Binnenstadskrant Ondergronds Periodiek voor de Binnenstad van Utrecht, 12de jaargang, nummer 5, september-oktober 2007
Ondergronds
Een afdaling in kelders en knekelhuizen, langs kabels en rioolbuizen
Bestemming: horeca
A
ls je lekker met een pilsje op een terras op het Ledig Erf zit, is het goed filosoferen. Bijvoorbeeld over de vraag waarom iedereen het altijd over het Ledig Erf heeft, terwijl ze de Tolsteegbarriere bedoelen. Het Ledig Erf is toch echt aan de andere kant van de singel, waar een groen stoplicht op een billboard aankondigt dat er iets doorgaat. Wat is niet duidelijk en enige activiteit valt ook nog niet te bespeuren. En zo gaat dat wel vaker in de Binnenstad: er wordt gezegd dat er iets gaat veranderen - vervolgens gebeurt er jaren niets en net als iedereen denkt dat het niet meer zal doorgaan barst de activiteit los. Maar natuurlijk is het je eigen schuld. dat je je laat verrassen. Immers, er verandert niets belangrijks in de Binnenstad zonder een voorafgaand papiertraject. Met visies en kaders, concepten beleidsnota’s worden de veranderingen voorbereid. Voor de komende jaren staan ingrijpende wijzigingen op stapel. Traditioneel worden de functies in de Binnenstad vastgelegd in bestemmingsplannen. Daarin wordt per pand aangegeven wat er mag. Ze hebben een woon-, een bedrijfs- of een horecabestemming. Dit systeem gaat op de schop. In de toekomst wor-
Colofon
den de bestemmingen niet meer per pand vastgelegd, maar wordt globaal aangegeven voor een gebied welke activiteiten daar kunnen komen. Voor de gemeente is een dergelijke globale toetsing natuurlijk veel makkelijker. Maar hoe zit dat voor de bewoners en de andere belanghebbenden? Er wordt nu gewerkt aan het ‘Ontwikkelingskader horeca’, waarin staat in welke zones horeca zich mag vestigen. Bij elkaar beslaan deze zones enkele kilometers langs straten, pleinen en grachten in de Binnenstad. Maar er wordt niet aangegeven hoeveel m2 horeca er mag bijkomen en in welke tijdsperiode. Met een beetje pech (of geluk; ‘t is maar hoe je het bekijkt) verandert je rustige woonstraat in een paar jaar tijd in een druk uitgaanskwartier. Als omwonende heb je daar dan weinig tegenin te brengen wanneer de gemeenteraad akkoord is gegaan met het Ontwikkelingskader en straks het bestemmingsplan. Zo gaat, heel ongemerkt, een deel van je rechtszekerheid als burger verloren. En dat is geen lekker idee, ook al zit je nog zo prima op een terras op het Ledig Erf (pardon Tolsteegbarriere). Gert-Sjoerd Kuperus
Poging tot helderheid D e Binnenstadskrant is een krant zonder advertenties. Niet
andere kosten zijn er niet. Voor de redacteuren en fotografen
omdat niemand er in wil adverteren, maar omdat we er
is het allemaal liefdewerk.
tot nu in slaagden het zonder te doen. Dat maken we ons zelf
De afspraak met de gemeente, die verreweg het meeste geld
wijs. Want we ’verkopen’ wel degelijk ruimte. Van Città della
fourneert, is dat het wijkbureau Binnenstad in elk nummer
Musica kregen we geld voor het publiceren van de muziek-
de beschikking heeft over drie pagina’s, en de wijkraad over
agenda, tot op een gegeven moment Città daartoe niet meer
tenminste één. Op basis van een oude traditie is bovendien
in staat bleek. De laatste jaren plaatsen we nu de agenda ’gra-
één pagina gereserveerd voor de politieke partijen. Ook de
tis’, omdat we denken dat we met die service onze lezers een
ondernemersvereniging Centrum Utrecht had ’recht’ op een
plezier doen. Eén keer per jaar verkopen we een bladzijde aan
pagina, maar maakt daar de laatste tijd geen gebruik van. Op
de reinigingsdienst, en al jarenlang in elk nummer een pagina
allerlei manieren hebben we in de krant geprobeerd duidelijk
aan de politie en aan welzijnsorganisatie Cumulus. Zij leveren
te maken welke pagina’s van ’ons’ zijn en welke van anderen.
de teksten; wij zorgen meestal voor de foto’s, die ze gratis
Echt helder werd het niet. We doen een nieuwe poging: vanaf
krijgen. De Binnenstadskrant kost ongeveer 7.000 euro per
nu komen eerst alle eigen pagina’s, plus de Città-agenda, en
nummer, dat wil zeggen zeventig cent per exemplaar. Belang-
daarna de bladzijden van wijkbureau, wijkraad, enzovoort.
rijke uitgavenposten zijn de drukker en de vergoedingen voor
Maar de 24, de achterkant, houden we weer voor ons zelf. Dick Franssen
coördinatie en eindredactie, vormgeving en bezorging. Veel
Adressen
Wijk C Komitee www.wijkc.nl
Beheergroep NV-huistuin en omstreken tel. 2367315
Bewonersplatform Centrale Oude Stad tel. 2321533
Platform Binnenstad Utrecht (overleg bedrijven Binnenstad) tel. 2363252
Buurtpreventiegroep Wijk C-West tel. 2328076
Werkgroep Pandhof Sinte Marie Visscherssteeg 9, 3511 LW-Utrecht
Twijnstraatcomité tel. 2332664
Werkgroep Pandhof van de Dom p.a. Kikkersloot 18 3993 TK Houten
Buurtpreventiegroep Wijk C-Oost tel. 2315668
Buurtcomité in oprichting tel. 2313079
Buurtpreventiegroep Lang en Breed tel. 2328591 Buurtpreventiegroep Wolvenroedel tel. 2317601 Bewonersgroep Wolvenbuurt tel. 2310578 Bewonersgroep Vrouwjuttenhof tel. 2322948 Beheergroep A t/m Z tel. 2333147
Zakkendragersvereniging tel. 2317578 Vereniging Grachtstegen Lauwersteeg 11, 3511 JM Utrecht
[email protected] Stichting Behoud Lepelenburg e-mail:
[email protected]
Bewonersplatform Zuidelijke Oude Stad e-mail:
[email protected] Stichting Beheer Zeven Steegjes tel. 2232036 Stichting Geertebuurt tel. 2317735 Utrecht Weer Omsingeld tel. 2315668
Bewonersgroep Catharijnesingel tel. 2304225
Stichting Werkgroep Herstel Leefbaarheid Oude Stadswijken tel. 2310976
Bewonerscomité Hooch Moreel tel. 2340268
BOCP (Bewonersoverleg plannen stationsgebied) tel. 2522322
Centrum Utrecht (ondernemersvereniging) tel. 2317438 / 2400717, fax 2304713 Wijkbureau Binnenstad tel. 2860000, fax 2863966, e-mail:
[email protected] Welzijnsorganisatie Cumulus tel. 2758490; fax 2758499, e-mail:
[email protected] Algemene Hulpdienst (Burenhulp Binnenstad) tel. 2314788 Wijkagenten Binnenstad tel. 0900-8844 Buurtcomité Vaartsebuurt tel. 2316972
Voorplaat: Afdaler in de put (©Sjaak Ramakers)
De Binnenstadskrant is een initiatief van bewonersgroepen in de Binnenstad van Utrecht. Redactie Marijke Brunt Jacqueline van Eimeren Dick Franssen Ben Nijssen Arend Odé Jesse Pouw Christa Stigter © Fotografie Humphrey Daniels Dick Franssen Sjaak Ramakers Saar Rypkema Jaap van de Klomp Patrick van der Sande Annelijn Steenbruggen Fotoredactie Sjaak Ramakers Vormgeving Communicatieteam x-hoogte Druk: Dijkman Offset, Diemen Verspreiding: Guus Touker Oplage: 10.000 Brieven en kopij sturen naar: Binnenstadskrant Nieuwegracht 82 3512 LW Utrecht, tel. 2314555
[email protected] www.binnenstadskrant.nl Deadline volgend nummer: 15 oktober 2007 Verspreiding: 2 november 2007
De Binnenstadskrant is mogelijk gemaakt met bijdragen van: • Wijkraad Binnenstad • Bewonersgroepen Binnenstad • Wijkbureau Binnenstad • Cumulus • Politie Centrum • Particuliere giften Bedrijven, instellingen en bewoners die de Binnenstadskrant willen ondersteunen met een financiële bijdrage kunnen een bedrag overmaken naar: giro 245122 t.n.v. Binnenstadskrant, Utrecht
3
Het domein van de doden Ondergronds ’Stinkende dampen en vuile uitwasemingen'
Door onze redacteur Marijke Brunt
In vroeger eeuwen was de ondergrond van de Binnenstad het domein van de doden. Tot 1830 werden de gestorvenen vrijwel zonder uitzondering begraven binnen de stadsmuren, vooral in en om de kerken en de kloosters waar Utrecht zo rijk aan was. De oudste graven dateren uit de Romeinse tijd, zoals het grafveld dat onlangs is ontdekt op het terrein van het Karel V hotel. Bekend zijn ook de kindergraven die in 1982 werden gevonden op het huidige Pieterskerkhof en dateren uit de vijfde eeuw - ruim voordat Utrecht werd gekerstend; het is dus toevallig dat zij op een ’kerkhof’ zijn gevonden. Het gebruik om doden onder de kerkvloer te begraven heeft een vroeg christelijke oorsprong. Op graven van heiligen werden kerken gebouwd en die kregen dan tevens de functie van begraafplaats. De gelovigen wilden namelijk graag zo dicht mogelijk bij de heilige worden begraven, zodat zij op de dag des oordeels op bescherming en gunstige bemiddeling konden rekenen. Hoe dichter bij de heilige, of een reliek van de heilige, hoe beter. Het altaar was de plaats waar relieken werden bewaard en daarom vind je graven van bevoorrechte standen dichtbij het altaar. Begraven gebeurde in een graf of een grafkelder die werden afgedekt met een stenen zerk. Enorme zerken De kanunniken, geestelijken die behoorden tot de rijke en invloedrijke kapittels, werden in hun eigen exclusieve kapittelkerken en kloostergangen begraven. Soms kregen ook vooraanstaande leken er een graf. Van die kapittelkerken zijn er nog drie over: de Domkerk, de Pieterskerk en de Janskerk. In de Pieterskerk vallen twee enorme zerken op die los bij de ingang zijn opgesteld. Deze kerk bezit nog een ondergrondse zeldzaamheid: een crypte uit de elfde eeuw. Een crypte is een ruimte onder het hoogkoor, gewijd aan de dood. Het symboliseert het dodenrijk, dus ook de plaats waar Christus verbleef van Goede Vrijdag tot Paasmorgen. Kanunniken werden in de crypte opgebaard voordat zij werden bijgezet in een grafkelder in de kerk. Vaak was een crypte ook de laatste rustplaats van een bisschop.
Een mozaïek van grafstenen (©Annelijn Steenbruggen) In de in ere herstelde crypte van de Pieterskerk staat sinds 1952 de sarcofaag van bisschop Bernold, de stichter van de Pieterskerk. Maar de stenen kist is leeg. De meeste bijzettingen van burgers vonden plaats in de vier parochiekerken, de Buurkerk, de Jacobikerk, de Klaaskerk en de Geertekerk. De gilden hadden hun eigen grafkapellen en grafkelders, zoals in de Klaaskerk - jammer genoeg kregen daar de gildezerken bij de restauratie een andere plaats in de kerk. Ook in de andere oude kerken, de lutherse kerk en de Catharijnekerk, werd begraven - in de doopgezinde kerk vreemd genoeg niet. Minder belangrijke of minder draagkrachtige inwoners werden begraven
bij de kerk, op het kerkhof. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Leiden en Amsterdam, werd in Utrecht niet begraven op de bolwerken. De armen werden begraven in massagraven op een armenkerkhof, bijvoorbeeld op het Klaaskerkhof; ook op het latere Smakkelaarsveld zijn de resten van een armenkerkhof gevonden. Stank Na de reformatie, toen de kerken helemaal van aanzien veranderden en er ook geen sprake meer was van aardse en hemelse bemiddelaars, bleven kerken de begraafplaatsen bij uitstek. Welgestelde en aanzienlijke burgers kozen voor een rijk graf in de kerk en moesten daar ook flink voor betalen.
Het kerkgebouw ontwikkelde zich tot één grote begraafplaats, de vloer tot in alle hoeken gevuld met lijken. Het raakte overvol door de grote toestroom van doden. Graven die niet voor langere tijd waren gekocht, werden om het jaar en soms voortijdig geruimd; de geruimde stoffelijke resten werden in een knekelhuis opgeborgen, buiten tegen de kerk aan. Uit ruimtegebrek werden de stoffelijke overschotten in soms wel vijf lagen in de graven gelegd. Er kwamen klachten over ’stinkende dampen en vuile uitwasemingen'. Zerken verzakten, werden doorgezaagd als dat zo uitkwam bij ruimingen, grafkelders waren niet meer goed afgesloten. Ook op de volle kerkhoven ging er veel mis door onzorgvuldig begraven.
Protesten In de tweede helft van de achttiende eeuw begonnen er protesten te komen. Artsen wezen op gevaren voor de volksgezondheid en predikanten ergerden zich aan de verstoring van de dienst door de begrafenissen die almaar plaatsvonden en kerkgangers vielen flauw van de stank. Er kwamen pleidooien voor begraafplaatsen buiten de bebouwde kom. Toch hield het grootste deel van de bevolking vast aan de oude gewoonten. Ook de Napoleontische verordening die per 1813 begraven in de kerk verbood, haalde niets uit: in december van datzelfde jaar, na de bevrijding, maakte Koning Willem 1 deze wet weer ongedaan. Maar er moest uiteindelijk wel iets gebeuren. Er werd lang gepalaverd over de schadeloosstelling van de kerken, die inkomsten moesten gaan missen als niet meer begraven zou mogen worden in de kerken. Ook de eigenaren van graven in de kerken moesten schadeloos worden gesteld; zij kregen een gratis graf aangeboden op de nieuw aan te leggen begraafplaats Soestbergen. Pas in 1830 werd begraven in en om de kerken in de Utrechtse Binnenstad definitief verboden. Herbegraven Onder de vloer van de kerken liggen nu voor zover bekend eigenlijk geen stoffelijke resten meer. Wat er nog aan doodsbeenderen lag, is weggehaald bij de restauratie of de aanleg van vloerverwarming. De knekels werden als het goed was herbegraven doorlezen op pagina 14.
4
Wonen onder
Met spiegels het licht vangen Door onze redacteur Jacqueline van Eimeren
Bij Alowieke van Beusekom is de werf van de Oudegracht op z’n breedst. Recht voor haar deur liggen haar drie boten, twee grote en een kleine, die ze verhuurt, al of niet met haarzelf erbij als schipper.
Alowieke van Beusekom: ’je kunt alles zelf’ (©Sjaak Ramakers) Alles ademt de sfeer van een oude scheepswerf, die hier vroeger was. Dat ligt niet alleen aan de antieke boten, maar ook aan de inrichting en de sfeer van de kelder. Overal hangen en staan oude scheepsattributen: een roer, ankers, scheepslichten, scheepsschroeven, een patrijspoort, schroefwielen, touwen, een katrol. De vage diesellucht maakt het compleet. Je waant je in deze kelder bijna op een schip. Het is er schemerig, en je hoort zacht gekabbel van water, dat van een groot aquarium afkomstig blijkt te zijn. Er zwemmen vissen in die uit de gracht komen. Stekelbaars, voorn, een bliek van inmiddels negen jaar oud, en zelfs rivierkreeft. (De gracht blijkt tjokvol rivierkreeft te zitten.) Een reusachtige kastanjeboom recht voor de deur op de werf filtert het weinige daglicht; door de glazen deur met ruitjes zie je het weerkaatsende zonlicht op het zacht wiegende groen.
op mijn plek en ik zorg er goed voor. Er moet heel wat gebeuren om mij weg te krijgen. Er staan hier soms mensen met hun neus tegen de ramen. Die zijn hier dan aan het wandelen op zondagochtend, en dit hoort bij de omgeving die ze aan het bezichtigen zijn. De werf,’oh, wat leuk, een werfkelder.’ Ze weten niet dat dit een huis is. Als ze mij dan ineens zien zitten, lopen ze gauw door. Maar er zijn ook mensen die dan gewoon nog even blijven kijken. Dan duik ik wat verder in m’n boek, of zwaai ik maar even, en als het langer duurt ga ik naar ze toe en vraag of ze een rondvaart willen. Michiel heeft deze kelder ooit gekraakt en daarna gekocht. Er zat een kroeg in, maar die was al vijf jaar dicht. Een gedeelte heeft hij toen verhuurd als woning. Later konden we hier zelf gaan wonen. Vanaf dat moment is ons bedrijfje met de boottochten steeds meer gaan groeien. Bikken De kelder is dertig meter lang. Het gedeelte achter de huiskamer gebruikt ze als werkplaats. Vele meters verder, is haar slaapkamer, opnieuw vol prachtig mozaïek en met een gemetseld bed erin. Achter in de kamer zit een raampje hoog in de muur, met een soort in steen uitgehouwen gat dat uitkomt op de binnentuin van het grachtenpand. Bedekt met spiegels, om zoveel mogelijk licht te vangen. ‘Soms ben ik alleen maar aan het bikken. Bij mijn boten is het roest bikken, en dan thuis de stenen wanden afbikken. Ik heb altijd de inslag gehad om in te richten, te bedenken en te bouwen. Overal waar ik kwam wonen. Hier kan je lekker je gang gaan, je moet ook wel, want je moet alles op maat maken. Iets standaard past er niet in. Alles is hier rond! Van Michiel heb ik geleerd dat je het allemaal zelf kunt, als je maar goed kijkt en er de tijd voor neemt. Lukt het niet de eerste keer, dan wel de tweede.’
