulatie • D. Redox • E. De balans opmakend Biochemische principes
De plaats van de biochemie in de wetenschap sociologie
ecologie
macrobiologie Medische biologie microbiologie Biochemie, biofysica, moleculaire biologie chemie
Biochemische principes
fysica
Een cel ziet er niet uit als zak enzymen;een bacterie niet
Biochemische principes
Een gistcel ook niet
Biochemische principes
Een levende cel doet meer dan biochemie, nl ‘leven’, maar wat is dat?
Biochemische principes
Biochemische principes
Replicerende zelfgecoordineerde autonome machine
Biochemische principes
Een levende cel onderscheidt zich van zijn omgeving; actief
Biochemische principes
‘Gewoon een zak enzymen?’ • Metabolisme • Gibbs energie transductie • Transport
• • • •
Transcriptie Translatie Replicatie Signalering
Alles geschiedt door enzymen…… dus…. Inderdaad ….?? Een principe
Biochemische principes
Wat gaan we doen: metabole routes uit het hoofd leren?
Biochemische principes
Wat gaan we doen: Principes begrijpen en herkennen!
Biochemische principes
A1. Het balansprincipe voor een organisme • indien er meer nodig is dan opgenomen kan worden dan moet het gemaakt worden • Toename is netto opname plus netto productie
∆X = ∆ e X + ∆ i X Biochemische principes
A2. De zelfwerkzaamheid van het leven • Levende organismen maken bijna alle stoffen die ze nodig hebben zelf • Oorzaak: – heel veel verschillende stoffen nodig – Komen bijna nooit allemaal in medium voor in goede relatieve concentraties – Kunnen membraan niet passeren Biochemische principes
A2. De zelfwerkzaamheid van het leven Levende organismen maken bijna alle chemische verbindingen die ze
Fig. 13-1
nodig hebben zelf
! (uitzondering: vitamines)
Biochemische principes
A2. De zelfwerkzaamheid van het leven
Fig. 13-1 Dus niet: hele eiwitten opeten en gebruiken! Biochemische principes
A3. Elke reactie wordt gekatalyseerd door een eiwit • Ongekatalyseerde processen meestal te traag • Enzym • Genproduct
Fig. Page 356
Biochemische principes
A4. Water is overal Meeste levensstoffen zijn hydrofiel Fig. P22, Fig 1-6 Biochemische principes
A4. Water is overal Meeste levensstoffen zijn hydrofiel
Biochemische principes
A5. Hydrofobe membranen om ‘alles’ bijeen te houden Meeste levensstoffen zijn hydrofiel
Fig 10-10
Biochemische principes
A6. Subcompartimentatie Functie: Incompatibele reacties gescheiden Biochemie onder mee dan een conditie (pH) Vrije energie over membraan (electrische potentiaal) Nadeel: Extra transport nodig Biochemische principes
A6. Subcompartimentatie
Fig. 19-19
Biochemische principes
A7. Transport over biologische membranen wordt gekatalyseerd door een eiwit
• Translocator / transporteiwit / kanaal • Snelheden anders te laag
Fig. 10-36, 10-37
Biochemische principes
A8. Actief versus passief transport • Passief: • Wel gekatalyseerd • Geen aandrijving met Gibbs energie
• Actief: • Gekoppeld aan vrije energie afstaande reactie Biochemische principes
A9. Het betaalprincipe • bij 500 voedingstoffen en 500 benodigde stoffen zouden er 500x500 = 250 000 chemische reacties • ruilhandel moet een slager met vlees betalen als hij melk bij de melkboer haalt • economie gebaseerd op geld • Voedsel omzetten in eenvoudige bouwstenen (betaalmiddelen) Biochemische principes
A9. Het betaalprincipe
Fig. 19-19
Biochemische principes
A10. Het balansprincipe voor metabole routes en processen ∆ e ATP = 0, ∆ e NADH = 0
∆ i ATP = 0, ∆ i NADH = 0 Evenveel ATP gemaakt als afgebroken-nodig Biochemische voor principes biosynthese
A11. Antiparallel actief en passief transport
∆X = 0, ∆ e X = 0, ∆ i X = 0 Biochemische principes
A12. Elementen kunnen niet gemaakt worden, verbindingen wel ∆ i ,element ≡ 0 H, C, N, O, P, S, Ca, Mg, Na, K en Cl
verbindingen bv glucose C6H12O6
Biochemische principes
A13. Zelf energie maken, de thermodynamische beperkingen • behoud van energie U • Gibbs vrije energie, het effectieve arbeidsvermogen: G=U + PV –TS • Bij processen die lopen gaat altijd wat Gibbs vrije energie verloren :
∆ iG < 0 Biochemische principes
A13. Zelf energie maken, de thermodynamische beperkingen
∆X = ∆ e X + ∆ i X
∆ eG = − ∆ i G > 0 in steady state Biochemische principes
A14. Meer dan 1 betaalmiddel nodig; voor elke relevante behoudswet tenminste 1
Biochemische principes
A15. Veel betaalmiddelen reizen op dragers
Biochemische principes
A16. Betaalmiddelen voor elementen
Biochemische principes
A17. Betaalmiddelen geleverd door katabole routes
Biochemische principes
A17. Betaalmiddelen geleverd door katabole routes
Biochemische principes
A17. Betaalmidde len geleverd door katabole routes
Biochemische principes
A17. Betaalmiddel en geleverd door katabole routes
Biochemische principes
A17. Betaalmiddellen geleverd door katabole routes
Biochemische principes
De principes van het metabolisme • A. Algemene principes • B. Koolstof- en energie metabolisme • C. Controle en regulatie • D. Redox • E. De balans opmakend Biochemische principes
B1. Metabolisme: van voedsel naar bouwstenen naar biomassa
Biochemische principes
B2. Overschotten worden uitgescheiden
Biochemische principes
B3. Geen zorg om behoud van protonen
Biochemische principes
B4.