De subcultuur van Kees Wennekendonk
Door onze redacteur Jacqueline van Eimeren
In wat vroeger de flessenspoelerij van een wijnhandel was, en wat in nog vroeger tijden de wijnopslagplaats van het Abraham Dole-klooster moet zijn geweest, woont Kees Wennekendonk met veel voldoening onder de grond. Alhoewel, onder de grond... ’Dit is de begane grond, en de straat is de eerste verdieping,’ vindt Kees. Maar een kelder is het wel. En van die straat hoor je niet veel meer als je de dikke houten deuren door bent. Het eerste wat opvalt in de 14e eeuwse gewelfde ruimte, is de zwarte vleugel die een prominente plaats inneemt. Daaromheen staan en liggen nog wat andere instrumenten gedrapeerd, zoals een banjo, gitaar, accordeon, trommel, mondharmonica’s. Kees is multidisciplinair kunstenaar: aan de ene kant tekenaar en ontwerper, aan de andere kant musicus, schrijver, performer en organisator. Hij gebruikt zijn kelder om er muzikale, kunstzinnige en culinaire avonden te organiseren. Voor hem is het ideaal, vanwege de dikke muren, zodat hij ongestoord muziek kan maken. ‘Toen ik in Utrecht kwam, was het voor mij moeilijk om woonruimte te vinden, omdat ik een vleugel had. Vrienden van mij woonden hier, en ik paste in hun vakanties op het hondje. Jeetje, dit is gaaf wonen hier, dacht ik dan. Toen zij hier weggingen, kon ik erin.’
Onder
Verzamelaar Dit is niet alleen de vertrekplaats van Ahoy rondvaarten, maar ook het woonhuis van Alowieke. Hoewel haar man nu vijf jaar geleden overleden is, is in de kelder zijn aanwezigheid nog steeds voelbaar. Michiel was naast houtbewerker ook een verzamelaar.’Veel dingen komen van de sloop, van Prozee,’ vertelt ze.’Dat is een oud-ijzerboer, aan het eind van de Vaartse Rijn. Daar lagen vroeger, voor het woord milieu bestond, hele bergen waar je gewoon doorheen kon struinen. Een soort ijzerjungle. Dan nam je zelf een schroevendraaier mee en haalde je eruit wat van je gading was, en dan betaalde je per kilo. Avontuurlijk winkelen was dat.’ Neus tegen de ramen Zodra je de trap afloopt heb je een gevoel van rust, een soort oase in de stad. Ze zegt:’ Ik voel me hier
Burenhulp ‘Dit is een vrij rustige werf, maar ook de buurt is heel prettig. De mensen zijn leuk met elkaar. Echte burenhulp en zo. Niet alleen op de werf, maar ook van de straat. Je hebt hier natuurlijk de Twijnstraat, dat is iets wat samenbindt, waar je elkaar tegenkomt. Iedereen doet daar zijn boodschappen. Dat maakt dat het Museumkwartier een soort dorp is.’ Er werken veel kunstenaars en ambachtslieden in de kelders. Ze wijst op de grote houten beelden die bij de buren buiten op de werf staan.’Met hen heb ik een goede samenwerking. Als er groepen bij hen langskomen die iets kunnen komen maken, dan kunnen ze daarna bij mij varen.’ www.ahoyrondvaarten.nl
Knutselobject Kees woont hier inmiddels al twaalf jaar. Hij organiseert de kunstsalons, oftewel de ’pindaconcerten’ vier keer per jaar en stelt zijn huis sinds 2000 ook open voor het door hem bedachte concept ’Keldergangen’. Bedrijven of gezelschappen kunnen terecht voor een cultureel diner. Met behulp van een traiteur wordt de kelder dan omgetoverd in een eetgelegenheid.
Multidisciplinair kunstenaar (©Humphrey Daniëls)
straatniveau ‘Mensen die hier komen vinden het ook wel een knutselobject, studentenhuisachtig. Er is heel veel ’self-made’. Alles is anders dus je doet een heleboel zelf. Eén van de eerste dingen die ik hier gemaakt heb zijn de naar binnen slaande glazen deuren, zodat ik extra daglicht heb. Aan de buitenkant zitten de naar buiten slaande houten kelderdeuren. Licht en lucht Licht en klimaat zijn volgens Kees de grootste problemen van een werfkelder. ’Vroeger waren de kelders aan de voor- en achterkant gewoon open, er waren windgaten en dan waaide het gewoon door, toen hadden ze geen problemen met vocht. Maar pas toen ze het gingen dichtmetselen, in hun enthousiasme om het te goed te isoleren, kreeg je luchtstilstand, en dus schimmelvorming. Maar zodra je de luchtcirculatie weer tot stand brengt, is het probleem opgelost.’ En precies dat heeft Kees dan ook gedaan. Maar niet voordat er eerst een luchtontvochtiger drie weken had staan loeien om het vocht uit de lucht en ook de muren te krijgen.’Dat apparaat had ik gevonden door alle musea in het land af te bellen, vooral musea die mummies en perkament in huis hadden. Van het Rijksmuseum van Volkenkunde kon ik ten slotte een apparaat overnemen dat vierentwintig liter water per dag uit de lucht kan halen.’ Inmiddels heeft hij het niet meer nodig.
5
Je loopt de trap af naar de werf, je laat het stadslawaai achter je. Het enige wat je nu nog hoort is het rustgevende gekabbel van water, en zo nu en dan het geronk van een voorbijvarend bootje. In de verte klinken nog wat stadsgeluiden door. Een weldadig vakantiegevoel overvalt je. Hoe zou het zijn om hier te wonen? Achter één van die zware houten deuren? ’s Morgens wakker worden en uit je raampje de eendjes voorbij te zien dobberen?
Guus Touker en zijn zoon in de werfkelder van de buren (©Humphrey Daniels)
Continu gevecht tegen het vocht
gronds
Winterdepressie Daglicht heeft hij gecreëerd door onder een tlbuis een doek te hangen. Maar toch heeft hij het ook nodig om elke week een hele dag in de buitenlucht door te brengen, in het bos of aan het strand, om het gemis aan daglicht te compenseren.’Om geen Scandinavische depressie te krijgen. Vooral’ s winters. ’s Zomers zit je natuurlijk veel buiten, buiten ontbijten, en zo.’ Wonen in een kelder geeft volgens Kees twee mooie ervaringsaspecten.’Als de deuren dicht zijn zit je in een echt condominium: midden in de stad, en toch heerlijk rustig. Zijn de deuren open, dan ervaar je de levendigheid van de stad, de voorbijvarende bootjes, etc.’
Wat hem wel dwars zit, is het toegenomen lawaai van cafés en restaurants, ondanks de horecastop in deze omgeving. Vooral de muziek stoort hem. ’Daarnaast is er een soort wildgroei van pretboten en zuipschuiten, met de schijnbaar bijbehorende onvermijdelijke teringherrie. Die boten varen af en aan. Op hoogtijdagen komt hier om het half uur zo’n discoschuit of houseboot voorbij. Ik zou misschien ooit wel buiten de stad willen wonen, maar dan zou ik deze kelder aanhouden. Deze ruimte zou ik niet meer kwijt willen. Dit is zo bijzonder!’ www.keeswennekendonk.nl
Door onze redacteur Jacqueline van Eimeren
Guus Touker, de verspreider van de Binnenstadskrant, was één van de eersten die op het idee kwam een werfkelder als woning te gebruiken, al hebben er volgens hem door de eeuwen heen altijd al mensen in de kelders gewoond.
Hoewel hij inmiddels wegens gezinsomstandigheden al weer zeven jaar bovengronds leeft, zou hij zo weer terug willen. Een kelder bevalt hem beter. 't Blijft toch altijd knagen, m’n hart ligt hier gewoon.’ Hij is dan ook opgegroeid in het huis boven de kelder en zijn eigen kinderen zijn zelfs geboren in de kelder. Toen hij in de twintig was, en op zichzelf wilde gaan wonen, borrelde het kelder-idee bij hem op. Hij kreeg toestemming van een ambtenaar, en ging aan de slag. Hij vindt het leuk dat hij de tijd nog heeft meegemaakt waarin dat allemaal nog makkelijk kon.’Tegenwoordig kan er helemaal niks meer. Ik was negen jaar aan het rommelen om het hier bewoonbaar te maken’.
Pionierswerk ‘Alles deed ik zelf. Dat was pionierswerk. Vrienden aan de overkant hadden een architectenbureau, die behoedden me voor al te grote stommiteiten.’ Zo maakte hij zelf de riolering en legde een betonnen vloer, vanwege het vocht. Hij herinnert zich de nachten dat hij met zijn slaapzak boven in de gang sliep, omdat hij zelf de straat had opengebroken om de bovenkant van zijn kelder waterdicht te maken. ’Ik voelde ook wel ’t risico van gasleidingen die gewoon bloot lagen. Als een soort waakhond lag ik op de deurmat,
zodat ik zo naar buiten kon wanneer er mensen vervelend gingen doen. Je wilt natuurlijk niet weten wat er gebeurt als dronken lui rotzooi willen uithalen’. Uiteindelijk had hij het vocht redelijk onder controle. Want vocht is volgens Guus de grootste vijand.
Emmertje In zijn nu tijdelijk leegstaande kelder staat een luchtdroger continu te zoemen. Eens in de zoveel tijd slaat hij af, en braakt een aantal stralen water uit, die in een emmertje worden opgevangen.’Die staat altijd aan’, zegt Guus. ’Je kunt niet ongestraft je klimaat loslaten, dat moet je altijd bijhouden.’ Maar hij vindt het gevecht tegen het vocht juist wel een uitdaging. Zeker nu met die klimaatverandering. Hij vertelt over een dijkdoorbraak een paar eeuwen geleden bij Wijk bij Duurstede, waarbij in Utrecht het water in alle kelders anderhalve meter hoog stond. En dan de bijna watersnood in - ik geloof - 1990. ’Het heeft een haar gescheeld. Het water sijpelde al door de sluis, er stond veel druk op. Toen ben ik ’s avonds nog op de fiets naar Vreeswijk gegaan om te kijken naar de sluis. Want als die het begeeft.... Volgens Al Gore staat deze kelder binnen nu en honderd jaar twee meter onder water. Maar ik laat me niet gelijk wegjagen.’
6 Tarq Hoekstra (68) en zijn passie voor archeologie
Ondergronds
Een vernietigende bezigheid Door onze redacteur Jesse Pouw
Een grote ondergrondse schatkamer voor archeologen, dat is de bodem van de Binnenstad. Je kunt beter een kaart maken die aangeeft waar na opgravingen zeker niets meer ligt dan waar wèl nog iets kan liggen. Tarq Hoekstra (68) weet er alles van en is er - ondanks zijn pensionering - nog voortdurend mee bezig. Utrechts eerste stadsarcheoloog werkt als vrijwilliger nog twee dagen per week in de Binnenstad. Het was vanaf 1972 zijn taak om amateur-archeologen te begeleiden; hij stond aan de wieg van de gemeentelijke sectie cultuurhistorie.
Tarq Hoekstra: ’Extra ruimte in de stad dankzij de Reformatie’ (©Sjaak Ramakers) Het lijken scènes uit een film: tussen de hanenbalken op de zolderverdieping van het historische pandhuis in de Zwaansteeg archiveert Hoekstra foto’s, gezeten aan een zwaar ijzeren bureau, omringd door honderden multomappen. De kruip-door-sluip-door gangen staan vol historische voorwerpen, van potscherven tot eeuwenoude ingeslagen schedels. Een jonge archeoloog wast op de benedenverdieping aarde van de nieuwste vondsten op het Romeinse grafveld bij het Duitse Huis, het huidige hotel Karel V. Verschrikkelijk verkeersplan Hoekstra begon als eerste Nederlandse stadsarcheoloog in 1972 en ging in 2001 met pensioen. Zijn komst naar de stad hoorde bij ’een nieuw verschijnsel’. Onderzoek, opgravingen, documentatie: het gebeurde voor die tijd veelal door amateurs. Utrecht had als tweede Nederlandse stad na Den Haag al in 1928 een Monumentenverordening. Structureel stedelijk archeologiebeleid bestond echter nog niet. ’U kunt er geen gemeentelijk dienstje van maken hoor’, waarschuwde Hoekstra’s chef bij het sollicitatiegesprek. Voor de bouw van V&D in 1971 werd een deel van Achter Clarenburg gesloopt. Daar kwam zoveel uit de grond dat de amateurverenigingen het niet aan konden. Het rijk gaf geen gehoor. 'Eigenlijk is mijn aanstelling een direct gevolg van de plannen voor
Hoog Catharijne. Ik vind het gescheld op HC toch al gratuit. De komst van het winkelcentrum heeft de Binnenstad gered; ik vind het positief. Dankzij de winkelconcentratie in HC verminderde de druk op de oude stad en konden allerlei verschrikkelijke verkeersplannen worden geschrapt. Al zag men dat toen niet zo, hoor.’ Mol en merel Archeologen bestuderen wat er in de grond zit, bouwhistorici concentreren zich op wat er op staat. In Utrecht werken ze al vele jaren samen. ’Daarin is de stad uniek.'Hoekstra gebruikt de vergelijking van een collega-historicus van een mol en een merel die allebei trekken aan een worm: ondergronds èn bovengronds.’Het gaat om de materiële geschiedenis van de stad, het maakt niet uit of die onder of boven de grond zit.’Het is lastig om het ondergrondse zichtbaar te maken, een grote verbouwing schept altijd een goede gelegenheid daartoe. Momenteel natuurlijk de werkzaamheden op het Vredenburg. Op het plein, half onder de busbaan zijn vorige maand de restanten van de noordoostelijke hoektoren van het kasteel Vredenburg blootgelegd. Mogelijk blijven die resten permanent zichtbaar. Dat zou pure winst zijn, vindt Hoekstra. Het geeft volgens hem ook meteen de grote moeilijkheid van graven in de stad aan. ’Je bent bezig met kleine stukjes tegelijk. Neem bijvoorbeeld op-
gravingen voor de bouw van de Hema, in de winter van ’76-’77. We zagen links en rechts de resten onder de wanden van buurpanden verdwijnen. Dan kan je niet verder graven.’ Stukje toren Op het Vredenburg was een stukje toren altijd al zichtbaar, maar dan wel door het viezige vijverwater bij het Muziekcentrum. Nu kunnen we veel meer van de binnenruimte van de toren bekijken. Het kasteel werd rond 1577 afgebroken; puin werd in de slotgracht gekieperd en ligt dus nog steeds ondergronds. In 1969 werd voor de demping van de Stadsbuitengracht een spuikoker aangelegd. Daarbij werden al veel resten blootgelegd. ’Onder het Muziekcentrum en Hoog Catharijne zit niets meer. Opgraven is eigenlijk een buitengewoon vernietigende bezigheid. Alles wat los zit gaat weg. ’Niettemin gaat hij er graag mee door: ’Je wordt zo vaak op het verkeerde been gezet. Neem bijvoorbeeld het Romeinse grafveld bij het Duitse Huis. Niemand had verwacht dat zoiets zo ver buiten de vesting zou liggen. ’Soms zorgt een opgraving "ter grootte van een zakdoek" voor gejuich: Op het Pieterskerkhof vonden we 5e eeuwse kindergraven met schitterend glaswerk. Het was slechts een speldenprik, maar precies raak.’ Wereldlijke woonruimte Eeuwen achtereen woonden de Utrechters op hetzelfde stukje grond. Hoekstra: ’Door de ommuring van de stad is de concentratie van de bewoning enorm hoog. Iedereen woonde binnen de stadswallen. Die werden rond 1122 gebouwd en pas in 1850 groeide Utrecht daarbuiten. In de ondergrond bleven dus sporen van minimaal zeven eeuwen intensieve bewoning achter. ’Dat is geweldig, al dateert het uitgroeien buiten de muren veel makkelijker.’ De Binnenstad bood ruimte genoeg. ’Utrecht is groot begonnen. In het noorden werd de Vecht als stadsgrens gebruikt, in het zuiden de Rijn. Aan weerszijden werden lange, kaarsrechte grachten gegraven. Vrijwel alle bestaande bouwwerken werden in dat gebied binnen de singels opgenomen. Binnen de stadsgrenzen lag dus veel onbebouwde grond die later gebruikt werd voor uitbreiding. ’Toen de stad in de zestiende eeuw bijna uit haar voegen barstte, zorgde de Reformatie voor extra ruimte. De katholieke kerk bezat éénderde van de stad, na de Hervorming bood veel van die grond plaats aan wereldlijke woonruimte. Jonkie De bodem vertelt veel; de Utrechtse ondergrond biedt een blik in het verleden. Als één van de oudste steden van Nederland is de stad bijzonder, het bodemarchief getuigt daarvan.’In de wijde omtrek is Utrecht uniek; hier was al erg vroeg sprake van een soort stedelijke samenleving. In vergelijking is Amsterdam een jonkie. Dat stak pas in het midden van de dertiende eeuw het hoofdje boven het moeras uit.’ Toen had Utrecht al een flinke ondergrond. www.binnenstadskrant.nl
7 Rivieren van kabels in allerlei kleuren
Door onze redacteur Marijke Brunt
Vele buizen, leidingen en kabels koersen onder de grond naar huizen, kantoren en bedrijven om nuttige producten als water, warmte, telefoon, internet, gas en licht te bezorgen. De ruimte is krap en de grote drukte kan problemen geven. Op het Vredenburg schermt een schutting de verbouwing van plein en Muziekcentrum af tegen kennelijk ongewenste blikken van voorbijgangers. Maar soms staat de schutting open voor werkverkeer en krijg je de kans om de bouwput te zien. Een bouwput is spannend, ook al ben je het oneens met het bouwwerk dat er komt. Je ziet een spektakel met een onbegrijpelijke plot, onduidelijke handelingen en anonieme spelers tegen een levensgroot en echt decor. In de Vredenburgbouwput lagen de afgelopen weken de ingewanden van de Binnenstad bloot. Bouwvakkers probeerden er een rivier van kabels in allerlei kleuren te bedwingen en in een bedding te leggen. Het is chaotisch druk onder de grond. Behalve de grote buizen van de riolering zijn er om te beginnen de buizen van de waterleiding en van de stadsverwarming. Die liggen het diepste, minstens tachtig centimeter, om niet te bevriezen. Het waterleidingnet werd aangelegd in de negentiende eeuw en de stadsverwarming in de jaren dertig. Daar boven liggen twee andere oude bekenden, het elektriciteitsnet, uit het begin van de twintigste eeuw, en het aardgasnet dat dateert uit de jaren zestig. In die tijden werd nooit gedacht aan enige ordening daar onder de grond. Er werd gewoon gegraven zoals het uitkwam. Spaghettiwirwar Het dichtst onder het grondoppervlak (soms maar vier centimeter diep) liggen de kabels voor de telecommunicatie. Vroeger had je alleen de telefoonkabels van de vaste telefonie, maar tegenwoordig
Kilometers kabel bij het Muziekcentrum (©Sjaak Ramakers) is het een spaghettiwirwar van kabels. De telecommunicatiebedrijvigheid werd geliberaliseerd in het eind van de jaren negentig. Sindsdien mag iedereen netwerken aanbieden en beheren met eigen kabels. En dat gebeurt ook. Je hebt verschillende kabelnetwerken voor televisie en radio, internet en mobiele telefonie. Bedenk dat alles wat draadloos gaat, uiteindelijk ook via kabels loopt, want de antennes, zendmasten en zendkastjes zijn alle aangesloten op hun eigen kabels. En verder heb je ook nog de kabels voor de aansturing van de openbare verlichting, voor de aansturing van de trambaan, voor de verkeerslichten, voor het cameratoezicht, en kabels voor de interne communicatie tussen de verschillende vestigingen van banken en andere instellingen. In telecomland is het ieder voor zich. Elk bedrijf heeft zijn eigen kabels, te herkennen aan de kleur. Het gebeurt eigenlijk nooit dat twee telecombedrijven samen één kabel gebruiken. Kennelijk belemmeren twijfel en wantrouwen een voor de hand liggende praktische keuze. Burgers buiten spel De telecomwet geeft de telecombedrijven eigenlijk teveel macht. De wet schrijft voor dat de netwerkbeheerder (lees: de eigenaar van een kabelnetwerk) toestemming moet vragen aan de grondeigenaar voor het leggen van een kabel. De grondeigenaar moet vervolgens die toestemming vergunnen, want hij is wettelijk verplicht de kabel in zijn grond te gedogen - zij het dat hij in de vergunning wat voorwaarden mag stellen.. Burgers staan bij de vergunning buiten spel; zij hebben niet de mogelijkheid bezwaar te maken - als het om een kabel naar hún woning gaat, is dat natuurlijk geen probleem! Opbrekingen en grondroerders Sieb van der Weide is de gemeentelijke coördinator voor de ondergrondse infrastructuur. Hij legt uit dat de netwerkbeheerder zijn kabels het liefst
Ondergronds
in gemeentegrond legt, dan hoeft hij maar aan één partij toestemming te vragen. De gemeente op haar beurt heeft met álle netwerkbeheerders apart te maken. Zij willen allemaal eigen kabels en vragen dus allemaal apart vergunningen aan voor de aanleg, ook als daar al andere kabels liggen - men wil immers niet gebruik maken van de kabel van een collega netwerkbeheerder. Het gebrek aan samenwerking tussen de netwerkbeheerders geeft de gemeente heel veel werk. Alleen al in de Binnenstad vragen netwerkbeheerders jaarlijks zo’n 50 á 60 vergunningen voor grote ’opbrekingen’ van langer dan 25 meter aan, en circa 300 voor kleinere ’opbrekingen’. Weinig coördinatie Omdat netwerkbeheerders niet verplicht zijn om hun plannen voor het leggen van kabels en leidingen vooraf door te geven of om samen te werken, kan het gebeuren dat een straat net dicht is na gegraaf voor de ene kabel of de volgende netwerkbeheerder staat alweer klaar met de schop. De gemeente kan coördinatie wel proberen te bevorderen, maar niet afdwingen. Een ander probleem is dat alleen bij benadering bekend is welke kabels en leidingen waar liggen. Er is een databank, KLIC, maar de bedrijven zijn niet verplicht hun gegevens aan te leveren. Bij graafwerk kan men dus op onverwachte kabels en leidingen stuiten en die kunnen dan kapot worden getrokken. Sieb van der Weide ziet wel een lichtpunt : ’Binnenkort wordt het beter. Er komt een wet die netwerkbeheerders (‘grondroerders’ in het juridische jargon) verplicht gegevens door te geven aan het kadaster als opvolger van KLIC.’ Boomwortels Het is voor de gemeente schipperen met de ondergrondse netwerken. Ze zijn onmisbaar, maar er zijn ook andere ondergrondse belangen, zoals archeologische vindplaatsen, parkeerkelders en boomwortels. De netwerkbeheerders leggen een grote voorkeur aan de dag om hun kabels en leidingen onder de ’onverharde weg’ (lees: groenstrook, plantsoen) te leggen. Dat is weliswaar voor hen goedkoper dan onder tegels of asfalt, maar het kan schadelijk uitpakken voor bomen en struiken. Wortels worden stukgetrokken of doorgehakt bij het graven. De gemeente heeft gelukkig de bescherming van bomen aangescherpt. Sieb van der Weide: ’Tegenwoordig staan er strengere voorwaarden in de vergunningen die wij uitgeven. Alle netwerkbeheerders hebben van de gemeente een plattegrond gekregen waarop elke boom is ingetekend met een stip. Bij graafwerkzaamheden moeten de netwerkbeheerders in beginsel minstens twee meter bij elke boom vandaan blijven, en bij monumentale bomen is de projectie van de boomkruin verboden terrein. Soms kan een kabel worden geboord en dat is natuurlijk minder schadelijk dan graven..’ Doorlezen op pagina 8.