ATP:
het dominante Gibbs energie betaalmiddel bij chemische reacties
Biochemische principes
B5. ATP en transmembraanprotonen: de dominante Gibbs energie betaalmiddelen bij actief transport
Biochemische principes
Redoxmetabolisme • Redox metabolisme: electron overdrachts reacties −
red1 ⇔ ox1 + n ⋅ e − red 2 ⇔ ox2 + n ⋅ e • Electronen willen van stoffen (koppels) met negatieve redox potentiaal naar stoffen (koppels) met (meer) positieve redox potentiaal
RT ox ox 10 ⋅ ln E = E °'+ = E °'+0.059⋅ log nF red red Biochemische principes
Redoxmetabolisme
Electronen willen dus bv. van NADH naar Biochemischeis, principes zuurstof, als er zuurstof of nitraat of sulfaat
B6. Twee soorten redoxmetabolisme, ademhaling en fermentatie • Indien electronen naar externe electron acceptor: ‘ademhaling’ • Indien electronen naar interne electronacceptor: ‘fermentatie’ – (bv. wijn, bier, brood, zuurkool)
Biochemische principes
B6. Twee soorten redoxmetabolisme, ademhaling en fermentatie
Biochemische principes
B7. Twee manieren om ATP te maken: protonkracht gedreven en substraatniveau fosforylering
Biochemische principes
B8. Hoogenergetische bindingen
Biochemische principes
B9. Bij fermentatie vindt vaak elektronverschuiving binnen het molecuul plaats
Biochemische principes
B9. Bij fermentatie vindt vaak elektronverschuiving binnen het molecuul plaats
Biochemische principes
B9. Bij fermentatie vindt vaak elektronverschuiving binnen het molecuul plaats
Biochemische principes
B9. Bij fermentatie vindt vaak elektronverschuiving binnen het molecuul plaats
Biochemische principes
B10a. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen
Biochemische principes
B10a. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen glucose wordt gesplitst in twee glyceraldehyde moleculen
Biochemische principes
B10b. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen Elk glyceraldehyde molecuul wordt intern gefermenteerd tot melkzuur
Biochemische principes
B10c. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen Twee electronen worden tijdelijk geparkeerd op NADH. In de laatste stap worden deze electronen van NADH overgedragen op pyruvaat. Hierbij ontstaat melkzuur (=lactaat). Biochemische principes
B10d. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen Fosfaat groepen worden gebonden om de Gibbs energie te oogsten. Fosfaat bindingen worden omgevormd tot hoge energie bindingen.
Biochemische principes
B10e. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen Eerste twee fosfaten worden gebonden aan het molecuul in de C6 vorm.
Investering van Gibbs vrije energie.
Biochemische principes
B10f. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen Tweede set fosfaten wordt gebonden tegelijkertijd met de dehydrogenase stap.
Hoog energie fosfaten worden overgedragen op Biochemische principes ADP.