Ondergronds
8 Vervolg van pagina 7.
Zocherplantsoen De gemeente heeft ook als uitgangspunt dat monumentale parken zo min mogelijk gebruikt mogen worden. Het Zocherplantsoen langs de singels is zo’n monumentaal park. Het was altijd een geliefde plaats voor leidingen, kabels en buizen . Er liggen er dan ook heel veel. Wel moet een netwerkbeheerder om te mogen graven tegenwoordig ook een monumentenvergunning hebben, omdat het Zocherplantsoen een rijksmonument is. Helemaal voorkomen dat er in het Zocherplantsoen wordt gegraven is moeilijk. Oude leidingen moeten soms worden vernieuwd. Dat speelt momenteel achter het Centraal Museum. Over een lengte van circa 125 meter liggen daar in het plantsoen onder de grond twee dikke buizen van de stadsverwarming die veertig jaar oud zijn en moeten worden vernieuwd. Mogelijk moeten er bomen voor wijken. Er is al een jaar overleg tussen de verschillende gemeentediensten en Eneco, de netwerkbeheerder in kwestie. Het is de bedoeling om de geplande opknapbeurt van het Zocherplantsoen hier te combineren met de vervanging van de stadsverwarming. Maar men is er nog niet uit. De opknapbeurt moest daarom al worden verschoven van 2007 naar voorjaar 2008, maar of dat lukt? Bij het schrijven van dit stukje in augustus had Eneco zelfs nog geen monumentenvergunning aangevraagd. Héél zorgvuldig De Stichting Singelgebied, die zich inzet voor het behoud van het plantsoen, maakt zich zorgen. Elke keer dat er in de grond wordt gewroet, krijgen de bomen een klap. De Stichting is niet betrokken bij het overleg en zou graag weten hoe de afwegingen zijn gemaakt om de stadsverwarming weer in het plantsoen te leggen en niet onder het asfalt aan de andere kant van het water. De gemeente moet er in elk geval op toezien dat het graafwerk héél zorgvuldig wordt uitgevoerd om de klap voor het kwetsbare plantsoen niet harder te laten aankomen dan echt nodig is.
Gevelsteen Oudegracht (©Jaap van de Klomp)
Het Wittebroodskind Door onze redacteur Marijke Brunt
Amsterdam is gebouwd op lange palen die voorkomen dat de huizen scheefzakken in de slappe grond, maar in Utrecht was dat niet nodig. Hier ligt niet ver onder het maaiveld een zandige draagkrachtige grondlaag. Toch is er ook in de Binnenstad eens een groot probleem geweest met een fundering, zo gaat het verhaal. Het was in het verre verleden en het speelde bij de bouw van een belangrijk en groot bouwwerk - genoemd wordt de Mariakerk of misschien was het de Domtoren. Daar waar een grote vierlingpijler moest komen stuitte men op een ondergrondse bron. Een gewone fundering was uitgesloten. Die zou het zeker niet houden. Goede raad was duur en daarom kwam er een prijsvraag, met een groot bedrag voor de oplossing. Een arme man (volgens sommige bronnen werkte hij zelf in de bouw) bedacht een oplossing: ossenhuiden! Die zijn waterdicht. Naai er grote zakken van, vul die met keien en gebruik die als fundering. De man was zeker van zijn zaak. Met zijn verrassende oplossing zou hij de prijsvraag winnen en zou er eindelijk een eind komen aan zijn armoede. Straks zou hij zijn oplossing gaan inleveren en hij stuurde alvast zijn zoontje naar de bakker om op de pof een wit brood te kopen, een luxe die hij zich eerder nooit had kunnen veroorloven. De bakker was verbaasd en vroeg het kind wat er aan de hand was. Het kind vertelde dat zij rijk zouden worden want zijn vader zou de prijsvraag over de fundering winnen met zijn oplossing van de ossenhuiden! De bakker greep zijn kans en haastte zich naar de bouwheren. Toen de arme vader bij de bouwheren kwam, hoorde hij dat de oplossing met de ossenhuiden al was ingeleverd door de bakker en dat die de prijsvraag had gewonnen. De vader begreep meteen dat het kind zijn mond voorbij had gepraat. In razernij sloeg hij zijn kind dood. En de bakker? Die noemde zijn bakkerij voortaan ’Het Wittebroodskind’, naar het kind dat hem voorspoed had gebracht. Sindsdien heten sommige bakkerijen ’Het Wittebroodskind’. Vroeger was er een gevestigd op Oudegracht 276, zoals een recente gevelsteen laat zien.
Verzonnen onderaardse gangen Onderaardse gangen, vluchtroutes, verborgen kelders in de Binnenstad: de verhalen en vermoedens bestaan. Gegraven voor bijvoorbeeld de bisschop, die zich in tijden van gevaar ondergronds in veiligheid kon brengen. Of schatkamers van de kerk, waar nog altijd rijkdommen wachten op een vinder. Maar voormalig stadsarcheoloog Tarq Hoekstra maakt onverbiddelijk een eind aan de dromen: ze zijn er niet in Utrecht. ’Natuurlijk, het is spannend en avontuurlijk. Maar het is niet waar.’ Als mensen een stukje boog naar boven zien komen, dan komt onmiddellijk het idee van een ondergrondse gang mee. Inclusief grootvader die daar nog in geweest is. Hoekstra kent de verhalen die met grote stelligheid worden gedeeld. Ze berusten volgens hem op verzinsels en onjuiste aannames.
Gewelfde constructies werden vroeger gebruikt als fundering of het was een overkluisde sloot die als riool diende. Door de ’loertoeter’ op de Mariaplaats is er nog één te zien, als de toeter het doet, tenminste. Schrale troost: er is één echt onderaards gangetje. Hoekstra: ’In de Dolesteeg stond vroeger aan de ene kant een klooster en aan de andere kant hadden de nonnen een klein ziekenhuis. Daar vonden we resten van een trap naar de fundering van de voorgevel en een boog in de muur. Waarachtig: aan de andere kant kwam ook een boog tevoorschijn. Het bleek een streng gesloten orde te zijn; de dames mochten niet over straat. Ze gebruikten een ondergrondse gang van 2,5 meter om van het klooster naar het ziekenhuis te lopen.’
Ondergronds
9 Door onze redacteur Jesse Pouw
De Binnenstad is de smerigste wijk van de stad. Althans ondergronds. Nergens in Utrecht is op zoveel plaatsen vervuiling. Weliswaar op de meeste plekken onder de zogeheten interventiewaarde, die duidt op ernstige verontreiniging. Maar vrijwel overal zit de vervuiling boven de streefwaarde en zit de concentratie van bepaalde stoffen ook boven de zogenaamde ’tussenwaarde’, waarmee een gemiddelde wordt bedoeld. Zolang je niet dagelijks eet uit eigen moestuin lijken de risico’s beperkt.
De kaart van de bodemverontreiniging toont de stad vanuit een ander perspectief. In de bodem van de Binnenstad zitten schadelijke oplosmiddelen, zoals Per en Tri, zware metalen en schadelijke PAK’s, die in bepaalde concentraties en onder bepaalde omstandigheden schadelijk kunnen zijn. Veelal veroorzaakte bedrijvigheid in het verleden de vervuiling. De toegebrachte schade op de boosdoener verhalen kan vaak niet meer, de dader ligt - wellicht letterlijk - op het kerkhof. In totaal heeft Utrecht maar liefst 8000 ’verdachte plaatsen’ in de bodem. Plaatsen waar vervuiling wordt vermoed, op basis van vroegere bedrijvigheid of vergunningaanvragen daarvoor. Achterstand ‘We hebben de meest vieze verdenkingen al onderzocht’, vertelt Hanneke Wiegers van Bureau Milieukwaliteit van de gemeente. Volgens haar zijn de verantwoordelijke gemeentelijke afdelingen daar al jaren mee bezig. In 2005 startte een landelijk project met het doel om verdachte locaties in beeld te brengen; Utrecht was daar volgens Wiegers toen al vier jaar mee bezig. Toch vallen er nog vele jaren achterstand in te halen, decennia zelfs. De Lekkerkerk-affaire - waarbij in 1980 bekend werd dat een nieuwbouwwijk op gifgrond stond - bezorgde bodemverontreiniging een prominente plaats op de politieke agenda. Chemische wasserijen, galvaniserende en metaalverwerkende bedrijven.... voorbeelden van bedrijfsacti-
Voorzichtig omgaan met groente in de moestuin, dat is het beste (©Sjaak Ramakers) viteiten die risico op vervuiling met zich mee brengen. Op zo’n 3200 locaties in de hele stad zijn grondmetingen verricht om te onderzoeken of de bodem vervuild is, en zo ja: in welke mate. Wiegers: ’Binnen de singels zit de meeste ondergrondse viezigheid volgens de kaart met globale vervuilingswaarden in de zuidelijke Binnenstad. Maar ook daar komt de vervuiling meestal niet boven de interventiewaarde.’ Eisen verschillen Signaleren is één, saneren is ’n tweede. De wetgeving daarvoor is in de loop der tijd veranderd. Vroeger werd de grond altijd helemaal afgegraven, alles moest schoon, ongeacht de plaats.’Tegenwoordig kijken we naar de functie van het perceel. Wat gebeurt daar? Als het gaat om een woning met tuin gelden andere eisen dan voor bedrijven.’ De diepte waarop de verontreinigde grond ligt, verschilt. ’Die is erg wisselend. Het zit ’m in de ophooglaag, dat is de grond die door de eeuwen heen verzameld is. Die heeft in de Binnenstad een dikte van 0 tot 5 me-
ter. Soms is die laag helemaal afwezig en is er dus niets aan de hand.’ De schadelijke stoffen zakken in het grondwater en waaieren ondergronds uit. Volgens Wiegers hebben ze geen directe, kwalijke consequenties voor de gezondheid van Binnenstadsbewoners.’We adviseren natuurlijk nooit om een moestuin aan te leggen in de Binnenstad, dat is gewoon niet handig. Maar een muntplantje in de tuin, dat is niet zo erg. Het gaat niet om stoffen die erg makkelijk door planten worden opgenomen.’ Bacteriën De problemen met het grondwater liggen op het bordje van Hanneke Wiegers en haar collega’s. Volgens de Wet bodembescherming (Wbb) moet ’het bevoegd gezag’ namelijk zorgen voor een oplossing als de veroorzaker van de vervuiling niet meer te achterhalen is. Jaarlijks wordt voor de hele stad een bodemsaneringsplan gemaakt dat ter vaststelling wordt voorgelegd aan het college. De verontreiniging is onzichtbaar en ongrijpbaar, maar allerminst onbe-
langrijk. Eigenlijk merkt niemand iets van de vervuiling, net zomin als van de grote ondergrondse reinigingsklus. Wiegers:’We halen de bron weg en zetten bijvoorbeeld bacteriën aan het werk. Vooral bedrijven vinden het weggegooid geld, ze betalen voor iets waar ze niets van merken. Je ziet het ook niet, want het gebeurt allemaal in de grond.’ Ondergrondse opslagtanks kunnen verborgen ellende vertegenwoordigen. Van veel tanks is het bestaan niet bekend, laat staan wat hun inhoud en conditie is. De kans bestaat dat een Binnenstadsbewoner een ondergrondse tank in de tuin ontdekt. Mogelijk een oorzaak van verontreiniging en een dikke rekening. ‘Een tank in de grond brengt zeker een risico met zich mee’, waarschuwt Hanneke Wiegers.’Na zo’n 25 jaar kan hij doorroesten en gaan lekken.’ Vervuilde grond brengt naast gezondheidsrisico’s mogelijk stankoverlast met zich mee. Saneren is de oplossing en in geval van ernstige vervuiling zelfs een verplichting. Na ontdekking moet ernstige vervuiling binnen vier jaar opgeruimd zijn. Stelregel is dat de vervuiler betaalt. Als de vervuiler onbekend of dood is, wordt dat echter moeilijk. Dan betaalt in de regel de eigenaar van de grond kosten van onderzoek, sanering en zonodig verwijdering van zo’n tank. Wiegers:’Dat kan een dure grap zijn, zomaar een huis kopen is niet slim. Als mensen verstandig zijn, laten ze eerst een bodemonderzoek doen.’ Op veel plaatsen is in de stad al bodemonderzoek verricht. Op de internetsite van de gemeente kunnen per straat gratis de resultaten van onderzoek worden opgevraagd. Huizenkopers kunnen zich zo van tevoren informeren over de bodemgesteldheid want alle rapporten zijn openbaar. Een makelaar zou volgens Wiegers ook altijd de conclusie van zo’n rapport bij de brochure moeten voegen. Daarnaast eventueel moeten informeren bij een adviseur van de gemeente. Dat gebeurt zeker niet altijd. Wiegers: ’De kopers komen hier op stel en sprong, als ze bijna moeten tekenen. Dan willen ze weten wat er aan de hand is. Dat maken we regelmatig mee. Ik heb het ’n keer gehad dat ze al bij de notaris zaten en belden.’ Volgens de Vereniging Eigen Huis komt de bodemgesteldheid standaard ter sprake bij de notaris, als puntsgewijs het koopcontract wordt doorgenomen. Veel klachten van gedupeerde huis- (en dus) grondeigenaren krijgt de vereniging niet.’De koper heeft natuurlijk een onderzoeksplicht, maar de verkoper heeft een informatieplicht.’ De verkopende partij moet het bestaan van eventuele bodemverontreiniging of de aanwezigheid van een tank dus melden. Als later blijkt dat hij dat niet heeft gedaan, dan hangt ie gewoon.’
Ondergronds
Veel smerigheid in de grond
Bij vragen kunt u bellen naar de gemeente (030 286 00 00) of kijken op www.utrecht.nl/milieu.
10
Ondergronds
Utrechtse riolen in goede conditie
Geen Engelse toestanden Door onze redacteur Ben Nijssen
Voor Engelse toestanden, waarbij als gevolg van stelselmatige verwaarlozing van het rioleringsstelsel deze zomer na zware regenbuien de smurrie door de straten liep, hoeven we in de Binnenstad niet bang te zijn. Weliswaar kwam laatst het bericht dat ook in Nederland te weinig geld in onderhoud is gestoken, maar in Utrecht is de kwaliteit in het algemeen goed. De Vismarkt, waar rioolwater lekt in de Oudegracht, is een uitzondering. De capaciteit is ook voldoende om niet al te grote hoosbuien op te vangen, zegt Martijn van Oort, senior projectleider bij de Dienst Stadswerken van het operationele onderdeel voor het rioolstelsel. De gemalen spelen een sleutelrol. Zij pompen de inhoud van het riool naar een volgende sectie. Als zo’n pomp weigert, dan loopt het water uit de WC’s niet meer weg of kunnen werfkelders blank komen te staan. Deze gemalen worden steeds meer voorzien van melders die een storing automatisch doorgeven naar een computer van de afdeling gemalen. Ook sturen ze een melding naar de semafoon van een storingsmonteur. Bij hevige regenbuien kunnen de gemalen het soms niet bolwerken; dan loopt het overtollige water automatisch de grachten of de singels in. De milieuwetgeving verplicht de gemeente dit zoveel mogelijk te voorkomen. De overstorten leveren gelukkig weinig grote problemen op (zoals dode vissen door zuurstofgebrek) doordat de grachten goed doorgespoeld worden. Niet alle bewoners weten dat de verantwoordelijkheid van de gemeente pas begint op een halve meter van het punt waar de riolering de erfgrens van de woning verlaat. Als iemand belt (286 47 52) kan de ambtenaar vrijwel direct de situatie bij het pand op zijn beeldscherm toveren; zelfs zijn er van veel plaatsen panoramabeelden beschikbaar waarop de omgeving zichtbaar wordt. Stalen damwand Stadswerken is dus tevreden over de algemene toestand van de riolering, maar er zijn wel een paar problemen. De bekendste is natuurlijk de lekke
riolering in de Oudegracht bij de Vismarkt. De Oudegracht is op dat punt smal en schepen sturen vaak naar de kant om tegenliggers die onder de Stadhuisbrug vandaan komen te ontwijken. Bovendien ligt de riolering daar hoger. Op 1 november wordt de Oudegracht ter plaatse afgesloten en begint vanaf een werkschuit het slaan van een stalen damwand. Na 2,5 week kan de schuit weer weg en gaat de gracht weer open. Hoelang de reparatie dan gaat duren kan nu nog niet gezegd worden. De riolering loopt namelijk deels door een muur en het is nog niet duidelijk hoeveel problemen daar tegengekomen zullen worden. De samenwerking met de bewoners is goed. Domplein 2013 Vlak bij in de Servetstraat is er een probleem met een vetafvangput (bij de Griekse restaurants) die geplaatst moet worden. Probleem hier is dat die put vlak bij de restanten van de oude muur, die rond de Dom liep, ligt en daar wil de Dienst Monumenten in het kader van Domplein 2013 nu net een markering van die muur in de straat aanbrengen. Het zal dus nog wat overleg vergen voor dat er gewerkt kan worden. Hier wordt ook duidelijk wat het grote probleem in de Binnenstad is: het is vechten om de schaarse ondergrondse ruimte. Nog een klein stukje verder is het volgende probleem alweer te vinden. Op het Domplein is door een technische fout beton in de riolering gelopen (er werd daar ten tijde van het herstel van de bruggen beton aangemaakt). In het voorjaar is begonnen met het herstel vanaf de Domstraat
tot aan Rondom. Jammer genoeg moest hiervoor één van de vijf bomen gekapt worden. Toen is er gestopt in verband met het terrassenseizoen. In het najaar zal het deel vanaf Rondom over de terrassen aangepakt worden. Een tweede vetafvanger die een probleem vormt is die bij Achter Clarenburg. Bewoners klagen daar al een tijd over stankoverlast. De eigenaar van de put (restaurant Olivier) is er mee bezig, maar de klachten zijn nog niet verdwenen.
Camera-inspectie Eens in de tien jaar krijgen de rioleringen een grondige inspectie en schoonmaakbeurt. Bekeken wordt of men niet beter kritische punten vaker kan schoonmaken en minder kritische punten na een wat langere tijd. Gemiddeld één keer per jaar zuigt een kolkenzuiger de afvoerputten langs de kant van de weg leeg (totaal aantal kolken in Utrecht 80.000 waarvan 60.000 van de gemeente). Kolken langs hoofdwegen komen twee keer per jaar aan de beurt en de lijngoot langs de busbaan twee ö drie keer per jaar. Dikwijls staan geparkeerde auto’s in de weg. Nu moet men nog onthouden welke kolken er op die manier gemist zijn, maar in de toekomst zal het mogelijk zijn om direct in een computer aan te geven welke kolken wanneer schoongemaakt zijn. Voor moeilijk bereikbare plekken is er een speciale wagen met veel langere slangen beschikbaar. Afgelopen najaar zijn de rioleringen in de grachten goed geïnspecteerd met een camera die door de buizen werd getrokken. De beelden daarvan worden bewaard. Bomen vormen een grote bedreiging van het stelsel. Wortels zoeken in feite het vocht in de riolering op en groeien daarin verder. Zand in het riool is een aanwijzing voor een breuk. Dit jaar zijn de spuwers langs de Oudegracht gereinigd met een hoge drukspuit. Deze spuwers voeren het water tussen de bogen van de werfkelders af.
Naar het castellum Theo van Wijk, de man van Initiatief Domplein 2013, daalt af naar het Utrecht van de Romeinen. Op de binnenplaats van het Centrum voor de Kunsten voert een akelig steil trapje naar een spelonk met een paar meter van de muur van het castellum. Van Wijk zet alles op alles om uiterlijk in 2013 zo veel mogelijk van de geschiedenis van het Domplein zichtbaar te maken. In de etalages van Domplein 24 zijn de plannen te zien.
Ondergronds Onder (©Binnenstadskrant)
11 Projectmanager Stationsgebied:
’Publieke opinie verandert’ Door onze redacteur Dick Franssen
Ondergr Onder gronds onds
Albert Hutschemaekers, directeur van de Projectorganisatie Stationsgebied, kan zich goed voorstellen dat lang niet iedereen zin heeft te gaan wonen in een gebied waar nog jaren allerlei bouwactiviteiten - met bijbehorend ongerief - zijn. Zelf heeft hij overwogen over een jaar of vier te verhuizen naar het voormalig Shell-terrein in Amsterdam. Een fantastische plek, vond hij. Maar de gedachte dat ze daar nog zeker tien jaar bezig zijn hield hem er vanaf.
Hutschemaekers in zijn bouwput (©Sjaak Ramakers) Wie al wat ouder is - laten we zeggen zeventig - en over ruim twee jaar verhuist naar het Stationsgebied, maakt een ‘goede kans’ om niet meer mee te maken dat het af is. Maar dat wil niet zeggen dat hij nu voor de rest van zijn leven in de rotzooi en de herrie zit. Achter de blauwe schutting op het Vredenburg komt De Vredenburg, een winkel-woongebouw met tachtig koop-appartementen. Als alles naar wens verloopt is de bouw over ruim twee jaar gepiept. De bewoners zullen dan hooguit nog een jaar of vijf wat merken van bouwactiviteiten in de omgeving, maar de overlast zal beperkt zijn. Hutschemaekers zegt dat niet omdat hij zich geroepen voelt reclame de maken voor de appartementen. De verkoop zal geen enkel punt zijn. Op een voorlichtingsavond liep het storm. ‘Maar dat heeft natuurlijk vooral te maken van het bijna helemaal ontbreken van aanbod in de Binnenstad. Het is niet moeilijk om hier wat te verkopen.’
Wat verder opvalt is een duidelijk verschil in waardering voor de plannen tussen die ‘gemiddelde’ Utrechter en partijen die op een andere manier bij de plannen zijn betrokken. ‘Van bijvoorbeeld de Universiteit, de Hogeschool Utrecht, de Rabobank en het rijk horen we alleen maar positieve geluiden. Er is waardering voor wat we hier voor elkaar krijgen.... het Muziekpaleis dwingt overal bewondering af.’ Er is ook verschil tussen de landelijke pers en de plaatselijke pers. In nationale kranten zie je interviews met mensen zoals de voormalige rijksbouwmeester Jo Coenen, terwijl in de plaatselijke pers vooral lokale politici en betrokkenen aan het woord komen. Dat de Utrechters meer twijfels hebben, soms sceptisch of negatief zijn, schrijft Hutschemaekers vooral toe aan het ‘Hoog Catharijne-trauma’. In de stad heerst nog steeds grote onvrede over de gang van zaken van destijds: de gemeente gaf een deel van de stad in handen van een particuliere onderneming, die er vervolgens iets heel lelijks en onherbergzaams van maakte.
bijvoorbeeld nestelende eksters op het Vredenburg de hele planning in de war sturen, als er een vergissing is gemaakt bij de bouwaanvraag van de tijdelijke muziekzaal in Leidsche Rijn. ‘Zie je wel’, wordt er dan gezegd, ‘die lui kunnen niet organiseren. Als het nu al meteen niet goed geregeld is, wat moet er in hemelsnaam dan verder van terechtkomen?’ Hutschemaekers: ‘Daar loop je keihard tegenaan. Men is erg gefocust op de dingen die niet helemaal goed gaan. Het verdere perspectief is er niet. De tegenstanders kunnen met hagel op onze plannen schieten, zo zit de wetgeving nu eenmaal in elkaar. Wij moeten onze verdediging organiseren rond elk hagelkorreltje. En dat doen we ook. We houden rekening met alle procedures. En daarmee stopt het. Want als je ook nestelende eksters en dat soort situaties gaat incalculeren dan sta je voor elk project meteen op twee, drie jaar achterstand. Als je zekerheden wilt duurt de uitvoering van het hele project geen vijftien jaar, maar het dubbele. Absolute zekerheid krijg je bovendien nooit aangezien de regelgeving zelf onderhevig is aan voortdurende wijzigingen.’ Vijftig jaar meegaan De eerste paal moet nog in de grond, en het zou van de gekken zijn als het vertrouwen van Hutschemaekers nu al tanende was. Dat is ook zeker niet zo. Hij gelooft onvoorwaardelijk in ‘zijn’ project en denkt dat heel Utrecht er op den duur steeds meer mee ingenomen zal zijn. De mening in de stad begint trouwens al te kantelen: volgens hem gaan meer mensen inzien dat het een goede hersteloperatie is, met als gevolg dat de snelgroeiende stad weer tenminste vijftig jaar mee kan. Hutschemaekers: ‘Wanneer je niet voorziet dat er zo’n ingreep nodig is dan ben je te laat.’ Maar het Stationsgebied blijft natuurlijk een moeilijke materie. Hutschemaekers: ‘Als je Leidsche Rijn bouwt dan appeleer je direct aan een behoefte. Het gaat daar bijna uitsluitend om woningen, en daarin zijn alle woningzoekenden geïnteresseerd. Het Stationsgebied ligt veel ingewikkelder. Wat bijvoorbeeld de impact is van het nieuwe muziekgebouw is niet zo makkelijk te bevatten. En toch... het verandert, de laatste tijd. De Utrechters die het Infocentrum van het Stationsgebied bezoeken vragen bijna allemaal wanneer het nu eindelijk eens begint. Ze willen dat we aan de gang gaan.’
Ondergronds Jo Coenen Vraag de ‘gemiddelde’ Utrechter hoe de plannen voor het Stationsgebied in elkaar steken en hij is snel uitgepraat. Hutschemaekers begrijpt dat. ‘De schaal is te groot. Het is erg abstract. Pas als je over de afzonderlijke projecten praat, wordt het anders. Dat merken we nu bijvoorbeeld met De Vredenburg. Een hoop mensen weten daarvan. ‘
Spijt en pijn Aanwezig tijdens het gesprek is Kaat Smulders, pr-vrouw van de Projectorganisatie. ‘Utrecht heeft een historie van pijn en spijt’, zegt ze. Mede daarom is er onmiddellijk veel rumoer als het even niet gaat zoals de bedoeling was, als
Piekuren Volgens Hutschemaekers zit het als volgt: als de mobiliteit zich gelijkmatig over de 24 uur van het etmaal spreidde, waren er geen files, zaten de treinen zelden vol, kreeg je het in Hoog Catharijne nooit benauwd. Met andere woorden: je moet de voorzieningen richten op de piekbelasting. Als je dat niet doet blijven veel mensen straks weg, omdat ze het er niet meer aangenaam vinden. www.binnenstadskrant.nl
Domkerk Isabelle Lamfalussy (traverso) en David Jansen (klavecimbel); werken van Bach en Kirnberger; collecte
Binnenstad Utrecht Uitfeest info www.culturelezondagen.nl
Buurkerkhof Camerata Trajectina mmv Maaike Martens, Bernard Loonen en Nico van der Meel: Lijsje Flepkous, openluchtspektakel; gratis ook om 15.00 en 17.00
Za 8 15.30
Zo 9 11.00
Zo 9 13.00
Vr 21 20.15
Jacobikerk Utrechts Byzantijns Koor olv Grigori Sarolea; Oekraïense religieuze en profane muziek
Za 15 Nicolaïkerk 15.00 Euwe en Sybolt de Jong (orgel): presentatie concert van de CD Bach Cantatas vol. II en uitreiking van het eerste exemplaar aan Maarten ‘t Hart; Bach, cantatedelen gearrangeerd voor orgel vierhandig; € 7,50/5 info www.euwedejong.nl / www.syboltdejong.nl
Nicolaïkerk Ko Zwanenburg (orgel); gratis, ook om 13.00, 14.00 en 15.00
Za 8 12.00
Geertekerk Leipziger Strijkkwartet mmv Stefan Genz
Geertekerk Utrechts kamerorkest Trajectum olv Gregory Hubert
Vr 28 20.15
Za 29 20.00
Pieterskerk Cappella Breda olv Daan Manneke mmv Klaas Hoek (harmonium): Het Motet voor de Kardinaal; werken van o.a. Desprez, Sweelinck, Clemens non Papa, De la Rue, Dufay en Manneke; € 10/6
Academiegebouw Utrechtse Studenten Cantorij olv Béni Csillag; werken van o.a. Badings, De Leeuw, Andriessen en Micháns
Vr 5 20.15
Za 6 20.15
OKTOBER
Janskerk Schola Davidica olv Lisette Bernt mmv Gert Oost (orgel): Choral Evensong; werken van Bairstow, Jackson en Bainton; collecte; www. scholadavidica.nl
Zo 23 17.00
Josephkerk Trio da Fusignano mmv Tanja Obalski (sopraan): Franse muziek
Buitenwijken Kunst in mijn Buurt info www.culturelezondagen.nl
Zo 23 12.00
Zo 23 15.30
Buitenwijken Kunst in mijn Buurt info www.culturelezondagen.nl
Za 22 19.30
Pieterskerk Utrechts Vocaal Ensemble olv Laura Tammeling: Geloof, Hoop en Liefde; Bach, Jesu, meine Freude; Copland, Four Motets; Duruflé, Quatre motets sur des thèmes grégoriens; Kleppe, Ave Maria (wereldpremière); € 10/6 Jacobikerk Blokfluitensemble Praetorius; Cori Spezzati; € 12,50/10 Lokatie nbtm Vocaal ensemble Quink; Händel, Acis and Galatea; info www.festivalvoordewind.nl
Za 20 20.15
Zo 21 14.00
Pieterskerk Cappella Pratensis olv Peter Van Heyghen: De wereldlijke Josquin; € 15/10
Geertekerk Bachcantatedienst olv Johan Rooze: BWV 96, Herr Christ, der einge Gottessohn; collecte
Willibrordkerk Yvonne Rietbergen (blokfluiten, gothische harp en toelichting) en Ayumi Matsuda (blokfluiten): Een reis door de tijd; collecte
Fentener van Vlissingen zaal Knock-Knock olv Jos Beijer: PDQ Bach en zijn leerlingen
Vr 19 20.15
Vr 12 20.15
Zo 7 19.30
Zo 7 14.00
20.15
Za 6
Janskerk Schola Davidica olv Lisette Bernt mmv Gert Oost (orgel): Choral Evensong; werken van Purcell, Tomkins, Caldara en Schütz; collecte; www.scholadavidica.nl
Pieterskerk Ribattuta Ensemble olv Dick Duijst mmv Hayo Boerema (orgel); werken van Langlais, Messiaen en Dolieslager; € 15/10
Lutherse Kerk Utrechts Kamerkoor olv Wolfgang Lange: Hemel, engel en sterren; werken van o.a. Lassus, Tallis, Rautavaara en Rutter
Za 3 20.15
Vr 2 20.15
Vr 2 20.15
Pieterskerk Vocaal ensemble Multiple Voice olv Paul de Kok mmv pianoduo en zangsolisten; Brahms, Drei Motetten op. 110;
Geertekerk VU-Kamerorkest olv Daan Admiraal; Schubert/Berio, Rendering (10e Symfonie); Chausson, Poème de l’Amour et de la Mer; Franck, Les Eolides
Pieterskerk Cappella Amsterdam olv Daniel Reuss: Requiem voor... (derde editie); werken van Purcell, Howells en Brown; € 15/10
NOVEMBER
Zo 28 17.00
Vr 26 20.15
Zo 21 15.00
Janskerk Schola Davidica olv Lisette Bernt mmv Gert Oost (orgel): Choral Evensong; Oost, St Maartens Cantate; werken van Von Bingen; collecte; www.scholadavidica.nl
Pieterskerk Nederlands Kamerkoor olv Peter Dijkstra: Dreaming (of flying machines); werken van o.a. Jackson, Whitacre, Ligeti en Salonen; € 15/10
Vr 9 20.15
Zo 11 17.00
Geertekerk Bachcantatedienst olv Johan Rooze: BWV 163, Nur jedem das Seine; BWV 118A, Motet; collecte
Willibrordkerk Koopzondagconcert; collecte
Zo 4 19.30
Zo 4 14.00
Cornelius, Requiem; Brahms, Requiem; € 15/12
Augustinuskerk Oudegracht 69 Catharinakerk Lange Nieuwstraat 36 Catharijneconvent Lange Nieuwstraat 38 tel. 2317926 Domkerk Achter de Dom 1 tel. 2310403 www.domkerk.nl Doopsgezinde kerk Oudegracht 270 Gebouw Kunsten & Wetenschappen Mariaplaats 27, tel. 2316730 Geertekerk Geertekerkhof Gertrudiskerk Willemsplantsoen 1c tel. 2343307 Jacobikerk Jacobsstraat 171 Janskerk Janskerkhof Organisatie Oude Muziek Oudegracht 158, tel. 2362236 www.oudemuziek.nl Leeuwenbergh Servaasbolwerk 1 Lutherse kerk
Adressen
Città della Musica is een samenwerkingsverband van inmiddels veertien organisaties die concerten organiseren in de Binnenstad, meestal in kerken. De Città-agenda staat in de Binnenstadskrant en op www.utrecht-muziekstad.net.