B10g. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen Netto resultaat: 2 ATP per glucose molecuul 2 lactaat per glucose molecuul
De route naar lactaat wordt gevolgd door: - menselijke rode bloedcellen (bevatten geen mitochondriën) - spiercellen als ze te weinig zuurstof hebben Biochemische principes
B10h. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen
Gistcellen zetten pyruvaat om in ethanol. Biochemische principes
B10. Fermentatieve glycolyse gebruikt de volgende mechanismen
Biochemische principes
B11. Enzymen verlagen ∆G#
Biochemische principes
B12. Beperkt aantal types biochemische reactie • redox reacties (oxidoreductases; dehydrogenases) • groepsverdracht, gekatalyseerd door transferases • de vorming van een binding onder gebruik maken van de Gibbs vrije energie van ATP hydrolyse, gekatalyseerd door ligases (=‘synthetases’) • isomerases • hydrolases • eliminatie van een groep onder vorming van een dubbele binding in het achterblijvende molecuul, gekatalyseerd door de lyases (=‘synthases’) Biochemische principes
B12. Beperkt aantal types biochemische reactie • • • • • •
Biochemische principes
oxidoreductases transferases ligases isomerases hydrolases lyases
B12. Beperkt aantal types biochemische reactie
Biochemische principes
B13.Metabole paden bewerkstelligen gecompliceerde omzettingen
De snelheden van de opvolgende stappen moet gelijk zijn, opdat de concentraties van de intermediaire stoffen niet blijven toenemen (of afnemen); het metabole pad moet in steady state opereren. De metabole stroom erdoorheen heet dan de flux. Biochemische principes
B14. Metabole routes bevatten irreversible stappen
Biochemische principes
B15. Tegengestelde routes bij afbraak en synthese
Biochemische principes
B15. Tegengestelde routes bij afbraak en synthese
Biochemische principes
B15. Tegengestelde routes bij afbraak en synthese
Biochemische principes
De principes van het metabolisme • A. Algemene principes • B. Koolstof- en energie metabolisme • C. Controle en regulatie • D. Redox • E. De balans opmakend Biochemische principes
C1. Controle versus regulatie • Goede waardes stromen en concentraties • Wat controleert de flux of concentratie? Wat bepaalt/beperkt de grootte van de flux of concentraties?
• Wat reguleert de flux of concentratie? Hoe wordt de grootte
van de flux of de hoogte van een concentratie bijgesteld als de behoefte wijzigt? Biochemische principes
C2. Controle coëfficiënt: precisering van hoe sterk de controle is Enzym is onbelangrijk
Enzym is belangrijk
Flux versus enzyme activity 1 0.5 0 0
0.5
1
1.5
Biochemische principes
2
2.5
C2. Controle coëfficiënt: precisering van hoe sterk de controle is
percentage increase in fluxJ C ≡ percentage increase in enzyme activity J i
Flux versus enzyme activity 1 0.5 0 0
0.5
1
1.5
Biochemische principes
2
2.5
C3. Flux controle zit niet per se in de irreversibele stappen
?
?
? Biochemische principes
C4. Flux regulatie door regulatie enzymactiviteit C4. De flux door een metabole route kan gereguleerd worden door de enzymactiviteit van een of meerdere enzymen met flux controle te reguleren (Fig. 141, 17-23). Bij grote regulatie is het laatste effectiever, omdat flux controle anders gauw verschuift. Biochemische principes
C5. Elk eiwit wordt gecodeerd door een gen
DNA RNA Enzyme Chemical 1
Process Biochemische principes
Second law of Biology DNA
Every enzyme is encoded by a gene
RNA Enzyme Chemical 1
Process Biochemische principes
C6 Meerdere manieren om een stap te reguleren • meer enzym maken • activiteit van het enzym te veranderen – Allostere interacties – Covalente modificaties
• veranderde substraat/product concentraties Biochemische principes
C7. Regulatie door tegengestelde stappen differentieel te beinvloeden
Biochemische principes
C8. Regulatie enzymactiviteit door conformatieverandering
Biochemische principes
C9. Covalente modificatie enzymen en cascades
Biochemische principes