GEND
Binnenstad Monumentendag / afsluiting 25 jaar Kerken Kijken
Za 8 12.00
SEPTEMBER
Hamburgerstraat 9 Nicolaïkerk Nicolaaskerkhof Pieterskerk Pieterskerkhof RASA Pauwstraat 13A, tel. 2316040 www.rasa.nl SJU Jazzpodium Varkenmarkt 2, tel. 2331978 www.sjujazz.nl
Ondergronds
SJU wil geen klein meisje zijn
De gemeente en Tivoli leveren elk drie leden voor het bestuur van de ontwikkelingsorganisatie die de weg voorbereidt naar de definitieve organisatie Muziekpaleis. De derde partner in het project, de Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek Utrecht, heeft afgezien van de ene zetel die haar was toebedacht. De SJU vindt zich onrechtvaardig behandeld. Ze meent net als de anderen recht te hebben op drie zetels, ook al zou ze slechts vier procent bijdragen in de financiering van de ontwikkelingsorganisatie, tegen Tivoli en de gemeente elk 48 procent. De nu ontstane situatie heeft tot gevolg dat Tivoli en de gemeente zonder bijdrage van de SJU de ontwikkelingsorganisatie betalen. De drie partijen hebben afgesproken dat er per 1 januari 2012 één organisatie Muziekpaleis is, die inhoud gaat geven aan de muzikale en culturele doelstelling van het Muziekpaleis.
Sint-Willibrorduskerk (©Patrick van der Sande)
Kwart eeuw kerken kijken Poolse topstukken De Sint-Willibrorduskerk in de Minrebroederstraat heeft een grauwe, onopvallende gevel die bescheidenheid suggereert, maar rebellie verbergt, schrijft Ton Tamse in ’In de ban van de kerk, 25 jaar kerken kijken in Utrecht.’ De kerk mocht van het in meerderheid protestantse gemeentebestuur niet hoger worden dan de omringende godshuizen. Maar binnen is van die beperking niets te zien. Het schip reikt tot dertig meter hoog en de spitse toren op de viering (de plaats waar het koor en het langschip elkaar kruisen) steekt daar nog meters bovenuit. De Willibrordus, gebouwd door Alfred Tepe tussen 1875 en 1879, is een gaaf voorbeeld van Utrechtse neo-gotiek. De kerk raakte in de jaren zestig sterk in verval en zou gesloopt worden. Maar dankzij de geweldige inzet van de legendarische pater Winand Kotte is hij nu weer overrompelend mooi. Nergens in Nederland staan er in de zomermaanden zoveel vrijwilligers klaar om zoveel kerken open te stellen. Zo’n uniek project verdient na een kwart eeuw een boek, dat op een onderhoudende manier het verhaal van die 25 jaar vertelt, veel informatie verschaft over de twaalf kerken, mooi is geïllustreerd en met zorg is uitgegeven. Een dergelijk boek is het geworden. Te koop bij o.a. RondOm.
Dat Polen een prachtige collectie middeleeuwse kunst heeft, wist lang niet iedereen. Het is eigenlijk bijzonder dat er zoveel bewaard is gebleven, want de Tweede Wereldoorlog was vernietigend. Vorig jaar werd het Catharijneconvent benaderd of er interesse was om de hoogtepunten uit de Middeleeuwencollectie van het Nationaal Museum in Warschau tentoon te stellen. Een unieke kans, want de hoofdconservator, die al ruim dertig jaar de scepter zwaait in het Poolse museum, was heel duidelijk: ’Eens, maar nooit meer.’ De kunstwerken roepen ook nu nog emotie op: ontroering door hun schoonheid of juist afschuw door hun heftigheid. Wat te denken van een paneel met een afbeelding van Maria Magdalena, door de kunstenaar voorzien van een harige vacht. In verband met de verwachte grote belangstelling is het Catharijneconvent ook op maandagen geopend van 10.00 tot 17.00 uur. De kaartjes zijn € 1,50 duurder dan anders. Van 5 oktober tot en met 6 januari.
Inktpot één dag te bezichtigen
HGB III van Prorail in het Moreelsepark, beter bekend als De Inktpot, is op Open Monumentendag zaterdag 8 september te bezichtigen. Dat is een buitenkans, want de deuren openen alleen bij bijzondere gelegenheden. Het gebouw is ook van binnen spectaculair. Een merkwaardigheid is de UFO op het dak. Het college heeft er deze zomer een monumentenvergunning voor verleend. De vliegende schotel is eind jaren negentig als tijdelijk kunstwerk geplaatst. Dat gebeurde bij de kunstmanifestatie Panorama 2000. Prorail wil de UFO graag behouden en wil investeren in de instandhouding en de bevestiging. Volgens b. en w. is het een voor Utrecht kenmerkend object en vormt het een bijzondere combinatie met een bijzonder gebouw dat grote bekendheid geniet binnen en buiten de stad.
14
Ingezonden Populistische propaganda Geachte redactie, Meestal lees ik het blad geïnteresserd, het kwam veelal over als een politiek onafhankelijk en redelijk kritisch schrijven. In de laatste uitgave schieten mij een paar zaken in het verkeerde keelgat. De conclusie van redacteur Dick Franssen dat de overlast in de Binnenstad gevormd wordt door niet-opgevoede Marokkaanse jongeren, pag 3, lijkt direct terug te voeren naar het partijprogramma van de PVV. Dit is ontoelaatbaar. Het stukje op pag. volgens hem 21 over lopen/fietsen door rood is propaganda voor het politiebeleid zonder enige kritische noot. T.a.v. overlast: de zuidelijke oude Binnenstad wordt internationaal gepropageerd als een uiterst succesvol programma hoe om te gaan met de psychiatrische patiënt die in een dakloze situatie is terechtgekomen. De ZOS-bewoners leven in een openlucht psychiatrische instelling waarmee Utrecht internationaal goede sier maakt. De problematiek hieromtrent levert een vele malen grotere overlast op dan de Marokkaanse jongere. Het ronkende verhaal op pagina 6 van Rene Mol over de dagopvang Catharijnesteeg gaat Vervolg van pagina 3. in een speciaal graf op Soestbergen (de daar in 1830 aangelegde speciale knekelput heeft nooit gefunctioneerd). Maar er gaan verhalen dat ten tijde van de restauraties een doodshoofd weleens terecht kwam op een studentenkamer. Als bij graafwerkzaamheden of archeologisch onderzoek gebeenten worden gevonden, blijven die in principe ter plaatse in hun oorspronkelijke rustplaats liggen. Soms worden ze echter voor onderzoek meegenomen naar het archeologisch depot van de gemeente. Het is de bedoeling dat ze dan uiteindelijk weer een rustplaats krijgen, op Soestbergen, maar dat kan héél lang duren (de kinderskeletten van het Pieterskerkhof wachten nog steeds op onderzoek!) en zij kunnen daar alleen stil tegen protesteren.
dan ook volledig voorbij aan het feit dat de genoemde honderd passanten per dag veel overlast bezorgen in de buurt. Het zijn alcoholisten, vaak al dronken aanwezig rond 9 uur ’s ochtends, schizofrenen die hun wanen luidkeels ten gehore brengen etc. Onze kinderen durven daardoor de straat niet op, nog nooit hebben ze geklaagd over een lastige allochtoon. Het Centrum Maliebaan en de WA komen daar nog bij als overlastgevers. Wat betreft het fietsen/lopen door rood licht was het aardig geweest als er kritische noten waren toegevoegd. De kruising van Catharijnesingel/ Mariaplaats was vroeger al onhandig, maar is na de reconstructie onmogelijk voor fietsers. Welke dwaas heeft dit op zijn geweten? Overigens een goudmijn voor de politie in geval van onvoldoende alerte passanten, minstens 2000 euro voor een uurtje posten. Ik neem aan dat vele anderen veel analoge voorbeelden kunnen geven over andere verkeerssituaties. Een verkeersbeleid om fietsers te faciliteren is makkelijk te realiseren zonder het autoverkeer te hinderen. Het ontbreekt te enen male aan creativiteit c.q. belangstelling van de betrokken instanties. De Binnenstadskrant zou daarin een
rol kunnen spelen. De simpele boodschap is: als het blad verandert van een kritische noot naar populistische propaganda is er geen bestaansrecht meer. Dan ga ik het Stadsblad wel lezen. Ik hoop dat mijn brief leidt tot enige contemplatie bij de redactie. Tom de Jong, Lange Nieuwstraat
verplaatst zijn naar Het Neude. Een waar gespreksonderwerp; is het De of Het Neude? Mijn vader van 85 jaar weet heel stellig de het de Neude is, en daar ben ik ook van overtuigd. Ik kijk het maar eens na in de oude boeken over Utrecht. Misschien toch even aardig om dit te melden. Lili Boonstra-de Haas
Naschrift redactie: Het artikel over fietsen/lopen door rood licht stond op de’politie-pagina’. Over de inhoud van die pagina gaan wij niet. Zie bladzijde 2: Poging tot helderheid.
Naschrift redactie: Het is de Neude, natuurlijk. U en uw vader hebben gelijk, de ambtenaren die het bord maakten ongelijk.
De Neude of het Neude? Geachte redactie, Compliment voor de Binnenstadskrant. Als terugkerend bewoonster van de Binnenstad is het erg leuk zoveel te kunnen lezen over de ontwikkelingen van Utrecht Hartje Stad. Het viel mij op dat in nr. 4, juli augustus blz.15, een bord staat afgebeeld met info over bushaltes die
Helm op voor de foto
Giesberts of Gieberts? Naar aanleiding van drie artikelen in de laatste editie van de Binnenstadskrant vroeg ik mij af: is het nu wethouder Gieberts of Giesberts? Zie ’Zwemwater-kwaliteit ’(p.18), ’Boze Maarten van Rossem’ (p.20) en ‘Poep in de Oudegracht’ (p.23). Hopelijk ziet wethouder Giesberts er wel de humor van in. Ik in ieder geval wel! Tim Nolet, Boothstraat Naschrift redactie: het is Giesberts (excuses voor de fout, Het is heel erg, maar ook de naam van de wijkchef van de politie stond onjuist in de krant. Hij heet Stoter en niet Stoker.) Waar tot voor kort de stoep, het fietspad en de busbaan lagen, ligt tegenwoordig een grote zandbak. Achter de blauwe muur schuiven de daken van stadbussen voorbij, in het zand trekt de fundering van de zogeheten ’Vlaamse toren’ veel bekijks. Niet alleen archeologen, ook pers is op de opgegraven toren afgekomen. Het bedrijf van archeoloog Tom Hazenberg is door de gemeente ingehuurd voor het opgraafwerk bij de toren. Hij vertelt: ’In de jaren’70 is deze plek blootgelegd, we kijken nu nog eens wat hier allemaal precies ligt en op welke plaats. Zo weten we zeker dat kabels en leidingen het monument niet verstoren.’De archeoloog zou graag zien dat het kasteel op de een of andere manier terugkeert in het stadsbeeld. ’Zodat je kunt zien hoe massaal kasteel Vredenburg was. Het zou geweldig zijn, de tijd is er rijp voor.’
Ondergronds Door Jesse Pouw
‘In 1976 stond ik hier samen met m’n moeder door het hek te kijken naar de opgravingen. ’Op 16 augustus 2007 is Annelies van Benthem zelf één van de archeologen die de res-
(©Sjaak Ramakers) tanten van de noordoostelijke toren van het Kasteel Vredenburg blootlegt. Haar moeder komt langs met een bloemetje én een fototoestel.’Ik had nog geen foto van haar met een helm op, die maak ik vandaag.’
15
idjoke r odn daar! K Ge M in d e r b r o e d e r k lo o s t e r
15
te ver. Daarom kozen zij uiteindelijk partij voor de hervormden en de Prins van Oranje. Hoewel de felle calvinisten slechts vijf procent van de bevolking uitmaakten, kregen zij het in Utrecht toch meer en meer voor het zeggen. De kloosterlingen die geen maatschappelijke functie hadden, zoals bijvoorbeeld in de ziekenzorg, moesten als eersten de stad uit. Dat betrof ook Minderbroeders. De boekerij van hun klooster werd verbrand; met de voorraad boter en olie van het klooster werd het vuur verder opgestookt.
De ligging van het klooster. Frank Kaiser
Ik zat op een terras op het Janskerkhof een wijntje te drinken, een leuke bezigheid. Ik keek uit op een prachtige renaissancepoort met het provinciewapen erboven. Dit gebouw was eens de refter van het Minderbroederklooster, maar wat doet het provinciewapen daar? Na de 12e eeuw kwamen er binnen de Utrechtse stadsmuren veel kloosters bij. Er was ruimte genoeg; de stad telde nog maar 5.500 inwoners. Op een gedeelte van het terrein (immuniteit) van St. Jan begon in 1249 de bouw van het Minderbroederof Franciscanerklooster. De Minderbroeders waren een bedelorde; hun klooster werd het grootste van de stad. In de loop van de tijd veranderde de geloofsbeleving. Zo werd er in de 16e eeuw, de periode van de reformatie, veel gepreekt. Die preken duurden soms uren; het waren hele spektakels, zowel vóór als tegen de reformatie gericht. Die van de Minderbroeders waren vanzelfsprekend fel tegen. In de door God bestuurde wereld vormden de katholieke kerk en de maatschappij immers een eenheid. Kritiek daarop was, zo vonden zij, door de duivel ingegeven. Vooral hun overste trok er ten strijde tegen het oprukkende gedachtegoed van de reformatie en tegen de beeldenstorm. Geen wonder dat de Minderbroeders de gebeten hond waren toen de calvinisten in machtsposities kwamen. Rigoureus De inwoners van Utrecht waren in die tijd vooral katholiek. Ze hadden niets op met de radicale gereformeerden die rigoureus een einde wilden maken aan alles waarmee zij waren opgegroeid. Maar de bloedige vervolging van de calvinisten ging hen ook
Het stadsbestuur vervolgde de daders niet, maar knoopte in plaats daarvan onderhandelingen met hen aan. Inzet van die gesprekken was de beschikking over kerken; de calvinisten wisten ook al welke: de Predikheren- en Minderbroederskerk. De gemeente besloot de Jacobikerk aan hen af te staan
Het achterpoortje in ’t Hoogt. Beeldenstorm In juni 1580 vaardigen de Staten van Utrecht onder druk van burgervendels een ordonnantie uit waarbij ‘de uitoefening van de roomse godsdienst is opgeschort en beëindigd’. De beeldenstorm, waarvan Utrecht in 1566 en 1579 en in het voorjaar van 1580 al voorproefjes had meegemaakt, barstte daarna in alle hevigheid los. Uiteindelijk verkocht het stadsbestuur een groot deel van het Minderbroederklooster; de rest, waaronder de kerk, werd afgebroken. De mooie refter (eetzaal) werd verbouwd tot vergaderzaal van de Staten (1580-1815). Bij de aanleg van ’t Hoogt in 1643 zijn er twee renaissancepoorten ontworpen: de ingangspoort van
Het voormalige klooster vanaf het Janskerkhof. en ook toe te geven aan de eis dat Minderbroeders een preekverbod kregen en allemaal de stad moesten verlaten. Naderhand rechtte het stadsbestuur de rug en besloot dat de calvinisten de Jacobikerk weer moesten verlaten. Uiteindelijk kregen ze via bemiddeling van de Prins van Oranje een stuk grond buiten de Wittevrouwenpoort waarop ze hun bijeenkomsten konden houden. Het was daar zo drassig dat ze er een dikke laag zand op moesten gooien. Deze plek heette dan ook de ‘Santkerk’. De Prins wilde vooral een vreedzaam samengaan tussen de verschillende groeperingen bewerkstelligen.
Statenkamer op het Janskerkhof en het achterpoortje bij ’t Hoogt. In beide poorten is nog steeds het provinciewapen te zien. In 1816 is de Statenkamer overgedragen aan de universiteit. De refter is erg veranderd; zo bezat hij oorspronkelijk maar één verdieping. Als je goed naar de gevel kijkt is dat nog te zien aan het metselwerk. Op het voormalige kloosterterrein zijn later de Teelingstraat, Slachtstraat en Kintgenshaven aangelegd. De naam ’t Hoogt is een verbastering van de vroegere naam Hoogstraat. Deze straat lag wat hoger. Enkele straten in dit gebied stammen nog uit de 17e eeuw. Ook huizen, zoals Hoogt 8 en 10.