C10. Hiërarchie in controle • Genexpressie activiteit (bv transcriptieactiviteit, translatieactiviteit) controleert tot op zekere hoogte de hoeveelheid van elk enzym, en de hoeveelheid (activiteit) van elk enzym controleert tot op zekere hoogte de fluxen en de concentraties. Biochemische principes
De principes van het metabolisme • A. Algemene principes • B. Koolstof- en energie metabolisme • C. Controle en regulatie • D. Redox • E. De balans opmakend Biochemische principes
D1. Behoud van elektronen: redox ∆ i electronen ≡ 0 • Er moet dus redox balans zijn in steady state: evenveel electronen opnemen als afstaan • Redoxtoestand: – – – – –
CH4: C telt als C4- (H neemt men als H+) CO2: C telt als C4+ (O neemt men als O2-) C(H2O)n (koolhydraat): C telt als C0 NO3- (nitraat): N telt als N5+ NO2- (nitriet): N telt als N3+ Biochemische principes
D1. Behoud van elektronen: redox • Redoxbalans: – CH4: C telt als C4- (H neemt men als H+) – CO2: C telt als C4+ (O neemt men als O2-) – C(H2O)n (koolhydraat): C telt als C0
• Op methaan (CH4) groeiende bacteriën moeten dus ademhalen (op zuurstof of nitraat) • CH4
C(H2O)n (biomassa) + 4 e-
• O2 + 4 e- + 4H+
2 H2O Biochemische principes
D1. Behoud van elektronen: redox • Redoxbalans: – CH4: C telt als C4- (H neemt men als H+) – CO2: C telt als C4+ (O neemt men als O2-) – C(H2O)n (koolhydraat): C telt als C0
• Autotrofe organismen (dwz organismen die CO2 gebruiken als koolstofbron) moeten een externe electron donor oxideren (water bij fotosynthetische organismen) • CO2 + 4 eC(H2O)n (biomassa) O2 + 4 e- + 4H+ • 2 H2O Biochemische principes
D1. Behoud van elektronen: redox • Redoxbalans: – CH4: C telt als C4- (H neemt men als H+) – CO2: C telt als C4+ (O neemt men als O2-) – C(H2O)n (koolhydraat): C telt als C0
• Op koolhydraat groeiende organismen halen ook wel adem, maar niet vanwege de redox balans. Waarom wel? • C(H2O)n C(H2O)n (biomassa) + 0 e• O2 + 4 e- + 4H+ 2 H2O • C(H2O)n CO2 + n H2O + 4 e• Omdat de ademhaling Gibbs energie oplevert (ATP) Biochemische principes
D2. NADH: dominant elektron betaalmiddel in het energie metabolisme (Fig. 17-1) Ontvangt electronen van: Het katabolisme Biochemische principes
D2. NADH: dominant elektron betaalmiddel in het energie metabolisme Betaalt electronen aan: de mitochondriële electron transport keten
Biochemische principes
D2. NADH: dominant elektron betaalmiddel in het energie metabolisme
Biochemische principes
D2. NADH: dominant elektron betaalmiddel in het energie metabolisme
Biochemische principes
D2. NADH: dominant elektron betaalmiddel in het energie metabolisme
Biochemische principes
D3. NADPH: dominant elektron betaalmiddel in het anabolisme
Biochemische principes
D3. NADPH: dominant elektron betaalmiddel in het anabolisme
Biochemische principes
D3. NADPH: glucose-6 fosfaat dehydrogenase deficiëntie
X
Patienten zijn overgevoelig voor zuurstofperoxideschade bv Biochemische principes geïnduceerd door primaquine
D4. Ademhaling kan veel Gibbs energie opleveren • In een eindstandige -CH3 groep (als in ethaan), een eindstandige alcohol groep (-CH2OH, als in alcohol), een eindstandige aldehyde groep (-CH=O als in acetaldehyde) en een eindstandige carboxylgroep (-COOH, als in azijnzuur) heeft het koolstofatoom een redox toestand van respectievelijk 3-, 1-, 1+ en 3+. • Negatieve midpuntspotentiaal (bv. -0.2 V voor de oxidatie van ethanol naar acetaldehyde, -0.6 V voor de oxidatie van acetaldehyde naar azijnzuur) • Zuurstof wil heel graag electronen hebben (hoge midpunts potentiaal +0.81 V ) • Koolstof wil daardoor dus graag aan zuurstof elektronen afstaan totdat dat niet verder kan: CO2. Biochemische principes
D4. Ademhaling kan veel Gibbs energie opleveren 100 mV komt overeen met ongeveer 10 kJ/mol electron ATP: ongeveer met 40 kJ/mol ATP Biochemische principes
D5. Oxidatie van koolstof in verbindingen Strategie:
•Steeds 2H (=2 electronen plus 2 protonen) eraf plukken met dehydrogenase •Bij dubbele binding water toevoegen •Dan 2H eraf; wordt C=O •Dan acetaat groep eraf (op CoA naar citroenzuurcyclus) (hier: vetzuurafbraak)
Biochemische principes
D5. Oxidatie van koolstof •Strategie: in verbindingen •Steeds 2H (=2 electronen plus 2 protonen) eraf plukken met dehydrogenase •Als het dubbele binidng geworden is: water toevoegen •Dan is het alcohol: 2H onttrekken wordt CH=O •Af en toe CO2 eruit als het een zuurgroep geworden is Biochemische principes
•(hier: Citroenzuur cyclus)
D5. Oxidatie van koolstof in verbindingen
Biochemische principes
D6. Bij ademhaling, wordt redox Gibbs energie geoogst door omzetting in elektrochemische proton gradient door de elektrontransferketen
Biochemische principes
D6. Bij ademhaling, wordt redox Gibbs energie geoogst door omzetting in elektrochemische proton gradient door de elektrontransferketen
Alternatieve route; minder efficiënt Anaerobe bacteriën: andere terminale acceptoren dan zuurstof (bv. Nitraat, nitriet, NO, N2O) (kampioen isprincipes Paracoccus denitrificans; hier Biochemische bestudeerd)
D7. Redox shuttles: Metabole routes om elektronen over het membraan te zetten of naar het membraan te brengen
Biochemische principes
D7. Redox shuttles: Metabole routes om elektronen over het membraan te zetten
Biochemische principes
D8. Redox metabolisme globaal • Glycolyse, pyruvaatdehydrogenase complex, vetzuurafbraak en de citroenzuurcyclus leveren elektronen in NADH (en een beetje in FADH2) • Deze worden geoxideerd door de elektron transferketen • Pentosefosfaatcyclus (en ‘transhydrogenase’) levert elektronen in NADPH • Deze worden bij biosynthese gebruikt Biochemische principes
De principes van het metabolisme • A. Algemene principes • B. Koolstof- en energie metabolisme • C. Controle en regulatie • D. Redox • E. De balans opmakend Biochemische principes
E1. De aërobe glycolyse (i.t.t. de fermentatieve glycolyse)
Biochemische principes
E2. De citroenzuurcyclus •De citroenzuurcyclus oxideert acetyl = acetaat: CH3COOH: C3- - C3+ •tot 2 kooldioxide moleculen (2 C 4+ ), • waarbij 6 elektronen worden opgevangen door NAD and 2 door een FAD •1 GTP (ATP) wordt gemaakt •Het is een cyclus, dus er mag niet voortdurend netto C4 aan onttrokken worden
Biochemische principes
E3. Koolstof metabolisme
Biochemische principes
E3. De citroenzuurcyclus en koolstofmetabolisme Het is een cyclus, dus er mag niet voortdurend netto C4 aan onttrokken worden Wel doorgangsroute voor C metabolisme
Biochemische principes
E3. De citroenzuurcyclus en koolstofmetabolisme Het is een cyclus, dus er mag niet voortdurend netto C4 aan onttrokken worden Wel doorgangs route voor C metabolisme Biochemische principes
E4. Energie metabolisme
Biochemische principes
E4. Energie metabolisme ATP gebruik: • Biosynthese (eiwit, DNA, RNA, lipiden, koolhydraten) • Beweging (actomyosine, flagellen) • Actief transport • Signaal transductie Biochemische principes
E5. Metabolisme
Biochemische principes
E6. Gibbs energieopbrengst (in ATP equivalenten) • Glucose oxidatie • 36 ATP
∆G o ' = −2845 kJ / mol
∆G ' = −235 kJ / mol
• Glucose fermentatie • 2 ATP Biochemische principes
o
E7. Katabolisme is matig efficiënt 6 pCO 0 10 2 ∆G = ∆G '+5.71 ⋅ log 6 ⋅ [ cos ] pO glu e 2
• Berekening Gibbs energie glucose verbranding ∆G = −2845 + 5.71 ⋅
10
• Berekening voor fermentatie naar alcohol
1 log = −2845 − 99 = −2944kJ / mol 6 630 ⋅ 0.01
[ethanol ]2 ⋅ pCO2 2 = ∆G = ∆G '+5.71 ⋅ log ⋅ [ glu cos e] 1 ) = −235 − 28 = −261 kJ / mol = −235 + 5.71⋅10 log( 100 ⋅ 900 0
Biochemische principes
10
E7. Katabolisme is matig efficiënt • Berekening efficiëntie glucose verbranding • Berekening efficiëntie fermentatie naar alcohol
36 ⋅ 40 η= ⋅100% = 49 % 1 ⋅ 2944
2 ⋅ 40 η= ⋅ 100% = 31% 1 ⋅ 261
Ondanks het feit dat de fermentatie slechts 1/18 maal het aantal ATP’s oplevert per glucose , is het thermodynamisch maar 18 % minder efficiënt. Als men alle ethanol als verloren beschouwt, dan is de fermentatieve efficiëntie lager: Biochemische principes
2 ⋅ 40 η= ⋅ 100% = 3 % 1 ⋅ 2944
Verder • • • •
Repertorium Oefenen Blackboard Gele syllabus: bestudeer de principes • Bestudeer de hoofdstukken uit het boek aan de hand van de principes
Biochemische principes