16
Wijkbureau Binnenstad
gemeente utrecht
Denk mee over halte ‘Utrecht Vaartsche Rijn’ Boven de Vaartsche Rijn, tussen de Vaartsestraat en de Pelikaanstraat, komt de nieuwe halte voor bus en trein: Utrecht Vaartsche Rijn. Het basisontwerp voor dit station is door het college van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Het college wil graag dat omwonenden en andere belangstellenden meedenken over de verdere uitwerking van het ontwerp. Daarom komt er eind september een consultatiebijeenkomst. Via advertenties en huis-aan-huis-berichten worden Binnenstadsbewoners hiervoor uitgenodigd. Ontstaan van de halte ‘Utrecht Vaartsche Rijn’ Sinds 1997 werkt ProRail aan de plannen voor een spooruitbreiding tussen Utrecht en Houten als onderdeel van het project RandStadSpoor. Gelijktijdig werkt de gemeente Utrecht aan de uitbreiding van het netwerk voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer. Een belangrijke verbinding hierbij vormt de HOVbusbaan ‘Om de Zuid’, die van het Centraal Station langs de spoorlijn naar De Uithof loopt. Ter hoogte van de Vaartsche Rijn komen deze projecten samen in een gecombineerde halte voor trein en HOV: Utrecht Vaartsche Rijn. Het basisontwerp van de halte en omgeving loopt vanaf de Bleekstraat tot aan de Albatrosstraat. Volgens planning start de spooruitbreiding in 2010 en wordt de halte Utrecht Vaartsche Rijn in 2015 in gebruik genomen. Inbreng bewoners bij ontwerp De nieuwe halte komt op een markante locatie in de stad, waar veel mensen wonen en werken. Het is daarom extra van belang dat er een goed ontwerp komt. Tijdens de bijeenkomsten wordt het ontwerp toegelicht en kunnen bewoners actief suggesties geven voor de uitwerking van het ontwerp. Uiteindelijk komt er - op basis van
Impressie halte Utrecht Vaartse Rijn (gezien vanaf de Westerkade) alle reacties en suggesties - een definitief ontwerp, waarover het college beslist. ‘Waar blijft de brug?’ Op woensdag 4 juli is een eerste bijeenkomst met direct omwonenden geweest. Tijdens deze bijeenkomst is het ontwerp besproken van de halte en de mogelijke inrichting van de aanliggende Pelikaanstraat en Vaartsestraat. Bewoners vroegen zich af waar de oude gietijzeren Jeremiebrug blijft. Het antwoord daarop is dat deze brug komt te vervallen door de spooruitbreiding, maar niet is verloren. Hij wordt opgeslagen en ergens in Utrecht weer hergebruikt. Waar is nog niet precies bekend. Daarnaast gaven bewoners aan behoefte te hebben aan een fietsenstalling, dat er aandacht moet zijn voor de bestrijding van graffiti en overlast door zwervers en dat er wat gedaan moet worden aan de ‘lekkende’ fietstunnel aan het begin van de Laan van Soestbergen. Het college betrekt de resultaten van de consultatie bij de besluitvorming over het ontwerp van de halte. Alhoewel de bewoners in het begin wat sceptisch waren over de bijeenkomst, zeiden ze aan het eind dat ze de avond zeer positief vonden. Meer informatie Voor vragen kunt u contact opnemen met de gemeente Utrecht (030 - 286 41 74) of met ProRail (030 - 235 37 74). Ook vindt u meer informatie op www.utrecht.nl/ vrijebusbanen.nl en www.prorail.nl.
Fietswrakkenacties De gemeente Utrecht houdt regelmatig fietswrakkenacties in de Binnenstad. Fietswrakken die worden verwijderd, zijn te herkennen aan de roodwitte stickers met de tekst ‘Deze fiets wordt binnenkort verwijderd’. De gemeente vindt het belangrijk dat de stad schoon, heel en veilig is. Fietswrakken kunnen de doorgang voor voetgangers belemmeren en geven de straat een rommelige aanblik. Bij de reguliere fietswrakkenacties haalt de gemeente alleen wrakken weg die eerder zijn aangemeld. Deze zomer zijn er rond het Janskerkhof en de Neude een aantal extra acties geweest, waarbij fietswrakken zijn weggehaald die niet waren aangemeld. Wat is een fietswrak? De gemeente hanteert de volgende definitie: ‘Een fietswrak is een voertuig, dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert’. Dus ook fietsen met een kapot voor- of achterwiel, twee lege banden of zonder zadel, worden tot een wrak gerekend en vervolgens verwijderd. Is er sprake van twijfel, dan blijft de fiets staan. Dit gebeurt om te voorkomen dat er teveel nog in gebruik zijnde fietsen weggehaald worden. In het Stationsgebied en rondom het
Fietswrakkenactie zomer 2007 (©Wijkbureau Binnenstad) Vredenburg worden ook fietsen verwijderd die gevaarlijk gestald zijn. Dit om ervoor te zorgen dat het gebied bereikbaar blijft. Fietswrak voor de deur? Staat er een fietswrak voor uw deur of elders in de wijk? Of wilt u informatie over hoe en waar u uw fiets terug kunt krijgen? Bel dan het gemeentelijk Call Centre (030 - 286 00 00).
Spreekuur wijkwethouder Cees van Eijk, wijkwethouder Binnenstad, houdt weer spreekuur op woensdag 26 september van 9.00 tot 10.00 uur in het wijkbureau. U kunt vooraf een afspraak maken met het wijkbureau. Tijdens het spreekuur kunt u zaken aan de orde stellen waar extra inspanning of aandacht van het gemeentebestuur voor nodig is.
Cees van Eijk (©Willem Mes Photography)
17
Wijkbureau Binnenstad Springweg en omgeving graffiti vrij! Bewoners van de Springweg, Boterstraat, Visschersplein en Strosteeg hebben samen met het wijkbureau en welzijnsorganisatie Cumulus de handen ineengeslagen om de graffiti in hun straten te verwijderen. De bewoners hadden een brief geschreven aan de gemeente om iets te doen tegen de graffiti. Het wijkbureau organiseerde een informatieavond waar bewoners konden kiezen uit drie schoonmaakbedrijven voor een contract. Dit heet de ‘graffiti-aanpak’ van de gemeente. De bewoners kozen voor Graffiti-Ex. Deze zomer is het bedrijf gestart met het verwijderen van de graffiti.
Visscherssteeg beklad met graffiti (©Wijkbureau Binnenstad) Hoe werkt de graffiti-aanpak? De graffiti-aanpak vraagt een gezamenlijke inspanning van de bewoners en ondernemers. Als meer dan 50% meedoet, betaalt de gemeente de nulbeurt. Bij een nulbeurt wordt het hele gebied graffitivrij gemaakt en worden de muren voorzien van een beschermende coating. Bewoners en ondernemers sluiten vervolgens een gezamenlijk onderhoudscontract af. Dit kost € 55,- per gevel per jaar. Gedurende vijf jaar verwijdert het schoonmaakbedrijf dan nieuwe graffiti. Hoekpanden De graffiti-aanpak is ook mogelijk bij
individuele hoekpanden. Het komt namelijk regelmatig voor dat alleen het hoekpand last heeft van graffiti. Het pand moet dan wel gelegen zijn binnen de singels, het moet een aanzienlijke verbetering van het aanzicht van het pand betekenen en in de rest van de straat mag (bijna) geen graffiti te zien zijn. De eigenaar van het hoekpand sluit een contract af bij de gemeente voor € 55,- per jaar. Wilt u meer weten over de graffitiaanpak? Neem dan contact op met Beate Voragen van wijkbureau Binnenstad: 030 - 286 00 00 of
[email protected].
Leefbaarheidsbudget
Studenten HKU ontwerpen voor Straatnieuwsverkopers Spannend vonden ze het, de studenten Grafisch Ontwerpen. Niet alleen omdat het hun eerste echte ontwerpopdracht was, maar ook omdat ze gingen werken met Straatnieuwsverkopers. ‘Bij het horen van de opdracht moest ik even slikken,’ zegt student Dewi. ‘Ik dacht namelijk dat Straatnieuwsverkopers allemaal onverzorgde daklozen waren, met schulden door hun verslaving. Nu weet ik dat dat helemaal niet zo is. Door hun verhalen heb ik meer begrip voor hen gekregen.’ De studenten gingen in groepjes de straat op om de verkopers beter te leren kennen. Vervolgens moesten ze iets voor ‘hun’ verkoper ontwerpen. Doel van initiatiefneemster Anke Coumans (Hoge School voor de Kunsten Utrecht) en Frank Dries (hoofdredacteur Straatnieuws) was daarbij dat het hen gelukkigere (en dus betere) verkopers moest maken. Dankzij een bijdrage uit het leefbaarheidsbudget konden de ontwerpen ook echt gemaakt worden. Verkoper Ome Kees kan nu een eigen reclamecampagne voeren met kaartjes waarop staat ‘Wie kent ome Kees niet’. Sebastiaan krijgt een speciaal voor hem ontworpen jas, bedrukt met bepaalde sym-
• • • • • •
bolen waarin hij gelooft. Henk kan nu zijn eigen gedichtenbundel uitdelen. En Abdullah krijgt een mooie lichtgewicht stoel, zodat hij er op zijn oude dag goed bij kan zitten. Ook komen er nog speciale Straatnieuws-tegels en T-shirts met opvallende teksten zodat verkopers en passanten met elkaar in gesprek komen. Heeft u ook een idee om de leefbaarheid in de Binnenstad te verbeteren? Met het leefbaarheidsbudget kan het wijkbureau snel op deze vragen inspelen. Neem contact op met het wijkbureau of kijk op www.utrecht.nl/binnenstad.
Overal hanging baskets in winkelgebied Afgelopen jaren hebben ondernemers
Wilt u iets organiseren voor uw buurt? Wilt u de straat veiliger maken? Of heeft u een ander idee om de leefbaarheid in de Binnenstad te verbeteren? Ook u kunt een aanvraag indienen voor het leefbaarheidsbudget. Met dit budget kan het wijkbureau snel inspelen op plannen van bewoners en ondernemers die de leefbaarheid in de Binnenstad verbeteren. Neem contact op met wijkbureau Binnenstad of kijk op www.utrecht.nl/binnenstad. Toegekende aanvragen voor bijdrage uit het leefbaarheidsbudget (maand juli): hanging baskets op de Voorstraat, opknappen banken Lucasbolwerk Zocherplantsoen, bijdrage voor open eettafel 55+ in Wijk C, bijdrage voor 600-jarig bestaan Bartholomeus Gasthuis, 0-beurt graffiti Springweg, Visschersplein, Boterstraat, bewonersinitiatief 7 steegjes.
Verkoper Henk van den Hazel is trots op zijn gedichtenbundel (©Willem Mes Photography)
Hanging baskets verfraaien het straatbeeld (©Wijkbureau Binnenstad)
en bewoners van de Domstraat, de Zakkendragerssteeg en de Voorstraat een beroep gedaan op het leefbaarheidsbudget voor ‘hanging baskets’. Deze hangende bloembakken zijn inmiddels in het hele wandel- en winkelgebied van de Binnenstad te zien. Gezien de vele positieve reacties heeft de gemeente besloten om ook in het Stationsgebied hanging baskets op te hangen. Niet alleen bewoners en ondernemers zijn enthousiast. Ook toeristen en dagjesmensen gaan met elkaar op de foto onder de bloembakken met de Dom of de gracht op de achtergrond. De hanging baskets zijn onderdeel van de openbare ruimte en versterken de uitstraling van deze straten als bijzonder winkelgebied.
18
Wijkbureau Binnenstad
Fotowedstrijd autovrij Utrecht Uitfeest Op zondag 9 september 2007 is het autovrije Uitfeest. De stad binnen de singels is dan tussen 10.00 uur en 19.00 uur afgesloten voor motorvoertuigen. De hele dag zijn er activiteiten waarbij kunst, cultuur en alternatieve vormen van vervoer centraal staan. Omdat een autovrije Binnenstad hét moment is om mooie foto’s te maken van de historische Binnenstad, organiseren de gemeente en Ons Utrecht een fotowedstrijd. Breng autovrij Utrecht in beeld op 9 september en maak kans op een leuke prijs. De mooiste foto komt op de voorpagina van Ons Utrecht te staan. Kijk op www.utrecht.nl/autovrijezondag voor meer informatie.
Betrokken bewoner: ‘Ik geef alles door wat problemen of gevaar kan opleveren’ Verzakkingen in de rijweg, omver gereden verkeersborden, defecte straatverlichting en aangetaste bomen. Voorbeelden van meldingen die bewoner Rob Harts bijna dagelijks doet bij wijkbureau Binnenstad.
Iris van Aken is medewerker bij wijkbureau Binnenstad
Iris zorgt voor huiskamer van de stad Ruim twee jaar is Iris van Aken medewerker bij het wijkbureau Binnenstad. ‘Het leuke aan mijn werk is de enorme afwisseling.’ De helft van haar werktijd houdt Iris zich bezig met meldingen van bewoners. ‘Bijvoorbeeld over geluidsoverlast. Of mensen die betrokken willen worden bij de herinrichting van hun straat. Ik leg hun vraag of klacht neer bij verantwoordelijken binnen de gemeente. En zorg er vervolgens voor dat de bewoner antwoord krijgt.’ ‘De uitdaging is om mensen te laten zien dat het wijkbureau hun melding serieus neemt. Bewoners zien vaak niet wat er met hun melding gebeurt. Er zit als het ware een hele hofhouding achter. Wat dat betreft is de gemeente te vergelijken met een groot bedrijf. Het is belangrijk dat zichtbaar te maken en uit te leggen waarom het soms even duurt voordat actie wordt ondernomen. Gelukkig tonen de meesten daar begrip voor.’ Betrokken Het andere deel van haar werk besteedt Iris aan de Binnenstadskrant
Meldingen kunt u doen bij het wijkbureau (@Willem Mes Photography)
Iris van Aken (©Willem Mes Photography) en het inrichten van de etalages van het Informatiecentrum. ‘In mijn werk is geen dag hetzelfde. Toen ik bij wijkbureau Binnenstad kwam werken, was dat voor mij een hernieuwde kennismaking met de stad. Ik kwam op plekken waar ik niet eerder het bestaan van wist. Typerend aan de Binnenstad is dat er veel mensen wonen en werken die heel betrokken zijn bij hun woon- en werkgebied. En dat is hartstikke leuk!’
De kroeg in met de gemeenteraad De gemeenteraad brengt op woensdag 26 september 2007 een bezoek aan de Binnenstad. Het thema is dit keer ‘lusten en lasten van de horeca in de Binnenstad’. Wilt u van gedachten wisselen met raadsleden over dit onderwerp? U bent van harte uitgenodigd van 20.00 tot 22.00 uur in het stadhuis van Utrecht. Meer informatie vindt u op www.utrecht.nl/binnenstad.
Met de nadruk op meldingen, aldus Rob Harts. ‘Het zijn geen klachten. Want als ik een klacht heb, nou berg je dan maar! Ik geef gewoon alles door waarvan ik vind dat de gemeente op de hoogte moet zijn. Omdat het problemen of gevaar kan opleveren.’ Rob woont sinds de jaren zestig in Utrecht. Een paar jaar geleden raakte hij gefascineerd door de oude Binnenstad. Per fiets verkent hij nu dagelijks onontgonnen steegjes en historische hofjes. Vol passie vertelt hij over bijzondere plaatsen als de tuinen achter de Bruntenhof, of de binnenplaats van het complex van de Orde van de Franciscanen vlakbij de Nieuwegracht. Mondeling Als hij tijdens één van die fietstochten iets ziet wat toe is aan reparatie, vervanging of een schoonmaakbeurt, geeft hij dat door. ‘Ik registreer onderweg automatisch wat er mis is. Als ik dat meld bij het wijkbureau, is het vaak enkele dagen later al opgelost. Wat dat betreft scoort wijkbureau Binnenstad goed. Misschien helpt het dat ik alles mondeling doorgeef, want ik heb geen telefoon of computer. Een bewijs dat de oude manier van communiceren nog prima functioneert.’ Heel bijzonder vindt Rob de meldingen die hij doet overigens niet. ‘Iedereen die bewust iets registreert wat niet in de haak is, zou de moeite moeten nemen dit door te geven.’ Dan maakt
hij zich alweer op voor een nieuwe fietstocht door de stad. Pen en notitieboekje in de aanslag, want niets ontgaat zijn scherpe oog. Heeft u een melding? Bel het wijkbureau Binnenstad! 030-286 00 00 of stuur een e-mail
[email protected].
Wijkbureau Binnenstad Heeft u een vraag over zaken die in uw buurt spelen? Of wilt u overlast melden? Dan bent u bij het wijkbureau aan het juiste adres. Het wijkbureau is het aanspraakpunt van de gemeente voor bewoners, ondernemers en bezoekers van de Binnenstad van Utrecht. Wijkbureau Binnenstad telefoon: 030 - 286 00 00 (ma t/m vr van 9.00 tot 17.00 uur)
[email protected] www.utrecht.nl/binnenstad U kunt ook even binnenlopen bij het Informatie Centrum Gemeente Utrecht. Hier zit de balie van het wijkbureau Binnenstad. Informatie Centrum Gemeente Utrecht Neudeflat, Vinkenburgstraat 26 ma t/m vr van 9.00 tot 17.00 uur do-avond tot 21.00 uur zaterdag van 10.00 tot 13.00 uur
Wijkraad
19
Binnenstad
Bestand aan sociale huurwoningen mag niet verder teruglopen De Wijkraad tracht een dialoog op gang te brengen met Mitros, het verzelfstandigde woningbedrijf van de gemeente en de grootste woningbouwcorporatie in de Binnenstad. Er zijn zorgen over de ’uitverkoop’ van het woningbestand van Mitros in de Binnenstad, en daarmee het verdwijnen van de middeninkomens. Uiteindelijk zou dit tot een sociale ’verschraling’ kunnen leiden, waarbij enerzijds studenten en anderzijds topinkomens in dure grachtenpanden de Binnenstad bevolken. Vooral Wijk C is een voorbeeld van hoe het niet moet: de sociale huurwoningen die zijn verkocht zijn nu vooral ’koopstudio’s’ voor studenten geworden. Mitros heeft bij de verzelfstandiging een ’bruidsschat’ van de gemeente meegekregen, bestaande uit woningen die te gelde gemaakt mogen worden. Die ’bruidsschat’ zit voornamelijk in de Binnenstad. Uit de opbrengst wordt vooral het onderhoud van sociale huurwoningen betaald; commercieel zijn die woningen onrendabel, en er is ook nog eens een achterstand in onderhoud. Mitros bouwt wel veel sociale huurwoningen,
maar dan vooral buiten de Binnenstad. Omdat er in de achterstandswijken meer woningen worden gesloopt dan bijgebouwd, is de druk op de sociale huurwoningen groot. Wat de Wijkraad graag zou willen is: behoud of uitbreiding van de sociale huur in de Binnenstad, en voorrang voor ouderen uit de Binnenstad bij toewijzing van woningen die geschikt (te maken) zijn voor hen. Mitros wil op zichzelf wel meer sociale huurwoningen bouwen, maar er zijn grote praktische belemmeringen: de beperkte ruimte, monumenten die beperkingen opleggen, en de hoge grondprijs. Daarom zal in elk geval de gemeente moeten meewerken. We zullen deze dialoog voortzetten en ook het college erin betrekken. Fietsparkeren Een probleem waarvan iedereen kan constateren dat het snel nijpender wordt is het fietsparkeren. In het Stationsgebied zijn er alleen al dit jaar 1500 klemmen bijgeplaatst, maar het tekort is nog steeds even groot. Probleem in de Binnenstad is dat de ruimte voor fietsparkeren er vaak gewoon niet is. Op korte termijn komen er klemmen bij op allerlei plekjes waar nog wat ruimte is, en er wordt onderzocht of er ook fietsklemmen in het voetgangersgebied kunnen komen. Op de
langere termijn komt er veel stallingsruimte in het Stationsgebied (22.000 plekken, wat volgens de Fietsersbond trouwens nog niet genoeg zou zijn). De ruimte komt dan onder andere onder het Jaarbeursplein, en aansluitend op de’Rabobrug’ (de nog te bouwen fiets- en voetgangersbrug over de sporen ten zuiden van het station). De fietsenstalling op het Vreeburg komt terug als het nieuwe muziekpaleis klaar is. Wie creatieve ideeën heeft wordt nadrukkelijk gevraagd die bij ons te melden! Overkluizing singel Ten slotte is de Wijkraad nog druk met de Projectorganisatie Stationsgebied in onderhandeling over de bevoorrading van het Muziekpaleis, en de verbinding van het Vredenburggebied met de rest van HC, over de singel. Het ziet er naar uit dat de bevoorrading toch via een tunnel zal plaatsvinden maar hoe die er uit komt te zien is nog niet duidelijk. Het is een ingewikkeld probleem omdat de ruimte heel beperkt is, ook ondergronds. Bij de ’overkluizing’ van de Singel (die 100 meter breed wordt) zijn we erg bang dat hier weer een nieuwe junkentunnel wordt gecreëerd. We zullen hier zeker de volgende keer op terugkomen. Han van Dobben, voorzitter
Kat ten bedreigen Dom Hoe lang Domtoren en -kerk nog zullen staan in Flora’s Hof is niet alleen afhankelijk van het weer, maar vooral van katten. Ze voelen zich enorm aangetrokken tot het immense zandkasteel en laten voortdurend zijbeuken en ornamenten instorten. Kunstenaars van Sandworks zijn steeds bezig met de restauratie, maar het is dweilen met de kraan open. Het kasteel blijkt een enorme attractie. Het is een komen en gaan in de Hof (ingang Servetstraat, pal bij de Domtoren). Voor het publiek is het aardig dat de kerk er niet eenzaam staat, maar dat er iemand heel voorzichtig aan werkt. De gelijkenis met het voorbeeld is treffend. Dat het aan de onderkant breder is dan het origineel, en taps toeloopt, is gedaan om de kans op instorten te verkleinen. De bouwers reconstrueerden ook het middenschip, dat het 1672 begaf. Rondom en Stadspromotie lieten het kasteel maken. Flora’s Hof wordt dit najaar opgeknapt.
Een geweldig restaurant? Een afschuwelijk café? Surf dan naar www.binnenstadskrant.nl/horeca en zeg ons welke eet- of drinkgelegenheid in de Binnenstad u het beste vindt, en waar u nooit meer wilt komen. Motiveer dat ook. Voor de overtuigendste inzender ligt een bon voor een etentje klaar. Op de website staat een formulier dat zich makkelijk laat invullen. In het volgende nummer, waarin de horeca centraal staat, publiceren wij de uitkomsten van dit gedegen onderzoek. (©Sjaak Ramakers)
20
Reinigingsdienst
gemeente utrecht
De strijd tegen het vuil (©Saar Rypkema)
De gemeentelijke reinigingsdienst haalt wekelijks uw restafval op. Oud papier, glas en textiel kunt u wegbrengen naar één van de kringlooppunten in uw omgeving. Binnen de singels wordt oud papier bovendien elke woensdag opgehaald. Op een kringlooppunt staan ondergrondse containers waar u papier, glas, en op bepaalde punten ook textiel kunt brengen. Bovengronds ziet u alleen een zuiltje, maar daaronder zit een grote bak die regelmatig wordt geleegd. Sommige kringlooppunten hebben glascontainers voor bont glas, waar alle kleuren door elkaar kunnen worden ingeleverd (inclusief wit glas). Andere kringlooppunten bestaan uit containers waar glas op kleur kan worden aangeboden (wit, bruin en groen glas apart). Flessen en potten met een afwijkende kleur - blauw of rood - gooit u bij voorkeur in het groene vak. Op de scheidingswijzers op de containers kunt u precies zien wat er wel en niet in de glas- en papierbakken mag. Gebruik zoveel mogelijk het kringlooppunt in uw buurt, prop papier niet met te grote hoeveelheden tegelijk naar binnen, controleer of de container ook echt vol is, als er materiaal naast staat, houd s.v.p. rekening met omwonenden en bied geen glas aan tussen 20.00 en 08.00 uur, deponeer plastic tasjes en onbruikbaar verpakkingsmateriaal in de afvalbak. Bel bij vervuiling of
als de containers vol / onbruikbaar zijn: 030 - 286 00 00, maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 8.30 - 17.30 uur en donderdag van 8.30 - 20.30 uur. ’s Avonds en in het weekend kunt u bellen naar 0800 - 2 800 800. Of mail naar:
[email protected].
Afvalscheidingsstations Bij de afvalscheidingsstations kunt u gratis bijna al uw afval inleveren, zoals afvalhout, aarde en puin, tuinafval, aluminium, zink, koper, roestvrijstaal, wasmachines, koel- en vrieskasten, glas, papier en karton, klein chemisch afval (KCA), asbesthoudende materialen (vraag eerst naar de voorwaarden, bel afdeling Bouwbeheer DSO 030- 2864570), kleding en textiel, overig grof huisvuil. Er zijn drie afvalscheidingsstations: Tractieweg, Tractieweg 120 (industrieterrein Cartesiusweg). Lunetten, Zwarte Woud 250. De Stits, Mostperenlaan 2, Vleuterweide (Leidsche Rijn). Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 9.00-17.00 uur, zaterdag van 09.00 tot 16.00 uur. Alleen inwoners van Utrecht kunnen
Kringlooppunten in de Binnenstad Adres Bartholomeusbrug Gorterstraat Nicolaas Beetstraat Jacobskerkhof Lepelenburgplantsoen LucasBolwerk Mariaplaats/bij Conservatorium Strosteeg Tolsteegbrug/Wijde Doelen Asch van Wijckskade/Noorderstraat
Glas bont wit, groen, bruin bont wit, groen, bruin bont wit, groen, bruin bont wit, groen, bruin wit, groen, bruin
Papier ja ja ja ja ja nee ja nee ja
Textiel nee ja nee ja nee nee nee nee ja
er terecht. Ze zijn ook niet bestemd voor bedrijfsafval. Bedrijven moeten een contract afsluiten met een erkende verwerker. (telefoon 030 - 286 68 73). Op alle afvalscheidingsstations is een legitimatieplicht. Grofvuil Dit kunt u zelf wegbrengen naar de afvalscheidingsstations. U kunt ook een afspraak maken via de grofvuillijn om uw grofvuil gratis op te laten halen. Grofvuillijn: 030 - 286 69 00, werkdagen van 9.00 - 17.00 uur. Wanneer u nog herbruikbare goederen hebt, kunt u contact opnemen met de kringloopbedrijven: Emmaus Haarzuilens, 030 - 677 15 40 of De Arm, 030 - 288 87 85. De goederen worden dan op afspraak binnen vijf werkdagen bij u thuis opgehaald. Snoeiafval Het hele jaar door rijdt de reinigingsdienst op woensdag de ’Takkenroute’. Dit is een speciale inzamelroute voor groot snoeiafval (takken/stronken). Deze service is gratis; wel dient u hiervoor een afspraak te maken: 030 - 286 69 00, op werkdagen van 9.00 - 17.00 uur. Grote hoeveelheden snoeiafval kunt u ook naar de afvalscheidingsstations brengen. Binnen de singels kunt u klein snoei- en tuinafval ( bladeren, gras, kleine takjes) aanbieden in de vuilniszak. Klein chemisch afval (KCA) KCA wordt huis-aan-huis ingezameld door de KCA- inzamelwagen. Twee keer per jaar rijdt de KCA- inzamelwagen bij u door de straat, ’s avonds tussen 17.30 en 20.30 uur. Elk huishouden heeft twee jaar geleden een KCA-wijknummer ontvangen. Aan
de hand van dit nummer kunt u op de KCA-kalender opzoeken wanneer de KCA-inzamelwagen bij u in de straat komt. De KCA-kalender is in december huis-aan-huis verspreid en is ook te vinden op www.utrecht. nl.ri. of af te halen bij het wijkbureau (Neudeflat). Bent u uw KCA-wijknummer kwijt? Neem dan contact op met het gemeentelijke call center: 030 - 286 00 00. Overigens kunt u ook kleine huishoudelijke apparaten meegeven aan de KCA-inzamelwagen (bijvoorbeeld een strijkijzer).Voorwaarde is wel dat de apparaten handzaam en schoon zijn (geen televisies en volle frituurpannen). Wilt u eerder van uw KCA af, dan kunt u deze (gratis) inleveren bij de afvalscheidingsstations. Ergernissen Te vroeg of te laat buiten zetten van vuilniszakken staat met stip op 1 van de ergernissen. Het is bekend dat de huisvesting in de Binnenstad over het algemeen niet toelaat dat er massaal vuilniszakken opgeslagen kunnen worden, daarom wordt er binnen de singels twee keer per week ingezameld. Maar zelfs dan nog worden veel zakken op elk denkbaar tijdstip buiten gezet. Daarom verzoeken wij u vriendelijk (maar wel heel dringend) om rekening te houden met uw mede-Binnenstadsbewoners en uw afval niet eerder aan te bieden dan 21.30 uur op de avond voorafgaand aan de inzameldag. De reinigingspolitie controleert op het verkeerd aanbieden van afval. Een te vroege of te late zak kost u een boete van minimaal € 50.
Lege batterijen kunt u inleveren in de meeste winkels die batterijen verkopen. Daar staat vaak een batterijbox van de stichting Stibat, die een landelijk netwerk van verzamelboxen heeft. Kijk op www.Stibat.nl. Oude medicijnen en naalden (in een koker) kunt inleveren bij uw apotheek. Schoenen en kleding kunnen in de ondergrondse textielcontainers. Ook kringloopwinkels nemen graag kleding en schoenen aan. Bij aanschaf van klein en groot elektra (bv. broodrooster of tv) kunt u uw oude apparaat inleveren bij de winkel waar u het nieuwe apparaat koopt.
Wijkagenten Binnenstad & Niet-spoedeisende zaken: 0900-8844 Alarmnummer: 112
Alcoholverbod Binnenstad uitgebreid Met ingang van 26 juli heeft de gemeente het alcoholverbod voor de Binnenstad uitgebreid. De politie is hier blij mee, want zo kan beter worden opgetreden tegen overlast veroorzaakt door groepen personen die onder invloed van alcohol verkeren. Een groot gedeelte van de Binnenstad is nu een aaneengesloten gebied waarvoor het alcoholverbod geldt. Voorheen kende de Binnenstad een aantal afzonderlijke gebieden waar een dergelijk verbod gold. De praktijk leerde dat dit een waterbedeffect tot gevolg had: de overlastveroorzakers zochten de grenzen op van het gebied waarvoor het verbod gold en hielden zich daar net buiten op. In het aangewezen gebied is het verboden op straat te drinken en aangebroken flessen of blikjes alcoholhoudende drank bij zich te hebben. Uitbreiding van het verbod geeft de politie de mogelijkheid om beter op te treden tegen overlast veroorzaakt door drankgebruik. De overlastgevers bestaan vooral uit notoire drinkers en jongeren. Zij zijn verantwoordelijk voor overlast als wildplassen, vervuiling, vernielingen, geluidoverlast, maar ook voor zaken als intimidatie en verbaal en fysiek geweld.
Roseetje Wijkchef Alfred Stoter:’Het is niet de bedoeling dat we nu jacht gaan maken op mensen die in de openbare ruimte drinken, maar we treden in principe wel altijd op als er sprake is van overlast of als we overtreding van het verbod constateren.’ Dat betekent dat mensen die een roseetje drinken bij een picknick in bijvoorbeeld park Lepelenburg ook aangesproken kunnen worden op hun gedrag. De boete voor overtreding van het verbod bedraagt 50 euro. Politie controleert plezierboten op overlast. Deze zomer voert de politie in samenwerking met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en de gemeente controles uit op de zogenoemde plezierboten in de wateren in en om de Binnenstad. Dit gaat om boten die grotere gezelschappen vervoeren. Binnenstadsbewoners hebben klachten
112 Bel 112 ook bij verdachte situaties
Wijkchef Alfred Stoter:’Niet alleen bij levensbedreigende situaties kunt u 112 bellen om de politie snel ter plaatse te krijgen.Veel mensen zijn hier huiverig voor, omdat ze geen misbruik willen maken van 112 en de lijn bezet houden voor ’echt dringende’ zaken. Voor de politie is een verdachte situatie ook dringend. Als u bijvoorbeeld jongens in auto’s ziet gluren, waarbij u een gevoel krijgt dat ze misschien willen inbreken, kan de politie daar iets mee. U belt 112 en de politie stuurt dan snel agenten langs om te onderzoeken of er iets aan de hand is. Grote kans dat we hierdoor een auto-inbraak kunnen voorkomen of daders op heterdaad betrappen en aanhouden.
Maar wat is nou een verdachte situatie? ‘Precies omschrijven is moeilijk. Voorbeelden zijn mensen die veel aandacht hebben voor andermans eigendom, zoals tassen, maar ook huizen, fietsen en auto’s zoals hierboven beschreven. Ook als mensen op plaatsen zijn waar ze niet horen, zoals ’s avonds of ’s nachts op bouwterreinen, is dat verdacht. Twijfelt u, bel dan toch 112. Aan de telefoon krijgt u een medewerker van de meldkamer (een centralist) en hij of zij schat in of de situatie vraagt om politieoptreden. Is dat zo, dan stuurt de centralist één of meer eenheden (agenten in de auto of op de motor) naar de plek waar de verdachte situatie zich afspeelt. Deze agenten spreken in het voorbeeld van de jongens hierboven deze jongens aan en vragen naar hun identiteitsbewijzen. Deze jongens zullen de betreffende auto’s laten voor wat ze zijn en weten dat de politie alert is!’
112
Feestboot in de gracht (© Humphrey Daniëls) geuit over overlast door deze vorm van pleziervaart. Daarbij gaat het vooral om geluidsoverlast. De wijkraad heeft de kwestie aangekaart. De wijkpolitie controleert op overlast en schrijft zonodig bekeuringen uit. Het KLPD is vanwege de daar aanwezige expertise ingeschakeld voor de controle op naleving van de waterwetgeving. Deze wetgeving geldt alleen bij vaartuigen met meer dan 12 passagiers. De schipper heeft dan onder meer een vaarbewijs nodig en
- in geval van betalende passagiers - een exploitatievergunning van de gemeente. Omwonenden die overlast ondervinden, kunnen contact opnemen met de politie: 0900 - 88 44. Daarbij is het belangrijk om meteen de politie te bellen, onder vermelding van de naam van de boot, de locatie en de vaarrichting. De meldkamer kan dan indien beschikbaar direct een politie-eenheid sturen.
Wanneer belt u 112 en wanneer 0900-8844? 112; als elke seconde telt: • er staan levens op het spel • u ziet een misdrijf gebeuren (heterdaadsituatie) • u staat oog in oog met een dader • u ziet iets ongewoons in uw straat of wijk (verdachte situatie)
0900 - 8844; geen spoed, wel politie: • voor informatie en advies over politiezaken • bij aanhoudende overlast in uw wijk • bij woning- of auto-inbraken waar geen spoor is van de dader • alle andere momenten of situaties waarbij 112 bellen niet aan de orde is
0800 - 7000; Meld Misdaad Anoniem Anoniem meldlijn: als u op de hoogte bent van een misdrijf, maar niet bekend wilt worden bij de politie
omdat u de dader kent en bang bent voor wraak (van 08.00 tot 24.00 uur). www.meldmisdaadanoniem.nl
Wijkagenten in de Binnenstad Voetgangers- en winkelgebied: Daniel Hageraats, René Zorn Wijk C / Breedstraat: Jaap van der Grint, Johan Vermeulen Janskerk/Nobelstraat: Jeroen Groning Mariaplaats: Jan van Elburg Domplein en omgeving: Chris Proveniers Zeven Steegjes: Menno de Groot Museumkwartier: Peter de Klein Wijkchef: Alfred Stoter Toegevoegd wijkchef: Marleen Steenweg www.binnenstadskrant.nl
22
Chill-Out Zone is de plek voor jou Woon jij in de Binnenstad? Of zit je hier op school ? Ben je tussen de 5 en de 12 jaar ? Dan is de Chill-Out Zone iets voor jou! De Chill-Out Zone is een plek in buurthuis Oudegracht, hartje stad. Er zijn veel activiteiten voor en door kinderen en jongeren. Er zijn leuke dingen te doen na schooltijd, maar ook educatieve activiteiten waarin een professionele docent je van alles kan leren. Een team met enthousiaste beroepskrachten begeleidt de activiteiten. Hieronder kun je zien wat er allemaal voor jou te doen is. Wil je een keer langs komen dan kan dat altijd. Heb je zelf een idee voor een activiteit dan kun je ook contact met ons opnemen. We helpen je graag op weg. Tot ziens, bels of mails in de ChillOut Zone: 030-2343323 of kantoor kinderwerk 030-2380312 of
[email protected] De jeugdwerkers van de Chill-Out Zone zijn: Jacky, Joost, Paul, Rachid, Anne Jan, Ibrahim en Younes De Kookkelder woensdag 13.15-14.45 uur Met een groep ’leerling-koks’ gaan we in het nieuwe seizoen weer heerlijkheden bereiden. We maken
maaltijden, bijzondere tractaties en bij speciale gelegenheden serveren wij dit uit als in een restaurant of proeverij. Ook maken wij een eigen kookboekje van alle recepten die je bij ons gekookt hebt. Als je lekker wilt smullen, kom dan naar de Chill-Out Zone. Voor jongens en meiden van 5-10 jaar. Start woensdag 12 september. Kosten € 25,- voor tien keer. Info/ opgave: Jacky Kinderatelier woensdag 18.30-19.30 uur We gaan aan de slag met allerlei materialen om iets moois te maken. Wat je maakt kun je verkopen op een gezellige kindermarkt. Met de opbrengst daarvan gaan we met de hele groep op stap. We hebben eerder al vliegers, badzout, een knuffel en een memoryspel gemaakt. Kom eens kijken bij het kinderatelier. Vind je het leuk, dan doe je gewoon gezellig mee. Voor jongens en meiden van 5 - 12 jaar in buurthuis De Sjuut, Moutstraat. Start september. Kosten € 0,50 per keer. Info/opgave Joost.
Educatieve activiteiten Capoeira woensdag Capoeira is een spectaculaire Braziliaanse mengeling van gevecht, dans en acrobatiek. Hoge, vechtsportachtige trappen, salto’s en prachtige acrobatische bewegingen vloeien in elkaar over, gespeeld op het ritme van traditionele capoeira-muziek. Casca Dura Capoeira Company verzorgt onder leiding van Michiel Thomassen deze cursussen waarin sport, spel en cultuur elkaar ontmoeten. Voor 6-8 jaar: 16.00 tot 17.00 uur, Voor 9-12 jaar: 17.00-18.00 uur. Start 26 september. Kosten € 37,50 per tien keer. Info/ opgave: Jacky Kinderkoor De Jonge Gracht donderdag 16.00-16.45 uur Wekelijks worden er vrolijke en mooie liederen gezongen. Je hoeft nog niet goed te kunnen zingen, dat leer je juist op het koor! Er wordt spelenderwijs aandacht besteed aan het ontwikkelen van zangtechniek en kennis van het solmisatiesysteem. In december is er een optreden in
kerstsfeer. Elk jaar vragen we subsidie aan om een musical neer te zetten, begeleid door een professionele regisseur en opgevoerd in een echte theaterzaal. Meer info bij de dirigent Paul Krijnen, 030-2314393 of
[email protected] Voor jongens en meiden van 7-12 jaar. Start 6 september. Kosten € 125,- per jaar Info/opgave: 030-2314393. Timmerclub woensdag 15.30-16.45 uur Vind je het leuk om te timmeren? Bouw je graag je eigen speelgoed zoals een turbotol, een stad of een dierentuin? Op de timmerclub leer je de beginselen van timmeren, zagen, hoe je een stuk hout afmeet en een verstekbak gebruikt. Wij hebben voorbeelden die je kunt namaken, maar jouw eigen idee mag je ook zeker uitvoeren! Voor jongens en meiden van 6-12 jaar. Start 12 september in speeltuin de Kleine Dom. Kosten € 20,-per tien keer. Info/opgave: Jacky
Speeltuin de Kleine Dom hij een groot tompoezenfeest gegeven. Honderdvijftig tompoezen zijn die middag door grote en kleine bezoekers van de speeltuin verorberd. De kinderen, ouders en collega’s hebben in groten getale prachtige bladzijden geleverd voor zijn afscheidsboek, met foto’s, tekeningen en lieve woorden. We wensen Han veel plezier met zijn nieuw verworven vrije tijd.
Vrienden van de Olifant Han van Schaik de VUT in. Han van Schaik was sinds 1995 een vast gezicht in de speeltuin. Hij heeft veel kinderen zien komen en gaan. Ook was hij regelmatig te vinden op de gracht met een boot vol kinderen als kapitein van de kinderboot. Nu is hij met de VUT en als afscheid heeft
Elk jaar kiest Cumulus een goed doel om geld voor in te zamelen, dit jaar was dat Vrienden van de Olifant. De kinderen zijn er heel druk mee geweest. Zo werd de zelfgeschreven Kleine Dom-Krant goed verkocht. Ook maakten ze mooie dingen die in het zelf gebouwde winkeltje te koop werden aangeboden. In de eerste week van de vakantie konden ouders hun kinderen sponsoren. Ze betaalden een gekozen bedrag per opgedoken diamant. Halverwege augustus kwam het opgehaald bedrag al boven de 500 euro uit. Dat betekent dat we dit jaar meer opgehaald hebben dan vorig jaar. Zondag 23 september wordt het overhandigd aan Vrienden van de Olifant. Dit doen we aan het eind van het feest ’Solidair Grifpark ’in speeltuin De Grifstede tussen 16.30 een 17.00 uur.
Toch een mooie zomer Een terugblik op de zomer geeft een voldaan gevoel, ondanks het minimale aantal zwembaddagen. Tussen de regenbuien door zijn er grote piramides gebouwd met bamboestokken (foto) en elastieken en diamanten opgedoken in een extra diep zwembad. De bezoekers hebben een groot mozaïekkunstwerk op de muur gemaakt en er is een grote hut gebouwd.
23
Politiek
Pleidooi voor vervoersmanager in Stationsgebied Een paar maanden zijn de eerste (voorbereidende) werkzaamheden voor de realisatie van het nieuwe Stationsgebied nu aan de gang op én rondom het Vredenburg. Helaas is dat aan veel Utrechters niet ongemerkt voorbijgegaan. Dat wil zeggen, veel bewoners en bezoekers van de Binnenstad ondervinden grote hinder van de bouwactiviteiten op het Vredenburg. Vooral fietsers en wandelaars hebben zich wekenlang een weg moeten zoeken langs weg-afzettingen, waarvan het doel lang niet altijd even duidelijk was. Voor veel busreizigers was wekenlang ter plekke geen informatie beschikbaar over vervangende bushaltes voor de opgeheven haltes op het Vredenburg. Met eigen ogen Ophef is ontstaan over de afzetting van de Rijnkade. Op een plek waar
tenminste negen autorijstroken lopen, wordt alleen het fietspad afgesloten. In eerste instantie halfslachtig en zonder omleidingsroute aan te geven, in tweede instantie worden die euvels verholpen. Desondanks heeft de fractie van Leefbaar Utrecht met eigen ogen geconstateerd dat de afzetting van het fietspad op de Rijnkade voor veel fietsers niet betekent dat er een andere route genomen wordt. Het inrijverbod voor fietsers wordt veelvuldig genegeerd. Met nog een periode van 20 jaar bouwwerkzaamheden in het Stationsgebied voor de boeg, rijst bij Leefbaar Utrecht de vraag waarom juist diegenen die géén gebruik maken van de auto de dupe zijn van de genomen verkeersmaatregelen. Leefbaar Utrecht is voorstander van de revitalisatie van het Stationsgebied, maar pleit voor een gedegen vervoersmanagement bij bouwwerkzaamheden, die recht doet aan alle vormen van (langzaam) vervoer. Een mobiliteitsmanager zou de werkzaamheden in het Stationsgebied wellicht beter kunnen afstemmen op de vervoersstromen. Zo zou de overlast in het gebied voor de komende 20 jaar zo veel mogelijk beperkt kunnen worden. www.leefbaarutrecht.nl
Bach en roetfilters Vlak voordat de gemeenteraad met vakantie ging - enigszins pretentieus ’reces’ genoemd - kreeg D66 het voor elkaar dat twee bijzondere manuscripten van J.S. Bach in Utrecht tentoongesteld worden. De motie daartoe (samen met CDA) werd overgenomen door het college. De benodigde 15.000 euro zullen snel terugverdiend worden door de vele Bach-liefhebbers die Utrecht zullen bezoeken. Vanaf 31 augustus zijn deze nog nooit eerder in het buitenland vertoonde Duitse handschriften van de beroemde componist Bach te zien in het Museum van Speelklok tot Pierement. De fractie van D66 is trouwens niet echt met reces geweest. Het rustige vaarwater hebben we gebruikt om ons voor te bereiden op het komende halfjaar. Zo zijn we heel benieuwd
er wel meer zorg zijn voor de bomen en hun wortelgebied. De kramen, attracties en vrachtwagens moeten zich ophouden op de bestrate gedeelten. Bij opbouw en afbraak moeten de wandelpaden niet als aanvoerroute gebruikt worden. En zeker moet men niet een extra aanvoerroute kiezen dwars door het gras. Als er voor sommige attracties geen plaats meer is, dan moeten die attracties weg.
Piekenkermis moet niet naar Lepelenburg Door Theo Haffmans, bestuurslid Stichting Singelgebied Utrecht
Op 1 juni schreef wethouder Giesberts een brief aan de commissie Verkeer en Beheer over de linden in de Maliebaan, die er volgens hem zeer slecht aan toe waren. Hij verwachtte dat in de komende tien jaar zeventig van de 365 linden moeten verdwijnen door zwamaantasting. Ook zou de rode beuk nog dit jaar gekapt moeten worden. Dit zou volgen uit onderzoek dat geregeld wordt uitgevoerd om de toestand van de bomen in de gaten te houden. Als oorzaak noemde Giesberts ondermeer de slechte afwatering op de hoofdrijbaan, maar vooral de door de Piekenkermis veroorzaakte bodemverdichting.Nu de werkelijkheid: deskundigen, ingeschakeld door de Stichting Singelgebied Utrecht, hebben bij de meeste van de aangegeven bomen geen zwam kunnen vinden. De wèl aanwezige zwammen waren meestal van een ongevaarlijk soort. Schadelijke zwammen komen in de Maliebaan sporadisch voor, en in het gebied van
de Piekenkermis niet meer dan elders. De rode beuk is aangetast door de reuzenzwam. Die is wel schadelijk, maar ook hierbij is het erg kort door de bocht om hem meteen te gaan kappen. Voorlopig ziet hij er stevig genoeg uit, en onderzoek zou kunnen uitwijzen dat hij nog heel lang weerstand kan bieden aan de aantasting door de zwam. Ploffen In zijn brief beveelt Giesberts aan de bodemverdichting te bestrijden door het zogeheten ’ploffen’: onder druk lucht in de grond inbrengen. Alsof de
naar de mogelijkheden om parkeertarieven in de Binnenstad te gaan differentiëren. De regering werkt aan een wetsvoorstel om dat mogelijk te maken. Het betekent dat vieze auto’s meer moeten betalen dan schone auto’s als ze in de Binnenstad willen parkeren. Dat biedt mogelijkheden! In Zweedse steden zijn er heel goede ervaringen mee opgedaan en bovendien is het een positieve maatregel die niet alleen innovatie bevordert, maar ook het gebruik van transferia en Openbaar Vervoer. Slimme auto’s stimuleren en vieze auto’s weren laat zien dat milieuzorg een leuke, kansrijke zaak is. Tot slot is D66 bezorgd over berichten dat roetfilters die achteraf gemonteerd worden eigenlijk nog schadelijker zijn dan auto’s zonder roetfilter. Ook gemeentelijke voertuigen beschikken over die roetfilters. De bedoeling van die filters juicht D66 natuurlijk toe, maar het lijkt erop dat ’voortschrijdend inzicht’ de goede bedoelingen heeft ingehaald. D66 vraagt het college of er betere, alternatieve roetfilters zijn voor vuilniswagens en bussen. Wij houden u op de hoogte!
De kermis hoeft de grond niet veel kwaad te doen (©Sjaak Ramakers) Maliebaan een poreuze fietsband is, die van tijd tot tijd wat lucht erbij moet hebben. Onze deskundigen waren daar niet positief over. Het verdichten van de grond door zwaar materieel brengt schade toe aan de bomen, maar het geforceerd lucht inbrengen heeft bij verschillende grondstructuren ook verschillende effecten, en kan evengoed de wortels aantasten. Moet de Piekenkermis weg van de Maliebaan? Van ons hoeft dat zeker niet. Het is een evenement dat veel mensen plezier biedt. Maar dan moet
Meer vertrouwen Uitwijken naar het Lepelenburg, wat de wethouder aanbeveelt, is een slechte optie, want dan zou er nóg een groengebied aangetast worden. We hebben gehoord dat de wethouder intussen opdracht heeft gegeven een extern onderzoek te laten doen naar de toestand van de bomen in de Maliebaan en de gewenste maatregelen. Dat nu is een goede stap, en we zien de ontwikkelingen ook met meer vertrouwen tegemoet. De Maliebaan is een gebied met nationale en internationale allure, en daarbij hoort een zorgvuldig en verantwoord beleid voor de bomen.
[email protected]
www.binnenstadskrant.nl
de stoep soms verlang ik naar die stoep en het kind dat daarop speelde omlijnd terrein rechthoekig in de zon zes bij twaalf tegels waarop ik hinkelde en knikkerde en touwtje sprong
Een drukke autoloze dag Door onze redacteur Dick Franssen
De kopij voor deze krant ging eind augustus naar de drukker. Het nummer verscheen woensdag 5 september. Dit verslag van de autoloze zondag van 9 september is dus fake. Maar als alles volgens plan verliep, ging het ongeveer zo:
nu heb ik een terras van wel tien maal zoveel tegels een park en een oprijlaan onbegrensd terrein waarop ik soms ontmoet dat ongerijmd verlangen naar die stoep en het kind dat daarop speelde ik en mijn onroerend goed...
Oeke Kruythof
Oogstfeest op Mariaplaats Allerlei prijzen zijn er te winnen op het oogstfeest, dat Lekker Utregs zaterdagmiddag 29 september op de Mariaplaats houdt. De grootste pompoen, de mooiste tomaat, de mooiste biet, de mooiste bloemen .... allemaal goed voor een gratis maaltijd in de feesttent. In andere catgorieën zijn de prijzen nog spectaculairder, bijvoorbeeld een fiets, of een jaarabonnement op het tuinblad Groei- en Bloei. www.lekkerutregs.nl
Geluidshinder Volgens de gemeente ondervindt ongeveer één op de zes Utrechters enige vorm van geluidshinder. Zeven procent heeft ernstige hinder. Geluidskaarten maken duidelijk dat die mensen vooral wonen in de omgeving van de grote rijkswegen rondom de stad. Daar kleuren de kaarten het felste rood. In de Binnenstad zijn het de Catharijnesingel en de oost-west-busverbinding door het centrum die de meeste kleur vertonen. Op basis van de gegevens komt er volgend jaar een Actieplan Geluid.
Autoloos, elke zondagmorgen om acht uur (©Sjaak Ramakers) Nog slechts een paar uur in de week heb je de weg vrijwel alleen voor je zelf. Dat is in de hele vroege zondagochtend. Geen vrachtauto’s ...niks. Om kwart voor vier gaat in Voorburg, in de slaapkamer van Hans Kranenburg, de wekker af. Hij is al wakker, dat gebeurt hem anders gelukkig nooit om deze tijd. Met zijn bureau Alles Anderz organiseert hij vandaag in Utrecht de autoloze zondag. Beetje raar om er met de auto heen te gaan, maar het kan niet anders op dit uur. Hij is ruimschoots op tijd, en de anderen zijn dat ook. Het is hartstikke donker en behoorlijk fris. Met z’n twintigen drinken ze koffie, in thermoskannen meegebracht. ‘Is het echt nodig om al om vijf uur te beginnen?’, had een verslaggever van de Binnenstadskrant hem laatst gevraagd. En hij had ‘ja’ gezegd. ‘Je moet het allemaal heel ontspannen kunnen doen. Er is veel werk aan de winkel. Als het alleen ging om het zetten van een paar hekken bij de
ingangen van de Binnenstad dan was je inderdaad zo klaar. Maar dit is een hele ingewikkelde operatie, die veel aan voorbereiding kost en op de dag zelf precies moet kloppen. Je kunt ook niet vragen hoe ze het in andere steden deden, want dit is nog nergens vertoond.’ Niets er in, niets er uit Het publiek gaat er vandaag vanuit dat er geen auto’s in de Binnenstad rijden, en dat de straat dus vrij is, en dat moet dus ook zo zijn. We moeten absoluut de hand aan de afsluiting houden.
Aboriginal Art Museum Danielle van den Broek (38) is per 1 september directeur van het Aboriginal Art Museum geworden. Ze verlaat met het oog daarop de gemeenteraadsfractievan de VVD, waarvan zij voorzitter was. ‘Het museum verdient al mijn aandacht’.
Niets er in, niets er uit, vanaf tien uur. Na zessen wordt de zaak geleidelijk afgebouwd. Om zeven uur zijn alle hekken weg. Stukjes van het interview herinnert hij zich nog vrij letterlijk. De verslaggever zei : ‘In andere steden houden ze de autoloze zondag een week later; in Utrecht wilden ze perse de combinatie met het Uitfeest. Maar het gaat er toch om dat je ervaart hoe rustig het kan zijn in de stad? Er zou eigenlijk geen enkel groot evenement moeten zijn, ook al niet omdat je met elk evenement ook automobilisten aantrekt. De enige parkeergarage die ze op 9 september niet kunnen bereiken is de SpringHaver. En de grote P&R’s Westraven en Veemarkt zijn die dag gratis.’ Hij antwoordde : ‘Als je 120.000 euro uitgeeft, dan wil je meer mensen bereiken dan duizend milieu-diehards. Het Uitfeest trekt zeker 65.000 bezoekers, die - dwalend door de Binnenstad - allemaal wel iets meemaken van de autoloze zondag. Voor zover ze uit Utrecht komen en met het openbaar vervoer naar de Binnenstad nemen, merken ze het trouwens al direct: bus en tram zijn gratis. Ze zullen een rondvaart maken, zich laten rijden in een riksja of de parade van duurzame voertuigen zien. Het draagt hoe dan ook bij tot de bewustwording over het milieu, over andere, minder vervuilende vormen van vervoer.’ Hibride bus Kranenburg ziet het licht worden in de stad. Hij gaat kijken hoe het staat met de vorderingen op het feestplein, dat op de kruising Mariaplaats-Moreelsepark op het viaduct over de Catharijnesingel komt. Hier zullen allerlei milieugroepen zich presenteren. Het gaat lekker, constateert hij, en fietst naar het Janskerkhof, dat vandaag het centrale plein voor het alternatieve vervoer is. De hibride bus uit Eindhoven is er al, net als de waterstofbus. Op zijn mobieltje (hij heeft er twee op zak) hoort hij dat op de grote panelen boven de rijkswegen al staat dat de Binnenstad is afgesloten. Hij begint een heel goed gevoel te krijgen. Alles werkt. www.binnenstadskrant.nl